Dolmar DUC254 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

59 NEDERLANDS
NEDERLANDS (Originele instructies)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: DUC204 DUC254 DUC254C
Totalelengte(zonderzaagblad) 256 mm
Nominale spanning 18Vgelijkspanning
Nettogewicht 2,8 - 3,3 kg
Standaard zaagbladlengte 200 mm 250 mm
Aanbevolen zaagbladlengte met 90PX 200 - 250 mm -
met 91PX - 250 mm -
met 25AP - 250 mm
Toepasselijktypezaagketting
(raadpleeg de onderstaande tabel)
90PX 90PX
91PX
25AP
Standaard kettingwiel Aantal tanden 6 9
Steek 3/8″ 1/4″
Kettingsnelheid 0 - 24 m/s
(0 - 1.440 m/min)
0 - 22,5 m/s
(0 - 1.350 m/min)
Volume kettingolietank 140 cm
3
• Inverbandmetononderbrokenresearchenontwikkeling,behoudenwijonshetrechtvoordebovenstaande
technischegegevenszondervoorafgaandekennisgevingtewijzigen.
• Detechnischegegevenskunnenvanlandtotlandverschillen.
• Hetgewichtkanverschillenafhankelijkvandehulpstukken,waaronderdeaccu.Delichtsteenzwaarstecom-
binatie,overeenkomstigdeEPTA-procedure01/2014,wordengetoondindetabel.
Toepasselijke accu’s
BL1815N / BL1820 / BL1820B / BL1830 / BL1830B / BL1840 / BL1840B / BL1850 / BL1850B / BL1860B
• Sommigevandehierbovenvermeldeaccu’szijnmogelijknietleverbaarafhankelijkvanwaaruwoont.
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend de accu’s die hierboven worden genoemd. Gebruik van enige
andere accu kan leiden tot letsel en/of brand.
Combinatie van zaagketting, zaagblad en kettingwiel
Type zaagketting 90PX
Aantal kettingschakels 33 40
Zaagblad Lengte zaagblad 200 mm 250 mm
Zaaglengte 180 mm 244 mm
Steek 3/8″
Maat 1,1 mm
Type Tandwielzaagblad
Kettingwiel Aantal tanden 6
Steek 3/8″
Type zaagketting 91PX
Aantal kettingschakels 40
Zaagblad Lengte zaagblad 250 mm
Zaaglengte 244 mm
Steek 3/8″
Maat 1,3 mm
Type Tandwielzaagblad
Kettingwiel Aantal tanden 6
Steek 3/8″
60 NEDERLANDS
Type zaagketting 25AP
Aantal kettingschakels 60
Zaagblad Lengte zaagblad 250 mm
Zaaglengte 250 mm
Steek 1/4″
Maat 1,3 mm
Type Precisieblad
Kettingwiel Aantal tanden 9
Steek 1/4″
KENNISGEVING: Bij gebruik van een 25AP-zaagketting, gebruikt u kettingwiel 9 (optioneel accessoire).
WAARSCHUWING:Gebruikdejuistecombinatievanzaagbladenzaagketting.Anderslooptudekansop
lichamelijkletsel.
Symbolen
Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap
worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze beteke-
nen alvorens het gereedschap te gebruiken.
Leesdegebruiksaanwijzing.
Draag een veiligheidsbril.
Draag gehoorbescherming.
Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril
en gehoorbescherming.
Gebruik afdoende beschermingsmiddelen
voor voet/been en hand/arm.
Deze zaag mag alleen worden gebruikt
door goed opgeleide personen.
Stel niet bloot aan vocht.
Maximaal toegestane zaaglengte
Gebruikaltijdtweehandenomdeketting-
zaag te bedienen.
Draairichting van de ketting
Afstelling voor zaagkettingolie
Ni-MH
Li-ion
Alleen voor EU-landen
Geefelektrischgereedschapenaccu’sniet
met het huisvuil mee!
VolgensdeEuropeserichtlijninzakeoude
elektrische en elektronische apparaten, en inzake
batterijenenaccu’senoudebatterijenenaccu’s,
en de toepassing daarvan binnen de nationale
wetgeving,dienenelektrischgereedschap,accu’s
enbatterijendieheteindevanhunlevensduur
hebben bereikt, gescheiden te worden ingezameld
entewordenafgevoerdnaareenrecyclebedrijf
dat voldoet aan de geldende milieu-eisen.
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld om takken te zagen en bomen
te snoeien. Het is ook geschikt om bomen te onderhouden.
Geluidsniveau
Detypische,A-gewogengeluidsniveauszijngemeten
volgens IEC62841-4-1:
Model DUC204
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 92,2 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 103,2 dB (A)
Onzekerheid (K): 2,5 dB (A)
Model DUC254
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 92,2 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 103,2 dB (A)
Onzekerheid (K): 2,5 dB (A)
Model DUC254C
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 92,2 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 103,2 dB (A)
Onzekerheid (K): 2,5dB (A)
WAARSCHUWING: Draag
gehoorbescherming.
Trilling
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens IEC62841-4-1:
Model DUC204
Gebruikstoepassing: zagen van hout
Trillingsemissie(a
h,W
): 3,1 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Model DUC254
Gebruikstoepassing: zagen van hout
Trillingsemissie(a
h,W
): 3,1 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Model DUC254C
Gebruikstoepassing: zagen van hout
Trillingsemissie(a
h,W
): 4,1m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
OPMERKING:
De opgegeven trillingsemissiewaarde is geme-
ten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om
ditgereedschaptevergelijkenmetanderegereedschappen.
OPMERKING:
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook
worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling.
61 NEDERLANDS
WAARSCHUWING:Detrillingsemissietijdens
het gebruik van het elektrisch gereedschap in de
praktijkkanverschillenvandeopgegeventrilling-
semissiewaardeafhankelijkvandemanierwaarop
het gereedschap wordt gebruikt.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat veilig-
heidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming
vandeoperatordiezijngebaseerdopeenschatting
vandeblootstellingonderpraktijkomstandigheden
(rekeninghoudendmetallefasenvandebedrijfscy-
clus,zoalsdetijdsduurgedurendewelkehetgereed-
schap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de
ingeschakeldetijdsduur).
EG-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen
DeEG-verklaringvanconformiteitisbijgevoegdals
BijlageAbijdezegebruiksaanwijzing.
VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheids-
waarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
technische gegevens behorend bij dit elektrische
gereedschap aandachtig door. Als u niet alle onder-
staandeaanwijzingennaleeft,kandatresulterenin
brand, elektrische schokken en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
Determ"elektrischgereedschap"indeveiligheidsvoor-
schriften duidt op gereedschappen die op stroom van
het lichtnet werken (met snoer) of gereedschappen met
een accu (snoerloos).
Veiligheidswaarschuwingen voor
een accukettingzaag
1. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de
zaagketting terwijl de kettingzaag in gebruik is.
Alvorens de kettingzaag te starten, verzekert
u zichzelf ervan dat de zaagketting niets raakt.
In slechts een kort moment van onoplettendheid
tijdenshetgebruikvandekettingzaagkanuw
kleding of lichaam in aanraking komen met de
zaagketting.
2. Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand
vast aan de bovenhandgreep en met uw linker-
hand aan de voorhandgreep. Houd de ketting-
zaag nooit vast met uw handen verwisseld, omdat
dandekansoplichamelijkletselgroteris.
3.
Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de
geïsoleerde vlakken omdat de zaagketting met ver-
borgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer
de zaagketting in aanraking komt met onder spanning
staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen
van het gereedschap onder spanning komen te staan
zodatdegebruikereenelektrischeschokkankrijgen.
4. Draag een veiligheidsbril en gehoorbescher-
ming. Verdere veiligheidsmiddelen voor hoofd,
handen, benen en voeten worden aanbevolen.
Afdoende beschermende kleding verkleint de kans
oplichamelijkletselalsgevolgvanrondvliegend
afval of onbedoeld contact van de zaagketting.
5. Zorg altijd voor een stevige stand.
6. Bij het afzagen van een tak die onder span-
ning staat, let u goed op eventuele terugslag.
Wanneerdespanningindehoutvezelsvrijkomt,
kan de onder spanning staande tak de gebruiker
een terugslag geven en/of de controle over de
kettingzaag doen verliezen.
7.
Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van strui-
ken en jonge boompjes. Het dunne materiaal kan
zich vasthaken aan de zaagketting en naar u toe
geslingerd worden of u uit balans brengen.
8.
Draag de kettingzaag aan de voorhandgreep
terwijl deze uitgeschakeld is en van uw lichaam
af gekeerd is. Bij het transporteren of opbergen
van de kettingzaag moet altijd de schede om het
zaagblad worden gedaan.Eenjuistebehandeling
van de kettingzaag verkleint de kans op het per
ongeluk aanraken van de bewegende zaagketting.
9. Volg de instructies voor het smeren, ketting
spannen en verwisselen van accessoires. Een
verkeerd gespannen of gesmeerde zaagketting
kan breken of de kans op terugslag verhogen.
10.
Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie
en vetten.Metvetofoliebevuildehandgrepenzijnglad
en leiden tot verlies van controle over de kettingzaag.
11.
Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor
doeleinden waarvoor deze niet bedoeld is.Bijvoorbeeld:
gebruik de kettingzaag niet om kunststof, steen of bouw-
materialen anders dan hout te zagen. Het gebruik van de
kettingzaag voor andere werkzaamheden dan waarvoor
dezebedoeldis,kanleidentotgevaarlijkesituaties.
12. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker
hieraan kan doen:
Terugslagkanoptredenwanneerdeneusofvoorrandvan
het zaagblad een voorwerp raakt, of wanneer het hout
zich sluit en de zaagketting in de zaagsnede vastklemt.
Zagen met alleen de punt van het zaagblad kan een
plotselinge, omgekeerde reactie veroorzaken waardoor
het zaagblad omhoog geworpen wordt in de richting van
de gebruiker. Het beknellen van de zaagketting langs
de bovenrand van het zaagblad kan het zaagblad snel
terugwerpen in de richting van de gebruiker. Deze beide
reacties kunnen ertoe leiden dat u de controle over de
kettingzaagverliestwaardoorernstiglichamelijkletselkan
ontstaan.Weesnietafhankelijkvanalleendeveiligheids-
voorzieningendieinuwkettingzaagzijningebouwd.Als
gebruiker van de kettingzaag moet u meerdere stappen
ondernemen om ervoor te zorgen dat uw zaagwerkzaam-
heden zonder ongelukken of letsel verlopen.
Terugslagishetgevolgvanmisbruikvanhetgereed-
schapen/ofonjuistegebruiksproceduresof-omstandig-
heden,enkanwordenvoorkomendoordejuistevoor-
zorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder vermeld:
62 NEDERLANDS
• Houddekettingzaagstevigmetbeidehan-
den vast, met uw duimen en vingers rondom
de handgrepen van de kettingzaag, en posi-
tioneer uw lichaam en armen zodanig dat
u een eventuele terugslag kan opvangen.
De kracht van een terugslag kan worden
opgevangendoordegebruikermitsdejuiste
voorzorgsmaatregelenzijngetroffen.Laatde
kettingzaag nooit los.
►Fig.1
• Reiknietteverenzaagnooitbovenschou-
derhoogte. Dit helpt te voorkomen dat de
punt van het zaagblad per ongeluk iets raakt
en biedt een betere controle over de ketting-
zaag in onverwachte situaties.
• Gebruikbijhetvervangenvanhetzaagblad
of de zaagketting uitsluitend onderdelen
diezijnopgegevendoordefabrikant.
Vervanging door een verkeerd zaagblad of
zaagketting kan ertoe leiden dat de zaagket-
ting breekt en/of het zaagblad terugslaat.
• Volgdeinstructiesvandefabrikantoverhet
slijpenenonderhoudenvandezaagketting.
Het verlagen van de hoogte van de diepte-
voeler kan leiden tot meer terugslag.
13. Alvorens met het werk te beginnen, controleert
u of de kettingzaag zich in goede werkende
staat bevindt, en dat deze voldoet aan de vei-
ligheidsregels. Controleer met name of:
• Dekettingremgoedwerkt;
• Deuitloopremgoedwerkt;
• Hetzaagbladendeafdekkingvanhetket-
tingwielgoedzijngemonteerd;
• Dekettingisgeslepenengespannenover-
eenkomstig de regels.
14. Start de kettingzaag niet terwijl de schede om
het zaagblad is geplaatst. Als de kettingzaag
wordtgestartterwijldeschedeomhetzaagblad
is geplaatst, kan de schede naar voren worden
weggeworpen,waardoorlichamelijkletselen
materiële schade aan voorwerpen in de buurt van
de operator kan worden veroorzaakt.
Veiligheidswaarschuwingen
speciek voor kettingzagen met een
bovenhandgreep
1. Deze kettingzaag is speciaal ontworpen voor
boomverzorging en boomchirurgie. De ketting-
zaag is bedoeld om te worden gebruikt door
goed opgeleide personen. Houd u aan alle
instructies, procedures en aanbevelingen van
de betreffende brancheorganisatie. Anders
kunnen zich fatale ongevallen voordoen. Wij
adviseren u altijd een hoogwerker (telescoop-
hoogwerker, schaarhoogwerker) te gebruiken
voor het zagen in bomen. Abseiltechnieken
zijn extreem gevaarlijk en vereisen speciale
training. De gebruikers moeten opgeleid
worden om bekend te raken met het gebruik
van veiligheidsuitrusting en klimtechnieken.
Gebruik altijd de toepasselijke riemen, touwen
en karabijnhaken wanneer u in een boom
werkt. Gebruik altijd valpreventiemiddelen
voor zowel de gebruiker als de zaag.
2.
Alvorens het gereedschap op te slaan, voert u
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uit in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzing.
3. Verzeker u ervan dat tijdens vervoer in een
auto de kettingzaag op een veilige plaats
staat om morsen van brandstof of kettingolie,
beschadiging van het gereedschap en per-
soonlijk letsel te voorkomen.
4. Controleer regelmatig de werking van de
kettingrem.
5. Vul geen kettingolie bij in de buurt van vuur.
Rook niet wanneer u kettingolie bijvult.
6. Het gebruik van de kettingzaag kan landelijk
gereglementeerd zijn.
7. Nadat tegen het gereedschap is gestoten of
het is gevallen, controleert u de staat van het
gereedschap voordat u de werkzaamheden
hervat. Controleer de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op een juiste wer-
king. Als enige beschadiging zichtbaar is of u
twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum
om inspectie en reparatie.
8. Activeer altijd de kettingrem voordat u de
kettingzaag start.
9.
Houd de zaag stevig op zijn plaats om te voorko-
men dat de zaag wegspringt (zijwaarts verplaatst)
of stuitert wanneer een snede wordt gestart.
10. Wees aan het einde van de snede voorzich-
tig uw evenwicht te bewaren vanwege het
‘doorvallen’.
11. Houd rekening met de windrichting en -snel-
heid. Voorkom zaagsel en kettingoliemist.
Beschermingsmiddelen
1. Om letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten
te voorkomen en om uw gehoor te bescher-
men, moeten de volgende beschermingsmid-
delen worden gebruikt tijdens het werken met
de kettingzaag:
— Hettypekledingmoetgeschiktzijn,d.w.z.
dezemoetnauwsluitendzijnzonderute
hinderen.Draaggeenjuwelenofkleding
die zich kunnen vasthaken aan struiken en
takken. Als u lang haar hebt, moet u een
haarnetjegebruiken!
— Hetisnoodzakelijkeenveiligheidshelmte
dragen wanneer u met de kettingzaag werkt.
U moet de veiligheidshelm regelmatig
controleren op beschadigingen en deze na
uiterlijk5jaarvervangen.Gebruikalleen
goedgekeurde veiligheidshelmen.
Het spatscherm van de veiligheidshelm (of
de veiligheidsbril) beschermt u tegen zaagsel
enhoutsnippers.Draagtijdenshetgebruik
vandekettingzaagaltijdeenveiligheidsbrilof
een spatscherm om oogletsel te voorkomen.
Draag geschikte geluidsbeschermingsmid-
delen(oorkappen,oordopjes,enz.).
De veiligheidsjas bestaat uit van 22 lagen
nylon en beschermt de gebruiker tegen
sneden.Dezemoetaltijdwordengedragen
tijdenshetwerkenopeenhoogwerker(tele-
scoophoogwerker, schaarhoogwerker), op
eenplatformbevestigdaanladders,ofbijhet
klimmen met touwen.
63 NEDERLANDS
De veiligheidsoverall bestaat uit nylonma-
teriaal van 22 lagen en beschermt u tegen
sneden.Wijradenhetgebruikervansterk
aan.
Veiligheidshandschoenen gemaakt van dik
leer maken deel uit van de voorgeschreven
uitrustingenmoetenaltijdwordengedragen
tijdenshetgebruikvandekettingzaag.
— Tijdenshetgebruikvandekettingzaagmoet
ualtijdlage of hoge veiligheidsschoenen
met antislipzolen, stalen neus en beenbe-
scherming dragen. Veiligheidsschoenen
diezijnvoorzienvaneenbeschermende
laag bieden bescherming tegen sneden en
zorgen ervoor dat u stevig staat. Voor het
werken in bomen moeten de veiligheids-
schoenengeschiktzijnvoorklimtechnieken.
Trillingen
1. Personen met een slechte bloedsomloop die
worden blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen
verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel
oplopen.Trillingenkunnendevolgendesympto-
men veroorzaken in de vingers, handen of polsen:
“Slapen”(gevoelloosheid),tintelen,pijn,stekend
gevoel, veranderen van huidskleur of van de huid.
Als een van deze symptomen zich voordoet,
raadpleegt u uw huisarts! Om de kans op deze
‘witte-vingerziekte’teverkleinen,houdtuuwhan-
denwarmtijdenshetwerkenonderhoudtuhet
gereedschap en de accessoires goed.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2. Neem de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-
wonden en zelfs een ontplofng veroorzaken.
4. Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
5. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spij-
kers, munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wan-
neer hij zwaar beschadigd of volledig versleten
is. De accu kan ontploffen in het vuur.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
10. De bijgeleverde lithium-ionbatterijen zijn
onderhevig aan de vereisten in de wetgeving
omtrent gevaarlijke stoffen.
Voorcommercieeltransportendergelijkedoor
derden en transporteurs moeten speciale vereis-
ten ten aanzien van verpakking en etikettering
worden nageleefd.
Als voorbereiding van het artikel dat wordt getranspor-
teerdishetnoodzakelijkeenexpertophetgebiedvan
gevaarlijkestoffenteraadplegen.Houdutevensaan
mogelijkstrengerenationaleregelgeving.
Blootliggende contactpunten moeten worden
afgedekt met tape en de accu moet zodanig
worden verpakt dat deze niet kan bewegen in de
verpakking.
11. Volg bij het weggooien van de accu de plaatse-
lijke voorschriften.
12. Gebruik de accu’s uitsluitend met de gereed-
schappen die door Makita zijn aanbevolen. Als
deaccu’swordenaangebrachtinniet-compatibele
gereedschappen, kan dat leiden tot brand, bui-
tensporige warmteontwikkeling, een explosie of
lekkage van elektrolyt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
LET OP: Gebruik uitsluitend originele Makita
accu’s.Hetgebruikvanniet-origineleaccu’s,of
accu’sdiezijngewijzigd,kanertoeleidendatdeaccu
ontploftenbrand,persoonlijkletselenschadeveroor-
zaakt. Ook vervalt daarmee de garantie van Makita
op het gereedschap en de lader van Makita.
Tips voor een maximale levens-
duur van de accu
1. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen
is. Stop het gebruik van het gereedschap en
laad de accu op telkens wanneer u vaststelt
dat het vermogen van het gereedschap is
afgenomen.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit
opnieuw op. Te lang opladen verkort de
levensduur van de accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstempe-
ratuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme
accu afkoelen alvorens hem op te laden.
4. Laad de accu op als u deze gedurende een
lange tijd (meer dan zes maanden) niet gaat
gebruiken.
64 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
►Fig.2
1 Trekkerschakelaar 2 Bovenhandgreep 3 Uit-vergrendelknop
4 Beschermkap van de
voorhandgreep
5 Zaagblad 6 Zaagketting
7 Kettingvanger 8 Bevestigingsmoer 9 Stelschroef voor de zaagketting
10 Zaagselgeleider 11 Accu 12 Bedrijfslampje
13 Hoofdschakelaar 14 Stelschroef (voor oliepomp) 15 Karabijnhaak
16 Voorhandgreep 17 Olietankdop 18 Zaagbladschede
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP: Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP: Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijkletselwordenveroorzaakt.
►Fig.3: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu
Omdeaccuteverwijderenverschuiftudeknopaande
voorkantvandeaccuenschuiftutegelijkertijddeaccu
uit het gereedschap.
Omdeaccuaantebrengenlijntudelipopdeaccuuit
metdegroefindebehuizingenduwtudeaccuopzijn
plaats.Steekdeaccuzovermogelijkinhetgereed-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP: Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP: Breng de accu niet met kracht aan.
Alsdeaccunietgemakkelijkinhetgereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►Fig.4: 1.Indicatorlampjes2.Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculadingtezien.Deindicatorlampjesbrandengedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes Resterende
acculading
Brandt Uit Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storingzijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:Afhankelijkvandegebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijkdatdeaangegevenacculadingverschiltvande
werkelijkeacculading.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschapkantijdenshetgebruikautomatischstop-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
65 NEDERLANDS
Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier waardoor
een abnormaal hoge stroom wordt getrokken, stopt
hetgereedschapautomatischenknipperthetbedrijfs-
lampjegroen.Indatgevalschakeltuhetgereedschap
uit en stopt u met het gebruik waardoor het gereed-
schap overbelast raakte. Schakel daarna het gereed-
schap in om verder te gaan.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is, stopt het
gereedschapautomatischengaathetbedrijfslampjerood
branden. In dat geval laat u het gereedschap en de accu
afkoelen voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
OPMERKING: In een omgeving met een hoge tem-
peratuur treedt de oververhittingsbeveiliging sneller
in werking waardoor het gereedschap automatisch
stopt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schapautomatischenknipperthetbedrijfslampjerood.
Indatgevalverwijdertudeaccuvanafhetgereedschap
en laadt u de accu op.
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING: Zet altijd de hoofdscha-
kelaar uit indien niet in gebruik.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op
dehoofdschakelaartotdathetbedrijfslampjegroen
brandt. Om uit te schakelen, drukt u opnieuw op de
hoofdschakelaar.
►Fig.5: 1.Bedrijfslampje2. Hoofdschakelaar
OPMERKING:Hetbedrijfslampjeknippertgroen
alsdetrekkerschakelaarwordtingeknepenbij
omstandighedenwaaronderbedieningonmogelijk
is. De lamp knippert onder een van de volgende
omstandigheden.
• Wanneerudehoofdschakelaarinschakeltterwijl
u de uit-vergrendelknop ingedrukt houdt en de
trekkerschakelaar ingeknepen houdt.
• Wanneerudetrekkerschakelaarinknijptterwijl
de kettingrem is geactiveerd.
• Wanneerudekettingremloszetterwijlude
uit-vergrendelknop ingedrukt houdt en de trek-
kerschakelaar ingeknepen houdt.
OPMERKING: Deze kettingzaag maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen, wordt de hoofdschakelaar
automatisch uitgeschakeld wanneer de trekkerscha-
kelaar niet is ingeknepen gedurende een bepaalde
tijdsduurnadatdehoofdschakelaarisingeschakeld.
U kunt het gereedschap gebruiken in de koppelboost-
functie voor het zagen van dikke of harde takken. Om
het gereedschap in de koppelboostfunctie te gebruiken,
druktu,terwijlhetgereedschapisuitgeschakeld,gedu-
rende enkele seconden op de hoofdschakelaar totdat
hetbedrijfslampjegeelbrandt.
OPMERKING: In de koppelboostfunctie kunt u het
gereedschap gedurende 30 seconden gebruiken.
Afhankelijkvandegebruiksomstandigheden,kan
deze functie omschakelen naar de normale functie in
minder dan 30 seconden.
OPMERKING:Alshetbedrijfslampjegeelknippert
wanneer u gedurende enkele seconden op de
hoofdschakelaar drukt, is de koppelboostfunctie
niet beschikbaar. Volg in dat geval de onderstaande
stappen.
• Dekoppelboostfunctieisnietbeschikbaar
onmiddellijknahetzagen.Wachtgedurende
langer dan 10 seconden en druk daarna
opnieuw op de hoofdschakelaar.
• Alsudekoppelboostfunctiemeerderekeren
gebruikt, wordt het gebruik van de koppelboost-
functie beperkt om de accu te beschermen.
Als de koppelboostfunctie niet beschikbaar is
nadat u langer dan 10 seconden hebt gewacht,
vervangt u de accu door een volledig opgeladen
accu, of laadt u de accu op.
OPMERKING:Alshetbedrijfslampjeroodbrandt,of
rood of groen knippert, raadpleegt u de instructies
voor het gereedschap-/accubeveiligingssysteem.
OPMERKING: De koppelboostfunctie kan niet
worden gebruikt wanneer een accu van het type
BL1815N, BL1820 of BL1820B is geplaatst.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING: Voor uw veiligheid is
dit gereedschap uitgerust met een uit-vergren-
delknop die voorkomt dat het gereedschap
onbedoeld start. Gebruik het gereedschap NOOIT
wanneer het start door alleen de trekkerschake-
laar in te knijpen zonder de uit-vergrendelknop
in te drukken. Stuur het gereedschap naar ons
erkende servicecentrum voor deugdelijke repara-
tie ZONDER het verder te gebruiken.
WAARSCHUWING: U mag NOOIT het doel of
de werking van de uit-vergrendelknop teniet doen
of deze vastplakken.
LET OP: Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
KENNISGEVING: Knijp de trekkerschakelaar
niet hard in zonder de uit-vergrendelknop in te
drukken. Hierdoor kan de schakelaar kapot gaan.
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, houdt u de uit-vergren-
delknopingedruktenknijptudetrekkerschakelaarin.
De snelheid van het gereedschap neemt toe naarmate
u meer druk uitoefent op de trekkerschakelaar. Laat de
trekkerschakelaar los om te stoppen.
►Fig.6: 1.Trekkerschakelaar2. Uit-vergrendelknop
66 NEDERLANDS
De kettingrem controleren
LET OP: Houd de kettingzaag met beide
handen vast wanneer u hem inschakelt. Houd de
bovenhandgreep met uw rechterhand vast en de
voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad
en de zaagketting mogen geen enkel voorwerp
raken.
LET OP: Als de zaagketting niet onmiddellijk
tot stilstand komt wanneer deze controle wordt
uitgevoerd, mag de kettingzaag onder geen
beding worden gebruikt. Neem contact op met
ons erkende servicecentrum.
1. Drukeerstdeuit-vergrendelknopinenknijp
daarna de trekkerschakelaar in. De zaagketting begint
onmiddellijktedraaien.
2. Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar
voren met de rug van uw hand. Verzeker u ervan dat de
zaagkettingonmiddellijktotstilstandkomt.
►Fig.7: 1. Beschermkap van de voorhandgreep
2.Vrijgezettestand3. Vergrendelde stand
De uitlooprem controleren
LET OP: Als de zaagketting bij deze con-
trole niet binnen twee seconden tot stilstand
komt, stopt u met het gebruik van de ketting-
zaag en neemt u contact op met ons erkende
servicecentrum.
Laat de kettingzaag draaien en laat daarna de trekker-
schakelaar helemaal los. De zaagketting moet binnen
twee seconden tot stilstand komen.
De kettingsmering afstellen
U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp afstellen
met de stelschroef met behulp van de universele
sleutel. De hoeveelheid olie kan in 3 standen worden
afgesteld.
►Fig.8: 1. Stelschroef
Karabijnhaak (bevestigingspunt
voor een touw)
U kun het gereedschap laten hangen door een touw
vastteknopenaandekarabijnhaak.Trekdekarabijn-
haak omhoog en knoop er daarna een touw aan vast.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
• Zachtestart
De functie zachte-start minimaliseert de start-
schokenlaathetgereedschapgeleidelijkstarten.
MONTAGE
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
LET OP: Raak de zaagketting niet met blote
handen aan. Draag altijd handschoenen wanneer
u de zaagketting hanteert.
De zaagketting aanbrengen of
verwijderen
LET OP: De zaagketting en het zaagblad zijn
kort na gebruik nog heet. Laat ze eerst afkoelen,
voordat u enige werkzaamheden aan het gereed-
schap uitvoert.
LET OP: Voer de procedure voor het aanbren-
gen of verwijderen van de zaagketting uit in een
schone omgeving, vrij van zaagsel en dergelijke.
Omdezaagkettingteverwijderen,gaatualsvolgtte
werk:
1. Zet de kettingrem los door aan de beschermkap
van de voorhandgreep te trekken.
2. Draai de stelschroef voor de zaagketting los en
draai daarna de bevestigingsmoer los.
►Fig.9: 1. Stelschroef voor de zaagketting
2. Bevestigingsmoer
3. Verwijderdeafdekkingvanhetkettingwielen
verwijderdaarnadezaagkettingenhetzaagbladvanaf
de kettingzaag.
Om de zaagketting aan te brengen, gaat u als volgt te
werk:
1. Controleer de richting van de zaagketting. Zorg
ervoor dat de richting van de zaagketting hetzelfde is
als die van de markering op het kettingzaaghuis.
2. Leg één kant van de zaagketting op de bovenkant
van het zaagblad.
3. Leg de andere kant van de zaagketting rond het
kettingwiel, en bevestig daarna het zaagblad aan het
kettingzaaghuis,waarbijhetgatinhetzaagbladmoet
zijnuitgelijndmetdepenophetkettingzaaghuis.
►Fig.10: 1. Kettingwiel 2. Gat
4. Steek het uitsteeksel op de afdekking van het
kettingwiel in het kettingzaaghuis, en sluit daarna de
afdekking zodat de bout en pennen op het kettingzaag-
huis op hun plaats in de afdekking vallen.
►Fig.11: 1. Uitsteeksel 2. Afdekking van het ketting-
wiel 3. Bout 4. Pen
5. Draai de bevestigingsmoer vast om de afdekking
van het kettingwiel vast te zetten, en draai hem daarna
iets los om de spanning te kunnen afstellen.
►Fig.12: 1. Bevestigingsmoer
67 NEDERLANDS
De kettingspanning afstellen
LET OP: Span de zaagketting niet te strak.Bij
een te hoge spanning kan de zaagketting breken, het
zaagbladslijtenendestelknopdefectraken.
LET OP: Een zaagketting die te los zit kan
van het zaagblad af springen en een ongeluk met
letsel veroorzaken.
De zaagketting kan na vele gebruiksuren los gaan
zitten. Controleer regelmatig de kettingspanning vóór
gebruik.
1. Zet de kettingrem los door aan de beschermkap
van de voorhandgreep te trekken.
2. Draai de bevestigingsmoer iets los om de afdek-
king van het kettingwiel iets los te maken.
►Fig.13: 1. Bevestigingsmoer
3. Tilhetuiteindevanhetzaagbladietsomhoogen
stel de kettingspanning af. Draai de stelschroef voor
de zaagketting rechtsom om de zaagketting strakker te
zetten en linksom om hem losser te zetten.
Voor kettingmes 90PX en 91PX:
Zet de zaagketting strakker totdat de onderkant van de
zaagketting in de zaagbladrail past zoals afgebeeld.
►Fig.14: 1. Zaagblad 2. Zaagketting 3. Stelschroef
voor de zaagketting
Voor kettingmes 25AP:
Zet de zaagketting strak zodat de opening tussen het
midden van de onderrand van het zaagblad en de
zaagketting ongeveer 1 mm tot 2 mm is.
4. Houd het zaagblad licht vast en zet de afdekking
van het kettingwiel vast.
Voor kettingmes 90PX en 91PX:
Zorg ervoor dat de zaagketting aan de onderrand van
het zaagblad niet los hangt.
Voor kettingmes 25AP:
Verzeker u ervan dat de opening tussen het midden
van de onderrand van het zaagblad en de zaagketting
ongeveer 1 mm tot 2 mm is.
5. Draai de bevestigingsmoer vast om de afdekking
van het kettingwiel vast te maken.
►Fig.15: 1. Bevestigingsmoer
Verzeker u ervan dat de zaagketting strak langs de
onderrand van het zaagblad loopt.
Getande kam
Optioneel accessoire
Wijadviserenudegetandekamtegebruikenbijhet
zagen van dikke takken. Om de getande kam aan te
brengen, voert u de volgende stappen uit:
1. Verwijderdeafdekkingvanhetkettingwiel,de
zaagketting en het zaagblad.
2. Lijndegatenindegetandekamuitmetdegaten
in het kettingzaaghuis en draai daarna de schroeven
stevig vast.
►Fig.16: 1. Schroef 2. Getande kam
BEDIENING
Smering
Dezaagkettingwordtautomatischgesmeerdtijdens
het gebruik van het gereedschap. Controleer regel-
matig hoeveel olie er nog in de olietank zit door het
oliepeilglas.
Omdeolietankbijtevullen,legtudekettingzaagop
zijnzijkantenverwijdertudeolietankdop.Decorrecte
hoeveelheidolieis140ml.Draainahetbijvullenvande
olietankaltijddeolietankdopstevigerop.
►Fig.17: 1. Olietankdop 2. Oliepeilglas
Houdnahetbijvullendekettingzaaguitdebuurtvande
boom. Start de kettingzaag en wacht tot de zaagketting
voldoende gesmeerd is.
►Fig.18
KENNISGEVING: Wanneer u voor het eerst
kettingolie bijvult, of de olietank bijvult nadat
deze geheel leeg is geraakt, vult u olie bij tot aan
de onderrand van de vulnek. Anders kan de olie-
toevoer gehinderd worden.
KENNISGEVING: Gebruik zaagkettingolie
exclusief voor Makita-kettingzagen of een in de
winkel verkrijgbare gelijkwaardige kettingolie.
KENNISGEVING: Gebruik nooit olie die is ver-
ontreinigd met vuil- en stofdeeltjes of vluchtige
olie.
KENNISGEVING: Gebruik botanische olie voor
het snoeien van bomen. Minerale olie kan schade-
lijk zijn voor bomen.
KENNISGEVING: Voordat u begint te zagen,
controleert u of de bijgeleverde olietankdop erop
is gedraaid.
WERKEN MET DE KETTINGZAAG
LET OP: Als minimale voorbereiding dient
een beginnende gebruiker eerst te oefenen door
stammen te zagen op een schraag of bok.
LET OP: Bij het zagen van losse stukken
hout dient u een veilige steun te gebruiken (een
schraag of zaagbok). Zet niet uw voet op het werk-
stuk om dat tegen te houden en vraag ook nooit
iemand anders om het vast te houden.
LET OP: Zet ronde stukken zo vast dat ze niet
kunnen gaan draaien.
LET OP: Houd alle delen van uw lichaam uit
de buurt van de zaagketting wanneer de motor
draait.
LET OP: Houd de kettingzaag stevig vast met
beide handen wanneer de motor draait.
LET OP: Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u
altijd stevige steun voor de voeten hebt en uw
evenwicht behoudt.
68 NEDERLANDS
KENNISGEVING: Gooi nooit met het gereed-
schap en laat het niet vallen.
KENNISGEVING: Dek de luchtuitstroomope-
ningen van het gereedschap niet af.
Bomen snoeien
Plaats het kettingzaaghuis tegen de af te zagen tak
voordat u hem inschakelt. Anders kan het zaagblad
gaan wiebelen en de gebruiker verwonden. Zaag het
houtdoordekettingzaagmetbehulpvanzijneigen
gewicht omlaag te bewegen.
►Fig.19
Als u niet in één keer door het hout kunt zagen:
Oefenlichtedrukuitopdehandgreep,blijfzagenen
trekdekettingzaageenstukjeterug.
►Fig.20
Als u dikke takken doorzaagt, maakt u eerst een
ondiepe zaagsnede aan de onderkant en maakt u ver-
volgensdedenitievezaagsnedevanafdebovenkant.
►Fig.21
Als u een dikke tak vanaf de onderkant probeert door
tezagen,kandetaktijdenshetzagendoorbuigenen
de zaagketting beknellen. Als u een dikke tak vanaf de
bovenkant probeert door te zagen zonder een ondiepe
snede aan de onderkant, kan de tak splinteren.
►Fig.22
Afzagen
1. Plaats het kettingzaaghuis tegen het te zagen
hout.
►Fig.23
2. Zaag met draaiende zaagketting in het hout en
gebruik de bovenhandgreep om de zaag omhoog te
brengenterwijlumetdevoorhandgreephetzagen
begeleidt.
3. Vervolg de zaagsnede door licht op de boven-
handgreeptedrukkenendezaageenstukjeterugte
trekken.
KENNISGEVING: Als u meerdere zaagsneden
maakt, schakelt u de kettingzaag uit tussen de
zaagsneden.
LET OP: Als de zaagketting langs de boven-
rand van het zaagblad wordt gebruikt om te
zagen, kan de kettingzaag in uw richting worden
bewogen als de ketting klem komt te zitten. Om
deze reden moet u met de onderrand van het
zaagblad zagen zodat de kettingzaag van uw
lichaam af wordt bewogen.
►Fig.24
Als het hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant
met de drukkracht (A). Maak de eindzaagsnede aan de
kant met de trekkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het
zaagblad bekneld raakt.
►Fig.25
Takken afzagen
LET OP: Takken afzagen mag uitsluitend
worden uitgevoerd door getrainde personen. Door
hetrisicovanterugslagkaneengevaarlijkesituatie
ontstaan.
Steunbijhetafzagenvantakkendekettingzaagzo
mogelijkafopdeboomstam.Zaagnietmetdepunt
van het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag
ontstaat.
Letmetnamegoedopbijtakkendieonderspanning
staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze
niet worden ondersteund.
Gabijhetafzagenvantakkennietbovenopdeomge-
zaagde boomstam staan.
Het gereedschap dragen
Alvorenshetgereedschaptedragen,trektualtijdde
kettingremaanenhaaltudeaccu’svanhetgereed-
schap af. Breng vervolgens de zaagbladschede aan.
Plaats ook het accudeksel op de accu.
►Fig.26: 1. Zaagbladschede 2. Accudeksel
ONDERHOUD
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
LET OP: Draag bij inspectie- of onderhouds-
werkzaamheden altijd handschoenen.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
OmdeVEILIGHEIDenBETROUWBAARHEIDvan
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoudofafstellingentewordenuitgevoerdbijeen
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijdmetgebruikvanMakita-vervangingsonderdelen.
De zaagketting slijpen
Slijp de zaagketting als:
• Poederachtigzaagselwordtgeproduceerdtijdens
hetzagenvanvochtighout;
• Dezaagkettingmoeizaaminhethoutbin-
nendringt, zelfs wanneer hoge druk wordt
uitgeoefend;
• Dezaagsnijrandduidelijkbeschadigdis;
• Dekettingzaagnaarlinksofrechtstrektinhet
hout.(veroorzaaktdooreenongelijkmatige
scherpte van de zaagketting, of een beschadiging
aan slechts een kant)
Slijpdezaagkettingveelvuldig,maariederekeer
slechtsweinig.Tweeofdriebewegingenmeteenvijl
zijndoorgaansvoldoendevoorregelmatigbijslijpen.
Alsdezaagkettingmeerderemalenisbijgeslepen,
laatudezeeenkeerslijpendooreeninonserkende
servicecentrum.
69 NEDERLANDS
Criteria bij het slijpen:
WAARSCHUWING: Een buitensporige
afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoe-
ler vergroot de kans op terugslag.
►Fig.27: 1. Lengte van het mes 2. Afstand tus-
sendezaagsnijrandendedieptevoeler
3. Minimumlengte van het mes (3 mm)
Allemessenmoetengelijkvanlengtezijn.Dooreen
verschillende lengten van messen kan de zaagketting
nietgelijkmatiglopenenkandezaagkettingbreken.
— Slijpdezaagkettingnietverderalsdelengtevan
de messen 3 mm of korter is. De zaagketting moet
worden vervangen door een nieuwe.
De dikte van spaanders wordt bepaald door de
afstandtussendezaagsnijrandendedieptevoeler
(ronde neus).
— Debestezaagresultatenverkrijgtumetdevol-
gendeafstandtussendezaagsnijrandende
dieptevoeler.
• Kettingmes90PX:0,65mm
• Kettingmes91PX:0,65mm
• Kettingmes25AP:0,65mm
►Fig.28
— Deslijphoekvan30°moetvoorallemessengelijk
zijn.Bijverschillendeslijphoekenzaldezaagket-
tingruwenongelijkmatiglopen,deslijtagetoene-
men en de zaagketting kunnen breken.
— Gebruikeengeschikterondevijltegendetanden
zodateencorrecteslijphoekbehoudenblijft.
• Kettingmes90PX:55°
• Kettingmes91PX:55°
• Kettingmes25AP:55°
Vijl en vijlbeweging
— Gebruikeenspecialerondezaagkettingvijl(opti-
oneelaccessoire)voorhetslijpenvandeketting.
Eengewonerondevijlisnietgeschikt.
— Dedoorsnedevanderondevijlvoorelkezaagket-
ting is als volgt:
• Kettingmes90PX:4,5mm
• Kettingmes91PX:4,0mm
• Kettingmes25AP:4,0mm
— Devijlmaghetmesalleeninvoorwaartserichting
raken.Haaldevijlvanhetmesvoordeterug-
waartse beweging.
— Slijpeersthetkortstemes.Delengtevanditmes
wordt dan de maatstaf voor alle andere messen
op de zaagketting.
— Beweegdevijlzoalsaangegeveninde
af
beelding.
►Fig.29: 1.Vijl2. Zaagketting
— Devijlkangemakkelijkerwordenbewogenalseen
vijlhouder(optioneelaccessoire)wordtgebruikt.
Opdevijlhouderstaanmerktekensvoordejuiste
slijphoekvan30°(lijndemerktekensparalleluit
met de zaagketting) en beperkt de diepte waartoe
devijldoordringt(tot4/5vandevijldiameter).
►Fig.30: 1.Vijlhouder
Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u
de hoogte van de dieptevoeler met behulp van het
kettingmeetgereedschap (optioneel accessoire).
►Fig.31
— Verwijdereventueeluitstekendmateriaal,onge-
achthoeklein,meteenspecialevlakkevijl(optio-
neel accessoire).
Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
Het zaagblad schoonmaken
Spaanders en zaagsel zullen zich in de groef van het zaag-
blad ophopen. Deze kunnen de groef verstoppen en de
oliestroombelemmeren.Verwijderdespaandersenhetzaag-
selelkekeerwanneerudezaagkettingslijptofvervangt.
►Fig.32
De afdekking van het kettingwiel
schoonmaken
Spaanders en zaagsel zullen zich binnenin de afdekking
vanhetkettingwielophopen.Verwijderdeafdekkingvan
het kettingwiel en de zaagketting vanaf het gereedschap,
enverwijdervervolgensdespaandersenhetzaagsel.
►Fig.33
De olie-uitstroomopening schoonmaken
Kleinevuil-ofstofdeeltjeskunnenzichtijdensgebruik
ophopen in de olie-uitstroomopening. Deze vuil- of stof-
deeltjeskunnenhetuitstromenvandeoliebelemmeren
waardoor de hele zaagketting onvoldoende wordt
gesmeerd. Wanneer onvoldoende toevoer van kettin-
golie optreedt aan het uiteinde van het zaagblad, maakt
u de olie-uitstroomopening als volgt schoon.
1. Verwijderdeafdekkingvanhetkettingwielende
zaagketting vanaf het gereedschap.
2. Verwijderdekleinevuil-ofstofdeeltjesmeteen
platkopschroevendraaier met een dunne schacht of iets
dergelijks.
►Fig.34: 1. Platkopschroevendraaier
2. Olie-uitstroomopening
3. Plaatsdeaccuinhetgereedschap.Knijpdetrek-
kerschakelaarinomopgehooptevuil-enstofdeeltjesuit
de olie-uitstroomopening te persen door kettingolie eruit
te laten stromen.
4. Verwijderdeaccuvanhetgereedschap.Monteer
de afdekking van het kettingwiel en de zaagketting weer
op het gereedschap.
Het kettingwiel vervangen
LET OP: Een versleten kettingwiel zal de
nieuwe zaagketting beschadigen. Laat in dat
geval het kettingwiel vervangen.
Controleer de staat van het kettingwiel voordat u een
nieuwe zaagketting monteert.
►Fig.35: 1. Kettingwiel 2.Plaatsendieslijten
Monteerbijhetvervangenvanhetkettingwielaltijdeen
nieuwe borgring.
►Fig.36: 1. Borgring 2. Kettingwiel
KENNISGEVING: Verzeker u ervan dat het ket-
tingwiel wordt gemonteerd zoals aangegeven in
de afbeelding.
70 NEDERLANDS
Het gereedschap opbergen
1. Maak het gereedschap schoon voordat u het
opbergt. Haal de afdekking van het kettingwiel eraf
enverwijderallespaandersenzaagselvanafhet
gereedschap.
2. Laat na het schoonmaken het gereedschap
onbelast draaien om de zaagketting en het zaagblad te
smeren.
3. Plaats de zaagbladschede over het zaagblad.
4. Maak de olietank leeg.
Instructies voor periodiek onderhoud
Omzekertezijnvaneenlangelevensduur,omschadetevoorkomenenomzekertezijnvandevolledigewerking
van de veiligheidsvoorzieningen, moet het volgende onderhoud regelmatig worden uitgevoerd. Garantieclaims
kunnen alleen worden geaccepteerd als deze werkzaamheden regelmatig en correct worden uitgevoerd. Als deze
voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden niet worden uitgevoerd, kan dat ongelukken veroorzaken! De gebrui-
ker van de kettingzaag mag echter geen werkzaamheden uitvoeren die niet worden beschreven in de gebruiksaan-
wijzing.Dergelijkewerkzaamhedenmoetenwordenuitgevoerddooronserkendeservicecentrum.
Controlepunt / Bedrijfstijd Vóór het
gebruik
Elke dag Elke week Elke 3
maanden
Jaarlijks Vóór
opbergen
Kettingzaag Inspecteren.
- - - - -
Schoonmaken. -
- - - -
Laten contro-
leren door een
erkend ser-
vicecentrum.
- - - -
Zaagketting Inspecteren. - - - - -
Slijpenindien
nodig.
- - - - -
Zaagblad Inspecteren. - - - -
Verwijderen
van de
kettingzaag.
- - - - -
Kettingrem Controleren
van de
werking.
- - - - -
Regelmatig
laten inspec-
terenbijeen
erkend ser-
vicecentrum.
- - -
- -
Kettingsmering Controleren
van de olietoe-
voersnelheid.
- - - - -
Trekkerschakelaar
Inspecteren. - - - - -
Uit-
vergrendelknop
Inspecteren. - - - - -
Olietankdop Controleren
op vastzitten.
- - - - -
Kettingvanger Inspecteren. - -
- - -
Bouten en
moeren
Inspecteren. - -
- - -
71 NEDERLANDS
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens u verzoekt om reparatie, kunt u zelf als volgt het probleem opsporen en oplossen. Als u met een
probleem kampt dat in deze handleiding niet wordt beschreven, probeer dan niet het gereedschap te demon-
teren. Laat reparaties over aan een erkend Makita-servicecentrum, uitsluitend met gebruik van originele
Makita-vervangingsonderdelen.
Symptoom of storing Oorzaak Handeling
De kettingzaag start niet. De accu is niet geplaatst. Plaats een opgeladen accu.
Probleem met de accu (onvoldoende
spanning).
Laaddeaccu’sop.Alshetopladengeen
verbetering brengt, vervangt u de accu
door een nieuwe.
De hoofdschakelaar staat uit. De kettingzaag wordt automatisch uitge-
schakeld wanneer deze gedurende een
bepaaldetijdsduurnietwordtbediend.
Schakel de hoofdschakelaar weer in.
De zaagketting draait niet. De kettingrem is aangetrokken. Zet de kettingrem los.
Demotorslaatalnakortetijdaf. Deladingvandeaccuisbijnaop. Laaddeaccu’sop.Alshetopladengeen
verbetering brengt, vervangt u de accu
door een nieuwe.
Geen olie op de zaagketting. De olietank is leeg. Vul de olietank.
De olietoevoergroef is verstopt. Maak de groef schoon.
Slechte olietoevoer. Stel de hoeveelheid toegevoerde olie af
met behulp van de stelschroef.
Het maximumtoerental van de kettingzaag
wordt niet bereikt.
De accu is verkeerd aangebracht. Plaats de accu zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing.
De accuspanning wordt minder. Laad de accu op. Als het opladen geen
verbetering brengt, vervangt u de accu
door een nieuwe.
Hetaandrijfsysteemwerktnietgoed. Vraag een erkend servicecentrum in uw
regio het gereedschap te repareren.
Hetbedrijfslampjeknippertgroen. De trekkerschakelaar wordt ingeknepen
bijomstandighedenwaaronderbediening
onmogelijkis.
Knijpdetrekkerschakelaarinnadatde
hoofdschakelaar is ingeschakeld en de
kettingrem is los gezet.
De zaagketting stopt niet wanneer de
kettingrem wordt aangetrokken:
Stop het gereedschap onmiddellijk!
De remband is versleten. Vraag een erkend servicecentrum in uw
regio het gereedschap te repareren.
Abnormale trillingen:
Stop het gereedschap onmiddellijk!
Losgeraakt zaagblad of zaagketting. Stel het zaagblad en de kettingspanning af.
Het gereedschap is defect. Vraag een erkend servicecentrum in uw
regio het gereedschap te repareren.
De koppelboostfunctie is niet beschikbaar
nadat de accu is vervangen door een
volledig opgeladen accu.
Afhankelijkvandegebruiksomstandighe-
den is de koppelboostfunctie niet beschik-
baar nadat de accu is vervangen.
Gebruik het gereedschap in de normale
functie totdat de geplaatste accu leeg is en
vervang daarna de accu door een volledig
opgeladen accu, of laad de accu op.
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP: Deze accessoires of hulpstukken
worden aanbevolen voor gebruik met het Makita
gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is
beschreven.Bijgebruikvanandereaccessoiresof
hulpstukkenbestaathetgevaarvanpersoonlijkelet-
sel. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend
voor hun bestemde doel.
Wenstumeerbijzonderhedenoverdezeacces-
soires,neemdancontactopmethetplaatselijke
Makita-servicecentrum.
• Zaagketting
• Zaagblad
• Zaagbladschede
• Kettingwiel
• Getandekam
• Vijl
• Gereedschapszak
• OrigineleMakita-accuen-acculader
WAARSCHUWING: Als u een zaagblad van
een andere lengte dan het standaardzaagblad
aanschaft, koopt u tevens een bijbehorende zaag-
bladschede. Deze moet passen en het zaagblad
van de kettingzaag volledig bedekken.
OPMERKING:Sommigeitemsopdelijstkunnen
zijninbegrepenindedoosvanhetgereedschapals
standaard toebehoren. Deze kunnen van land tot land
verschillen.
www.makita.com
Makita Europe N.V.
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi 446-8502 Japa
n
Jan-Baptist Vinkstraat 2,
3070 Kortenberg, Belgium
885630-993
EN,FR,DE,I T, NL,
ES,PT, DA,EL,TR
20180315

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) TECHNISCHE GEGEVENS Model: DUC204 DUC254 Totale lengte (zonder zaagblad) 18 V gelijkspanning Nominale spanning Nettogewicht 2,8 - 3,3 kg Standaard zaagbladlengte Aanbevolen zaagbladlengte 200 mm met 90PX 250 mm 200 - 250 mm met 91PX - 90PX Aantal tanden Kettingsnelheid 250 mm 90PX 91PX 25AP 6 9 3/8″ 1/4″ 0 - 24 m/s (0 - 1.440 m/min) 0 - 22,5 m/s (0 - 1.350 m/min) Steek 140 cm3 Volume kettingolietank • • - - Toepasselijk type zaagketting (raadpleeg de onderstaande tabel) • 250 mm met 25AP Standaard kettingwiel DUC254C 256 mm In verband met ononderbroken research en ontwikkeling, behouden wij ons het recht voor de bovenstaande technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. Het gewicht kan verschillen afhankelijk van de hulpstukken, waaronder de accu. De lichtste en zwaarste combinatie, overeenkomstig de EPTA-procedure 01/2014, worden getoond in de tabel. Toepasselijke accu’s BL1815N / BL1820 / BL1820B / BL1830 / BL1830B / BL1840 / BL1840B / BL1850 / BL1850B / BL1860B • Sommige van de hierboven vermelde accu’s zijn mogelijk niet leverbaar afhankelijk van waar u woont. WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend de accu’s die hierboven worden genoemd. Gebruik van enige andere accu kan leiden tot letsel en/of brand. Combinatie van zaagketting, zaagblad en kettingwiel Type zaagketting 90PX Aantal kettingschakels Zaagblad 33 40 Lengte zaagblad 200 mm 250 mm Zaaglengte 180 mm Kettingwiel Maat 1,1 mm Type Tandwielzaagblad Aantal tanden 6 3/8″ Steek Type zaagketting 91PX Aantal kettingschakels Zaagblad Kettingwiel 244 mm 3/8″ Steek 40 Lengte zaagblad 250 mm Zaaglengte 244 mm Steek 3/8″ Maat 1,3 mm Type Tandwielzaagblad Aantal tanden 6 3/8″ Steek 59 NEDERLANDS Type zaagketting 25AP Aantal kettingschakels Zaagblad Kettingwiel 60 Lengte zaagblad 250 mm Zaaglengte 250 mm Steek 1/4″ Maat 1,3 mm Type Precisieblad Aantal tanden 9 1/4″ Steek KENNISGEVING: Bij gebruik van een 25AP-zaagketting, gebruikt u kettingwiel 9 (optioneel accessoire). WAARSCHUWING: Gebruik de juiste combinatie van zaagblad en zaagketting. Anders loopt u de kans op lichamelijk letsel. Symbolen Gebruiksdoeleinden Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze betekenen alvorens het gereedschap te gebruiken. Lees de gebruiksaanwijzing. Geluidsniveau De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens IEC62841-4-1: Model DUC204 Geluidsdrukniveau (LpA): 92,2 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 103,2 dB (A) Onzekerheid (K): 2,5 dB (A) Model DUC254 Geluidsdrukniveau (LpA): 92,2 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 103,2 dB (A) Onzekerheid (K): 2,5 dB (A) Model DUC254C Geluidsdrukniveau (LpA): 92,2 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 103,2 dB (A) Onzekerheid (K): 2,5dB (A) Draag een veiligheidsbril. Draag gehoorbescherming. Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en gehoorbescherming. Gebruik afdoende beschermingsmiddelen voor voet/been en hand/arm. WAARSCHUWING: Draag gehoorbescherming. Deze zaag mag alleen worden gebruikt door goed opgeleide personen. Trilling Stel niet bloot aan vocht. Maximaal toegestane zaaglengte Gebruik altijd twee handen om de kettingzaag te bedienen. Draairichting van de ketting Afstelling voor zaagkettingolie Ni-MH Li-ion Het gereedschap is bedoeld om takken te zagen en bomen te snoeien. Het is ook geschikt om bomen te onderhouden. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap en accu’s niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten, en inzake batterijen en accu’s en oude batterijen en accu’s, en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen elektrisch gereedschap, accu’s en batterijen die het einde van hun levensduur hebben bereikt, gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclebedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 60 De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vastgesteld volgens IEC62841-4-1: Model DUC204 Gebruikstoepassing: zagen van hout Trillingsemissie (ah,W): 3,1 m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 Model DUC254 Gebruikstoepassing: zagen van hout Trillingsemissie (ah,W): 3,1 m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 Model DUC254C Gebruikstoepassing: zagen van hout Trillingsemissie (ah,W): 4,1m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 OPMERKING: De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. OPMERKING: De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. NEDERLANDS 3. WAARSCHUWING: De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). 4. 5. 6. EG-verklaring van conformiteit Alleen voor Europese landen De EG-verklaring van conformiteit is bijgevoegd als Bijlage A bij deze gebruiksaanwijzing. 7. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN 8. Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap 9. WAARSCHUWING: Lees alle veiligheidswaarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en technische gegevens behorend bij dit elektrische gereedschap aandachtig door. Als u niet alle onderstaande aanwijzingen naleeft, kan dat resulteren in brand, elektrische schokken en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. De term "elektrisch gereedschap" in de veiligheidsvoorschriften duidt op gereedschappen die op stroom van het lichtnet werken (met snoer) of gereedschappen met een accu (snoerloos). Veiligheidswaarschuwingen voor een accukettingzaag 1. 2. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting terwijl de kettingzaag in gebruik is. Alvorens de kettingzaag te starten, verzekert u zichzelf ervan dat de zaagketting niets raakt. In slechts een kort moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van de kettingzaag kan uw kleding of lichaam in aanraking komen met de zaagketting. Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand vast aan de bovenhandgreep en met uw linkerhand aan de voorhandgreep. Houd de kettingzaag nooit vast met uw handen verwisseld, omdat dan de kans op lichamelijk letsel groter is. 61 10. 11. 12. Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde vlakken omdat de zaagketting met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer de zaagketting in aanraking komt met onder spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Verdere veiligheidsmiddelen voor hoofd, handen, benen en voeten worden aanbevolen. Afdoende beschermende kleding verkleint de kans op lichamelijk letsel als gevolg van rondvliegend afval of onbedoeld contact van de zaagketting. Zorg altijd voor een stevige stand. Bij het afzagen van een tak die onder spanning staat, let u goed op eventuele terugslag. Wanneer de spanning in de houtvezels vrij komt, kan de onder spanning staande tak de gebruiker een terugslag geven en/of de controle over de kettingzaag doen verliezen. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van struiken en jonge boompjes. Het dunne materiaal kan zich vasthaken aan de zaagketting en naar u toe geslingerd worden of u uit balans brengen. Draag de kettingzaag aan de voorhandgreep terwijl deze uitgeschakeld is en van uw lichaam af gekeerd is. Bij het transporteren of opbergen van de kettingzaag moet altijd de schede om het zaagblad worden gedaan. Een juiste behandeling van de kettingzaag verkleint de kans op het per ongeluk aanraken van de bewegende zaagketting. Volg de instructies voor het smeren, ketting spannen en verwisselen van accessoires. Een verkeerd gespannen of gesmeerde zaagketting kan breken of de kans op terugslag verhogen. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vetten. Met vet of olie bevuilde handgrepen zijn glad en leiden tot verlies van controle over de kettingzaag. Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor doeleinden waarvoor deze niet bedoeld is. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet om kunststof, steen of bouwmaterialen anders dan hout te zagen. Het gebruik van de kettingzaag voor andere werkzaamheden dan waarvoor deze bedoeld is, kan leiden tot gevaarlijke situaties. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker hieraan kan doen: Terugslag kan optreden wanneer de neus of voorrand van het zaagblad een voorwerp raakt, of wanneer het hout zich sluit en de zaagketting in de zaagsnede vastklemt. Zagen met alleen de punt van het zaagblad kan een plotselinge, omgekeerde reactie veroorzaken waardoor het zaagblad omhoog geworpen wordt in de richting van de gebruiker. Het beknellen van de zaagketting langs de bovenrand van het zaagblad kan het zaagblad snel terugwerpen in de richting van de gebruiker. Deze beide reacties kunnen ertoe leiden dat u de controle over de kettingzaag verliest waardoor ernstig lichamelijk letsel kan ontstaan. Wees niet afhankelijk van alleen de veiligheidsvoorzieningen die in uw kettingzaag zijn ingebouwd. Als gebruiker van de kettingzaag moet u meerdere stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat uw zaagwerkzaamheden zonder ongelukken of letsel verlopen. Terugslag is het gevolg van misbruik van het gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of -omstandigheden, en kan worden voorkomen door de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder vermeld: NEDERLANDS • Houd de kettingzaag stevig met beide handen vast, met uw duimen en vingers rondom de handgrepen van de kettingzaag, en positioneer uw lichaam en armen zodanig dat u een eventuele terugslag kan opvangen. De kracht van een terugslag kan worden opgevangen door de gebruiker mits de juiste voorzorgsmaatregelen zijn getroffen. Laat de kettingzaag nooit los. 2. Reik niet te ver en zaag nooit boven schouderhoogte. Dit helpt te voorkomen dat de punt van het zaagblad per ongeluk iets raakt en biedt een betere controle over de kettingzaag in onverwachte situaties. • Gebruik bij het vervangen van het zaagblad of de zaagketting uitsluitend onderdelen die zijn opgegeven door de fabrikant. Vervanging door een verkeerd zaagblad of zaagketting kan ertoe leiden dat de zaagketting breekt en/of het zaagblad terugslaat. • Volg de instructies van de fabrikant over het slijpen en onderhouden van de zaagketting. Het verlagen van de hoogte van de dieptevoeler kan leiden tot meer terugslag. Alvorens met het werk te beginnen, controleert u of de kettingzaag zich in goede werkende staat bevindt, en dat deze voldoet aan de veiligheidsregels. Controleer met name of: • De kettingrem goed werkt; • De uitlooprem goed werkt; • Het zaagblad en de afdekking van het kettingwiel goed zijn gemonteerd; • De ketting is geslepen en gespannen overeenkomstig de regels. Start de kettingzaag niet terwijl de schede om het zaagblad is geplaatst. Als de kettingzaag wordt gestart terwijl de schede om het zaagblad is geplaatst, kan de schede naar voren worden weggeworpen, waardoor lichamelijk letsel en materiële schade aan voorwerpen in de buurt van de operator kan worden veroorzaakt. 5. ► Fig.1 • 13. 14. Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor kettingzagen met een bovenhandgreep 1. Deze kettingzaag is speciaal ontworpen voor boomverzorging en boomchirurgie. De kettingzaag is bedoeld om te worden gebruikt door goed opgeleide personen. Houd u aan alle instructies, procedures en aanbevelingen van de betreffende brancheorganisatie. Anders kunnen zich fatale ongevallen voordoen. Wij adviseren u altijd een hoogwerker (telescoophoogwerker, schaarhoogwerker) te gebruiken voor het zagen in bomen. Abseiltechnieken zijn extreem gevaarlijk en vereisen speciale training. De gebruikers moeten opgeleid worden om bekend te raken met het gebruik van veiligheidsuitrusting en klimtechnieken. Gebruik altijd de toepasselijke riemen, touwen en karabijnhaken wanneer u in een boom werkt. Gebruik altijd valpreventiemiddelen voor zowel de gebruiker als de zaag. 62 3. 4. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Alvorens het gereedschap op te slaan, voert u reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uit in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing. Verzeker u ervan dat tijdens vervoer in een auto de kettingzaag op een veilige plaats staat om morsen van brandstof of kettingolie, beschadiging van het gereedschap en persoonlijk letsel te voorkomen. Controleer regelmatig de werking van de kettingrem. Vul geen kettingolie bij in de buurt van vuur. Rook niet wanneer u kettingolie bijvult. Het gebruik van de kettingzaag kan landelijk gereglementeerd zijn. Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u de staat van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat. Controleer de bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum om inspectie en reparatie. Activeer altijd de kettingrem voordat u de kettingzaag start. Houd de zaag stevig op zijn plaats om te voorkomen dat de zaag wegspringt (zijwaarts verplaatst) of stuitert wanneer een snede wordt gestart. Wees aan het einde van de snede voorzichtig uw evenwicht te bewaren vanwege het ‘doorvallen’. Houd rekening met de windrichting en -snelheid. Voorkom zaagsel en kettingoliemist. Beschermingsmiddelen 1. Om letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten te voorkomen en om uw gehoor te beschermen, moeten de volgende beschermingsmiddelen worden gebruikt tijdens het werken met de kettingzaag: — Het type kleding moet geschikt zijn, d.w.z. deze moet nauwsluitend zijn zonder u te hinderen. Draag geen juwelen of kleding die zich kunnen vasthaken aan struiken en takken. Als u lang haar hebt, moet u een haarnetje gebruiken! — Het is noodzakelijk een veiligheidshelm te dragen wanneer u met de kettingzaag werkt. U moet de veiligheidshelm regelmatig controleren op beschadigingen en deze na uiterlijk 5 jaar vervangen. Gebruik alleen goedgekeurde veiligheidshelmen. — Het spatscherm van de veiligheidshelm (of de veiligheidsbril) beschermt u tegen zaagsel en houtsnippers. Draag tijdens het gebruik van de kettingzaag altijd een veiligheidsbril of een spatscherm om oogletsel te voorkomen. — Draag geschikte geluidsbeschermingsmiddelen (oorkappen, oordopjes, enz.). — De veiligheidsjas bestaat uit van 22 lagen nylon en beschermt de gebruiker tegen sneden. Deze moet altijd worden gedragen tijdens het werken op een hoogwerker (telescoophoogwerker, schaarhoogwerker), op een platform bevestigd aan ladders, of bij het klimmen met touwen. NEDERLANDS — — — De veiligheidsoverall bestaat uit nylonmateriaal van 22 lagen en beschermt u tegen sneden. Wij raden het gebruik ervan sterk aan. Veiligheidshandschoenen gemaakt van dik leer maken deel uit van de voorgeschreven uitrusting en moeten altijd worden gedragen tijdens het gebruik van de kettingzaag. Tijdens het gebruik van de kettingzaag moet u altijd lage of hoge veiligheidsschoenen met antislipzolen, stalen neus en beenbescherming dragen. Veiligheidsschoenen die zijn voorzien van een beschermende laag bieden bescherming tegen sneden en zorgen ervoor dat u stevig staat. Voor het werken in bomen moeten de veiligheidsschoenen geschikt zijn voor klimtechnieken. Trillingen 1. Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen. Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of polsen: “Slapen” (gevoelloosheid), tintelen, pijn, stekend gevoel, veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts! Om de kans op deze ‘witte-vingerziekte’ te verkleinen, houdt u uw handen warm tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires goed. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. 4. 5. 7. 8. 9. 10. 12. Bewaar de accu niet in een bak waarin andere metalen voorwerpen zoals spijkers, munten e.d. worden bewaard. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van een grote stroomafgifte, oververhitting, brandwonden, en zelfs defecten. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50°C of hoger. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De accu kan ontploffen in het vuur. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen en hem niet blootstelt aan schokken of stoten. Gebruik nooit een beschadigde accu. De bijgeleverde lithium-ionbatterijen zijn onderhevig aan de vereisten in de wetgeving omtrent gevaarlijke stoffen. Voor commercieel transport en dergelijke door derden en transporteurs moeten speciale vereisten ten aanzien van verpakking en etikettering worden nageleefd. Als voorbereiding van het artikel dat wordt getransporteerd is het noodzakelijk een expert op het gebied van gevaarlijke stoffen te raadplegen. Houd u tevens aan mogelijk strengere nationale regelgeving. Blootliggende contactpunten moeten worden afgedekt met tape en de accu moet zodanig worden verpakt dat deze niet kan bewegen in de verpakking. Volg bij het weggooien van de accu de plaatselijke voorschriften. Gebruik de accu’s uitsluitend met de gereedschappen die door Makita zijn aanbevolen. Als de accu’s worden aangebracht in niet-compatibele gereedschappen, kan dat leiden tot brand, buitensporige warmteontwikkeling, een explosie of lekkage van elektrolyt. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. Belangrijke veiligheidsinstructies voor een accu 2. 3. 6. 11. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig letsel. 1. (2) Lees alle voorschriften en waarschuwingen op (1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de accu in gebruik te nemen. Neem de accu niet uit elkaar. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu aanzienlijk korter is geworden, moet u het gebruik ervan onmiddellijk stopzetten. Voortgezet gebruik kan oververhitting, brandwonden en zelfs een ontploffing veroorzaken. Als elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen, spoelt u uw ogen met schoon water en roept u onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid veroorzaken. Voorkom kortsluiting van de accu: (1) Raak de accuklemmen nooit aan met een geleidend materiaal. 63 LET OP: Gebruik uitsluitend originele Makita accu’s. Het gebruik van niet-originele accu’s, of accu’s die zijn gewijzigd, kan ertoe leiden dat de accu ontploft en brand, persoonlijk letsel en schade veroorzaakt. Ook vervalt daarmee de garantie van Makita op het gereedschap en de lader van Makita. Tips voor een maximale levensduur van de accu 1. 2. 3. 4. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is. Stop het gebruik van het gereedschap en laad de accu op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen van het gereedschap is afgenomen. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw op. Te lang opladen verkort de levensduur van de accu. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen alvorens hem op te laden. Laad de accu op als u deze gedurende een lange tijd (meer dan zes maanden) niet gaat gebruiken. NEDERLANDS BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN ► Fig.2 1 Trekkerschakelaar 2 Bovenhandgreep 3 Uit-vergrendelknop 4 Beschermkap van de voorhandgreep 5 Zaagblad 6 Zaagketting 7 Kettingvanger 8 Bevestigingsmoer 9 Stelschroef voor de zaagketting 10 Zaagselgeleider 11 Accu 12 Bedrijfslampje 13 Hoofdschakelaar 14 Stelschroef (voor oliepomp) 15 Karabijnhaak 16 Voorhandgreep 17 Olietankdop 18 Zaagbladschede De resterende acculading controleren BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES Alleen voor accu’s met indicatorlampjes ► Fig.4: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedurende enkele seconden. uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het gereedschap af te stellen of te controleren. Indicatorlampjes De accu aanbrengen en verwijderen Brandt LET OP: Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. Uit Resterende acculading Knippert 75% tot 100% LET OP: Houd het gereedschap en de accu 50% tot 75% stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt. 25% tot 50% 0% tot 25% ► Fig.3: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu Laad de accu op. Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu uit het gereedschap. Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht. LET OP: Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden. Er kan een storing zijn opgetreden in de accu. OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aangegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading. Gereedschap-/ accubeveiligingssysteem LET OP: Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap kan worden geschoven, wordt deze niet goed aangebracht. Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/ accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de voeding naar de motor uit om de levensduur van het gereedschap en de accu te verlengen. Het gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stoppen als het gereedschap of de accu aan één van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld: 64 NEDERLANDS Overbelastingsbeveiliging OPMERKING: In de koppelboostfunctie kunt u het gereedschap gedurende 30 seconden gebruiken. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, kan deze functie omschakelen naar de normale functie in minder dan 30 seconden. Als de accu wordt gebruikt op een manier waardoor een abnormaal hoge stroom wordt getrokken, stopt het gereedschap automatisch en knippert het bedrijfslampje groen. In dat geval schakelt u het gereedschap uit en stopt u met het gebruik waardoor het gereedschap overbelast raakte. Schakel daarna het gereedschap in om verder te gaan. Oververhittingsbeveiliging Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is, stopt het gereedschap automatisch en gaat het bedrijfslampje rood branden. In dat geval laat u het gereedschap en de accu afkoelen voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt. OPMERKING: In een omgeving met een hoge temperatuur treedt de oververhittingsbeveiliging sneller in werking waardoor het gereedschap automatisch stopt. Beveiliging tegen te ver ontladen Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereedschap automatisch en knippert het bedrijfslampje rood. In dat geval verwijdert u de accu vanaf het gereedschap en laadt u de accu op. Hoofdschakelaar Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de hoofdschakelaar totdat het bedrijfslampje groen brandt. Om uit te schakelen, drukt u opnieuw op de hoofdschakelaar. ► Fig.5: 1. Bedrijfslampje 2. Hoofdschakelaar OPMERKING: Het bedrijfslampje knippert groen als de trekkerschakelaar wordt ingeknepen bij omstandigheden waaronder bediening onmogelijk is. De lamp knippert onder een van de volgende omstandigheden. • Wanneer u de hoofdschakelaar inschakelt terwijl u de uit-vergrendelknop ingedrukt houdt en de trekkerschakelaar ingeknepen houdt. • OPMERKING: Als het bedrijfslampje rood brandt, of rood of groen knippert, raadpleegt u de instructies voor het gereedschap-/accubeveiligingssysteem. OPMERKING: De koppelboostfunctie kan niet worden gebruikt wanneer een accu van het type BL1815N, BL1820 of BL1820B is geplaatst. De trekkerschakelaar gebruiken WAARSCHUWING: Zet altijd de hoofdschakelaar uit indien niet in gebruik. • OPMERKING: Als het bedrijfslampje geel knippert wanneer u gedurende enkele seconden op de hoofdschakelaar drukt, is de koppelboostfunctie niet beschikbaar. Volg in dat geval de onderstaande stappen. • De koppelboostfunctie is niet beschikbaar onmiddellijk na het zagen. Wacht gedurende langer dan 10 seconden en druk daarna opnieuw op de hoofdschakelaar. • Als u de koppelboostfunctie meerdere keren gebruikt, wordt het gebruik van de koppelboostfunctie beperkt om de accu te beschermen. Als de koppelboostfunctie niet beschikbaar is nadat u langer dan 10 seconden hebt gewacht, vervangt u de accu door een volledig opgeladen accu, of laadt u de accu op. Wanneer u de trekkerschakelaar inknijpt terwijl de kettingrem is geactiveerd. Wanneer u de kettingrem los zet terwijl u de uit-vergrendelknop ingedrukt houdt en de trekkerschakelaar ingeknepen houdt. WAARSCHUWING: Voor uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust met een uit-vergrendelknop die voorkomt dat het gereedschap onbedoeld start. Gebruik het gereedschap NOOIT wanneer het start door alleen de trekkerschakelaar in te knijpen zonder de uit-vergrendelknop in te drukken. Stuur het gereedschap naar ons erkende servicecentrum voor deugdelijke reparatie ZONDER het verder te gebruiken. WAARSCHUWING: U mag NOOIT het doel of de werking van de uit-vergrendelknop teniet doen of deze vastplakken. LET OP: Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet u altijd controleren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten terugkeert naar de stand “OFF”. KENNISGEVING: Knijp de trekkerschakelaar niet hard in zonder de uit-vergrendelknop in te drukken. Hierdoor kan de schakelaar kapot gaan. OPMERKING: Deze kettingzaag maakt gebruik van de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld starten te voorkomen, wordt de hoofdschakelaar automatisch uitgeschakeld wanneer de trekkerschakelaar niet is ingeknepen gedurende een bepaalde tijdsduur nadat de hoofdschakelaar is ingeschakeld. U kunt het gereedschap gebruiken in de koppelboostfunctie voor het zagen van dikke of harde takken. Om het gereedschap in de koppelboostfunctie te gebruiken, drukt u, terwijl het gereedschap is uitgeschakeld, gedurende enkele seconden op de hoofdschakelaar totdat het bedrijfslampje geel brandt. 65 Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht. Om het gereedschap te starten, houdt u de uit-vergrendelknop ingedrukt en knijpt u de trekkerschakelaar in. De snelheid van het gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de trekkerschakelaar. Laat de trekkerschakelaar los om te stoppen. ► Fig.6: 1. Trekkerschakelaar 2. Uit-vergrendelknop NEDERLANDS De kettingrem controleren MONTAGE LET OP: Houd de kettingzaag met beide handen vast wanneer u hem inschakelt. Houd de bovenhandgreep met uw rechterhand vast en de voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad en de zaagketting mogen geen enkel voorwerp raken. LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan het gereedschap uit te voeren. LET OP: Raak de zaagketting niet met blote handen aan. Draag altijd handschoenen wanneer u de zaagketting hanteert. LET OP: Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt wanneer deze controle wordt uitgevoerd, mag de kettingzaag onder geen beding worden gebruikt. Neem contact op met ons erkende servicecentrum. De zaagketting aanbrengen of verwijderen 1. Druk eerst de uit-vergrendelknop in en knijp daarna de trekkerschakelaar in. De zaagketting begint onmiddellijk te draaien. 2. Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar voren met de rug van uw hand. Verzeker u ervan dat de zaagketting onmiddellijk tot stilstand komt. ► Fig.7: 1. Beschermkap van de voorhandgreep 2. Vrij gezette stand 3. Vergrendelde stand LET OP: De zaagketting en het zaagblad zijn kort na gebruik nog heet. Laat ze eerst afkoelen, voordat u enige werkzaamheden aan het gereedschap uitvoert. LET OP: Voer de procedure voor het aanbrengen of verwijderen van de zaagketting uit in een schone omgeving, vrij van zaagsel en dergelijke. De uitlooprem controleren Om de zaagketting te verwijderen, gaat u als volgt te werk: LET OP: Als de zaagketting bij deze controle niet binnen twee seconden tot stilstand komt, stopt u met het gebruik van de kettingzaag en neemt u contact op met ons erkende servicecentrum. 1. Zet de kettingrem los door aan de beschermkap van de voorhandgreep te trekken. 2. Draai de stelschroef voor de zaagketting los en draai daarna de bevestigingsmoer los. ► Fig.9: 1. Stelschroef voor de zaagketting 2. Bevestigingsmoer Laat de kettingzaag draaien en laat daarna de trekkerschakelaar helemaal los. De zaagketting moet binnen twee seconden tot stilstand komen. 3. Verwijder de afdekking van het kettingwiel en verwijder daarna de zaagketting en het zaagblad vanaf de kettingzaag. De kettingsmering afstellen Om de zaagketting aan te brengen, gaat u als volgt te werk: U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp afstellen met de stelschroef met behulp van de universele sleutel. De hoeveelheid olie kan in 3 standen worden afgesteld. ► Fig.8: 1. Stelschroef 1. Controleer de richting van de zaagketting. Zorg ervoor dat de richting van de zaagketting hetzelfde is als die van de markering op het kettingzaaghuis. 2. Leg één kant van de zaagketting op de bovenkant van het zaagblad. Karabijnhaak (bevestigingspunt voor een touw) 3. Leg de andere kant van de zaagketting rond het kettingwiel, en bevestig daarna het zaagblad aan het kettingzaaghuis, waarbij het gat in het zaagblad moet zijn uitgelijnd met de pen op het kettingzaaghuis. ► Fig.10: 1. Kettingwiel 2. Gat U kun het gereedschap laten hangen door een touw vast te knopen aan de karabijnhaak. Trek de karabijnhaak omhoog en knoop er daarna een touw aan vast. Elektronische functies Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies voor een eenvoudige bediening. • Zachte start De functie zachte-start minimaliseert de startschok en laat het gereedschap geleidelijk starten. 66 4. Steek het uitsteeksel op de afdekking van het kettingwiel in het kettingzaaghuis, en sluit daarna de afdekking zodat de bout en pennen op het kettingzaaghuis op hun plaats in de afdekking vallen. ► Fig.11: 1. Uitsteeksel 2. Afdekking van het kettingwiel 3. Bout 4. Pen 5. Draai de bevestigingsmoer vast om de afdekking van het kettingwiel vast te zetten, en draai hem daarna iets los om de spanning te kunnen afstellen. ► Fig.12: 1. Bevestigingsmoer NEDERLANDS De kettingspanning afstellen BEDIENING LET OP: Span de zaagketting niet te strak. Bij een te hoge spanning kan de zaagketting breken, het zaagblad slijten en de stelknop defect raken. Smering De zaagketting wordt automatisch gesmeerd tijdens het gebruik van het gereedschap. Controleer regelmatig hoeveel olie er nog in de olietank zit door het oliepeilglas. Om de olietank bij te vullen, legt u de kettingzaag op zijn zijkant en verwijdert u de olietankdop. De correcte hoeveelheid olie is 140 ml. Draai na het bijvullen van de olietank altijd de olietankdop stevig erop. ► Fig.17: 1. Olietankdop 2. Oliepeilglas LET OP: Een zaagketting die te los zit kan van het zaagblad af springen en een ongeluk met letsel veroorzaken. De zaagketting kan na vele gebruiksuren los gaan zitten. Controleer regelmatig de kettingspanning vóór gebruik. 1. Zet de kettingrem los door aan de beschermkap van de voorhandgreep te trekken. Houd na het bijvullen de kettingzaag uit de buurt van de boom. Start de kettingzaag en wacht tot de zaagketting voldoende gesmeerd is. ► Fig.18 2. Draai de bevestigingsmoer iets los om de afdekking van het kettingwiel iets los te maken. ► Fig.13: 1. Bevestigingsmoer 3. Til het uiteinde van het zaagblad iets omhoog en stel de kettingspanning af. Draai de stelschroef voor de zaagketting rechtsom om de zaagketting strakker te zetten en linksom om hem losser te zetten. Voor kettingmes 90PX en 91PX: Zet de zaagketting strakker totdat de onderkant van de zaagketting in de zaagbladrail past zoals afgebeeld. ► Fig.14: 1. Zaagblad 2. Zaagketting 3. Stelschroef voor de zaagketting KENNISGEVING: Wanneer u voor het eerst kettingolie bijvult, of de olietank bijvult nadat deze geheel leeg is geraakt, vult u olie bij tot aan de onderrand van de vulnek. Anders kan de olietoevoer gehinderd worden. KENNISGEVING: Gebruik zaagkettingolie exclusief voor Makita-kettingzagen of een in de winkel verkrijgbare gelijkwaardige kettingolie. KENNISGEVING: Gebruik nooit olie die is ver- Voor kettingmes 25AP: ontreinigd met vuil- en stofdeeltjes of vluchtige olie. Zet de zaagketting strak zodat de opening tussen het midden van de onderrand van het zaagblad en de zaagketting ongeveer 1 mm tot 2 mm is. KENNISGEVING: Gebruik botanische olie voor het snoeien van bomen. Minerale olie kan schadelijk zijn voor bomen. 4. Houd het zaagblad licht vast en zet de afdekking van het kettingwiel vast. KENNISGEVING: Voordat u begint te zagen, Voor kettingmes 90PX en 91PX: controleert u of de bijgeleverde olietankdop erop is gedraaid. Zorg ervoor dat de zaagketting aan de onderrand van het zaagblad niet los hangt. WERKEN MET DE KETTINGZAAG Voor kettingmes 25AP: Verzeker u ervan dat de opening tussen het midden van de onderrand van het zaagblad en de zaagketting ongeveer 1 mm tot 2 mm is. LET OP: Als minimale voorbereiding dient een beginnende gebruiker eerst te oefenen door stammen te zagen op een schraag of bok. 5. Draai de bevestigingsmoer vast om de afdekking van het kettingwiel vast te maken. ► Fig.15: 1. Bevestigingsmoer LET OP: Bij het zagen van losse stukken hout dient u een veilige steun te gebruiken (een schraag of zaagbok). Zet niet uw voet op het werkstuk om dat tegen te houden en vraag ook nooit iemand anders om het vast te houden. Verzeker u ervan dat de zaagketting strak langs de onderrand van het zaagblad loopt. Getande kam LET OP: Zet ronde stukken zo vast dat ze niet kunnen gaan draaien. Optioneel accessoire LET OP: Houd alle delen van uw lichaam uit de buurt van de zaagketting wanneer de motor draait. Wij adviseren u de getande kam te gebruiken bij het zagen van dikke takken. Om de getande kam aan te brengen, voert u de volgende stappen uit: LET OP: Houd de kettingzaag stevig vast met beide handen wanneer de motor draait. 1. Verwijder de afdekking van het kettingwiel, de zaagketting en het zaagblad. LET OP: Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de voeten hebt en uw evenwicht behoudt. 2. Lijn de gaten in de getande kam uit met de gaten in het kettingzaaghuis en draai daarna de schroeven stevig vast. ► Fig.16: 1. Schroef 2. Getande kam 67 NEDERLANDS Takken afzagen KENNISGEVING: Gooi nooit met het gereedschap en laat het niet vallen. LET OP: Takken afzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door getrainde personen. Door het risico van terugslag kan een gevaarlijke situatie ontstaan. KENNISGEVING: Dek de luchtuitstroomopeningen van het gereedschap niet af. Bomen snoeien Steun bij het afzagen van takken de kettingzaag zo mogelijk af op de boomstam. Zaag niet met de punt van het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag ontstaat. Let met name goed op bij takken die onder spanning staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze niet worden ondersteund. Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de omgezaagde boomstam staan. Plaats het kettingzaaghuis tegen de af te zagen tak voordat u hem inschakelt. Anders kan het zaagblad gaan wiebelen en de gebruiker verwonden. Zaag het hout door de kettingzaag met behulp van zijn eigen gewicht omlaag te bewegen. ► Fig.19 Als u niet in één keer door het hout kunt zagen: Oefen lichte druk uit op de handgreep, blijf zagen en trek de kettingzaag een stukje terug. ► Fig.20 Het gereedschap dragen Alvorens het gereedschap te dragen, trekt u altijd de kettingrem aan en haalt u de accu’s van het gereedschap af. Breng vervolgens de zaagbladschede aan. Plaats ook het accudeksel op de accu. ► Fig.26: 1. Zaagbladschede 2. Accudeksel Als u dikke takken doorzaagt, maakt u eerst een ondiepe zaagsnede aan de onderkant en maakt u vervolgens de definitieve zaagsnede vanaf de bovenkant. ► Fig.21 Als u een dikke tak vanaf de onderkant probeert door te zagen, kan de tak tijdens het zagen doorbuigen en de zaagketting beknellen. Als u een dikke tak vanaf de bovenkant probeert door te zagen zonder een ondiepe snede aan de onderkant, kan de tak splinteren. ► Fig.22 ONDERHOUD LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie. Afzagen 1. Plaats het kettingzaaghuis tegen het te zagen hout. ► Fig.23 LET OP: Draag bij inspectie- of onderhoudswerkzaamheden altijd handschoenen. 2. Zaag met draaiende zaagketting in het hout en gebruik de bovenhandgreep om de zaag omhoog te brengen terwijl u met de voorhandgreep het zagen begeleidt. KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was- 3. Vervolg de zaagsnede door licht op de bovenhandgreep te drukken en de zaag een stukje terug te trekken. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen. benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen en barsten worden veroorzaakt. KENNISGEVING: Als u meerdere zaagsneden maakt, schakelt u de kettingzaag uit tussen de zaagsneden. De zaagketting slijpen LET OP: Als de zaagketting langs de bovenrand van het zaagblad wordt gebruikt om te zagen, kan de kettingzaag in uw richting worden bewogen als de ketting klem komt te zitten. Om deze reden moet u met de onderrand van het zaagblad zagen zodat de kettingzaag van uw lichaam af wordt bewogen. ► Fig.24 Als het hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant met de drukkracht (A). Maak de eindzaagsnede aan de kant met de trekkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het zaagblad bekneld raakt. ► Fig.25 68 Slijp de zaagketting als: • Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens het zagen van vochtig hout; • De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt, zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend; • De zaagsnijrand duidelijk beschadigd is; • De kettingzaag naar links of rechts trekt in het hout. (veroorzaakt door een ongelijkmatige scherpte van de zaagketting, of een beschadiging aan slechts een kant) Slijp de zaagketting veelvuldig, maar iedere keer slechts weinig. Twee of drie bewegingen met een vijl zijn doorgaans voldoende voor regelmatig bijslijpen. Als de zaagketting meerdere malen is bijgeslepen, laat u deze een keer slijpen door een in ons erkende servicecentrum. NEDERLANDS ► Fig.31 Criteria bij het slijpen: — WAARSCHUWING: Een buitensporige afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler vergroot de kans op terugslag. Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht hoe klein, met een speciale vlakke vijl (optioneel accessoire). Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond. ► Fig.27: 1. Lengte van het mes 2. Afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler 3. Minimumlengte van het mes (3 mm) — Alle messen moeten gelijk van lengte zijn. Door een verschillende lengten van messen kan de zaagketting niet gelijkmatig lopen en kan de zaagketting breken. — Slijp de zaagketting niet verder als de lengte van de messen 3 mm of korter is. De zaagketting moet worden vervangen door een nieuwe. — De dikte van spaanders wordt bepaald door de afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler (ronde neus). — De beste zaagresultaten verkrijgt u met de volgende afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler. • Kettingmes 90PX: 0,65 mm • Kettingmes 91PX: 0,65 mm • Kettingmes 25AP: 0,65 mm ► Fig.28 Spaanders en zaagsel zullen zich in de groef van het zaagblad ophopen. Deze kunnen de groef verstoppen en de oliestroom belemmeren. Verwijder de spaanders en het zaagsel elke keer wanneer u de zaagketting slijpt of vervangt. ► Fig.32 — De slijphoek van 30° moet voor alle messen gelijk zijn. Bij verschillende slijphoeken zal de zaagketting ruw en ongelijkmatig lopen, de slijtage toenemen en de zaagketting kunnen breken. Gebruik een geschikte ronde vijl tegen de tanden zodat een correcte slijphoek behouden blijft. • Kettingmes 90PX: 55° • Kettingmes 91PX: 55° • Kettingmes 25AP: 55° Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik ophopen in de olie-uitstroomopening. Deze vuil- of stofdeeltjes kunnen het uitstromen van de olie belemmeren waardoor de hele zaagketting onvoldoende wordt gesmeerd. Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt aan het uiteinde van het zaagblad, maakt u de olie-uitstroomopening als volgt schoon. Vijl en vijlbeweging — Gebruik een speciale ronde zaagkettingvijl (optioneel accessoire) voor het slijpen van de ketting. Een gewone ronde vijl is niet geschikt. — De doorsnede van de ronde vijl voor elke zaagketting is als volgt: • Kettingmes 90PX: 4,5 mm • Kettingmes 91PX: 4,0 mm • Kettingmes 25AP: 4,0 mm — De vijl mag het mes alleen in voorwaartse richting raken. Haal de vijl van het mes voor de terugwaartse beweging. — Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes wordt dan de maatstaf voor alle andere messen op de zaagketting. — Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding. ► Fig.29: 1. Vijl 2. Zaagketting 2. Verwijder de kleine vuil- of stofdeeltjes met een platkopschroevendraaier met een dunne schacht of iets dergelijks. ► Fig.34: 1. Platkopschroevendraaier 2. Olie-uitstroomopening Het zaagblad schoonmaken — — — De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een vijlhouder (optioneel accessoire) wordt gebruikt. Op de vijlhouder staan merktekens voor de juiste slijphoek van 30° (lijn de merktekens parallel uit met de zaagketting) en beperkt de diepte waartoe de vijl doordringt (tot 4/5 van de vijldiameter). ► Fig.30: 1. Vijlhouder — Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de hoogte van de dieptevoeler met behulp van het kettingmeetgereedschap (optioneel accessoire). 69 De afdekking van het kettingwiel schoonmaken Spaanders en zaagsel zullen zich binnenin de afdekking van het kettingwiel ophopen. Verwijder de afdekking van het kettingwiel en de zaagketting vanaf het gereedschap, en verwijder vervolgens de spaanders en het zaagsel. ► Fig.33 De olie-uitstroomopening schoonmaken 1. Verwijder de afdekking van het kettingwiel en de zaagketting vanaf het gereedschap. 3. Plaats de accu in het gereedschap. Knijp de trekkerschakelaar in om opgehoopte vuil- en stofdeeltjes uit de olie-uitstroomopening te persen door kettingolie eruit te laten stromen. 4. Verwijder de accu van het gereedschap. Monteer de afdekking van het kettingwiel en de zaagketting weer op het gereedschap. Het kettingwiel vervangen LET OP: Een versleten kettingwiel zal de nieuwe zaagketting beschadigen. Laat in dat geval het kettingwiel vervangen. Controleer de staat van het kettingwiel voordat u een nieuwe zaagketting monteert. ► Fig.35: 1. Kettingwiel 2. Plaatsen die slijten Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een nieuwe borgring. ► Fig.36: 1. Borgring 2. Kettingwiel KENNISGEVING: Verzeker u ervan dat het kettingwiel wordt gemonteerd zoals aangegeven in de afbeelding. NEDERLANDS Het gereedschap opbergen 1. Maak het gereedschap schoon voordat u het opbergt. Haal de afdekking van het kettingwiel eraf en verwijder alle spaanders en zaagsel vanaf het gereedschap. 2. Laat na het schoonmaken het gereedschap onbelast draaien om de zaagketting en het zaagblad te smeren. 3. Plaats de zaagbladschede over het zaagblad. 4. Maak de olietank leeg. Instructies voor periodiek onderhoud Om zeker te zijn van een lange levensduur, om schade te voorkomen en om zeker te zijn van de volledige werking van de veiligheidsvoorzieningen, moet het volgende onderhoud regelmatig worden uitgevoerd. Garantieclaims kunnen alleen worden geaccepteerd als deze werkzaamheden regelmatig en correct worden uitgevoerd. Als deze voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden niet worden uitgevoerd, kan dat ongelukken veroorzaken! De gebruiker van de kettingzaag mag echter geen werkzaamheden uitvoeren die niet worden beschreven in de gebruiksaanwijzing. Dergelijke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door ons erkende servicecentrum. Controlepunt / Bedrijfstijd Elke dag Elke week Elke 3 maanden Jaarlijks Vóór opbergen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Kettingsmering Controleren van de olietoevoersnelheid. - - - - - Trekkerschakelaar Inspecteren. - - - - - UitInspecteren. vergrendelknop - - - - - Olietankdop Controleren op vastzitten. - - - - - Kettingvanger Inspecteren. - - - - - Bouten en moeren Inspecteren. - - - - - Kettingzaag Zaagketting Inspecteren. Schoonmaken. - Laten controleren door een erkend servicecentrum. - Inspecteren. Slijpen indien nodig. Zaagblad - Inspecteren. Verwijderen van de kettingzaag. Kettingrem Vóór het gebruik - Controleren van de werking. Regelmatig laten inspecteren bij een erkend servicecentrum. - 70 NEDERLANDS - PROBLEMEN OPLOSSEN Alvorens u verzoekt om reparatie, kunt u zelf als volgt het probleem opsporen en oplossen. Als u met een probleem kampt dat in deze handleiding niet wordt beschreven, probeer dan niet het gereedschap te demonteren. Laat reparaties over aan een erkend Makita-servicecentrum, uitsluitend met gebruik van originele Makita-vervangingsonderdelen. Symptoom of storing De kettingzaag start niet. Oorzaak Handeling De accu is niet geplaatst. Plaats een opgeladen accu. Probleem met de accu (onvoldoende spanning). Laad de accu’s op. Als het opladen geen verbetering brengt, vervangt u de accu door een nieuwe. De hoofdschakelaar staat uit. De kettingzaag wordt automatisch uitgeschakeld wanneer deze gedurende een bepaalde tijdsduur niet wordt bediend. Schakel de hoofdschakelaar weer in. De zaagketting draait niet. De kettingrem is aangetrokken. Zet de kettingrem los. De motor slaat al na korte tijd af. De lading van de accu is bijna op. Laad de accu’s op. Als het opladen geen verbetering brengt, vervangt u de accu door een nieuwe. Geen olie op de zaagketting. De olietank is leeg. Vul de olietank. De olietoevoergroef is verstopt. Maak de groef schoon. Slechte olietoevoer. Stel de hoeveelheid toegevoerde olie af met behulp van de stelschroef. De accu is verkeerd aangebracht. Plaats de accu zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. De accuspanning wordt minder. Laad de accu op. Als het opladen geen verbetering brengt, vervangt u de accu door een nieuwe. Het aandrijfsysteem werkt niet goed. Vraag een erkend servicecentrum in uw regio het gereedschap te repareren. Het bedrijfslampje knippert groen. De trekkerschakelaar wordt ingeknepen bij omstandigheden waaronder bediening onmogelijk is. Knijp de trekkerschakelaar in nadat de hoofdschakelaar is ingeschakeld en de kettingrem is los gezet. De zaagketting stopt niet wanneer de kettingrem wordt aangetrokken: Stop het gereedschap onmiddellijk! De remband is versleten. Vraag een erkend servicecentrum in uw regio het gereedschap te repareren. Abnormale trillingen: Stop het gereedschap onmiddellijk! Losgeraakt zaagblad of zaagketting. Stel het zaagblad en de kettingspanning af. Het gereedschap is defect. Vraag een erkend servicecentrum in uw regio het gereedschap te repareren. De koppelboostfunctie is niet beschikbaar nadat de accu is vervangen door een volledig opgeladen accu. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden is de koppelboostfunctie niet beschikbaar nadat de accu is vervangen. Gebruik het gereedschap in de normale functie totdat de geplaatste accu leeg is en vervang daarna de accu door een volledig opgeladen accu, of laad de accu op. Het maximumtoerental van de kettingzaag wordt niet bereikt. OPTIONELE ACCESSOIRES LET OP: Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van andere accessoires of hulpstukken bestaat het gevaar van persoonlijke letsel. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel. Wenst u meer bijzonderheden over deze accessoires, neem dan contact op met het plaatselijke Makita-servicecentrum. • Zaagketting • Zaagblad • Zaagbladschede • • • • • Kettingwiel Getande kam Vijl Gereedschapszak Originele Makita-accu en -acculader WAARSCHUWING: Als u een zaagblad van een andere lengte dan het standaardzaagblad aanschaft, koopt u tevens een bijbehorende zaagbladschede. Deze moet passen en het zaagblad van de kettingzaag volledig bedekken. OPMERKING: Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als standaard toebehoren. Deze kunnen van land tot land verschillen. 71 NEDERLANDS Makita Europe N.V. Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070 Kortenberg, Belgium Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi 446-8502 Japan www.makita.com 885630-993 EN, FR, DE, IT, NL, ES, PT, DA, EL, TR 20180315
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

Dolmar DUC254 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor