NL
24
Overige
Voorzorgsmaatregelen
Netspanningsadapter
Zorg dat de accu-aansluiting geen
kortsluiting maakt met metalen
voorwerpen. Dit kan een storing
veroorzaken.
Beelden afspelen met andere
apparatuur
U kunt beelden die zijn opgenomen
op uw camcorder, mogelijk niet
normaal afspelen met andere
apparatuur. Ook beelden
opgenomen met andere apparatuur
kunnen niet altijd goed worden
afgespeeld met de camcorder.
Opnemen en afspelen
• Vermijd ruwe behandeling,
demontage, aanpassing en
schokken door op het toestel te
kloppen, het te laten vallen of erop
te trappen. Wees vooral voorzichtig
met de lens.
• Als u de geheugenkaart formatteert
met uw camcorder voor u hem gaat
gebruiken, werkt hij stabieler. Bij het
formatteren van een
geheugenkaart worden alle
gegevens erop gewist en kunnen
die niet meer worden teruggehaald.
Sla belangrijke gegevens op een PC
enzovoort op.
• Controleer de richting van de
geheugenkaart. Als u de
geheugenkaart verkeerd om in de
gleuf probeert te duwen, kunnen de
geheugenkaart, de
geheugenkaartgleuf of de
beeldgegevens beschadigd raken.
• Voordat u begint met opnemen,
test u de opnamefunctie om te
controleren of beeld en geluid
zonder problemen worden
opgenomen.
• Televisieprogramma’s, films,
videobanden en ander
beeldmateriaal zijn wellicht
beschermd door auteursrechten.
Het opnemen van dergelijk
materiaal zonder toestemming kan
een inbreuk betekenen op de
wetgeving inzake auteursrechten.
• De inhoud van opnames wordt niet
vergoed, zelfs niet als er niet kan
worden opgenomen of afgespeeld
wegens een storing van de
camcorder, problemen met de
opnamemedia enzovoort.
• De camcorder is niet stofdicht en
evenmin druppel- of
waterbestendig.
• Zorg dat de camcorder niet nat
wordt, bijvoorbeeld door regen of
zeewater. Als de camcorder nat
wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze
storingen niet meer worden
hersteld.
• Richt de camcorder nooit naar de
zon of naar fel licht. Als u dit wel
doet, kan dit een storing van de
camcorder veroorzaken.
• Gebruik de camcorder niet in de
buurt van krachtige radiogolven of
straling. De camcorder kan dan
mogelijk niet goed opnemen of de
beelden niet goed afspelen.
• Gebruik de camcorder niet op een
zandstrand of in een stoffige
omgeving. Als u dit wel doet, kan
dit een storing van de camcorder
veroorzaken.
• Als er condensatie ontstaat als
gevolg van vocht, stopt u het
gebruik van de camcorder totdat
het vocht verdampt is.
• Stel de camcorder niet bloot aan
mechanische schokken of trillingen.
Hierdoor kan de camcorder onjuist
functioneren of geen beelden
opnemen. Ook kunnen het
opnamemedium of de opgenomen
gegevens beschadigd raken.