Asco Series 290 Valve Installatie gids

Type
Installatie gids
514568-001 514568-001
12 13
Algemene Installatie- en Onderhoudsinstructies
PNEUMATISCH BEDIENDE 2/2 AFSLUITERS - SERIE 290
NL
BESCHRIJVING
De op afstand bediende 2/2-afsluiterserie 290 levert maximale
doorstroming.
Afhankelijk van de versie bevatten de afsluiters een zuiger-
bediening met een diameter van 32, 50, 63, 90 of 125 mm.
Het afsluiterhuis is beschikbaar in brons, roestvast staal of
AISI 316L roestvast staal.
De afdichtingen zijn vervaardigd van PTFE.
Deze afsluiters zijn conform IEC-norm 61508.
IEC-norm 61508 omschrijft algemene eisen voor elke fase
in de levensduur van een veiligheidssysteem. Analyse van
de betrouwbaarheid liet zien dat deze ventielen kunnen wor-
den gebruikt in een Safety Management System (SMS) tot
en met niveau SIL 2 met een HFT = 0, waarbij het vereiste
HFT-niveau is gebaseerd op pad 2H in overeenstemming
met CEI 61508-2 : 2010 norm.
Afsluiter in overeenstemming met Voorschrift
(EG) 1935-2004, het materiaal van de bevochtigde
onderdelen staat opgesomd in de tabel van Annex
I van Voorschrift (EG) 1935/2004).
Bij gebruik van reparatiesets, alleen sets gebruiken die kun-
nen worden herkend aan het voorvoegsel “FB”.
De onderdelen moeten in een schone omgeving worden
vervangen.
Door onjuiste montage vervalt de certi cering.
Als de gebruiker een element vervangt, kan ASCO de tra-
ceerbaarheid van het eindproduct niet meer garanderen en
wordt dit de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Deze afsluiters kunnen worden gebruikt in contact met hulp-
vloeistoffen in het voedingsproces of op spijsverteringsvloei-
stoffen waarbij een concept zonder bacteriegroei niet nodig
is.
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEBRUIK
De klep+signaaleenheid dient in de originele verpakking
bewaard te worden zolang deze niet gebruikt wordt. Haal de
beschermende afdekkingen niet van het uitwendige schroef-
draad van de poorten. Opslagvoorwaarden: beschermd tegen
blootstelling aan weer; opslagtemperatuur: -40 C tot +70°C ;
relatieve vochtigheid: 95 %
Na de opslag bij een lage temperatuur dienen de kleppen
geleidelijk aan op kamertemperatuur te worden gebracht
vóór de drukverhoging.
WERKING
NC - normaal gesloten: De afsluiter is gesloten als het NC-
stuurventiel niet is bekrachtigd.
De afsluiter is open als het NC-stuurventiel is bekrachtigd.
Druktoevoer:
Instroming onder de zitting via poort 2 (anti-waterslag afsluiter).
Instroming boven de zitting via poort 1 (niet geschikt voor
vloeistoffen).
NO - normaal open: De afsluiter is open als het NC-stuurventiel
niet is bekrachtigd.
De afsluiter is gesloten als het NC-stuurventiel is bekrachtigd.
Instroming onder de zitting via poort 2 (anti-waterslag afsluiter).
Geen instroming boven de zitting.
!
Zie de bijbehorende productbladen (van afsluiters en
stuurventielen) voor min./max. stuurdruk, werkdrukverschil
en mediumtemperatuur.
IN GEBRUIK STELLEN
De afsluiters mogen uitsluitend worden toegepast binnen de
op het typeplaatje aangegeven speci caties. Wijzigingen zijn
alleen toegestaan na overleg met de fabrikant of diens ver-
tegenwoordiger. Voor het inbouwen dient het leidingsysteem
drukloos gemaakt te worden en inwendig gereinigd.
Controleer alle informatie op het typeplaatje: code, poorten,
medium (type, druk, temperatuur), stuurmedium, stuurdruk
en serienummer.
LET OP: U mag de afsluiters alleen gebruiken met een ge-
schikt medium. Gebruik compacte afsluiters en gietijzeren
afsluiters met enzen nooit voor toepassingen met stoom
(de maximale mediumtemperatuur is +95°C)
Voor stuurkoppen met 32, 50, 63, 90 of 125 mm diam.: Als de
bedrijfstemperatuur van het medium in het afsluiterhuis hoger
is dan 100°C, mag u de afsluiter niet bedienen met water.
Overschrijd nooit de toegelaten statische druk van de afsluiter.
Alleen vakkundig personeel mag de afsluiter installeren en
onderhouden.
Montagepositie
De afsluiters mogen in alle standen worden gemonteerd.
Voor optimale bereikbaarheid van de stuurpoort zijn de
stuurkoppen met een diam. van 32, 50, 63, 90 en 125 mm
draaibaar over 360°.
Aansluiten
Verwijder het plastic afdekkapje van de stuurpoort en voer
de aansluitinstructies voor de betreffende versie uit:
Het stuurventiel aansluiten
- op de 1/8-poort (stuurkop met 32 mm, 50 mm of 63 mm
diam.), zie de gegevens van de stuurventielen (189/356)
Hanteer een aandraaimoment (c) van 4 tot 5 Nm.
- op de 1/4-poort (stuurkop met 90 of 125 mm diam.),
zie de gegevens van de stuurventielen (374/356)
Hanteer een aandraaimoment (d) van 6 tot 7 Nm.
De ontluchtingspoortdop die door de fabrikant is geplaatst,
mag u nooit verwijderen op afsluiters voorzien van een
stuurkop met een diameter van 63 tot 125 mm.
Volg voor stuurventielen met een ISO15218-montageplaat
de onderstaande aansluitinstructies op:
- Plaats de afdichting in de adapterplaat (zie
A
). U mag hem
in elke stand plaatsen.
- Plaats de plaat/afdichtingsmodule op de betreffende
32 mm bediening.
Neem de juiste montagerichting in acht (zie
B
)
- Als u een 3/2 NC-stuurventiel uit serie 302 installeert met
een ISO15218-montageplaat grootte 15, CNOMO E06-
36-120N, gebruik dan niet de met het stuurventiel mee-
geleverde afdichting. Installeer het stuurventiel direct op
de plaat/afdichtingsmodule (zie
C
).
- Monteer het stuurventiel volgens de meegeleverde
installatie-instructies.
De stuurluchttoevoer wordt standaard aangesloten met
een 2,7x4 mm slang (zie
D
). U kunt de meegeleverde 90°
instant tting gebruiken voor een 4x6 mm slang.
Afsluiters met uitwendige en inwendige schroefdraadaan-
sluitingen
Sluit de leidingen op de afsluiter aan volgens de aanwijzingen
die op de behuizing en in deze handleiding staan. Breng wat
vet aan op het uitwendig/inwendig schroefdraad van de getapte
leidingen (afhankelijk van de toepassing). Smeer geen vet op
het schroefdraad van de afsluiter zelf. Zorg dat er geen vuil
in het systeem komt. De leidingen moeten correct worden
ondersteund en uitgelijnd, om elke mechanische belasting
van de afsluiter te vermijden. Gebruik de afsluiter tijdens het
vastschroeven niet als hefboom. Plaats uw gereedschap zo
dicht mogelijk bij de te maken verbinding op het huis en de
leidingen. Gebruik een zodanig koppel voor leidingverbindin-
gen dat het product NIET WORDT BESCHADIGD.
Afsluiters met ensaansluitingen
Gebruik voor ensaansluitingen conform ISO 7005 een af-
dichting die geschikt is voor een nominale druk van 16 bar.
Algemene Installatie- en Onderhoudsinstructies
PNEUMATISCH BEDIENDE 2/2 AFSLUITERS - SERIE 290
NL
Afsluiters met pijpuiteinden Ø 34 tot 64 mm voor
clamp-koppelingen.
Pijpuiteinden voldoen aan ISO 2852.
Belangrijk: De houdkracht van deze
clampkoppeling moet voldoende zijn
voor de maximale druk van de afsluiter.
Afsluiters met lasuiteinden voor
leidingen van 1/2” tot 1 1/2”
Hanteer ISO 6761 voor het bevestigen van de lasuiteinden
en de standaard-leidingdiameters volgens ISO 1127. Voor
NC-afsluiters geldt, stuur de actuator zodanig aan dat de
klep los komt van de afsluiterzitting tijdens laswerk.
ONDERHOUD
!
Schakel voorafgaand aan alle onderhouds- en inbe-
drijfstellingswerkzaamheden de stuurdruktoevoer uit,
maak de afsluiter drukloos en ontlucht de afsluiter om
elk risico op persoonlijk letsel of materiële schade uit
te sluiten.
Reiniging
Hoeveel onderhoud de afsluiters vereisen, hangt af van de
gebruiksomstandigheden. Zorg voor regelmatig onderhoud.
Het interval tussen twee reinigingsbeurten kan variëren, af-
hankelijk van het medium, de gebruiksomstandigheden en
de omgeving. Controleer tijdens het onderhoud of onderde-
len zijn versleten. Een reinigingsbeurt is nodig wanneer de
schakelfrequentie vertraagt terwijl de stuurdruk correct is, of
wanneer een abnormaal geluid of lek wordt waargenomen.
In het ergste geval kan dit tot storingen leiden waarbij de
afsluiter niet meer correct opent en/of sluit.
Geluidsniveau
Het geluidsniveau hangt sterk af van de toepassing, het me-
dium en de gebruikte installaties. Daarom moet de installateur
na het installeren ook altijd zelf het geluidsniveau controleren.
Preventief onderhoud
Bedien de afsluiter minstens één keer per maand om te
zien of hij nog correct opent en sluit.
• De klepafdichting is als reserveonderdeel leverbaar. In
geval van problemen of als er onduidelijkheden tijdens
montage of onderhoud optreden, dan dient men zich tot
ASCO Numatics of diens vertegenwoordiger te wenden.
Storingen verhelpen
Onjuiste uitgangsdruk: Controleer de druk aan de gangs-
zijde van de afsluiter, deze moet overeenstemmen met
de speci caties op het ASCO-typeplaatje. Let op: Neem
de minimale stuurdruk in acht voor NO- of NC-werking
met instroming boven de zitting, of met tegendruk (zie de
betreffende productbladen).
Lekkage: Haal het afsluiterhuis uit elkaar en reinig alle
inwendige onderdelen. Vervang zo nodig de klepafdichting.
Montage en demontage van de klepafdichting
Stuurkop Ø 50 tot 125 mm
(raadpleeg de montagetekening bij de “reserveonderde-
lenset”)
U kunt de klepafdichting vervangen zonder het afsluiterhuis
uit de leiding te verwijderen.
1. Omdat dit een normaal gesloten afsluiter is, moet u luchtdruk
op de stuurpoort zetten om de doorvoerpakking te kunnen
losschroeven.
2. Schroef de stuurkop en de pakkingbus los met behulp van
een sleutel (a) of (e).
3. Draai de klepmoer of -bout los met een sleutel of schroe-
vendraaier (b). Houd zo nodig de klep vastgeklemd om
meedraaien te voorkomen, nooit de spindel.
4. Reinig alle onderdelen grondig.
5. Vervang de onderdeelnrs. 1, 2, 3 en 4 door de overeen-
komstige onderdelen uit de reserveonderdelenset.
6. Breng wat PTFE-houdend vet aan op het schroefdraad
van de pakkingbus voordat u deze in het afsluiterhuis
monteert. Monteer alle onderdelen en draai ze met het
juiste aandraaimoment vast.
Zorg dat er tijdens het werk geen vuil in de afsluiter of
leidingen terechtkomt.
Stuurkop Ø 32 mm
(raadpleeg de montagetekening bij de “reserveonderde-
lenset”)
Om de klepafdichting te vervangen, moet u het afsluiterhuis
uit de leiding verwijderen.
1. Omdat dit een normaal gesloten afsluiter is, moet u luchtdruk
op de stuurpoort zetten om de doorvoerpakking te kunnen
losschroeven.
2. Schroef de stuurkop en de pakkingbus los met behulp van
een sleutel (a).
3. Draai de klepmoer of -bout los met een sleutel of schroe-
vendraaier (b). Houd zo nodig de klep vastgeklemd om
meedraaien te voorkomen, nooit de spindel. Verwarm
voorzichtig de klepschroef om hem van de spindel los te
maken.
4. Reinig alle onderdelen grondig.
5. Vervang de onderdeelnrs. 1, 2, 5 en 6 door de overeen-
komstige onderdelen uit de reserveonderdelenset.
6. Breng wat van de lijm uit de meegeleverde tube (6) aan
op de bout (5). Breng wat PTFE-houdend vet aan op het
schroefdraad van de pakkingbus voordat u deze in het
afsluiterhuis monteert. Monteer alle onderdelen en draai
ze met het juiste aandraaimoment vast.
Zorg dat er tijdens het werk geen vuil in de afsluiter of
leidingen terechtkomt.
!
Controleer of de afsluiter correct werkt voordat u hem
opnieuw in bedrijf stelt, om zo elk risico op lichamelijk letsel
of materiële schade uit te sluiten. Controleer ook of er even-
tuele interne of externe lekken (zitting) zijn met behulp van
een niet-explosieve en niet-ontvlambare vloeistof.

Documenttranscriptie

Algemene Installatie- en Onderhoudsinstructies PNEUMATISCH BEDIENDE 2/2 AFSLUITERS - SERIE 290 BESCHRIJVING De op afstand bediende 2/2-afsluiterserie 290 levert maximale doorstroming. Afhankelijk van de versie bevatten de afsluiters een zuigerbediening met een diameter van 32, 50, 63, 90 of 125 mm. Het afsluiterhuis is beschikbaar in brons, roestvast staal of AISI 316L roestvast staal. De afdichtingen zijn vervaardigd van PTFE. Deze afsluiters zijn conform IEC-norm 61508. IEC-norm 61508 omschrijft algemene eisen voor elke fase in de levensduur van een veiligheidssysteem. Analyse van de betrouwbaarheid liet zien dat deze ventielen kunnen worden gebruikt in een Safety Management System (SMS) tot en met niveau SIL 2 met een HFT = 0, waarbij het vereiste HFT-niveau is gebaseerd op pad 2H in overeenstemming met CEI 61508-2 : 2010 norm. NL en serienummer. LET OP: U mag de afsluiters alleen gebruiken met een geschikt medium. Gebruik compacte afsluiters en gietijzeren afsluiters met flenzen nooit voor toepassingen met stoom (de maximale mediumtemperatuur is +95°C) Voor stuurkoppen met 32, 50, 63, 90 of 125 mm diam.: Als de bedrijfstemperatuur van het medium in het afsluiterhuis hoger is dan 100°C, mag u de afsluiter niet bedienen met water. Overschrijd nooit de toegelaten statische druk van de afsluiter. Alleen vakkundig personeel mag de afsluiter installeren en onderhouden. Montagepositie De afsluiters mogen in alle standen worden gemonteerd. Voor optimale bereikbaarheid van de stuurpoort zijn de stuurkoppen met een diam. van 32, 50, 63, 90 en 125 mm draaibaar over 360°. Afsluiter in overeenstemming met Voorschrift (EG) 1935-2004, het materiaal van de bevochtigde Aansluiten onderdelen staat opgesomd in de tabel van Annex • Verwijder het plastic afdekkapje van de stuurpoort en voer I van Voorschrift (EG) 1935/2004). de aansluitinstructies voor de betreffende versie uit: Bij gebruik van reparatiesets, alleen sets gebruiken die kunHet stuurventiel aansluiten nen worden herkend aan het voorvoegsel “FB”. - op de 1/8-poort (stuurkop met 32 mm, 50 mm of 63 mm De onderdelen moeten in een schone omgeving worden diam.), zie de gegevens van de stuurventielen (189/356) vervangen. Hanteer een aandraaimoment (c) van 4 tot 5 Nm. Door onjuiste montage vervalt de certificering. - op de 1/4-poort (stuurkop met 90 of 125 mm diam.), Als de gebruiker een element vervangt, kan ASCO de trazie de gegevens van de stuurventielen (374/356) ceerbaarheid van het eindproduct niet meer garanderen en Hanteer een aandraaimoment (d) van 6 tot 7 Nm. wordt dit de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De ontluchtingspoortdop die door de fabrikant is geplaatst, Deze afsluiters kunnen worden gebruikt in contact met hulpmag u nooit verwijderen op afsluiters voorzien van een vloeistoffen in het voedingsproces of op spijsverteringsvloeistuurkop met een diameter van 63 tot 125 mm. stoffen waarbij een concept zonder bacteriegroei niet nodig • Volg voor stuurventielen met een ISO15218-montageplaat is. de onderstaande aansluitinstructies op: - Plaats de afdichting in de adapterplaat (zie A ). U mag hem in elke stand plaatsen. SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEBRUIK De klep+signaaleenheid dient in de originele verpakking - Plaats de plaat/afdichtingsmodule op de betreffende 32 mm bediening. bewaard te worden zolang deze niet gebruikt wordt. Haal de beschermende afdekkingen niet van het uitwendige schroefNeem de juiste montagerichting in acht (zie B ) - Als u een 3/2 NC-stuurventiel uit serie 302 installeert met draad van de poorten. Opslagvoorwaarden: beschermd tegen blootstelling aan weer; opslagtemperatuur: -40 C tot +70°C ; een ISO15218-montageplaat grootte 15, CNOMO E06relatieve vochtigheid: 95 % 36-120N, gebruik dan niet de met het stuurventiel meeNa de opslag bij een lage temperatuur dienen de kleppen geleverde afdichting. Installeer het stuurventiel direct op geleidelijk aan op kamertemperatuur te worden gebracht de plaat/afdichtingsmodule (zie C ). - Monteer het stuurventiel volgens de meegeleverde vóór de drukverhoging. installatie-instructies. WERKING NC - normaal gesloten: De afsluiter is gesloten als het NC- • De stuurluchttoevoer wordt standaard aangesloten met stuurventiel niet is bekrachtigd. een 2,7x4 mm slang (zie D ). U kunt de meegeleverde 90° instantfitting gebruiken voor een 4x6 mm slang. De afsluiter is open als het NC-stuurventiel is bekrachtigd. Druktoevoer: • Instroming onder de zitting via poort 2 (anti-waterslag afsluiter). Afsluiters met uitwendige en inwendige schroefdraadaan• Instroming boven de zitting via poort 1 (niet geschikt voor sluitingen vloeistoffen). Sluit de leidingen op de afsluiter aan volgens de aanwijzingen NO - normaal open: De afsluiter is open als het NC-stuurventiel die op de behuizing en in deze handleiding staan. Breng wat niet is bekrachtigd. vet aan op het uitwendig/inwendig schroefdraad van de getapte De afsluiter is gesloten als het NC-stuurventiel is bekrachtigd. leidingen (afhankelijk van de toepassing). Smeer geen vet op Instroming onder de zitting via poort 2 (anti-waterslag afsluiter). het schroefdraad van de afsluiter zelf. Zorg dat er geen vuil Geen instroming boven de zitting. in het systeem komt. De leidingen moeten correct worden ondersteund en uitgelijnd, om elke mechanische belasting ! Zie de bijbehorende productbladen (van afsluiters en van de afsluiter te vermijden. Gebruik de afsluiter tijdens het stuurventielen) voor min./max. stuurdruk, werkdrukverschil vastschroeven niet als hefboom. Plaats uw gereedschap zo en mediumtemperatuur. dicht mogelijk bij de te maken verbinding op het huis en de leidingen. Gebruik een zodanig koppel voor leidingverbindinIN GEBRUIK STELLEN gen dat het product NIET WORDT BESCHADIGD. De afsluiters mogen uitsluitend worden toegepast binnen de op het typeplaatje aangegeven specificaties. Wijzigingen zijn Afsluiters met flensaansluitingen alleen toegestaan na overleg met de fabrikant of diens ver- Gebruik voor flensaansluitingen conform ISO 7005 een aftegenwoordiger. Voor het inbouwen dient het leidingsysteem dichting die geschikt is voor een nominale druk van 16 bar. drukloos gemaakt te worden en inwendig gereinigd. Controleer alle informatie op het typeplaatje: code, poorten, medium (type, druk, temperatuur), stuurmedium, stuurdruk 12 514568-001 Algemene Installatie- en Onderhoudsinstructies PNEUMATISCH BEDIENDE 2/2 AFSLUITERS - SERIE 290 Afsluiters met pijpuiteinden Ø 34 tot 64 mm voor clamp-koppelingen. Pijpuiteinden voldoen aan ISO 2852. Belangrijk: De houdkracht van deze clampkoppeling moet voldoende zijn voor de maximale druk van de afsluiter. Afsluiters met lasuiteinden voor leidingen van 1/2” tot 1 1/2” Hanteer ISO 6761 voor het bevestigen van de lasuiteinden en de standaard-leidingdiameters volgens ISO 1127. Voor NC-afsluiters geldt, stuur de actuator zodanig aan dat de klep los komt van de afsluiterzitting tijdens laswerk. ONDERHOUD ! Schakel voorafgaand aan alle onderhouds- en inbedrijfstellingswerkzaamheden de stuurdruktoevoer uit, maak de afsluiter drukloos en ontlucht de afsluiter om elk risico op persoonlijk letsel of materiële schade uit te sluiten. Reiniging Hoeveel onderhoud de afsluiters vereisen, hangt af van de gebruiksomstandigheden. Zorg voor regelmatig onderhoud. Het interval tussen twee reinigingsbeurten kan variëren, afhankelijk van het medium, de gebruiksomstandigheden en de omgeving. Controleer tijdens het onderhoud of onderdelen zijn versleten. Een reinigingsbeurt is nodig wanneer de schakelfrequentie vertraagt terwijl de stuurdruk correct is, of wanneer een abnormaal geluid of lek wordt waargenomen. In het ergste geval kan dit tot storingen leiden waarbij de afsluiter niet meer correct opent en/of sluit. Geluidsniveau Het geluidsniveau hangt sterk af van de toepassing, het medium en de gebruikte installaties. Daarom moet de installateur na het installeren ook altijd zelf het geluidsniveau controleren. Preventief onderhoud • Bedien de afsluiter minstens één keer per maand om te zien of hij nog correct opent en sluit. • De klepafdichting is als reserveonderdeel leverbaar. In geval van problemen of als er onduidelijkheden tijdens montage of onderhoud optreden, dan dient men zich tot ASCO Numatics of diens vertegenwoordiger te wenden. NL 5. Vervang de onderdeelnrs. 1, 2, 3 en 4 door de overeenkomstige onderdelen uit de reserveonderdelenset. 6. Breng wat PTFE-houdend vet aan op het schroefdraad van de pakkingbus voordat u deze in het afsluiterhuis monteert. Monteer alle onderdelen en draai ze met het juiste aandraaimoment vast. Zorg dat er tijdens het werk geen vuil in de afsluiter of leidingen terechtkomt. • Stuurkop Ø 32 mm (raadpleeg de montagetekening bij de “reserveonderdelenset”) Om de klepafdichting te vervangen, moet u het afsluiterhuis uit de leiding verwijderen. 1. Omdat dit een normaal gesloten afsluiter is, moet u luchtdruk op de stuurpoort zetten om de doorvoerpakking te kunnen losschroeven. 2. Schroef de stuurkop en de pakkingbus los met behulp van een sleutel (a). 3. Draai de klepmoer of -bout los met een sleutel of schroevendraaier (b). Houd zo nodig de klep vastgeklemd om meedraaien te voorkomen, nooit de spindel. Verwarm voorzichtig de klepschroef om hem van de spindel los te maken. 4. Reinig alle onderdelen grondig. 5. Vervang de onderdeelnrs. 1, 2, 5 en 6 door de overeenkomstige onderdelen uit de reserveonderdelenset. 6. Breng wat van de lijm uit de meegeleverde tube (6) aan op de bout (5). Breng wat PTFE-houdend vet aan op het schroefdraad van de pakkingbus voordat u deze in het afsluiterhuis monteert. Monteer alle onderdelen en draai ze met het juiste aandraaimoment vast. Zorg dat er tijdens het werk geen vuil in de afsluiter of leidingen terechtkomt. ! Controleer of de afsluiter correct werkt voordat u hem opnieuw in bedrijf stelt, om zo elk risico op lichamelijk letsel of materiële schade uit te sluiten. Controleer ook of er eventuele interne of externe lekken (zitting) zijn met behulp van een niet-explosieve en niet-ontvlambare vloeistof. Storingen verhelpen • Onjuiste uitgangsdruk: Controleer de druk aan de gangszijde van de afsluiter, deze moet overeenstemmen met de specificaties op het ASCO-typeplaatje. Let op: Neem de minimale stuurdruk in acht voor NO- of NC-werking met instroming boven de zitting, of met tegendruk (zie de betreffende productbladen). • Lekkage: Haal het afsluiterhuis uit elkaar en reinig alle inwendige onderdelen. Vervang zo nodig de klepafdichting. Montage en demontage van de klepafdichting • Stuurkop Ø 50 tot 125 mm (raadpleeg de montagetekening bij de “reserveonderdelenset”) U kunt de klepafdichting vervangen zonder het afsluiterhuis uit de leiding te verwijderen. 1. Omdat dit een normaal gesloten afsluiter is, moet u luchtdruk op de stuurpoort zetten om de doorvoerpakking te kunnen losschroeven. 2. Schroef de stuurkop en de pakkingbus los met behulp van een sleutel (a) of (e). 3. Draai de klepmoer of -bout los met een sleutel of schroevendraaier (b). Houd zo nodig de klep vastgeklemd om meedraaien te voorkomen, nooit de spindel. 4. Reinig alle onderdelen grondig. 13 514568-001
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Asco Series 290 Valve Installatie gids

Type
Installatie gids