Uponor Smatrix Wave Snelstartgids

Type
Snelstartgids
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Inhoud
Uponor Smatrix Wave-componenten .......................160
Systeemvoorbeeld .........................................................160
Veiligheidsvoorschriften ..........................................161
Regelmodule .................................................................161
Ruimtethermostaat/Systeemapparaat ........................... 161
Thermostaatkop ............................................................ 161
Snelgids ..................................................................... 163
Installatie ......................................................................163
Ruimtethermostaten en/of systeem apparaten
registreren op een regelmodule .....................................165
Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule in
ruimten met een ruimtethermostaat ..............................166
Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule in
ruimten zonder een ruimtethermostaat .........................167
Registratie van een kanaal of systeemapparaat
ongedaan maken ...........................................................168
Alle kanalen afmelden ...................................................168
Ruimtebypass ................................................................168
Andere functies .............................................................168
Technische gegevens ................................................169
Uponor Smatrix Wave-
componenten
Een Uponor Smatrix Wave-systeem kan bestaan uit een
combinatie van de volgende componenten:
Uponor Smatrix Wave X-165 (regelmodule)
Uponor Smatrix A-1XX (transformator
A-1XX)
Uponor Smatrix Wave A-165 (antenne
A-165)
Uponor Smatrix Wave I-167
(bedieningsmodule)
Uponor Smatrix Wave T-169 (digitale
ruimtethermostaat T-169)
Uponor Smatrix Wave T-168 (digitale
ruimtethermostaat T-168)
Uponor Smatrix Wave T-166 (digitale
ruimtethermostaat T-166)
Uponor Smatrix Wave T-165
(ruimtethermostaat standaard T-165)
Uponor Smatrix Wave T-163 (public
ruimtethermostaat T-163)
Uponor Smatrix Wave T-162 (thermostaatkop
T-162)
Uponor Smatrix Wave T-161 (ruimtesensor
T-161)
Uponor Smatrix Wave M-161 (relaismodule
M-161)
Uponor Smatrix Wave M-160
(uitbreidingsmodule M-160)
Systeemvoorbeeld
1234
1234
LET OP!
Dit is een snelstartgids, bedoeld als
geheugensteun voor ervaren installateurs.
Wij adviseren u met klem om de volledige
handleiding door te lezen voordat u het
regelsysteem installeert. Zie de QR-code voor
een koppeling om deze te downloaden.
SNELGIDS
160
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
Uponor Smatrix
Wave
UK INSTALLATION AND OPERATION
MANUAL
Uponor Smatrix
Wave
UK INSTALLATION AND OPERATION
MANUAL
Uponor Smatrix
Wave
UK INSTALLATION AND OPERATION
MANUAL
http://www.uponor.nl/smatrix/downloads.aspx
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Veiligheidsvoorschriften
Deze snelstartgids is bedoeld als geheugensteun voor
ervaren installateurs. Wij adviseren u met klem om
de volledige handleiding door te lezen voordat u het
regelsysteem installeert.
Regelmodule
WAARSCHUWING!
Het Uponor-systeem werkt op
230VAC/50Hz-voeding. Trek in een
noodgeval onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
WAARSCHUWING!
Elektrische installatie- en
servicewerkzaamheden achter de afgesloten
230 V AC afdekking dienen onder toezicht
van een bevoegde elektricien te gebeuren.
WAARSCHUWING!
De transformatormodule is zwaar en kan
loskomen als de regelmodule ondersteboven
wordt gehouden zonder dat de afdekking
gemonteerd is.
VOORZICHTIG!
Zorg er, ter voorkoming van interferentie,
voor dat installatie-/datakabels uit de buurt
blijven van stroomkabels met meer dan 50 V.
VOORZICHTIG!
Als de communicatieproblemen niet
verdwijnen, raadt Uponor aan om de antenne
op een betere positie te plaatsen en de
Uponor radiobronnen niet te dicht bij elkaar
te installeren (minimumafstand 40 cm).
VOORZICHTIG!
Zorg ervoor dat elke thermische aandrijving
is aangesloten op het juiste kanaal, zodat
de ruimtethermostaten de juiste groepen
aansturen.
LET OP!
De bedrading tussen de transformator en de
besturingsprint dient vóór het verwijderen te
worden losgekoppeld.
LET OP!
Sluit slechts één thermische aandrijving aan
voor elk kanaal. Kanalen 01 en 02 hebben
dubbele uitgangen (a en b) voor twee
thermische aandrijvingen.
Ruimtethermostaat/Systeemapparaat
LET OP!
Ten minste één ruimtethermostaat dient
te worden geregistreerd voordat u een
systeemapparaat registreert.
LET OP!
Er kunnen maximaal vier regelmodules
worden aangesloten op een
bedieningsmodule.
VOORZICHTIG!
Als er meer dan één regelmodule in
het systeem aanwezig is, registreer de
ruimtethermostaat dan op de master-
regelmodule als een systeemapparaat.
VOORZICHTIG!
De DIP-switch in de openbare
ruimtethermostaat moet worden ingesteld
voordat de ruimtethermostaat wordt
geregistreerd.
VOORZICHTIG!
De DIP-switch in de openbare
ruimtethermostaat moet ingesteld worden
op een van de beschikbare functies, anders
kan de ruimtethermostaat niet worden
geregistreerd.
Thermostaatkop
LET OP!
De ruimtethermostaat die de thermische
kop regelt, mag niet ook gebruikt worden
om de vloerverwarming te regelen. Maak
aantekeningen, zodat hier geen twijfel over
bestaat
LET OP!
Als er al twee thermostaatkoppen op een
kanaal zijn geregistreerd, registreert u de
derde op het volgende kanaal. Als er meer
ruimtethermostaatkanalen nodig zijn, kunt u
deze toevoegen in de registratiemodus van de
ruimtethermostaat.
LET OP!
Er wordt niet aangegeven of een
thermostaatkop al op een kanaal is
geregistreerd.
VOORZICHTIG!
De thermostaatkop dient op een radiator te
zijn geïnstalleerd voordat u deze registreert
op een regelmodule. De reden hiervoor is,
dat de thermostaatkop een ventielkalibratie
uitvoert wanneer deze is geregistreerd. Dit
zorgt ervoor dat de thermostaatkop het
ventiel op de radiator accuraat bedient.
SNELGIDS
161
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Snelgids
8. Plaats de batterijen in de ruimtethermostaten.
9. Selecteer de functiemodus van de
ruimtethermostaat (instellingenmenu 04, uitsluitend
bij digitale ruimtethermostaten). Standaard: RT
(standaard ruimtethermostaat)
10. Steek het aansluitsnoer in een 230 V stopcontact
of, wanneer de lokale voorschriften dat eisen, in een
installatiedoos.
Registreer de ruimtethermostaten, de bedieningsmodule
en andere systeemapparaten, in die volgorde (volgende
pagina).
Installatie
1. Bevestig de complete regelmodule, of delen ervan,
aan de muur met een DIN-rail of met schroeven en
pluggen.
Als de regelmodule in een metalen kast wordt
geïnstalleerd, plaatst u de antenne buiten de kast.
2. Bevestig de antenne aan de regelmodule met de
bijgeleverde antennekabel (0,5 – 5 m, CAT5e/
CAT6).
3. Sluit de thermische aandrijvingen aan.
4. Controleer of alle aansluitingen volledig en correct
zijn:
Thermische aandrijvingen
Schakelaar verwarmen/koelen
Circulatiepomp
5. Zorg ervoor dat het 230 V AC compartiment
van de regelmodule gesloten is en dat de
bevestigingsschroef is vastgedraaid.
6. Sluit optionele externe voelers aan (alleen
bijpassende ruimtethermostaten).
7. Stel de DIP-switch op de ruimtethermostaat public
T-163 in.
Functie*
Schakelaar
Standaard ruimtethermostaat
1234
ON DIP
Standaard ruimtethermostaat met een
vloervoeler
1234
ON DIP
Standaard ruimtethermostaat, of
systeemapparaat, met een buitenvoeler
1234
ON DIP
Systeemapparaat met een aanvoervoeler voor
verwarmen/koelen-omschakelfunctie
1234
ON DIP
Systeemapparaat waarbij de voeleringang
wordt gebruikt voor de Comfort/ECO-
omschakelfunctie
1234
ON DIP
Externe voeler
1234
ON DIP
Systeemapparaat waarbij de voeleringang
wordt gebruikt voor de verwarmen/koelen-
omschakelfunctie
1234
ON DIP
* De ruimtethermostaat kan alleen als een systeemapparaat
in een Wave systeem met meerdere regelmodules
worden geregistreerd als het is geregistreerd bij de
masterregelmodule.
SNELGIDS
163
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
11 12
13
13
14
15
15
12.1
12.1
12.1 12.3
5 s
5 s
5 s
12.2
3 s
5 s
T-166
T-168
T-163
T-169
T-161
T-165
5 s
16
17 18
18
15.1 15.2
15.4
I-167
M-161
English
Español
Português
Deutsch
Italiano
Français
Suomi
Svenska
01 02 03 04 05 06
16.1
16.2
16.3
16.1
15.3
3 s
15.3
5 s
T-163
I-167
M-161
T-163
T-169
T-168
T-166
T-165
T-163
T-161
11
Koppeling OK
Koppel touchscreen aan regelmodule
SNELGIDS
164
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Ruimtethermostaten en/of systeem-
apparaten registreren op een regelmodule
Ga als volgt te werk om ruimtethermostaten en
systeemapparaten (bedieningsmodule enz.) op de
regelmodule te registreren.
Ga naar de registratiemodus
11. Houd de OK-toets op de regelmodule ongeveer 3
seconden ingedrukt, totdat de LED van kanaal 1 (of het
eerste niet-geregistreerde kanaal) rood gaat knipperen.
Een ruimtethermostaat registreren
12. Selecteer een kanaal voor de ruimtethermostaat.
12.1 Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED
knippert rood) naar het voorkeurskanaal te
verplaatsen.
12.2 Druk op de OK-toets om het kanaal voor
registratie te kiezen. De LED van het gekozen
kanaal gaat groen knipperen.
12.3 Herhaal de stappen 12.1 en 12.2 totdat
alle kanalen die voor de ruimtethermostaat
geregistreerd dienen te zijn, geselecteerd zijn
(LED's knipperen groen).
Let op! Wij raden aan om alle kanalen voor de
ruimtethermostaat tegelijkertijd te registreren.
13. Selecteer een ruimtethermostaat.
RUIMTETHERMOSTAAT T-163 ALS
RUIMTETHERMOSTAAT, MET VERSCHILLENDE
FUNCTIES
13.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat
licht ingedrukt en laat los wanneer de LED (in de
uitsparing boven de registratietoets) groen begint
te knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de
regelmodule gaat continu groen branden en de
registratie is gereed.
RUIMTETHERMOSTATEN T-161 EN T-165
13.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat
licht ingedrukt en laat los wanneer de LED op
de voorzijde van de ruimtethermostaat begint te
knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de
regelmodule gaat continu groen branden en de
registratie is gereed.
RUIMTETHERMOSTATEN T-166, T-168 EN T-169
13.1 Houd gelijktijdig de knoppen - en + (T-169 =
en ) op de ruimtethermostaat ingedrukt
totdat de tekst CnF (confi gureren) en een
communicatiepictogram worden weergegeven.
De LED van het gekozen kanaal in de
regelmodule gaat continu groen branden en de
registratie is klaar.
14. Herhaal de stappen 12 en 13 tot alle aanwezige
ruimtethermostaten geregistreerd zijn.
Een systeemapparaat registreren (I-167 enz.)
LET OP!
Ten minste één ruimtethermostaat moet worden
geregistreerd voordat u een systeemapparaat
registreert.
15. Zorg ervoor dat het apparaat in de registratiemodus
staat (stap 11).
15.1 Gebruik de toetsen < of > om de indicator naar
de power-LED te verplaatsen (rood knipperende
LED).
15.2 Druk op de OK-knop om de registratiemodus
voor het systeemkanaal te kiezen. De power-LED
knippert volgens het patroon lang aan, kort uit,
lang aan, en de LED van kanaal 1 knippert rood.
15.3 Selecteer een systeemkanaal, zie onderstaande
lijst.
1 = Touchscreen bedieningsmodule
2 = Relaismodule
3 = Ruimtethermostaat Public met buitenvoeler
4 = Openbaar ruimtethermostaat met
verwarmen/koelen-omschakeling door een
contact of sensorsignaal
5 = Openbare ruimtethermostaat met Comfort/
ECO-omschakeling
15.4 Druk op de OK-toets om het systeemkanaal
te kiezen. De LED van het kanaal gaat groen
knipperen.
16. Selecteer een systeemapparaat dat overeenkomt met
het systeemkanaal.
BEDIENINGSMODULE I-167
16.1. Zet de bedieningsmodule aan en bevestig deze
aan de lader.
16.2. Volg de startgids in de bedieningsmodule tot aan
de registratie.
16.3 Druk op Koppel Touchscreen aan regelmodule
in de Startgids, of het RF-koppeling-menu
(Hoofdmenu > Voorkeuren), om met de
registratie te beginnen.
16.4 De bedieningsmodule wordt geregistreerd in de
regelmodule. De LED van het gekozen kanaal op
de regelmodule gaat continu groen branden en
de registratie is gereed.
RELAISMODULE M-161
16.1 Houd de registratietoets op de relaismodule
ingedrukt totdat de LED's op de module
langzaam beginnen te knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de
regelmodule gaat continu groen branden en
de LED's op de relaismodule gaan weer snel
knipperen om na een paar seconden uit te gaan.
RUIMTETHERMOSTAAT T-163 ALS
SYSTEEMAPPARAAT, MET VERSCHILLENDE
FUNCTIES
16.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat
licht ingedrukt en laat los wanneer de LED (in de
uitsparing boven de registratietoets) groen begint
te knipperen.
De LED van het gekozen kanaal op de
regelmodule gaat continu groen branden en de
registratie is gereed.
17. Herhaal de stappen 15 en 16 tot alle aanwezige
systeemapparaten geregistreerd zijn.
De registratiemodus verlaten
18. Beëindig de registratie en ga terug naar bedrijfsmodus
door de OK-toets op de regelmodule gedurende
ongeveer 3 seconden ingedrukt te houden totdat de
groene LED's uitgaan.
SNELGIDS
165
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Thermostaatkoppen registreren op
de regelmodule in ruimten met een
ruimtethermostaat
1
4
2 3
5 6
5 s
3 s
3 s
3
6
T-162
Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule:
1. Een ruimtethermostaat dient op een voldoende
aantal kanalen te worden geregistreerd om
alle thermostaatkoppen in een ruimte te
kunnen regelen. Er kunnen maximaal twee
thermostaatkoppen per kanaal worden
geregistreerd.
Zie de sectie Uponor Smatrix Wave documentatie
voor meer informatie.
2. Houd de OK-toets op de regelmodule ingedrukt
totdat de LED van het eerste niet-geregistreerde
kanaal rood gaat knipperen. Als alle kanalen op
ruimtethermostaten zijn geregistreerd, knippert de
LED rood/groen.
3. Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED
knippert rood) naar het gewenste kanaal te
verplaatsen (groene LED). De LED knippert rood/
groen.
Als het eerste kanaal vol is, verplaatst u de indicator
naar het volgende vrije kanaal.
4. THERMOSTAATKOP T-162
4.1 Houd gelijktijdig de toetsen - en + op de
thermostaatkop ingedrukt totdat de tekst CnF
(confi gureren) en een communicatiepictogram
worden weergegeven.
De tekst Con wordt op het display weergegeven
en de LED van het gekozen kanaal op de
regelmodule gaat continu groen branden als de
registratie is voltooid.
Let op! Als de tekst --- op het display van
de thermostaatkop verschijnt, is de registratie
mislukt. Herhaal stappen 2 en 3 en probeer
het volgende kanaal, voor het geval er al
twee thermostaatkoppen op het huidige zijn
geregistreerd.
5. Druk op een van de toetsen op de regelmodule
en herhaal de stappen 3 en 4 totdat alle
thermostaatkoppen zijn geregistreerd.
6. Beëindig de registratie en ga terug naar
bedrijfsmodus door de OK-toets op de regelmodule
ingedrukt te houden totdat de groene LED's
uitgaan.
SNELGIDS
166
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Thermostaatkoppen registreren op de
regelmodule in ruimten zonder een
ruimtethermostaat
5
1
4
2
6 7
5 s
3 s
3 s
3 s
4
7
2
3
T-162
3
8
1
2.1
2.3
2.2
Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule:
1. Houd de OK-toets op de regelmodule ingedrukt
totdat de LED van het eerste niet-geregistreerde
kanaal rood gaat knipperen. Als alle kanalen op
ruimtethermostaten zijn geregistreerd, knippert de
LED rood/groen.
2. Selecteer een kanaal voor de ruimtethermostaat.
2.1 Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED
knippert rood) naar het eerste lege kanaal te
verplaatsen dat nodig is voor de ruimte (geen
LED). De LED knippert rood.
2.2 Druk op de OK-toets om het kanaal voor
registratie te kiezen. De LED van het gekozen
kanaal gaat groen knipperen.
2.3 Herhaal stap 2.1 en 2.2 totdat u een voldoende
aantal kanalen heeft aangemaakt voor de ruimte.
3. Houd de >-toets op de regelmodule ingedrukt
totdat de geselecteerde kanalen groen oplichten
en het volgende kanaal rood begint te knipperen.
Er is nu een kanaal zonder ruimtethermostaat
aangemaakt.
4. Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED
knippert rood) naar het eerste kanaal van de ruimte
te verplaatsen (groene LED). De LED knippert
rood/groen.
Als het eerste kanaal vol is, verplaatst u de indicator
naar het volgende kanaal.
5. THERMOSTAATKOP T-162
5.1 Houd gelijktijdig de toetsen - en + op de
thermostaatkop ingedrukt totdat de tekst CnF
(confi gureren) en een communicatiepictogram
worden weergegeven.
De tekst Con wordt op het display weergegeven
en de LED van het gekozen kanaal op de
regelmodule gaat continu groen branden als de
registratie is voltooid.
Let op! Als de tekst --- op het display van
de thermostaatkop verschijnt, is de registratie
mislukt. Herhaal stappen 2.1 en 2.2 en probeer
het volgende kanaal, voor het geval er al
twee thermostaatkoppen op het huidige zijn
geregistreerd.
6. Druk op een van de toetsen op de regelmodule
en herhaal de stappen 4 en 5 totdat alle
thermostaatkoppen zijn geregistreerd.
7. Beëindig de registratie en ga terug naar
bedrijfsmodus door de OK-toets op de regelmodule
ingedrukt te houden totdat de groene LED's
uitgaan.
8. Herhaal de stappen 1 t/m 7 totdat de
thermostaatkoppen in alle ruimten zijn
geregistreerd.
SNELGIDS
167
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Meerdere regelmodules registreren
Er kunnen maximaal vier regelmodules worden
aangesloten op een bedieningsmodule.
Alle extra regelmodules in het systeem moeten
geregistreerd zijn bij de bedieningsmodule.
LET OP!
Er moet ten minste één ruimtethermostaat
zijn geregistreerd bij de extra regelmodule
voordat u deze registreert bij de
bedieningsmodule.
Zie stap 15 en 16 in de sectie “Ruimtethermostaat en/of
systeemapparaat registreren op een regelmodule” voor
meer informatie.
Registratie van een kanaal of
systeemapparaat ongedaan maken
Wanneer een kanaal of systeemapparaat verkeerd
is geregistreerd of als een registratie van een
ruimtethermostaat overgedaan moet worden, kunt u de
actuele registratie uit de regelmodule verwijderen..
LET OP!
De regelmodule dient ook in de
bedieningsmodule afgemeld te worden. Ga
naar Hoofdmenu > Voorkeuren > RF-
koppeling en maak de registratie ongedaan.
Om een kanaal af te melden:
1. Ga naar de registratiemodus. De LED van kanaal 1
knippert rood/groen, of het eerste ongeregistreerde
kanaal knippert rood.
2. Als u een systeemapparaat (bedieningsmodule enz.)
wilt afmelden, gaat u naar de registratiemodus
van het systeemapparaat. De power-LED knippert
volgens het patroon lang aan, kort uit, lang aan en
de LED van kanaal 1 knippert rood/groen.
3. Gebruik de toetsen < of > om de indicator (rood
knipperende LED) naar het geselecteerde kanaal
te verplaatsen (knippert groen indien deze
geregistreerd is) om af te melden.
4. Druk tegelijkertijd op de toetsen < en > totdat de
LED voor het geselecteerde kanaal rood begint te
knipperen (ong. 5 seconden).
Alle kanalen afmelden
Wanneer één of meer kanalen (ruimtethermostaten en
systeemapparaten) verkeerd zijn geregistreerd, is het
mogelijk om alle registraties tegelijkertijd te verwijderen.
LET OP!
De regelmodule dient ook in de
bedieningsmodule afgemeld te worden. Ga
naar Hoofdmenu > Voorkeuren > RF-
koppeling en maak de registratie ongedaan.
Zo annuleert u alle kanaalregistraties:
1. Ga naar de registratiemodus. De LED van kanaal 1
knippert rood/groen, of het eerste ongeregistreerde
kanaal knippert rood.
2. Druk tegelijkertijd op de < en > toetsen totdat de
LED's voor alle kanalen behalve één uitgaan (ong.
10 seconden). De overblijvende LED knippert rood.
Ruimtebypass
Om bij de bypassinstellingen te komen, moet de
regelmodule geregistreerd zijn bij de bedieningsmodule.
1. Ga in de bedieningsmodule naar het
Ruimtebypass-menu, Hoofdmenu >
Systeeminstellingen > Ruimtebypass.
2. Selecteer een regelmodule.
3. Selecteer tot maximaal twee ruimtes.
4. Druk op de toets Bevestig om op te slaan en het
menu te verlaten.
Andere functies
Kijk in de volledige handleiding voor meer informatie
over automatisch inregelen van de thermische
aandrijvingen (waardoor het niet meer nodig is
om handmatig in te regelen, staat standaard aan),
integratie van de warmtepomp, koelen, Comfort/ECO-
instellingen, Smart Home Gateway, ruimtecontrole en
aanvoercontrole enz.
SNELGIDS
168
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Technische gegevens
Algemeen
IP IP20 (IP: mate van ontoegankelijkheid tot de werkende
onderdelen van het product en mate van ontoegankelijkheid voor
water)
Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving 85% bij 20 °C
Bedieningsmodule
CE-markering
Zwakstroomtests EN 60730-1 en EN 60730-2-1
EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) EN 60730-1
Voeding 230 V AC +10/-15%, 50 Hz in wandaansluiting of mini-USB-
aansluiting
Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +45 °C
Opslagtemperatuur -20 °C tot +70 °C
Radiofrequentie 868,3 MHz
Schakelcyclus zender <1%
Antenne
Voeding Van de regelmodule
Radiofrequentie 868,3 MHz
Schakelcyclus zender <1%
Ontvangerklasse 2
Ruimtethermostaat
CE-markering
ERP IV
Zwakstroomtests EN 60730-1* en EN 60730-2-9***
EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) EN 60730-1 en EN 301-489-3
ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) EN 300 220-3
Voeding (T-163, T-165, T-166 en T-168) Twee 1,5 V AAA-alkalinebatterijen
Voeding (T-161 en T-169) 1 x CR2032 3V
Spanning (T-163, T-165, T-166 en T-168) 2,2 V tot 3,6 V
Spanning (T-161 en T-169) 2,4 V tot 3,6 V
Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +45 °C
Opslagtemperatuur -10 °C tot +65 °C
Radiofrequentie 868,3 MHz
Schakelcyclus zender <1%
Aansluitklemmen (T-163, T-165, T-166 en T-168) 0,5 mm² tot 2,5 mm²
Aansluitklemmen (T-161 en T-169) 0,25 mm² t/m 0,75 mm² massief of 0,34 mm² t/m 0,5 mm²
exibel met eindhulzen
Relaismodule
CE-markering
ERP IV
Zwakstroomtests EN 60730-1* en EN 60730-2-1**
EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) EN 60730-1 en EN 301-489-3
ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) EN 300 220-3
Voeding 230 V AC +10/-15%, 50 Hz of 60 Hz
Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +50 °C
Opslagtemperatuur -20 °C tot +70 °C
Maximumverbruik 2 W
Radiofrequentie 868,3 MHz
Schakelcyclus zender <1%
Relaisuitgangen 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 2,5 A maximaal
Voedingsaansluiting Kabel 1 m met eurostekker (behalve UK)
Aansluitklemmen Tot 4,0 mm² massief of 2,5 mm² fl exibel met eindhulzen
SNELGIDS
169
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS
NL
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NEE
PL
PT
RO
RU
SE
SI
SK
Thermostaatkop T-162
IP IP20 (IP: mate van ontoegankelijkheid tot de werkende
onderdelen van het product en mate van ontoegankelijkheid voor
water)
Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving 85% bij 20 °C
CE-markering
ERP (uitsluitend ruimtethermostaat) IV
Zwakstroomtests EN 60730-1* en EN 60730-2-9***
EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) EN 60730-1 en EN 301-489-3
ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) EN 300 220-3
Voeding Twee 1,5 V AAA-alkalinebatterijen
Spanning 2,2 V tot 3,6 V
Maximale slag 3,5 mm
Maximumkracht 70 N
Differentiële druk 1,5 bar
Bedrijfstemperatuur 0 tot +40
Opslagtemperatuur -10 °C tot +50 °C
Radiofrequentie 868,3 MHz
Schakelcyclus zender <1%
Regelmodule/bedieningsmodule SD-kaart
Type MicroSDHC, UHS of standaard
Capaciteit 4 GB tot 32 GB, FAT 32-indeling
Snelheid Klasse 4 tot 10 (of hoger)
Regelmodule
CE-markering
ERP VIII
Zwakstroomtests EN 60730-1* en EN 60730-2-1***
EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) EN 60730-1 en EN 301-489-3
ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) EN 300 220-3
Voeding 230 V AC +10/-15%, 50 Hz of 60 Hz
Interne zekering T5 F3.15AL 250 V, 5x20 3,15 A snelle zekering
Interne zekering, output verwarmingspomp TR5-T 8,5 mm Wickmann 100 mA tijdvertraging
Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +45 °C
Opslagtemperatuur -20 °C tot +70 °C
Maximumverbruik 45 W
Pomp- en ketelrelaisuitgangen 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 8 A maximaal
Universele ingang (GPI) Alleen potentiaalvrij schakelcontact
Input warmtepomp 12–24 VDC/5–20 mA
Output warmtepomp 5–24 VDC/0,5–10 mA, current sink ≤ 100 mW
Ventieluitgangen 24 V AC, 4 A max.
Voedingsaansluiting Kabel 1 m met eurostekker (behalve UK)
Aansluitklemmen voor voeding, pomp, GPI en ketel Tot 4,0 mm² massief of 2,5 mm² fl exibel met eindhulzen
Aansluitklemmen voor ventieluitgangen 0,2 mm² tot 1,5 mm²
*) EN 60730-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik
– Deel 1: Algemene eisen
**) EN 60730-2-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik
– Deel 2-1: Bijzondere eisen voor elektrische regelmodules voor elektrische huishoudelijke
apparaten
***) EN 60730-2-9 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik
– Deel 2-9: Bijzondere eisen voor temperatuurgevoelige regelmodules
Bruikbaar in heel Europa
Verklaring van overeenstemming:
Hierbij verklaren wij onder eigen verantwoordelijkheid dat de in deze
instructies behandelde producten voldoen aan alle essentiële eisen
verbonden aan de informatie in het boekje met veiligheidsvoorschriften.
