Indesit TEM 748 L Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
KOOKPLAAT
Italiano, 1
NL
Français, 27
Deutsch, 55Nederlands,
41
English,14
GB FR
DE
IT
TEM 748 L
Samenvatting
Het installeren, 42-48
Plaatsing
Gasaansluiting
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Elektrische aansluiting
Beschrijving van het apparaat, 49
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 50-51
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Beschrijving van de verwarmingselementen
Technische beschrijving
van de modellen
Voorzorgsmaatregelen en advies , 52
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 53
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
De kookplaat verwijderen
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 54
NL
BE
42
NL
BE
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek
voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas
instelling van het apparaat) :
 Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
 Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen
en dient daarom te worden weggegooid volgens de
geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en
funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
 NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
 NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke
keer als het apparaat wordt aangezet.
Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben
dat dient voor de normale verbranding van het gas.
De luchttoevoer die nodig is voor een normale
verbranding moet niet minder dan 2 m
3
/h zijn per
kW geïnstalleerd vermogen.
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel
van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm
2
en die
zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op
indirecte wijze lucht te
onttrekken aan de
aangrenzende vertrekken die
door middel van een
ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn van het huis en ook
geen ruimtes met hoog brandgevaar of slaapkamers.
(voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte
gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze reden moeten
vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren
van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG-
flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of
bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer
(kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik
zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig
geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat
met warmtebronnen (oven, open haard, kachel,
enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C
zouden kunnen brengen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn
vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C
kunnen verdragen;
als de kookplaat
boven een oven wordt geïnstalleerd
moet deze zijn voorzien van een geventileerd
afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een vaatwasser:
indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte
afscheiding aan tussen de
twee apparaten;
naar gelang van het type kookplaat dat u wenst te
installeren (zie afbeeldingen), moet het
keukenmeubel de volgende afmetingen hebben:
Het installeren
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
43
NL
BE
690
520
560 +/- 1
490 +/- 1
48
De meubels die direct naast de kookplaat staan
en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600
mm van de rand van de plaat staan.
 Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens
de voorschriften die u kunt vinden in het
instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder
geval op een afstand van minstens 650 mm.
Hang de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad
(zie afbeelding).
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een
afstand van minstens 700 mm
van het keukenblad bevinden
(zie afbeelding ).
Ventilatie
Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en
een oververhitting van de oppervlakken rondom het
apparaat te voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd
worden op:
op een minimum afstand van 40 mm van de
achterwand;
op zodanige wijze dat er een minimum afstand
overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en
het onderstaande meubel.
5 mm
min. 20 mm
min. 20 mm
min. 40 mm
LADE
5 mm
min. 40 mm
HETELUCHTOVEN
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal
oppervlak worden geïnstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte
vervormingen kunnen de eigenschappen en de
prestaties van de kookplaat aantasten.
De lengte van de regelschroef van de
bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het
keukenblad worden ingesteld
voordat de haken
worden gemonteerd:
als de dikte 30 mm is: schroef 17,5 mm;
als de dikte 40 mm is: schroef 7,5 mm.
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Draai met korte, puntloze schroe
ven de 4
centreringsklemmen in de openingen in het midden
van elke zijde van het blad vast;
2. zet de kookplaat in het midden van de opening
van het keukenmeubel door gelijke druk uit te
oefenen op de hele
omtrek totdat de kookplaat
perfect aansluit op het keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de
kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet
u de 4 bevestigingshaken aan de onderste rand van
de
kookplaat vastschroeven met gepunte, lange
schroeven, net zolang tot het glas goed aan het
blad vastzit.
600mm min.
540mm min.
700mm min.
44
NL
BE
De schroeven van de centreringsklemmen moeten
te allen tijde bereikbaar blijven.
Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact
meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen
nadat het apparaat is ingebouwd.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden
verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
VOORZIJDE VAN
DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen
moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de geldende normen, en nadat men er zeker van is
dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat
men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval
(voor België) gaat u te werk zoals beschreven in
de paragraaf Aanpassing aan verschillende types
gas. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te
sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland),
dient men eerst de verbinder te monteren.R(Deze
is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische-
service-dienst Ariston) Tevens dient men zijn
pakking op de verbinder G,die er uit ziet als een
L, van de voedings-struktuur te monteren. De
verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit
met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor
Belgie volgens de normen
NBN D51-003)
-of met een flexibile buis van
roestvrij staal die in de muur
zit en voortzet met
bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
Aa
nsluiting met onbuigzame buis (koper of
staal)
De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een L-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een
pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet
worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te
vervangen (bij het apparaat geleverd). Het
verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot
het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stale
n flexibele
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt
tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet
zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in
uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is.
Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u
controleren dat de flexibele metalen buis niet in
contact komt met de beweegbare delen of dat hij
vastgekneld raakt.
G
ebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die
voldoen aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet
de perfecte gasdichtheid van alle
verbindingsstukken worden gecontroleerd met een
zeepoplossing en nooit met een vlam.
L
G
R
45
NL
BE
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
(voor België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander
soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven
op het typeplaatje aan de onderkant van de
kookplaat of op de verpakking), moeten de
straalpijpjes van de branders op de volgende wijze
worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif
de branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel
van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes
geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1
Kenmerken van de branders en de straalpijpen).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te
voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met
het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar
bij onze Technische Service Centers.
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor
België)
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop en draai
aan het regelschroefje in of
naast de spil van het kraantje
totdat u een kleine,
regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop
snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit
systeem niet werkt als de branders op de
minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op
de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen
met zegellak of dergelijk materiaal.
Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
dicht worden geschroefd.
Aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket van de gasinstelling vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas,
verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende landelijke normen.
46
NL
BE
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
By-Pass
1/100
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
g/h
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. (mm) Nomin. (mm) *** ** Nomin. (mm) G20 G25
Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,80 67 131 136 1,80 102 171 199
Drievoudige
ring (TC)
130 1,30 57 3,30 87 240 236 3,60 131 343 399
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
20
30
Table 1 (Voor Nederland) Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. Nomin. (mm) G25
Halp Snel (S) 75 0,40 1,80 102 199
Drievoudige ring (TC) 130 1,30 3,60 131 399
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
* Met 15°C en 1013 mbar-droog gas
** P.C.S. Propaangas = 50,37 MJ/kg
*** P.C.S. Butangas = 49,47 MJ/kg
P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m³
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m³
TC S
TEM 748 L
47
NL
BE
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de
eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd,
zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven
eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen.
Klemmenbord
Aan de onderkant van het
apparaat bevindt zich een
klemmenbord voor de
verschillende types elektrische
voeding (het kan zijn dat de
afbeelding niet precies
overeenkomt met het model dat
u heeft aangeschaft).
Eenfasige aansluiting
De eventueel bijgeleverde kabel is alleen geschikt voor
dit type installatie.
Eigenschappen van het elektrische net:
Spanningstype en netfrequentie
220-240V 1+N ~ 50/Hz
220-240V 2 ~ 50/Hz
Als de kookplaat al
beschikt over
een voedingskabel, moet u hem
aan het elektrische net verbinden
door de kabelkleuren te bevestigen
volgens het schema hiernaast.
Als de kookplaat niet voorzien is van een voedingskabel,
moet u op de
volgende wijze te werk gaan:
1.Gebruik bijgeleverde voedingskabel (waar
aanwezig) of een geschikte voedingskabel, type
H05VV-F of met een hogere waarde, met de juiste
afmetingen (diameter kabel: 2,5 mm).
2.Licht de lippen aan de zi
jkant van het deksel van
het klemmenbord op met een schroevendraaier en
open het (zie afbeelding Klemmenbord).
3. Het klemmenbord is ingesteld voor een eenfasige
aansluiting: verzeker u ervan dat de
verbindingskabels tussen de klemmetjes 1 en 2 en
die tussen de klemmetjes 4 en 5 zich in de correcte
positie bevinden (zie afbeelding Eenfase).
4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende
afbeelding en tabel en stel een verbinding tot stand
door alle schroeven van de klemmetjes goed vast
te draaien.
Spanningstype
en netfrequentie
Elektrische
aansluitingen
Klemmenbord
220-240V 1+N ~
50 Hz
220-240 V 2 ~ 50
Hz
Eenfase
Eenfase
5. Bevestig de voedingskabel in de speciale
kabelklem en sluit het deksel af.
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
LN
12345
Blauw
Bruin
N
Neutraal
L
Fase
Groen/Geel
Aarde
5
1
2
3
4
Verbindingskabel AardeNeutraalFase
48
NL
BE
Andere soorten aansluitingen
De eventuele bijgeleverde kabel is niet geschikt voor
dit type installatie.
Als het elektrische net overeenkomt met een van de
volgende eigenschappen:
Spanningstype en netfrequentie
400V 3 - N ~ 50/Hz
400V 2 - N ~ 50/Hz
220-240V 3 ~ 50/Hz
220-240V 2 + 2 - N ~ 50/Hz
ga dan als volgt te werk:
1.Gebruik een geschikte voedingskabel, type H05RR-
F of met een hogere waarde, met de juiste
afmetingen (diameter kabel: 1,5 mm).
2.Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van
het klemmenbord op
met een schroevendraaier en
open het (zie afbeelding Klemmenbord).
3. Draai de schroef van de kabelklem en de
schroeven van de benodigde klemmetjes los en
bevestig de verbindingskabels volgens de
aanwijzingen van de volgende tabel en
afbeeldingen.
4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende
afbeeldingen en tabel en stel een verbinding tot
stand door alle schroeven van de klemmetjes goed
vast te draaien.
Tweefasen
Driefasen 400
5. Bevestig de voedingskabel in de speciale
kabelklem en sluit het deksel af.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Bij een rechtstreekse aansluiting aan het net moet u
tussen het apparaat en het net een meerpolige
schakelaar aanbrengen met een minimum afstand van 3
mm tussen de contacten.
De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische verbinding en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van
het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje dat zich op het
apparaat bevindt;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat
niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te v
ervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het
snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
De kabel moet v
an tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
als deze normen niet word
en nageleefd.
Driefasen 400 2+N
Driefasen 230
Fase Neutraal AardeFase Neutraal
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
AardeNeutraalFaseVerbindingskabel FaseFase
5
1
2
3
4
AardeNeutraalFase VerbindingskabelFase
5
1
2
3
4
AardeFase Fase
Verbindingskabel
VerbindingskabelFase
Spanningstype
en netfrequentie
Elektrische
aansluitingen
Klemmenbord
400V 3-N ~
50 Hz
Driefasen 400
400V 2-N ~
50 Hz
Driefasen
400 2+N
220-240V 3 ~ 50
Hz
Driefasen 230
220-240V 2+2-N ~
50 Hz
Tweefasen
L1
L2
N2N1
12 34
5
L1 L2 L3
12345
L1 L2 N
12345
L1 L2 L3 N
12345
49
NL
BE
Controle lampje werking glaskeramische
kookplaat: gaat aan als de knop niet op de stand
'uit' staat.
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt
gebruiken.
Knoppen van de gasbranders en van de
glaskeramische kookplaat voor het regelen van
de vlam of van het vermogen.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
Algemeen aanzicht
Beschrijving
van het apparaat
VEILIGHEIDSMECHANISME
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS
H
A
L
O
G
E
N
DD
OO
UU
BB
LL
EE
RR
II
NN
GG
22
55
00
00
WW
Bedieningsknoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS en de
GLASKERAMISCHE KOOKPLATEN
GLASKERAMISCHE
KOOKPLAAT
GASBRANDERGASBRANDER
Controlelampje werking
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
50
NL
BE
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat
gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen
met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel.
Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat
gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze
zal echter snel wegtrekken.
Op iedere knop staat aangegeven waar de
overeenkomende gasbrander of glaskeramische
kookplaat zich bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
Voor het aansteken van de gekozen gasbrander drukt
u de betreffende knop in, u draait hem tegen de klok
in tot aan de positie van maximum sterkte en u houdt
hem ingedrukt totdat hij aan gaat.
Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder
kan (tot aan het symbool ).
Praktisch advies voor het gebruik van
de branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het kookpunt
is bereikt.
Brander ø Diameter pan (cm)
Half-snel (S) 16 - 20
Drievoudige Ring (TC) 24 - 26
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen
wij u naar de afbeeldingen in paragraaf Kenmerken
van de branders en straalpijpen.
Praktische tips voor het gebruik van
het apparaat
Teneinde optimale resultaten te bereiken van het
kookvlak:
gebruik pannen met een platte bodem die perfect
aansluiten op het verwarmgedeelte;
gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken teneinde alle
beschikbare hitte te benutten;
houd de bodem van de pannen altijd schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak.
Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als
het kookgedeelte;
vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op
een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie
van gasbranders kan de bodem van pannen
vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten;
laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een
pan erop. De verhitting, die snel het maximum
niveau bereikt, zou de verwarmingselementen
kunnen beschadigen.
Starten en gebruik
51
NL
BE
Beschrijving van de
verwarming selementen
De straalelementen bestaan ui cirkelvormige
weerstanden. Zij worden pas enkele tientallen
seconden na het inschakelen rood.
De gemengde halogene elementen. De kookplaat
gebruikt elementen die bestaan uit twee
halogeenlampen en uit een cirkelvormige weerstand.
Dankzij deze combinatie bereikt men een optimale
temperatuurdistributie over het hele oppervlak van het
kookgedeelte en behoudt men alle voordelen van de
halogeenlampen. De voornaamste eigenschap van
halogeenlampen is dat zij een directe uitstraling
hebben van een grote hoeveelheid licht en warmte,
d.w.z.:
snelle verwarming die lijkt op die van een
gasbrander
een net zo snelle uitschakeling
Hun gebruik is bijzonder eenvoudig en is vrijwel
eender aan die van andere verwarmingselementen. U
kunt zich baseren op de volgende tabel:
Pos Regelen kookzones
0 uit
1 boter of chocola smelten
2
3
vloeistoffen opwarmen
4
5
vla en sausen
6
7
vlees stoven - blanquette - entremets
8
9
pasta - rijst
10
11
biefstuk - vis - omelet
12 fritturen
Bedieningsknoppen glaskeramische kookplaten
Ieder kookgedeelte is voorzien van een
bedieningsknop waarmee u continu de temperatuur
kunt regelen van een minimum 1 tot een maximum 12.
In de tabel vindt u de overeenkomsten tussen de
standen op de knop en het gebruik van de
kookplaten.
Regelen van de uitbreidbare kookzones
De uitbreidbare kookzones (concentrisch en ovaal)
onderscheiden zich door de aanwezigheid van een
dubbele verwarmingszone op de glasplaat.
Als u alleen de kleine zone wilt gebruiken draait u de
bedieningsknop van 1 naar 12, naar gelang het
gewenste verwarmingsvermogen.
Als u de grote zone wilt gebruiken draait u de knop op
) en stelt u vervolgens het gewenste
verwarmingsvermogen in.
Controlelampje
Is aan als een verwarmingsgedeelte in gebruik wordt
gesteld.
Controlelampje resterende warmte
Dit geeft aan dat een of meer kookzones nog een
temperatuur van 60°C of meer hebben, ook na het
uitschakelen van de kookzones. Enkele modellen
beschikken over 4 controlelampjes voor de resterende
warmte, een voor elk kookgedeelte.
Technische beschrijving
van de modellen
In deze tabellen vindt u de waarden terug van de
energieopname voor ieder afzonderlijk model, het
type verwarmingselement (halogeen of stralend) en
de diameter van iedere kookplaat.
KOOKPLATEN TEM 748 L
Kookgedeeltes
Vermogen
(in W)
Diameter
(in mm)
Centraal achter H 1200 W 145
Centraal voor AD 1050/2500 210/140
Max. totaal
vermogen
3700
AD = dubbel halogeen
H = hilight enkel
52
NL
BE
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze
derhalve goed door te nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU
Richtlijnen: 2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG
van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen. EEG/90/336 van 29/06/90 (Gas)
en successievelijke modificaties.
2002/96/EC
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
Gasfornuizen hebben voor een goede
werking behoefte aan een regelmatige
luchtverversing. Cont
roleer dat bij het
installeren aan de vereisten wordt voldaan
beschreven in de paragraafPlaatsing.
Deze instructies gelden alleen voor
de
landen wiens symbolen in de
gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje
staan.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst,
ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het
in aanraking komt met regen of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand l/
¡staan
als de oven niet wordt gebruikt.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die beschreven staan in deze
handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op
te plaatsen en ook niet als snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd
(of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object,
bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u
onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische
stroom en contact opnemen met de Technische Dienst.
Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is moet u het
apparaat uitschakelen om te voorkomen dat u een
elektrische schok krijgt.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de kookplaat
terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het
uitschakelt. De resterende warmte wordt aangeduid door
een aanwijzer (zie Starten en gebruik).
Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de
kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende
etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium
verpakkingen en folie:
als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt
u een zware schade aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk
tegen stoot.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als
de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de kookplaat halogene kookzones heeft
moet u vermijden er lang naar te kijken.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de
nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij
onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat
werkt.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de
plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal
hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en
de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
afvalcontainer met een kruis erdoor herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten mogen hun apparaat naar publieke
afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale wetgeving
dit toestaat, naar de handelaar brengen als er een
soortgelijk nieuw product wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten zijn
aktief bezig met het creëren van systemen om het
inzamelen en de verwijdering van oude producten te
regelen.
53
NL
BE
Onderhoud en
verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud reinigt u het met een
vochtige spons en droogt u het af met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u
het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel
mogelijk voordat het apparaat afkoelt zodat de
etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten
bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten
vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een
sopje doopt.
Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees
voorzichtig in het gebruik.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u
ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Als de plaat is schoongemaakt kan hij worden
behandeld met een speciaal product voor
onderhoud en bescherming: het onzichtbare laagje
dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het
geval er iets overkookt. Dit soort handelingen
moeten worden uitgevoerd als de plaat lauw of
koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af
te spoelen en goed af te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u
kookt aankoeken.
Bij kookplaten die zijn voorzien van een
automatische ontsteking moet het uiteinde van de
elektronische ontstekingselementen regelmatig
worden gereinigd en moet u controleren dat de
gaatjes van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Raamwerk van roestvrij staal (slechts bij modellen
met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten.
Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u
hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd
meteen goed af.
Kader in aluminium met inox uitzicht, nooit
reinigings of ontvettingsprodukten gebruiken die niet
geschikt zijn voor aluminium.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat moet verwijderen:
1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen
aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Als er een
storing is moet u contact opnemen met de Service
Dienst.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
54
NL
BE
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is,
en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen
met veiligheidsmechanisme.
De brander
blijft niet aan als hij op minimum
staat.
De pannen zijn wankel.
Mogelijke oorzaken / Oplossing
De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
U de knop goed heeft ingedrukt.
U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren
van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De minimum stand niet goed is ingesteld.
De bodem van de pan helemaal plat is.
De pan in het midden van de brander of de kookplaat
staat.
De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen
met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
Wend u nooit tot een niet-erkende insta
llateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Samenvatting IT Italiano, 1 NL Nederlands, 41 GB English,14 DE Deutsch, 55 FR Français, 27 Het installeren, 42-48 Plaatsing Gasaansluiting Kenmerken van de branders en de straalpijpjes Elektrische aansluiting Beschrijving van het apparaat, 49 Algemeen aanzicht Starten en gebruik, 50-51 Praktisch advies voor het gebruik van de branders Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Beschrijving van de verwarmingselementen Technische beschrijving van de modellen TEM 748 L Voorzorgsmaatregelen en advies , 52 Algemene veiligheidsmaatregelen Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 53 De elektrische stroom afsluiten Schoonmaken van het apparaat De kookplaat verwijderen Onderhoud gaskranen Storingen en oplossingen, 54 NL BE Het installeren NL BE  Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft. A  Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling van het apparaat) : • Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie; • Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland. Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren. Plaatsing  Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).  De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen.  dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen: • NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België); • NEN-1078 (voor Nederland). De volgende eisen moeten in acht genomen worden: • Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan gebeuren door middel van een afzuigkap of een elektrische ventilator die automatisch aangaan elke keer als het apparaat wordt aangezet. In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding (gereserveerd voor fornuizen) Rechtstreeks naar buiten • Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben dat dient voor de normale verbranding van het gas. De luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding moet niet minder dan 2 m3/h zijn per kW geïnstalleerd vermogen. 42 Voorbeelden ventilatie-opening voor verbrandingslucht Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van buiten te onttrekken door middel van een buis met een doorsnede van minstens 100 cm2 en die zodanig is geplaatst dat hij niet per ongeluk verstopt kan raken. Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te onttrekken aan de aangrenzende vertrekken die door middel van een ventilatiebuis, zoals boven Verhoging van de spleet beschreven, met buiten zijn tussen deur en vloer verbonden en die geen gemeenschappelijke delen zijn van het huis en ook geen ruimtes met hoog brandgevaar of slaapkamers. Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek • (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. Om deze reden moeten vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPGflessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat met warmtebronnen (oven, open haard, kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen verdragen; • als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd moet deze zijn voorzien van een geventileerd afkoelingssysteem; • installeer de kookplaat nooit boven een vaatwasser: indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan tussen de twee apparaten; • naar gelang van het type kookplaat dat u wenst te installeren (zie afbeeldingen), moet het keukenmeubel de volgende afmetingen hebben: NL 48 690 /- 0+ 56 0+ /- 1 5 mm 0 52 1 LADE 49 • De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. min. 20 mm HETELUCHTOVEN min. 40 mm 540mm min. • Hang de keukenkastjes naast de kap op een minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad (zie afbeelding). Als de kookplaat onder een keukenkastje wordt geplaatst, moet deze zich op een 600mm min. afstand van minstens 700 mm van het keukenblad bevinden (zie afbeelding). min. 40 mm 5 mm • Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens de voorschriften die u kunt vinden in het instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm. 700mm min. BE min. 20 mm Ventilatie Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd worden op: • op een minimum afstand van 40 mm van de achterwand; • op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel. Bevestigen Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden geïnstalleerd. Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat aantasten. De lengte van de regelschroef van de bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld voordat de haken worden gemonteerd: • als de dikte 30 mm is: schroef 17,5 mm; • als de dikte 40 mm is: schroef 7,5 mm. Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan: 1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen in de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast; 2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad. 3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit. 43 te allen tijde bereikbaar blijven.  Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is ingebouwd.  Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. VOORZIJDE VAN DE KOOKPLAAT KEUKENBLAD 30 BE  De schroeven van de centreringsklemmen moeten 40 NL KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN De aansluiting voert men uit met behulp van: L - een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen G NBN D51-003) - of met een flexibile buis van R roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder. Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te voldoen. Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)  De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt. Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele buis aan een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad. Gasaansluiting De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technischeservice-dienst Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. 44 Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. De in werking stelling van deze buizen moet zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren dat de flexibele metalen buis niet in contact komt met de beweegbare delen of dat hij vastgekneld raakt.  Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die voldoen aan de geldende landelijke normen. Controleren gasdichtheid  Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam. Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor België) Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op het typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op de volgende wijze worden vervangen: 1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de branders uit hun plaats. 2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de branders en de straalpijpen”). 3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren. 4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers. • Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor België) De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. • Het regelen van de minimumstand (voor België) NL 1. Zet het kraantje op de minimumstand; 2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine, regelmatige vlam bereikt. 3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van hoog naar laag draait. 4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet u het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien. 5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met zegellak of dergelijk materiaal.  Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht worden geschroefd.  Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.  Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende landelijke normen. 45 BE NL Kenmerken van de branders en de straalpijpjes Table 1 (Voor Belgie) BE Gaspit Vloeibaar gas Doorsnee Natuurlijk gas Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) By-Pass 1/100 Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* g/h Gered. (mm) Nomin. (mm) *** Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* l/h ** Nomin. (mm) G20 G25 Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,80 67 131 136 1,80 102 171 199 Drievoudige ring (TC) 130 1,30 57 3,30 87 240 236 3,60 131 343 399 28-30 20 35 37 25 45 20 15 25 25 20 30 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) Table 1 (Voor Nederland) Gaspit Natuurlijk gas Doorsnee Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Gered. Straal. 1/100 Bereik* l/h Nomin. (mm) G25 Halp Snel (S) 75 0,40 1,80 102 199 Drievoudige ring (TC) 130 1,30 3,60 131 399 Spanning van voeding * ** *** Met 15°C en 1013 mbar-droog gas P.C.S. Propaangas = 50,37 MJ/kg P.C.S. Butangas = 49,47 MJ/kg P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m³ P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m³ TC TEM 748 L 46 Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) S 25 20 30 Aan de onderkant van het apparaat bevindt zich een klemmenbord voor de verschillende types elektrische voeding (het kan zijn dat de afbeelding niet precies overeenkomt met het model dat u heeft aangeschaft). Eenfasige aansluiting  De eventueel bijgeleverde kabel is alleen geschikt voor dit type installatie. Eigenschappen van het elektrische net: Spanningstype en netfrequentie • 220-240V 1+N ~ 50/Hz • 220-240V 2 ~ 50/Hz Als de kookplaat al beschikt over een voedingskabel, moet u hem aan het elektrische net verbinden door de kabelkleuren te bevestigen volgens het schema hiernaast. Fase L 1 220-240 V 2 ~ 50 Hz 2 3 L 4 Klemmenbord 5 Eenfase N Eenfase Aarde Neutraal N Elektrische aansluitingen 220-240V 1+N ~ 50 Hz 1 Blauw Bruin Groen/Geel Spanningstype en netfrequentie 5 KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN 4 Klemmenbord 1. Gebruik bijgeleverde voedingskabel (waar aanwezig) of een geschikte voedingskabel, type H05VV-F of met een hogere waarde, met de juiste afmetingen (diameter kabel: 2,5 mm). 2. Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van het klemmenbord op met een schroevendraaier en open het (zie afbeelding Klemmenbord). 3. Het klemmenbord is ingesteld voor een eenfasige aansluiting: verzeker u ervan dat de verbindingskabels tussen de klemmetjes 1 en 2 en die tussen de klemmetjes 4 en 5 zich in de correcte positie bevinden (zie afbeelding Eenfase). 4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende afbeelding en tabel en stel een verbinding tot stand door alle schroeven van de klemmetjes goed vast te draaien. 3  De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen. Als de kookplaat niet voorzien is van een voedingskabel, moet u op de volgende wijze te werk gaan: 2 Elektrische aansluiting Verbindingskabel Fase Neutraal Aarde 5. Bevestig de voedingskabel in de speciale kabelklem en sluit het deksel af. 47 NL BE  De eventuele bijgeleverde kabel is niet geschikt voor dit type installatie. Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende eigenschappen: Spanningstype en netfrequentie • 400V 3 - N ~ 50/Hz • 400V 2 - N ~ 50/Hz • 220-240V 3 ~ 50/Hz • 220-240V 2 + 2 - N ~ 50/Hz ga dan als volgt te werk: 1. Gebruik een geschikte voedingskabel, type H05RRF of met een hogere waarde, met de juiste afmetingen (diameter kabel: 1,5 mm). 2. Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van het klemmenbord op met een schroevendraaier en open het (zie afbeelding Klemmenbord). 3. Draai de schroef van de kabelklem en de schroeven van de benodigde klemmetjes los en bevestig de verbindingskabels volgens de aanwijzingen van de volgende tabel en afbeeldingen. 4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende afbeeldingen en tabel en stel een verbinding tot stand door alle schroeven van de klemmetjes goed vast te draaien. Elektrische aansluitingen 220-240V 2+2-N ~ 50 Hz L1 L2 L3 1 2 3 L1 L2 1 2 L1 L2 1 2 L1 L2 4 5 5 N 3 4 5  Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Klemmenbord  De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt. Driefasen 400 N 4 Voor het aansluiten moet u controleren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; • het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Driefasen 400 2+N Driefasen 230  De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen.  De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. L3 3 4 5 N1 N2 Tweefasen Driefasen 400 2+N 5 1 2 Tweefasen 4 Neutraal Neutraal Fase Aarde Fase Neutraal Aarde Driefasen 230 1 5 3 Fase Fase Verbindingskabel Fase 5 4 2 Driefasen 400 48 Verbindingskabel 3 Fase 3 2 1 Fase 3  De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische verbinding en het in acht nemen van de veiligheidsnormen. 5 220-240V 3 ~ 50 Hz 2 Bij een rechtstreekse aansluiting aan het net moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een minimum afstand van 3 mm tussen de contacten. 4 400V 2-N ~ 50 Hz 1 Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net 3 400V 3-N ~ 50 Hz 5. Bevestig de voedingskabel in de speciale kabelklem en sluit het deksel af. 4 Spanningstype en netfrequentie 2 BE Andere soorten aansluitingen 1 NL Fase Neutraal Aarde Fase Verbindingskabel Fase Aarde Verbindingskabel Beschrijving van het apparaat Algemeen aanzicht NL BE GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT GASBRANDER GASBRANDER HA LO GEN DO UBL E RIN G 2500W Controlelampje werking GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT Bedieningsknoppen voor het regelen van de GASBRANDERS en de GLASKERAMISCHE KOOKPLATEN VEILIGHEIDSMECHANISME Bougie voor ontsteking van de GASBRANDERS • Controle lampje werking glaskeramische kookplaat: gaat aan als de knop niet op de stand 'uit' staat. • Bougie voor het ontsteken van de GASBRANDERS: zorgt voor een automatische ontsteking van de gekozen brander. • GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen en vermogen. Kies de brander die het best overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt gebruiken. • VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per ongeluk uitgaat. • Knoppen van de gasbranders en van de glaskeramische kookplaat voor het regelen van de vlam of van het vermogen. 49 Starten en gebruik NL BE  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken. • gebruik alleen pannen met een platte bodem en met een deksel erop. • draai de knop op het minimum zodra het kookpunt is bereikt. Brander  Op iedere knop staat aangegeven waar de overeenkomende gasbrander of glaskeramische kookplaat zich bevindt. ø Diameter pan (cm) Half-snel (S) 16 - 20 Drievoudige Ring (TC) 24 - 26 Gasbranders De gekozen brander kan met de betreffende knop als volgt worden geregeld: Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de branders en straalpijpen”. • Uit Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Maximum Minimum Om een van de branders aan te steken dient u er een vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te drukken en tegen de klok in te draaien tot u het maximum vermogen heeft bereikt. In de uitvoeringen die zijn voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3 seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt. Voor het aansteken van de gekozen gasbrander drukt u de betreffende knop in, u draait hem tegen de klok in tot aan de positie van maximum sterkte en u houdt hem ingedrukt totdat hij aan gaat.  Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “•”). Praktisch advies voor het gebruik van de branders Voor een optimaal rendement dient u het volgende te onthouden: • gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit vandaan komen. 50 Teneinde optimale resultaten te bereiken van het kookvlak: • gebruik pannen met een platte bodem die perfect aansluiten op het verwarmgedeelte; • gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te benutten; • houd de bodem van de pannen altijd schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookgedeelte; • vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten; • laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een pan erop. De verhitting, die snel het maximum niveau bereikt, zou de verwarmingselementen kunnen beschadigen. Beschrijving van de verwarmingselementen De straalelementen bestaan ui cirkelvormige weerstanden. Zij worden pas enkele tientallen seconden na het inschakelen rood. De gemengde halogene elementen. De kookplaat gebruikt elementen die bestaan uit twee halogeenlampen en uit een cirkelvormige weerstand. Dankzij deze combinatie bereikt men een optimale temperatuurdistributie over het hele oppervlak van het kookgedeelte en behoudt men alle voordelen van de halogeenlampen. De voornaamste eigenschap van halogeenlampen is dat zij een directe uitstraling hebben van een grote hoeveelheid licht en warmte, d.w.z.: • snelle verwarming die lijkt op die van een gasbrander • een net zo snelle uitschakeling Hun gebruik is bijzonder eenvoudig en is vrijwel eender aan die van andere verwarmingselementen. U kunt zich baseren op de volgende tabel: Pos 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Regelen kookzones uit boter of chocola smelten vloeistoffen opwarmen vla en sausen vlees stoven - blanquette - entremets pasta - rijst biefstuk - vis - omelet fritturen Bedieningsknoppen glaskeramische kookplaten Ieder kookgedeelte is voorzien van een bedieningsknop waarmee u continu de temperatuur kunt regelen van een minimum 1 tot een maximum 12. In de tabel vindt u de overeenkomsten tussen de standen op de knop en het gebruik van de kookplaten. Regelen van de uitbreidbare kookzones De uitbreidbare kookzones (concentrisch en ovaal) onderscheiden zich door de aanwezigheid van een dubbele verwarmingszone op de glasplaat. Als u alleen de kleine zone wilt gebruiken draait u de bedieningsknop van 1 naar 12, naar gelang het gewenste verwarmingsvermogen. Als u de grote zone wilt gebruiken draait u de knop op ) en stelt u vervolgens het gewenste verwarmingsvermogen in. Controlelampje Is aan als een verwarmingsgedeelte in gebruik wordt gesteld. Controlelampje resterende warmte Dit geeft aan dat een of meer kookzones nog een temperatuur van 60°C of meer hebben, ook na het uitschakelen van de kookzones. Enkele modellen beschikken over 4 controlelampjes voor de resterende warmte, een voor elk kookgedeelte. Technische beschrijving van de modellen In deze tabellen vindt u de waarden terug van de energieopname voor ieder afzonderlijk model, het type verwarmingselement (halogeen of stralend) en de diameter van iedere kookplaat. KOOKPLATEN Kookgedeeltes Centraal achter Centraal voor Max. totaal vermogen TEM 748 L Vermogen Diameter (in W) (in mm) H 1200 W 145 AD 1050/2500 210/140 3700 AD = dubbel halogeen H = hilight enkel 51 NL BE Voorzorgsmaatregelen en advies NL BE  Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. EEG/90/336 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties. 2002/96/EC Algemene veiligheidsmaatregelen • Dit is een inbouwapparaat van klasse 3. • Gasfornuizen hebben voor een goede werking behoefte aan een regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan de vereisten wordt voldaan beschreven in de paragraaf “Plaatsing”. • Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje staan. • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand “l”/”¡” staan als de oven niet wordt gebruikt. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank. • Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is moet u het apparaat uitschakelen om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. 52 • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het uitschakelt. De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik). • Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u een zware schade aanrichten. • Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegen stoot. • Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken. • Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Als de kookplaat halogene kookzones heeft moet u vermijden er lang naar te kijken. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten mogen hun apparaat naar publieke afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht. Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten zijn aktief bezig met het creëren van systemen om het inzamelen en de verwijdering van oude producten te regelen. Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Schoonmaken van het apparaat  Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals vlekkenmiddelen en roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen.  Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • Voor normaal onderhoud reinigt u het met een vochtige spons en droogt u het af met keukenpapier. • Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoongemaakt met een speciaal middel voor keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en afdrogen. • Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een sopje doopt.  Het bijgeleverde schrapertje is erg scherp: wees voorzichtig in het gebruik. • Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen zolang het oppervlak nog warm is. • Als de plaat is schoongemaakt kan hij worden behandeld met een speciaal product voor onderhoud en bescherming: het onzichtbare laagje dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort handelingen moeten worden uitgevoerd als de plaat lauw of koud is. • Bij kookplaten die zijn voorzien van een automatische ontsteking moet het uiteinde van de elektronische ontstekingselementen regelmatig worden gereinigd en moet u controleren dat de gaatjes van de vlamverspreiders niet verstopt zijn. Raamwerk van roestvrij staal (slechts bij modellen met lijst) Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die fosfor bevatten. Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd meteen goed af.  Kader in aluminium met inox uitzicht, nooit reinigings of ontvettingsprodukten gebruiken die niet geschikt zijn voor aluminium. De kookplaat verwijderen Als u de kookplaat moet verwijderen: 1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden; 2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op de hoeken los; 3. haal de kookplaat uit het meubel.  U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Als er een storing is moet u contact opnemen met de Service Dienst. Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen. ! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. • Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af te spoelen en goed af te drogen: restjes schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u kookt aankoeken. 53 NL BE Storingen en oplossingen NL Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is, en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat. BE Storingen Mogelijke oorzaken / Oplossing De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig. • De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn. • Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten. • Het niet tocht dichtbij het kookvlak. De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met veiligheidsmechanisme. • U de knop goed heeft ingedrukt. • U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren van het veiligheidsmechanisme. • De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn. De brander blijft niet aan als hij op minimum staat. • De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn. • Het niet tocht dichtbij het kookvlak. • De minimum stand niet goed is ingesteld. De pannen zijn wankel. • De bodem van de pan helemaal plat is. • De pan in het midden van de brander of de kookplaat staat. • De roosters niet zijn verwisseld. Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven: • het model oven (Mod.) • het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.  Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen. 54
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Indesit TEM 748 L Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding