Scholtes TI 6312 NR Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

34
Raadgevingen en tips
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Voordat u het apparaat gaat gebruiken wordt u ver-
zocht de gebruiksaanwijzingen in deze handleiding aan-
dachtig te lezen aangezien zij belangrijke gegevens be-
vatten betreffende de veiligheid van de installatie, het
gebruik en het onderhoud. Bewaar dit boekje zorgvul-
dig voor eventuele verdere raadpleging.
Na het verwijderen van de verpakking moet men goed
kijken of het fornuis geheel gaaf is. In geval van twijfel
moet men het fornuis niet gebruiken en zich tot een be-
voegde installateur wenden.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyrene,
spijkers enz.) moet buiten het bereik van kinderen wor-
den gelegd, aangezien het potentieel gevaar kan ver-
oorzaken.
Het installeren moet uitgevoerd worden door een be-
voegde installateur en volgens de instrukties van de fa-
brikant.
Een verkeerde aansluiting kan schade veroorzaken
aan personen, dieren of dingen en voor deze gevallen
kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld.
De elektrische veiligheid van dit apparaat is slechts
dan verzekerd als het op de juiste wijze is geaard zoals
voorgeschreven door de geldende normen voor elektri-
sche veiligheid. Het is belangrijk zich hiervan te verze-
keren en, in geval van twijfel, een controle te laten uit-
voeren door een bevoegde elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die veroorzaakt is door nalatigheid betreffende
het aarden van de installatie.
Voordat u het apparaat gaat aansluiten moet u zich
ervan verzekeren dat de technische gegevens op het
typeplaatje corresponderen met de kenmerken van uw
elektrische net.
Controleer dat het electrische vermogen van het net
en van de stopcontacten voldoende is voor het maxi-
mum vermogen van het apparaat zoals aangegeven op
het typeplaatje. In geval van twijfel moet u zich wenden
tot een bevoegde installateur.
Dit apparaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het
doel waarvoor het vervaardigd is. Ieder ander gebruik
(b.v.: verwarming van het vertrek) is verkeerd en dus
gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan onjuist, verkeerd
en onredelijk gebruik.
Het eerste gebruik : de lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de
kookplaat gaat gebruiken raden wij aan dat u deze verwijdert met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Het is moge-
lijk dat u de eerste uren van gebruik een lichte rubberlucht ruikt: deze verdwijnt spoedig.
Het gebruik van ieder electrisch apparaat brengt met
zich mee het in acht nemen van zekere fundamentele
regels. In het bijzonder:
raak het apparaat niet aan als uw handen vochtig zijn;
gebruik het apparaat niet als u blootsvoets bent;
gebruik geen verlengsnoeren;
trek niet aan het snoer of aan het apparaat zelf om de
stekker uit het stopcontact te trekken;
stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen,
zon enz.);
door kinderen of onbekwame personen
Sluit altijd voordat u overgaat tot het reinigen of onder-
houd eerst de stroom af door de stekker uit het stop-
contact te halen of met de schakelaar.
In het geval dat er zich een barst in de glasplaat
voordoet, moet u het apparaat onmiddelijk uitscha-
kelen. Voor eventuele reparaties moet u zich uitsluitend
tot een bevoegde installateur wenden en originele on-
derdelen eisen. Het niet in acht nemen van deze aan-
wijzingen kan de veiligheid van het apparaat in gevaar
brengen..
Als u het apparaat niet meer gebruikt moet u het on-
klaar maken door de kabel door te snijden nadat de stek-
ker uit het stopcontact is getrokken. Het is aan te raden
ook die onderdelen onklaar te maken die een gevaar
zouden kunnen opleveren, vooral voor kinderen die er-
mee zouden willen spelen.
De glazen kookplaat is zowel vuurvast als resistent
tegen stoten. Toch kan hij barsten als hij hard getrof-
fen wordt door een puntig voorwerp. In dit geval sluit
u de stroom af en wendt u zich tot een bevoegde
installateur.
Denk eraan dat de temperatuur van de kookzones
nogal hoog blijft voor minstens 30 minuten nadat de
kookplaat is uitgeschakeld; plaats er dus niet per onge-
luk voorwerpen of pannen op.
Schakel de kookzones niet in als er aluminiumfolie of
plastic voorwerpen op liggen.
Raak de kookzones niet aan als ze nog warm zijn.
Als zich kleine elektrische keukenapparaten dichtbij
de kookplaat bevinden moet u erop letten dat de elektri-
sche draden hiervan niet in contact komen met de
warme zones.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de bin-
nenkant van de kookplaat zodat er niet per ongeluk te-
gen gestoten kan worden.
35
Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat
deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste
wijze uitvoert en volgens de geldende normen.
Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat u over-
gaat tot onderhoud.
Installeren
De kookplaat is bedoeld voor inbouw in een keuken-
kastje door het eenvoudigweg verwijderen van het
betreffende kastje.
Het materiaal van de aanrecht moet bestand zijn
tegen een temperatuur van ongeveer 100 °C.
De afstand tussen de kookplaat en de muur erach-
ter of ieder andere vertikale oppervlakte moet min-
stens 40mm bedragen voor het toelaten van vol-
doende ventilatie en om oververhitting van de op-
pervlakken rondom het apparaat te vermijden.
Als de kookplaat boven een oven wordt
geinstalleerd moet deze zijn voorzien van een ge-
ventileerd afkoelingssysteem.
Installer de kookplaat niet boven een vaatwasser;
mocht dit echter onvermijdelijk zijn, breng dan een
luchtdicht scheidingselement tussen de twee ap-
paraten aan.
10
Afstand bewaren
tussen de lekplaat
en het keukenkastje
Bevestigen
Zeer belangrijk: De keramiekplaat moet op een perfect
vlakke oppervlakte worden geïnstalleerd. Eventuele, door
onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen zouden de
eigenschappen en de prestaties van de kookplaat kun-
nen veranderen.
De bevestigingsklemmen worden met schroeven vastge-
zet (zie schema).
Deze schroeven moeten altijd bereikbaar zijn.
Plaats de kookplaat in de uitsparing van het kastje door
gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek zodat de
kookplaat perfect aansluit op de aanrecht.
VOORKANT VAN DE KOOKPLAA
T
KOOKPLAAT
30
40
MONTEREN VAN DE KLEMMEN AAN DE ONDERKANT
KOOKPLAAT OMGEKEERD
Installeren en bevestigen
560 +/- 1
490 +/- 1
48
560
490
36
Het plaatsen
Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden
en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe
hebben voor de verbrandinsrook. Dit kan door middel
van een afzuigkap of door middel van een elektrische
ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de
apparatuur aanzet.
In het gevaal van een schoorsteen of Rechtstreeks naar buiten
vertakte rookleiding
(gereserveerd voor fornuizen)
b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van
luchttoevoer die noodzakelijk is voor de verbranding.
De luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per
kW. Het systeem kan worden uitgevoerd door
rechtstreeks lucht van buiten aan te voeren door een
leiding met een doorsnede van minstens 100 cm² en
zodanig dat deze niet belemmerd kan worden. Bij
fornuizen zonder veiligheidsmechanisme moeten de
ventilatie-openingen 100% groter zijn, met een
minimum van 200 cm² (afb.A). Of op indirecte wijze
vanuit aangrenzende vertrekken met ventilatie naar
buiten, die niet zijn: algemene ruimte van het gebouw,
ruimten met brandgevaar of slaapkamers (afb.B).
Détail A Aangrenzend Te ventileren
vertrek vertrek
A
Voorbeelden ventilatie-opening Verhoging van de spleet
voor verbrandingslucht tussen deur en vloer
Afb. A Afb. B
c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar
gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v.
door het raam te openen of de afzuigkap, indien
aanwezig, op hoog te zetten.
d) (voor België)
Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar
beneden. De vertrekken die GPL flessen bevatten
moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen
naar buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De
GPL flessen, leeg of gedeeltelijk vol, mogen dus niet
geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager
zijn dan het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd
in het vertrek alleen de fles die u aan het gebruiken
bent, zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan
warmtebronnen (oven, open haard, kachel enz.) die
een temperatuur kunnen bereiken die hoger is dan
50°C.
Het installeren van inbouwkookplaten
Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes
als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt
staat met de achterkant van het fornuis mag niet van
brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de
achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur. De volgende voorzorgen
voor de installatie van de kookplaten moeten in acht worden
genomen.
a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn
en hier boven uitsteken, moeten op minstens 600 mm
van de rand van de plaat staan.
b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens
de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat
bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand
van minstens 650 mm.
c) Als de afzuigkap 600 mm breed is, volgt u de aanwijzingen
van punt b) op en dient u de hangkastjes naast de
afzuigkap zo te plaatsen, dat er tussen de hangkastjes
en het werkblad een afstand van minstens 540 mm zit.
Op deze manier is het mogelijk om een eventuele
gasforhuis-deksel te installeren die zich gemakkelijk kan
openen en sluiten. In elk geval staat deze afstand toe om
de pannen comfortabel en gemakkelijk te gebruiken.
d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt
geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee
minstens 700 mm (milimeter).
600mm min.
540mm min.
700mm min.
Aansluiten gas
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet
worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de
geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het
fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat
gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat
u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing
aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de
gasbuizen aan te sluiten (natuurlijk gas II2E+3+ voor
Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de
verbinder te monteren.R (Deze is op aanvraag
verkrijgbaar bij de technische-service-dienst Ariston)
Tevens dient men zijn pakking op de verbinder “G”,die er
uit ziet als een “L , van de voedings-struktuur te monteren.
De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen
37
NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de
muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar
dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de
huidige Nationale Normen te voldoen.
L
G
R
Aansluiting met harde buis (koper of staal)
De aansluiting aan het gas moet zodanig worden
uitgevoerd dat het geen enkele druk uitoefent op het
apparaat. Op de voedingsingang van het fornuis zit een
L-aansluiting, die gericht kan worden, met pakking. Als
men de aansluiting moet draaien, dan moet men de
pakking vervangen (bijgeleverd bij het fornuis). De
aansluiting van het gas aan het formuis is gedraad: rond
mannelijk 1/2 gas.
Aansluiting met stalen flexibile buis
Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat
bevindt. Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang
krijgt tot het apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk
1/2 gas. Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die
voldoen aan de voorgeschreven nationale normen. Het in
werking stellen van deze buizen moet zodanig worden
uitgevoerd dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt,
niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft
plaats gevonden moet U kontroleren dat de metalen slang
niet in kontakt is met beweegbare delen of dat hij knel zit.
Controle van de dichting
Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte
luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met
zeepsop, nooit met een vlam.
Aanpassing aan verschillende types gas (voor
België)
Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type
gas dan waarvoor het gebruiksklaar is (aangegeven op
het typeplaatje onderaan het kookvlak of op de verpak-
king) moeten de straalpijpen van de branders vervangen
worden op de volgende wijze:
verwijder de roosters en de branders;
schroef de straalpijpen los met een buissleutel van
7mm en vervang ze met straalpijpen die geschikt zijn
voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van
branders en straalpijpen”);
monteer de onderdelen weer;
aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u
gaat gebruiken; u vindt dit in het zakje met de
bijgeleverde straalpijpjes.
Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of
variabel) van wat is voorzien moet op de toevoerbuis een
drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de
geldende Nationale Normen (regulatoren voor
gekanaliseerd gas).
Regulatie primaire lucht van de branders (voor
België)
De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht
nodig.
Het regelen van de minimum stand (voor België)
Het regelen van de minimum stand:
zet het kraantje op minimum;
neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in
of naast het staafje van het kraantje totdat u een
regelmatige vlam heeft;
N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden aangedraaid.
draai de knop snel van maximum op minimum om te
zien of de vlammen blijven branden;
als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme
hebben (thermo-element), dit niet functioneert met de
branders op minimum, dan moet de minimum
gastoevoer verhoogd worden door aan het
regelschroefje te draaien.
Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de by-
pass weer worden aangebracht met lak of gelijksoortig
materiaal.
Modificatie
Stempel van de technische
dienst
Datum
Plak hier een van de etiketten
die zich in het zakje van de
injectors bevinden
38
Tabel van de injectors
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
By-Pass
1/100
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
g/h
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. (mm) Nomin. (mm) *** ** Nomin. (mm) G20 G25
Snel (R)
100 0,70 39 3,00 86 218 214 3,30 123 314 365
Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,80 67 131 129 1,80 102 171 218
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
20
30
Table 1 (Voor Nederland) Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. Nomin. (mm) G25
Snel (R)
100 0,70 3,30 123 365
Halp Snel (S) 75 0,40 1,80 102 218
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
* A 15°C en 1013 mbar-droog gas
P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m
3
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m
3
P.C.S. du Butane = 49,47 MJ/Kg
P.C.S. du Propane = 50,37 MJ/Kg
39
Elektrische aansluiting
De elektrische veiligheid van dit apparaat is slechts
dan verzekerd als het op de juiste wijze is geaard
zoals voorgeschreven door de geldende normen
voor elektrische veiligheid. Het is belangrijk zich
hiervan te verzekeren en, in geval van twijfel, een
controle te laten uitvoeren door een bevoegde elek-
tricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die veroorzaakt is door nalatigheid be-
treffende het aarden van de installatie.
Voordat u het apparaat gaat aansluiten moet u zich
ervan verzekeren dat de technische gegevens op
het typeplaatje corresponderen met de kenmerken
van uw elektrische net.
Controleer dat het electrische vermogen van het
net en van de stopcontacten voldoende is voor het
maximum vermogen van het apparaat zoals aan-
gegeven op het typeplaatje. In geval van twijfel moet
u zich wenden tot een bevoegde installateur.
Voordat u enige ingreep gaat uitvoeren moet de
stroom van het apparaat worden afgesloten.
De aansluiting van de kookplaat aan het net moet worden
uitgevoerd door middel van een contactdoos: bij recht-
streekse aansluiting van het apparaat aan het net moet
een bereikbare veelpolige schakelaar worden aange-
bracht, met een afstand tussen de contactpunten van min-
stens 3 mm;
Alleen geldig voor de modellen met voedingskabel
Deze kookplaat is voorzien van een eenfase-kabel en mag
dus alleen worden aangesloten aan een eenfase-net. Res-
pecteer de kleuren van de draden zoals aangegeven in
bijgaand schema.
Elektrische aansluitingen Spanning Frequentie
Zekeringen
Doorsnede
FR-BE-AT-DE-GR-ES-IL-
IT-NZ-PT-GP-CH-MA-LU-
IE-FI-SE-IS-GB-NL-DK
230V - 1+N~ 50Hz
CY-MT-AU-NZ-KW
240V - 1+N~ 50Hz
16A *
1,5 mm²
FR-BE-NO
230V - 2 ~ 50Hz
BR=BRUN,BL=BLEU
BR=BRUIN, BL=BLAUW
BR=BRAUN, BL=BLAU
BR=BROWN, BL=BLUE
* Toepassing van de simultaneïteitsfactor conform aan de normen
CEI 60335-2-6
BL
N
BR
L
BL
N
BR
L
Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen
van de gemeeschap:
- EEG/73/23 van 19.02.73 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03.05.89 (Electromagnetische
compatibiliteit) en successievelijke modificaties;
- EEG/93/68 van 22.07.93 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- 2002/96/EC
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom.
Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo
het hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid
en het milieu te reduceren. Het symbool op het product
van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt,
het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van
vernietiging van hun oude apparaat.
Belangrijk: In het geval dat de kookplaat boven een
inbouwoven wordt geïnstalleerd moet de elektrische
aansluiting van de kookplaat en die van de oven apart
worden uitgevoerd, zowel voor elektrische
veiligheidsredenen als voor het vergemakkelijken van
eventueel naar voren trekken van de oven.
40
Beschrijving van de kookzones
Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat.
Verschillend van de traditionele technologie, wordt met de inductiekookzone de glasplaat niet verwarmd. De pan zelf,
die op de kookplaat staat, wordt een verwarmingselement: de warmte ontstaat rechtstreeks binnenin de pan, die een
bodem van ferromagnetisch materiaal moet hebben.
Iedere kookzone wordt in werk gesteld:
door middel van een keuzetoets waarop de afbeelding overeenkomt met de afbeelding op de kookzone,
en door een stroomsterkteregelaar die uit een dubbele toets bestaat (+,-):
Zolang de temperatuur van de kookzones boven de 60 °C is, ook na het uitschakelen, blijven de indicators van de
restwarmte aan (de indicator van de stroomsterkten vertoont H) ten einde het risico van zich te branden te vermijden.
KOOKPLATEN TI 6312
Kookzones Vermogen (in W)
Links voor (LVx)
I 1200 – 600 als LAx*
Links achter (LAx)
I 1800 – B 3000*
Totaal vermogen 3600
I
è
normale inductiekookzone
B 3000*
è de kookzone kan worden verhit tot aan 3000 W
600 als LAx*
è de stroomsterkte van de kookzone blijft gelimiteeerd tot 600 W zolang de kookzone
LAx (bij voorbeeld) extra stroom krijgt
Regelen van de branders
Het regelen is geleidelijk en maakt het aanpassen aan de
verschillende diameters van de pannen en het regelen van
de intensiteit van de verwarming gemakkelijk.
U regelt door de bedieningsknop in te drukken en tegen
de klok in te draaien, zodat het wijzertje van de knop sa-
menvalt met de symbolen:
een zwarte punt: dicht
E een grote vlam: open
C een kleine vlam: gereduceerde warmte
Regelen van de gasbranders
De ontsteking van de branders is voorzien van een
veiligheidssysteem
De ontsteking van de branders van uw kookplaat is met
éénknopsbediening. Druk de knop in en draai hem tegelij-
kertijd tegen de klok in: vonken steken de brander aan.
Nadat de brander aan is houdt u de knop lang genoeg
ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd kan
worden.
Als de vlammen per ongeluk uitgaan gedurende het ko-
ken, treedt het veiligheidssysteem in werking: de gas-
toevoer wordt automatisch stop gezet. De brander wordt
weer aangestoken met dezelfde methode als hierboven
aangegeven.
N.B.: als er geen stroom is kunt u de brander met een
lucifer aansteken door de knop te draaien en genoeg druk
uit te oefenen, zoals hierboven aangegeven.
41
De bedieningstoetsen
1. Aan/uit toets
2. Keuzetoets van de kookzones
3. Indicators van de stroomsterkte (van 0 tot 9) en van
de restwarmte (H)
4. Indicator van de keuze van een kookzone:
aan: de betreffende kookzone is gekozen en kan
geregeld worden,
uit: de betreffende kookzone is niet gekozen en kan
dus niet geregeld worden.
5. Toets voor het verhogen van de stroomsterkte
6. Toets voor het verlagen van de stroomsterkte
7. Toets voor het instellen van de timer voor het program-
meren van een kooktijd (alleen bij modellen die een timer
hebben)
8. Indicator van de geprogrammeerde tijdsduur
9. Controlelampje "bedrijf" van de geprogrammeerde
kookzone
10.Toets Booster
11.Toets voor het blokkeren van de bediening
12.Controlelampje van de blokkering
13.de bedieningsknoppen van de branders
1
2
2
6 5
10
11
12
4
8
9
7
3
3
13
15
0
5.
13
42
Het functioneren
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel
blokkeren om ongewenste veranderingen te vermijden
(kinderen, schoonmaken enz.).
U hoeft slechts op de toets , te drukken; het controle-
lampje dat zich naast de toets bevindt gaat aan en de
bedieningstoetsen worden geblokkeerd.
Voor het veranderen van de stroomsterkte of het onder-
breken van het koken moeten de bedieningstoetsen wor-
den gedeblokkeerd: , het controlelampje gaat uit en
de bedieningstoetsen worden gedeblokkeerd.
Voor toegang tot het regelen van een kookzone kiest u
deze door middel van de corresponderende bedienings-
toets.
Programmering bereidingstijd
Het is mogelijk tegelijkertijd alle kookzones te program-
meren voor een maximum van 99 minuten.
Ga als volgt te werk:
kies de kookzone door middel van de
corrsponderende bedieningstoets;
stel de gewenste stroomsterkte in met de toetsen
"+" en "-",
druk op de programmeerknop ,
stel de gewenste bereidingstijd in met de toetsen
"+" en "-",
bevestig de instelling die u heeft vastgesteld door
opnieuw op de programmeertoets te drukken.
Het aftellen van de bereidingstijd begint onmiddelijk.
Het einde van de geprogrammeerde bereidingstijd wordt
aangegeven met een geluidssignaal (voor 1 minuut) en
de kookzone gaat uit.
Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na
enkele seconden een kort geluidssignaal:
Inschakelen kookplaat
U schakelt de kookplaat in door op toets te drukken.
Functionering kookzones
Ledere kookzone wordt in werking gesteld door middel
van een bedieningstoets en een regelsysteem voor de
stroomsterkte, bestaande uit een dubbele toets (+,-).
Het inschakelen van een kookzone
Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u
op de betreffende toets en stelt u de gewenste stroom-
sterkte in (van 0 tot 9) met de toetsen "+" en "-".
Wilt u onmiddelijk de maximum stroomsterkte (9), dan
drukt u kort op de toets "-".
Het uitschakelen van een kookzone
Voor het uitschakelen van een kookzone kiest u de zone
door middel van de betreffende toets en:
druk tegelijkertijd op de knoppen "+" en "-": de
stroomsterkte gaat onmiddelijk terug op 0 en de licht-
kolom gaat uit.
of druk op de toets "-" : de stroomsterkte van de
kookzone gaat langzamerhand omlaag totdat hij uit is.
Het uitschakelen van de kookplaat
Druk op de toets , het apparaat wordt elektrisch uit-
geschakeld.
Als de bediening van het apparaat is geblokkeerd (zie
volgende paragraaf), blijft deze geblokkeerd ook nadat
de kookplaat opnieuw is ingeschakeld. Voor gebruik van
de kookzones moet de bediening worden gedeblokkeerd.
De booster
De booster is alleen aanwezig bij de modellen.
Voor het versnellen van de verwarmingstijden van de kook-
zones (zie de tabel van de kookzones op de vorige blad-
zijde), drukt u op toets
Booster
.
Op de display van de stroomsterkte verschijnt "P". De
Boosterfunctie wordt automatisch onderbroken na 4 mi-
nuten.
In de periode van het activeren van de booster zijn en-
kele kookzones (zie de tabel van de kookzones op de
vorige bladzijde) gelimiteerd tot een maximum stroom-
sterkte van 600 W.
0 5.
43
Veiligheidssystemen
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, lepel enz.) dat voor meer dan
10 seconden op het bedieningspaneel ligt,
iets dat is overgelopen op deze zone,
een lange druk op een toets enz..
kunnen een geluidssignaal en het uitschakelen van de
kookplaat veroorzaken.
Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal
houdt op.
Als u de kookplaat weer wilt gebruiken schakelt u hem
weer in en kiest u opnieuw de gewenste kookzone/zones.
Stel de stroomsterkte in die u nodig heeft.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat is voorzien van een automatische veiligheids-
schakelaar die na een poosje optreedt (zie tabel verderop)
naar gelang de gekozen stroomsterkte. Gedurende deze
veliligheidstussenkomst vertoont de display van de stroom-
sterkte "0".
B.v.: de kookzone rechts-achter is op 5 ingesteld en de
kookzone links-voor is op 2 ingesteld. De zone rechts-
achter gaat na 3 uren uit, terwijl de zone links-voor na 10
uren uitgaat.
Voor het deblokkeren van de bedieningstoetsen schakelt
u de kookplaat uit door op de toets te drukken.
Thermische protectie
In het geval van oververhitting van de elektronische com-
ponenten van het apparaat gaat de kookplaat automa-
tisch uit en op de display van de stroomsterkte verschijnt
"—".
Deze boodschap verdwijnt zodra de temperatuur vol-
doende is gezakt.
Vermogens-niveau Maximale werkingsduur
1-2 10 uur
3 5 uur
4 4 uur
5-6 3 uur
7-8 2 uur
9 1 uur
Het waarnemen van de pannen
Ledere inductie-zone is voorzien van een systeem dat de
pan waarneemt.. De zone straalt alleen warmte uit als er
een pan van de juiste afmetingen op staat.
Het knipperend controlelampje kan betekenen:
een verkeerde pan (niet van ferromagnetisch ma-
teriaal),
een pan van onvoldoende diameter,
het optillen van een pan.
Kies altijd een pan met een diameter die past op die
van de kookzone.
Belangrijk: ovalen kookzones
De ovalen kookzones kunnen alleen extra stroom krijgen
als het hele ovaal geactiveerd is.
Plaats niet twee kleine pannen op de ovalen kookzone.
Gebruik van de pannen
Aangezien de inductie alleen gaat functioneren op het
moment dat een metalen pan op de kookplaat wordt ge-
plaatst en het magnetische veld afsluit, houdt het verwar-
men van de pan op zodra deze van de kookzone wordt
verwijderd.
Gebruik een pan die gemaakt is van materiaal dat ge-
schikt is voor het grondbeginsel van de inductie
(ferromagnetisch materiaal).
Wij raden aan pannen te gebruiken van gietijzer,
geëmailleerd staal of speciaal roestvrij staal voor in-
ductie.
Koperen pannen, terracotta, glazen potten, aardewerk,
aluminium of roestvrij staal dat niet magnetisch is, zijn
ongeschikt voor een inductieplaat.
U kunt zelf testen met een magneet. Als deze door de
bodem van de pan wordt aangetrokken en blijft 'plakken',
betekent het dat de pan van ferromagnetisch materiaal is
en dus kan worden gebruikt op de inductieplaat.
Wij raden aan pannen te gebruiken met een platte dikke
bodem en pannen te vermijden die een onregelmatige
bodem hebben, die het glas zou kunnen krassen.
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Mededeling voor dragers van een pacemaker of een ander
actief ingeplant medisch apparaat:
De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende
elektromagnetische storing. Dit product is aldus in volkomen
overeenstemming met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/
EEG). Het ontwerp is zodanig gepland dat het geen storingen
veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden gebruikt,
mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde normen. De
inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte afstand.
Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de pacemaker
te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de geldende normen.
Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen product
garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of eventuele
problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelende arts te wenden
of tot de fabrikant van de pacemaker.
44
Reinigen en onderhoud
Praktische raadgevingen voor het gebruik van de
kookplaat
Voor het beste gebruik van de kookplaat moeten enkele
fundamentele regels in acht worden genomen gedurende
het koken en het klaarmaken van de gerechten.
Gebruik pannen met een platte bodem die perfect
aansluiten aan de verwarmingszone.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat
geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te
benutten.
Houd de bodem van de pan altijd schoon en droog
zodat hij goed aansluit aan de kookzone en zodat niet
alleen de kookzones een lange duurzaamheid
genieten, maar ook de pannen zelf.
Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op
een gasfornuis heeft gebruikt. De hitteconcentratie op
de gaspitten kan de bodem van een pan vervormen,
hetgeen niet de beste resultaten oplevert wanneer hij
op een keramiekplaat wordt gebruikt.
Laat nooit een kookzone aan staan zonder een pan
erop aangezien de verhitting, die snel het maximum
niveau bereikt, de verwarmingselementen kan
beschadigen.
De glazen kookplaat is zowel vuurvast als resistent
tegen stoten. Toch kan hij barsten als hij hard getroffen
wordt door een puntig voorwerp. In dit geval sluit u de
stroom af en wendt u zich tot een bevoegde
installateur.
Houd de kookplaat altijd schoon. Wacht tot de
verwarmingszones uit zijn en afgekoeld voordat u over-
gaat tot onderhoud van de kookplaat.
Branders ø Diameter pan (cm)
Snel (R) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Raamwerk van roestvrij staal (slechts bij enkele model-
len)
Roestvrij staal kan vlekkerig worden als er langere tijd
kalkhoudend water op blijft liggen of als gevolg van ge-
bruik van bijtende schoonmaakmiddelen (fosforhoudend).
Spoel en droog altijd goed af na het reinigen van de kook-
plaat. Droog geknoeid water altijd meteen zorgvuldig af.
Onderhoud kookplaat
De glasplaat die wordt gebruikt als verwarmingsvlak is
perfect glad en niet poreus; bovendien is hij bij normale
gebruikscondities bestand tegen hitte en stoten. Voor cor-
rect onderhoud van alle onderdelen van de kookplaat ra-
den wij aan als volgt te werk te gaan:
voor normaal reinigen is het voldoende hem met
een vochtige spons te wassen en daarna met
keukenpapier te drogen.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoonge-
maakt met een middel dat speciaal voor
keramiekplaten* is bedoeld; afspoelen en afdrogen.
voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u een
hiervoor bestemd schrapertje gebruiken. Doe dit zo
snel mogelijk zonder te wachten tot het apparaat
koud is geworden, om het hard worden van de res-
ten te vermijden Uitstekende resultaten kunnen ook
worden bereikt met een speciaal roestvrij staalwol-
sponsje voor keramiekplaten in een sopje gedoopt.
Als de plaat is schoongemaakt kan hij worden be-
handeld met een speciaal product voor onderhoud
en protectie: Het onzichtbare laagje dat dit product
achterlaat beschermt de glasplaat in het geval van
overkoken. Dit soort onderhoud moet worden uitge-
voerd als de plaat lauw of koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af
te spoelen en nauwkeurig te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen hard worden gedurende
een volgende kookbeurt.
Belangrijke aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bij-
tende middelen, zoals spray voor barbecue en
ovens, ontvlekkingsmiddelen en roestverwijderende
producten, vim en schuursponsen, aangezien deze
de plaat voorgoed kunnen krassen.
Denk eraan voorwerpen die kunnen smelten op
een afstand van de kookplaat te houden, b.v. plas-
tic voorwerpen, suiker of producten met een hoog
suikergehalte. Als er iets van dit soort voedsel op
de kookplaat is geknoeid, verwijder het onmiddelijk
(zolang de plaat nog warm is) met een scheermes-
scherp schrapertje, om te vermijden dat de plaat be-
schadigd wordt.
De kookplaat mag alleen voor koken worden ge-
bruikt. Zet geen voorwerpen op de plaat als deze
niet in gebruik is. Gebruik de plaat niet om dingen op
te zetten (bestek, pannen, afdroogdoeken enz.) noch
als hakblok.
Aluminium bakken of folie en plastic bakken mogen
nooit op de plaat blijven staan als deze nog lauw of
warm is.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukapparaten voor
het reinigen van de oven.
Plaats geen metalen voorwerpen op de kookplaat
(bestek of deksels enz.).
Verwarm nooit etenswaren in een afgesloten doos:
deze zou kunnen openbarsten.
Schade aan de kookplaat die veroorzaakt is door derge-
lijk onjuist gebruik valt automatisch niet onder de garan-
tie.
Het smeren van de kranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast
blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te
vervangen.
N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.

Documenttranscriptie

Raadgevingen en tips • • • • • • • • • • • • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. Voordat u het apparaat gaat gebruiken wordt u verzocht de gebruiksaanwijzingen in deze handleiding aandachtig te lezen aangezien zij belangrijke gegevens bevatten betreffende de veiligheid van de installatie, het gebruik en het onderhoud. Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere raadpleging. Na het verwijderen van de verpakking moet men goed kijken of het fornuis geheel gaaf is. In geval van twijfel moet men het fornuis niet gebruiken en zich tot een bevoegde installateur wenden. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyrene, spijkers enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gelegd, aangezien het potentieel gevaar kan veroorzaken. Het installeren moet uitgevoerd worden door een bevoegde installateur en volgens de instrukties van de fabrikant. Een verkeerde aansluiting kan schade veroorzaken aan personen, dieren of dingen en voor deze gevallen kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld. De elektrische veiligheid van dit apparaat is slechts dan verzekerd als het op de juiste wijze is geaard zoals voorgeschreven door de geldende normen voor elektrische veiligheid. Het is belangrijk zich hiervan te verzekeren en, in geval van twijfel, een controle te laten uitvoeren door een bevoegde elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die veroorzaakt is door nalatigheid betreffende het aarden van de installatie. Voordat u het apparaat gaat aansluiten moet u zich ervan verzekeren dat de technische gegevens op het typeplaatje corresponderen met de kenmerken van uw elektrische net. Controleer dat het electrische vermogen van het net en van de stopcontacten voldoende is voor het maximum vermogen van het apparaat zoals aangegeven op het typeplaatje. In geval van twijfel moet u zich wenden tot een bevoegde installateur. Dit apparaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor het vervaardigd is. Ieder ander gebruik (b.v.: verwarming van het vertrek) is verkeerd en dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist, verkeerd en onredelijk gebruik. • • • • • • • • • • • • • • • • Het gebruik van ieder electrisch apparaat brengt met zich mee het in acht nemen van zekere fundamentele regels. In het bijzonder: raak het apparaat niet aan als uw handen vochtig zijn; gebruik het apparaat niet als u blootsvoets bent; gebruik geen verlengsnoeren; trek niet aan het snoer of aan het apparaat zelf om de stekker uit het stopcontact te trekken; stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen, zon enz.); door kinderen of onbekwame personen Sluit altijd voordat u overgaat tot het reinigen of onderhoud eerst de stroom af door de stekker uit het stopcontact te halen of met de schakelaar. In het geval dat er zich een barst in de glasplaat voordoet, moet u het apparaat onmiddelijk uitschakelen. Voor eventuele reparaties moet u zich uitsluitend tot een bevoegde installateur wenden en originele onderdelen eisen. Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan de veiligheid van het apparaat in gevaar brengen.. Als u het apparaat niet meer gebruikt moet u het onklaar maken door de kabel door te snijden nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken. Het is aan te raden ook die onderdelen onklaar te maken die een gevaar zouden kunnen opleveren, vooral voor kinderen die ermee zouden willen spelen. De glazen kookplaat is zowel vuurvast als resistent tegen stoten. Toch kan hij barsten als hij hard getroffen wordt door een puntig voorwerp. In dit geval sluit u de stroom af en wendt u zich tot een bevoegde installateur. Denk eraan dat de temperatuur van de kookzones nogal hoog blijft voor minstens 30 minuten nadat de kookplaat is uitgeschakeld; plaats er dus niet per ongeluk voorwerpen of pannen op. Schakel de kookzones niet in als er aluminiumfolie of plastic voorwerpen op liggen. Raak de kookzones niet aan als ze nog warm zijn. Als zich kleine elektrische keukenapparaten dichtbij de kookplaat bevinden moet u erop letten dat de elektrische draden hiervan niet in contact komen met de warme zones. Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenkant van de kookplaat zodat er niet per ongeluk tegen gestoten kan worden. Het eerste gebruik : de lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de kookplaat gaat gebruiken raden wij aan dat u deze verwijdert met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Het is mogelijk dat u de eerste uren van gebruik een lichte rubberlucht ruikt: deze verdwijnt spoedig. 34 Installeren en bevestigen Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze uitvoert en volgens de geldende normen. Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat u overgaat tot onderhoud. Bevestigen Zeer belangrijk: De keramiekplaat moet op een perfect vlakke oppervlakte worden geïnstalleerd. Eventuele, door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen zouden de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat kunnen veranderen. Installeren • De kookplaat is bedoeld voor inbouw in een keukenkastje door het eenvoudigweg verwijderen van het betreffende kastje. • Het materiaal van de aanrecht moet bestand zijn tegen een temperatuur van ongeveer 100 °C. • De afstand tussen de kookplaat en de muur erachter of ieder andere vertikale oppervlakte moet minstens 40mm bedragen voor het toelaten van voldoende ventilatie en om oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te vermijden. • Als de kookplaat boven een oven wordt geinstalleerd moet deze zijn voorzien van een geventileerd afkoelingssysteem. • Installer de kookplaat niet boven een vaatwasser; mocht dit echter onvermijdelijk zijn, breng dan een luchtdicht scheidingselement tussen de twee apparaten aan. De bevestigingsklemmen worden met schroeven vastgezet (zie schema). Deze schroeven moeten altijd bereikbaar zijn. Plaats de kookplaat in de uitsparing van het kastje door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek zodat de kookplaat perfect aansluit op de aanrecht. MONTEREN VAN DE KLEMMEN AAN DE ONDERKANT 48 560 0 49 /- 0+ /- 1 + 90 1 4 10 56 KOOKPLAAT OMGEKEERD Afstand bewaren tussen de lekplaat en het keukenkastje 35 30 KOOKPLAAT 40 VOORKANT VAN DE KOOKPLAAT Het plaatsen Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen: NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België); NEN-1078 (voor Nederland). De volgende eisen moeten in acht genomen worden: a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe hebben voor de verbrandinsrook. Dit kan door middel van een afzuigkap of door middel van een elektrische ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de apparatuur aanzet. Het installeren van inbouwkookplaten Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt staat met de achterkant van het fornuis mag niet van brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. De volgende voorzorgen voor de installatie van de kookplaten moeten in acht worden genomen. a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm. c) Als de afzuigkap 600 mm breed is, volgt u de aanwijzingen van punt b) op en dient u de hangkastjes naast de afzuigkap zo te plaatsen, dat er tussen de hangkastjes en het werkblad een afstand van minstens 540 mm zit. Op deze manier is het mogelijk om een eventuele gasforhuis-deksel te installeren die zich gemakkelijk kan openen en sluiten. In elk geval staat deze afstand toe om de pannen comfortabel en gemakkelijk te gebruiken. d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee minstens 700 mm (milimeter). Rechtstreeks naar buiten (gereserveerd voor fornuizen) Détail A Aangrenzend vertrek 700mm min. b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van luchttoevoer die noodzakelijk is voor de verbranding. De luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per kW. Het systeem kan worden uitgevoerd door rechtstreeks lucht van buiten aan te voeren door een leiding met een doorsnede van minstens 100 cm² en zodanig dat deze niet belemmerd kan worden. Bij fornuizen zonder veiligheidsmechanisme moeten de ventilatie-openingen 100% groter zijn, met een minimum van 200 cm² (afb.A). Of op indirecte wijze vanuit aangrenzende vertrekken met ventilatie naar buiten, die niet zijn: algemene ruimte van het gebouw, ruimten met brandgevaar of slaapkamers (afb.B). Te ventileren vertrek Aansluiten gas De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (natuurlijk gas II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. De aansluiting voert men uit met behulp van: - een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen A Voorbeelden ventilatie-opening voor verbrandingslucht 600mm min. 540mm min. In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager zijn dan het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd in het vertrek alleen de fles die u aan het gebruiken bent, zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan warmtebronnen (oven, open haard, kachel enz.) die een temperatuur kunnen bereiken die hoger is dan 50°C. Verhoging van de spleet tussen deur en vloer Afb. A Afb. B c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v. door het raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig, op hoog te zetten. d) (voor België) Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar beneden. De vertrekken die GPL flessen bevatten moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen naar buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De GPL flessen, leeg of gedeeltelijk vol, mogen dus niet 36 NBN D51-003) of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder. Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te voldoen. Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of variabel) van wat is voorzien moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende Nationale Normen (regulatoren voor gekanaliseerd gas). - Regulatie primaire lucht van de branders (voor België) De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht nodig. L Het regelen van de minimum stand (voor België) Het regelen van de minimum stand: • zet het kraantje op minimum; • neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast het staafje van het kraantje totdat u een regelmatige vlam heeft; N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden aangedraaid. • draai de knop snel van maximum op minimum om te zien of de vlammen blijven branden; • als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme hebben (thermo-element), dit niet functioneert met de branders op minimum, dan moet de minimum gastoevoer verhoogd worden door aan het regelschroefje te draaien. Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de bypass weer worden aangebracht met lak of gelijksoortig materiaal. G R Aansluiting met harde buis (koper of staal) De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd dat het geen enkele druk uitoefent op het apparaat. Op de voedingsingang van het fornuis zit een L-aansluiting, die gericht kan worden, met pakking. Als men de aansluiting moet draaien, dan moet men de pakking vervangen (bijgeleverd bij het fornuis). De aansluiting van het gas aan het formuis is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. Aansluiting met stalen flexibile buis Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat bevindt. Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk 1/2 gas. Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de voorgeschreven nationale normen. Het in werking stellen van deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U kontroleren dat de metalen slang niet in kontakt is met beweegbare delen of dat hij knel zit. Controle van de dichting Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met zeepsop, nooit met een vlam. Modificatie Aanpassing aan verschillende types gas (voor België) Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type gas dan waarvoor het gebruiksklaar is (aangegeven op het typeplaatje onderaan het kookvlak of op de verpakking) moeten de straalpijpen van de branders vervangen worden op de volgende wijze: • verwijder de roosters en de branders; • schroef de straalpijpen los met een buissleutel van 7mm en vervang ze met straalpijpen die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van branders en straalpijpen”); • monteer de onderdelen weer; • aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken; u vindt dit in het zakje met de bijgeleverde straalpijpjes. Plak hier een van de etiketten die zich in het zakje van de injectors bevinden 37 Stempel van de technische dienst Datum Tabel van de injectors Table 1 (Voor Belgie) Gaspit Doorsnee Vloeibaar gas Natuurlijk gas Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) By-Pass 1/100 Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* g/h Gered. (mm) Nomin. (mm) *** Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* l/h ** Nomin. (mm) G20 G25 Snel (R) 100 0,70 39 3,00 86 218 214 3,30 123 314 365 Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,80 67 131 129 1,80 102 171 218 28-30 20 35 37 25 45 20 15 25 25 20 30 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) Table 1 (Voor Nederland) Gaspit Natuurlijk gas Doorsnee Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* l/h Gered. Nomin. (mm) G25 Snel (R) 100 0,70 3,30 123 365 Halp Snel (S) 75 0,40 1,80 102 218 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) * A 15°C en 1013 mbar-droog gas P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m3 P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m3 P.C.S. du Butane = 49,47 MJ/Kg P.C.S. du Propane = 50,37 MJ/Kg 38 25 20 30 Elektrische aansluiting • De elektrische veiligheid van dit apparaat is slechts dan verzekerd als het op de juiste wijze is geaard zoals voorgeschreven door de geldende normen voor elektrische veiligheid. Het is belangrijk zich hiervan te verzekeren en, in geval van twijfel, een controle te laten uitvoeren door een bevoegde elektricien. • De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die veroorzaakt is door nalatigheid betreffende het aarden van de installatie. • Voordat u het apparaat gaat aansluiten moet u zich ervan verzekeren dat de technische gegevens op het typeplaatje corresponderen met de kenmerken van uw elektrische net. • Controleer dat het electrische vermogen van het net en van de stopcontacten voldoende is voor het maximum vermogen van het apparaat zoals aangegeven op het typeplaatje. In geval van twijfel moet u zich wenden tot een bevoegde installateur. Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen van de gemeeschap: - EEG/73/23 van 19.02.73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; - EEG/89/336 van 03.05.89 (Electromagnetische compatibiliteit) en successievelijke modificaties; - EEG/93/68 van 22.07.93 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; - 2002/96/EC De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Voordat u enige ingreep gaat uitvoeren moet de stroom van het apparaat worden afgesloten. De aansluiting van de kookplaat aan het net moet worden uitgevoerd door middel van een contactdoos: bij rechtstreekse aansluiting van het apparaat aan het net moet een bereikbare veelpolige schakelaar worden aangebracht, met een afstand tussen de contactpunten van minstens 3 mm; Alleen geldig voor de modellen met voedingskabel Deze kookplaat is voorzien van een eenfase-kabel en mag dus alleen worden aangesloten aan een eenfase-net. Respecteer de kleuren van de draden zoals aangegeven in bijgaand schema. Elektrische aansluitingen N L BL BR Spanning Frequentie Zekeringen Doorsnede FR-BE-AT-DE-GR-ES-ILIT-NZ-PT-GP-CH-MA-LUIE-FI-SE-IS-GB-NL-DK 230V - 1+N~ 50Hz CY-MT-AU-NZ-KW 240V - 1+N~ 50Hz N Belangrijk: In het geval dat de kookplaat boven een inbouwoven wordt geïnstalleerd moet de elektrische aansluiting van de kookplaat en die van de oven apart worden uitgevoerd, zowel voor elektrische veiligheidsredenen als voor het vergemakkelijken van eventueel naar voren trekken van de oven. 16A * 1,5 mm² L FR-BE-NO 230V - 2 ~ 50Hz BL BR BR=BRUN,BL=BLEU BR=BRAUN, BL=BLAU BR=BRUIN, BL=BLAUW BR=BROWN, BL=BLUE * Toepassing van de simultaneïteitsfactor conform aan de normen CEI 60335-2-6 39 Beschrijving van de kookzones Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. Verschillend van de traditionele technologie, wordt met de inductiekookzone de glasplaat niet verwarmd. De pan zelf, die op de kookplaat staat, wordt een verwarmingselement: de warmte ontstaat rechtstreeks binnenin de pan, die een bodem van ferromagnetisch materiaal moet hebben. KOOKPLATEN Kookzones Links voor (LVx) Links achter (LAx) Totaal vermogen TI 6312 Vermogen (in W) I 1200 – 600 als LAx* I 1800 – B 3000* 3600 I è normale inductiekookzone B 3000* è de kookzone kan worden verhit tot aan 3000 W 600 als LAx* è de stroomsterkte van de kookzone blijft gelimiteeerd tot 600 W zolang de kookzone LAx (bij voorbeeld) extra stroom krijgt Iedere kookzone wordt in werk gesteld: • door middel van een keuzetoets waarop de afbeelding overeenkomt met de afbeelding op de kookzone, • en door een stroomsterkteregelaar die uit een dubbele toets bestaat (+,-): Zolang de temperatuur van de kookzones boven de 60 °C is, ook na het uitschakelen, blijven de indicators van de restwarmte aan (de indicator van de stroomsterkten vertoont H) ten einde het risico van zich te branden te vermijden. Regelen van de gasbranders Regelen van de branders Het regelen is geleidelijk en maakt het aanpassen aan de verschillende diameters van de pannen en het regelen van de intensiteit van de verwarming gemakkelijk. U regelt door de bedieningsknop in te drukken en tegen de klok in te draaien, zodat het wijzertje van de knop samenvalt met de symbolen: • E C De ontsteking van de branders is voorzien van een veiligheidssysteem De ontsteking van de branders van uw kookplaat is met éénknopsbediening. Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de brander aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd kan worden. Als de vlammen per ongeluk uitgaan gedurende het koken, treedt het veiligheidssysteem in werking: de gastoevoer wordt automatisch stop gezet. De brander wordt weer aangestoken met dezelfde methode als hierboven aangegeven. N.B.: als er geen stroom is kunt u de brander met een lucifer aansteken door de knop te draaien en genoeg druk uit te oefenen, zoals hierboven aangegeven. een zwarte punt: dicht een grote vlam: open een kleine vlam: gereduceerde warmte 40 De bedieningstoetsen 1. Aan/uit toets 2. Keuzetoets van de kookzones 3. Indicators van de stroomsterkte (van 0 tot 9) en van de restwarmte (H) 13 4. Indicator van de keuze van een kookzone: • aan: de betreffende kookzone is gekozen en kan geregeld worden, • uit: de betreffende kookzone is niet gekozen en kan dus niet geregeld worden. 5. Toets voor het verhogen van de stroomsterkte 6. Toets voor het verlagen van de stroomsterkte 13 7. Toets voor het instellen van de timer voor het programmeren van een kooktijd (alleen bij modellen die een timer hebben) 8. Indicator van de geprogrammeerde tijdsduur 9. Controlelampje "bedrijf" van de geprogrammeerde kookzone 9 8 10.Toets Booster 15 7 11.Toets voor het blokkeren van de bediening 12.Controlelampje van de blokkering 13.de bedieningsknoppen van de branders 3 2 0 5. 3 4 2 10 6 5 1 11 12 41 Het functioneren Blokkering van het bedieningspaneel Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel blokkeren om ongewenste veranderingen te vermijden (kinderen, schoonmaken enz.). U hoeft slechts op de toets , te drukken; het controlelampje dat zich naast de toets bevindt gaat aan en de bedieningstoetsen worden geblokkeerd. Voor het veranderen van de stroomsterkte of het onderbreken van het koken moeten de bedieningstoetsen worden gedeblokkeerd: , het controlelampje gaat uit en de bedieningstoetsen worden gedeblokkeerd. Voor toegang tot het regelen van een kookzone kiest u deze door middel van de corresponderende bedieningstoets. Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal: Inschakelen kookplaat U schakelt de kookplaat in door op toets te drukken. Functionering kookzones Ledere kookzone wordt in werking gesteld door middel van een bedieningstoets en een regelsysteem voor de stroomsterkte, bestaande uit een dubbele toets (+,-). 0 5. Programmering bereidingstijd Het is mogelijk tegelijkertijd alle kookzones te programmeren voor een maximum van 99 minuten. Ga als volgt te werk: • kies de kookzone door middel van de corrsponderende bedieningstoets; • stel de gewenste stroomsterkte in met de toetsen "+" en "-", • druk op de programmeerknop , • stel de gewenste bereidingstijd in met de toetsen "+" en "-", • bevestig de instelling die u heeft vastgesteld door opnieuw op de programmeertoets te drukken. Het inschakelen van een kookzone • Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u op de betreffende toets en stelt u de gewenste stroomsterkte in (van 0 tot 9) met de toetsen "+" en "-". • Wilt u onmiddelijk de maximum stroomsterkte (9), dan drukt u kort op de toets "-". Het uitschakelen van een kookzone Voor het uitschakelen van een kookzone kiest u de zone door middel van de betreffende toets en: • druk tegelijkertijd op de knoppen "+" en "-": de stroomsterkte gaat onmiddelijk terug op 0 en de lichtkolom gaat uit. • of druk op de toets "-" : de stroomsterkte van de kookzone gaat langzamerhand omlaag totdat hij uit is. Het aftellen van de bereidingstijd begint onmiddelijk. Het einde van de geprogrammeerde bereidingstijd wordt aangegeven met een geluidssignaal (voor 1 minuut) en de kookzone gaat uit. Het uitschakelen van de kookplaat Druk op de toets , het apparaat wordt elektrisch uit- geschakeld. Als de bediening van het apparaat is geblokkeerd (zie volgende paragraaf), blijft deze geblokkeerd ook nadat de kookplaat opnieuw is ingeschakeld. Voor gebruik van de kookzones moet de bediening worden gedeblokkeerd. De booster De booster is alleen aanwezig bij de modellen. Voor het versnellen van de verwarmingstijden van de kookzones (zie de tabel van de kookzones op de vorige bladzijde), drukt u op toets . Op de display van de stroomsterkte verschijnt "P". De Boosterfunctie wordt automatisch onderbroken na 4 minuten. In de periode van het activeren van de booster zijn enkele kookzones (zie de tabel van de kookzones op de vorige bladzijde) gelimiteerd tot een maximum stroomsterkte van 600 W. Booster 42 Veiligheidssystemen Het waarnemen van de pannen Ledere inductie-zone is voorzien van een systeem dat de pan waarneemt.. De zone straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. Geluidssignaal Enkele storingen, zoals: • een voorwerp (pan, lepel enz.) dat voor meer dan 10 seconden op het bedieningspaneel ligt, • iets dat is overgelopen op deze zone, • een lange druk op een toets enz.. kunnen een geluidssignaal en het uitschakelen van de kookplaat veroorzaken. Het knipperend controlelampje kan betekenen: • een verkeerde pan (niet van ferromagnetisch materiaal), • een pan van onvoldoende diameter, • het optillen van een pan. Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als u de kookplaat weer wilt gebruiken schakelt u hem weer in en kiest u opnieuw de gewenste kookzone/zones. Stel de stroomsterkte in die u nodig heeft. Kies altijd een pan met een diameter die past op die van de kookzone. Belangrijk: ovalen kookzones De ovalen kookzones kunnen alleen extra stroom krijgen als het hele ovaal geactiveerd is. Plaats niet twee kleine pannen op de ovalen kookzone. Veiligheidsschakelaar Het apparaat is voorzien van een automatische veiligheidsschakelaar die na een poosje optreedt (zie tabel verderop) naar gelang de gekozen stroomsterkte. Gedurende deze veliligheidstussenkomst vertoont de display van de stroomsterkte "0". Gebruik van de pannen Aangezien de inductie alleen gaat functioneren op het moment dat een metalen pan op de kookplaat wordt geplaatst en het magnetische veld afsluit, houdt het verwarmen van de pan op zodra deze van de kookzone wordt verwijderd. Gebruik een pan die gemaakt is van materiaal dat geschikt is voor het grondbeginsel van de inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden aan pannen te gebruiken van gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal roestvrij staal voor inductie. Koperen pannen, terracotta, glazen potten, aardewerk, aluminium of roestvrij staal dat niet magnetisch is, zijn ongeschikt voor een inductieplaat. U kunt zelf testen met een magneet. Als deze door de bodem van de pan wordt aangetrokken en blijft 'plakken', betekent het dat de pan van ferromagnetisch materiaal is en dus kan worden gebruikt op de inductieplaat. Wij raden aan pannen te gebruiken met een platte dikke bodem en pannen te vermijden die een onregelmatige bodem hebben, die het glas zou kunnen krassen. GESCHIKTE MATERIALEN * Gietijzer Ge‘mailleerd staal Speciaal roestvrij staal B.v.: de kookzone rechts-achter is op 5 ingesteld en de kookzone links-voor is op 2 ingesteld. De zone rechtsachter gaat na 3 uren uit, terwijl de zone links-voor na 10 uren uitgaat. Voor het deblokkeren van de bedieningstoetsen schakelt u de kookplaat uit door op de toets ONGESCHIKTE MATERIALEN te drukken. Vermogens-niveau Maximale werkingsduur 1-2 10 uur 3 5 uur 4 4 uur 5-6 3 uur 7-8 2 uur 9 1 uur Thermische protectie In het geval van oververhitting van de elektronische componenten van het apparaat gaat de kookplaat automatisch uit en op de display van de stroomsterkte verschijnt "—". Deze boodschap verdwijnt zodra de temperatuur voldoende is gezakt. Koper, Aluminium, Glas, Terracotta, Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal Mededeling voor dragers van een pacemaker of een ander actief ingeplant medisch apparaat: De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende elektromagnetische storing. Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/ EEG). Het ontwerp is zodanig gepland dat het geen storingen veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde normen. De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte afstand. Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de geldende normen. Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen product garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelende arts te wenden of tot de fabrikant van de pacemaker. 43 Reinigen en onderhoud Praktische raadgevingen voor het gebruik van de kookplaat Voor het beste gebruik van de kookplaat moeten enkele fundamentele regels in acht worden genomen gedurende het koken en het klaarmaken van de gerechten. • Gebruik pannen met een platte bodem die perfect aansluiten aan de verwarmingszone. • • • • Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te benutten. • • • • Houd de bodem van de pan altijd schoon en droog zodat hij goed aansluit aan de kookzone en zodat niet alleen de kookzones een lange duurzaamheid genieten, maar ook de pannen zelf. Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis heeft gebruikt. De hitteconcentratie op de gaspitten kan de bodem van een pan vervormen, hetgeen niet de beste resultaten oplevert wanneer hij op een keramiekplaat wordt gebruikt. Laat nooit een kookzone aan staan zonder een pan erop aangezien de verhitting, die snel het maximum niveau bereikt, de verwarmingselementen kan beschadigen. De glazen kookplaat is zowel vuurvast als resistent tegen stoten. Toch kan hij barsten als hij hard getroffen wordt door een puntig voorwerp. In dit geval sluit u de stroom af en wendt u zich tot een bevoegde installateur. voor normaal reinigen is het voldoende hem met een vochtige spons te wassen en daarna met keukenpapier te drogen. Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoongemaakt met een middel dat speciaal voor keramiekplaten* is bedoeld; afspoelen en afdrogen. voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u een hiervoor bestemd schrapertje gebruiken. Doe dit zo snel mogelijk zonder te wachten tot het apparaat koud is geworden, om het hard worden van de resten te vermijden Uitstekende resultaten kunnen ook worden bereikt met een speciaal roestvrij staalwolsponsje voor keramiekplaten in een sopje gedoopt. Als de plaat is schoongemaakt kan hij worden behandeld met een speciaal product voor onderhoud en protectie: Het onzichtbare laagje dat dit product achterlaat beschermt de glasplaat in het geval van overkoken. Dit soort onderhoud moet worden uitgevoerd als de plaat lauw of koud is. Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af te spoelen en nauwkeurig te drogen: restjes schoonmaakmiddel kunnen hard worden gedurende een volgende kookbeurt. Raamwerk van roestvrij staal (slechts bij enkele modellen) Roestvrij staal kan vlekkerig worden als er langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als gevolg van gebruik van bijtende schoonmaakmiddelen (fosforhoudend). Spoel en droog altijd goed af na het reinigen van de kookplaat. Droog geknoeid water altijd meteen zorgvuldig af. Belangrijke aanbevelingen • Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals spray voor barbecue en ovens, ontvlekkingsmiddelen en roestverwijderende producten, vim en schuursponsen, aangezien deze de plaat voorgoed kunnen krassen. • Denk eraan voorwerpen die kunnen smelten op een afstand van de kookplaat te houden, b.v. plastic voorwerpen, suiker of producten met een hoog suikergehalte. Als er iets van dit soort voedsel op de kookplaat is geknoeid, verwijder het onmiddelijk (zolang de plaat nog warm is) met een scheermesscherp schrapertje, om te vermijden dat de plaat beschadigd wordt. • De kookplaat mag alleen voor koken worden gebruikt. Zet geen voorwerpen op de plaat als deze niet in gebruik is. Gebruik de plaat niet om dingen op te zetten (bestek, pannen, afdroogdoeken enz.) noch als hakblok. • Aluminium bakken of folie en plastic bakken mogen nooit op de plaat blijven staan als deze nog lauw of warm is. • Gebruik nooit stoom- of hogedrukapparaten voor het reinigen van de oven. • Plaats geen metalen voorwerpen op de kookplaat (bestek of deksels enz.). • Verwarm nooit etenswaren in een afgesloten doos: deze zou kunnen openbarsten. Schade aan de kookplaat die veroorzaakt is door dergelijk onjuist gebruik valt automatisch niet onder de garantie. Onderhoud kookplaat De glasplaat die wordt gebruikt als verwarmingsvlak is perfect glad en niet poreus; bovendien is hij bij normale gebruikscondities bestand tegen hitte en stoten. Voor correct onderhoud van alle onderdelen van de kookplaat raden wij aan als volgt te werk te gaan: Het smeren van de kranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te vervangen. N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. • • Houd de kookplaat altijd schoon. Wacht tot de verwarmingszones uit zijn en afgekoeld voordat u overgaat tot onderhoud van de kookplaat. Branders ø Diameter pan (cm) Snel (R) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 44
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58

Scholtes TI 6312 NR Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor