3834994 3834994
12 13
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
DRUKBEDIENDE AFSLUITERS SERIE 165-166 (2/2-3/2), AD/TBT - AD/BBT (PN16)
NC/NO
1
2
2
1
NO
2
1
NL
Spindel Roestvrij staal
Klep Messing
Pakkingbusvulling Gevlochten PTFE
Klepafdichting
PTFE
Afsluiterhuisafdichting FPM
Dophuis Messing of brons
Derde fl ensverbinding (3/2) Messing of brons
INWERKINGSTELLING
De afsluiters mogen uitsluitend worden toegepast binnen de
op het typeplaatje aangegeven specifi caties. Wijzigingen zijn
alleen toegestaan na overleg met de fabrikant of diens ver-
tegenwoordiger. Voor het inbouwen dient het leidingsysteem
drukloos gemaakt te worden en inwendig gereinigd.
Controleer alle informatie op het typeplaatje: code, poorten,
medium (type, druk, temperatuur), stuurmedium, stuurdruk,
serienummer.
LET OP: U mag de afsluiters alleen gebruiken voor een
geschikt medium.
Overschrijd nooit de toegelaten maximumdruk van de afsluiter.
Alleen vakkundig personeel mag de afsluiter installeren en
onderhouden.
Montagepositie
De afsluiters mogen in alle standen worden gemonteerd,
behalve met het membraan naar beneden.
Als de differentiaal acterende kleptypen AD toegankelijk
zijn voor operators, moet de installateur zorgen voor een
goede bescherming om onbedoeld contact te voorkomen.
Reeds geïnstalleerde kleppen kunnen ter plekke worden
uitgerust met afschermingen (zie volgende pagina).
Aansluiting
• Neem de stromingsrichting van het medium in acht. (NC
van 2 naar 1 ; NO van 1 naar 2).
• Verwijder het plastic afdekkapje van de stuurpoort en voer
de aansluitinstructies voor de verschillende versies uit:
• Sluit het stuurventiel aan (catalogusnummer:
SCE374A099MS)
- op de 1/4 poort (ISO 228/1). Neem een aandraaikoppel
(c) in acht tussen 4 en 5 Nm om het stuurventiel aan te
sluiten.
• 2/2 : Poort 1 (NC/NO), anti-waterslagfunctie (aanbevolen
voor vloeistoffen).
DN
(2/2 - 3/2)
stroomcoëffi ciënt Kv
(m
3
/h) (l/min)
15 4,5 75
20 7,2 120
25 12 200
32 18 300
40 31,8 530
50 39 650
65 63 1050
80 99 1650
ONDERHOUD
!
Voor de inbedrijfname en voordat u begint aan onder-
houdswerk moet u de elektrische voeding uitschakelen en
de afsluiter drukloos maken om elk risico op het ontstaan
van persoonlijk letsel of materiële schade te vermijden.
Reiniging
Hoeveel onderhoud de afsluiters vereisen, hangt af van de
gebruiksomstandigheden. Zorg voor regelmatig onderhoud.
Het interval tussen twee reinigingsbeurten kan variëren, af-
hankelijk van het medium, de gebruiksomstandigheden en de
omgeving. Controleer tijdens het onderhoud of onderdelen
zijn versleten. Een reinigingsbeurt is nodig wanneer het wer-
kritme vertraagt terwijl de stuurdruk correct is, of wanneer een
abnormaal geluid of lek wordt waargenomen. In het ergste
BESCHRIJVING
Op afstand bestuurde schijfkleppen, 2/2, serie 165, NC:
- huis van brons, met getapte poorten, TBT PN16 (1/2..2 /DN
15..50) en met fl enzen BBT PN16 (DN 15..80).
Op afstand bestuurde schijfkleppen, 2/2-3/2, serie 165-166, NO:
- huis van brons, met getapte poorten, TBT PN16 (1/2..2 /
DN 15..50).
Op afstand bestuurde schijfkleppen, 2/2-3/2, serie 165-166,
NO: (vóór 2008)
- huis van brons, met fl enzen BBT PN16, NO (DN 15..80).
WERKING
NC - Normaal gesloten: De afsluiter is gesloten als het
NC-stuurventiel niet is bekrachtigd.
De afsluiter is open als het NC-stuurventiel is bekrachtigd.
NO - Normaal open: De afsluiter is open als het NC-stuur-
ventiel niet is bekrachtigd.
Vloeistoffen: (Temperatuurbereik (TS): -10°C tot +184°C)
AD/TBT PN16 :
lucht en gas groep 1 & 2
water, olie, vloiestoffen groep 1 & 2 en stoom
AD/BBT PN16 - AD/BBT PN16:
DN 50: lucht en gas groep 1 & 2
DN > 50: lucht- en gasgroep 2
alle DN: water, olie, vloeistofgroepen 1 & 2 en stoom
Belangrijkste specifi caties:
Differentiaaldruk 0 tot 16 bar [1 bar =100
kPa]
Stoom 0 tot 10 bar
Maximaal toegestane druk 16 bar
Omgevingstemperatuur -5°C tot +60°C
Maximale viscositeit 5000 cSt (mm
2
/s)
Responstijd (in sec.) voor een afsluiter met NC-functie
ØA
stuurmedium (6 bar)
lucht water
OCOC
[1/2 - DN 15] / [3/4 - DN 20]
0,3 1 0,7 2
[1 - DN 25] / [1 1/4 - DN 32]
0,4 1,5 1,5 4
[1 1/2 - DN 40] / [2 - DN 50]
0,6 2,5 3 9
65 0,8 4 5 9
80 0,8 4 5 15
•
Responstijd is direct gerelateerd aan Kv van het elektro-
magnetische stuurventiel.
De aangegeven tijd bij openen (O) en sluiten (C) van de
afsluiter wordt bepaald door een stuurventiel (dia. 3 mm)
met een Kv van 3,5.
•
Voor NO afsluiter: de waarden O en C omkeren.
Stuurmedium Water, lucht, gefi lterd
Max. stuurdruk 10 bar
Stuuraansluiting G 1/4
Min. stuurdruk (zie volgende pagina's):
Overige materialen:
Membraan (operator) NBR
Klepdeksel (operator) Staal
Constructie:
Aansluiting TBT: ØA (ISO 228/1-ISO 7/1)
BBT: Flenzen, type 21 (ISO 7005)
PN 16
Afmetingen oppervlak
Bekleding Type A
Materialen die in contact komen met het medium (con-
troleer of het medium geschikt is voor deze materialen):
Afsluiterhuis Brons
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
DRUKBEDIENDE AFSLUITERS SERIE 165-166 (2/2-3/2), AD/TBT - AD/BBT (PN16)
NC/NO
1
2
2
1
NO
2
1
NL
geval kan dit tot storingen leiden waarbij de afsluiter niet meer
correct opent en/of sluit.
Geluidsniveau
De bepaling van het geluidsniveau kan pas worden uitgevoerd
nadat de afsluiter is ingebouwd. De geluidsemissie hangt
sterk af van de toepassing, en van het gebruikte medium en
de apparatuur.
Preventief onderhoud
• Bedien de afsluiter minstens één keer per maand om te
zien of hij nog correct opent en sluit.
• Reserveonderdelensets zijn verkrijgbaar voor onderhoud
en reparatie. In geval van problemen of als er onduidelijk-
heden tijdens montage, gebruik of onderhoud optreden,
dan dient men zich tot ASCO of diens vertegenwoordiger
te wenden.
Storingen verhelpen:
• Onjuiste uitlaatdruk: Controleer de druk aan de inlaat-
zijde van de afsluiter, deze moet overeenstemmen met de
specifi caties op het typeplaatje.
Let op: Houd tijdens bedrijf de mimimale stuurdruk-
waarden in de gaten.
• Lekkage: Haal het afsluiterhuis uit elkaar en reinig alle
inwendige onderdelen. Gebruik de reserveonderdelensets
om zo nodig versleten of beschadigde onderdelen te ver-
vangen.
Montage en demontage
!
Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, altijd
de stuureenheid ontkoppelen van het besturingssysteem
en het stoomcircuit, en de klep ontluchten en leegmaken
om elk risico op het ontstaan van persoonlijk letsel of
materiële schade te vermijden.
Verwijder eerst het afsluiterhuis uit de leiding voordat u dit
doet.
Zorg dat er tijdens het werk geen vuil in de afsluiter of leidin-
gen terechtkomt.
Demontage/hermontageprocedure:
Demontage
• Draai schroeven los (nr. 2) uit het deksel.
• Verwijder deksel nr. 1 en membraan nr. 3.
• Deblokkeer zuiger nr. 4.
• Schroef zuiger met de hand los.
• Gebruik een liniaal om de schroefdraadlengte van spindel
nr. 14 te meten die uit contramoer nr. 5 steekt.
• Schroef de contramoer los.
• Verwijder contramoer, nok, veer nr. 6 en veerzetel nr. 7.
• Verwijder basisplaat afsluiter en basisplaatafdichting nr. 18
en 16 (NC), en de 3e fl ensverbinding nr. 19 op de 3/2 klep
(NO).
• Schroef moeren nr. 10 (NO).
• Verwijder jukassemblage nr. 9 (NO).
• Schroef pakkingbusdop en ring nr. 11 los en verwijder ze.
• Verwijder spindel nr. 14
• Verwijder pakkingbusvulling nr. 12 tot 13; noteer de volgorde
waarop ze worden verwijderd.
• Reinig de afsluiter.
Montage
• Breng spindel nr. 14 in het afsluiterhuis (NC) (let erop dat u
de spindel niet beschadigd).
• Breng spindel nr. 14 in de jukassemblage nr. 9 (NO).
• Plaats pakkingbusvulling op de spindel (breng vet aan op
de afdichtingen), schuif hem over de spindel, let erop dat u
de stapelvolgorde in het afsluiterhuis in acht neemt (NC).
• Plaats pakkingbusvulling op de spindel (breng vet aan op
de afdichtingen), schuif hem over de spindel, let erop dat u
de stapelvolgorde in de jukassemblage in acht neemt (NO).
• Installeer de pakkingbusdop nr. 11 om de vulling op zijn
plaats te houden en draai vast tot een koppel van 0,5 Nm.
• Installeer basisplaat nr. 18 van afsluiter opnieuw, evenals
basisplaatafdichting nr. 16 (NC), en de 3e fl ensverbinding
nr. 19 op de 3/2 klep
(NO).
• Installeer veerzetel nr. 7 en veer nr. 6 opnieuw.
• Centreer contramoer nr. 5 op de nok.
• Schroef de contramoer op de spindel tot de afmeting is
verkregen die vóór demontage is gemeten.
• Draai de zuiger erop tot hij contact maakt met de contramoer.
• Gebruik een liniaal om de slagdimensie te controleren “C”
(NC) of “D” (NO) tussen de jukbasis en de onderkant van
de zuiger.
• Maak een dwarsmeting en houd rekening met de kleinste
slagdimensie.
• Pas zo nodig de slag aan.
• Zodra de slag is aangepast, moet u de contramoer op zijn
plaats houden en de zuiger stevig aandraaien.
• Installeer het membraan weer in het klepdeksel (membraan-
versterking aan de zijde van het klepdeksel)
• Positioneer klepdeksel en membraan op de juk.
• Installeer alle schroeven en sluitringen nr. 2 met de hand.
• Draai de schroeven nr. 2 kruisling aan tot het klepdeksel
contact maakt met de juk.
• Draai alle schroeven nr. 2 aan tot een koppel van 15 Nm.
• Installeer jukassemblage nr. 9 op het afsluiterhuis (NC).
• Vervang moer nr. 10 op het klephuis (NC) en draai hem aan.
Breng leidingdruk aan op de de afsluiter. Open en sluit de
afsluiter een paar keer en draai pakkingbusmoer nr. 10 ge-
leidelijk aan tot er sprake is van afdichting langs de spindel.
Waarschuwing: Excessief aandraaien kan de beweging van
de spindel blokkeren.
!
Controleer of de afsluiter correct werkt voordat u hem
opnieuw in bedrijf stelt, om zo elk risico op lichamelijk letsel
en materiële schade te vermijden. Controleer ook op interne
of externe lekken (zittingen/kleppen) met behulp van een
niet-explosieve en niet-brandbare vloeistof.
Beschermkap aansluiting op de afsluiters AD
(met de mogelijkheid om een hulpschakelaar toe te
passen)
Voor alle soorten AD-kleppen:
• De 2 delen van de beschermkap aan-sluiten aan weers-
zijden van de armen van de boog.
• De 2 schroeven aandraaien, maximum-koppel: 1 Nm
• Aansluiting op afsluiter AD met contact:
- Vouw het voorgesneden gedeelte van de kap zo dat u
een doorgang krijgt die groot genoeg is om de plaats vrij
te maken die wordt ingenomen door de contactdoos.
- ADe 2 delen van de beschermkap aanslui-ten aan
weerszijden van de armen van de boog.
- De 2 schroeven aandraaien, maximum-koppel: 1 Nm
- De kap tegen het hulpcontact drukken voor optimale
veiligheid.
• Toepassing van een hulpregelschakelaar op een AD-klep
uitgerust met een afscherming:
- Vouw het voorgesneden gedeelte van de kap zo dat u
een doorgang krijgt die groot genoeg is om het controle-
hulp-contact te plaatsen.
-
Draai de twee draadeinden vast.
nr. 33 (max. aandraaimo-
ment: 1 Nm
)
- Maak steun nr. 30 van hulpschakelaar nr. 37 vast met
moeren en sluitringen nr. 31 en 32 (max. aandraaimo-
ment: 5 Nm)
- Positioneer en bevestig het hulpcontact met schroeven,
sluitringen en contraplaat nr. 35, 36 en 34. Pas de een-
heid aan om de gewenste positieregeling te verkrijgen
en draai vervolgens schroeven nr. 36 (max. aandraaimo-
ment: 5 Nm) aan.
- De kap tegen het hulpcontact drukken voor optimale
veiligheid.