Whirlpool TEP 649 L Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
TEP 649 L
Inhoud
Installatie, 41-44
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Eigenschappen van branders en sproeiers
Beschrijving van het apparaat, 45
Bedieningspaneel
Starten en gebruik, 46-48
Inschakelen kookplaat
Inschakelen kookzones
Boosterfunctie
Uitschakelen kookzones
Programmering kookduur
Blokkering van het bedieningspaneel
Uitschakelen kookplaat
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Praktische tips voor het gebruik van de branders
Veiligheidsmechanismen
Voorzorgsmaatregelen en advies, 49
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 50
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
De kookplaat verwijderen
Onderhoud gaskranen
Technische beschrijving van de
modellen, 51
Storingen en oplossingen, 52
KOOKPLAAT
NL
Italiano, 1
NL
Français, 27
Deutsch, 53Nederlands,
40
English,14
GB FR
DE
IT
41
NL
Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele
raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit
boekje bij het apparaat te bewaren zodat
waarschuwingen en informatie betreffende werking
voorhanden blijven.
Lees de instructies aandachtig door: er staat belangrijke
informatie in over
installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor
kinderen en dient daarom te worden verwijderd volgens
de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling
( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van de
fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen
.
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd
en gebruikt in permanent geventileerde ruimten,
overeenkomstig de voorschriften van de landelijk
geldende normen. De volgende eisen moeten in acht
genomen worden:
Het vertrek moet voor de verbrandingsrook een
afvoersysteem naar buiten toe hebben Dit kan door
middel van een afzuigkap of een elektrische ventilator
die automatisch in werking treedt wanneer men het
apparaat aanzet.
Het vertrek moet luchttoevoersystemen hebben, vereist
voor de normale verbranding van het gas. De
luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding
moet niet minder dan 2 m
3
/h zijn per kW geïnstalleerd
vermogen.
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel
van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm
2
en die
zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier kan zijn door
op indirecte wijze lucht te
onttrekken van aangrenzende
vertrekken, die door middel van
een ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten verbonden
zijn en die geen gemeenschappelijke delen zijn van het
gebouw, of ruimtes met brandgevaar, of slaapkamers.
Vloeibaar petroleumgas (LPG) is zwaarder dan lucht en
blijft laag hangen. Om deze reden moeten vertrekken
waar LPG-flessen staan, laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren van
eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG-flessen
mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in
vertrekken die lager liggen dan de begane grond
(kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles
in het vertrek te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in
rechtstreeks contact staat met warmtebronnen (oven,
open haard, kachel, enz.) die hem tot temperaturen van
meer dan 50°C zouden kunnen brengen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal
zijn vervaardigd en een temperatuur van circa
100°C kunnen verdragen;
als de kookplaat boven een oven wordt
geïnstalleerd moet deze zijn voorzien van een
geforceerd geventileerd afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een
afwasautomaat: indien u dit toch doet, breng dan
een waterdichte afscheiding
aan tussen de twee
apparaten;
naar gelang het type kookplaat dat u wenst te
installeren (zie afbeeldingen), moet het
keukenmeubel de volgende afmetingen hebben:
De meubels die direct naast de kookplaat geplaatst
zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens 600
mm van de rand van de plaat staan.
De afzuigkappen moeten worden geïnstalleerd volgens
de vereisten van hun eigen gebruiksaanwijzingen, maar
in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm.
Plaats de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm
vanaf het keukenblad (zie
afbeelding).
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie
afbeelding).
Installatie
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
600mm min.
540mm min.
700mm min.
560 +/- 1
490 +/- 1
48
5
9
0
520
42
NL
Ventilatie
Om een juiste ventilatie te bereiken en een
oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat
te voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd worden
op:
een minimum afstand van 40 mm van de achterwand;
op zodanige wijze dat er een minimum afstand
overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het
onderstaande
meubel.
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal
oppervlak worden geïnstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte
vervormingen kunnen de eigenschappen en de
prestaties van de kookplaat aantasten.
De lengte van de regelschroef van de
bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het
keukenblad worden ingesteld voordat de haken worden
gemonteerd:
als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm;
als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm.
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Schroef met korte, puntloze schroeven de 4
centreringsklemmen in de openingen in het midden van
elke zijde van het blad vast;
2. zet de kookplaat
in het midden van de opening van
het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de
hele omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het
keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in
het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4
bevestigingshaken aan de
onderste rand van de
kookplaat vastschroeven met gepunte, lange schroeven,
net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit.
De schroeven van de centreringsklemmen moeten te
allen tijde bereikbaar blijven.
Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact
meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat
het apparaat is ingebouwd.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd
zonder gereedschap te gebruiken.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de
eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd,
zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de
oven eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen.
5 mm
min. 20 mm
min. 20 mm
min. 40 mm
LADE
5 mm
min. 40 mm
HETELUCHTOVEN
VOORZIJDE VAN
DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
43
NL
Klemmenstrook
Aan de onderkant van het
apparaat bevindt zich een
klemmenstrook voor de
verschillende types elektrische
voeding
(de afbeelding dient slechts als
voorbeeld en kan verschillen
van het door u aangeschafte
model).
Eenfasige aansluiting
De eventueel bijgeleverde kabel is alleen geschikt
voor dit type installatie.
Eigenschappen van het elektrische net:
Spanningstype en netfrequentie
220-240V 1+N ~ 50 Hz
230V 2 ~ 50/Hz
Als de kookplaat al beschikt over
een voedingskabel, moet u hem
aan het elektrische net verbinden
door de kabelkleuren te bevestigen
volgens het schema
hiernaast.
Gasaansluiting
Het aansluiten van het apparaat aan de gasleiding
of aan de gasfles moet volgens de geldende
landelijke normen worden uitgevoerd (en
daaropvolgende wijzigingen), nadat u zich ervan heeft
verzekerd dat het apparaat is ingesteld op het soort
gas waarmee het zal worden voorzien. Is dit niet het
geval dan moeten de handelingen in de paragraaf
Aanpassing aan de verschillende soorten gas
worden uitgevoerd.
Bij gebruik van vloeibaar gas uit een gasfles
gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen.
Voor een veilig functioneren, juist gebruik van
energie en langere levensduur van het apparaat
moet u zich ervan verzekeren dat de gasdruk
correspondeert met de waarden die zijn aangegeven
in tabel 1 Eigenschappen van branders en
sproeiers.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of
staal)
De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een L-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een
pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet
worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te
vervangen (bij het apparaat geleverd). Het
verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot
het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrij stalen flexibele
buis aan een onafgebroken wand met
aanhechtingen met schroefdraad
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt
tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet
zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in
uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is.
Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u
controleren dat de flexibele metalen buis niet in
contact komt met de beweegbare delen of dat hij
gekneld raakt.
Controleer of de buis voldoet aan de geldende
Nationale Normen zoals de metalen aluminium
af
dichtingen en de rubberen afdichtingen.
Controleren gasdichtheid
Nadat de installatie heeft plaats gevonden moet de
perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken
worden gecontroleerd met een zeepoplossing en
nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een soort
gas dat verschilt van het gas waarvoor het fornuis
gebruiksklaar is gemaakt (aangegeven op het etiket
aan de onderzijde van de kookplaat of op de
verpakking) moeten de sproeiers van de branders
op de volgende manier worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif
de branders uit hun plaats.
2. schroef de sproeiers los met een steeksleutel van
7 mm en vervang ze met sproeiers geschikt voor
het nieuwe type gas (zie tabel 1 Eigenschappen
van branders en sproeiers).
Blauw
Bruin
N
Neutraal
L
Fase
Groen/Geel
Aarde
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
44
NL
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te
voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met
het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar
bij onze Technische Service Centers.
Regelen primaire lucht van de sproeiers
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
Het regelen van de minimumstand
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2.Verwijder de knop en
draai aan het
regelschroefje in of naast
de spil van het kraantje
totdat u een kleine,
regelmatige vlam
bereikt.
Eigenschappen van branders en sproeiers
3. Controleer of de branders aanblijven als u de
knop snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermokoppelbeveiliging)
dit systeem niet werkt als de branders op de
minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op
de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen
met zegellak of soortgelijk materiaal.
Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
dicht worden geschroefd.
Aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket van de gasinstelling vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas,
verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is van wat is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die
voldoet aan de landelijk geldende normen betreffende
drukregelaars voor gekanaliseerd gas).
R
S
TEP 649 L
* A 15°C en 1013 mbar- gas droog
** Propaan P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg
*** Butaan P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg
Aardgas P.C.S. (bovenwaarde) = 37.78 MJ/m
3
Tabel 1
Vloeibaar gas
Aardgas
verwarmings-
vermogen
kW (p.c.s.*)
verwarmings-
vermogen
kW (p.c.s.*)
vermogen* g/h verwarmings-
vermogen
kW (p.c.s.*)
Brander Diameter
(mm)
Gereduc.
By-Pass
1/100
(mm)
Nomin.
Sproeier
1/100
(mm)
*** ** Nomin.
Sproeier
1/100
(mm)
Vermogen
*l/h
Snel (R) 100 0,70 39 3,00 86 218 214 3,30 123 314
Halfsnel (S) 75 0,40 28 1,80 67 131 129 1,80 102 171
Toevoerdruk
Nominaal (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
17
25
45
NL
Display PROGRAMMERINGSTIMER toont de
keuzes betreffende de programmering (zie
Starten en gebruik).
Toetsen PROGRAMMERINGSTIMER om de
programmering van elke kookzone te regelen (zie
Starten en gebruik).
Controlelampjes GEPROGRAMMEERDE
KOOKZONE geven aan dat de betreffende kookzone
geprogrammeerd is (zie Starten en gebruik).
Toets ON/OFF
voor het in- en uitschakelen van het
apparaat.
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de
programmering van het kookvlak worden
uitgevoerd (zie Starten en gebruik).
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL toont dat de blokkering
van het bedieningspaneel is uitgevoerd (zie
Starten en gebruik).
Toets BOOSTER om het extra vermogen - 3000 W
- van het kookgedeelte in te schakelen (zie
Starten en gebruik).
Controlelampje GESELECTEERDE KOOKZ
ONE
geeft aan dat de betreffende kookzone
geselecteerd is en dat u deze kunt regelen.
Toets SELECTEREN KOOKZONE om de
gewenste kookzone te selecteren
Aanwijzer VERMOGEN geeft het bereikte
warmteniveau aan.
Toets MEER VERMOGEN om de kookplaat aan te
zetten en het vermogen te regelen (zie Starten en
gebruik).
Toets MINDER VERMOGEN om het vermogen te
regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten
en gebruik).
Bedieningsknoppen van de GASBRANDERS voor
het regelen van de vlam.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander
.
VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
VEILIGHEIDSMECHANISME
Bougie voor de ontsteking van de
GASBRANDERS
Toets MEER VERMOGENToets MINDER VERMOGEN
Toets
PROGRAMMERINGSTIMER
Controlelampjes
GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE
Display PROGRAMMERINGSTIMER
Toets ON/OFF
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Aanwijzer V
ERMOGEN
Toets BOOSTER
Controlelampje GESELECTEERDE
KOOKZONE
Toets SELECTEREN KOOKZONE
Bedieningsknoppen voor de
GASBRANDERS
15
0
5.
b
o os
os
t e r
46
NL
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het
apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te
verwijderen met een speciaal niet-schurend
schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur
dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een
rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.
Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten
hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal
afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.
Op iedere knop is de positie van de betreffende
gasbrander aangegeven.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop
als volgt worden geregeld:
Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er
een vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig
in te drukken en linksom te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 6
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
Enkele modellen zijn voorzien van ingebouwde
ontsteking in de knop. Voor het aansteken van de
gewenste gasbrander drukt u de bijbehorende knop
geheel in en draait u hem linksom tot aan het
maximum vermogen. Houd hem ingedrukt totdat de
brander aan EI.
Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat
u hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop met de
klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool
).
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de toets voor het
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Iedere kookzone wordt door middel van een
stroomsterkteregelaar bediend. Deze regelaar
bestaat uit twee toetsen.
Druk op de toets
om de kookplaat te
activeren, stel daarna het gewenste vermogen in
m.b.v. de toetsen
en
Om de kookplaat direct op het maximale
vermogen in te stellen drukt u kort op de toets
.
Booster functie
Om in het achterste kookgedeelte de
verwarmingstijd te versnellen kunt u de booster
functie activeren door op de toets
b
b
oost erbbooostost erer
te drukken.
Op het display van de stroomsterkte verschijnt P.
Door middel van deze functie wordt het vermogen in
dit kookgedeelte verhoogd tot 3000 W.
De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch.
Zolang de booster in het achterste kookgedeelte
actief is,
zal het gedeelte daarvoor slechts over een maximaal
vermogen van 600 W beschikken (bv.: als in de
kookzone links achter de booster actief is, zal het
vermogen in de kookzone links voor verminderen).
Uitschakelen kookzones
Druk op de toets : het vermogen van de
kookzone vermindert geleidelijk, totdat hij uit is.
Of druk tegelijkertijd op de toetsen
en : het
vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en de
kookzone gaat uit.
Programmering kookduur
Alle kookzones kunnen geprogrammeerd worden
voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99
minuten.
1. Kies de kookzone m.b.v. de overeenkomende
selectietoets.
2. Regel de temperatuur.
3. Druk op de programmeringstoets
.
4. Stel de gewenste kooktijd in door middel van de
Starten en gebruik
47
NL
toetsen en .
5. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de
geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door
een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het
kookgedeelte uitgaat.
Herhaal de hierboven beschreven procedure voor
iedere kookplaat die u wilt programmeren.
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het
bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst
aanraken te vermijden (kinderen,
schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets
te drukken zal het bedieningspaneel worden
geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets
gaat aan. Als u het bedieningspaneel weer wilt
gebruiken (bv. als u wilt stoppen met koken) moet u
de blokkering uitschakelen: druk even op de toets
. Het controlelampje gaat uit en het
bedieningspaneel wordt weer geactiveerd.
Uitschakelen kookplaat
Druk op de toets ; het apparaat gaat uit.
Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit
ook geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw
inschakelt. Als u de kookplaat opnieuw wilt
inschakelen moet u eerst het bedieningspaneel
deblokkeren.
Praktische tips voor het gebruik van
het apparaat
Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat
geschikt is voor inductie (ferromagnetisch
materiaal). Wij raden het gebruik aan van pannen
van: gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal inductie
roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan geschikt
is door hem uit te proberen met een magneet.
Om optimale resultaten te bereiken met de
kookplaat:
Gebruik alleen pannen met een dikke, platte
bodem zodat ze perfect aansluiten op het
verwarmingsvlak.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken zodat alle
beschikbare hitte wordt benut.
Houd de bodem van de pannen altijd goed
schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het
kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel
de pannen als het kookvlak zelf.
vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook
op een gasfornuis gebruikt: de
warmteconcentratie van gasbranders kan de
bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet
goed meer aansluiten.
Praktische raadgevingen voor het
gebruik van de branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende
te onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het
kookpunt is bereikt.
Om het type brander te selecteren kunt u de
tekeningen raadplegen die staan weergegeven in
het hoofdstuk Eigenschappen branders en
sproeiers.
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Branders ø Diameter pan (cm)
Snel (R) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
48
NL
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt
alleen warmte uit als er een pan van de juiste
afmetingen op staat. Het knipperende
controlelampje kan betekenen:
dat de pan niet geschikt is
dat de pan een te kleine diameter heeft
dat de pan niet goed aansluit
Aanwijzers van de resterende warmte
Zolang de temperatuur van de kookgedeeltes boven
de 60°C blijft, zal ook na het uitschakelen van het
kookgedeelte de aanwijzer van de resterende
warmte, die zich naast het kookgedeelte bevindt,
aanblijven. Dit om te voorkomen dat u zich verbrandt.
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en
verschijnt op het display . Deze boodschap
verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken
zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau
is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een
veiligheidsschakelaar die de kookgedeeltes
automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor een
bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze
veiligheidsonderbreking vertoont het display het
cijfer 0.
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
gemors op het bedieningspaneel,
een lange druk op een toets, kunnen een
geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak
van de storing en het geluidssignaal houdt op. In
deze gevallen zal het bedieningspaneel
automatisch worden geblokkeerd: om het weer in
te schakelen moet u op de toets [sleutel icoon]
drukken. De instellingen worden behouden. Als
de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd
blijft het geluidssignaal gaan en wordt het
kookvlak uitgeschakeld.
49
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU
Richtlijnen: 2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/
336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen - 93/68/
EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. 90/
336/EEG van 29/06/90 (Gas) en daaropvolgende
wijzigingen. 2002/96/CE
Algemene veiligheid
Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan regelmatige luchtverversing. Controleer
dat bij het installeren aan de vereisten wordt voldaan
beschreven in de paragraaf Plaatsing.
Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens
symbolen in de gebruiksaanwijzing en op het
typeplaatje staan.
Dit
apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of
onweer.
Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met natte
handen of voeten.
Controleer altijd dat de knoppen in
de stand l/¡
staan als het apparaat niet wordt gebruikt.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en
alleen volgens de instructies die beschreven staan in
deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om
voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden
beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door
een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap.
Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat
afsluiten van de elektrische stroom en contact
opnemen met de Technische Dienst.
Voorkom dat elektrische snoeren van
andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de kookplaat
terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u
het uitschakelt. De resterende warmte wordt
aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en
gebruik).
Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand
van
de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of
aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog
warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware
schade aanrichten.
Richt de handvatten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet
per
ongeluk tegenaan stoot.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact
zit.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die
niet de nodige ervaring of kennis hebben met het
apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is
uitgelegd hoe het apparaat werkt.
Mededeling voor dragers van een pacemaker of een
ander actief ingeplant medisch apparaat:
De
kookplaat voldoet aan alle geldende normen
betreffende elektromagnetische storing.
Dit product is aldus in volkomen overeenstemming
met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/
EEG). Het ontwerp is zodanig ontworpen dat het geen
storingen veroorzaakt bij andere elektrische
apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen
voldoen aan bovengenoemde normen.
De inductieplaat creëert
elektromagnetische velden
op korte afstand.
Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat
en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook
voldoen aan de geldende normen.
Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van
ons eigen product garanderen. Voor informatie
omtrent conformiteit of eventuele problemen
verzoeken
wij u zich tot uw behandelend arts te
wenden of tot de fabrikant van de pacemaker.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet
met het normale afval mag worden meegegeven. De
verwijderde apparaten moeten apart worden
opgehaald om
het terugwinnen en recyclen van de
materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te
voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor
de gezondheid en het milieu. Het symbool van de
afvalemmer met een kruis staat op alle producten om
de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden
afval is.
Om meer
informatie te verkrijgen betreffende een
juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de
consument zich richten tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkopers.
50
NL
Onderhoud en
verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot enige handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of
bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en
ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende
producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of
schuursponzen: deze kunnen het oppervlak
onherstelbaar krassen.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt
u het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel
mogelijk voordat het apparaat afkoelt, zodat de
etensresten niet aankoeken. Uitstekende
resultaten bereikt u ook met een speciaal voor
keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal
sponsje dat u in een sopje doopt.
Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees
voorzichtig in het gebruik.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet
u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt
u een speciaal schrapertje (niet bijgeleverd). het
onzichtbare laagje dat dit product achterlaat
beschermt de plaat in het geval er iets overkookt.
We raden u aan deze handelingen alleen uit te
voeren als het apparaat lauw of koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water
af te spoelen en goed af te drogen:
restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat
u kookt aankoeken.
Bij kookplaten die voorzien zijn van automatische
vonkontsteking moet het uiteinde van de
elektronische ontstekingselementen regelmatig
worden gereinigd en moeten de gaatjes van de
vlamverspreiders worden gecontroleerd om te
zien of ze niet verstopt zijn;
Roestvrijstalen rand
(alleen in modellen met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als gevolg
van
kalkhoudend water dat er lang op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten. Spoel en droog de kookplaat altijd
goed af nadat u hem heeft schoongemaakt. Droog
gemorst water altijd meteen goed af.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat uit elkaar moet halen:
1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen
aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren.
Als er een storing is moet u contact opnemen met
de Service Dienst.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
51
NL
Technische beschrijving
van de kookzones
Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. In tegenstelling tot conventionele kookplaten
wordt niet het kookgedeelte verwarmd: de warmte wordt rechtstreeks binnenin de pan gecreëerd, die daarom
een bodem van ferromagnetisch materiaal moet bezitten.
Legenda:
I = kookzone met eenvoudige inductie
B = booster: de kookzone kan beschikken over een extra vermogen van 3000 W
* = het maximale vermogen wordt beperkt tot 600 W terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is
(zie Starten en gebruik).
KOOKPLATEN
TEP 649 L
Kookzones Vermogen
Rechtsvoor I 1200 W 600 W se*
Linksvoor I 1800 W – B 3000 W
Max. totaal vermogen 3600
52
NL
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer
is, en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen en
oplossingen
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De openingen van de vlamverspreiders zijn
verstopt.
Alle losse onderdelen van de brander goed in
elkaar zitten.
Het tocht dichtbij het kookvlak.
U heeft de knop niet goed ingedrukt.
U heeft de knop niet lang genoeg ingedrukt voor
het activeren van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme zijn verstopt.
De gaten van de vlamverspreiders zijn verstopt.
Het tocht dichtbij het kookvlak.
De regeling van de minimum stand is niet correct.
De bodem van de pan is volledig plat.
De pan staat in het midden van de brander of de
elektrische kookplaat.
De roosters zijn verwisseld.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met
veiligheidsmecha
nisme.
De brander blijft niet aan als hij op de
minimum stand staat.
De pannen zijn wankel.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact
opnemen met de Technische Servicedienst. Dit dient u door te geven:
het model van het apparaat (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/o
f op de verpakking.
Wendt u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele
onderdelen.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Inhoud NL IT Italiano, 1 NL Nederlands, 40 TEP 649 L GB English,14 DE Deutsch, 53 FR Français, 27 Installatie, 41-44 Plaatsing Elektrische aansluiting Gasaansluiting Eigenschappen van branders en sproeiers Beschrijving van het apparaat, 45 Bedieningspaneel Starten en gebruik, 46-48 Inschakelen kookplaat Inschakelen kookzones Boosterfunctie Uitschakelen kookzones Programmering kookduur Blokkering van het bedieningspaneel Uitschakelen kookplaat Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Praktische tips voor het gebruik van de branders Veiligheidsmechanismen Voorzorgsmaatregelen en advies, 49 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 50 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat De kookplaat verwijderen Onderhoud gaskranen Technische beschrijving van de modellen, 51 Storingen en oplossingen, 52 Installatie  Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat waarschuwingen en informatie betreffende werking voorhanden blijven.  Lees de instructies aandachtig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. Plaatsing  Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).  De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen.  Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd en gebruikt in permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig de voorschriften van de landelijk geldende normen. De volgende eisen moeten in acht genomen worden: • Het vertrek moet voor de verbrandingsrook een afvoersysteem naar buiten toe hebben Dit kan door middel van een afzuigkap of een elektrische ventilator die automatisch in werking treedt wanneer men het apparaat aanzet. zijn en die geen gemeenschappelijke delen zijn van het gebouw, of ruimtes met brandgevaar, of slaapkamers. • Vloeibaar petroleumgas (LPG) is zwaarder dan lucht en blijft laag hangen. Om deze reden moeten vertrekken waar LPG-flessen staan, laag geplaatste ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG-flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de begane grond (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat met warmtebronnen (oven, open haard, kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen verdragen; • als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd moet deze zijn voorzien van een geforceerd geventileerd afkoelingssysteem; • installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat: indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan tussen de twee apparaten; • naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren (zie afbeeldingen), moet het keukenmeubel de volgende afmetingen hebben: 48 590 Rechtstreeks naar buiten Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek Verhoging van de spleet tussen deur en vloer Een andere manier kan zijn door op indirecte wijze lucht te onttrekken van aangrenzende vertrekken, die door middel van een ventilatiebuis, zoals boven beschreven, met buiten verbonden 56 0+ /- 1 52 0 /- 1 0+ 49 • De meubels die direct naast de kookplaat geplaatst zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. • De afzuigkappen moeten worden geïnstalleerd volgens de vereisten van hun eigen gebruiksaanwijzingen, maar in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm. • Plaats de keukenkastjes naast de kap op een minimum hoogte van 420 mm vanaf het keukenblad (zie afbeelding). 600mm min. Als de kookplaat onder een keukenkastje wordt geplaatst, moet deze zich op een afstand van minstens 700 mm van het keukenblad bevinden (zie afbeelding). 540mm min. • Het vertrek moet luchttoevoersystemen hebben, vereist voor de normale verbranding van het gas. De luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding moet niet minder dan 2 m3/h zijn per kW geïnstalleerd vermogen. Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van buiten te onttrekken door middel van een buis met een doorsnede A van minstens 100 cm2 en die Voorbeelden zodanig is geplaatst dat hij niet ventilatie-opening voor verbrandingslucht per ongeluk verstopt kan raken. 700mm min. In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding (gereserveerd voor fornuizen) 41 NL Ventilatie Om een juiste ventilatie te bereiken en een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd worden op: • een minimum afstand van 40 mm van de achterwand; • op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel. 2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad. 3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit. 5 mm  De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen tijde bereikbaar blijven. min. 20 mm LADE min. 40 mm  Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is ingebouwd.  Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. 30 KEUKENBLAD 40 VOORZIJDE VAN DE KOOKPLAAT 5 mm NL min. 20 mm KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN HETELUCHTOVEN min. 40 mm Bevestigen Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden geïnstalleerd. Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat aantasten. De lengte van de regelschroef van de bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld voordat de haken worden gemonteerd: • als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm; • als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm. Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan: 1. Schroef met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen in de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast; 42 Elektrische aansluiting  De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen. Klemmenstrook KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN Aan de onderkant van het apparaat bevindt zich een klemmenstrook voor de verschillende types elektrische voeding (de afbeelding dient slechts als voorbeeld en kan verschillen van het door u aangeschafte model). Eenfasige aansluiting  De eventueel bijgeleverde kabel is alleen geschikt voor dit type installatie. Fase N L Aarde Neutraal Eigenschappen van het elektrische net: Spanningstype en netfrequentie • 220-240V 1+N ~ 50 Hz • 230V 2 ~ 50/Hz Als de kookplaat al beschikt over Blauw Bruin Groen/Geel een voedingskabel, moet u hem aan het elektrische net verbinden door de kabelkleuren te bevestigen volgens het schema hiernaast. Gasaansluiting Het aansluiten van het apparaat aan de gasleiding of aan de gasfles moet volgens de geldende landelijke normen worden uitgevoerd (en daaropvolgende wijzigingen), nadat u zich ervan heeft verzekerd dat het apparaat is ingesteld op het soort gas waarmee het zal worden voorzien. Is dit niet het geval dan moeten de handelingen in de paragraaf “Aanpassing aan de verschillende soorten gas” worden uitgevoerd. Bij gebruik van vloeibaar gas uit een gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen.  Voor een veilig functioneren, juist gebruik van energie en langere levensduur van het apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de gasdruk correspondeert met de waarden die zijn aangegeven in tabel 1 “Eigenschappen van branders en sproeiers”. Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal) NL  De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt. Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. Aansluiting met een roestvrij stalen flexibele buis aan een onafgebroken wand met aanhechtingen met schroefdraad Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. De in werking stelling van deze buizen moet zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren dat de flexibele metalen buis niet in contact komt met de beweegbare delen of dat hij gekneld raakt.  Controleer of de buis voldoet aan de geldende Nationale Normen zoals de metalen aluminium afdichtingen en de rubberen afdichtingen. Controleren gasdichtheid  Nadat de installatie heeft plaats gevonden moet de perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam. Aanpassen aan de verschillende soorten gas Voor het aanpassen van de kookplaat aan een soort gas dat verschilt van het gas waarvoor het fornuis gebruiksklaar is gemaakt (aangegeven op het etiket aan de onderzijde van de kookplaat of op de verpakking) moeten de sproeiers van de branders op de volgende manier worden vervangen: 1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de branders uit hun plaats. 2. schroef de sproeiers los met een steeksleutel van 7 mm en vervang ze met sproeiers geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Eigenschappen van branders en sproeiers”). 43 NL 3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren. 4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers. • Regelen primaire lucht van de sproeiers De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. • Het regelen van de minimumstand 1. Zet het kraantje op de minimumstand; 2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine, regelmatige vlam bereikt. 3. Controleer of de branders aanblijven als u de knop snel van hoog naar laag draait. 4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermokoppelbeveiliging) dit systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet u het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien. 5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met zegellak of soortgelijk materiaal.  Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht worden geschroefd.  Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.  Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is van wat is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de landelijk geldende normen betreffende “drukregelaars voor gekanaliseerd gas”). Eigenschappen van branders en sproeiers Tabel 1 Brander Snel (R) Halfsnel (S) Diameter (mm) 100 75 Toevoerdruk * ** *** Vloeibaar gas verwarmingsBy-Pass verwarmings- Sproeier vermogen 1/100 vermogen 1/100 kW (p.c.s.*) (mm) kW (p.c.s.*) (mm) Gereduc. Nomin. 0,70 39 3,00 86 0,40 28 1,80 67 Nominaal (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) A 15°C en 1013 mbar- gas droog Propaan P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg Butaan P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg Aardgas P.C.S. (bovenwaarde) = 37.78 MJ/m3 R S TEP 649 L 44 vermogen* g/h *** 218 131 28-30 20 35 ** 214 129 37 25 45 verwarmingsvermogen kW (p.c.s.*) Nomin. 3,30 1,80 Aardgas Sproeier 1/100 (mm) 123 102 20 17 25 Vermogen *l/h 314 171 Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel NL Bedieningsknoppen voor de GASBRANDERS Controlelampjes GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE Display PROGRAMMERINGSTIMER Toets PROGRAMMERINGSTIMER 15 0 Aanwijzer VERMOGEN 5. Toets SELECTEREN KOOKZONE b o os te r Toets MINDER VERMOGEN Toets ON/OFF Controlelampje GESELECTEERDE KOOKZONE Toets BOOSTER Toets MEER VERMOGEN Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL VEILIGHEIDSMECHANISME • Display PROGRAMMERINGSTIMER toont de keuzes betreffende de programmering (zie Starten en gebruik). • Toetsen PROGRAMMERINGSTIMER om de programmering van elke kookzone te regelen (zie Starten en gebruik). • Controlelampjes GEPROGRAMMEERDE KOOKZONE geven aan dat de betreffende kookzone geprogrammeerd is (zie Starten en gebruik). • Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het apparaat. • Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de programmering van het kookvlak worden uitgevoerd (zie Starten en gebruik). • Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL toont dat de blokkering van het bedieningspaneel is uitgevoerd (zie Starten en gebruik). • Toets BOOSTER om het extra vermogen - 3000 W - van het kookgedeelte in te schakelen (zie Starten en gebruik). Bougie voor de ontsteking van de GASBRANDERS • Controlelampje GESELECTEERDE KOOKZONE geeft aan dat de betreffende kookzone geselecteerd is en dat u deze kunt regelen. • Toets SELECTEREN KOOKZONE om de gewenste kookzone te selecteren • Aanwijzer VERMOGEN geeft het bereikte warmteniveau aan. • Toets MEER VERMOGEN om de kookplaat aan te zetten en het vermogen te regelen (zie Starten en gebruik). • Toets MINDER VERMOGEN om het vermogen te regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten en gebruik). • Bedieningsknoppen van de GASBRANDERS voor het regelen van de vlam. • Bougie voor het ontsteken van de GASBRANDERS zorgt voor een automatische ontsteking van de gekozen brander. • VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per ongeluk uitgaat. 45 Starten en gebruik NL  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.  Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.  Op iedere knop is de positie van de betreffende gasbrander aangegeven. Gasbranders De gekozen brander kan met de betreffende knop als volgt worden geregeld: • Inschakelen kookzones Iedere kookzone wordt door middel van een stroomsterkteregelaar bediend. Deze regelaar bestaat uit twee toetsen. • Druk op de toets om de kookplaat te activeren, stel daarna het gewenste vermogen in m.b.v. de toetsen en • Om de kookplaat direct op het maximale vermogen in te stellen drukt u kort op de toets . Booster functie Om in het achterste kookgedeelte de verwarmingstijd te versnellen kunt u de booster functie activeren door op de toets Uit Maximum Minimum Om een van de branders aan te steken dient u er een vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te drukken en linksom te draaien tot u het maximum vermogen heeft bereikt. In de uitvoeringen die zijn voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 6 seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt. Enkele modellen zijn voorzien van ingebouwde ontsteking in de knop. Voor het aansteken van de gewenste gasbrander drukt u de bijbehorende knop geheel in en draait u hem linksom tot aan het maximum vermogen. Houd hem ingedrukt totdat de brander aan EI. b oooster oster ost er te drukken. Op het display van de stroomsterkte verschijnt “P”. Door middel van deze functie wordt het vermogen in dit kookgedeelte verhoogd tot 3000 W. De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. Zolang de booster in het achterste kookgedeelte actief is, zal het gedeelte daarvoor slechts over een maximaal vermogen van 600 W beschikken (bv.: als in de kookzone links achter de booster actief is, zal het vermogen in de kookzone links voor verminderen). Uitschakelen kookzones • Druk op de toets : het vermogen van de kookzone vermindert geleidelijk, totdat hij uit is. • Of druk tegelijkertijd op de toetsen en : het vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en de kookzone gaat uit.  Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Programmering kookduur Om de brander uit te doen moet u de knop met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “•”).  Alle kookzones kunnen geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten. Inschakelen kookplaat 1. Kies de kookzone m.b.v. de overeenkomende selectietoets. 2. Regel de temperatuur. Druk ongeveer 1 seconde op de toets inschakelen van de kookplaat. 46 voor het 3. Druk op de programmeringstoets . 4. Stel de gewenste kooktijd in door middel van de toetsen en . 5. Bevestig door op de toets te drukken. De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte uitgaat. Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere kookplaat die u wilt programmeren. Blokkering van het bedieningspaneel Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden (kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets te drukken zal het bedieningspaneel worden geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk even op de toets . Het controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel wordt weer geactiveerd. Uitschakelen kookplaat Druk op de toets ; het apparaat gaat uit. Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het bedieningspaneel deblokkeren. Praktische tips voor het gebruik van het apparaat  Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan geschikt is door hem uit te proberen met een magneet. GESCHIKTE MATERIALEN * Gietijzer Ge‘mailleerd staal Speciaal roestvrij staal ONGESCHIKTE MATERIALEN Koper, Aluminium, Glas, Terracotta, Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat: • Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak. NL • Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt benut. • Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookvlak zelf. • vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten. Praktische raadgevingen voor het gebruik van de branders Voor een optimaal rendement dient u het volgende te onthouden: • gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit vandaan komen. • gebruik alleen pannen met een platte bodem en met een deksel erop. • draai de knop op het minimum zodra het kookpunt is bereikt. Branders ø Diameter pan (cm) Snel (R) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 Om het type brander te selecteren kunt u de tekeningen raadplegen die staan weergegeven in het hoofdstuk “Eigenschappen branders en sproeiers”. 47 NL Veiligheidssystemen Veiligheidsschakelaar Pannensensor Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “0”. Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. Het knipperende controlelampje kan betekenen: • dat de pan niet geschikt is • dat de pan een te kleine diameter heeft • dat de pan niet goed aansluit Aanwijzers van de resterende warmte Zolang de temperatuur van de kookgedeeltes boven de 60°C blijft, zal ook na het uitschakelen van het kookgedeelte de aanwijzer van de resterende warmte, die zich naast het kookgedeelte bevindt, aanblijven. Dit om te voorkomen dat u zich verbrandt. Oververhitting In het geval van oververhitting van de elektronische onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt op het display “—”. Deze boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt. 48 Geluidssignaal Enkele storingen, zoals: • een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 seconden op het bedieningspaneel ligt, • gemors op het bedieningspaneel, • een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal houdt op. In deze gevallen zal het bedieningspaneel automatisch worden geblokkeerd: om het weer in te schakelen moet u op de toets [sleutel icoon] drukken. De instellingen worden behouden. Als de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak uitgeschakeld. Voorzorgsmaatregelen en advies  Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/ 336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/ EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. 90/ 336/EEG van 29/06/90 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen. 2002/96/CE Algemene veiligheid • Dit is een inbouwapparaat van klasse 3. • Gasfornuizen hebben voor een goede werking behoefte aan regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan de vereisten wordt voldaan beschreven in de paragraaf “Plaatsing”. • Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje staan. • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met natte handen of voeten. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand “l”/”¡” staan als het apparaat niet wordt gebruikt. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank. • Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het uitschakelt. De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik). • Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten. • Richt de handvatten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot. • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. • Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Mededeling voor dragers van een pacemaker of een ander actief ingeplant medisch apparaat: De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende elektromagnetische storing. Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/ EEG). Het ontwerp is zodanig ontworpen dat het geen storingen veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde normen. De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte afstand. Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de geldende normen. Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen product garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelend arts te wenden of tot de fabrikant van de pacemaker. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. 49 NL Onderhoud en verzorging NL De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat  Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen.  Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons reinigen en afdrogen met keukenpapier. • Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoongemaakt met een speciaal middel voor keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en afdrogen. • Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt, zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een sopje doopt.  Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees voorzichtig in het gebruik. • Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen zolang het oppervlak nog warm is. • Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een speciaal schrapertje (niet bijgeleverd). het onzichtbare laagje dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het geval er iets overkookt. We raden u aan deze handelingen alleen uit te voeren als het apparaat lauw of koud is. • Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af te spoelen en goed af te drogen: restjes schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u kookt aankoeken. • Bij kookplaten die voorzien zijn van automatische vonkontsteking moet het uiteinde van de elektronische ontstekingselementen regelmatig worden gereinigd en moeten de gaatjes van de vlamverspreiders worden gecontroleerd om te zien of ze niet verstopt zijn; 50 Roestvrijstalen rand (alleen in modellen met lijst) Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als gevolg van kalkhoudend water dat er lang op blijft liggen of als gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die fosfor bevatten. Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd meteen goed af. De kookplaat verwijderen Als u de kookplaat uit elkaar moet halen: 1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden; 2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op de hoeken los; 3. haal de kookplaat uit het meubel.  U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Als er een storing is moet u contact opnemen met de Service Dienst. Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen.  Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. Technische beschrijving van de kookzones Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. In tegenstelling tot conventionele kookplaten wordt niet het kookgedeelte verwarmd: de warmte wordt rechtstreeks binnenin de pan gecreëerd, die daarom een bodem van ferromagnetisch materiaal moet bezitten. KOOKPLATEN Kookzones Rechtsvoor Linksvoor Max. totaal vermogen NL TEP 649 L Vermogen I 1200 W – 600 W se* I 1800 W – B 3000 W 3600 Legenda: I = kookzone met eenvoudige inductie B = booster: de kookzone kan beschikken over een extra vermogen van 3000 W * = het maximale vermogen wordt beperkt tot 600 W terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie Starten en gebruik). 51 Storingen en oplossingen NL Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is, en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat. Storingen Mogelijke oorzaken / Oplossing: De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig. • De openingen van de vlamverspreiders zijn verstopt. • Alle losse onderdelen van de brander goed in elkaar zitten. • Het tocht dichtbij het kookvlak. De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met veiligheidsmechanisme. • U heeft de knop niet goed ingedrukt. • U heeft de knop niet lang genoeg ingedrukt voor het activeren van het veiligheidsmechanisme. • De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het veiligheidsmechanisme zijn verstopt. De brander blijft niet aan als hij op de minimum stand staat. • De gaten van de vlamverspreiders zijn verstopt. • Het tocht dichtbij het kookvlak. • De regeling van de minimum stand is niet correct. De pannen zijn wankel. • De bodem van de pan is volledig plat. • De pan staat in het midden van de brander of de elektrische kookplaat. • De roosters zijn verwisseld. Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen met de Technische Servicedienst. Dit dient u door te geven: • het model van het apparaat (Mod.) • het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.  Wendt u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen. 52
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Whirlpool TEP 649 L Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding