27
Hieronder een overzicht van enkele problemen die bij gebruik van de CCI A3
kunnen optreden. Voor elk probleem wordt een advies voor de oplossing
gegeven.
Probeer het probleem te verhelpen.
Neem contact op met uw dealer als u het probleem niet kunt oplossen.
De CCI A3 schakelt niet uit
als u het contact van de
tractor uitschakelt.
De tractor schakelt de voeding van de In-cab inbouwstekker
niet uit.
Trek de In-cab koppeling van de vaste kabel uit de In-
cab inbouwstekker van de tractor.
de CCI A3 wordt niet op
de terminal weergegeven.
De terminal is ingeschakeld en op de ISOBUS aangesloten,
de UT van de terminal is echter niet geactiveerd.
Schakel de UT van de terminal in.
De terminal is niet op de ISOBUS aangesloten.
Sluit de ISOBUS-terminal op de ISOBUS aan.
Verkeerde configuratie van de UT van de terminal.
De UT van de terminal moet UT-nummer 1 hebben.
De In-cab stekker aan de vaste kabel is open.
Steek de meegeleverde afsluitweerstand op.
van de CCI A3 worden niet
op de terminal weergege-
ven.
De AUX-indeling kan niet
worden uitgevoerd.
De terminal en/of de machine zijn niet conform AUX-N
gecertificeerd.
Als de machine AUX-N niet ondersteunt, kan deze niet
met de CCI A3 bediend worden.
Als de terminal AUX-N niet ondersteunt, kan de AUX-in-
deling niet worden uitgevoerd.
Controleer in de AEF-databank, of de door u ingezette
combinatie van AUX-bedieningseenheid, terminal en
den uitgevoerd, de CCI A3
geeft echter geen picto-
grammen van de machi-
nefuncties weer.
De knoppen hebben het
opschrift F1, F2, F3, etc.
Dat is geen storing. De machine kan met de CCI A3 bediend
worden.
Niet alle machines geven pictogrammen van de machi-
nefuncties op de CCI A3 weer.
De knoppen activeren de machinefuncties die u er bij de
AUX-indeling aan toegewezen heeft.
Gebruik de generieke pictogrammen van de CCI A3