Adastra 952.966 Specificatie

Categorie
AV-ontvangers
Type
Specificatie

Deze handleiding is ook geschikt voor

INTRODUCTIE
De ADASTRA 952.900 versterkers zijn ontworpen voor gebruik in fabrieken, kantoren en
openbare ruimten. De versterkers zijn voorzien van twee (952.996) of drie (952.969 en
952.972) microfoon ingangen, en een lijningang welke gebruikt kan worden voor het
weergeven van een audiobron of vergelijkbaar signaal. De versterkers zijn voorzien van
een extra uitgang voor het aansluiten van de ADASTRA 952.975 SLAVE versterker,
hiermee heeft u ongelimiteerde uitbreidingsmogelijkheden. De versterkers zijn geschikt
voor het aansluiten van 100 V of 8 Ohm luidsprekers, tevens kunnen ze aangesloten
worden op een 220V AC of 24V DC voedingsspanning.
Opmerking: Het is van groot belang dat, indien de voedingsbron niet voorziet in een
aardaansluiting, de versterker met een daarvoor geschikte kabel met aarde wordt
verbonden.
Voorzijde: Van links naar rechts, potmeters voor de microfoonkanalen, lijnsignaal, BASS
en TREBLE instellingen, de MASTER volumeregeling met uitlezing van het
signaalvolume en de netschakelaar.
Achterzijde: Van links naar rechts, de aansluiting voor de 220V AC voedingsspanning,
aansluiting voor de 24V DC voedingspanning. Aansluiting voor de luidsprekeruitgangen
en de SLAVE OUT voor opname- of koppelfunctie. LINE IN en LINE OUT met daarnaast
de ingangen voor de microfoons. Microfooningang 2 (en evt. 3) voorzien van mono jack
ingang met prioriteitschakelaar en MIC 1 ( 3-pens XLR-connector). Voor specificaties zie
het datablad.
Opmerking: De versterkers zijn beveiligd tegen kortsluiting, onderbelasting en
oververhitting. Indien de versterker in de protect-stand staat, gelieve alle aansluitingen
te controleren om eventuele storingen te elimineren, na ongeveer 5 minuten herstelt de
versterker zich (alle beveiligingscircuits zijn weer beschikbaar). Indien een storing vaker
voorkomt kan het noodzakelijk zijn de netzekering te vervangen ( indien deze defect is
zal de aan/uit- schakelaar niet oplichten).
INSTALLATIE
MIC1: ingang voor het aansluiten van een gebalanceerde microfoon. Aansluitingen: Pen
1 aarde, Pen 2 +, Pen 3 -. MIC 1 is standaard voorzien van een prioriteitsfunctie,
waarbij de overige signalen onderdrukt worden.
MIC2 en MIC 3: ingang voor het aansluiten van een ongebalanceerde microfoon,
schakelaar voor het instellen van de prioriteitsfunctie.
Indien u op de ongebalanceerde ingang een gebalanceerde microfoon wilt aansluiten
moeten de beide binnenaders op de tip van de Jack-connector worden aangesloten.
Cd-spelers en cassettedecks kunnen op de RCA-connector van de LINE-IN worden
aangesloten, Indien u het uitgangssignaal wilt opnemen of doorkoppelen dient u de
LINE-OUT te gebruiken.
Opmerking: Om beschadiging van uw versterker te voorkomen dient u die juiste
connectoren te gebruiken.
LUIDSPREKERS
De aansluitingen van de luidsprekers dient te gebeuren met vork- of ringterminals
welke aan de draad gesoldeerd of gekrompen is. Elke andere montagemethode kan
kortsluiting of niet functioneren als gevolg hebben. Het is niet toegestaan 100V en
laagohmige luidsprekers tegelijk aan te sluiten.
Laagohmige luidsprekers moeten op een dusdanige wijze worden aangesloten dat de
belasting nooit hoger wordt dan 8 Ohm. Twee 4 Ohm luidsprekers dienen dus in serie te
worden aangesloten op de versterkeruitgang. Het is belangrijk om bij een laagohmige
configuratie er op toe te zien dat luidsprekers nooit overbelast worden, dit om
onherstelbare schade aan de installatie te voorkomen.
De 100V luidsprekers moeten aangesloten worden op de common en 100V
connectoren, het totale vermogen van de luidsprekers mag nooit groter zijn dan het
maximale vermogen van de versterker.
Alle luidsprekeruitgangen zijn zwevend, het kan raadzaam zijn (bijv. bij instabiliteit) de
common uitgang van de luidsprekers te verbinden met de aardaansluiting van de
versterker.
Opmerking: De versterkers bij voorkeur gebruiken met 100V luidsprekers.
AANSLUITING OP EEN ACCU
Een 24Volt Accu dient aangesloten te worden d.m.v. vork- of ringterminals welke aan
de draad gesoldeerd of gekrompen is. Elke andere montagemethode kan kortsluiting of
niet functioneren tot gevolg hebben. U dient er voor zorg te dragen dat de spanning op
de juiste wijze wordt aangesloten. Het afgegeven vermogen op de luidsprekeruitgangen
is afhankelijk van de capaciteit van de aangesloten voedingsbron.
Opmerking: De aan / uit schalekaar is specifiek bedoeld voor de 220 Volt
voedingsspanning. Indien u de versterker, welke aangesloten is op een 24 Volt accu,
wilt schakelen dient u hiervoor een extra schakelaar te monteren.
INGEBRUIKNAME
Als de configuratie zoals die u wenst is gerealiseerd dient u ervoor te zorgen dat de
spanning is uitgeschakeld en alle volumepotmeters in de minimale stand staan. Indien
u nu de voedingsspanning aansluit en de versterker aanschakelt dient het lampje in de
schakelaar op te lichten.
Stel het MASTERVOLUME in op 6 en vervolgens draait u het volume van de MIC1
omhoog terwijl u tegelijkertijd een signaal aanbiedt op deze ingang, de weergave van
het signaal-volume zal oplichten. Bij voorkeur dient het volume dusdanig ingesteld te
worden dat het PEAK-signaal minimaal oplicht of net niet, u benut in dit geval het
maximale vermogen van de versterker. Indien het PEAK-signaal continue oplicht wordt
de versterker overstuurd en zal het signaal vervormd worden weergegeven. Het kan
voorkomen dat het MIC1 signaal maximaal is ingesteld en het uitgangs-signaalvolume
het maximum nog niet heeft bereikt, in dit geval kan het noodzakelijk zijn het
MASTERVOLUME te verhogen totdat het gewenste resultaat is behaald.
Vervolgens stelt u de overige signalen in op het door u gewenste niveau, dit ten
opzichte van het MIC1-signaal om er voor zorg te dragen dat u het MASTER-signaal
kunt variëren met behoud van u originele configuratie.
De meeste lijnuitgangen van aangesloten apparatuur zijn instelbaar, het kan wenselijk
zijn deze te variëren om een juiste balans op de versterker te realiseren.
Met de BASS en TREBLE potmeters kunt u het uitgangssignaal aanpassen aan uw
persoonlijke wensen. Bij gebruik van hoornluidsprekers is het aan te raden een
minimum aan laag aan te bieden, daar deze luidsprekers erg gevoelig zijn voor teveel
laag.
INTERFERENTIE
Alle ADASTRA apparatuur voldoen aan de daarvoor geldende EMC-eisen. Indien er
echter in de directe omgeving van de versterker, leidingen of luidsprekers ernstige
storingsbronnen voorkomen kan het noodzakelijk zijn maatregelen te nemen.
Het is essentieel dat de versterker met aarde wordt verbonden, dit om te voorkomen
dat er stoorsignalen kunnen ontstaan.
De versterker bij voorkeur niet in de buurt van transformators, televisies en computers
plaatsen.
OPERATION MANUAL - ADASTRA 900 SERIES
NL

Documenttranscriptie

NL OPERATION MANUAL - ADASTRA 900 SERIES INTRODUCTIE AANSLUITING OP EEN ACCU De ADASTRA 952.900 versterkers zijn ontworpen voor gebruik in fabrieken, kantoren en openbare ruimten. De versterkers zijn voorzien van twee (952.996) of drie (952.969 en 952.972) microfoon ingangen, en een lijningang welke gebruikt kan worden voor het weergeven van een audiobron of vergelijkbaar signaal. De versterkers zijn voorzien van een extra uitgang voor het aansluiten van de ADASTRA 952.975 SLAVE versterker, hiermee heeft u ongelimiteerde uitbreidingsmogelijkheden. De versterkers zijn geschikt voor het aansluiten van 100 V of 8 Ohm luidsprekers, tevens kunnen ze aangesloten worden op een 220V AC of 24V DC voedingsspanning. Een 24Volt Accu dient aangesloten te worden d.m.v. vork- of ringterminals welke aan de draad gesoldeerd of gekrompen is. Elke andere montagemethode kan kortsluiting of niet functioneren tot gevolg hebben. U dient er voor zorg te dragen dat de spanning op de juiste wijze wordt aangesloten. Het afgegeven vermogen op de luidsprekeruitgangen is afhankelijk van de capaciteit van de aangesloten voedingsbron. Opmerking: Het is van groot belang dat, indien de voedingsbron niet voorziet in een aardaansluiting, de versterker met een daarvoor geschikte kabel met aarde wordt verbonden. Voorzijde: Van links naar rechts, potmeters voor de microfoonkanalen, lijnsignaal, BASS en TREBLE instellingen, de MASTER volumeregeling met uitlezing van het signaalvolume en de netschakelaar. Achterzijde: Van links naar rechts, de aansluiting voor de 220V AC voedingsspanning, aansluiting voor de 24V DC voedingspanning. Aansluiting voor de luidsprekeruitgangen en de SLAVE OUT voor opname- of koppelfunctie. LINE IN en LINE OUT met daarnaast de ingangen voor de microfoons. Microfooningang 2 (en evt. 3) voorzien van mono jack ingang met prioriteitschakelaar en MIC 1 ( 3-pens XLR-connector). Voor specificaties zie het datablad. Opmerking: De versterkers zijn beveiligd tegen kortsluiting, onderbelasting en oververhitting. Indien de versterker in de protect-stand staat, gelieve alle aansluitingen te controleren om eventuele storingen te elimineren, na ongeveer 5 minuten herstelt de versterker zich (alle beveiligingscircuits zijn weer beschikbaar). Indien een storing vaker voorkomt kan het noodzakelijk zijn de netzekering te vervangen ( indien deze defect is zal de aan/uit- schakelaar niet oplichten). Opmerking: De aan / uit schalekaar is specifiek bedoeld voor de 220 Volt voedingsspanning. Indien u de versterker, welke aangesloten is op een 24 Volt accu, wilt schakelen dient u hiervoor een extra schakelaar te monteren. INGEBRUIKNAME Als de configuratie zoals die u wenst is gerealiseerd dient u ervoor te zorgen dat de spanning is uitgeschakeld en alle volumepotmeters in de minimale stand staan. Indien u nu de voedingsspanning aansluit en de versterker aanschakelt dient het lampje in de schakelaar op te lichten. Stel het MASTERVOLUME in op 6 en vervolgens draait u het volume van de MIC1 omhoog terwijl u tegelijkertijd een signaal aanbiedt op deze ingang, de weergave van het signaal-volume zal oplichten. Bij voorkeur dient het volume dusdanig ingesteld te worden dat het PEAK-signaal minimaal oplicht of net niet, u benut in dit geval het maximale vermogen van de versterker. Indien het PEAK-signaal continue oplicht wordt de versterker overstuurd en zal het signaal vervormd worden weergegeven. Het kan voorkomen dat het MIC1 signaal maximaal is ingesteld en het uitgangs-signaalvolume het maximum nog niet heeft bereikt, in dit geval kan het noodzakelijk zijn het MASTERVOLUME te verhogen totdat het gewenste resultaat is behaald. Vervolgens stelt u de overige signalen in op het door u gewenste niveau, dit ten opzichte van het MIC1-signaal om er voor zorg te dragen dat u het MASTER-signaal kunt variëren met behoud van u originele configuratie. De meeste lijnuitgangen van aangesloten apparatuur zijn instelbaar, het kan wenselijk zijn deze te variëren om een juiste balans op de versterker te realiseren. INSTALLATIE MIC1: ingang voor het aansluiten van een gebalanceerde microfoon. Aansluitingen: Pen 1 aarde, Pen 2 +, Pen 3 -. MIC 1 is standaard voorzien van een prioriteitsfunctie, waarbij de overige signalen onderdrukt worden. MIC2 en MIC 3: ingang voor het aansluiten van een ongebalanceerde microfoon, schakelaar voor het instellen van de prioriteitsfunctie. Met de BASS en TREBLE potmeters kunt u het uitgangssignaal aanpassen aan uw persoonlijke wensen. Bij gebruik van hoornluidsprekers is het aan te raden een minimum aan laag aan te bieden, daar deze luidsprekers erg gevoelig zijn voor teveel laag. INTERFERENTIE Indien u op de ongebalanceerde ingang een gebalanceerde microfoon wilt aansluiten moeten de beide binnenaders op de tip van de Jack-connector worden aangesloten. Alle ADASTRA apparatuur voldoen aan de daarvoor geldende EMC-eisen. Indien er echter in de directe omgeving van de versterker, leidingen of luidsprekers ernstige storingsbronnen voorkomen kan het noodzakelijk zijn maatregelen te nemen. Cd-spelers en cassettedecks kunnen op de RCA-connector van de LINE-IN worden aangesloten, Indien u het uitgangssignaal wilt opnemen of doorkoppelen dient u de LINE-OUT te gebruiken. Het is essentieel dat de versterker met aarde wordt verbonden, dit om te voorkomen dat er stoorsignalen kunnen ontstaan. Opmerking: Om beschadiging van uw versterker te voorkomen dient u die juiste connectoren te gebruiken. De versterker bij voorkeur niet in de buurt van transformators, televisies en computers plaatsen. LUIDSPREKERS De aansluitingen van de luidsprekers dient te gebeuren met vork- of ringterminals welke aan de draad gesoldeerd of gekrompen is. Elke andere montagemethode kan kortsluiting of niet functioneren als gevolg hebben. Het is niet toegestaan 100V en laagohmige luidsprekers tegelijk aan te sluiten. Laagohmige luidsprekers moeten op een dusdanige wijze worden aangesloten dat de belasting nooit hoger wordt dan 8 Ohm. Twee 4 Ohm luidsprekers dienen dus in serie te worden aangesloten op de versterkeruitgang. Het is belangrijk om bij een laagohmige configuratie er op toe te zien dat luidsprekers nooit overbelast worden, dit om onherstelbare schade aan de installatie te voorkomen. De 100V luidsprekers moeten aangesloten worden op de common en 100V connectoren, het totale vermogen van de luidsprekers mag nooit groter zijn dan het maximale vermogen van de versterker. Alle luidsprekeruitgangen zijn zwevend, het kan raadzaam zijn (bijv. bij instabiliteit) de common uitgang van de luidsprekers te verbinden met de aardaansluiting van de versterker. Opmerking: De versterkers bij voorkeur gebruiken met 100V luidsprekers.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7

Adastra 952.966 Specificatie

Categorie
AV-ontvangers
Type
Specificatie
Deze handleiding is ook geschikt voor