82
4 Het apparaat
gebruiken
In- en uitschakelen
1
Steek de stekker in het stopcontact.
» Het apparaat maakt geluid.
HU5931: alle lampjes gaan één
keer aan en uit.
2 Druk op om het apparaat in te
schakelen (afb. q).
» Het apparaat werkt standaard
met de automatische
ventilatorsnelheid en de
standaardinstelling voor de
luchtvochtigheid is "
".
» De actuele vochtigheidsgraad
wordt weergegeven op het
scherm.
3 Houd 3 seconden ingedrukt
om het apparaat uit te schakelen
(afb. r en s).
Opmerking
• Als de stekker in het stopcontact
blijft nadat het apparaat is
uitgeschakeld met de aan-uitknop
, dan werkt het apparaat volgens
de vorige instellingen wanneer deze
weer wordt ingeschakeld.
Tip
• Druk op de aan-uitknop voor licht
om de indicatielampjes en het
scherm in of uit te schakelen.
• Druk eenmaal op de
temperatuurknop
en de huidige
temperatuur wordt 3 seconden op
het scherm weergegeven. Daarna
wordt de huidige vochtigheidsgraad
weergegeven (afb. t).
De
luchtvochtigheidsgraad
instellen
1
Druk herhaaldelijk op de knop voor
de vochtigheidsgraad
om de
luchtvochtigheid in te stellen op
40%, 50% of 60% (afb. u).
Opmerking
• Wanneer de luchtvochtigheid
"
" is gekozen, gaat de lichtring
voor de luchtvochtigheid uit.
Het apparaat blijft de ruimte
bevochtigen totdat een relatieve
luchtvochtigheid van 70% is bereikt.
• In de automatische modus
werkt het apparaat in
ventilatorstand 1 wanneer de
gewenste vochtigheidsgraad
is bereikt. In de handmatige
ventilatorsnelheidsmodus blijft het
apparaat werken op de gekozen
ventilatorsnelheid.
• Wanneer de gewenste
vochtigheidsgraad is bereikt, stopt
het bevochtigingslterwiel met
draaien. Hij gaat weer draaien
wanneer de luchtvochtigheid onder
het ingestelde niveau daalt.
• Als u de vochtigheidsgraad snel
wilt verhogen, kunt u een hogere
ventilatorsnelheid kiezen.
• HU5931: de
luchtvochtigheidslichtring geeft aan
of de gewenste vochtigheidsgraad
is bereikt. Hij brandt blauw wanneer
de vochtigheidsgraad is bereikt en
rood wanneer de luchtvochtigheid
lager is dan de vooraf ingestelde
waarde.