Zanussi ZRG10800WA Handleiding

Type
Handleiding
134
NL
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke
of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en
kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben
gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien
zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen
zonder toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
VEILIGHEIDSINFORMATIE..........................134
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES........................136
Installatie........................................................137
De deur van het vriesvak verplaatsen............138
Beschrijving van het apparaat........................139
Toebehoren interieur.......................................140
Ontdooien......................................................141
Problemen oplossen.......................................142
Het lampje vervangen.....................................144
Inhoudsopgave
VEILIGHEIDSINFORMATIE
www.zanussi.com
135
NL
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijk-
soortige
toepassingen zoals:
––boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
––Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit
geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ont
-
dooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij
deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reini
-
gen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of
diens technische dienst of een gekwaliceerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Als het apparaat is uitgerust met een ijsmaker of waterdis
-
penser, mag u het alleen vullen met drinkbaar water.
Als er een waterverbinding moet worden gekoppeld aan het
apparaat, mag het apparaat enkel te worden verbonden aan
een voorziening voor drinkbaar water.
De waterdruk van de inlaat (minimum en maximum) moet
liggen tussen 1 bar (0,1 MPa) en 10 bar (1 MPa)
136
NL
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen van
het apparaat, het is zwaar. Draag altijd
veiligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat
aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan
de olie terug in de compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet tegen
de muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te
vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen,
garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als u het
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schok-
ken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Alle elektrische aansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de stroomvoor-
ziening. Zo niet, neem dan contact op met een
elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengs-
noeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofd-
stekker, kabel, compressor) niet beschadigt.
Neem contact met de Servicedienst of een
elektrotechnicus om de elektrische onderdel-
en te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan de
hoogte van het stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als
de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat
los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Toepassing
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elek-
trische schokken..
De specicatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijs
-
machines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschad
-
igt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met
een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar
.
Als er schade aan het koelcircuit optreedt,
zorg er dan voor dat er zich geen vlammen
en andere ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de kunststofonderdel-
en van het apparaat.
Plaats geen frisdranken in het vriesvak. Dit zal
extra druk in de drankes veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeist-
offen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items
die vochtig zijn door ontvlambare producten
in, bij of op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
Bewaar de voedingswaren volgens de instruc-
ties op de verpakking.
Interne lamp
De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal
geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke apparaten!
www.zanussi.com
137
NL
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u onderhoudshande-
lingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwa-
terstoffen. Alleen bevoegde personen mogen
de eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het ap-
paraat en reinig deze indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem
van het apparaat liggen.
Installatielocatie
Het apparaat mag alleen geïnstalleerd worden
in een goed geventileerde, droge kamer. De
omgevingstemperatuur heeft effect op het ener-
gieverbruik en de efciënte prestatie van het ap-
paraat. Het apparaat mag daarom niet aan direct
zonlicht worden blootgesteld;
Het mag niet nabij radiatoren, kooktoestellen of
andere warmtebronnen worden geplaatst; Het
mag alleen geïnstalleerd worden op een plaats,
waar de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatclassicatie waarvoor het appa-
raat is ontworpen. De klimaatklassicatie bevindt
zich op het typeplaatje in de koelkast aan de
linkerwand Het apparaat moet zodanig geplaatst
worden dat de stekker bereikbaar is. De vol-
gende tabel toont welke omgevingstemperatuur
juist is voor elke klimaatklassicatie:
Klimaatklassicatie
omgevingstgemper-
atuur
SN + 10 tot +32°C
N + 16 tot +32°C
ST + 16 tot +38°C
T + 16 tot +43°C
Als het koelapparaat naast een andere
koelkast of vriezer is geplaatst, is een speling
van 5 cm aan elke zijde vereist, om de
vorming van condens aan de buitenkant van
het apparaat te voorkomen.
Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi
dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in
het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid
voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking
van het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisse-
laar bevindt.
Uw koelkast heeft lucht nodig.
Voor de juiste werking moet dit apparaat in een
droge kamer geïnstaleerd worden, ver verwijderd
van warmtebronnen, bijv. kooktoestellen,
radiatoren, boilers en direct zonlicht.
U moet ervoor zorgen dat lucht vrij kan
circuleren aan de achterkant en de bovenkant
van het kastje. Tussen de bovenkant van het
kastje en een bovenhangend keukenmeubel
moet een ruimte van 100 mm zitten.
Hou als alternatief een ruimte van 50 mm open
tussen de bovenkant van het keukenkastje en
elke bovenhangende keukenmeubel en een
opening van 25 mm aan elke zijde van het
apparaat.
Omkeerbaarheid van de deur
Deze koelkast biedt de mogelijkheid voor het
links of rechts openen van de deur. Dit apparaat
is in de fabriek ingesteld op het openen van de
deur vanaf de linkerkant. Om de draairichting
van de deur te veranderen, gaat u als volgt te
werk:
OPMERKING:
Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard
blijven om het omdraaien te kunnen uitvoeren.
Koelkastdeur omdraaien
1. Verwijder de schroefnagels (11).
2. Houd de deur geopend, til het uiteinde van
de bovenste afdekking op en duw het (10)
naar voren en verwijder het van het blok
(9) op de bovenste afdekking, en verplaats
vervolgens het onderblok (8).
3. Verwijder de twee schroeven (6) die het
Installatie
138
NL
bovenste scharnier (5) aan de rechterkant
van het keukenkastje bevestigen.
4. Til de deur voorzichtig eruit en plaats hem
op een zachte ondergrond om krassen te
voorkomen.
5. Verwijder de plug (7) en verplaats deze naar
de onbedekte opening aan de rechterkant
van de eenheid. Druk de plug stevig in de
opening.
6. Verwijder de twee schroeven (6) die het
onderste scharnier (2) aan de rechterkant
van de eenheid bevestigen.
7. Verwijder het voorbeen voor het waterpas
maken van het schroeftype (4) en verplaats
het naar de rechterkant zoals weergegeven
in de afbeelding hiernaast.
8. Zet de deur op de nieuwe plaats en zorg
ervoor dat de pen in de bus aan de het
onderste framegedeelte (opening) komt.
