Zanussi ZRG31SW1 Handleiding

Type
Handleiding
152
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door
voordat u uw nieuwe koelkast/vriezer installeert
en gebruikt. Dit document bevat belangrijke
informatie voor het veilige gebruik, installatie en
onderhoud van het apparaat.
Berg deze gebruiksaanwijzing voor
toekomstige verwijzing op. Geef dit document
door aan een eventueel nieuwe eigenaar van
het apparaat.
Opmerkingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor de juiste werking van
het apparaat worden benadrukt met een
waarschuwingsdriehoek en/of met de
signaalwoorden (Waarschuwing!, Opgelet!,
Belangrijk!). Volg de volgende aanwijzingen
zorgvuldig op.
Geachte klant
Aanvullende informatie met betrekking tot de
bediening en praktische toepassingen van het
apparaat verschijnen na dit symbool.
Nuttige tips voor het economisch en
milieuvriendelijk verstandige gebruik van
het apparaat worden gemarkeerd met een
klaverblad.
Dit document bevat instructies voor het
oplossen door de gebruiker van mogelijke
storingen in het hoofdstuk 'Problemen
oplossen'.
Als deze instructies niet afdoende zijn, kunt u
contact opnemen met de lokale serviceafdeling.
Gedrukt op milieuvriendelijk papier. Hij die
ecologisch denkt, handelt ernaar!
Inhoudsopgave
Geachte klant ..........................................152
Belangrijke veiligheidsinstructies .............153
Bedoeld gebruik.......................................153
Voor het eerste gebruik ...........................153
Belangrijk: ................................................153
Koelgas ...................................................153
Veiligheid van kinderen ...........................154
Dagelijkse werking...................................154
In geval van een storing ..........................154
Verpakking verwijderen ...........................154
Installatie .................................................155
Installatielocatie .......................................155
Uw koelkast heeft lucht nodig. .................155
Omkeerbaarheid van de deur ..................155
De deur van het vriesvak verplaatsen .....156
Voor het eerste gebruik ...........................157
Beschrijving van het apparaat .................157
Opstarten en thermostaat ........................157
Toebehoren interieur................................158
Invriezen en bewaren van
diepvriesproducten ..................................158
Ijsblokjes maken ......................................159
Ontdooien ................................................159
De koelkast ontdooit automatisch............159
Het vriesvak ontdooien ............................159
Het apparaat uitschakelen .......................160
Reiniging en onderhoud ..........................160
Tips voor energiebesparing .....................161
Problemen oplossen ................................161
Het lampje vervangen..............................163
Geluiden tijdens de werking ....................163
153
NL
Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor
uw veiligheid. Zorg dat u ze volledig begrijpt
voordat u het apparaat installeert of gebruikt.
Uw veiligheid is uiterst belangrijk. Als u
niet zeker weet wat deze waarschuwingen
betekenen, neemt u contact op met de
serviceafdeling voor hulp.
Bedoeld gebruik
De koelkast is bedoeld voor huishoudelijk
gebruik. Het is geschikt voor het koelen,
invriezen en opslaan van bevroren voedsel
en ook voor het maken van ijs. Als het
apparaat wordt gebruikt voor doeleinden
anders dan het bedoelde gebruik of onjuist
wordt gebruikt, kan geen aansprakelijkheid
door de fabrikant worden geaccepteerd voor
wat voor schade dan ook.
Om veiligheidsredenen zijn modicaties of
wijzigingen aan de koelkast niet toegestaan.
Als u de koelkast in een commerciële
toepassing of voor doeleinden anders
dan het koelen, invriezen of opslaan van
bevroren voedsel wilt gebruiken, accepteert
de fabrikant geen aansprakelijkheid voor wat
voor schade dan ook.
Voor het eerste gebruik
Zorg ervoor dat het apparaat niet op het
netsnoer staat.
Belangrijk:
Als het netsnoer is beschadigd, moet
het worden vervangen door bevoegd of
gekwaliceerd personeel met een speciaal
snoer van hetzelfde type. Controleer het
apparaat op transportschade. Onder geen
enkele omstandigheid mag een beschadigd
apparaat aangesloten worden. Neem in geval
van schade contact op met uw leverancier.
WAARSCHUWING - Houd de
ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies;
dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING - Gebruik geen
mechanische of kunstmatige middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve
die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING - Let op dat u het
koelcircuit niet beschadigt.
WAARSCHUWING - Dit apparaat is niet
bedoeld om gebruikt te worden door jonge
kinderen of onervaren personen, tenzij zij
onder toezicht van een verantwoordelijk
persoon staan, die garandeert dat zij het
apparaat veilig kunnen gebruiken.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen
dat ze met het apparaat spelen.
WAARSCHUWING - Dit apparaat is niet
bedoeld voor gebruik door personen
(waaronder begrepen kinderen) met
verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
dit onder toezicht gebeurt van een voor hun
veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij
van een dergelijke persoon instructie hebben
ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen
dat ze met het apparaat gaan spelen.
WAARSCHUWING - Wanneer een oud
apparaat wordt afgedankt, mag dit alleen
worden afgegeven aan een bevoegd
afvalinzamelstation. Niet aan een vlam
blootstellen.
WAARSCHUWING - Als het netsnoer
beschadigd is, moet dit vervangen worden
door een speciale kabel of kabelsamenstel
die verkrijgbaar zijn bij de fabrikant of diens
servicevertegenwoordiger.
Koelgas
Het koelgas bevindt zich in het koelcircuit van
dit apparaat.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit
tijdens transport en installatie van het apparaat
niet beschadigd zijn geraakt.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit
tijdens transport en installatie van het apparaat
niet beschadigd zijn geraakt.
Belangrijke veiligheidsinstructies
154
NL
Indien het koelcircuit beschadigd is: vermijden;
grondig ventileren.
Veiligheid van kinderen
Verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en
polystyreen) kunnen een gevaar opleveren
voor kinderen.
Verstikkingsgevaar! Houd alle
verpakkingsmateriaal buiten het bereik
van kinderen! Maak het oude apparaat
onbruikbaar voordat u deze afdankt. Haal
de stekker uit het stopcontadct, knip het
netsnoer door en verbreek of verwijder de
veer- of boutvergrendelmechanismen als
deze aanwezig zijn. Hiermee kan worden
voorkomen dat spelende kinderen zichzelf
niet kunnen opsluiten in het apparaat
(verstikkingsgevaar) of in andere gevaarlijke
situaties terecht komen.
Kinderen herkennen de gevaren die bij
elektrische apparaten horen vaak niet. Zorg
daarom dat er voldoende toezicht is en laat
kinderen niet spelen met het apparaat!
Dagelijkse werking
Verpakkingen met ontvlambare gassen of
vloeistoffen kunnen bij lage temperaturen
gaan lekken.
Dit veroorzaakt explosiegevaar! Bewaar
geen verpakkingen met ontvlambare
materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen,
nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in
de koelkast en/of vriezer.
Flessen en blikken mogen niet in de
vriesruimte geplaatst worden. Deze kunnen
openbarsten wanneer de inhoud bevriest,
koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs
ontploffen! Bewaar nooit limonade, sap,
bier, wijn, mousserende wijn enz. in de
vriesruimte.
Steek niet gelijk het ijs of de ijsblokjes vanuit
het vriesvak in uw mond. Het zeer koude ijs
kan aan uw lippen of tong vastvriezen en
verwondingen veroorzaken.
Raak diepvriesproducten nooit aan met natte
handen. Uw handen kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
Gebruik geen elektrische apparaten (bijv.
elektrische ijsmachine, mixer enz.) in de
koelkast.
Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient
u het apparaat eerst uit te schakelen of de
stekker uit het stopcontact te halen of de
zekering uit te schakelen of te verwijderen.
Trek de stekker altijdaan de stekker uit het
stopcontact, niet aan het snoer.
In geval van een storing
Als een storing optreedt in het apparaat,
kijk dan eerst in het hoofdstuk @Problemen
oplossen. @ van deze instructies. Als
de gegeven informatie uw probleem niet
verhelpt, dient u niet zelf reparaties aan het
apparaat uit te voeren. In geen geval mag u
het apparaat zelf repareren. Reparaties die
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Neem contact op met onze serviceafdeling.
Verpakking verwijderen
Het apparaat en de interieurbevestigingen
zijn beschermd tijdens het vervoer.
Trek aan het plakband aan de linker- en
rechterkant van de deur. U kunt de restanten
met wat spiritus verwijderen.
Verwijder al het plakband en
verpakkingsmaterialen van het interieur van
het apparaat.
155
NL
Installatie
Installatielocatie
Het apparaat mag alleen geïnstalleerd worden
in een goed geventileerde, droge kamer.
De omgevingstemperatuur heeft effect op het
energieverbruik en de efciënte prestatie van
het apparaat.
Het apparaat mag daarom niet aan direct
zonlicht worden blootgesteld;
Het mag niet nabij radiatoren, kooktoestellen
of andere warmtebronnen worden geplaatst;
Het mag alleen geïnstalleerd worden op
een plaats, waar de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatclassicatie
waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatklassicatie bevindt zich op het
typeplaatje in de koelkast aan de linkerwand
Het apparaat moet zodanig geplaatst worden
dat de stekker bereikbaar is.
De volgende tabel toont welke
omgevingstemperatuur juist is voor elke
klimaatklassicatie:
Klimaatklassicatie omgevingstgemperatuur
SN + 10 tot +32°C
N + 16 tot +32°C
ST + 16 tot +38°C
T + 16 tot +43°C
Als het koelapparaat naast een andere
koelkast of vriezer is geplaatst, is een speling
van 5 cm aan elke zijde vereist, om de
vorming van condens aan de buitenkant van
het apparaat te voorkomen.
Uw koelkast heeft lucht nodig.
Voor de juiste werking moet dit apparaat in een
droge kamer gnstaleerd worden, ver verwijderd
van warmtebronnen, bijv. kooktoestellen,
radiatoren, boilers en direct zonlicht.
U moet ervoor zorgen dat lucht vrij kan
circuleren aan de achterkant en de bovenkant
van het kastje. Tussen de bovenkant van het
kastje en een bovenhangend keukenmeubel
moet een ruimte van 100 mm zitten.
Hou als alternatief een ruimte van 50 mm open
tussen de bovenkant van het keukenkastje en
elke bovenhangende keukenmeubel en een
opening van 25 mm aan elke zijde van het
apparaat.
Omkeerbaarheid van de deur
Deze koelkast biedt de mogelijkheid voor
het links of rechts openen van de deur. Dit
apparaat is in de fabriek ingesteld op het
openen van de deur vanaf de linkerkant. Om
de draairichting van de deur te veranderen,
gaat u als volgt te werk:
OPMERKING:
Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard
blijven om het omdraaien te kunnen uitvoeren.
Koelkastdeur omdraaien
1. Verwijder de schroefnagels (11).
2. Houd de deur geopend, til het uiteinde
van de bovenste afdekking op en duw
het (10) naar voren en verwijder het van
het blok (9) op de bovenste afdekking, en
verplaats vervolgens het onderblok (8).
3. Verwijder de twee schroeven (6) die het
bovenste scharnier (5) aan de rechterkant
van het keukenkastje bevestigen.
4. Til de deur voorzichtig eruit en plaats
hem op een zachte ondergrond om
krassen te voorkomen.
5. Verwijder de plug (7) en verplaats deze
naar de onbedekte opening aan de
rechterkant van de eenheid. Druk de plug
stevig in de opening.
6. Verwijder de twee schroeven (6) die het
onderste scharnier (2) aan de rechterkant
van de eenheid bevestigen.
7. Verwijder het voorbeen voor het waterpas
maken van het schroeftype (4) en
verplaats het naar de rechterkant zoals
weergegeven in de afbeelding hiernaast.
8. Zet de deur op de nieuwe plaats en zorg
ervoor dat de pen in de bus aan de het
onderste framegedeelte (opening) komt.
9. Maak het bovenste scharnier (5) die u
eerder in stap 3 verwijderde, weer vast
aan de linkerkant van de eenheid. Zorg
ervoor dat de pen in de bus aan het
bovenste framegedeelte (opening) komt.
10. Draai het onderste scharnier (2) losjes
156
NL
vast en draai de bouten niet vast, totdat
de deur is gesloten en waterpas hangt.
11. Plaats de plug (7) op de onbedekte
openingen (rechterkant).
12. Bevestig het decoratieblok (8) aan de
rechterkant op de bovenste afdekplaat (10).
13. Houd de deur geopend, til het uiteinde
van de bovenste afdekking op en duw
het (10) naar voren en verwijder het van
het blok (9) op de bovenste afdekking, en
verplaats vervolgens het onderblok (8).
Houd de deur geopend, til het uiteinde
van de bovenste afdekking (10) op, trek
het naar achteren om het blok (9) vast te
maken.
14. Na het bevestigen van de bovenste
afdekking, sluit u de deur en bevestigt
u de bovenste afdekking (10) met de
schroef (11).
11
10
7
9
8
1. Schroef
2. Onderste scharnier
3. Bovenste scharnier
4. Afstelbaar laag voetje
5. Afstelbaar hoog voetje
6. Schroefbout
7. Plug
8. Decoratieblok
9. Het blok van de bovenste afdekking
10. Bovenste afdekplaat
11. Schroefnagel
De deur van het vriesvak verplaatsen
Zet de deur van het vriesvak op een kier.
Druk met een kleine schroevendraaier de
veer in de opening van de onderste deurlager
iets omhoog en haal de deurlager samen
met de deur eraf.
Plaats de afdekkap (M) op de
tegenovergestelde zijde.
Draai de deur van het vriesvak 180 graden
en bevestig de onderste deurlager in de
onderste lageropening van de vriesvakdeur.
Til de deur van het vriesvak iets omhoog,
plaats hem in de bovenste deurlager en
steek tegelijkertijd de onderste deurlager in
de vierkante opening.
Kleine afstellingen van de deur naar boven of
naar onder maakt het bevestigen makkelijker.
157
NL
Beschrijving van het apparaat
Voor het eerste gebruik
Overzicht van het apparaat
1. Boter/kaasvakken en verwijderbaar
eierbakje
2. Opslagruimte in de deur
3. Flessenrek
4. Groentenladen
5. Legplateaus
6. Thermostaatknop
7. Vriesruimte
8. Typeplaatje
Opstarten en thermostaat
Steek de stekker in een geaard stopcontact.
Als de deur van het koelkastcompartiment
wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan.
De thermostaat bevindt zich aan de
rechterkant van de koelruimte.
Instelling "0" betekent: Uitgeschakeld.
Draai rechtsom naar stand "1". De koelkast
gaat aan en werkt nu automatisch.
Instelling "1" betekent:
Hoogste temperatuur, warmste instelling
Instelling "7" (einde-stop) betekent:
Laagste temperatuur, koudste instelling
De temperaturen in de koelruimte en
vriesruimte kunnen niet onafhankelijk
geregeld worden.
Bij een lage omgevingstemperatuur
van ongeveer 16°C, moet instelling
"1" geselecteerd worden. Bij een
omgevingstemperatuur van ongeveer 25°C,
kiest u instelling "2".
Als u een lagere temperatuur wilt, selecteert
u instellingen "3" of "4". Op deze instelling
bent u er zeker van dat vers voedsel op
betrouwbare wijze wordt ingevroren en
dat de opslagtemperatuur van -18°C in de
koelruimte wordt gehandhaafd.
Als u vers voedsel snel wilt invriezen,
selecteert u instelling "7", wat garandeert
dat de temperatuur in de koelruimte niet
onder de 0°C komt. U dient daarna de
thermostaatknop weer terug te zetten op
instelling "3" of "4".
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperaturen (bijv. op hete
zomerdagen) en een koude instelling van de
thermostaatknop (stand "6" of "7") laten de
compressor continue werken.
Reden: wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, moet de compressor continu werken
om een lage temperatuur in het apparaat
te houden. De koelkast kan niet ontdooien,
omdat de functie automatisch ontdooien
Maak voor het eerste gebruik de binnenkant
van het apparaat en alle toebehoren schoon
(zie hoofdstuk: Onderhoud en reiniging).
159
NL
De kwaliteit van de etenswaren bliijft het best
behouden wanneer deze zo snel mogelijk
volledig ingevroren worden.
Laat warme etenswaren eerst afkoelen
voordat u deze invriest. De warmte
veroorzaakt meer ijsvorming en verhoogt het
energieverbruik.
Let op de maximale bewaartijden, zoals door
de fabrikant opgegeven.
Ontdooid voedsel dat niet verder bewerkt is
(bereid tot een maaltijd) mag in geen geval
opnieuw worden ingevroren.
Verpakkingen met ontvlambare gassen of
vloeistoffen kunnen bij lage temperaturen
gaan lekken. Dit veroorzaakt explosiegevaar!
Bewaar geen verpakkingen met ontvlambare
materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen,
nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in
het vriesvak.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte
geplaatst worden. Deze kunnen openbarsten
wanneer de inhoud bevriest, koolzuurhoudende
dranken kunnen zelfs ontploffen! Bewaar nooit
limonade, sap, bier, wijn, mousserende wijn
enz. in de vriesruimte.
Alle etenswaren moeten voor het invriezen
luchtdicht verpakt worden; dit voorkomt uitdroging
en smaakverlies, bovendien kunnen ze geen
smaak op andere diepvriesproducten afgeven.
Let op!
Raak diepvriesproducten nooit aan met
natte handen. Uw handen kunnen hieraan
vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Leg het voedsel in de onderste lade van het
vriesvak. Vers voedsel mag niet tegen al
ingevroren voedsel liggen, om te voorkomen
dat het ingevroren voedsel begint te ontdooien.
Tips:
De onderstaande verpakkingsmaterialen zijn
geschikt voor het invriezen van voedsel:
invrieszakjes en folie van polyethyleen;
speciale bakjes voor ingevroren voedsel;
extra dik aluminiumfolie.
Hiermee kunt u zakjes en folie dichtmaken:
kunststof klemmen, elastiek van rubber of
plakband.
Laat de lucht uit het zakje ontsnappen
voordat u deze dicht maakt; lucht laat
bevroren voedsel gemakkelijker uitdrogen.
Maak platte verpakkingen, deze vriezen
sneller in.
Vul bakjes voor ingevroren voedsel nooit
tot de rand met vloeibare of stroopachtige
middelen, omdat vloeistof uitzet tijdens het
invriesproces.
Ijsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes driekwart met
koud water, plaats deze in de vriesruimte en
laat bevriezen.
U kunt de ijsblokjes er makkelijk uithalen
door het bakje te buigen of het even onder
koud stromend water te houden.
Belangrijk!
Probeer nooit een vastgevroren
ijsblokjesbakje uit de vriesruimte te halen
met een gepunt of scherp voorwerp, omdat u
het koelcircuit zo kunt beschadigen. Gebruik
de meegeleverde kunststof schraper.
De koelkast ontdooit automatisch.
De achterwand van de koelkast raakt bedekt
met ijs als de compressor werkt, en ontdooit
weer als de compressor is uitgeschakeld.
Het dooiwater verdampt vanzelf.
Het vriesvak ontdooien
Tijdens het gebruik en wanneer de deur
van de vriesruimte is geopend, wordt vocht
in de vriezer afgezet als ijs. Verwijder dit ijs
regelmatig met de zachte, kunststof schraper.
Gebruik nooit een hard of scherp voorwerp
Ontdooien
160
NL
om ijs te verwijderen.
De vriesruimte moet altijd ontdooid worden
wanneer de ijslaag een dikte heeft bereikt
van ong. 4 mm; of ten minste een keer per
jaar. Het beste moment om de vriezer te
ontdooien, is wanneer deze geen of weinig
voedsel bevat.
Waarschuwing!
Gebruik geen elektrische verwarmingsmiddelen
of mechanische of kunstmatige middelen
om het ontdooiproces te versnellen, behalve
die middelen die in deze gebruiksaanwijzing
worden aanbevolen.
Gebruik geen ontdooisprays, omdat deze een
gezondheidsgevaar opleveren en/of middelen
bevat die kunststof beschadigen.
Let op!
Raak diepvriesproducten nooit aan met
natte handen. Uw handen kunnen hieraan
vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel
het in een paar lagen krantenpapier en leg
het op een koele plaats.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker
uit het stopcontact of haal de zekering los of
schakel de circuitonderbreker uit.
Tip:
U kunt het ontdooiproces versnellen door
warm water in de vriesruimte te zetten en
de deur te sluiten. Verwijder stukken ijs die
afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
Maak de vriesruimte na het ontdooien
grondig schoon (zie hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging").
Het apparaat uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand "0"
om het apparaat uit te schakelen.
Als het apparaat langere tijd niet
gebruikt gaat worden:
Verwijder al het voedsel.
Draai de thermostaatknop op de stand "0"
om het apparaat uit te schakelen.
Haal de stekker uit het stopcontact of schakel
de stroomonderbreker of zekering uit.
Maak grondig schoon (zie hoofdstuk
"Onderhoud en reiniging").
Laat de deur open zodat er geen nare
geurtjes ontstaan.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen moet het interieur
van het apparaat, inclusief alle toebehoren,
regelmatig grondig schoongemaakt worden.
Waarschuwing!
Het apparaat mag niet zijn aangesloten aan
de netvoeding tijdens het schoonmaken.
Gevaar voor elektrische schokken! Voordat u
het apparaat gaat schoonmaken, dient u het
apparaat eerst uit te schakelen of de stekker
uit het stopcontact te halen of de zekering uit
te schakelen of te verwijderen.
Het reinigen van het apparaat met een
stoomreiniger is niet toegestaan. Vocht kan
zich in de elektrische onderdelen ophopen.
Gevaar voor elektrische schokken!
De hete damp kan leiden tot schade aan de
kunststof onderdelen.
Het apparaat moet droog zijn voordat het
weer in gebruik genomen wordt.
Belangrijk!
Etherische olieën en organische
oplosmiddelen kunnen de kunststof
onderdelen beschadigen, bijv.
citroensap of sinaasappelsap;
boterzuur (1-propaancarbonzuur);
schoonmaakmiddelen met azijnzuur.
Laat deze middelen niet in contact komen
met de onderdelen van het apparaat.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Verwijder ingevroren voedsel en het voedsel
uit de koelruimte. Wikkel ingevroren voedsel
in een paar lagen krantenpapier. Leg ze,
goed bedekt, op een koele plek.
Ontdooi de vriesruimte voordat u gaat
schoonmaken
(zie het hoofdstuk @Ontdooien@).
Schakel het apparaat uit en haal de
161
NL
Storingen verhelpen
Reserveonderdelen:
De volgende reserveonderdelen kunnen
besteld worden bij uw lokale AEG
Klantenservice. U kunt deze onderdelen zelf,
zonder speciale vaardigheden of training,
bevestigen, bijv.:
boter/kaasvak, eierbakje, deurschappen,
fruit- en groenteladen, legplateaus.
Een storing kan al door een kleine fout
veroorzaakt worden, die u zelf met behulp
van de volgende instructies kunt verhelpen.
Voer geen andere werkzaamheden aan het
apparaat uit, als de volgende informatie geen
hulp biedt voor uw specieke probleem.
Belangrijk!
Reparaties aan koelkasten/vriezers mogen
alleen worden uitgevoerd door deskundige
servicemonteurs. Onjuiste reparaties kunnen
aanzienlijk gevaar voor de gebruiker opleveren.
Als uw apparaat gerepareerd dient te worden,
neemt u contact op met uw dealer of de lokale
klantenservice.
Problemen oplossen
stekker uit het stopcontact, of schakel de
circuitonderbreker of zekering uit.
Maak het apparaat en de toebehoren
schoon met een zachte doek en lauwwarm
water. De in de handel verkrijgbare
machinewasmiddelen kunnen in deze
machine worden gebruikt.
Na het schoonmaken altijd afdrogen met een
zachte doek.
Ophoping van stof op de condensor verhoogt
het energieverbruik.
Maak om deze reden de condensor aan
de achterkant van het apparaat een keer
per jaar schoon met een zachte borstel of
stofzuiger.
Controleer de waterafvoeropening aan de
achterkant van de koelkast.
Als alles droog is, kunt u het apparaat weer
gebruiken.
Tips voor energiebesparing
Het apparaat mag niet vlakbij kooktoestellen,
radiatoren of andere warmtebronnen geplaatst
worden. Hoge omgevingstemperaturen zorgen
voor een langere en frequentere werking van
de compressor.
Zorg voor voldoende ventilatie en
uitlaatmogelijkheden onder in het
apparaat en aan de achterwand. Laat de
luchtcirculatieopeningen vrij.
Plaats geen warm voedsel in de koelkast. Laat
warm voedsel eerst afkoelen.
Laat de deur niet onnodig lang open staan.
Stel de temperatuur niet kouder in dan
noodzakelijk.
Zet ingevroren voedsel in de koelkast om te
ontdooien. De kou van het ingevroren voedsel
wordt gebruikt om de koelruimte te koelen.
Houd de hitte-emissiecondensor, het metalen
rooster aan de achterwand van de koelkast,
altijd schoon.
162
NL
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat staat niet aan. Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet of niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
De zekering is gesprongen of
is kapot.
Controleer de zekering, vervang
indien nodig.
Het stopcontact is defect.
Storingen aan het elektriciteitsnet
moeten door een elektricien
verholpen worden.
Het apparaat koelt te
sterk.
De temperatuur is te laag
ingesteld.
Draai de temperatuurregeling
tijdelijk naar een warmere
instelling.
Het voedsel is te
warm.
De temperatuur is niet juist
afgesteld.
Raadpleeg de informatie in
hoofdstuk "Voor het eerste
gebruik".
De deur heeft te lang
opengestaan.
Doe de deur alleen open wanneer
het nodig is.
Er werd de afgelopen 24 uur
een grote hoeveelheid warme
levensmiddelen in het apparaat
geplaatst.
Draai de thermostaatknop tijdelijk
naar een koudere instelling.
Het apparaat staat vlakbij een
warmtebron.
Raadpleeg de informatie in het
hoofdstuk "Installatielocatie".
De binnenverlichting
werkt niet.
Het lampje is kapot.
Raadpleeg de informatie in
hoofdstuk "Het lampje vervangen".
Zware ijsvorming,
mogelijk op de
deurafdichting.
De deurafdichting is niet
luchtdicht (mogelijk na het
omkeren van de deur).
Verwarm de lekkende delen van
de deurafdichting voorzichtig met
een föhn (op de koude stand).
Vorm tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting zodanig met de hand
dat deze nu luchtdicht is.
Ongebruikelijke
geluiden.
Het apparaat staat niet waterpas. Stel de voetjes af.
Het apparaat staat tegen een
muur of andere voorwerpen.
Verplaats het apparaat een stukje.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het apparaat
raakt een ander onderdeel van het
apparaat of de muur.
Buig indien nodig het onderdeel
voorzichtig weg.
De compressor start
niet onmiddellijk na
het wijzigen van de
temperatuurinstelling.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De compressor start na enige tijd.
Er ligt water op de
vloer of legplateaus
De waterafvoeropening is
verstopt.
Zie hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
163
NL
Waarschuwing!
Gevaar op elektrische schokken! Voordat
u het lampje gaat vervangen, moet u het
apparaat uitschakelen of de stekker uit het
stopcontact halen, of de zekering loshalen of
de circuitonderbreker uitschakelen.
Gegevens lampje: 220~240 V, max. 15 W
Draai de thermostaatknop op de stand "0"
om het apparaat uit te schakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de schroef los om het lampje te
vervangen.
Druk het kapje zoals getoond in en schuif het
naar achter.
Vervang het kapotte lampje.
Plaats het kapje en de schroef terug.
Zet de koelkast weer in werking.
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn kenmerkend voor
koelapparaten:
Klikken
Als de compressor in- of uitschakelt, kan er
een klik worden gehoord.
Zoemen
Zodra de compressor in werking is, kunt u
hem horen zoemen.
Borrelen/
Wanneer koelvloeistof in de dunnen leidingen
stroomt kunt u dit horen.
Spatten
Borrelende of spattende geluiden Zelfs
nadat de compressor is uitgeschakeld,
kunnen deze geluiden nog een tijdje gehoord
worden.
Het lampje vervangen

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Geachte klant...........................................152 Belangrijke veiligheidsinstructies..............153 Bedoeld gebruik.......................................153 Voor het eerste gebruik............................153 Belangrijk:.................................................153 Koelgas ...................................................153 Veiligheid van kinderen ...........................154 Dagelijkse werking...................................154 In geval van een storing...........................154 Verpakking verwijderen............................154 Installatie..................................................155 Installatielocatie........................................155 Uw koelkast heeft lucht nodig...................155 Omkeerbaarheid van de deur...................155 De deur van het vriesvak verplaatsen......156 Voor het eerste gebruik............................157 Beschrijving van het apparaat..................157 Opstarten en thermostaat.........................157 Toebehoren interieur................................158 Invriezen en bewaren van diepvriesproducten...................................158 Ijsblokjes maken.......................................159 Ontdooien.................................................159 De koelkast ontdooit automatisch............159 Het vriesvak ontdooien.............................159 Het apparaat uitschakelen........................160 Reiniging en onderhoud...........................160 Tips voor energiebesparing......................161 Problemen oplossen.................................161 Het lampje vervangen..............................163 Geluiden tijdens de werking.....................163 Geachte klant Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u uw nieuwe koelkast/vriezer installeert en gebruikt. Dit document bevat belangrijke informatie voor het veilige gebruik, installatie en onderhoud van het apparaat. Berg deze gebruiksaanwijzing voor toekomstige verwijzing op. Geef dit document door aan een eventueel nieuwe eigenaar van het apparaat. Opmerkingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor de juiste werking van het apparaat worden benadrukt met een waarschuwingsdriehoek en/of met de signaalwoorden (Waarschuwing!, Opgelet!, Belangrijk!). Volg de volgende aanwijzingen zorgvuldig op. NL 152 Aanvullende informatie met betrekking tot de bediening en praktische toepassingen van het apparaat verschijnen na dit symbool. Nuttige tips voor het economisch en milieuvriendelijk verstandige gebruik van het apparaat worden gemarkeerd met een klaverblad. Dit document bevat instructies voor het oplossen door de gebruiker van mogelijke storingen in het hoofdstuk 'Problemen oplossen'. Als deze instructies niet afdoende zijn, kunt u contact opnemen met de lokale serviceafdeling. Gedrukt op milieuvriendelijk papier. Hij die ecologisch denkt, handelt ernaar! Belangrijke veiligheidsinstructies Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor uw veiligheid. Zorg dat u ze volledig begrijpt voordat u het apparaat installeert of gebruikt. Uw veiligheid is uiterst belangrijk. Als u niet zeker weet wat deze waarschuwingen betekenen, neemt u contact op met de serviceafdeling voor hulp. Bedoeld gebruik De koelkast is bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en opslaan van bevroren voedsel en ook voor het maken van ijs. Als het apparaat wordt gebruikt voor doeleinden anders dan het bedoelde gebruik of onjuist wordt gebruikt, kan geen aansprakelijkheid door de fabrikant worden geaccepteerd voor wat voor schade dan ook. Om veiligheidsredenen zijn modificaties of wijzigingen aan de koelkast niet toegestaan. Als u de koelkast in een commerciële toepassing of voor doeleinden anders dan het koelen, invriezen of opslaan van bevroren voedsel wilt gebruiken, accepteert de fabrikant geen aansprakelijkheid voor wat voor schade dan ook. Voor het eerste gebruik Zorg ervoor dat het apparaat niet op het netsnoer staat. Belangrijk: Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door bevoegd of gekwalificeerd personeel met een speciaal snoer van hetzelfde type. Controleer het apparaat op transportschade. Onder geen enkele omstandigheid mag een beschadigd apparaat aangesloten worden. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier. WAARSCHUWING - Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING - Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING - Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING - Dit apparaat is niet bedoeld om gebruikt te worden door jonge kinderen of onervaren personen, tenzij zij onder toezicht van een verantwoordelijk persoon staan, die garandeert dat zij het apparaat veilig kunnen gebruiken. Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. WAARSCHUWING - Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen. WAARSCHUWING - Wanneer een oud apparaat wordt afgedankt, mag dit alleen worden afgegeven aan een bevoegd afvalinzamelstation. Niet aan een vlam blootstellen. WAARSCHUWING - Als het netsnoer beschadigd is, moet dit vervangen worden door een speciale kabel of kabelsamenstel die verkrijgbaar zijn bij de fabrikant of diens servicevertegenwoordiger. Koelgas Het koelgas bevindt zich in het koelcircuit van dit apparaat. Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt. Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt. 153 NL Indien het koelcircuit beschadigd is: vermijden; grondig ventileren. Veiligheid van kinderen Verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen! Maak het oude apparaat onbruikbaar voordat u deze afdankt. Haal de stekker uit het stopcontadct, knip het netsnoer door en verbreek of verwijder de veer- of boutvergrendelmechanismen als deze aanwezig zijn. Hiermee kan worden voorkomen dat spelende kinderen zichzelf niet kunnen opsluiten in het apparaat (verstikkingsgevaar) of in andere gevaarlijke situaties terecht komen. Kinderen herkennen de gevaren die bij elektrische apparaten horen vaak niet. Zorg daarom dat er voldoende toezicht is en laat kinderen niet spelen met het apparaat! Dagelijkse werking Verpakkingen met ontvlambare gassen of vloeistoffen kunnen bij lage temperaturen gaan lekken. Dit veroorzaakt explosiegevaar! Bewaar geen verpakkingen met ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen, nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in de koelkast en/of vriezer. Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte geplaatst worden. Deze kunnen openbarsten wanneer de inhoud bevriest, koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs ontploffen! Bewaar nooit limonade, sap, bier, wijn, mousserende wijn enz. in de vriesruimte. NL 154 Steek niet gelijk het ijs of de ijsblokjes vanuit het vriesvak in uw mond. Het zeer koude ijs kan aan uw lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen. Gebruik geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachine, mixer enz.) in de koelkast. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het apparaat eerst uit te schakelen of de stekker uit het stopcontact te halen of de zekering uit te schakelen of te verwijderen. Trek de stekker altijdaan de stekker uit het stopcontact, niet aan het snoer. In geval van een storing Als een storing optreedt in het apparaat, kijk dan eerst in het hoofdstuk @Problemen oplossen. @ van deze instructies. Als de gegeven informatie uw probleem niet verhelpt, dient u niet zelf reparaties aan het apparaat uit te voeren. In geen geval mag u het apparaat zelf repareren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Neem contact op met onze serviceafdeling. Verpakking verwijderen Het apparaat en de interieurbevestigingen zijn beschermd tijdens het vervoer. Trek aan het plakband aan de linker- en rechterkant van de deur. U kunt de restanten met wat spiritus verwijderen. Verwijder al het plakband en verpakkingsmaterialen van het interieur van het apparaat. Installatie Installatielocatie Het apparaat mag alleen geïnstalleerd worden in een goed geventileerde, droge kamer. De omgevingstemperatuur heeft effect op het energieverbruik en de efficiënte prestatie van het apparaat. Het apparaat mag daarom niet aan direct zonlicht worden blootgesteld; Het mag niet nabij radiatoren, kooktoestellen of andere warmtebronnen worden geplaatst; Het mag alleen geïnstalleerd worden op een plaats, waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatclassificatie waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatklassificatie bevindt zich op het typeplaatje in de koelkast aan de linkerwand Het apparaat moet zodanig geplaatst worden dat de stekker bereikbaar is. De volgende tabel toont welke omgevingstemperatuur juist is voor elke klimaatklassificatie: Klimaatklassificatie omgevingstgemperatuur SN N ST T + 10 tot +32°C + 16 tot +32°C + 16 tot +38°C + 16 tot +43°C Als het koelapparaat naast een andere koelkast of vriezer is geplaatst, is een speling van 5 cm aan elke zijde vereist, om de vorming van condens aan de buitenkant van het apparaat te voorkomen. Uw koelkast heeft lucht nodig. Voor de juiste werking moet dit apparaat in een droge kamer geïnstaleerd worden, ver verwijderd van warmtebronnen, bijv. kooktoestellen, radiatoren, boilers en direct zonlicht. U moet ervoor zorgen dat lucht vrij kan circuleren aan de achterkant en de bovenkant van het kastje. Tussen de bovenkant van het kastje en een bovenhangend keukenmeubel moet een ruimte van 100 mm zitten. Hou als alternatief een ruimte van 50 mm open tussen de bovenkant van het keukenkastje en elke bovenhangende keukenmeubel en een opening van 25 mm aan elke zijde van het apparaat. Omkeerbaarheid van de deur Deze koelkast biedt de mogelijkheid voor het links of rechts openen van de deur. Dit apparaat is in de fabriek ingesteld op het openen van de deur vanaf de linkerkant. Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk: OPMERKING: Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard blijven om het omdraaien te kunnen uitvoeren.  Koelkastdeur omdraaien 1. Verwijder de schroefnagels (11). 2. Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking op en duw het (10) naar voren en verwijder het van het blok (9) op de bovenste afdekking, en verplaats vervolgens het onderblok (8). 3. Verwijder de twee schroeven (6) die het bovenste scharnier (5) aan de rechterkant van het keukenkastje bevestigen. 4. Til de deur voorzichtig eruit en plaats hem op een zachte ondergrond om krassen te voorkomen. 5. Verwijder de plug (7) en verplaats deze naar de onbedekte opening aan de rechterkant van de eenheid. Druk de plug stevig in de opening. 6. Verwijder de twee schroeven (6) die het onderste scharnier (2) aan de rechterkant van de eenheid bevestigen. 7. Verwijder het voorbeen voor het waterpas maken van het schroeftype (4) en verplaats het naar de rechterkant zoals weergegeven in de afbeelding hiernaast. 8. Zet de deur op de nieuwe plaats en zorg ervoor dat de pen in de bus aan de het onderste framegedeelte (opening) komt. 9. Maak het bovenste scharnier (5) die u eerder in stap 3 verwijderde, weer vast aan de linkerkant van de eenheid. Zorg ervoor dat de pen in de bus aan het bovenste framegedeelte (opening) komt. 10. Draai het onderste scharnier (2) losjes 155 NL vast en draai de bouten niet vast, totdat de deur is gesloten en waterpas hangt. 11. Plaats de plug (7) op de onbedekte openingen (rechterkant). 12. Bevestig het decoratieblok (8) aan de rechterkant op de bovenste afdekplaat (10). 13. Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking op en duw het (10) naar voren en verwijder het van het blok (9) op de bovenste afdekking, en verplaats vervolgens het onderblok (8). Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking (10) op, trek het naar achteren om het blok (9) vast te maken. 14. Na het bevestigen van de bovenste afdekking, sluit u de deur en bevestigt u de bovenste afdekking (10) met de schroef (11). 11 10 7 9 8 1. Schroef 2. Onderste scharnier 3. Bovenste scharnier 4. Afstelbaar laag voetje 5. Afstelbaar hoog voetje 6. Schroefbout 7. Plug 8. Decoratieblok 9. Het blok van de bovenste afdekking 10. Bovenste afdekplaat 11. Schroefnagel De deur van het vriesvak verplaatsen Zet de deur van het vriesvak op een kier. Druk met een kleine schroevendraaier de veer in de opening van de onderste deurlager iets omhoog en haal de deurlager samen met de deur eraf. Plaats de afdekkap (M) op de tegenovergestelde zijde. Draai de deur van het vriesvak 180 graden en bevestig de onderste deurlager in de NL 156 onderste lageropening van de vriesvakdeur. Til de deur van het vriesvak iets omhoog, plaats hem in de bovenste deurlager en steek tegelijkertijd de onderste deurlager in de vierkante opening. Kleine afstellingen van de deur naar boven of naar onder maakt het bevestigen makkelijker. Voor het eerste gebruik Maak voor het eerste gebruik de binnenkant van het apparaat en alle toebehoren schoon (zie hoofdstuk: Onderhoud en reiniging). Beschrijving van het apparaat Overzicht van het apparaat 1. Boter/kaasvakken en verwijderbaar eierbakje 2. Opslagruimte in de deur 3. Flessenrek 4. Groentenladen 5. Legplateaus 6. Thermostaatknop 7. Vriesruimte 8. Typeplaatje Opstarten en thermostaat Steek de stekker in een geaard stopcontact. Als de deur van het koelkastcompartiment wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan. De thermostaat bevindt zich aan de rechterkant van de koelruimte. Instelling "0" betekent: Uitgeschakeld. Draai rechtsom naar stand "1". De koelkast gaat aan en werkt nu automatisch. Instelling "1" betekent: Hoogste temperatuur, warmste instelling Instelling "7" (einde-stop) betekent: Laagste temperatuur, koudste instelling De temperaturen in de koelruimte en vriesruimte kunnen niet onafhankelijk geregeld worden. Bij een lage omgevingstemperatuur van ongeveer 16°C, moet instelling "1" geselecteerd worden. Bij een omgevingstemperatuur van ongeveer 25°C, kiest u instelling "2". Als u een lagere temperatuur wilt, selecteert u instellingen "3" of "4". Op deze instelling bent u er zeker van dat vers voedsel op betrouwbare wijze wordt ingevroren en dat de opslagtemperatuur van -18°C in de koelruimte wordt gehandhaafd. Als u vers voedsel snel wilt invriezen, selecteert u instelling "7", wat garandeert dat de temperatuur in de koelruimte niet onder de 0°C komt. U dient daarna de thermostaatknop weer terug te zetten op instelling "3" of "4". Belangrijk! Hoge omgevingstemperaturen (bijv. op hete zomerdagen) en een koude instelling van de thermostaatknop (stand "6" of "7") laten de compressor continue werken. Reden: wanneer de omgevingstemperatuur hoog is, moet de compressor continu werken om een lage temperatuur in het apparaat te houden. De koelkast kan niet ontdooien, omdat de functie automatisch ontdooien 157 NL De kwaliteit van de etenswaren bliijft het best behouden wanneer deze zo snel mogelijk volledig ingevroren worden. Laat warme etenswaren eerst afkoelen voordat u deze invriest. De warmte veroorzaakt meer ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. Let op de maximale bewaartijden, zoals door de fabrikant opgegeven. Ontdooid voedsel dat niet verder bewerkt is (bereid tot een maaltijd) mag in geen geval opnieuw worden ingevroren. Verpakkingen met ontvlambare gassen of vloeistoffen kunnen bij lage temperaturen gaan lekken. Dit veroorzaakt explosiegevaar! Bewaar geen verpakkingen met ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen, nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in het vriesvak. Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte geplaatst worden. Deze kunnen openbarsten wanneer de inhoud bevriest, koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs ontploffen! Bewaar nooit limonade, sap, bier, wijn, mousserende wijn enz. in de vriesruimte. Alle etenswaren moeten voor het invriezen luchtdicht verpakt worden; dit voorkomt uitdroging en smaakverlies, bovendien kunnen ze geen smaak op andere diepvriesproducten afgeven. ingevroren voedsel liggen, om te voorkomen dat het ingevroren voedsel begint te ontdooien. Let op! Belangrijk! Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Leg het voedsel in de onderste lade van het vriesvak. Vers voedsel mag niet tegen al Probeer nooit een vastgevroren ijsblokjesbakje uit de vriesruimte te halen met een gepunt of scherp voorwerp, omdat u het koelcircuit zo kunt beschadigen. Gebruik de meegeleverde kunststof schraper. Tips: De onderstaande verpakkingsmaterialen zijn geschikt voor het invriezen van voedsel: invrieszakjes en folie van polyethyleen; speciale bakjes voor ingevroren voedsel; extra dik aluminiumfolie. Hiermee kunt u zakjes en folie dichtmaken: kunststof klemmen, elastiek van rubber of plakband. Laat de lucht uit het zakje ontsnappen voordat u deze dicht maakt; lucht laat bevroren voedsel gemakkelijker uitdrogen. Maak platte verpakkingen, deze vriezen sneller in. Vul bakjes voor ingevroren voedsel nooit tot de rand met vloeibare of stroopachtige middelen, omdat vloeistof uitzet tijdens het invriesproces. Ijsblokjes maken Vul het bakje voor ijsblokjes driekwart met koud water, plaats deze in de vriesruimte en laat bevriezen. U kunt de ijsblokjes er makkelijk uithalen door het bakje te buigen of het even onder koud stromend water te houden. Ontdooien De koelkast ontdooit automatisch. Het vriesvak ontdooien De achterwand van de koelkast raakt bedekt met ijs als de compressor werkt, en ontdooit weer als de compressor is uitgeschakeld. Het dooiwater verdampt vanzelf. Tijdens het gebruik en wanneer de deur van de vriesruimte is geopend, wordt vocht in de vriezer afgezet als ijs. Verwijder dit ijs regelmatig met de zachte, kunststof schraper. Gebruik nooit een hard of scherp voorwerp 159 NL om ijs te verwijderen. De vriesruimte moet altijd ontdooid worden wanneer de ijslaag een dikte heeft bereikt van ong. 4 mm; of ten minste een keer per jaar. Het beste moment om de vriezer te ontdooien, is wanneer deze geen of weinig voedsel bevat. om het apparaat uit te schakelen. Haal de stekker uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker of zekering uit. Maak grondig schoon (zie hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). Laat de deur open zodat er geen nare geurtjes ontstaan. Reiniging en onderhoud Waarschuwing! Gebruik geen elektrische verwarmingsmiddelen of mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die in deze gebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Gebruik geen ontdooisprays, omdat deze een gezondheidsgevaar opleveren en/of middelen bevat die kunststof beschadigen. Let op! Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact of haal de zekering los of schakel de circuitonderbreker uit. Tip: U kunt het ontdooiproces versnellen door warm water in de vriesruimte te zetten en de deur te sluiten. Verwijder stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. Maak de vriesruimte na het ontdooien grondig schoon (zie hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). Het apparaat uitschakelen Draai de thermostaatknop op de stand "0" om het apparaat uit te schakelen. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden: Verwijder al het voedsel. Draai de thermostaatknop op de stand "0" NL 160 Om hygiënische redenen moet het interieur van het apparaat, inclusief alle toebehoren, regelmatig grondig schoongemaakt worden. Waarschuwing! Het apparaat mag niet zijn aangesloten aan de netvoeding tijdens het schoonmaken. Gevaar voor elektrische schokken! Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, dient u het apparaat eerst uit te schakelen of de stekker uit het stopcontact te halen of de zekering uit te schakelen of te verwijderen. Het reinigen van het apparaat met een stoomreiniger is niet toegestaan. Vocht kan zich in de elektrische onderdelen ophopen. Gevaar voor elektrische schokken! De hete damp kan leiden tot schade aan de kunststof onderdelen. Het apparaat moet droog zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. Belangrijk! Etherische olieën en organische oplosmiddelen kunnen de kunststof onderdelen beschadigen, bijv. citroensap of sinaasappelsap; boterzuur (1-propaancarbonzuur); schoonmaakmiddelen met azijnzuur. Laat deze middelen niet in contact komen met de onderdelen van het apparaat. Gebruik geen schuurmiddelen. Verwijder ingevroren voedsel en het voedsel uit de koelruimte. Wikkel ingevroren voedsel in een paar lagen krantenpapier. Leg ze, goed bedekt, op een koele plek. Ontdooi de vriesruimte voordat u gaat schoonmaken (zie het hoofdstuk @Ontdooien@). Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact, of schakel de circuitonderbreker of zekering uit. Maak het apparaat en de toebehoren schoon met een zachte doek en lauwwarm water. De in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden gebruikt. Na het schoonmaken altijd afdrogen met een zachte doek. Ophoping van stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Maak om deze reden de condensor aan de achterkant van het apparaat een keer per jaar schoon met een zachte borstel of stofzuiger. Controleer de waterafvoeropening aan de achterkant van de koelkast. Als alles droog is, kunt u het apparaat weer gebruiken. Tips voor energiebesparing Het apparaat mag niet vlakbij kooktoestellen, radiatoren of andere warmtebronnen geplaatst worden. Hoge omgevingstemperaturen zorgen voor een langere en frequentere werking van de compressor. Zorg voor voldoende ventilatie en uitlaatmogelijkheden onder in het apparaat en aan de achterwand. Laat de luchtcirculatieopeningen vrij. Plaats geen warm voedsel in de koelkast. Laat warm voedsel eerst afkoelen. Laat de deur niet onnodig lang open staan. Stel de temperatuur niet kouder in dan noodzakelijk. Zet ingevroren voedsel in de koelkast om te ontdooien. De kou van het ingevroren voedsel wordt gebruikt om de koelruimte te koelen. Houd de hitte-emissiecondensor, het metalen rooster aan de achterwand van de koelkast, altijd schoon. Problemen oplossen Storingen verhelpen Reserveonderdelen: De volgende reserveonderdelen kunnen besteld worden bij uw lokale AEG Klantenservice. U kunt deze onderdelen zelf, zonder speciale vaardigheden of training, bevestigen, bijv.: boter/kaasvak, eierbakje, deurschappen, fruit- en groenteladen, legplateaus. Een storing kan al door een kleine fout veroorzaakt worden, die u zelf met behulp van de volgende instructies kunt verhelpen. Voer geen andere werkzaamheden aan het apparaat uit, als de volgende informatie geen hulp biedt voor uw specifieke probleem. Belangrijk! Reparaties aan koelkasten/vriezers mogen alleen worden uitgevoerd door deskundige servicemonteurs. Onjuiste reparaties kunnen aanzienlijk gevaar voor de gebruiker opleveren. Als uw apparaat gerepareerd dient te worden, neemt u contact op met uw dealer of de lokale klantenservice. 161 NL Symptoom Het apparaat werkt niet. Mogelijke oorzaak Het apparaat staat niet aan. De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact. De zekering is gesprongen of is kapot. Het stopcontact is defect. Het apparaat koelt te sterk. De temperatuur is te laag ingesteld. De temperatuur is niet juist afgesteld. Het voedsel is te warm. De binnenverlichting werkt niet. Het lampje is kapot. Zware ijsvorming, mogelijk op de deurafdichting. De deurafdichting is niet luchtdicht (mogelijk na het omkeren van de deur). Ongebruikelijke geluiden. Het apparaat staat niet waterpas. Het apparaat staat tegen een muur of andere voorwerpen. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat raakt een ander onderdeel van het apparaat of de muur. De compressor start niet onmiddellijk na het wijzigen van de temperatuurinstelling. Er ligt water op de vloer of legplateaus NL De deur heeft te lang opengestaan. Er werd de afgelopen 24 uur een grote hoeveelheid warme levensmiddelen in het apparaat geplaatst. Het apparaat staat vlakbij een warmtebron. 162 Oplossing Schakel het apparaat in. Steek de stekker goed in het stopcontact. Controleer de zekering, vervang indien nodig. Storingen aan het elektriciteitsnet moeten door een elektricien verholpen worden. Draai de temperatuurregeling tijdelijk naar een warmere instelling. Raadpleeg de informatie in hoofdstuk "Voor het eerste gebruik". Doe de deur alleen open wanneer het nodig is. Draai de thermostaatknop tijdelijk naar een koudere instelling. Raadpleeg de informatie in het hoofdstuk "Installatielocatie". Raadpleeg de informatie in hoofdstuk "Het lampje vervangen". Verwarm de lekkende delen van de deurafdichting voorzichtig met een föhn (op de koude stand). Vorm tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting zodanig met de hand dat deze nu luchtdicht is. Stel de voetjes af. Verplaats het apparaat een stukje. Buig indien nodig het onderdeel voorzichtig weg. Dit is normaal, er is geen storing. De compressor start na enige tijd. De waterafvoeropening is verstopt. Zie hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Het lampje vervangen Waarschuwing! Gevaar op elektrische schokken! Voordat u het lampje gaat vervangen, moet u het apparaat uitschakelen of de stekker uit het stopcontact halen, of de zekering loshalen of de circuitonderbreker uitschakelen. Gegevens lampje: 220~240 V, max. 15 W Draai de thermostaatknop op de stand "0" om het apparaat uit te schakelen. Trek de stekker uit het stopcontact. Draai de schroef los om het lampje te vervangen. Druk het kapje zoals getoond in en schuif het naar achter. Vervang het kapotte lampje. Plaats het kapje en de schroef terug. Zet de koelkast weer in werking. Geluiden tijdens de werking De volgende geluiden zijn kenmerkend voor koelapparaten: Klikken Als de compressor in- of uitschakelt, kan er een klik worden gehoord. Zoemen Zodra de compressor in werking is, kunt u hem horen zoemen. Borrelen/ Wanneer koelvloeistof in de dunnen leidingen stroomt kunt u dit horen. Spatten Borrelende of spattende geluiden Zelfs nadat de compressor is uitgeschakeld, kunnen deze geluiden nog een tijdje gehoord worden. 163 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307

Zanussi ZRG31SW1 Handleiding

Type
Handleiding