14 15
513357-001513357-001
NL
NL
390 SERIES
BESCHRIJVING
De luchtgestuurde afsluiters, 3/2 NC of NO, met klepspin-
del uit de serie 390, zijn verder geoptimaliseerd om een
hoger debiet te verkrijgen.
De afsluiters zijn voorzien van Ø 63, Ø 90 en Ø125 mm
stuurkoppen.
Afsluiterbehuizingen zijn beschikbaar in brons. Afdichtings-
materiaal is van PTFE.
FUNCTIE
NC - Normaal gesloten (zie doorsnede NC): de afsluiter
is gesloten als het 3/2 NC stuurmagneetventiel onbe-
krachtigd is.
De afsluiter is open als het 3/2 NC stuurmagneetventiel
bekrachtigd is.
Aansluiting van de inlaatdruk onder de klepzitting op
inlaatpoort 3 (anti-waterslag toepassing)
NO - Normaal geopend (zie doorsnede NO) : de afsluiter is
open als het 3/2 NC stuurmagneetventiel onbekrachtigd is.
De afsluiter is gesloten als het 3/2 NC stuurmagneetventiel
bekrachtigd is. Aansluiting van de inlaatdruk: onder de
klepzitting op inlaatpoort 3 (anti-waterslag toepassing).
Raadpleeg ook de bladen (afsluiters en stuurventielen)
voor het vaststellen van de min/max stuurdruk, tevens
voor de toegestane verschildruk en medium temperatuur.
IN GEBRUIK STELLEN
De afsluiters zijn bedoeld voor het gebruik en toepassing
zoals aangegeven op de naamplaat. Wijzigingen aan het
produkt mogen niet worden aangebracht zonder dat de
fabrikant of haar vertegen-woordiger hiervoor toestem-
ming heeft gegeven.
Voor het inbouwen dient het leidingsysteem drukloos te
worden gemaakt en inwendig gereinigd.
Lees de informatie zoals aangegeven op de naamplaat:
type, door-laat, medium (soort, druk, temperatuur), me-
dium en temperatuur van de stuurdruk en serienummer.
LET OP:
Overschrijd nooit de grens van de maximale toegestane
druk van de afsluiter. Het in gebruik stellen en het onder-
houd van de afsluiter mag uitsluitend verricht worden door
gekwalifi ceerd personeel.
Positie
De afsluiters kunnen in iedere willekeuringe stand inge-
bouwd worden. De stuurkoppen Ø63, Ø90 en Ø125 mm
zijn over 360° roteer-baar opdat de stuurdruk inlaat in
de gewenste stand kan worden geplaatst.
Aansluiting
Verwijder de plastic beschermkap uit de stuurdruk inlaat
(zie doorsnede NC en NO) en volg de aansluitprocedure,
al naar gelang de uitvoering
Aansluiten van het stuur-magneet-ventiel
- op de 1/8 poort (stuurkop Ø63 mm);
zie blad stuurventiel.
Zorg er voor dat het aandraaimoment (E) tussen de 4 en 5
Nm ligt.
- op de1/4 poort
(stuurkop Ø90 en Ø125 mm); zie blad
stuurventiel.
Zorg er voor dat het aandraaimoment (F) tussen de 6 en
7 Nm ligt.
In alle gevallen moet de plug, welke door de fabriek in
de ontluchtingspoort is aangebracht, blijven zitten.
Montage op leidingsysteem
Bevestig de leidingen conform de markeringen op de
behuizing, refererend aan het montageschema zoals
aangegeven op de op de afsluiter gelijmde naamplaat.
Breng enige pasta (al naar gelang de toepassing) op de
draaduiteinden van de leidingen aan. Let er echter op
dat er geen ongewenste deeltjes in het system geraken.
Ondersteun en lijn de leidingen goed uit en voorkom
mechanische spanningen op de afsluiter. Gebruik de
afsluiter niet als hefboom tijdens het aandraaien; men
dient uitsluitend geschikt gereedschap voor montage te
gebruiken; positioneer het gereedschap op het afslui-
terhuis zo dicht mogelijk bij de aansluitingen. Vermijd
beschadigingen, de aansluitingen en leidingen NIET TE
VAST AANDRAAIEN.
ONDERHOUD
Alvorens aan het onderhoud te beginnen of voordat
men de afsluiter weer in werking stelt, sluit de toevoer
naar de stuurventielen af, maak de afsluiter drukloos
en ontlucht hem, ter voorkoming van lichamelijke of
materiële schade
Reinigen
Het onderhoud aan de afsluiters varieert met de gebruiks-
omstan-digheden. Reinig de afsluiter regelmatig. De tijd
tussen de schoon-maakperioden kan afhangen van het
soort medium, bedrijfsom-standigheid en de omgeving
waarin de afsluiter functioneert. Al naar gelang het optreden,
moeten de onderdelen worden geïnspecteerd op ongewone
slijtage. Een reiniging is nodig indien men een vertraagde
functie, ongewoon geluid, verlaagde doorstroming of lek-
kage constateerd bij dezelfde stuurdrukomstandigheden.
In het uiterste geval kan een defect optreden waarbij de
afsluiter opent noch sluit.
Geluidsemissie bij gebruik
De gebruiker kan pas het geluidsniveau nauwkeurig be-
palen wanneer het component in de installatie is gebouwd.
De geluidsemissie bij gebruik is afhankelijk van het me-
dium en de toegepaste materialen.
Preventief onderhoud
Schakel de afsluiter één keer per maand een paar maal
open en dicht ter controle.
De klepafdichting is beschikbaar als reserve onderdeel
in een set om een reparatie uit te voeren. In het geval
er twijfels zijn of problemen tijdens montage/onderhoud,
gelieve contact op te nemen met ASCO Numatics of
haar vertegenwoordiger.
Oplossen van problemen:
Uitlaatdruk niet correct: Controleer de inlaatdruk van
de afsluiter, deze moet overeenkomen met de waarden
welke op de ASCO Numatics naamplaat staan aangegen.
Let op, houd rekening met de minimale stuurdruk waar-
den voor NO en NC met inlaatdruk boven de klepzit-
ting of in geval van tegendruk (zie de desbetreffende
handleiding).
Lekkage: Neem de afsluiter uit elkaar en reinig alle
interne delen. Vernieuw eventueel de afdichting van
de klepzitting.
Gelieve geen ongewenste deeltjes of voorwerpen in de
afsluiter of het leidingwerk achter te laten gedurende de
handelingen.
NL NL
390 SERIES
DÉMONTAGE/MONTAGE PROCEDURE
Voordat men ook maar enig onderhoudswerkzaam-
heden wil plegen, dient men de piloot spanningloos te
maken, de afsluiter drukvrij te maken en te ontluchten.
Tijdens de herinstallatie/montage is het noodzakelijk
om de spoel weer onder spanning te brengen.
NC AFSLUITER
1. Demonteer de afsluiter uit het pijpsysteem (in ieder geval
de poorten 2 en 3), daarna de stuurdruk toepassen en
handhaven (max. 10 bar).
2. Draai poort 3 van de afsluiter los en verwijder deze,
alsmede de afdichting (Item 3).
3. Verwijder de stuurdruk.
4. Draai de stuurkop of de disc, zodat de twee vlakke
kanten van de spindel (fi g. b) tegenover poort 2 komen.
5. Gebruik door poort 2 de sleutel (B) en voorkom dat
de spindel gaat draaien. Zorg ervoor de zitting niet te
beschadigen tijdens deze handeling.
6. Draai de discmoer los (Item 7) met de sleutel (C). Ver-
wijder de moer, de disc en de pakkingen. Verwijder de
sleutel (B).
NC afsluiter: de stuurkop niet aansturen nadat de
disc is verwijderd, om elk risico op vernieling van het
kijkglas van de optische indicator te vermijden.
Afhankelijk van het uit te voeren onderhoud, voer de vol-
gende acties uit: Vervanging van de afdichtingen: stap 11
tot 15 en/of pakking-busafdichting (1): stap 7 tot 15.
7. Draai de pakkingbusbehuizing los (A) en verwijder de
stuurkop en afdichting (Item 1).
8. Reinig de onderdelen die nu toegankelijk zijn en vervang
de afdichting (Item 1).
9. Herinstalleer de stuurkop en draai de pakkingbus tot
het aandraaimoment (A).
10
Herhaal stap 5 van de demontage.
11
.Reinig het einde van de spindel en de disc. Vervang
de discafdichting (Item 4), de discpakking (Item 3-5),
onderlegringen (Item 2 - 6) en de moer (Item 7)
Plaats de pakking met het grootste gat aan de
zijde van de stuurstang en met het kleinere gat aan
de moer zijde.
12
.Draai de discmoer (C) vast volgens het aandraaimoment.
13
.Verwijder de sleutel en zet de stuurkop onder druk
14
.Maak de 3de poort los en vervang de afdichting (Item.
8). Draaien tot aandraai-moment (D).
15
.Verwijder de toevoerdruk van de piloot en herinstalleer
de afsluiter op de pijp-aansluitingen zoals aangegeven
in voorgaande pagina’s.
NO AFSLUITER
1. Demonteer de afsluiter uit het pijpsysteem (in ieder
geval poort 2 en 3).
2. Maak poort 3 los van de afsluiter, en verwijder de af-
dichting (Item 8).
3. Pas stuurdruk toe (max. 10 bar) en hand-haaf deze
gedurende de volgende handelingen.
Vervang de discpakking en/of pakking-busafdichting: zie
stap 4 tot 12 hierboven.
14
.Verwijder de sleutel en haal de toevoer-druk van het
stuurventiel
15
.
Maak poort 3 los en vervang de afdichting (Item 8). Vastdraaien
tot aandraaimoment (D).
16
.Herinstalleer de afsluiter op het pijp-systeem zoals
hiervoor aangegeven.
Ter voorkoming van ongelukken of het risico van per-
soonlijke of materiële schade, controleer of de afsluiter juist
functioneert na het in gebruik stellen. Controleer tevens op
de aanwezigheid van lekkage intern (zitting) of extern d.m.v.
een niet explosief en niet brandbaar medium.