Gebruikershandleiding voor waterdichte borstelloze snelheidsregelaar (RTR versie)
[DE SNELHEIDSREGELAAR PROGRAMMEREN]
1. Programmamethode
Schakel de snelheidsregelaar uit,
Schakel de zender in
Houd de SET knop ingedrukt,
Schakel de snelheidsregelaar in
Groene LED
knippert 1 keer
Groene LED
knippert 2 keer
Groene LED
knippert 3 keer
Groene LED
knippert N keer
Open het 3e item
“Laagspanning
uitschakeling”
Open het N
e
item
Programmeren voltooid, schakel de snelheidsregelaar uit en vervolgens opnieuw in
······De volgende stappen zijn net zoals de bovenstaande stappen······
Open het 1ste item
“Rijmodus”
Laat de SET
toets los
Laat de SET
toets los
Laat de SET
toets los
Laat de SET
toets los
Druk op de
SET toets
Druk op de
SET toets
Druk op de
SET toets
Druk op de
SET toets
Open het overeenkomstig
programmeerbaar item, de
RODE LED knippert meerdere
keren. De huidige waarde van dit
item wordt weergegeven.
Druk op de SET toets om de
programmeerbare waarde te kiezen,
de RODE LED knippert meerdere
keren. Het serienummer van de
gekozen waarde wordt weergegeven.
Houd de SET toets 3 seconden ingedrukt
Houd de SET toets 3 seconden ingedrukt
Houd de SET toets 3 seconden ingedrukt
Houd de SET toets 3 seconden ingedrukt
Open het 2e item
“Sleepremkracht”
Rode LED knippert
Rode LED knippert 1 keer om “Vooruit
met rem” te kiezen
Rode LED knippert 2 keer om “Vooruit/
Achteruit met rem” te kiezen
Rode LED knippert 1 keer, kies “0%”
Rode LED knippert 2 keren, kies “5%”
Rode LED knippert 3 keren, kies “10%”
Rode LED knippert 4 keren, kies “15%”
Rode LED knippert 5 keren, kies “20%”
Rode LED knippert 6 keren, kies “25%”
Rode LED knippert 7 keren, kies “30%”
Rode LED knippert 8 keren, kies “40%”
Rode LED knippert 1 keer, kies “geen”
Rode LED knippert 2 keren, kies “2,6V”
Rode LED knippert 3 keren, kies “2,8V”
Rode LED knippert 4 keren, kies “3,0V”
Rode LED knippert 5 keren, kies “3,2V”
Rode LED knippert 6 keren, kies “3,4V”
Druk op de SET toets om de waarde te
kiezen, het aantal ikkeringen van de
RODE LED geeft het serienummer van
de waarde aan (1 keer betekent de 1ste
waarde, 2 keer betekent de 2e waarde,...)
Opmerking:
● In het programmaproces zal de motor een pieptoon produceren wanneer de LED knippert.
● Het 5
e
programmeerbare item wordt aangegeven door 5 korte pieptonen (dat is, “BBBBB”).
● Voor de opties van elk programmeerbaar item gebruiken we een lange ikkering en een lange “Piep---” toon om het cijfer
“5” aan te geven, het is aldus eenvoudig om de opties met grote cijfers te identiceren.
Bijvoorbeeld. Als de LED als volgt knippert:
“Een lange ikkering” (Motor produceert “B---”) = optie 5
“Een lange ikkering + een korte ikkering” (Motor produceert “B---B”) = optie 6
“Een lange ikkering + 2 korte ikkeringen” (Motor produceert “B---BB”) = optie 7
“Een lange ikkering + 3 korte ikkeringen” (Motor produceert “B---BBB”) = optie 8
Pagina - 2 -
2. Gasbereik instellen (Gasbereik kalibreren)
Om de snelheidsregelaar met het gasbereik te laten overeenstemmen, kalibreer het wanneer u een nieuwe snelheidsregelaar
of een nieuwe zender gebruikt of na het wijzigen van de instellingen van de neutrale positie van het gaskanaal, ATV of EPA-
parameters, anders zal de snelheidsregelaar niet werken.
Er moeten 3 punten ingesteld worden, dit zijn het hoogste punt van “vooruit”, “achteruit” en het neutrale punt. De afbeeldingen
tonen hoe het gasbereik met een Futaba
TM
zender in te stellen.
A) Schakel de snelheidsregelaar uit, zet de zender
aan, stel de richting van het gaskanaal in op
"REV", stel de “EPA/ATV” waarde van het
gaskanaal in op “100%” en schakel de “ABS”
remfunctie van uw zender uit. (*Opmerking2)
B) Houd de “SET” toets ingedrukt en schakel de
snelheidsregelaar vervolgens in. Zodra de
rode LED begint te knipperen, laat de toets
onmiddellijk los.
(Bekijk de afbeelding aan de rechterkant)
Laat de SET knop los zodra de
rode LED start met knipperen
Druk
SET
Houd de SET knop
ingedrukt
Schakel de
schakelaar in
LED
AAN
AAN
UIT
UIT
Neutrale punt Hoogste punt van vol gas Hoogste punt van vol
remmen
1ste klik 2e klik
LEDLEDLED
Groene LED knippert
eenmaal
Groene LED knippert
tweemaal
Groene LED knippert
driemaal
3e klik
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
UIT
C) Stel de DRIE punten in overeenkomstig de
stappen die in de afbeelding aan de rechterkant
zijn weergegeven.
1) Neutrale punt
2) Eindpunt van de voorwaartse richting
3) Eindpunt van de achterwaartse richting
D) Na het beëindigen van het kalibratieproces kan
de motor na 3 seconden worden gestart.
Opmerking2: Als u de “SET” toets na het
knipperen van de rode LED niet loslaat, opent de
snelheidsregelaar de programmamodus. Als dit
het geval is, schakel de snelheidsregelaar uit en
kalibreer het gasbereik opnieuw door stappen A
tot D te herhalen.
3. De LED-status tijdens het normaal rijden
a) Als de gashendel zich in het neutraal bereik bevindt, brandt noch de rode LED noch de groene LED.
b) Als de auto vooruit rijdt, brandt de rode LED continu. De groene LED brandt tevens wanneer de gashendel zich in de
hoogste positie bevindt (100% vol gas).
c) Als de auto remt, brandt de rode LED continu. De groene LED brandt tevens wanneer de gashendel zich in de laagste
positie bevindt en de maximale remkracht is ingesteld op 100%.
d) Als de auto achteruit rijdt, brandt de rode LED continu.
[WAARSCHUWINGSTONEN]
1. Waarschuwingstoon voor abnormale ingangsspanning: De snelheidsregelaar controleert de ingangsspanning wanneer
ingeschakeld. Als deze zich buiten het normale bereik bevindt, hoort u volgende waarschuwingstoon: “piep-piep-, piep-
piep-, piep-piep-” (Er is een pauze van 1 seconde tussen elke “piep-piep-” toon).
2. Waarschuwingstoon voor abnormale gassignaal: Als de snelheidsregelaar het normale gassignaal niet kan detecteren,
hoort u volgende waarschuwingstoon: “piep-, piep-, piep-” (Er is een pauze van 2 seconden tussen elke “piep-” toon).
[BEVEILIGINGSFUNCTIE]
1. Laagspanning beveiligingsmodus: Als de spanning van een Lipo accu gedurende 2 seconden lager is dan de drempel,
zal de snelheidsregelaar het uitgangsvermogen afsluiten. De snelheidsregelaar kan niet opnieuw worden gestart als de
spanning van elke Lipo-cel lager dan 3,5V is.
Voor NiMH accu’s, als de spanning van de volledige NiMH-accu hoger dan 9,0V maar lager dan 12V is, wordt het als
een 3S Lipo beschouwd; als het lager dan 9,0V is, wordt het als een 2S Lipo beschouwd. Bijvoorbeeld, als de NiMH-
accu 8,0V is en de drempel is ingesteld op 2,6V/cel, wordt het als een 2S Lipo beschouwd en is de laagspanning
uitschakelingsdrempel voor deze NiMH accu 2,6*2=5,2V.
2. Beveiliging tegen oververhitting Als de temperatuur van de snelheidsregelaar zich gedurende 5 seconden boven een in de
fabriek ingestelde drempel bevindt, zal de snelheidsregelaar het uitgangsvermogen afsluiten. U kunt de beveiliging tegen
oververhitting voor competitiedoeleinden uitschakelen.
3. Beveiliging tegen verlies van gassignaal: De snelheidsregelaar zal het uitgangsvermogen uitschakelen als het gaspedaal
gedurende 0,2 seconden verloren is.