9. Maak het bovenste scharnier (5) die u eerder
in stap 3 verwijderde, weer vast aan de
linkerkant van de eenheid. Zorg ervoor dat
de pen in de bus aan het bovenste framege-
deelte (opening) komt.
10. Draai het onderste scharnier (2) losjes vast
en draai de bouten niet vast, totdat de deur
is gesloten en waterpas hangt.
11. Plaats de plug (7) op de onbedekte openin-
gen (rechterkant).
12. Bevestig het decoratieblok (8) aan de rech-
terkant op de bovenste afdekplaat (10).
13. Houd de deur geopend, til het uiteinde van
de bovenste afdekking op en duw het (10)
De deur van het vriesvak verplaatsen
Zet de deur van het vriesvak op een kier. Druk
met een kleine schroevendraaier de veer in de
opening van de onderste deurlager iets omhoog
en haal de deurlager samen met de deur eraf.
Plaats de afdekkap (M) op de tegenovergestelde
zijde. Draai de deur van het vriesvak 180 graden
en bevestig de onderste deurlager in de onderste
lageropening van de vriesvakdeur. Til de deur
van het vriesvak iets omhoog, plaats hem in
de bovenste deurlager en steek tegelijkertijd
de onderste deurlager in de vierkante opening.
Kleine afstellingen van de deur naar boven of
naar onder maakt het bevestigen makkelijker.
Voor het eerste gebruik
Maak voor het eerste gebruik de binnenkant
van het apparaat en alle toebehoren schoon
(zie hoofdstuk: Onderhoud en reiniging).
naar voren en verwijder het van het blok
(9) op de bovenste afdekking, en verplaats
vervolgens het onderblok (8). Houd de deur
geopend, til het uiteinde van de bovenste
afdekking (10) op, trek het naar achteren om
het blok (9) vast te maken.
14. Na het bevestigen van de bovenste afdek-
king, sluit u de deur en bevestigt u de boven-
ste afdekking (10) met de schroef (11).
1. Schroef
2. Onderste scharnier
3. Bovenste scharnier
4. Afstelbaar laag voetje
5. Afstelbaar hoog voetje
6. Schroefbout
7. Plug
8. Decoratieblok
9. Het blok van de bovenste afdekking
10. Bovenste afdekplaat
11. Schroefnagel
11
10
7
9
8
www.zanussi.com
139
NL
Overzicht van het apparaat
1. Boter/kaasvakken en verwijderbaar eierbakje
2. Opslagruimte in de deur
3. Flessenrek
4. Groentenladen
5. Legplateaus
6. Thermostaatknop
7. Vriesruimte
8. Typeplaatje
Opstarten en thermostaat
Steek de stekker in een geaard stopcontact.
Als de deur van het koelkastcompartiment
wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan.
De thermostaat bevindt zich aan de
rechterkant van de koelruimte.
Instelling “0” betekent: Uitgeschakeld.
Draai rechtsom naar stand “1”. De koelkast
gaat aan en werkt nu automatisch.
Instelling “1” betekent:
Hoogste temperatuur, warmste instelling.
Instelling “7” (einde-stop) betekent:
Laagste temperatuur, koudste instelling.
De temperaturen in de koelruimte en
vriesruimte kunnen niet onafhankelijk
geregeld worden.
Bij een lage omgevingstemperatuur
van ongeveer 16°C, moet instelling
“1” geselecteerd worden. Bij een
omgevingstemperatuur van ongeveer 25°C,
kiest u instelling “2”.
Als u een lagere temperatuur wilt, selecteert
u instellingen “3” of “4”. Op deze instelling
bent u er zeker van dat vers voedsel op
betrouwbare wijze wordt ingevroren en
Beschrijving van het apparaat
dat de opslagtemperatuur van -18°C in de
koelruimte wordt gehandhaafd.
Als u vers voedsel snel wilt invriezen,
selecteert u instelling “7”, wat garandeert
dat de temperatuur in de koelruimte niet
onder de 0°C komt. U dient daarna de
thermostaatknop weer terug te zetten op
instelling “3” of “4”.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperaturen (bijv. op hete
zomerdagen) en een koude instelling van de
thermostaatknop (stand “6” of “7”) laten de
compressor continue werken.
Reden: wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, moet de compressor continu werken
om een lage temperatuur in het apparaat
te houden. De koelkast kan niet ontdooien,
omdat de functie automatisch ontdooien van de
koelkast alleen mogelijk is, als de
compressor niet werkt (zie ook hoofdstuk
‘Ontdooien’). Het gevolg is dat er een dikke
laag ijs op de achterwand van de koelkast
ontstaat. Als dit gebeurt, draait u de thermostaat-
knop
naar een warmere instelling (stand “3” of “4”).
Op deze instelling wordt de compressor aanen
uitgeschakeld zoals gebruikelijk en wordt
het automatisch ontdooien aanbevolen.
140
NL
Toebehoren interieur
Legplateaus/draadroosters
Verschillende glazen legplateaus of legplateaus
van kunststof en draadroosters worden bij uw
apparaat meegeleverd - de verschillende model-
len hebben elk hun eigen toebehorensamenstel-
ling. Een van de glazen legplateaus moet altijd in
de onderste geleiders worden geschoven, boven
de vakken voor fruit en groente, en deze moet
daar blijven zitten. De hoogte van de legplateaus
is verstelbaar: Trek hiervoor het legplateau naar
voren, totdat u het op en neer kunt bewegen en
verwijderen. Om het plateau op een andere
hoogte terug te plaatsen, doet u hetzelfde in
omgekeerde volgorde.
Juiste opslag
1. Boter en kaas
2. Conserven
3. Dranken
4. Kaas, fruit en groente
5. Vlees, salami, koude stukken, zuivelpro-
ducten
6. Kant-en-klaarmaaltijden, pasteien, conserven
7. Opslag ingevroren voedsel/voedsel in-
vriezenl
Tip:
Voedsel in de koelkast moet altijd afgedekt of
verpakt zijn om uitdroging en het ‘besmetten’
van ander voedsel te voorkomen.
De volgende verpakkingsmaterialen zijn
geschikt:
- Luchtdichte zakjes en folie van
polyethyleen;
- Kunststof bakjes met deksel;
- Speciale kunststof deksels met elastiek;
- Aluminiumfolie.
Invriezen en bewaren van diepvriespro-
ducten
De vriesruimte is voor het invriezen en bewaren
van voedsel.
Belangrijk!
De temperatuur in het vriesvak moet minimaal
-12 °C of kouder zijn voordat etenswaren kunnen
worden ingevroren of al ingevroren voedsel kan
worden bewaard. Niet een te grote hoeveelheid
voedsel tegelijkertijd invriezen (max. 1 kg per 24
uur). De kwaliteit van de etenswaren bliijft het
best behouden wanneer deze zo snel mogelijk
volledig ingevroren worden. Laat warme eten-
swaren eerst afkoelen voordat u deze invriest.
De warmte veroorzaakt meer ijsvorming en ver-
hoogt het energieverbruik. Let op de maximale
bewaartijden, zoals door de fabrikant opge-
geven. Ontdooid voedsel dat niet verder bewerkt
is (bereid tot een maaltijd) mag in geen geval
opnieuw worden ingevroren. Verpakkingen met
ontvlambare gassen of vloeistoffen kunnen bij
lage temperaturen gaan lekken. Dit veroorzaakt
explosiegevaar! Bewaar geen verpakkingen met
ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld spu-
itbussen, nieuwe vullingen voor brandblussers
enz. in het vriesvak. Flessen en blikken mogen
niet in de vriesruimte geplaatst worden. Deze
kunnen openbarsten wanneer de inhoud bevri-
est, koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs
ontploffen! Bewaar nooit limonade, sap, bier,
wijn, mousserende wijn enz. in de vriesruimte.
Alle etenswaren moeten voor het invriezen
luchtdicht verpakt worden; dit voorkomt uitdrog-
ing en smaakverlies, bovendien kunnen ze geen
smaak op andere diepvriesproducten afgeven.
Let op!
Raak diepvriesproducten nooit aan met natte
handen. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen
en verwondingen veroorzaken. Leg het voedsel
in de onderste lade van het vriesvak. Vers voed-
sel mag niet tegen al ingevroren voedsel liggen,
om te voorkomen dat het ingevroren voedsel
begint te ontdooien.
Tips:
De onderstaande verpakkingsmaterialen
zijn geschikt voor het invriezen van voedsel:
invrieszakjes en folie van polyethyleen; spe-
ciale bakjes voor ingevroren voedsel; extra dik
www.zanussi.com
141
NL
aluminiumfolie. Hiermee kunt u zakjes en folie
dichtmaken: kunststof klemmen, elastiek van
rubber of plakband.
Laat de lucht uit het zakje ontsnappen
voordat u deze dicht maakt; lucht laat
bevroren voedsel gemakkelijker uitdrogen.
Maak platte verpakkingen, deze vriezen
sneller in.
Vul bakjes voor ingevroren voedsel nooit
tot de rand met vloeibare of stroopachtige
middelen, omdat vloeistof uitzet tijdens het
invriesproces.
Ijsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes driekwart met
koud water, plaats deze in de vriesruimte en
laat bevriezen. U kunt de ijsblokjes er makkelijk
uithalen door het bakje te buigen of het even
onder koud stromend water te houden.
Belangrijk!
Probeer nooit een vastgevroren
ijsblokjesbakje uit de vriesruimte te halen
met een gepunt of scherp voorwerp, omdat u
het koelcircuit zo kunt beschadigen. Gebruik
de meegeleverde kunststof schraper.
Ontdooien
De koelkast ontdooit automa-
tisch
De achterwand van de koelkast raakt bedekt
met ijs als de compressor werkt, en ontdooit
weer als de compressor is uitgeschakeld.
Het dooiwater verdampt vanzelf.
Het vriesvak ontdooien
Tijdens het gebruik en wanneer de deur van de
vriesruimte is geopend, wordt vocht in de vriezer
afgezet als ijs. Verwijder dit ijs regelmatig met
de zachte, kunststof schraper. Gebruik nooit een
hard of scherp voorwerp om ijs te verwijderen.
De vriesruimte moet altijd ontdooid worden wan-
neer de ijslaag een dikte heeft bereikt van ong.
4 mm; of ten minste een keer per jaar. Het beste
moment om de vriezer te ontdooien, is wanneer
deze geen of weinig voedsel bevat.
Waarschuwing!
Gebruik geen elektrische verwarmingsmiddelen
of mechanische of kunstmatige middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die in deze gebruiksaanwijzing worden
aanbevolen. Gebruik geen ontdooisprays, omdat
deze een gezondheidsgevaar opleveren en/of
middelen bevat die kunststof beschadigen.
Let op!
Raak diepvriesproducten nooit aan met natte
handen. Uw handen kunnen hieraan
vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel
het in een paar lagen krantenpapier en leg
het op een koele plaats.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker
uit het stopcontact of haal de zekering los of
schakel de circuitonderbreker uit.
Tip:
U kunt het ontdooiproces versnellen door
warm water in de vriesruimte te zetten en
de deur te sluiten. Verwijder stukken ijs die
afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
Maak de vriesruimte na het ontdooien
grondig schoon (zie hoofdstuk “Onderhoud
en reiniging”).
Het apparaat uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand “0”
om het apparaat uit te schakelen.
Als het apparaat langere tijd niet
gebruikt gaat worden:
Verwijder al het voedsel. Draai de thermostaat-
knop op de stand “0” om het apparaat uit te
schakelen. Haal de stekker uit het stopcontact of
schakel de stroomonderbreker of zekering uit.
Maak grondig schoon (zie hoofdstuk “Onderhoud
en reiniging”). Laat de deur open zodat er geen
nare geurtjes ontstaan.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen moet het interieur
van het apparaat, inclusief alle toebehoren,
regelmatig grondig schoongemaakt worden.
Waarschuwing!
Het apparaat mag niet zijn aangesloten aan de
netvoeding tijdens het schoonmaken. Gevaar
voor elektrische schokken! Voordat u het ap-
paraat gaat schoonmaken, dient u het apparaat
eerst uit te schakelen of de stekker uit het stop-
contact te halen of de zekering uit te schakelen
of te verwijderen. Het reinigen van het apparaat
met een stoomreiniger is niet toegestaan. Vocht
142
NL
kan zich in de elektrische onderdelen ophopen.
Gevaar voor elektrische schokken! De hete
damp kan leiden tot schade aan de kunststof on-
derdelen. Het apparaat moet droog zijn voordat
het weer in gebruik genomen wordt.
Belangrijk!
Etherische olieën en organische oplosmiddelen
kunnen de kunststof onderdelen beschadigen,
bijv. citroensap of sinaasappelsap; boterzuur
(1-propaancarbonzuur); schoonmaakmiddelen
met azijnzuur. Laat deze middelen niet in contact
komen met de onderdelen van het apparaat.
Gebruik geen schuurmiddelen. Verwijder ingev-
roren voedsel en het voedsel uit de koelruimte.
Wikkel ingevroren voedsel in een paar lagen
krantenpapier. Leg ze, goed bedekt, op een
koele plek. Ontdooi de vriesruimte voordat u gaat
schoonmaken (zie het hoofdstuk @Ontdoo-
ien@). Schakel het apparaat uit en haal de 161
NL Storingen verhelpen Reserveonderdelen:
De volgende reserveonderdelen kunnen besteld
worden bij uw lokale AEG Klantenservice. U
kunt deze onderdelen zelf, zonder speciale
vaardigheden of training, bevestigen, bijv.: boter/
kaasvak, eierbakje, deurschappen, fruit- en
groenteladen, legplateaus. Een storing kan al
door een kleine fout veroorzaakt worden, die u
zelf met behulp van de volgende instructies kunt
verhelpen. Voer geen andere werkzaamheden
aan het apparaat uit, als de volgende informatie
geen hulp biedt voor uw specieke probleem.
Belangrijk! Reparaties aan koelkasten/vriezers
mogen alleen worden uitgevoerd door deskun-
dige servicemonteurs. Onjuiste reparaties
kunnen aanzienlijk gevaar voor de gebruiker
opleveren. Als uw apparaat gerepareerd dient
te worden, neemt u contact op met uw dealer of
de lokale klantenservice. Problemen oplossen
stekker uit het stopcontact, of schakel de circui-
tonderbreker of zekering uit. Maak het apparaat
en de toebehoren schoon met een zachte doek
en lauwwarm water. De in de handel verkrijgbare
machinewasmiddelen kunnen in deze machine
worden gebruikt. Na het schoonmaken altijd
afdrogen met een zachte doek. Ophoping van
stof op de condensor verhoogt het energiever-
bruik. Maak om deze reden de condensor aan
de achterkant van het apparaat een keer per
jaar schoon met een zachte borstel of stofzuiger.
Controleer de waterafvoeropening aan de
achterkant van de koelkast. Als alles droog is,
kunt u het apparaat weer gebruiken..
Tips voor energiebesparing
Het apparaat mag niet vlakbij kooktoestellen,
radiatoren of andere warmtebronnen geplaatst
worden. Hoge omgevingstemperaturen zorgen
voor een langere en frequentere werking van
de compressor. Zorg voor voldoende ventilatie
en uitlaatmogelijkheden onder in het apparaat
en aan de achterwand. Laat de luchtcirculatieo-
peningen vrij. Plaats geen warm voedsel in de
koelkast. Laat warm voedsel eerst afkoelen. Laat
de deur niet onnodig lang open staan. Stel de
temperatuur niet kouder in dan noodzakelijk. Zet
ingevroren voedsel in de koelkast om te ontdoo-
ien. De kou van het ingevroren voedsel wordt
gebruikt om de koelruimte te koelen. Houd de
hitte-emissiecondensor, het metalen rooster aan
de achterwand van de koelkast, altijd schoon.
Problemen oplossen
Storingen verhelpen
Reserveonderdelen:
De volgende reserveonderdelen kunnen besteld
worden bij uw lokale AEG Klantenservice. U kunt
deze onderdelen zelf, zonder speciale vaar-
digheden of training, bevestigen, bijv.:
boter/kaasvak, eierbakje, deurschappen,
fruit- en groenteladen, legplateaus.
Een storing kan al door een kleine fout
veroorzaakt worden, die u zelf met behulp
van de volgende instructies kunt verhelpen.
Voer geen andere werkzaamheden aan het
apparaat uit, als de volgende informatie geen
hulp biedt voor uw specieke probleem.
Belangrijk!
Reparaties aan koelkasten/vriezers mogen
alleen worden uitgevoerd door deskundige
servicemonteurs. Onjuiste reparaties kunnen
aanzienlijk gevaar voor de gebruiker opleveren.
Als uw apparaat gerepareerd dient te worden,
neemt u contact op met uw dealer of de lokale
klantenservice.
www.zanussi.com
143
NL
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat staat niet aan. Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet of niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
De zekering is gesprongen of
is kapot.
Controleer de zekering,
vervang indien nodig.
Het stopcontact is defect.
Storingen aan het elektric-
iteitsnet moeten door een
elektricien verholpen worden.
Het apparaat koelt te sterk.
De temperatuur is te laag
ingesteld.
Draai de temperatuurregeling
tijdelijk naar een warmere
instelling.
Het voedsel is te
warm.
De temperatuur is niet juist
afgesteld.
Raadpleeg de informatie in
hoofdstuk “Voor het eerste
gebruik”.
De deur heeft te lang
opengestaan.
Doe de deur alleen open wan-
neer het nodig is.
Er werd de afgelopen 24 uur
een grote hoeveelheid warme
levensmiddelen in het appa-
raat geplaatst.
Draai de thermostaatknop
tijdelijk naar een koudere
instelling.
Het apparaat staat vlakbij een
warmtebron.
Raadpleeg de informatie in
het hoofdstuk “Installatielo-
catie”.
De binnenverlichting
werkt niet.
Het lampje is kapot.
Raadpleeg de informatie in
hoofdstuk “Het lampje vervan-
gen”.
Zware ijsvorming, mogelijk op
de deurafdichting.
De deurafdichting is niet
luchtdicht (mogelijk na het
omkeren van de deur).
Verwarm de lekkende delen
van de deurafdichting voor-
zichtig met een föhn (op de
koude stand). Vorm tegelijk-
ertijd de verwarmde deurafdi-
chting zodanig met de hand
dat deze nu luchtdicht is.
Ongebruikelijke geluiden.
Het apparaat staat niet
waterpas.
Stel de voetjes af.
Het apparaat staat tegen een
muur of andere voorwerpen.
Verplaats het apparaat een
stukje.
Een onderdeel, bijv. een
leiding, aan de achterkant van
het apparaat raakt een ander
onderdeel van het apparaat of
de muur.
Buig indien nodig het onder-
deel voorzichtig weg.
De compressor start niet
onmiddellijk na het wijzigen van
de temperatuurinstelling.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De compressor start na enige
tijd.
Er ligt water op de
vloer of legplateaus
De waterafvoeropening is
verstopt.
Zie hoofdstuk “Onderhoud en
reiniging”.
144
NL
Het lampje vervangen
Waarschuwing!
Gevaar op elektrische schokken! Voordat
u het lampje gaat vervangen, moet u het
apparaat uitschakelen of de stekker uit het
stopcontact halen, of de zekering loshalen of
de circuitonderbreker uitschakelen.
Gegevens lampje: 220~240 V, max. 1,5 W
Draai de thermostaatknop op de stand “0”
om het apparaat uit te schakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de schroef los om het lampje te
vervangen.
Druk het kapje zoals getoond in en schuif het
naar achter.
Vervang het kapotte lampje.
Plaats het kapje en de schroef terug.
Zet de koelkast weer in werking..
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn kenmerkend voor
koelapparaten:
Klikken
Als de compressor in- of uitschakelt, kan er
een klik worden gehoord.
Zoemen
Zodra de compressor in werking is, kunt u
hem horen zoemen.
Borrelen/
Wanneer koelvloeistof in de dunnen leidingen
stroomt kunt u dit horen.
Spatten
Borrelende of spattende geluiden Zelfs
nadat de compressor is uitgeschakeld,
kunnen deze geluiden nog een tijdje gehoord
worden.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave VEILIGHEIDSINFORMATIE..........................134 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES........................136 Installatie........................................................137 De deur van het vriesvak verplaatsen............138 Beschrijving van het apparaat........................139 Toebehoren interieur.......................................140 Ontdooien......................................................141 Problemen oplossen.......................................142 Het lampje vervangen.....................................144 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen • zonder toezicht. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. NL 134 Algemene veiligheid • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige • toepassingen zoals: ––boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen ––Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen • Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. • Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. • Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. • Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. • Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. • Als het apparaat is uitgerust met een ijsmaker of waterdispenser, mag u het alleen vullen met drinkbaar water. • Als er een waterverbinding moet worden gekoppeld aan het apparaat, mag het apparaat enkel te worden verbonden aan een voorziening voor drinkbaar water. • De waterdruk van de inlaat (minimum en maximum) moet liggen tussen 1 bar (0,1 MPa) en 10 bar (1 MPa) www.zanussi.com 135 NL VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Installatie  AARSCHUWING! W Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten. • De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst. • Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. • Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders. • Til de voorkant van het apparaat op als u het wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Elektrische aansluiting   WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de Servicedienst of een elektrotechnicus om de elektrische onderdelNL 136 en te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan de hoogte van het stopcontact. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Toepassing   WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen frisdranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Interne lamp • De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten! Onderhoud en reiniging   WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Alleen bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig deze indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Installatie Installatielocatie   WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. Uw koelkast heeft lucht nodig. Het apparaat mag alleen geïnstalleerd worden in een goed geventileerde, droge kamer. De omgevingstemperatuur heeft effect op het energieverbruik en de efficiënte prestatie van het apparaat. Het apparaat mag daarom niet aan direct zonlicht worden blootgesteld; Het mag niet nabij radiatoren, kooktoestellen of andere warmtebronnen worden geplaatst; Het mag alleen geïnstalleerd worden op een plaats, waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatclassificatie waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatklassificatie bevindt zich op het typeplaatje in de koelkast aan de linkerwand Het apparaat moet zodanig geplaatst worden dat de stekker bereikbaar is. De volgende tabel toont welke omgevingstemperatuur juist is voor elke klimaatklassificatie: Klimaatklassificatie omgevingstgemperatuur SN + 10 tot +32°C N + 16 tot +32°C ST + 16 tot +38°C T + 16 tot +43°C Als het koelapparaat naast een andere koelkast of vriezer is geplaatst, is een speling van 5 cm aan elke zijde vereist, om de vorming van condens aan de buitenkant van het apparaat te voorkomen. www.zanussi.com Verwijdering Voor de juiste werking moet dit apparaat in een droge kamer geïnstaleerd worden, ver verwijderd van warmtebronnen, bijv. kooktoestellen, radiatoren, boilers en direct zonlicht. U moet ervoor zorgen dat lucht vrij kan circuleren aan de achterkant en de bovenkant van het kastje. Tussen de bovenkant van het kastje en een bovenhangend keukenmeubel moet een ruimte van 100 mm zitten. Hou als alternatief een ruimte van 50 mm open tussen de bovenkant van het keukenkastje en elke bovenhangende keukenmeubel en een opening van 25 mm aan elke zijde van het apparaat. Omkeerbaarheid van de deur Deze koelkast biedt de mogelijkheid voor het links of rechts openen van de deur. Dit apparaat is in de fabriek ingesteld op het openen van de deur vanaf de linkerkant. Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk: OPMERKING: Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard blijven om het omdraaien te kunnen uitvoeren.  Koelkastdeur omdraaien 1. Verwijder de schroefnagels (11). 2. Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking op en duw het (10) naar voren en verwijder het van het blok (9) op de bovenste afdekking, en verplaats vervolgens het onderblok (8). 3. Verwijder de twee schroeven (6) die het 137 NL 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. bovenste scharnier (5) aan de rechterkant van het keukenkastje bevestigen. Til de deur voorzichtig eruit en plaats hem op een zachte ondergrond om krassen te voorkomen. Verwijder de plug (7) en verplaats deze naar de onbedekte opening aan de rechterkant van de eenheid. Druk de plug stevig in de opening. Verwijder de twee schroeven (6) die het onderste scharnier (2) aan de rechterkant van de eenheid bevestigen. Verwijder het voorbeen voor het waterpas maken van het schroeftype (4) en verplaats het naar de rechterkant zoals weergegeven in de afbeelding hiernaast. Zet de deur op de nieuwe plaats en zorg ervoor dat de pen in de bus aan de het onderste framegedeelte (opening) komt. Maak het bovenste scharnier (5) die u eerder in stap 3 verwijderde, weer vast aan de linkerkant van de eenheid. Zorg ervoor dat de pen in de bus aan het bovenste framegedeelte (opening) komt. Draai het onderste scharnier (2) losjes vast en draai de bouten niet vast, totdat de deur is gesloten en waterpas hangt. Plaats de plug (7) op de onbedekte openingen (rechterkant). Bevestig het decoratieblok (8) aan de rechterkant op de bovenste afdekplaat (10). Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking op en duw het (10) naar voren en verwijder het van het blok (9) op de bovenste afdekking, en verplaats vervolgens het onderblok (8). Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking (10) op, trek het naar achteren om het blok (9) vast te maken. 14. Na het bevestigen van de bovenste afdekking, sluit u de deur en bevestigt u de bovenste afdekking (10) met de schroef (11). 11 10 7 9 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Schroef Onderste scharnier Bovenste scharnier Afstelbaar laag voetje Afstelbaar hoog voetje Schroefbout Plug Decoratieblok Het blok van de bovenste afdekking Bovenste afdekplaat Schroefnagel De deur van het vriesvak verplaatsen Zet de deur van het vriesvak op een kier. Druk met een kleine schroevendraaier de veer in de opening van de onderste deurlager iets omhoog en haal de deurlager samen met de deur eraf. Plaats de afdekkap (M) op de tegenovergestelde zijde. Draai de deur van het vriesvak 180 graden en bevestig de onderste deurlager in de onderste lageropening van de vriesvakdeur. Til de deur van het vriesvak iets omhoog, plaats hem in de bovenste deurlager en steek tegelijkertijd NL 138 de onderste deurlager in de vierkante opening. Kleine afstellingen van de deur naar boven of naar onder maakt het bevestigen makkelijker. Voor het eerste gebruik Maak voor het eerste gebruik de binnenkant van het apparaat en alle toebehoren schoon (zie hoofdstuk: Onderhoud en reiniging). Beschrijving van het apparaat Overzicht van het apparaat 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Boter/kaasvakken en verwijderbaar eierbakje Opslagruimte in de deur Flessenrek Groentenladen Legplateaus Thermostaatknop Vriesruimte Typeplaatje Opstarten en thermostaat Steek de stekker in een geaard stopcontact. Als de deur van het koelkastcompartiment wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan. De thermostaat bevindt zich aan de rechterkant van de koelruimte. Instelling “0” betekent: Uitgeschakeld. Draai rechtsom naar stand “1”. De koelkast gaat aan en werkt nu automatisch. Instelling “1” betekent: Hoogste temperatuur, warmste instelling. Instelling “7” (einde-stop) betekent: Laagste temperatuur, koudste instelling. De temperaturen in de koelruimte en vriesruimte kunnen niet onafhankelijk geregeld worden. Bij een lage omgevingstemperatuur van ongeveer 16°C, moet instelling “1” geselecteerd worden. Bij een omgevingstemperatuur van ongeveer 25°C, kiest u instelling “2”. Als u een lagere temperatuur wilt, selecteert u instellingen “3” of “4”. Op deze instelling bent u er zeker van dat vers voedsel op betrouwbare wijze wordt ingevroren en www.zanussi.com dat de opslagtemperatuur van -18°C in de koelruimte wordt gehandhaafd. Als u vers voedsel snel wilt invriezen, selecteert u instelling “7”, wat garandeert dat de temperatuur in de koelruimte niet onder de 0°C komt. U dient daarna de thermostaatknop weer terug te zetten op instelling “3” of “4”. Belangrijk! Hoge omgevingstemperaturen (bijv. op hete zomerdagen) en een koude instelling van de thermostaatknop (stand “6” of “7”) laten de compressor continue werken. Reden: wanneer de omgevingstemperatuur hoog is, moet de compressor continu werken om een lage temperatuur in het apparaat te houden. De koelkast kan niet ontdooien, omdat de functie automatisch ontdooien van de koelkast alleen mogelijk is, als de compressor niet werkt (zie ook hoofdstuk ‘Ontdooien’). Het gevolg is dat er een dikke laag ijs op de achterwand van de koelkast ontstaat. Als dit gebeurt, draait u de thermostaatknop naar een warmere instelling (stand “3” of “4”). Op deze instelling wordt de compressor aanen uitgeschakeld zoals gebruikelijk en wordt het automatisch ontdooien aanbevolen. 139 NL Toebehoren interieur Legplateaus/draadroosters Verschillende glazen legplateaus of legplateaus van kunststof en draadroosters worden bij uw apparaat meegeleverd - de verschillende modellen hebben elk hun eigen toebehorensamenstelling. Een van de glazen legplateaus moet altijd in de onderste geleiders worden geschoven, boven de vakken voor fruit en groente, en deze moet daar blijven zitten. De hoogte van de legplateaus is verstelbaar: Trek hiervoor het legplateau naar voren, totdat u het op en neer kunt bewegen en verwijderen. Om het plateau op een andere hoogte terug te plaatsen, doet u hetzelfde in omgekeerde volgorde. Juiste opslag Boter en kaas Conserven Dranken Kaas, fruit en groente Vlees, salami, koude stukken, zuivelproducten 6. Kant-en-klaarmaaltijden, pasteien, conserven 7. Opslag ingevroren voedsel/voedsel invriezenl 1. 2. 3. 4. 5. Invriezen en bewaren van diepvriesproducten De vriesruimte is voor het invriezen en bewaren van voedsel. Belangrijk! De temperatuur in het vriesvak moet minimaal -12 °C of kouder zijn voordat etenswaren kunnen worden ingevroren of al ingevroren voedsel kan worden bewaard. Niet een te grote hoeveelheid voedsel tegelijkertijd invriezen (max. 1 kg per 24 uur). De kwaliteit van de etenswaren bliijft het best behouden wanneer deze zo snel mogelijk volledig ingevroren worden. Laat warme etenswaren eerst afkoelen voordat u deze invriest. De warmte veroorzaakt meer ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. Let op de maximale bewaartijden, zoals door de fabrikant opgegeven. Ontdooid voedsel dat niet verder bewerkt is (bereid tot een maaltijd) mag in geen geval opnieuw worden ingevroren. Verpakkingen met ontvlambare gassen of vloeistoffen kunnen bij lage temperaturen gaan lekken. Dit veroorzaakt explosiegevaar! Bewaar geen verpakkingen met ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen, nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in het vriesvak. Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte geplaatst worden. Deze kunnen openbarsten wanneer de inhoud bevriest, koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs ontploffen! Bewaar nooit limonade, sap, bier, wijn, mousserende wijn enz. in de vriesruimte. Alle etenswaren moeten voor het invriezen luchtdicht verpakt worden; dit voorkomt uitdroging en smaakverlies, bovendien kunnen ze geen smaak op andere diepvriesproducten afgeven. Let op! Tip: Voedsel in de koelkast moet altijd afgedekt of verpakt zijn om uitdroging en het ‘besmetten’ van ander voedsel te voorkomen. De volgende verpakkingsmaterialen zijn geschikt: - Luchtdichte zakjes en folie van polyethyleen; - Kunststof bakjes met deksel; - Speciale kunststof deksels met elastiek; - Aluminiumfolie. NL 140 Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Leg het voedsel in de onderste lade van het vriesvak. Vers voedsel mag niet tegen al ingevroren voedsel liggen, om te voorkomen dat het ingevroren voedsel begint te ontdooien. Tips: De onderstaande verpakkingsmaterialen zijn geschikt voor het invriezen van voedsel: invrieszakjes en folie van polyethyleen; speciale bakjes voor ingevroren voedsel; extra dik aluminiumfolie. Hiermee kunt u zakjes en folie dichtmaken: kunststof klemmen, elastiek van rubber of plakband. Laat de lucht uit het zakje ontsnappen voordat u deze dicht maakt; lucht laat bevroren voedsel gemakkelijker uitdrogen. Maak platte verpakkingen, deze vriezen sneller in. Vul bakjes voor ingevroren voedsel nooit tot de rand met vloeibare of stroopachtige middelen, omdat vloeistof uitzet tijdens het invriesproces. Ijsblokjes maken Vul het bakje voor ijsblokjes driekwart met koud water, plaats deze in de vriesruimte en laat bevriezen. U kunt de ijsblokjes er makkelijk uithalen door het bakje te buigen of het even onder koud stromend water te houden. Belangrijk! Probeer nooit een vastgevroren ijsblokjesbakje uit de vriesruimte te halen met een gepunt of scherp voorwerp, omdat u het koelcircuit zo kunt beschadigen. Gebruik de meegeleverde kunststof schraper. Ontdooien De koelkast ontdooit automatisch De achterwand van de koelkast raakt bedekt met ijs als de compressor werkt, en ontdooit weer als de compressor is uitgeschakeld. Het dooiwater verdampt vanzelf. Het vriesvak ontdooien Tijdens het gebruik en wanneer de deur van de vriesruimte is geopend, wordt vocht in de vriezer afgezet als ijs. Verwijder dit ijs regelmatig met de zachte, kunststof schraper. Gebruik nooit een hard of scherp voorwerp om ijs te verwijderen. De vriesruimte moet altijd ontdooid worden wanneer de ijslaag een dikte heeft bereikt van ong. 4 mm; of ten minste een keer per jaar. Het beste moment om de vriezer te ontdooien, is wanneer deze geen of weinig voedsel bevat. Waarschuwing! Gebruik geen elektrische verwarmingsmiddelen of mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die in deze gebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Gebruik geen ontdooisprays, omdat deze een gezondheidsgevaar opleveren en/of middelen bevat die kunststof beschadigen. Let op! Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact of haal de zekering los of schakel de circuitonderbreker uit. www.zanussi.com Tip: U kunt het ontdooiproces versnellen door warm water in de vriesruimte te zetten en de deur te sluiten. Verwijder stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. Maak de vriesruimte na het ontdooien grondig schoon (zie hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”). Het apparaat uitschakelen Draai de thermostaatknop op de stand “0” om het apparaat uit te schakelen. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden: Verwijder al het voedsel. Draai de thermostaatknop op de stand “0” om het apparaat uit te schakelen. Haal de stekker uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker of zekering uit. Maak grondig schoon (zie hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”). Laat de deur open zodat er geen nare geurtjes ontstaan. Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen moet het interieur van het apparaat, inclusief alle toebehoren, regelmatig grondig schoongemaakt worden. Waarschuwing! Het apparaat mag niet zijn aangesloten aan de netvoeding tijdens het schoonmaken. Gevaar voor elektrische schokken! Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, dient u het apparaat eerst uit te schakelen of de stekker uit het stopcontact te halen of de zekering uit te schakelen of te verwijderen. Het reinigen van het apparaat met een stoomreiniger is niet toegestaan. Vocht 141 NL kan zich in de elektrische onderdelen ophopen. Gevaar voor elektrische schokken! De hete damp kan leiden tot schade aan de kunststof onderdelen. Het apparaat moet droog zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. Belangrijk! Etherische olieën en organische oplosmiddelen kunnen de kunststof onderdelen beschadigen, bijv. citroensap of sinaasappelsap; boterzuur (1-propaancarbonzuur); schoonmaakmiddelen met azijnzuur. Laat deze middelen niet in contact komen met de onderdelen van het apparaat. Gebruik geen schuurmiddelen. Verwijder ingevroren voedsel en het voedsel uit de koelruimte. Wikkel ingevroren voedsel in een paar lagen krantenpapier. Leg ze, goed bedekt, op een koele plek. Ontdooi de vriesruimte voordat u gaat schoonmaken (zie het hoofdstuk @Ontdooien@). Schakel het apparaat uit en haal de 161 NL Storingen verhelpen Reserveonderdelen: De volgende reserveonderdelen kunnen besteld worden bij uw lokale AEG Klantenservice. U kunt deze onderdelen zelf, zonder speciale vaardigheden of training, bevestigen, bijv.: boter/ kaasvak, eierbakje, deurschappen, fruit- en groenteladen, legplateaus. Een storing kan al door een kleine fout veroorzaakt worden, die u zelf met behulp van de volgende instructies kunt verhelpen. Voer geen andere werkzaamheden aan het apparaat uit, als de volgende informatie geen hulp biedt voor uw specifieke probleem. Belangrijk! Reparaties aan koelkasten/vriezers mogen alleen worden uitgevoerd door deskundige servicemonteurs. Onjuiste reparaties kunnen aanzienlijk gevaar voor de gebruiker opleveren. Als uw apparaat gerepareerd dient te worden, neemt u contact op met uw dealer of de lokale klantenservice. Problemen oplossen stekker uit het stopcontact, of schakel de circui- tonderbreker of zekering uit. Maak het apparaat en de toebehoren schoon met een zachte doek en lauwwarm water. De in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden gebruikt. Na het schoonmaken altijd afdrogen met een zachte doek. Ophoping van stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Maak om deze reden de condensor aan de achterkant van het apparaat een keer per jaar schoon met een zachte borstel of stofzuiger. Controleer de waterafvoeropening aan de achterkant van de koelkast. Als alles droog is, kunt u het apparaat weer gebruiken.. Tips voor energiebesparing Het apparaat mag niet vlakbij kooktoestellen, radiatoren of andere warmtebronnen geplaatst worden. Hoge omgevingstemperaturen zorgen voor een langere en frequentere werking van de compressor. Zorg voor voldoende ventilatie en uitlaatmogelijkheden onder in het apparaat en aan de achterwand. Laat de luchtcirculatieopeningen vrij. Plaats geen warm voedsel in de koelkast. Laat warm voedsel eerst afkoelen. Laat de deur niet onnodig lang open staan. Stel de temperatuur niet kouder in dan noodzakelijk. Zet ingevroren voedsel in de koelkast om te ontdooien. De kou van het ingevroren voedsel wordt gebruikt om de koelruimte te koelen. Houd de hitte-emissiecondensor, het metalen rooster aan de achterwand van de koelkast, altijd schoon. Problemen oplossen Storingen verhelpen Reserveonderdelen: De volgende reserveonderdelen kunnen besteld worden bij uw lokale AEG Klantenservice. U kunt deze onderdelen zelf, zonder speciale vaardigheden of training, bevestigen, bijv.: boter/kaasvak, eierbakje, deurschappen, fruit- en groenteladen, legplateaus. Een storing kan al door een kleine fout veroorzaakt worden, die u zelf met behulp van de volgende instructies kunt verhelpen. NL 142 Voer geen andere werkzaamheden aan het apparaat uit, als de volgende informatie geen hulp biedt voor uw specifieke probleem. Belangrijk! Reparaties aan koelkasten/vriezers mogen alleen worden uitgevoerd door deskundige servicemonteurs. Onjuiste reparaties kunnen aanzienlijk gevaar voor de gebruiker opleveren. Als uw apparaat gerepareerd dient te worden, neemt u contact op met uw dealer of de lokale klantenservice. Symptoom Het apparaat werkt niet. Mogelijke oorzaak Het apparaat staat niet aan. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. De zekering is gesprongen of is kapot. Controleer de zekering, vervang indien nodig. Het stopcontact is defect. Het apparaat koelt te sterk. De temperatuur is te laag ingesteld. De temperatuur is niet juist afgesteld. Het voedsel is te warm. De deur heeft te lang opengestaan. Er werd de afgelopen 24 uur een grote hoeveelheid warme levensmiddelen in het apparaat geplaatst. Het apparaat staat vlakbij een warmtebron. De binnenverlichting werkt niet. Het lampje is kapot. Zware ijsvorming, mogelijk op de deurafdichting. De deurafdichting is niet luchtdicht (mogelijk na het omkeren van de deur). Ongebruikelijke geluiden. Het apparaat staat niet waterpas. Het apparaat staat tegen een muur of andere voorwerpen. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat raakt een ander onderdeel van het apparaat of de muur. De compressor start niet onmiddellijk na het wijzigen van de temperatuurinstelling. Er ligt water op de vloer of legplateaus www.zanussi.com Oplossing Storingen aan het elektriciteitsnet moeten door een elektricien verholpen worden. Draai de temperatuurregeling tijdelijk naar een warmere instelling. Raadpleeg de informatie in hoofdstuk “Voor het eerste gebruik”. Doe de deur alleen open wanneer het nodig is. Draai de thermostaatknop tijdelijk naar een koudere instelling. Raadpleeg de informatie in het hoofdstuk “Installatielocatie”. Raadpleeg de informatie in hoofdstuk “Het lampje vervangen”. Verwarm de lekkende delen van de deurafdichting voorzichtig met een föhn (op de koude stand). Vorm tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting zodanig met de hand dat deze nu luchtdicht is. Stel de voetjes af. Verplaats het apparaat een stukje. Buig indien nodig het onderdeel voorzichtig weg. Dit is normaal, er is geen storing. De compressor start na enige tijd. De waterafvoeropening is verstopt. Zie hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”. 143 NL Het lampje vervangen Waarschuwing! Gevaar op elektrische schokken! Voordat u het lampje gaat vervangen, moet u het apparaat uitschakelen of de stekker uit het stopcontact halen, of de zekering loshalen of de circuitonderbreker uitschakelen. Gegevens lampje: 220~240 V, max. 1,5 W Draai de thermostaatknop op de stand “0” om het apparaat uit te schakelen. Trek de stekker uit het stopcontact. Draai de schroef los om het lampje te vervangen. Druk het kapje zoals getoond in en schuif het naar achter. Vervang het kapotte lampje. Plaats het kapje en de schroef terug. Zet de koelkast weer in werking.. Geluiden tijdens de werking De volgende geluiden zijn kenmerkend voor koelapparaten: Klikken Als de compressor in- of uitschakelt, kan er een klik worden gehoord. Zoemen Zodra de compressor in werking is, kunt u hem horen zoemen. Borrelen/ Wanneer koelvloeistof in de dunnen leidingen stroomt kunt u dit horen. Spatten Borrelende of spattende geluiden Zelfs nadat de compressor is uitgeschakeld, kunnen deze geluiden nog een tijdje gehoord worden. NL 144
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256

Zanussi ZRG10800WA Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren