188
Technische gegevens—Caring for the Camera
Opslag
•
O
m de vorming van schimmel of meeldauw te
voorkomen, dient u de camera in een droge,
goed geventileerde ruimte te bewaren. Wanneer
u niet van plan bent de camera binnen afzien-
bare tijd te gebruiken, verwijder dan de batterij
om lekkage te voorkomen en berg de camera op
in een plastic zak met een droogmiddel. Plaats
de cameratas echter niet in een plastic zak, aan-
gezien het materiaal hierdoor kan worden aan-
getast. Denk er ook aan dat het droogmiddel
na verloop van tijd zijn vermogen om vocht te
absorberen verliest en daarom regelmatig dient
te worden vervangen.
• Berg het apparaat niet op met nafta- of kam-
fermottenballen, dichtbij apparatuur die sterke
magnetische velden produceert, of in ruimten
waar extreme temperaturen heersen, zoals bij-
voorbeeld bij een kachel of in een afgesloten
auto op een warme dag.
• Om schimmel en meeldauw te voorkomen dient
u de camera ten minste één keer per maand uit
de opslag te halen. Zet de camera aan en ont-
span de sluiter een aantal malen voordat u de
camera weer opbergt.
• Bewaar de batterij op een koele, droge plaats.
Plaats het afdekkapje van de batterij terug wan-
neer u de batterij opbergt.
Opmerkingen over de monitor
• De monitor kan een aantal pixels bevatten die al-
tijd oplichten of in het geheel niet oplichten. Dit
is voor TFT LCD-monitoren gebruikelijk en wijst
niet op een storing. De foto’s die met de camera
zijn gemaakt worden hier niet door aangetast.
• Bij helder licht kunnen de beelden op de moni-
tor moeilijk te zien zijn.
• Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien
dit schade of storing tot gevolg kan hebben. Stof
en vuil kunnen worden weggeblazen met een
blaasbalgje. Vlekken kunnen worden verwijderd
door het oppervlak zachtjes schoon te wrijven
met een zachte doek of zeem.
• Mocht de monitor stuk gaan, pas dan op dat u
geen letsel oploopt door het gebroken glas en
voorkom dat vloeibare kristallen van de monitor
in aanraking komen met de huid of in ogen of
mond komen.
•
Plaats de beschermkap terug op de monitor wan-
neer u de camera vervoert of onbewaakt achterlaat.
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert
of de lichtnetadapter afkoppelt
Haal de stekker van de camera niet uit het stopcon-
tact en verwijder de batterij niet als de camera aan
staat of als beelden worden opgeslagen of gewist.
In deze gevallen kan een stroomonderbreking lei-
den tot gegevensverlies of beschadiging van de
interne schakelingen of het geheugen. Verplaats
het product daarom nooit als de lichtnetadapter
is aangesloten. Zo voorkomt u een plotselinge
stroomonderbreking.
Batterijen
• Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat
de camera niet werkt.
• Controleer na het aanzetten van de camera op
het LCD-venster de batterijstatus om te bepalen
of de batterij moet worden opgeladen of ver-
vangen. De batterij moet worden opgeladen of
vervangen als de aanduidingvoor de batterijca-
paciteit knippert.
• Maakt u foto’s van belangrijke gebeurtenissen,
zorg dan dat u een extra, volledig opgeladen EN-
EL3e batterij bij de hand hebt. Afhankelijk van de
locatie waar u zich bevindt, kan het soms moeilijk
zijn om snel vervangende batterijen te kopen.
• Op koude dagen neemt de prestatie van bat-
terijen vaak af. Zorg dat de batterij volledig op-
geladen is voordat u bij koud weer buiten foto’s
maakt. Bewaar een reservebatterij op een warme
plaats; verwissel de batterijen zonodig. Een kou-
de batterij die weer op temperatuur is gekomen,
kan soms een deel van zijn lading terugkrijgen.
• Doorgaan met opladen van de batterij nadat
deze volledig is opgeladen, kan de prestaties van
de batterij verminderen.
• Mochten de batterijpolen vuil worden, veeg
ze dan vóór gebruik schoon met een schone,
droge doek.
• Plaats nadat u de batterij uit de camera hebt ge-
nomen het beschermkapje terug op de batterij.
• Gebruikte batterijen bevatten waardevolle ma-
terialen. Recycle gebruikte batterijen volgens de
plaatselijke regels voor klein chemisch afval.