SNELGIDS
170
UPONOR SMATRIX WAVE ·
SNELGIDS

Documenttranscriptie

S N E LG I D S NL CZ Inhoud Uponor Smatrix Wavecomponenten Uponor Smatrix Wave-componenten .......................160 Een Uponor Smatrix Wave-systeem kan bestaan uit een combinatie van de volgende componenten: DE Systeemvoorbeeld .........................................................160 DK Veiligheidsvoorschriften ..........................................161 Uponor Smatrix Wave X-165 (regelmodule) Regelmodule .................................................................161 Ruimtethermostaat/Systeemapparaat ...........................161 Thermostaatkop ............................................................161 EE Uponor Smatrix A-1XX (transformator A-1XX) Uponor Smatrix Wave A-165 (antenne A-165) Snelgids.....................................................................163 ES Installatie ......................................................................163 Ruimtethermostaten en/of systeemapparaten registreren op een regelmodule.....................................165 Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule in ruimten met een ruimtethermostaat..............................166 Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule in ruimten zonder een ruimtethermostaat .........................167 Registratie van een kanaal of systeemapparaat ongedaan maken...........................................................168 Alle kanalen afmelden ...................................................168 Ruimtebypass................................................................168 Andere functies .............................................................168 FI FR HR Uponor Smatrix Wave I-167 (bedieningsmodule) Uponor Smatrix Wave T-169 (digitale ruimtethermostaat T-169) Uponor Smatrix Wave T-168 (digitale ruimtethermostaat T-168) Uponor Smatrix Wave T-166 (digitale ruimtethermostaat T-166) Uponor Smatrix Wave T-165 (ruimtethermostaat standaard T-165) Uponor Smatrix Wave T-163 (public ruimtethermostaat T-163) Uponor Smatrix Wave T-162 (thermostaatkop T-162) Uponor Smatrix Wave T-161 (ruimtesensor T-161) Technische gegevens ................................................169 HU IT Uponor Smatrix Wave M-161 (relaismodule M-161) LT Uponor Smatrix Wave M-160 (uitbreidingsmodule M-160) LV Systeemvoorbeeld NL LET OP! Dit is een snelstartgids, bedoeld als geheugensteun voor ervaren installateurs. Wij adviseren u met klem om de volledige handleiding door te lezen voordat u het regelsysteem installeert. Zie de QR-code voor een koppeling om deze te downloaden. NEE PL 1 2 3 4 PT 1 2 3 4 Uponor Smatrix Uponor Smatrix Wave Uponor Smatrix Wave U K I N S TA L L AT I O N A N D O P E R AT I O N MANUAL U K Wave I N S TA L L AT I O N A N D O P E R AT I O N RO MANUAL U K I N S TA L L AT I O N A N D O P E R AT I O N MANUAL RU http://www.uponor.nl/smatrix/downloads.aspx SE SI SK 160 U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S S N E LG I D S NL Veiligheidsvoorschriften CZ DE Deze snelstartgids is bedoeld als geheugensteun voor ervaren installateurs. Wij adviseren u met klem om de volledige handleiding door te lezen voordat u het regelsysteem installeert. Regelmodule W AARSCHUWING ! Het Uponor-systeem werkt op 230VAC/50Hz-voeding. Trek in een noodgeval onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. W AARSCHUWING ! Elektrische installatie- en servicewerkzaamheden achter de afgesloten 230 V AC afdekking dienen onder toezicht van een bevoegde elektricien te gebeuren. W AARSCHUWING ! De transformatormodule is zwaar en kan loskomen als de regelmodule ondersteboven wordt gehouden zonder dat de afdekking gemonteerd is. V OORZICHTIG ! Zorg er, ter voorkoming van interferentie, voor dat installatie-/datakabels uit de buurt blijven van stroomkabels met meer dan 50 V. V OORZICHTIG ! Als de communicatieproblemen niet verdwijnen, raadt Uponor aan om de antenne op een betere positie te plaatsen en de Uponor radiobronnen niet te dicht bij elkaar te installeren (minimumafstand 40 cm). V OORZICHTIG ! Zorg ervoor dat elke thermische aandrijving is aangesloten op het juiste kanaal, zodat de ruimtethermostaten de juiste groepen aansturen. LET OP! De bedrading tussen de transformator en de besturingsprint dient vóór het verwijderen te worden losgekoppeld. LET OP! Sluit slechts één thermische aandrijving aan voor elk kanaal. Kanalen 01 en 02 hebben dubbele uitgangen (a en b) voor twee thermische aandrijvingen. Ruimtethermostaat/Systeemapparaat DK LET OP! Ten minste één ruimtethermostaat dient te worden geregistreerd voordat u een systeemapparaat registreert. EE LET OP! Er kunnen maximaal vier regelmodules worden aangesloten op een bedieningsmodule. ES V OORZICHTIG ! FI Als er meer dan één regelmodule in het systeem aanwezig is, registreer de ruimtethermostaat dan op de masterregelmodule als een systeemapparaat. FR V OORZICHTIG ! HR De DIP-switch in de openbare ruimtethermostaat moet worden ingesteld voordat de ruimtethermostaat wordt geregistreerd. HU V OORZICHTIG ! De DIP-switch in de openbare ruimtethermostaat moet ingesteld worden op een van de beschikbare functies, anders kan de ruimtethermostaat niet worden geregistreerd. IT LT Thermostaatkop LV LET OP! De ruimtethermostaat die de thermische kop regelt, mag niet ook gebruikt worden om de vloerverwarming te regelen. Maak aantekeningen, zodat hier geen twijfel over bestaat NL NEE LET OP! Als er al twee thermostaatkoppen op een kanaal zijn geregistreerd, registreert u de derde op het volgende kanaal. Als er meer ruimtethermostaatkanalen nodig zijn, kunt u deze toevoegen in de registratiemodus van de ruimtethermostaat. PL PT LET OP! Er wordt niet aangegeven of een thermostaatkop al op een kanaal is geregistreerd. RO RU V OORZICHTIG ! De thermostaatkop dient op een radiator te zijn geïnstalleerd voordat u deze registreert op een regelmodule. De reden hiervoor is, dat de thermostaatkop een ventielkalibratie uitvoert wanneer deze is geregistreerd. Dit zorgt ervoor dat de thermostaatkop het ventiel op de radiator accuraat bedient. SE SI SK U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S 161 S N E LG I D S NL Snelgids CZ DE Installatie 8. Plaats de batterijen in de ruimtethermostaten. 1. Bevestig de complete regelmodule, of delen ervan, aan de muur met een DIN-rail of met schroeven en pluggen. 9. Selecteer de functiemodus van de ruimtethermostaat (instellingenmenu 04, uitsluitend bij digitale ruimtethermostaten). Standaard: RT (standaard ruimtethermostaat) Als de regelmodule in een metalen kast wordt geïnstalleerd, plaatst u de antenne buiten de kast. 2. Bevestig de antenne aan de regelmodule met de bijgeleverde antennekabel (0,5 – 5 m, CAT5e/ CAT6). 3. Sluit de thermische aandrijvingen aan. DK EE 10. Steek het aansluitsnoer in een 230 V stopcontact of, wanneer de lokale voorschriften dat eisen, in een installatiedoos. ES Registreer de ruimtethermostaten, de bedieningsmodule en andere systeemapparaten, in die volgorde (volgende pagina). FI 4. Controleer of alle aansluitingen volledig en correct zijn: • • • FR Thermische aandrijvingen Schakelaar verwarmen/koelen Circulatiepomp HR 5. Zorg ervoor dat het 230 V AC compartiment van de regelmodule gesloten is en dat de bevestigingsschroef is vastgedraaid. HU IT 6. Sluit optionele externe voelers aan (alleen bijpassende ruimtethermostaten). 7. Stel de DIP-switch op de ruimtethermostaat public T-163 in. LT Schakelaar LV Functie* Standaard ruimtethermostaat ON DIP 1 2 3 4 Standaard ruimtethermostaat met een vloervoeler Standaard ruimtethermostaat, of systeemapparaat, met een buitenvoeler Systeemapparaat met een aanvoervoeler voor verwarmen/koelen-omschakelfunctie Systeemapparaat waarbij de voeleringang wordt gebruikt voor de Comfort/ECOomschakelfunctie Externe voeler NL ON DIP 1 2 3 4 NEE ON DIP 1 2 3 4 PL ON DIP 1 2 3 4 PT ON DIP 1 2 3 4 RO ON DIP 1 2 3 4 Systeemapparaat waarbij de voeleringang wordt gebruikt voor de verwarmen/koelenomschakelfunctie RU ON DIP 1 2 3 4 SE * De ruimtethermostaat kan alleen als een systeemapparaat in een Wave systeem met meerdere regelmodules worden geregistreerd als het is geregistreerd bij de masterregelmodule. SI SK U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S 163 S N E LG I D S NL 11 T-169 T-168 T-166 T-165 T-163 T-161 CZ DE 12 3s DK 12.1 12.2 12.3 12.1 EE 13 ES T-161 13 FI T-169 5s T-163 FR 5s HR 5s T-166 T-168 14 T-165 12.1 HU 5s IT 15 5s I-167 15 15.1 15.2 LT 11 LV T-163 NL M-161 15.3 15.4 NEE 01 PL 16 PT 02 03 I-167 04 05 06 M-161 16.2 T-163 16.1 RO RU Français Svenska English Português 16.3 16.1 Italiano Deutsch Suomi Español 5s Koppel touchscreen aan regelmodule Koppeling OK SE 17 SI 15.3 18 18 3s SK 164 U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S S N E LG I D S NL Ruimtethermostaten en/of systeemapparaten registreren op een regelmodule 15.1 Gebruik de toetsen < of > om de indicator naar de power-LED te verplaatsen (rood knipperende LED). Ga als volgt te werk om ruimtethermostaten en systeemapparaten (bedieningsmodule enz.) op de regelmodule te registreren. 15.2 Druk op de OK-knop om de registratiemodus voor het systeemkanaal te kiezen. De power-LED knippert volgens het patroon lang aan, kort uit, lang aan, en de LED van kanaal 1 knippert rood. DE 15.3 Selecteer een systeemkanaal, zie onderstaande lijst. DK Ga naar de registratiemodus 11. Houd de OK-toets op de regelmodule ongeveer 3 seconden ingedrukt, totdat de LED van kanaal 1 (of het eerste niet-geregistreerde kanaal) rood gaat knipperen. Een ruimtethermostaat registreren 12. Selecteer een kanaal voor de ruimtethermostaat. 12.1 Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED knippert rood) naar het voorkeurskanaal te verplaatsen. 12.2 Druk op de OK-toets om het kanaal voor registratie te kiezen. De LED van het gekozen kanaal gaat groen knipperen. 12.3 Herhaal de stappen 12.1 en 12.2 totdat alle kanalen die voor de ruimtethermostaat geregistreerd dienen te zijn, geselecteerd zijn (LED's knipperen groen). Let op! Wij raden aan om alle kanalen voor de ruimtethermostaat tegelijkertijd te registreren. 13. Selecteer een ruimtethermostaat. 1 = Touchscreen bedieningsmodule 2 = Relaismodule 3 = Ruimtethermostaat Public met buitenvoeler 4 = Openbaar ruimtethermostaat met verwarmen/koelen-omschakeling door een contact of sensorsignaal 5 = Openbare ruimtethermostaat met Comfort/ ECO-omschakeling 15.4 Druk op de OK-toets om het systeemkanaal te kiezen. De LED van het kanaal gaat groen knipperen. HU 16.3 Druk op Koppel Touchscreen aan regelmodule in de Startgids, of het RF-koppeling-menu (Hoofdmenu > Voorkeuren), om met de registratie te beginnen. IT RUIMTETHERMOSTATEN T-166, T-168 EN T-169 13.1 Houd gelijktijdig de knoppen - en + (T-169 = en ) op de ruimtethermostaat ingedrukt totdat de tekst CnF (configureren) en een communicatiepictogram worden weergegeven. De LED van het gekozen kanaal in de regelmodule gaat continu groen branden en de registratie is klaar. RUIMTETHERMOSTAAT T-163 ALS SYSTEEMAPPARAAT, MET VERSCHILLENDE FUNCTIES 16.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt en laat los wanneer de LED (in de uitsparing boven de registratietoets) groen begint te knipperen. De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden en de registratie is gereed. U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S FR 16.2. Volg de startgids in de bedieningsmodule tot aan de registratie. RUIMTETHERMOSTATEN T-161 EN T-165 13.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt en laat los wanneer de LED op de voorzijde van de ruimtethermostaat begint te knipperen. De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden en de registratie is gereed. 15. Zorg ervoor dat het apparaat in de registratiemodus staat (stap 11). FI HR RELAISMODULE M-161 16.1 Houd de registratietoets op de relaismodule ingedrukt totdat de LED's op de module langzaam beginnen te knipperen. De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden en de LED's op de relaismodule gaan weer snel knipperen om na een paar seconden uit te gaan. LET OP! Ten minste één ruimtethermostaat moet worden geregistreerd voordat u een systeemapparaat registreert. ES BEDIENINGSMODULE I-167 16.1. Zet de bedieningsmodule aan en bevestig deze aan de lader. 16.4 De bedieningsmodule wordt geregistreerd in de regelmodule. De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden en de registratie is gereed. Een systeemapparaat registreren (I-167 enz.) EE 16. Selecteer een systeemapparaat dat overeenkomt met het systeemkanaal. RUIMTETHERMOSTAAT T-163 ALS RUIMTETHERMOSTAAT, MET VERSCHILLENDE FUNCTIES 13.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt en laat los wanneer de LED (in de uitsparing boven de registratietoets) groen begint te knipperen. De LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden en de registratie is gereed. 14. Herhaal de stappen 12 en 13 tot alle aanwezige ruimtethermostaten geregistreerd zijn. CZ LT LV NL NEE PL PT RO RU 17. Herhaal de stappen 15 en 16 tot alle aanwezige systeemapparaten geregistreerd zijn. SE De registratiemodus verlaten 18. Beëindig de registratie en ga terug naar bedrijfsmodus door de OK-toets op de regelmodule gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt te houden totdat de groene LED's uitgaan. SI SK 165 S N E LG I D S NL Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule in ruimten met een ruimtethermostaat CZ DE DK 2. Houd de OK-toets op de regelmodule ingedrukt totdat de LED van het eerste niet-geregistreerde kanaal rood gaat knipperen. Als alle kanalen op ruimtethermostaten zijn geregistreerd, knippert de LED rood/groen. ES FI 2 3 FR 4. THERMOSTAATKOP T-162 4 HU 4.1 Houd gelijktijdig de toetsen - en + op de thermostaatkop ingedrukt totdat de tekst CnF (configureren) en een communicatiepictogram worden weergegeven. De tekst Con wordt op het display weergegeven en de LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden als de registratie is voltooid. T-162 IT 5s LT 5 LV NL 6 3 6 NEE PL 3. Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED knippert rood) naar het gewenste kanaal te verplaatsen (groene LED). De LED knippert rood/ groen. Als het eerste kanaal vol is, verplaatst u de indicator naar het volgende vrije kanaal. 3s HR 1. Een ruimtethermostaat dient op een voldoende aantal kanalen te worden geregistreerd om alle thermostaatkoppen in een ruimte te kunnen regelen. Er kunnen maximaal twee thermostaatkoppen per kanaal worden geregistreerd. Zie de sectie Uponor Smatrix Wave documentatie voor meer informatie. 1 EE Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule: 3s Let op! Als de tekst --- op het display van de thermostaatkop verschijnt, is de registratie mislukt. Herhaal stappen 2 en 3 en probeer het volgende kanaal, voor het geval er al twee thermostaatkoppen op het huidige zijn geregistreerd. 5. Druk op een van de toetsen op de regelmodule en herhaal de stappen 3 en 4 totdat alle thermostaatkoppen zijn geregistreerd. 6. Beëindig de registratie en ga terug naar bedrijfsmodus door de OK-toets op de regelmodule ingedrukt te houden totdat de groene LED's uitgaan. PT RO RU SE SI SK 166 U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S S N E LG I D S NL Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule in ruimten zonder een ruimtethermostaat 1 3s 2.2 2.3 2 3 3 1. Houd de OK-toets op de regelmodule ingedrukt totdat de LED van het eerste niet-geregistreerde kanaal rood gaat knipperen. Als alle kanalen op ruimtethermostaten zijn geregistreerd, knippert de LED rood/groen. CZ 2. Selecteer een kanaal voor de ruimtethermostaat. DK DE 2.1 Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED knippert rood) naar het eerste lege kanaal te verplaatsen dat nodig is voor de ruimte (geen LED). De LED knippert rood. 2 2.1 Thermostaatkoppen registreren op de regelmodule: 4 EE 2.2 Druk op de OK-toets om het kanaal voor registratie te kiezen. De LED van het gekozen kanaal gaat groen knipperen. ES 2.3 Herhaal stap 2.1 en 2.2 totdat u een voldoende aantal kanalen heeft aangemaakt voor de ruimte. FI 3. Houd de >-toets op de regelmodule ingedrukt totdat de geselecteerde kanalen groen oplichten en het volgende kanaal rood begint te knipperen. Er is nu een kanaal zonder ruimtethermostaat aangemaakt. FR 4. Gebruik de toetsen < of > om de indicator (LED knippert rood) naar het eerste kanaal van de ruimte te verplaatsen (groene LED). De LED knippert rood/groen. HU HR IT Als het eerste kanaal vol is, verplaatst u de indicator naar het volgende kanaal. LT 5. THERMOSTAATKOP T-162 5.1 Houd gelijktijdig de toetsen - en + op de thermostaatkop ingedrukt totdat de tekst CnF (configureren) en een communicatiepictogram worden weergegeven. De tekst Con wordt op het display weergegeven en de LED van het gekozen kanaal op de regelmodule gaat continu groen branden als de registratie is voltooid. 3s 5 T-162 7 NEE 3s 8 PL PT RO 6. Druk op een van de toetsen op de regelmodule en herhaal de stappen 4 en 5 totdat alle thermostaatkoppen zijn geregistreerd. 4 7 NL Let op! Als de tekst --- op het display van de thermostaatkop verschijnt, is de registratie mislukt. Herhaal stappen 2.1 en 2.2 en probeer het volgende kanaal, voor het geval er al twee thermostaatkoppen op het huidige zijn geregistreerd. 5s 6 LV 1 RU 7. Beëindig de registratie en ga terug naar bedrijfsmodus door de OK-toets op de regelmodule ingedrukt te houden totdat de groene LED's uitgaan. SE 8. Herhaal de stappen 1 t/m 7 totdat de thermostaatkoppen in alle ruimten zijn geregistreerd. SI SK U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S 167 S N E LG I D S NL Meerdere regelmodules registreren Alle kanalen afmelden CZ Er kunnen maximaal vier regelmodules worden aangesloten op een bedieningsmodule. DE Alle extra regelmodules in het systeem moeten geregistreerd zijn bij de bedieningsmodule. Wanneer één of meer kanalen (ruimtethermostaten en systeemapparaten) verkeerd zijn geregistreerd, is het mogelijk om alle registraties tegelijkertijd te verwijderen. LET OP! Er moet ten minste één ruimtethermostaat zijn geregistreerd bij de extra regelmodule voordat u deze registreert bij de bedieningsmodule. DK EE ES FI FR 1. Ga naar de registratiemodus. De LED van kanaal 1 knippert rood/groen, of het eerste ongeregistreerde kanaal knippert rood. Registratie van een kanaal of systeemapparaat ongedaan maken 2. Druk tegelijkertijd op de < en > toetsen totdat de LED's voor alle kanalen behalve één uitgaan (ong. 10 seconden). De overblijvende LED knippert rood. LET OP! De regelmodule dient ook in de bedieningsmodule afgemeld te worden. Ga naar Hoofdmenu > Voorkeuren > RFkoppeling en maak de registratie ongedaan. HU IT Om een kanaal af te melden: LT 1. Ga naar de registratiemodus. De LED van kanaal 1 knippert rood/groen, of het eerste ongeregistreerde kanaal knippert rood. LV 2. Als u een systeemapparaat (bedieningsmodule enz.) wilt afmelden, gaat u naar de registratiemodus van het systeemapparaat. De power-LED knippert volgens het patroon lang aan, kort uit, lang aan en de LED van kanaal 1 knippert rood/groen. NL NEE 3. Gebruik de toetsen < of > om de indicator (rood knipperende LED) naar het geselecteerde kanaal te verplaatsen (knippert groen indien deze geregistreerd is) om af te melden. PL Zo annuleert u alle kanaalregistraties: Zie stap 15 en 16 in de sectie “Ruimtethermostaat en/of systeemapparaat registreren op een regelmodule” voor meer informatie. Wanneer een kanaal of systeemapparaat verkeerd is geregistreerd of als een registratie van een ruimtethermostaat overgedaan moet worden, kunt u de actuele registratie uit de regelmodule verwijderen.. HR LET OP! De regelmodule dient ook in de bedieningsmodule afgemeld te worden. Ga naar Hoofdmenu > Voorkeuren > RFkoppeling en maak de registratie ongedaan. Ruimtebypass Om bij de bypassinstellingen te komen, moet de regelmodule geregistreerd zijn bij de bedieningsmodule. 1. Ga in de bedieningsmodule naar het Ruimtebypass-menu, Hoofdmenu > Systeeminstellingen > Ruimtebypass. 2. Selecteer een regelmodule. 3. Selecteer tot maximaal twee ruimtes. 4. Druk op de toets Bevestig om op te slaan en het menu te verlaten. Andere functies Kijk in de volledige handleiding voor meer informatie over automatisch inregelen van de thermische aandrijvingen (waardoor het niet meer nodig is om handmatig in te regelen, staat standaard aan), integratie van de warmtepomp, koelen, Comfort/ECOinstellingen, Smart Home Gateway, ruimtecontrole en aanvoercontrole enz. 4. Druk tegelijkertijd op de toetsen < en > totdat de LED voor het geselecteerde kanaal rood begint te knipperen (ong. 5 seconden). PT RO RU SE SI SK 168 U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S S N E LG I D S NL Technische gegevens CZ Algemeen IP Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving IP20 (IP: mate van ontoegankelijkheid tot de werkende onderdelen van het product en mate van ontoegankelijkheid voor water) 85% bij 20 °C DE DK Bedieningsmodule CE-markering Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) Voeding Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Radiofrequentie Schakelcyclus zender EN 60730-1 en EN 60730-2-1 EN 60730-1 230 V AC +10/-15%, 50 Hz in wandaansluiting of mini-USBaansluiting 0 °C tot +45 °C -20 °C tot +70 °C 868,3 MHz <1% EE ES FI Antenne Voeding Radiofrequentie Schakelcyclus zender Ontvangerklasse FR Van de regelmodule 868,3 MHz <1% 2 HR Ruimtethermostaat CE-markering ERP Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding (T-163, T-165, T-166 en T-168) Voeding (T-161 en T-169) Spanning (T-163, T-165, T-166 en T-168) Spanning (T-161 en T-169) Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Radiofrequentie Schakelcyclus zender Aansluitklemmen (T-163, T-165, T-166 en T-168) Aansluitklemmen (T-161 en T-169) HU IV EN 60730-1* en EN 60730-2-9*** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 Twee 1,5 V AAA-alkalinebatterijen 1 x CR2032 3V 2,2 V tot 3,6 V 2,4 V tot 3,6 V 0 °C tot +45 °C -10 °C tot +65 °C 868,3 MHz <1% 0,5 mm² tot 2,5 mm² 0,25 mm² t/m 0,75 mm² massief of 0,34 mm² t/m 0,5 mm² flexibel met eindhulzen IT LT LV NL NEE Relaismodule CE-markering ERP Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Maximumverbruik Radiofrequentie Schakelcyclus zender Relaisuitgangen Voedingsaansluiting Aansluitklemmen PL IV EN 60730-1* en EN 60730-2-1** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 230 V AC +10/-15%, 50 Hz of 60 Hz 0 °C tot +50 °C -20 °C tot +70 °C 2W 868,3 MHz <1% 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 2,5 A maximaal Kabel 1 m met eurostekker (behalve UK) Tot 4,0 mm² massief of 2,5 mm² flexibel met eindhulzen PT RO RU SE SI SK U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S 169 S N E LG I D S NL Thermostaatkop T-162 CZ IP DE Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving CE-markering ERP (uitsluitend ruimtethermostaat) Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Spanning Maximale slag Maximumkracht Differentiële druk Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Radiofrequentie Schakelcyclus zender IP20 (IP: mate van ontoegankelijkheid tot de werkende onderdelen van het product en mate van ontoegankelijkheid voor water) 85% bij 20 °C DK EE ES FI IV EN 60730-1* en EN 60730-2-9*** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 Twee 1,5 V AAA-alkalinebatterijen 2,2 V tot 3,6 V 3,5 mm 70 N 1,5 bar 0 tot +40 -10 °C tot +50 °C 868,3 MHz <1% FR Regelmodule/bedieningsmodule SD-kaart Type Capaciteit Snelheid HR MicroSDHC, UHS of standaard 4 GB tot 32 GB, FAT 32-indeling Klasse 4 tot 10 (of hoger) Regelmodule HU CE-markering ERP Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Interne zekering Interne zekering, output verwarmingspomp Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Maximumverbruik Pomp- en ketelrelaisuitgangen Universele ingang (GPI) Input warmtepomp Output warmtepomp Ventieluitgangen Voedingsaansluiting Aansluitklemmen voor voeding, pomp, GPI en ketel Aansluitklemmen voor ventieluitgangen IT LT LV NL NEE PL PT *) EN 60730-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik – Deel 1: Algemene eisen **) EN 60730-2-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik – Deel 2-1: Bijzondere eisen voor elektrische regelmodules voor elektrische huishoudelijke apparaten ***) EN 60730-2-9 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik – Deel 2-9: Bijzondere eisen voor temperatuurgevoelige regelmodules RO VIII EN 60730-1* en EN 60730-2-1*** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 230 V AC +10/-15%, 50 Hz of 60 Hz T5 F3.15AL 250 V, 5x20 3,15 A snelle zekering TR5-T 8,5 mm Wickmann 100 mA tijdvertraging 0 °C tot +45 °C -20 °C tot +70 °C 45 W 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 8 A maximaal Alleen potentiaalvrij schakelcontact 12–24 VDC/5–20 mA 5–24 VDC/0,5–10 mA, current sink ≤ 100 mW 24 V AC, 4 A max. Kabel 1 m met eurostekker (behalve UK) Tot 4,0 mm² massief of 2,5 mm² flexibel met eindhulzen 0,2 mm² tot 1,5 mm² Bruikbaar in heel Europa Verklaring van overeenstemming: Hierbij verklaren wij onder eigen verantwoordelijkheid dat de in deze instructies behandelde producten voldoen aan alle essentiële eisen verbonden aan de informatie in het boekje met veiligheidsvoorschriften. RU SE SI SK 170 U P O N O R S M AT R I X WAV E · S N E L G I D S
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268

Uponor Smatrix Wave Snelstartgids

Type
Snelstartgids