Mode DNX 7260 BT Handleiding

Type
Handleiding
32
DNX SERIES
InstallatieprocedureToebehoren
1. Voorkom kortsluiting door de sleutel uit het
contactslot te halen en de --aansluiting van
de accu los te koppelen.
2. Maak voor elk toestel de juiste ingangs- en
uitgangskabelaansluitingen.
3. Sluit de kabel op de bedradingsbundel aan.
4. Neem stekker B van de bedradingsbundel en
verbind hem met de luidsprekeraansluiting in
de auto.
5. Neem connector A op de bedradingsbundel
en sluit hem op de externe
spanningsconnector op uw auto aan.
6. Sluit de connector van de bedradingsbundel
aan op het apparaat.
7. Installeer het toestel in uw auto.
8. Sluit de --aansluiting van de accu opnieuw
aan.
9. Druk op de terugsteltoets.
10. Voer de initiële instelling uit. (Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing.)
2WAARSCHUWING
Als u de ontstekingskabel (rood) en de accukabel
(geel) op het chassis van de auto (massa) aansluit,
kan u een kortsluiting veroorzaken waardoor
brand kan ontstaan. Sluit deze kabels altijd aan op
de voedingsbron die door de zekeringkast loopt.
Snijd de zekering niet los van de ontstekingskabel
(rood) en de accukabel (geel). De
voedingseenheid moet via de zekering op de
kabels worden aangesloten.
GPS-signalen ontvangen
Wanneer u het toestel voor het eerst inschakelt,
moet u wachten terwijl het systeem voor de
eerst satellietsignalen ontvangt. Dit kan enkele
minuten duren. Zorg ervoor dat uw auto
buiten op een open plek uit de buurt van hoge
gebouwen en bomen staat zodat de ontvangst
snel tot stand kan komen. Nadat het systeem
voor de eerste keer een satellietsignaal heeft
ontvangen, zal de ontvangst van satellietsignalen
daarna sneller tot stand komen.
Informatie over het voorpaneel
Wanneer u het product uit de verpakking haalt
of het product installeert, is het mogelijk dat het
voorpaneel onder de hoek is geplaatst zoals is
aangegeven in (Afb. 1). Dit is mogelijk doordat
het product is uitgerust met een mechanisme
dat dit mogelijk maakt.
Als het programma dat wordt geactiveerd
wanneer het product voor de eerste keer wordt
gestart, correct werkt, wordt het voorpaneel
1
..........1
2
..........1
3
..........1
4
..........1
5
..........2
6
..........1
7
..........1
8
..........1
9
..........1
0
..........1
Nederlands
33
automatisch in de stand (initiële instelhoek) gezet
die wordt aangegeven in (Afb. 2).
(Afb. 1) (Afb. 2)
Na de installatie
Voer na de installatie de initiële instelling uit aan
de hand van de gebruiksaanwijzing.
¤
De montage en het aansluiten van de kabels
vereist kennis en ervaring. Laat de bevestiging
en bedrading om veiligheidsredenen door vaklui
uitvoeren.
Zorg dat het toestel op een negatieve 12 Volt
gelijkstroomvoeding is geaard.
Installeer het toestel niet op plaatsen die aan
direct zonlicht, hitte of extreme vochtigheid
blootstaan. Vermijd ook plaatsen waar het
zeer stoffig is of waar gevaar bestaat voor
waterspatten.
Gebruik bij het installeren uitsluitend de
bijgeleverde schroeven. Gebruik uitsluitend de bij
het toestel geleverde schroeven. Het gebruik van
verkeerde schroeven kan het toestel beschadigen.
Wanneer de stroom niet is ingeschakeld
(“PROTECT wordt weergegeven), is er mogelijk
een kortsluiting in de luidsprekerkabel of raakt
de kabel het chassis van het voertuig en werd
mogelijk het beveiligingscircuit geactiveerd.
Controleer in dit geval de luidsprekerkabel.
Als het contact van uw auto geen ACC-stand
heeft, moet u de ontstekingskabels met een
voedingsbron verbinden die gelijk met het
contact van de auto wordt in- en uitgeschakeld.
Als u de ontstekingskabel op een voedingsbron
met een constante spanning aansluit, kan de accu
net als het geval is met accukabels leeglopen.
Als de console een deksel heeft, moet u er bij
de installatie van het toestel op letten dat het
voorpaneel bij het openen en sluiten het deksel
niet raakt.
Als de zekering is doorgebrand, controleert u
eerst of de kabels elkaar niet raken en zo een
kortsluiting veroorzaken en vervangt u vervolgens
de oude zekering door een nieuwe met dezelfde
stroomsterkte.
Isoleer niet-aangesloten kabels met isolatieband
of ander geschikt materiaal. Voorkom kortsluiting
door de kapjes op het uiteinde van de niet-
aangesloten kabels of aansluitingen niet te
verwijderen.
Sluit de luidsprekerkabels juist met de
overeenkomende aansluitingen aan. Het apparaat
kan beschadigd raken of niet langer werken
als u de --draden deelt of deze aardt met een
metalen onderdeel van het voertuig.
Wanneer er slechts twee luidsprekers op
het systeem worden aangesloten, sluit
de connectoren dan aan op beide voor-
uitgangsaansluitingen of beide achter-
uitgangsaansluitingen (meng de voor- en achter-
uitgangsaansluitingen niet). Als u de connector
van de linker luidspreker + bijvoorbeeld op
een voor-uitgangsaansluiting aansluit, sluit
de connector dan - niet aan op een achter-
uitgangsaansluiting.
Controleer na het installeren van het toestel of de
remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers enz.
van de auto juist functioneren.
Installeer het toestel onder een maximale hoek
van 30˚.
Dit toestel is uitgerust met een ventilator (pagina
35) om de binnentemperatuur te verminderen.
Plaats het toestel niet zodanig dat de ventilator
wordt geblokkeerd. Wanneer deze openingen
worden geblokkeerd, kan de binnentemperatuur
oplopen en het toestel defect raken.
Duw niet te hard op het paneeloppervlak tijdens
de installatie van het toestel in het voertuig. Dat
kan leiden tot krassen, schade of het niet goed
meer functioneren.
De ontvangst wordt mogelijk slechter wanneer
zich metalen voorwerpen bevinden in de buurt
van de Bluetooth-antenne.
Bluetooth-antenne
¤ LET OP
Installeer dit apparaat in de console van uw
voertuig.
Raak de metalen onderdelen van dit apparaat
niet aan tijdens en kort na het gebruik van
het apparaat. Metalen onderdelen zoals de
warmteafvoer en behuizing worden heet.
34
DNX SERIES
Aansluiting
PRK SW
ILLUMI
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
Accukabel (geel)
Aarde (zwart)
Ontstekingskabel (rood)
Sluit aan op de spanningsaansluiting wanneer u de
optionele vermogensversterker gebruikt, of op de antenne-
aansluiting van de auto.
Kabel van dimregeling (oranje/wit)(oranje/wit)
Antennekabel
FM/AM antenne-
ingang (JASO)
Laat de kabel niet uit het lipje hangen als u geen aansluitingen maakt.
Sluit aan op de geaarde aansluiting tijdens ontvangst van
of gedurende een telefoongesprek.
Raadpleeg de navigatiehandleiding voor
informatie over het aansluiten van het
Kenwood-navigatiesysteem.
Parkeersensorkabel (lichtgroen)
Verbinden met de bedradingsbundel van de
parkeerremdetectieschakelaar van het voertuig.
Uit het oogpunt van veiligheid is het beslist noodzakelijk de
kabel van de parkeersensor aan te sluiten.
Naar stuurafstandsbediening
Verbinden met de bedradingsbundel van
de achteruitrijlamp van de auto wanneer de
optionele achteruitkijkcamera wordt gebruikt.
Aansluiting A
Aansluiting B
Om de stuurafstandsbediening te gebruiken, hebt u een adapter nodig
(niet geleverd) die bij uw auto past.
Laat het afsluitkapje op de aansluiting wanneer ze niet wordt gebruikt.
Nederlands
35
ANT. CONT
P.CONT
MUTE
REVERSE
REMOTE CONT
STEERING WHEEL
REMOTE INPUT
Voedings-/motorantennekabel (blauw/wit)
Koelventilator
GPS-antenne (toebehoren 7)
(zie pagina 39)
ZEKERING ( 15A )
Toebehoren 1
Kabel voor uitschakelen van geluid (bruin)
Ingang stuurafstandsbediening (lichtblauw/geel)
Kabel voor achteruitrijsensor (paars/wit)
Bluetooth-microfoon
(toebehoren 9) (zie pagina 39)
36
DNX SERIES
De kabels op de aansluitingen aansluiten
Overzicht van connectorfuncties
Pennummers voor
ISO-connectoren
Kabelkleur Functies
Externe
spanningsconnector
A-4 Geel Accu
A-5 Blauw/wit Spanningsregeling
A-6 Oranje/wit Dimfunctie
A-7 Rood Contact (ACC)
A-8 Zwart Aardaansluiting
(massa)
Luidsprekerconnector
B-1 Paars Rechtsachter (+)
B-2 Paars/zwart Rechtsachter (–)
B-3 Grijs Rechtsvoor (+)
B-4 Grijs/zwart Rechtsvoor (–)
B-5 Wit Linksvoor (+)
B-6 Wit/zwart Linksvoor (–)
B-7 Groen Linksachter (+)
B-8 Groen/
zwart
Linksachter (–)
2WAARSCHUWING
Aansluiten van de ISO-connector
De penopstelling voor de ISO-connectoren is
afhankelijk van het type van uw auto. Voorkom
beschadiging en zorg dat u de juiste aansluitingen
maakt.
De standaardverbinding van de bedradingsbundel
wordt in stap 1 hieronder beschreven. Wanneer de
penopstelling van de ISO-connector overeenkomt
met de beschrijving in 2 maakt u de aansluitingen
zoals wordt getoond in de afbeelding.
Sluit de kabel opnieuw aan op de hieronder
aangegeven wijze 2 bij de installatie van dit
apparaat in voertuigen van het merk Volkswagen,
enz.
1 (Standaardinstelling) De A-7-pen (rood) van
de ISO-connector van de auto is aangesloten
op de ontsteking, en de A-4-pen (geel) is
aangesloten op de constante voeding.
Toestel Auto
A–7 pen (rood)
A–4 pen (geel)
Ontstekingskabel
(rood)
Accukabel (geel)
2 De A-7-pen (rood) van de ISO-connector
van de auto is aangesloten op de constante
voeding, en de A-4-pen (geel) is aangesloten
op de ontsteking.
Toestel Auto
A–7 pen (rood)
A–4 pen (geel)
Ontstekingskabel
(rood)
Accukabel (geel)
Nederlands
37
Aansluiten op systeem
CAMERA
REAR VIEW
AV IN
AV OUT
RELAY 2
RELAY 1
FRONT
REAR
WOOFER
SUB
Preout voorkant
• Audio-uitgang links (wit)
• Audio-uitgang rechts (rood)
Preout achterkant
• Audio-uitgang links (wit)
• Audio-uitgang rechts (rood)
Preout subwoofer
• Audio-uitgang links (wit)
• Audio-uitgang rechts (rood)
Ingang achteruitrijcamera
Visuele ingang (geel)
Audio-ingang/Visuele ingang
Visuele ingang (geel)
• Audio-ingang links (wit)
• Audio-ingang rechts (rood)
Audio-uitgang/Visuele uitgang
Visuele uitgang (geel)
• Audio-uitgang links (wit)
• Audio-uitgang rechts (rood)
Naar relaiskastje
USB-apparaat of iPod (in handel verkrijgbaar)
Visuele ingang (schakelbaar tussen iPod/
AV-ingang 2)
Weerstandsvrije ministekker (3,5 φ)
Audio-ingang (schakelbaar tussen iPod/
AV-ingang 2)
Weerstandsvrije stereo-ministekker (3,5 φ)
USB-aansluiting
Naar
aansluiting van
cameraregeling
Toebehoren 2
Toebehoren 3
Toebehoren 4
(groen/rood)
(blauw/rood)
(blauw/rood)
(groen/wit)
38
DNX SERIES
Aansluiten van optionele toebehoren
TV ANTENNA INPUT
TO MONITOR UNIT
KCA-iP301V
(optioneel toebehoren)
iPod
(in handel verkrijgbaar)
Audio-uitgang (zwart)
Visuele uitgang (geel)
USB-aansluiting
USB-aansluiting
Tv-tuner
(optioneel toebehoren)
Aansluitkabel
(meegeleverd met tv-tuner)
Nederlands
39
Installatie van de GPS-antenne
De GPS-antenne wordt in de auto geïnstalleerd.
Zij moet zo horizontaal mogelijk worden
geïnstalleerd zodat de GPS-satellietsignalen
gemakkelijk kunnen worden ontvangen.
Installeer de GPS-antenne als volgt in uw
auto:
1. Reinig het dashboard of het oppervlak waarop
u de antenne wilt installeren.
2. Verwijder het schutpapier van het plakband
dat zich aan de onderkant van de metalen
plaat bevindt (toebehoren 8).
3. Druk de metalen plaat (toebehoren
8) stevig tegen het dashboard of
bevestigingsoppervlak. U kunt de metalen
plaat (toebehoren 8) buigen zodat het indien
nodig ook op gebogen oppervlakken kan
worden geïnstalleerd.
4. Plaats de GPS-antenne (toebehoren 7) op de
metalen plaat (toebehoren 8).
Toebehoren 7
Toebehoren 8
¤
In sommige typen auto's is de ontvangst van
GPS-satellietsignalen niet mogelijk wanneer de
antenne in de auto wordt geïnstalleerd.
De afstand tussen de GPS-antenne en de
antennes van mobiele telefoons of andere
zendantennes moet minimaal 30 cm bedragen.
Het is mogelijk dat de GPS-satellietsignalen hinder
ondervinden van deze apparaten.
GPS-antennes presteren minder goed wanneer u
ze verft (metaalkleur).
1. Controleer de installatiepositie van de
microfoon (toebehoren 9).
2. Verwijder olie en ander vuil van het
installatieoppervlak.
3. Installeer de microfoon.
4. Sluit de microfoonkabel aan op het apparaat.
Zet de daarbij op verschillende plaatsen vast
met behulp van tape, enz.
Bevestig de kabel met in de handel
verkrijgbare tape.
Verwijder de beschermlaag van de aan twee kanten
klevende tape voor bevestiging op de plek die
hierboven wordt getoond.
Verplaats de microfoon in de richting van de
chauffeur.
Toebehoren 9
Installatie van de microfoon
Installeer de microfoon zo ver mogelijk van
de mobiele telefoon.
40
DNX SERIES
Installeren van het plaatje
1. Bevestig toebehoren 6 aan het toestel.
Toebehoren 6
De monitor/speler installeren
Buig de lipjes van de bevestigingshuls met
een schroevendraaier of iets dergelijks en
bevestig op zijn plaats.
Controleer of het toestel goed geïnstalleerd is. Als
het toestel niet stabiel is, kan het slecht werken
(het geluid kan bijvoorbeeld soms onderbroken
worden).
Installatie voor monitor/weergaveapparaat
Het monitorpaneel bevestigen
Toebehoren 0
Houd het monitorpaneel goed vast zodat het
niet per ongeluk kan vallen.
Druk het monitorpaneel op de bevestigingsplaat
totdat het monitorpaneel stevig vastzit.
1
1
2
3
Nederlands
41
Verwijderen van het hardrubber
frame (schakelplaat)
1. Steek de meeneempennen van het
uitbouwgereedschap in de uitsparingen 5
en verwijder de twee vergrendelingen aan de
onderkant.
Breng het frame omlaag en trek naar voren
zoals u in de afbeelding ziet.
Toebehoren 5
Vergrendeling
Klem
Aan de bovenkant kan het frame op dezelfde
manier worden verwijderd.
2. Nadat de onderkant is verwijderd, verwijdert u
de twee plaatsen aan de bovenkant.
Het toestel verwijderen
1. Verwijder het hardrubber frame volgens de
uitbouwprocedure in het deel <Verwijderen
van het hardrubber frame>.
2. Steek de twee uitbouwgereedschappen 5
zoals is afgebeeld diep in de uitsparingen.
Toebehoren 5
3. Duw de verwijderstaafjes omlaag terwijl u ze
indrukt en trek het toestel half naar buiten.
Ga voorzichtig te werk zodat u niet gewond
kunt raken door de meeneempennen op het
uitbouwgereedschap.
4. Trek het toestel met uw handen geheel naar
voren en let op dat u het toestel niet laat
vallen.
Verwijderen van monitor/weergaveapparaat

Documenttranscriptie

Toebehoren Installatieprocedure 1 ..........1 2 ..........1 3 ..........1 4 ..........1 2WAARSCHUWING 5 ..........2 6 ..........1 7 ..........1 8 ..........1 ..........1 0 ..........1   • Als u de ontstekingskabel (rood) en de accukabel (geel) op het chassis van de auto (massa) aansluit, kan u een kortsluiting veroorzaken waardoor brand kan ontstaan. Sluit deze kabels altijd aan op de voedingsbron die door de zekeringkast loopt. • Snijd de zekering niet los van de ontstekingskabel (rood) en de accukabel (geel). De voedingseenheid moet via de zekering op de kabels worden aangesloten. GPS-signalen ontvangen Wanneer u het toestel voor het eerst inschakelt, moet u wachten terwijl het systeem voor de eerst satellietsignalen ontvangt. Dit kan enkele minuten duren. Zorg ervoor dat uw auto buiten op een open plek uit de buurt van hoge gebouwen en bomen staat zodat de ontvangst snel tot stand kan komen. Nadat het systeem voor de eerste keer een satellietsignaal heeft ontvangen, zal de ontvangst van satellietsignalen daarna sneller tot stand komen. Informatie over het voorpaneel 9 32 1. Voorkom kortsluiting door de sleutel uit het contactslot te halen en de --aansluiting van de accu los te koppelen. 2. Maak voor elk toestel de juiste ingangs- en uitgangskabelaansluitingen. 3. Sluit de kabel op de bedradingsbundel aan. 4. Neem stekker B van de bedradingsbundel en verbind hem met de luidsprekeraansluiting in de auto. 5. Neem connector A op de bedradingsbundel en sluit hem op de externe spanningsconnector op uw auto aan. 6. Sluit de connector van de bedradingsbundel aan op het apparaat. 7. Installeer het toestel in uw auto. 8. Sluit de --aansluiting van de accu opnieuw aan. 9. Druk op de terugsteltoets. 10. Voer de initiële instelling uit. (Raadpleeg de gebruiksaanwijzing.) Wanneer u het product uit de verpakking haalt of het product installeert, is het mogelijk dat het voorpaneel onder de hoek is geplaatst zoals is aangegeven in (Afb. 1). Dit is mogelijk doordat het product is uitgerust met een mechanisme dat dit mogelijk maakt. Als het programma dat wordt geactiveerd wanneer het product voor de eerste keer wordt gestart, correct werkt, wordt het voorpaneel DNX SERIES   automatisch in de stand (initiële instelhoek) gezet die wordt aangegeven in (Afb. 2). (Afb. 1) (Afb. 2) • • Na de installatie Voer na de installatie de initiële instelling uit aan de hand van de gebruiksaanwijzing. ¤ • De montage en het aansluiten van de kabels vereist kennis en ervaring. Laat de bevestiging en bedrading om veiligheidsredenen door vaklui uitvoeren. • Zorg dat het toestel op een negatieve 12 Volt gelijkstroomvoeding is geaard. • Installeer het toestel niet op plaatsen die aan direct zonlicht, hitte of extreme vochtigheid blootstaan. Vermijd ook plaatsen waar het zeer stoffig is of waar gevaar bestaat voor waterspatten. • Gebruik bij het installeren uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Gebruik uitsluitend de bij het toestel geleverde schroeven. Het gebruik van verkeerde schroeven kan het toestel beschadigen. • Wanneer de stroom niet is ingeschakeld (“PROTECT” wordt weergegeven), is er mogelijk een kortsluiting in de luidsprekerkabel of raakt de kabel het chassis van het voertuig en werd mogelijk het beveiligingscircuit geactiveerd. Controleer in dit geval de luidsprekerkabel. • Als het contact van uw auto geen ACC-stand heeft, moet u de ontstekingskabels met een voedingsbron verbinden die gelijk met het contact van de auto wordt in- en uitgeschakeld. Als u de ontstekingskabel op een voedingsbron met een constante spanning aansluit, kan de accu net als het geval is met accukabels leeglopen. • Als de console een deksel heeft, moet u er bij de installatie van het toestel op letten dat het voorpaneel bij het openen en sluiten het deksel niet raakt. • Als de zekering is doorgebrand, controleert u eerst of de kabels elkaar niet raken en zo een kortsluiting veroorzaken en vervangt u vervolgens de oude zekering door een nieuwe met dezelfde stroomsterkte. • Isoleer niet-aangesloten kabels met isolatieband of ander geschikt materiaal. Voorkom kortsluiting door de kapjes op het uiteinde van de niet- • • • • • aangesloten kabels of aansluitingen niet te verwijderen. Sluit de luidsprekerkabels juist met de overeenkomende aansluitingen aan. Het apparaat kan beschadigd raken of niet langer werken als u de --draden deelt of deze aardt met een metalen onderdeel van het voertuig. Wanneer er slechts twee luidsprekers op het systeem worden aangesloten, sluit de connectoren dan aan op beide vooruitgangsaansluitingen of beide achteruitgangsaansluitingen (meng de voor- en achteruitgangsaansluitingen niet). Als u de connector van de linker luidspreker + bijvoorbeeld op een voor-uitgangsaansluiting aansluit, sluit de connector dan - niet aan op een achteruitgangsaansluiting. Controleer na het installeren van het toestel of de remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers enz. van de auto juist functioneren. Installeer het toestel onder een maximale hoek van 30˚. Dit toestel is uitgerust met een ventilator (pagina 35) om de binnentemperatuur te verminderen. Plaats het toestel niet zodanig dat de ventilator wordt geblokkeerd. Wanneer deze openingen worden geblokkeerd, kan de binnentemperatuur oplopen en het toestel defect raken. Duw niet te hard op het paneeloppervlak tijdens de installatie van het toestel in het voertuig. Dat kan leiden tot krassen, schade of het niet goed meer functioneren. De ontvangst wordt mogelijk slechter wanneer zich metalen voorwerpen bevinden in de buurt van de Bluetooth-antenne. Bluetooth-antenne ¤ LET OP Installeer dit apparaat in de console van uw voertuig. Raak de metalen onderdelen van dit apparaat niet aan tijdens en kort na het gebruik van het apparaat. Metalen onderdelen zoals de warmteafvoer en behuizing worden heet. Nederlands   33   Aansluiting Aansluiting A Aarde (zwart) 8 7 6 5 4 3 2 1 8 7 6 5 4 3 2 1 Accukabel (geel) Ontstekingskabel (rood) Antennekabel FM/AM antenneingang (JASO) Aansluiting B (oranje/wit) Kabel van dimregeling (oranje/wit) ILLUMI ⁄ Verbinden met de bedradingsbundel van de parkeerremdetectieschakelaar van het voertuig. Parkeersensorkabel (lichtgroen) PRK SW Uit het oogpunt van veiligheid is het beslist noodzakelijk de kabel van de parkeersensor aan te sluiten. Verbinden met de bedradingsbundel van de achteruitrijlamp van de auto wanneer de optionele achteruitkijkcamera wordt gebruikt. Naar stuurafstandsbediening ⁄ Om de stuurafstandsbediening te gebruiken, hebt u een adapter nodig (niet geleverd) die bij uw auto past. Laat het afsluitkapje op de aansluiting wanneer ze niet wordt gebruikt. Sluit aan op de geaarde aansluiting tijdens ontvangst van of gedurende een telefoongesprek. ⁄ Raadpleeg de navigatiehandleiding voor informatie over het aansluiten van het Kenwood-navigatiesysteem. Sluit aan op de spanningsaansluiting wanneer u de optionele vermogensversterker gebruikt, of op de antenneaansluiting van de auto. ⁄ 34   Laat de kabel niet uit het lipje hangen als u geen aansluitingen maakt. DNX SERIES   Bluetooth-microfoon (toebehoren 9) (zie pagina 39) Koelventilator GPS-antenne (toebehoren 7) (zie pagina 39) ZEKERING ( 15A ) Toebehoren 1 Kabel voor achteruitrijsensor (paars/wit) REVERSE Ingang stuurafstandsbediening (lichtblauw/geel) REMOTE CONT STEERING WHEEL REMOTE INPUT Kabel voor uitschakelen van geluid (bruin) MUTE Voedings-/motorantennekabel (blauw/wit) ANT. CONT P.CONT Nederlands   35   De kabels op de aansluitingen aansluiten Overzicht van connectorfuncties Pennummers voor ISO-connectoren Externe spanningsconnector A-4 A-5 A-6 A-7 A-8 Luidsprekerconnector B-1 B-2 B-3 B-4 B-5 B-6 B-7 B-8 Kabelkleur Functies Geel Blauw/wit Oranje/wit Rood Zwart Accu Spanningsregeling Dimfunctie Contact (ACC) Aardaansluiting (massa) Paars Paars/zwart Grijs Grijs/zwart Wit Wit/zwart Groen Groen/ zwart Rechtsachter (+) Rechtsachter (–) Rechtsvoor (+) Rechtsvoor (–) Linksvoor (+) Linksvoor (–) Linksachter (+) Linksachter (–) 2WAARSCHUWING Aansluiten van de ISO-connector De penopstelling voor de ISO-connectoren is afhankelijk van het type van uw auto. Voorkom beschadiging en zorg dat u de juiste aansluitingen maakt. De standaardverbinding van de bedradingsbundel wordt in stap 1 hieronder beschreven. Wanneer de penopstelling van de ISO-connector overeenkomt met de beschrijving in 2 maakt u de aansluitingen zoals wordt getoond in de afbeelding. Sluit de kabel opnieuw aan op de hieronder aangegeven wijze 2 bij de installatie van dit apparaat in voertuigen van het merk Volkswagen, enz. 1 (Standaardinstelling) De A-7-pen (rood) van de ISO-connector van de auto is aangesloten op de ontsteking, en de A-4-pen (geel) is aangesloten op de constante voeding. Ontstekingskabel (rood) Toestel Accukabel (geel) A–7 pen (rood) Auto A–4 pen (geel) 2 De A-7-pen (rood) van de ISO-connector van de auto is aangesloten op de constante voeding, en de A-4-pen (geel) is aangesloten op de ontsteking. Ontstekingskabel (rood) Toestel Accukabel (geel) 36   A–7 pen (rood) Auto A–4 pen (geel) DNX SERIES   Aansluiten op systeem USB-apparaat of iPod (in handel verkrijgbaar) USB-aansluiting Audio-ingang (schakelbaar tussen iPod/ AV-ingang 2) Weerstandsvrije stereo-ministekker (3,5 φ) Visuele ingang (schakelbaar tussen iPod/ AV-ingang 2) Weerstandsvrije ministekker (3,5 φ) Toebehoren 4 Naar aansluiting van cameraregeling (groen/wit) Audio-ingang/Visuele ingang • Visuele ingang (geel) • Audio-ingang links (wit) • Audio-ingang rechts (rood) (blauw/rood) SUB WOOFER REAR RELAY 2 RELAY 1 (blauw/rood) FRONT Naar relaiskastje Audio-uitgang/Visuele uitgang • Visuele uitgang (geel) • Audio-uitgang links (wit) • Audio-uitgang rechts (rood) REAR VIEW CAMERA (groen/rood) AV OUT Toebehoren 2 AV IN Toebehoren 3 Ingang achteruitrijcamera • Visuele ingang (geel) Preout voorkant • Audio-uitgang links (wit) • Audio-uitgang rechts (rood) Preout achterkant • Audio-uitgang links (wit) • Audio-uitgang rechts (rood) Preout subwoofer • Audio-uitgang links (wit) • Audio-uitgang rechts (rood) Nederlands   37   Aansluiten van optionele toebehoren iPod (in handel verkrijgbaar) KCA-iP301V (optioneel toebehoren) Visuele uitgang (geel) Audio-uitgang (zwart) USB-aansluiting USB-aansluiting Tv-tuner (optioneel toebehoren) TV ANTENNA INPUT TO MONITOR UNIT Aansluitkabel (meegeleverd met tv-tuner) 38   DNX SERIES   Installatie van de GPS-antenne Installatie van de microfoon De GPS-antenne wordt in de auto geïnstalleerd. Zij moet zo horizontaal mogelijk worden geïnstalleerd zodat de GPS-satellietsignalen gemakkelijk kunnen worden ontvangen. Installeer de GPS-antenne als volgt in uw auto: 1. Reinig het dashboard of het oppervlak waarop u de antenne wilt installeren. 2. Verwijder het schutpapier van het plakband dat zich aan de onderkant van de metalen plaat bevindt (toebehoren 8). 3. Druk de metalen plaat (toebehoren 8) stevig tegen het dashboard of bevestigingsoppervlak. U kunt de metalen plaat (toebehoren 8) buigen zodat het indien nodig ook op gebogen oppervlakken kan worden geïnstalleerd. 4. Plaats de GPS-antenne (toebehoren 7) op de metalen plaat (toebehoren 8). 1. Controleer de installatiepositie van de microfoon (toebehoren 9). 2. Verwijder olie en ander vuil van het installatieoppervlak. 3. Installeer de microfoon. 4. Sluit de microfoonkabel aan op het apparaat. Zet de daarbij op verschillende plaatsen vast met behulp van tape, enz. Toebehoren 9 Toebehoren 7 Bevestig de kabel met in de handel verkrijgbare tape. Toebehoren 8 ¤ • In sommige typen auto's is de ontvangst van GPS-satellietsignalen niet mogelijk wanneer de antenne in de auto wordt geïnstalleerd. • De afstand tussen de GPS-antenne en de antennes van mobiele telefoons of andere zendantennes moet minimaal 30 cm bedragen. Het is mogelijk dat de GPS-satellietsignalen hinder ondervinden van deze apparaten. • GPS-antennes presteren minder goed wanneer u ze verft (metaalkleur). Verwijder de beschermlaag van de aan twee kanten klevende tape voor bevestiging op de plek die hierboven wordt getoond. Verplaats de microfoon in de richting van de chauffeur. ⁄ Installeer de microfoon zo ver mogelijk van de mobiele telefoon. Nederlands   39   Installatie voor monitor/weergaveapparaat Installeren van het plaatje Het monitorpaneel bevestigen 1. Bevestig toebehoren 6 aan het toestel. Toebehoren 0 Toebehoren 6 De monitor/speler installeren Houd het monitorpaneel goed vast zodat het niet per ongeluk kan vallen. Druk het monitorpaneel op de bevestigingsplaat totdat het monitorpaneel stevig vastzit. 1 1 2 Buig de lipjes van de bevestigingshuls met een schroevendraaier of iets dergelijks en bevestig op zijn plaats. ⁄ 3 • Controleer of het toestel goed geïnstalleerd is. Als het toestel niet stabiel is, kan het slecht werken (het geluid kan bijvoorbeeld soms onderbroken worden). 40   DNX SERIES   Verwijderen van monitor/weergaveapparaat Verwijderen van het hardrubber frame (schakelplaat) 1. Steek de meeneempennen van het uitbouwgereedschap in de uitsparingen 5 en verwijder de twee vergrendelingen aan de onderkant. Breng het frame omlaag en trek naar voren zoals u in de afbeelding ziet. Het toestel verwijderen 1. Verwijder het hardrubber frame volgens de uitbouwprocedure in het deel <Verwijderen van het hardrubber frame>. 2. Steek de twee uitbouwgereedschappen 5 zoals is afgebeeld diep in de uitsparingen. Toebehoren 5 Toebehoren 5 Klem Vergrendeling 3. Duw de verwijderstaafjes omlaag terwijl u ze indrukt en trek het toestel half naar buiten. ⁄ • Aan de bovenkant kan het frame op dezelfde manier worden verwijderd. 2. Nadat de onderkant is verwijderd, verwijdert u de twee plaatsen aan de bovenkant. ⁄ • Ga voorzichtig te werk zodat u niet gewond kunt raken door de meeneempennen op het uitbouwgereedschap. 4. Trek het toestel met uw handen geheel naar voren en let op dat u het toestel niet laat vallen. Nederlands   41  
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Mode DNX 7260 BT Handleiding

Type
Handleiding