Whirlpool TM 7320 (NR) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Whirlpool TM 7320 (NR) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Gebruiksaanwijzing
KOOKPLAAT
Italiano, 1
NL
Français, 27
Deutsch, 55Nederlands,
41
English,14
GB FR
DE
IT
TM7320
Samenvatting
Het installeren, 42-48
Plaatsing
Gasaansluiting
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Elektrische aansluiting
Beschrijving van het apparaat, 49
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 50-51
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Beschrijving van de verwarmingselementen
Technische beschrijving
van de modellen
Voorzorgsmaatregelen en advies , 52
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 53
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
De kookplaat verwijderen
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 54
NL
BE
42
NL
BE
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek
voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas
instelling van het apparaat) :
 Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
 Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen
en dient daarom te worden weggegooid volgens de
geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en
funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
 NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
 NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
 Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke
keer als het apparaat wordt aangezet.
 Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben
dat dient voor de normale verbranding van het gas.
De luchttoevoer die nodig is voor een normale
verbranding moet niet minder dan 2 m
!
/h zijn per
kW geïnstalleerd vermogen.
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel
van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm
en die
zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op
indirecte wijze lucht te onttrekken
aan de aangrenzende vertrekken
die door middel van een
ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn
van het huis en ook geen ruimtes met hoog
brandgevaar of slaapkamers.
 (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte
gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze reden moeten
vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren
van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG-
flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of
bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer
(kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik
zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig
geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat
met warmtebronnen (oven, open haard, kachel,
enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C
zouden kunnen brengen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn
vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C
kunnen verdragen;
als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd
moet deze zijn voorzien van een geventileerd
afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een vaatwasser:
indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte
afscheiding aan tussen de twee apparaten;
naar gelang van het type kookplaat dat u wenst te
installeren (zie afbeeldingen), moet het keukenmeubel
de volgende afmetingen hebben:
Het installeren
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
43
NL
BE
6
9
0
5
2
0
560 +/- 1
490 +/- 1
48
 De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm
van de rand van de plaat staan.
 Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens
de voorschriften die u kunt vinden in het
instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder
geval op een afstand van minstens 650 mm.
 Hang de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad
(zie afbeelding).
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie
afbeelding).
Ventilatie
Om een juiste ventilatie te bereiken en een oververhitting
van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen,
moet de kookplaat geïnstalleerd worden op:
 op een minimum
afstand van 40 mm
van de achterwand
of op 600 mm van
elk ander verticaal
oppervlak;
zodanige wijze dat
er een minimum
afstand overblijft van
10 mm tussen het
inbouwmeubel en
het onderstaande
meubel.
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal
oppervlak worden geïnstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte
vervormingen kunnen de eigenschappen en de
prestaties van de kookplaat aantasten.
VOORZIJDE
VAN DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Schroef met korte, puntloze schroeven de 4
centreringsklemmen in de openingen in het midden
van elke zijde van het blad vast;
2. zet de kookplaat in het midden van de opening van
het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen
op de hele omtrek totdat de kookplaat perfect
aansluit op het keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat
in het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4
bevestigingshaken aan de onderste rand van de
kookplaat vastschroeven met gepunte, lange
schroeven, net zolang tot het glas goed aan het
blad vastzit.
De schroeven van de centreringsklemmen moeten te
allen tijde bereikbaar blijven.
Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact
meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat
het apparaat is ingebouwd.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd
zonder gereedschap te gebruiken.
600mm min.
540mm min.
700mm min.
44
NL
BE
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen
moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de geldende normen, en nadat men er zeker van is
dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men
gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor
België) gaat u te werk zoals beschreven in de
paragraaf Aanpassing aan verschillende types gas.
Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten
(II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient
men eerst de verbinder te monteren.R (Deze is op
aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de
verbinder G,die er uit ziet als een L , van de
voedings-struktuur te monteren. De verbinder is
gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit
met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor
Belgie volgens de normen
NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van
roestvrij staal die in de muur
zit en voortzet met
bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een L-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking.
Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het
absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij
het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor
het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van
schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt
tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig
worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde
toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de
aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren
dat de flexibele metalen buis niet in contact komt met
de beweegbare delen of dat hij vastgekneld raakt.
Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die
voldoen aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken
worden gecontroleerd met een zeepoplossing en
nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
(voor België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander
soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven
op het typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat
of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de
branders op de volgende wijze worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de
branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel
van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes
geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1
Kenmerken van de branders en de straalpijpen).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met het
nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij
onze Technische Service Centers.
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor
België)
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
L
G
R
45
NL
BE
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop en draai
aan het regelschroefje in of
naast de spil van het kraantje
totdat u een kleine,
regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop
snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit
systeem niet werkt als de branders op de minimum
stand staan, moet u het minimum verhogen door
aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met
zegellak of dergelijk materiaal.
Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
dicht worden geschroefd.
Aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket van de gasinstelling vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas,
verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende landelijke normen.
46
NL
BE
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
By-Pass
1/100
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
g/h
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. (mm) Nomin. (mm) *** ** Nomin. (mm) G20 G25
Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,80 67 131 136 1,80 102 171 199
Drievoudige
ring (TC)
130 1,30 57 3,30 87 240 236 3,60 131 343 399
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
20
30
Table 1 (Voor Nederland) Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. Nomin. (mm) G25
Halp Snel (S) 75 0,40 1,80 102 199
Drievoudige ring (TC) 130 1,30 3,60 131 399
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
* Met 15°C en 1013 mbar-droog gas
** P.C.S. Propaangas = 50,37 MJ/kg
*** P.C.S. Butangas = 49,47 MJ/kg
P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m³
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m³
TC S
TM7320
47
NL
BE
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de
eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd,
zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven
eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen.
Klemmenbord
Aan de onderkant van het
apparaat bevindt zich een
klemmenbord voor de
verschillende types elektrische
voeding (het kan zijn dat de
afbeelding niet precies
overeenkomt met het model dat
u heeft aangeschaft).
Eenfasige aansluiting
De eventueel bijgeleverde kabel is alleen geschikt voor
dit type installatie.
Eigenschappen van het elektrische net:
Spanningstype en netfrequentie
 230/240V 1+N ~ 50/Hz
 230V 2 ~ 50/Hz
Als de kookplaat al beschikt over
een voedingskabel, moet u hem
aan het elektrische net verbinden
door de kabelkleuren te bevestigen
volgens het schema hiernaast.
Als de kookplaat niet voorzien is van een voedingskabel,
moet u op de volgende wijze te werk gaan:
1. Gebruik bijgeleverde voedingskabel (waar
aanwezig) of een geschikte voedingskabel, type
H05VV-F of met een hogere waarde, met de juiste
afmetingen (diameter kabel: 2,5 mm).
2. Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van
het klemmenbord op met een schroevendraaier en
open het (zie afbeelding Klemmenbord).
3. Het klemmenbord is ingesteld voor een eenfasige
aansluiting: verzeker u ervan dat de
verbindingskabels tussen de klemmetjes 1 en 2 en
die tussen de klemmetjes 4 en 5 zich in de correcte
positie bevinden (zie afbeelding Eenfase).
4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende
afbeelding en tabel en stel een verbinding tot stand
door alle schroeven van de klemmetjes goed vast
te draaien.
Spanningstype
en netfrequentie
Elektrische
aansluitingen
Klemmenbord
230/240V 1+N ~
50 Hz
230V 2 ~ 50 Hz
Eenfase
Eenfase
5. Bevestig de voedingskabel in de speciale
kabelklem en sluit het deksel af.
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
LN
12345
Blauw
Bruin
N
Neutraal
L
Fase
Groen/Geel
Aarde
5
1
2
3
4
Verbindingskabel AardeNeutraalFase
48
NL
BE
Andere soorten aansluitingen
De eventuele bijgeleverde kabel is niet geschikt voor
dit type installatie.
Als het elektrische net overeenkomt met een van de
volgende eigenschappen:
Spanningstype en netfrequentie
 400V 3 - N ~ 50/Hz
 400V 2 - N ~ 50/Hz
 230V 3 ~ 50/Hz
 230V 2 + 2 - N ~ 50/Hz
ga dan als volgt te werk:
1. Gebruik een geschikte voedingskabel, type H05RR-
F of met een hogere waarde, met de juiste
afmetingen (diameter kabel: 1,5 mm).
2. Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van
het klemmenbord op met een schroevendraaier en
open het (zie afbeelding Klemmenbord).
3. Draai de schroef van de kabelklem en de
schroeven van de benodigde klemmetjes los en
bevestig de verbindingskabels volgens de
aanwijzingen van de volgende tabel en
afbeeldingen.
4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende
afbeeldingen en tabel en stel een verbinding tot
stand door alle schroeven van de klemmetjes goed
vast te draaien.
Tweefasen
Driefasen 400
5. Bevestig de voedingskabel in de speciale
kabelklem en sluit het deksel af.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Bij een rechtstreekse aansluiting aan het net moet u
tussen het apparaat en het net een meerpolige
schakelaar aanbrengen met een minimum afstand van 3
mm tussen de contacten.
De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische verbinding en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van
het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat
niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het
snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
als deze normen niet worden nageleefd.
Driefasen 400 2+N
Driefasen 230
Fase Neutraal AardeFase Neutraal
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
AardeNeutraalFaseVerbindingskabel FaseFase
5
1
2
3
4
AardeNeutraalFase VerbindingskabelFase
5
1
2
3
4
AardeFase Fase
Verbindingskabel
VerbindingskabelFase
Spanningstype
en netfrequentie
Elektrische
aansluitingen
Klemmenbord
400V 3-N ~
50 Hz
Driefasen 400
400V 2-N ~
50 Hz
Driefasen
400 2+N
230V 3 ~ 50 Hz Driefasen 230
230V 2+2-N ~ 50
Hz
Tweefasen
L1
L2
N2N1
12 34
5
L1 L2 L3
12345
L1 L2 N
12345
L1 L2 L3 N
12345
49
NL
BE
Controle lampje werking glaskeramische
kookplaat: gaat aan als de knop niet op de stand
'uit' staat.
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt
gebruiken.
Knoppen van de gasbranders en van de
glaskeramische kookplaat voor het regelen van
de vlam of van het vermogen.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
Algemeen aanzicht
Beschrijving
van het apparaat
VEILIGHEIDSMECHANISME
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS
0
8
9
10
11
12
2
1
4
6
5
3
7
0
8
9
10
11
12
2
1
4
6
5
3
7
H
a
lo
r
in
g
Bedieningsknoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS en de
GLASKERAMISCHE KOOKPLATEN
GLASKERAMISCHE
KOOKPLAAT
GASBRANDER
GASBRANDER
Controlelampje werking
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
50
NL
BE
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat
gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen
met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel.
Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat
gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze
zal echter snel wegtrekken.
Op iedere knop staat aangegeven waar de
overeenkomende gasbrander of glaskeramische
kookplaat zich bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
Voor het aansteken van de gekozen gasbrander drukt
u de betreffende knop in, u draait hem tegen de klok
in tot aan de positie van maximum sterkte en u houdt
hem ingedrukt totdat hij aan gaat.
Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder
kan (tot aan het symbool ).
Praktisch advies voor het gebruik van
de branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het kookpunt
is bereikt.
Brander ø Diameter pan (cm)
Half-snel (S) 16 - 20
Drievoudige Ring (TC) 24 - 26
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen
wij u naar de afbeeldingen in paragraaf Kenmerken
van de branders en straalpijpen.
Praktische tips voor het gebruik van
het apparaat
Teneinde optimale resultaten te bereiken van het
kookvlak:
gebruik pannen met een platte bodem die perfect
aansluiten op het verwarmgedeelte;
gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken teneinde alle
beschikbare hitte te benutten;
houd de bodem van de pannen altijd schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak.
Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als
het kookgedeelte;
vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op
een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie
van gasbranders kan de bodem van pannen
vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten;
laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een
pan erop. De verhitting, die snel het maximum
niveau bereikt, zou de verwarmingselementen
kunnen beschadigen.
Starten en gebruik
51
NL
BE
Beschrijving van de
verwarmingselementen
De straalelementen bestaan ui cirkelvormige
weerstanden. Zij worden pas enkele tientallen
seconden na het inschakelen rood.
De gemengde halogene elementen. De kookplaat
gebruikt elementen die bestaan uit twee
halogeenlampen en uit een cirkelvormige weerstand.
Dankzij deze combinatie bereikt men een optimale
temperatuurdistributie over het hele oppervlak van het
kookgedeelte en behoudt men alle voordelen van de
halogeenlampen. De voornaamste eigenschap van
halogeenlampen is dat zij een directe uitstraling
hebben van een grote hoeveelheid licht en warmte,
d.w.z.:
snelle verwarming die lijkt op die van een
gasbrander
een net zo snelle uitschakeling
Hun gebruik is bijzonder eenvoudig en is vrijwel
eender aan die van andere verwarmingselementen. U
kunt zich baseren op de volgende tabel:
Pos Regelen kookzones
0 uit
1 boter of chocola smelten
2
3
vloeistoffen opwarmen
4
5
vla en sausen
6
7
vlees stoven - blanquette - entremets
8
9
pasta - rijst
10
11
biefstuk - vis - omelet
12 fritturen
Bedieningsknoppen glaskeramische kookplaten
Ieder kookgedeelte is voorzien van een
bedieningsknop waarmee u continu de temperatuur
kunt regelen van een minimum 1 tot een maximum 12.
In de tabel vindt u de overeenkomsten tussen de
standen op de knop en het gebruik van de
kookplaten.
Regelen van de uitbreidbare kookzones
De uitbreidbare kookzones (concentrisch en ovaal)
onderscheiden zich door de aanwezigheid van een
dubbele verwarmingszone op de glasplaat.
Als u alleen de kleine zone wilt gebruiken draait u de
bedieningsknop van 1 naar 12, naar gelang het
gewenste verwarmingsvermogen.
Als u de grote zone wilt gebruiken draait u de knop op
) en stelt u vervolgens het gewenste
verwarmingsvermogen in.
Controlelampje
Is aan als een verwarmingsgedeelte in gebruik wordt
gesteld.
Controlelampje resterende warmte
Dit geeft aan dat een of meer kookzones nog een
temperatuur van 60°C of meer hebben, ook na het
uitschakelen van de kookzones. Enkele modellen
beschikken over 4 controlelampjes voor de resterende
warmte, een voor elk kookgedeelte.
Technische beschrijving
van de modellen
In deze tabellen vindt u de waarden terug van de
energieopname voor ieder afzonderlijk model, het
type verwarmingselement (halogeen of stralend) en
de diameter van iedere kookplaat.
52
NL
BE
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU
Richtlijnen: 73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/
336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/
68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen.
EEG/90/336 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties.
2002/96/EC
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de
vereisten wordt voldaan beschreven in de
paragraaf Plaatsing.
Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op
het typeplaatje staan.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of
onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent
of met natte of vochtige handen of voeten.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand l/
¡ staan als de oven niet wordt gebruikt.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt
en alleen volgens de instructies die beschreven
staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak
niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als
snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden
beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door
een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap.
Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat
afsluiten van de elektrische stroom en contact
opnemen met de Technische Dienst.
Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is
moet u het apparaat uitschakelen om te voorkomen
dat u een elektrische schok krijgt.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de
kookplaat terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het
kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30
minuten nadat u het uitschakelt. De resterende
warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie
Starten en gebruik).
Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand
van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic
of aluminium verpakkingen en folie:
als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak
neerlegt, kunt u een zware schade aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegen stoot.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de kookplaat halogene kookzones heeft moet
u vermijden er lang naar te kijken.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de
gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de afvalcontainer met
een kruis erdoor herinnert u aan uw verplichting,
dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat
apart moet worden ingezameld.
Consumenten mogen hun apparaat naar publieke
afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale
wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen
als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten
zijn aktief bezig met het creëren van systemen om
het inzamelen en de verwijdering van oude
producten te regelen.
53
NL
BE
Onderhoud en
verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud reinigt u het met een
vochtige spons en droogt u het af met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u
het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel
mogelijk voordat het apparaat afkoelt zodat de
etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten
bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten
vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een
sopje doopt.
Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees
voorzichtig in het gebruik.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u
ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Als de plaat is schoongemaakt kan hij worden
behandeld met een speciaal product voor
onderhoud en bescherming: het onzichtbare laagje
dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het
geval er iets overkookt. Dit soort handelingen
moeten worden uitgevoerd als de plaat lauw of
koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af
te spoelen en goed af te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u
kookt aankoeken.
Bij kookplaten die zijn voorzien van een
automatische ontsteking moet het uiteinde van de
elektronische ontstekingselementen regelmatig
worden gereinigd en moet u controleren dat de
gaatjes van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Raamwerk van roestvrij staal (slechts bij modellen
met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten.
Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u
hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd
meteen goed af.
Kader in aluminium met inox uitzicht, nooit
reinigings of ontvettingsprodukten gebruiken die niet
geschikt zijn voor aluminium.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat moet verwijderen:
1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen
aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Als er een
storing is moet u contact opnemen met de Service
Dienst.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
54
NL
BE
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is,
en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen
met veiligheidsmechanisme.
De brander blijft niet aan als hij op minimum
staat.
De pannen zijn wankel.
Mogelijke oorzaken / Oplossing
De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
U de knop goed heeft ingedrukt.
U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren
van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De minimum stand niet goed is ingesteld.
De bodem van de pan helemaal plat is.
De pan in het midden van de brander of de kookplaat
staat.
De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen
met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.
1/68