iv
Laat de camera niet vallen
Bij sterke schokken of trillingen kan de camera
storingen vertonen.
Houd de camera droog
Dit product is niet waterbestendig en kan sto-
ringen vertonen bij onderdompeling in water of
bij blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid.
Door roest van het interne mechanisme kan
onherstelbare schade optreden.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, zoals die
zich voordoen bij het binnenkomen of verlaten
van een verwarmd gebouw op een koude dag,
kunnen condensatie in de camera veroorzaken.
Om condensatie te voorkomen dient u de
camera in de cameratas of een plastic zak te
plaatsen voordat u hem aan plotselinge tempe-
ratuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke mag-
netische velden
U dient dit apparaat niet te gebruiken of op
te bergen in de buurt van apparatuur die
een sterke elektromagnetische straling of
sterke magnetische velden produceert. Sterke
statische ladingen of de magnetische velden
die worden geproduceerd door bijvoorbeeld
zendapparatuur kunnen storingen veroorzaken
op de monitor, informatie op de geheugenkaart
beschadigen en de interne schakelingen van het
product aantasten.
Richt het objectief niet gedurende langere
tijd op sterke lichtbronnen
Zorg er voor dat het objectief niet gedurende
langere tijd is gericht op de zon of andere sterke
lichtbronnen – niet tijdens gebruik en ook niet
tijdens opslag van de camera. Intens licht kan
de beeldsensor beschadigen, hetgeen een witte
waas op opnamen geeft.
Raak het sluitergordijn niet aan
Het sluitergordijn is gemaakt van zeer dun
materiaal, dat gemakkelijk beschadigd raakt.
Oefen nooit druk op het gordijn uit, raak het
nooit aan met reinigingshulpmiddelen en stel
het nooit bloot aan de sterke luchtstroom van
een compressor. Dit kan krassen, vervorming of
scheuren veroorzaken.
Wees voorzichtig bij het werken met alle
bewegende onderdelen
Open en sluit de doppen en beschermkapjes
van de batterij, kaart en aansluitingen voor-
zichtig. Deze onderdelen raken gemakkelijk
beschadigd.
Reinigen
• Gebruik bij het reinigen van de camera-
body een blaaskwastje om stof en pluizen
te verwijderen en veeg de camera vervolgens
schoon met een zachte droge doek. Nadat u
de camera op het strand of aan zee heeft
gebruikt, dient u eventueel zand of zout met
een licht met schoon water bevochtigde doek
af te vegen en de camera daarna grondig te
drogen. Heel soms komt het voor dat de LCD-
weergave lichter of donkerder wordt door de
statische elektriciteit geproduceerd door een
borstel of doek. Dit wijst niet op een storing
en de weergave wordt kort daarna weer nor-
maal.
• Het objectief en spiegel zijn gemakkelijk te be-
schadigen onderdelen. Stof en pluizen dient u
voorzichtig met een blaaskwastje te verwijde-
ren. Let er bij gebruik van een luchtspuitbus
op dat u de bus verticaal houdt (wanneer u de
bus schuin houdt, kan er vloeistof op de spie-
gel terecht komen). Als er een vingerafdruk
of andere vlek op het objectief zit, breng dan
een beetje lensreiniger op een zachte doek
aan en veeg het objectief voorzichtig schoon.
• Zie "Technische gegevens: Behandeling van
uw camera" voor informatie over het reini-
gen van het laagdoorlaatfi lter (
256).
Opbergen
• Om schimmel en meeldauw te voorkomen
dient u de camera in een droge, goed geven-
tileerde ruimte op te bergen. Wanneer u niet
van plan bent de camera binnen afzienbare
tijd te gebruiken, verwijder dan de batterij om
lekkage te voorkomen en berg de camera op
in een plastic tas met een droogmiddel. Plaats
de cameratas echter niet in een plastic tas,
aangezien het materiaal hierdoor kan worden
aangetast. Let er ook op dat het droogmiddel
na verloop van tijd zijn vermogen om vocht
te absorberen verliest en daarom regelmatig
dient te worden vervangen.
Behandeling van de camera en batterij