Ignis AWP 093 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

54
NL GEBRUIKERSHANDLEIDING
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
BELANGRIJK: DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE AANDACHTIG
DOORLEZEN.
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE
VEILIGHEIDSBEUGELS TE VERWIJDEREN DIE VOOR HET TRANSPORT ZIJN
AANGEBRACHT.
Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
1.
De waterkraan/kranen opendraaien.
2.
De deur sluiten.
3.
Een beetje wasmiddel (ca. 100 ml) in het wasmiddelbakje doen .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
De knop “AAN/UIT” indrukken.
Op deze manier wordt eventueel overblijvend water, dat in de fabriek is gebruikt om de
machine te testen, verwijderd.
NORMALE WAS
1.
De waterkraan/kranen opendraaien.
2.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
3.
De deur sluiten.
4.
Het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het bakje doen.
5.
Het programma, de temperatuur en de extra functies selecteren (zoals beschikbaar op
de machine).
6.
De knop “AAN/UIT” indrukken.
55
INHOUD NL
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGE
56
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
PAGE
62
MILIEUTIPS
PAGE
63
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
PAGE
63
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
PAGE
63
HET WASGOED SORTEREN
PAGE
64
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
PAGE
65
VERVEN EN BLEKEN
PAGE
66
HET KIEZEN VAN PROGRAMMA'S EN SPECIALE
FUNCTIES / START VAN HET PROGRAMMA
PAGE
67
DEURVERGRENDELING / EINDE VAN
HET PROGRAMMA / HET WIJZIGEN VAN EEN
REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
PAGE
68
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN HET RESTWATER
PAGE
68
ONDERHOUD EN REINIGING
PAGE
69
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PAGE
70
KLANTENSERVICE
PAGE
70
56
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET
TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat beschadigen
tijdens transport.
Voordat u het apparaat in gebruik neemt,
MOET u de veiligheidsbeugels die voor het
transport zijn aangebracht, verwijderen
(Afb. 1).
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel
de schroeven los (Afb. 2).
2.
Verplaats de schroef naar het midden van de
opening (Afb. 3).
3.
Verwijder de schroef en het gekleurde
kunststof afstandstuk helemaal (Afb. 4).
4.
Dek de opening af met de bijgeleverde
kunststof dop (Afb. 5).
5.
Herhaal de bovengenoemde stappen voor
de andere 3 schroeven.
Opmerking
Breng de veiligheidsbeugels als volgt aan voordat
u het apparaat verplaatst:
1.
Verwijder de kunststof dopjes met een
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting
van de pijl in naar buiten en verwijder ze.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de
hierboven beschreven montagehandelingen
in omgekeerde volgorde uit te voeren.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
57
INSTALLATIE
Plaats de wasmachine op een stabiele en
vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek
van een vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig op de
vloer rusten en of de wasmachine exact
horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
Indien de vloer onregelmatig is, de pootjes
bijstellen (zet geen stukken hout, karton en
dergelijke onder de pootjes).
Draai de tegenmoer los met behulp van de
bijgeleverde sleutel.
Stel de pootjes met de hand in.
Draai de tegenmoer, tegen de klok in, vast
tegen de wasmachine.
Indien het apparaat op een houten vloer wordt
geplaatst, het apparaat op een hardboard
plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik zetten.
De plaat aan de vloer bevestigen.
INSTALLATIE / WERKBLAD
De machine mag uitsluitend onder een vast,
doorlopend werkblad worden geïnstalleerd.
Het apparaat mag alleen worden ingebouwd
met behulp van de UBS inbouwset.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder de bevestigingsschroeven voor het
werkblad aan de achterzijde van het
apparaat (2 of 3, afhankelijk van het model).
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar
achteren en trek het weg terwijl u het optilt.
Monteer het veiligheidsblad aan de hand van
de instructies.
Draai de bevestigingsschroeven opnieuw
aan.
BENODIGDE RUIMTE VOOR DE
INSTALLATIE
Breedte 600 mm
Hoogte 825 mm
Diepte 600 mm
WAARSCHUWING:
Steek de stekker pas in het stopcontact nadat u
het veiligheidsblad of het werkblad heeft
gemonteerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
1.
2.
3.
1.
2.
3.
3
1
2
1
2
3
58
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4".
Waterdruk (druk net):
10-100 N/cm
2
(100 kPa-1000 kPa).
Uitsluitend voor Groot-Brittannië en Ierland
Watertoevoer: warm en koud water. De
temperatuur van het toegevoerde water mag
niet hoger zijn dan 60°C.
WATERTOEVOERSLANG(EN)
Opmerking: wanneer de watertoevoerslang
reeds aan de achterzijde van de machine is
gemonteerd, kunt u punt 1 en 4 overslaan.
1.
Haal de watertoevoerslang uit de trommel.
2.
Plaats het bijgeleverde filter in de
schroefdraad tussen het rechte uiteinde van
de toevoerslang(en) en de waterkraan/
kranen.
3.
Schroef de watertoevoerslang(en) met het
rechte uiteinde voorzichtig, met de hand, vast
aan de waterkraan/kranen.
4.
Schroef het gebogen uiteinde van de
toevoerslang vast aan het apparaat. Let erop
dat de slang niet geknikt is.
5.
Controleer of de aansluitingen naar de
wasmachine en de kraan/kranen niet lekken,
door de waterkraan/kranen volledig open te
draaien.
Wanneer de slang niet lang genoeg is, de
slang vervangen door een drukslang
(min. 10 bar, conform de norm EN 500 65)
van de juiste lengte.
Controleer de watertoevoerslang geregeld
op barsten of scheuren en vervang hem
indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep
worden aangesloten.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van
het waterleidingbedrijf.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
59
AFVOER
(afhankelijk van het model)
a) Afvoerslang aan de achterkant van het
apparaat, afbeelding 1
1.
Haak de afvoerslang los van de linker klem,
zie pijl A in Afb. 1.
Belangrijk
Maak de aansluiting van de rechter
afvoerslang NIET los, zie pijl B in Afb. 1, dit
verhoogt het risico van lekkage (risico van
verbranding door heet water).
b) Interne afvoerslang apparaat, afbeelding 2
1.
Trek de lus naar beneden totdat het einde van de
slang helemaal uit de houder is.
2.
Trek de slang naar boven totdat het
merkteken op de slang zichtbaar is
(zie afbeelding 2, pijl in afb. 3).
3.
Sluit de ronde opening die nu zichtbaar is af
met de stop.
Aansluiting van de afvoerslang op de
waterafvoer.
1.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak
hem met het elleboogstuk aan de rand van
een wasbak of badkuip (Afb. 2). Normale
wastafels zijn niet geschikt voor dit doel.
De rand van de wasbak mag zich niet meer
dan 125 centimeter boven de vloer bevinden.
2.
Min. afvoerhoogte: 70 cm.
Max. afvoerhoogte (elleboogstuk): 125 cm.
3.
Indien het nodig is een verlengstuk te
gebruiken, een slang van hetzelfde type
gebruiken en de aansluitpennen vastzetten
met klemmen.
Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m
Belangrijk
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang
zitten en neem maatregelen om te voorkomen dat
de slang valt terwijl het apparaat werkt (Afb. 3).
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houd u aan de voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf.
De elektrische aansluiting moet tot stand
worden gebracht met een correct geïnstalleerd,
geaard en geïsoleerd stopcontact.
Het systeem moet worden geaard.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan
personen of huisdieren of voor schade aan
voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze voorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de deur.
De elektriciteitskabel mag alleen worden
vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften,
EG -richtlijn 93/68/EEG en EN 60555.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stekkers.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 3
3
1
Afb. 1
Afb. 2
min.70 cm
max125 cm
60
1) ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Waarschuwing - dit apparaat moet
worden geaard
Deze wasmachine is in de regel uitgerust met een
elektriciteitskabel met stekker die gecontroleerd is
op de juiste aardcontinuïteit.
Als de aangebrachte stekker niet geschikt is voor
uw stopcontact of als de elektriciteitskabel van de
machine geen stekker heeft, de aanwijzingen van
(2) hierna opvolgen om een nieuwe, geschikte
stekker van goede kwaliteit aan te brengen.
Een ongeschikte stekker moet worden afgesneden
en afgedankt om schokgevaar te voorkomen,
mocht hij in een stopcontact worden gestoken.
2) AANSLUITING OP EEN STEKKER DIE
OPNIEUW BEDRAAD KAN WORDEN-
uitsluitend door een gekwalificeerde
elektricien
De kernen in de elektriciteitskabel zijn gekleurd
volgens deze code:
BLAUW - NEUTRAAL (N)
BRUIN - SPANNING (L)
GROEN EN GEEL - AARDE (E)
Ga als volgt te werk om een nieuwe stekker te
monteren:
2.1Gepolariseerde stekkers (bv. stekker met
3 pinnen van 13 A conform BS 1363A)
a.
De GEEL/GROENE kern moet worden
aangesloten op de klem van de stekker die
gemerkt is met de letter E of met het
aardingssymbool of op de gele of geel/
groene klem.
b.
De BLAUWE kern moet worden aangesloten
op de klem die gemerkt is met de letter N of
op de zwarte klem.
c.
De BRUINE kern moet worden aangesloten
op de klem die gemerkt is met de letter L of
op de rode klem.
2.2Niet-gepolariseerde stekkers
(bijvoorbeeld 2 pinnen met
randaardecontact)
Sluit de GROEN/GELE kern aan op het
aardecontact. Sluit de andere twee kernen aan
op de twee pinnen, ongeacht de kleur.
3) VERVANGEN VAN DE ZEKERING
Indien de elektriciteitskabel van dit apparaat een
stekker met zekering BS 1363A 13 A heeft, de
zekering uitsluitend vervangen door een type dat
door de A.S.T.A. is goedgekeurd en voldoet aan
BS 1362. Ga als volgt te werk:
1.
Verwijder de afdekking van de zekering (A)
en de zekering zelf (B).
2.
Plaats de nieuwe zekering van 13 A in de
afdekking.
3.
Breng beide weer aan in de stekker.
Bij alle andere soorten stekkers moet het
stopcontact worden beschermd door een
zekering of stroomonderbreker van 16 A in de
verdeelkast.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
61
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WIELEN
(uitsluitend voor het VK)
Sommige modellen zijn uitgerust met wielen.
U vindt deze wielen in de afzonderlijke kit die bij de
machine geleverd wordt of u kunt ze bestellen bij de
klantenservice.
AANWIJZINGEN VOOR DE MONTAGE
1.
Kantel de machine naar voren.
2.
Maak de twee pootjes achter los.
3.
Monteer de wielen zo dicht mogelijk bij de
schroef (1).
4.
Draai de schroef volledig vast (2).
5.
Zet de machine rechtop.
6.
Stel de pootjes aan de voorzijde bij zodat de
machine volkomen horizontaal staat.
Opmerking
: het is zeer belangrijk dat de machine
horizontaal staat om te voorkomen dat deze instabiel
is of trilt.
VERPLAATSEN VAN DE MACHINE
1.
Open de deur van de machine.
2.
Til de machine 1 of 2 cm op (3).
3.
Duw of trek de machine naar zijn nieuwe plaats.
1
2
3
62
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Lade voor wasmiddel
4.
Servicesticker (aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Openen: trek aan de handgreep.
-
Sluiten: duw de deur stevig dicht (de grendel valt in het slot)
7.
Filter (achter het deurtje, afhankelijk van het model).
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
63
Verpakking
De verpakking is voorzien van het
recyclingssymbool , dat aangeeft dat deze
voor 100% gerecycled kan worden.
Apparaat
Het product is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. Volg de plaatselijke voorschriften
voor afvalverwerking op wanneer u het
afdankt. Maak het onbruikbaar: haal de
stekker uit het stopcontact en snijd de
elektriciteitskabel door zodat het apparaat
niet meer kan worden aangesloten.
Milieutips
-
Was voor zover mogelijk altijd met een volle
trommel (afhankelijk van het programma),
om water en energie te sparen.
-
Gebruik voor licht tot normaal vervuild
wasgoed een programma zonder voorwas.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed een
programma met een lage temperatuur of een
kort wasprogramma.
-
Druk, wanneer de trommel niet vol is, op de
knop Licht vervuild / Halve belading
(indien aanwezig) en gebruik minder wasmiddel.
-
Indien het wasgoed in een wasdroger wordt
gedroogd, raden wij u aan het op de hoogste
snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het
gekozen programma).
De droger verbruikt dan minder energie.
-
Overschrijd de op de verpakking
aangegeven dosering wasmiddel niet.
-
Gebruik bleekmiddel of vlekkenmiddel alleen
indien dit echt noodzakelijk is.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor
huishoudelijke doelen.
Wees er zeker van dat de installatie en de
elektrische en hydraulische aansluiting
uitgevoerd worden volgens de aanwijzingen
van de fabrikant en in overeenstemming met
de plaatselijk geldende
veiligheidsvoorschriften (zieAanwijzingen
voor de installatie).
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van de elektriciteit
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Schakel de machine uit en draai de kraan/
kranen dicht wanneer de machine niet wordt
gebruikt.
Forceer de deur niet bij het openen.
Laat kinderen niet met de wasmachine
spelen of in de machine klimmen. Niet op de
deur leunen.
Het verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn
voor kinderen. Houd al het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enzovoort) buiten bereik van
kinderen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften, EG-richtlijn
93/68/EEG en EN 60555.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan/kranen dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de
slangen wegstromen (zieAfvoeren van het
restwater).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels
(zieAanwijzingen voor de installatie).
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
64
1. Het wasgoed sorteren naar
Textielsoort / symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, synthetische
weefsels, wol.
Kleur
Bonte en witte was altijd scheiden. Gekleurd
wasgoed de eerste keer apart wassen.
Afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen
samen voor betere wasresultaten en een
optimale verdeling van de belading in de
trommel.
Teer wasgoed
Was tere weefsels apart. Selecteer het
speciale programma voor wol die in de
machine gewassen kan worden , gordijnen
en tere weefsels. Verwijder gordijnhaakjes of
doe de gordijnen in een waszak. Was
uitsluitend weefsels die geschikt zijn voor de
machine. Was kleine artikelen (bijvoorbeeld
nylon kousen, riemen enzovoort) en artikelen
met haakjes (bijvoorbeeld bh's) in een
waszak of kussensloop met rits.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en
dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel
en het waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, haken en ogen dicht.
Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere
organische stoffen worden normaal
gesproken tijdens de enzymenfase van het
wasprogramma verwijderd.
Voeg voor rodewijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enzovoort een biologisch
bleekmiddel toe in het hoofdwasmiddelbakje
of een chloorbleekmiddel in het bakje van de
wasmiddellade (afhankelijk van het model).
Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf
behandelen.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Open de deur.
Plaats de stukken wasgoed één voor één in
de trommel zonder de machine te overladen.
Sluit de deur.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
indien de trommel te vol is, wordt het
wasgoed minder goed gewassen en kreukt het.
HET WASGOED SORTEREN
1.
2.
3.
65
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van
de textielsoort (katoen, synthetisch, tere
weefsels, wol);
Opmerking:
gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerking:
Witte resten op donkere weefsels zijn het
gevolg van onoplosbare waterontharders in
moderne fosfaatvrije waspoeders. Als u deze
resten ziet, de stukken schudden of borstelen
of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar wasmiddelen en
nabehandelingsproducten op een veilige,
droge plaats, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die geschikt zijn
voor wasmachines voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik alleen waterontharders,
ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen die geschikt zijn voor
wasmachines voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld
terpentine of wasbenzine). Was geen met
oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen
behandelde stoffen in de wasmachine.
DOSERING WASMIDDEL
Overschrijd de aanbevolen dosering van de
fabrikant op de verpakking van het wasmiddel
niet. De hoeveelheid is afhankelijk van:
het soort vuil;
de hoeveelheid was:
-
volledig beladen trommel: volg de
aanwijzingen van de fabrikant;
-
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid
voor een volledige belading;
-
kleine belading (ca. 1 kg): 1/2 van de
hoeveelheid voor een volledige belading;
de hardheid van het water bij u in de buurt
(vraag informatie bij het waterleidingbedrijf):
bij zacht water heeft u minder wasmiddel
nodig dan bij hard water.
Opmerking:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden
tot sterke schuimvorming en een minder
schone was. Indien er zich teveel schuim
heeft gevormd, kan dit ertoe leiden dat de
wasmachine niet centrifugeert.
Bij te weinig wasmiddel wordt het wasgoed
grauw. Bovendien wordt kalkaanslag op het
verwarmingselement en in de trommel
bevorderd.
Indien u bleekmiddel met chloor gebruikt, de
instructies voor het bleken goed opvolgen.
Een te hoge dosering bleekmiddel kan het
wasgoed beschadigen.
Indien de wasmiddellade van de wasmachine drie bakjes bevat, de markering voor de hardheid van
het water in overeenstemming brengen met de hardheid van het water in het gebied waar de
wasmachine is geïnstalleerd.
De markering zijwaarts naar de gewenste positie bewegen.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
WATERHARDHEID
WATERHARDHEIDS
CATEGORIE
KENMERKEN
DUITS
°dH
FRANS
°fH
ENGELS
°eH
1
2
3
4
zacht
medium
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
66
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
1.
Trek de wasmiddellade naar buiten. De lade
heeft, afhankelijk van het model, drie of vier
bakjes.
2.
Doe het wasmiddel in de lade.
3.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Opmerkingen:
Om bij het gebruik van geconcentreerde
wasmiddelen problemen bij de verdeling te
voorkomen, het bij het wasmiddel geleverde
doseringshulpmiddel gebruiken en dit
rechtstreeks in de trommel plaatsen (alleen
voor programma's zonder voorwas).
Geconcentreerde wasverzachters correct
doseren en water toevoegen in het vak voor
de wasverzachter totdat het maximale
niveau is bereikt.
Verven:
de in de handel verkrijgbare producten
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een
fixeermiddel en zout.
Doe de kleurstof, het fixeermiddel en het zout
rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas daarna
de machine met wasgoed.
Gebruik alleen producten die geschikt zijn
voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven en bleken kunnen de kunststof
en rubberen onderdelen van de wasmachine
gevlekt zijn.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Programma's met voor- en hoofdwas
Hoofdwasprogramma zonder
voorwas
Als er een vloeibaar wasmiddel
wordt gebruikt, het gekleurde
inzetstuk uit de lade verwijderen en
in het bakje zetten .
De schaalverdeling op het
inzetstuk helpt bij de dosering.
Voeg wasverzachter en conditioners
toe (niet meer dan het merkteken
Max (bij modellen met drie bakjes)
of 100 ml (bij modellen met vier
bakjes aangeeft).
Bleekmiddel toevoegen tot aan
Max (indien model hiervoor
geschikt is).
Vlekkenmiddel
Waterontharder
(waterhardheid klasse 4)
Stijven
Het stijfsel (poeder of de vloeistof)
oplossen / verdunnen in ongeveer
één liter water in een kleine houder.
Vul en sluit de machine, selecteer
het programma Spoelen en
centrifugeren en start de machine.
Giet het opgeloste stijfsel in het
wasmiddelbakje zodra de machine
begonnen is met vullen . Spoel
het bakje meteen met ca. een halve
liter water.
Wasmiddellade met 3 bakjes
Wasmiddellade met 4 bakjes
VERVEN EN BLEKEN
67
HET KIEZEN VAN PROGRAMMA'S
(Zie ook de aparte programmatabel,
afhankelijk
van het model).
Voor machines MET een keuzeknop voor de
temperatuur
1.
Draai de programmakeuzeknop met de
klok mee tot aan het gewenste
programma.
2.
Stel de temperatuurknop in op de
gewenste temperatuur.
3.
Draai de knop voor de centrifugeersnelheid
op de gewenste snelheid.
Voor machines ZONDER keuzeknop voor de
temperatuur
1.
Draai de programmakeuzeknop met de
klok mee tot aan het programma met de
gewenste temperatuur.
2.
Draai de knop voor de
centrifugeersnelheid op de gewenste
snelheid.
Belangrijke opmerking
1.
Indien Niet centrifugeren ( ) is gekozen:
Er wordt niet gecentrifugeerd tijdens de
programma's voor Wol en Tere weefsels.
Bij de programma's voor Katoen en
Synthetisch wordt met een lagere snelheid
gecentrifugeerd tussen de spoelbeurten door,
voor een goede spoeling. Aan het einde van
het programma wordt kort gecentrifugeerd.
2.
Aan ieder programma wordt op de volgende
manier automatisch een maximale
centrifugeersnelheid toegekend:
* Om het wasgoed te beschermen, wordt de effectieve centrifugeersnelheid beperkt.
DRUK OP DE KNOP VAN DE GEWENSTE
SPECIALE FUNCTIE
(Zie ook de aparte programmatabel,
afhankelijk van
het model).
Verlagen van de centrifugeersnelheid
Met deze knop kunt u de centrifugeersnelheid
verlagen.
Knop Niet centrifugeren/Stop centrifugeren
Druk op deze knop voor een programma zonder
centrifugeercyclus.
Knop Spoelstop/Uitstel centrifugeren/
Kreukbeveiliging
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om
kreukvorming te voorkomen.
Bijzonder geschikt voor de programma's
Synthetisch of Tere weefsels, indien het
wasgoed niet onmiddellijk na afloop van het
programma uit de machine moet worden gehaald.
Spoelstop opheffen
Druk nog eens op de knop Spoelstop; de
centrifugeercyclus wordt gekozen aan de hand
van het geselecteerde programma.
Knop Licht vervuild/Halve belading
Vermindert het waterverbruik, met name in de
spoelfase.
Vooral geschikt voor licht vervuild wasgoed en
kleinere beladingen (de hoeveelheid wasmiddel
verminderen).
Knop Koud wassen
Het toegevoerde water wordt niet verwarmd.
HET KIEZEN VAN PROGRAMMA'S
EN SPECIALE FUNCTIES / START VAN HET PROGRAMMA
Programma MAX. CENTRIFUGEERSNELHEID in toeren/min (afhankelijk van het model)
1200 1100 1000 900 800 600
Katoen 1200 1100 1000 900 800 600
Synthetisch 1200 1100 1000 900 800 600
Tere weefsels 700* 700* 700* 700* 700* 600
Wol 700* 700* 700* 700* 700* 600
Spoelen + centrifugeren 1200 1100 1000 900 800 600
Kort centrifugeren 700* 700* 700* 700* 700* 600
68
Knop Intensief spoelen
Deze functie is met name geschikt in gebieden
met zeer zacht water, voor wasgoed van baby's
en van personen die last hebben van
allergische reacties.
Bij de spoelcyclus wordt ca. 10 l meer water
gebruikt.
Deze speciale functie wordt aanbevolen voor
de programma's 95°C Katoen en 60°C
Synthetisch aangezien het water op deze
manier afkoelt voordat het wordt afgevoerd.
95°C Intensief
Deze functie kan worden geselecteerd bij het
programma Katoen.
Geschikt voor weefsels met dit symbool op het
etiket.
Wordt uitsluitend aanbevolen bij sterk vervuild
wasgoed.
START VAN HET PROGRAMMA
1.
Steek de stekker in het stopcontact
2.
Draai de waterkraan open.
3.
Druk op de knop AAN/UIT.
N.B.:
om stroom- en waterverbruik te verminderen,
wordt de hoeveelheid water aangepast aan de grootte
en het soort lading. Als u de hoeveelheid water voor
de katoenprogramma's wilt verhogen, een
programma met voorwas kiezen
.
Nadat het programma gestart is, wordt de deur
automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het
programma.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
De fasewijzer van het programma houdt stil bij
Stop.
1.
Druk op de knop AAN/UIT.
2.
Schakel de gekozen extra functies uit door op
de betreffende knoppen te drukken.
3.
Draai de waterkraan/kranen dicht.
4.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld
(ongeveer 2 minuten).
5.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
Opmerking:
laat de deur half open zodat de
trommel kan drogen.
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS
GEKOZEN PROGRAMMA
1.
Druk op de knop AAN/UIT.
2.
Kies een nieuw programma, temperatuur en
eventuele extra functies.
3.
Druk op de knop AAN/UIT.
VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN / AFVOEREN
VAN HET RESTWATER
Let op:
sommige modellen bevatten geen filter voor
vreemde voorwerpen omdat zij voorzien zijn van een
zelfreinigende pomp. Sla in dat geval het
hiernavolgende deel over.
Controleer en reinig het filter minstens 2 of 3
maal per jaar.
Wanneer de wasmachine het water niet
regelmatig afvoert of niet centrifugeert.
Wanneer de pomp wordt geblokkeerd door een
voorwerp (knopen, munten, veiligheidsspelden).
Belangrijk:
alvorens het water uit de machine
te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren
dat het is afgekoeld.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER
VOOR VREEMDE VOORWERPEN
1.
Zet de wasmachine uit (druk op de knop AAN/
UIT).
Open het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen met behulp van het gekleurde
inzetstuk in de wasmiddellade.
3.
Zet een bak onder het filter.
Draai het filter langzaam tegen de klok in totdat
de handgreep zich in een verticale positie
bevindt, zonder het helemaal los te schroeven.
5.
Wacht totdat al het water in de bak gestroomd is.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
het filter.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer goed
kan bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het met de
wijzers van de klok mee totdat het vast zit
(handgreep in horizontale positie).
10.
Sluit het deurtje.
11.
Giet 1/2 liter water in de wasmiddellade om het
besparingssysteem weer in te schakelen.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD
Wanneer u de wasmachine wilt vervoeren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het
vriespunt kan zakken. In dat geval moet het water
na elk wasprogramma worden afgevoerd.
HET KIEZEN VAN PROGRAMMA'S EN
SPECIALE FUNCTIES / START VAN HET PROGRAMMA
DEURVERGRENDELING / EINDE VAN HET PROGRAMMA /
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN HET RESTWATER
2.
4.
6.
69
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
Volg de aanwijzingen in de voorafgaande
paragraaf (punt 1 tot 8) om het restwater af te
voeren en kantel de machine naar voren om het
water weg te laten stromen. Ga dan verder met
punt 8 en 9 van de voorafgaande paragraaf.
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone
huishoudreinigingsmiddelen
(geen schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
WASMIDDELLADE
Duw de hendel naar beneden om de lade los
te maken en haal deze naar buiten.
Verwijder de inzetstukken (sifon van het
wasverzachtervak, sifon van het
bleekmiddelvak en het gekleurde inzetstuk
voor vloeibaar wasmiddel).
3.
Schoon spoelen onder stromend water.
4.
De inzetstukken terugzetten en de lade op
zijn plaats duwen tot deze vast zit.
DEURAFDICHTING
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichting.
FILTER VAN DE WATERSLANG
Regelmatig controleren en reinigen.
1.
Draai de waterkraan/kranen dicht.
2.
Schroef de waterslang(en) van de kraan/kranen.
3.
Verwijder het filter en reinig het.
4.
Zet het filter weer terug en schroef de
toevoerslang vast op de waterkraan.
5.
Schroef de slang(en) los van de machine.
6.
Haal het filter met de speciale tang uit de
wasmachine en reinig het.
7.
Zet het filter terug en schroef de
slangaansluiting weer op de machine.
8.
Open de waterkraan/kranen en controleer of
de verbindingen niet lekken.
FILTER APPARAAT
Controleer het filter ten minste twee of drie
maal per jaar en reinig het indien nodig (zie
Het verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen).
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN /
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
1.
2.
70
Het apparaat start niet
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de zekering in orde?
Is de stroom uitgevallen?
Is de waterkraan open? Krijgt de machine
water?
Is de deur goed gesloten? Is de
kinderbeveiliging ingeschakeld?
Heeft u een programma ingesteld?
Heeft u op de knop AAN/UIT gedrukt?
De wasmachine krijgt geen of weinig water
Is de waterkraan helemaal opengedraaid?
Zit er een knik in de watertoevoerslang?
Is het filter van de waterslang verstopt?
(Zie Reiniging en onderhoud).
Is het water in de slang bevroren?
De wasmachine voert geen water af
Is de afvoerslang correct geplaatst?
(zie Aanwijzingen voor de installatie).
Is het filter voor vreemde voorwerpen
verstopt? (ZieHet verwijderen van het filter
voor vreemde voorwerpen / afvoeren van het
restwater).
Is het water in de afvoerslang bevroren?
Heeft u op de knop "Spoelstop" gedrukt?
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade
Is de sifon correct geplaatst?
Is de sifon verstopt?
Komt er niet genoeg water in de lade?
(Zie boven).
Zie ook Wasmiddel en
nabehandelingsproducten en Reiniging en
onderhoud.
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren
Is de wasmachine waterpas gezet en zijn de
vier pootjes afgesteld? (ZieAanwijzingen
voor de installatie).
Zijn de veiligheidsbeugels voor het transport
verwijderd? Voordat u de wasmachine in
bedrijf stelt, is het absoluut noodzakelijk om
de veiligheidsbeugels voor het transport te
verwijderen (zie Aanwijzingen voor de
installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd
Is de pomprotor geblokkeerd? (ZieHet
verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen / afvoeren van het restwater)
Bestaat de lading uit één zwaar/groot artikel
(bijvoorbeeld een badjas)? Als dat het geval is,
kan de wasmachine bij aanvang van de
centrifugeercyclus waarnemen dat de lading uit
balans is en het centrifugeren onderbreken. De
machine herverdeelt het wasgoed en begint een
nieuwe centrifugeercyclus.
Indien dit meerdere malen achter elkaar
gebeurt, wordt er met een lagere snelheid
gecentrifugeerd of wordt er niet
gecentrifugeerd, indien de onbalans te groot is.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, eventueel andere stukken wasgoed
toevoegen en het centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen
(zie et opsporen van storingen).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of de storing verholpen is.
3.
Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
klantenservice. Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing
het model
het servicenummer
(achter het woord SERVICE).
De servicesticker bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
Uw volledige adres
Uw telefoonnummer en netnummer
U vindt het telefoonnummer en adres van de
klantenservice op het garantiebewijs. U kunt
ook contact opnemen met uw handelaar.
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
KLANTENSERVICE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Ignis AWP 093 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor