Problemen oplossen
In dit gedeelte komen problemen aan de orde die zich tijdens de eerste configuratie kunnen voordoen.
Een uitgebreide handleiding Problemen oplossen vindt u op de documentatie- en diagnose-cd
Documentation and Diagnostics en bij de ”self-help resources” (zelfhulpbronnen) op
http://www.hp.com/
support. Selecteer uw land en taal, selecteer See support and troubleshooting information
(Ondersteuning en informatie over probleemoplossing raadplegen), typ het modelnummer van de
computer en druk op Enter.
Tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst
met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.
●
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
●
Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld op het juiste
voltage voor uw land (115V of 230V).
●
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje brandt.
●
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt.
●
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
●
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord goed.
●
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
●
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de aan/
uit-knop in te drukken. Als het systeem langer dan vier seconden in de standbystand blijft, schakelt
u de computer uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden.
Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw te starten. Als het
systeem niet uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u
het netsnoer weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup
(Computerinstellingen) de optie voor automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de
computer niet automatisch opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
●
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart of een andere optie heeft
geïnstalleerd die niet compatibel is met Plug and Play.
●
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een
printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
●
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart (diskette, cd of USB-apparaat)
voordat u de computer inschakelt.
●
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
●
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCI- of PCI-
Express-adapter) en er één monitor aanwezig is, moet de monitor worden aangesloten op de
monitorconnector van de videobron die als primaire VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het
opstarten worden de overige monitorconnectoren uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze
connectoren is aangesloten, zal de monitor niet werken. U kunt in Computer Setup
(Computerinstellingen) instellen welke bron de standaard VGA-adapter is.
16 Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW