Smeg SE 775 GH5 de handleiding

Type
de handleiding
Inhoudsopgave
112
1 VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ________________113
2 PLAATSING VAN HET BOVENBLAD ________________________115
3 ELEKTRISCHE AANSLUITING _____________________________117
4 GASAANSLUITING ______________________________________118
5 AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE GASSOORTEN ______120
6 LAATSTE HANDELINGEN ________________________________124
7 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ___________________________126
8 REINIGING EN ONDERHOUD _____________________________128
DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE
VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de
installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet
uitvoeren.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen,
beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.
Presentatie
113
1 VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN
MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN
BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN DE
KOOKPLAAT.
WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN
ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT
TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE
MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD
DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN
DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE
NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT
IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN:
BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER
ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE
WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER
GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE
VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE
CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
VERBINDING MET DE AARDE IS VERPLICHT VOLGENS DE
TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE
ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD,
MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE
VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.
TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET
STOPCONTACT.
KEUR DE KOOKPLAAT ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE
HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN.
IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT
WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET
HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM
WORDEN GECONTACTEERD. PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE
REPAREREN.
Presentatie
114
CONTROLEER TELKENS NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT OF
DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND «NUL» (UIT) STAAN.
DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR GEPLAATST
ONDER DE KAP. DE PLAAT OP DE KAP MAG IN GEEN GEVAL
WORDEN VERWIJDERD.
VÒÒR HET AANSLUITEN VAN HET APPARAAT, ZICH ALTIJD ERVAN
VERZEKEREN DAT HET OP HETZELFDE SOORT GAS AFGESTEMD
IS DAT HET ZAL VOEDEN. KONTROLEER DAAROM HET PLAATJE
ONDER AAN HET KAP.
ZET GEEN PANNEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT DIE
NIET VOLKOMEN GLAD EN REGELMATIG ZIJN.
GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK
VAN DE KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.
HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR
VOLWASSENEN.
STA HET NIET TOE DAT DE KOOKPLAAT GEBRUIKT WORDT ALS
SPEELGOED DOOR KINDEREN, ZONDER VOLDOEND TOEZICHT.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN
DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE
AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR
– AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT -
WEEE).•DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET
INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR
WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE
EUROPESE UNIE.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of
materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen
van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van
afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-
originele vervangingsonderdelen.
Instructies Voor de Installateur
115
2 PLAATSING VAN HET BOVENBLAD
De volgende ingreep vergt metsel- of timmerwerk en moet derhalve
worden verricht door een technicus die op dit vlak bekwaam is. De
installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als
het maar hittebestendig is (T 90°C).
Gebruik voor de installatie van het apparaat geen siliconen of ander
isolatiemateriaal maar uitsluitend de geleverde kneedgum.
2.1 Bevestiging aan de steunstructuur
Maak een opening in het bovenblad
van het meubel met de afmetingen die
op de afbeelding worden vermeld, en
houd daarbij een minimum afstand tot
de achterrand van 50 mm. Deze
machine is geclassificeerd onder “type
Y” v.w.b. brandrisico’s en mag dichtbij
wanden gezet worden die hoger als de
werktafel zijn, mits een afstand van 145
mm word aangehouden, zoals in de
tekening is afgebeeld. Dit om schade
veroorzaakt door oververhitting te
vermijden.
Vergewis u ervan dat de vuren van de fornuizen een minimum afstand
tot een eventuele verticale plank erboven hebben van 750 mm.
Plaats de bijgesloten isolerende pakking zorgvuldig op de buitenrand
van de in het werkblad gemaakte opening zoals afgebeeld in de
onderstaande figuur en laat hem met een lichte druk van de hand over
het hele oppervlak hechten. Houd u aan de afstanden van de
afbeelding en vergeet niet dat de zijden A tegen de opening aan
moeten komen te liggen. Bevestig de kookplaat met behulp van de
speciale bijgesloten beugels B op het meubel. Snijd de overtollige
pakking van rand C recht af. De afmetingen van de volgende tekening
verwijzen naar de opening aan de binnenzijde van de pakking.
Instructies Voor de Installateur
116
In geval van installatie op een neutrale ruimte met deurtjes moet er een
scheidingspaneel worden geplaatst onder de kookplaat. Houd een
minimum afstand van 10 mm tussen de onderkant van het apparaat en
de bovenkant van het paneel aan, dat bovendien gemakkelijk moet
kunnen worden weggenomen om gemakkelijk bij de kookplaat te
kunnen komen in geval van eventuele technische ingrepen.
Instructies Voor de Installateur
117
3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer of het voltage en de dimensionering van de voedingslijn
corresponderen met de eigenschappen op het plaatje onder de kap van
het apparaat. Dit plaatje mag in geen geval worden verwijderd.
De stecker aan het uiteinde van de snoer moet overeenstemmen met
het stopcontact en moet bovendien aan de desbetreffende geldende
voorschriften conform zijn. Controleer of de voedingslijn naar behoren
geaard is.
Breng op de voedingslijn van het apparaat een veelpolig
onderbrekingsmechanisme aan met en afstand tussen de contacten
van minstens 3 mm, op een gemakkelijk toegankelijke plaats en in de
buurt van het apparaat.
Gebruik geen reductoren, adapters of aftakmoffen.
In geval van vervanging van de voedingskabel, mag de doorsnede van
2
de draden van de nieuwe kabel niet minder zijn dan 1.0 mm (kabel van
3 x 1.0), en denk eraan dat het uiteinde dat met het apparaat
verbonden moet worden een minstens 20 mm langere aardingsdraad
(geel-groen) moet hebben. Gebruik uitsluitend een snoer van type
H05V2V2-F of gelijkwaardig die bestendig is tegen een temperatuur
van 90°C. Het vervangen van de snoer mag slechts door een
gespecialiseerd technicus worden uitgevoerd die aansluiting op het
stroomnet volgens het hiernavolgende schema zal moeten uitvoeren.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Voor persoonlijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het
veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door onklaar
maken van een afzonderlijk deel van het apparaat: de fabrikant wijst
elke aansprakelijkheid af.
Instructies Voor de Installateur
118
4 GASAANSLUITING
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre
koperbuis of met een flexibele buis met doorgaande wand en in
overeenstemming met de voorschriften van de normen. Om de
aansluiting te vergemakkelijken kan de verbinding A aan de achterkant
van het apparaat zijwaarts worden gericht; draai de zeskantmoer B los,
draai de verbinding A in de gewenste positie en span de zeskantmoer
B opnieuw (de afdichting ervan wordt verzekerd door een biconische
messing ring).
Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en
nooit met een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is
goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P)
- G20/G25 (2E+)
met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar . Voor
voeding met andere types gas zie Hoofdstuk “5. REGELING VAN HET
GAS”. Het verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas
(ISO 7-1 / ISO 228-1 ).
Aansluiting met starre koperbuis: de
aansluiting op het gasnet moet zodanig
geschieden dat het geen belastingen van welke
aard dan ook op het apparaat veroorzaakt. De
aansluiting kan gebeuren met een adapter D
met biconus.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende
voorschriften.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend flexibele
buisen volgens de geldende voorschriften (op de buis moet
het opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar zijn) en zet altijd
tussen het verbindingsstuk A en de flexibele buis D een
geschikte adaptor C. De adaptor C moet voorzien zijn van
een interne cilindrische leiddraad (ISO 228-1) aan het
uiteinde zodat deze met het apparaat aangesloten kant
worden en een externe kegelvormige leiddraad (ISO 7-1)
aan het uiteinde om aan de buis te sluiten. Altijd de
geleverde pakking B tussen het verbindingsstuk A en de
adaptor C zetten.
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen
niet meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de
leidingen niet in aanraking komen met beweegbare delen of bekneld
raken.
Instructies Voor de Installateur
119
4.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de
voorschriftenvan de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk de
waarden inacht neemt die worden aangegeven in de tabel in paragraaf
5.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
4.2 Ventilatie van de vertrekken
Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd in ruimten met
permanente ventilatie, zoals voorzien door de normen. In het vertrek
waarin het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht kunnen
toestromen als nodig is voor de reguliere verbranding van het gas en
de nodige luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaatopeningen,
beschermd door roosters, moeten correct gedimensioneerd zijn
(voorschriften van de normen) en zodanig geplaatst dat ze niet geheel
of gedeeltelijk verstopt kunnen raken.
De ruimte moet naarbehoren geventileerd worden om de warmte en de
vochtigheid, die door het bakken worden veroorzaakt, te verwijderen:
voraal, na langdurig gebruik, wordt aanbevolen een raam te openen of
eventueel de snelheid van de ventilatoren te verhogen.
4.3 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via
wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek
en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig
afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die
daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die
door de normen worden opgelegd. Na de werkzaamheden moet de
installateur een conformiteitsverklaring afgeven.
Instructies Voor de Installateur
120
5 AANPASSING AAN DE VERSCHILLENDE
GASSOORTEN
Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat
elektrisch uitgeschakeld worden.
5.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P)
-
G20/G25 (2E+)
met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar
.
In geval van werking met andere types gas moeten de mondstukken
worden vervangen en moet de primaire lucht worden ingesteld.
Om de mondstukken te vervangen en de branders in te stellen, moet
de plaat worden weggehaald zoals beschreven in de volgende
paragraaf.
5.2 Verwijdering van de plaat
1. Alle draaiknoppen, roosters, afdekkingen en vlamverdelingskronen
verwijderen;
2. De schroeven en moeren A die de brandersteunen vasthouden
verwijderen;
3. De niveauregelaar geheel van zijn plaats lichten;
4. Vervolgens de brandermondstukken volgens het referentie
gasschema, vervangen;
5. De primaire lucht afstellen zoals in paragraaf “5.3 Instelling voor
Vloeibaar gas” beschreven wordt.
Instructies Voor de Installateur
121
5.3 Instelling voor vloeibaar gas
Schroef A losdraaien en steun B diep induwen. M.b.v. een vaste sleutel
het brandermondstuk C verwijderen en de juiste, geschikt voor het type
gas dat gebruikt wordt en de instrukties in de referentie tabellen
volgend, monteren. De kracht voor het vastschroeven van het
brandermondstuk mag de 3 Nm niet overschrijden. Breng steun B terug
in de oorspronkelijke positie, zodat brandermondstuk C perfekt bedekt
wordt.
De luchttoevoer regelen door de buis Venturi D te schuiven totdat de
afstand “X”, die in de tabel in paragraaf “5.5 Instelling van de primaire
lucht” wordt aangegeven, bereikt is en met schroef A vastzetten. Na
alle afstellingen uitgevoerd te hebben, de zegels met waslak of
gelijkwaardig materiaal herstellen.
Nominaal
Vloeibaar gas – G30/G31 28/37 mbar
warmtever
Brander
mogen
30/30 mbar
(kW)
Diameter By-pass Beperkt
Debiet Debiet
mondstuk mm debiet
g/h G30 g/h G31
1/100 mm 1/100 (W)
Hulpbrander (1)
1.05 48 30 (1) 380 76 75
Halfsnelle (2)
1.65 62 30 (1) 380 120 118
Snel (3)
2.55 76 37 (2) 650 185 182
Snel groot (4)
3.1 85 43 750 225 222
Vispan (7)
2 67 43 (3) 750 145 143
Zeer snel (5)
3.3 87 55 (4) 1200 240 236
Dubbele
Intern 1.15 48 30 (1) 380 84 82
kroon
Extern 3.8 92 55 (4) 1200 276 271
(6)
(1)= 33 apparaten zonder kleppen.
(2)= 40 apparaten zonder kleppen.
(3)= 45 apparaten zonder kleppen.
(4)= 65 apparaten zonder kleppen.
Instructies Voor de Installateur
122
5.4 Instelling voor methaangas
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G20/G25 (2E+)
- G25 (2L 3B/P) bij een druk van 20/25 mbar - 25 mbar
. Om het apparaat in de bedrijfsomstandigheden voor dit type gat
te brengen, moeten dezelfde handelingen worden verricht als
beschreven in paragraaf “
5.3 Instelling voor vloeibaar gas” maar nu met
de mondstukken en de primaire lucht voor methaangas, zoals vermeld
in de volgende tabel en in paragraaf “
5.5 Instelling van de primaire
lucht”. Na alle afstellingen uitgevoerd te hebben, de zegels met waslak
of gelijkwaardig materiaal herstellen.
Nominaal
Methaangas – G20/G25 20/25 mbar
Brander
warmtevermogen
(kW)
Diameter mondstuk Beperkt debiet
1/100 mm (W)
Hulpbrander (1)
1.05 73 380
Halfsnelle (2)
1.65 92 380
Snel (3)
2.55 115 650
Snel groot (4)
3.1 126 750
Vispan (7)
2.0 100 750
Zeer snel (5)
3.3 130 1200
Intern 1.05 73 380
Dubbele
kroon (6)
Extern 3.9 140 1200
Nominaal
Methaangas –G25 25 mbar
Brander
warmtevermogen
(kW)
Diameter mondstuk Beperkt debiet
1/100 mm (W)
Hulpbrander (1)
1.05 76 380
Halfsnelle (2)
1.65 98 380
Snel (3)
2.7 123 650
Snel groot (4)
3.1 130 750
Vispan (7)
2.15 110 750
Zeer snel (5)
3.3 135 1200
Intern 1.05 76 380
Dubbele
kroon (6)
Extern 3.9 150 1200
Instructies Voor de Installateur
123
5.5 Instelling van de primaire lucht
Op grond van de afstand “X” in mm.
G30/G31
G20/G25 G25
Brander
28/37 mbar
20/25 mbar 25 mbar
30/30 mbar
Hulpbrander (1) 1.5 1.0 1.0
Halfsnelle (2) 1.5 1.0 1.5
Snel (3) 1.0 0.5 1.5
Snel groot (4) 2.5 1.5 10.0
Vispan (7) 2.0 1.5 2.5
Zeer snel (5) 2.0 1.5 2.5
Intern 3.0 1.0 6.0
Dubbele
kroon (6)
Extern 3.0 1.5 10.0
Om de branders op uw kookplaat te herkennen verwijzen wij naar de tekeningen
in paragraaf “6.3 Rangschikking van de branders op de kookplaat “
Instructies Voor de Installateur
124
6 LAATSTE HANDELINGEN
Na bovenstaande instellingen te hebben uitgevoerd, het apparaat weer
in elkaar zetten door de instructies uit paragraaf “5.2 Verwijdering van
de plaat” in omgekeerde volgorde uit te voeren.
6.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Plaats de componenten terug op de brander en
steek de knoppen op de staafjes van de kranen.
Zet de brander aan en breng hem in de
minimum stand. Neem de knop opnieuw weg en
draai aan de stelschroef in of naast het staafje
van de kraan (afhankelijk van het model), totdat
u de kleinste regelmatige vlam bereikt.
Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit
van de vlam van de brander (door de knop snel
van de maximum naar de minimum stand te
draaien, mag de vlam niet doven).
6.2 Instelling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de instelling van het minimum voor vloeibaar gas moet de schroef
die in of naast het staafje van de kraan zit (afhankelijk van de modellen)
helemaal met de klok mee worden gedraaid.
De diameters van de by-pass voor elke brander afzonderlijk worden
vermeld in de tabel “
5.3 Instelling voor vloeibaar gas”.
Nach der Einstellung für ein anderes als das geprüfte Gas muß die
Etikette auf dem Gehäuse des Geräts mit der Etikette für das neue Gas
ersetzt werden. Diese Etiketten befinden sich in der Tüte mit den
mitgelieferten Düsen.
Instructies Voor de Installateur
125
6.3 Rangschikking van de branders op de kookplaat
BRANDER
1. Hulpbrander
2. Halfsnelle
3. Snel
4. Snel groot
5. Zeer snel
6. Dubbele kroon
7. Vispan
6.4 Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen in de loop der tijd moeilijker
gaan draaien en blokkeren. Maak hen dan aan de
binnenkant schoon en ververs het smeervet. Dit dient te
worden gedaan door een gespecialiseerd technicus.
Instructies Voor de Gebruiker
126
7 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Alvorens de branders in te schakelen dient te worden gecontroleerd of
de vlamverdelers, de kapjes en de rooster op de juiste manier zijn
gemonteerd. In de snelbrander moet de nis A samenvallen met de pen
B. Het rooster C (indien bijgeleverd) moet worden gebruikt voor de wok
(Chinese pan). De reductie D wordt alleen geleverd bij de modellen met
open roosters en moet worden gebruikt voor kleine pannen.
7.1 Accensione dei bruciatori
De bedieningen zijn duidelijk en gemakkelijk te gebruiken dankzij de
indicatoren in reliëf: vanuit elke knop loopt een lijn die naar de
corresponderende brander leidt. De ingestelde stand wordt aangeduid
door het verlengde uiteinde van de knop of door de wijzer die erop
staat afgebeeld.
(Alleen voor bepaalde modellen)
De brander met dubbele krans, bediend door twee knoppen, wordt
aangeduid door twee lijnen: een lange lijn die verwijst naar de kleine
middelste brander, en een korte lijn die verwijst naar de buitenste
brander. De brander met dubbele krans wordt gevormd door een
hulpbrander en een snelbrander; hij wordt bediend door twee
verschillende knoppen waarmee de pitten samen of elk apart kunnen
worden gebruikt, al naar gelang de eisen.
De gaspitten zijn voorzien van elektronische ontsteking. Het is
voldoende om de draaiknop tegen de klok in op het symbool van
minimale vlam te draaien en in te drukken, totdat het gaspit
aangestoken is. Bij de modellen die met beveiligingskleppen uitgerust
zijn, de knop voor ongeveer 2 seconden ingedrukt houden om het
doorlaten van het gas en de beveiligingsinrichting te activeren. Mocht
de vlam van een brander uitgaan zodra de knop losgelaten wordt, dan
moet de handeling opnieuw verricht worden en de knop dient langer
ingedrukt gehouden te worden.
In de modellen die van beveiligingskleppen voorzien zijn zal, in het
geval dat de branders per ongeluk uit gaan, na een pause van ca. 20
seconden het automatische beveiligingssysteem het doorlaten van het
gas blokkeren, zelfs als de kraan open staat.
Instructies Voor de Gebruiker
127
7.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik moeten er pannen met een
vlakke, regelmatige bodem worden gebruikt en met een
deksel, met de juiste afmeting ten opzichte van de
brander (zie paragraaf “7.3 Diameter van de pannen”).
Vermijd tijdens het koken brandwonden of
beschadiging van het werkblad door alle schalen of
(grill)pannen binnen de omtrek van de kookplaat te
houden met een minimum afstand van 3-4 cm tot de
knoppen.
Let ervoor op dat u het glas van het deksel niet aanraakt met nog hete
pannen en koekepannen. Als gevolg van de grote hitte zou het glas
kunnen barsten en breken.
7.3 Diameter van de pannen
Brander Ø min. en max. (in cm.)
Hulpbrander 7 – 18
Halfsnelle 10 – 24
Snel 12 – 24
Snel groot 14 – 26
Dubbele kroon 12 – 28
Zeer snel 22 – 28
Vispan Speciale ovale pannen
7.4
Gebruik van een grillplaat
Bij gebruik van een grillplaat moet u met het volgende rekening houden:
handhaaf een afstand van 160 mm tussen de rand van de grillplaat
en de zijwand;
indien één van de branders in de buurt van de houten achterwand
een driedubbele kroonbrander is, dan moet u vanaf die wand een
afstand van 160 mm tot aan de rand van de grillplaat handhaven;
let ervoor op dat de vlammen van de branders niet buiten de rand
van de grillplaat komen;
laat de branders onder de grillplaat 10 minuten lang op het
maximumvermogen branden waarna u ze in de minimumstand kunt
zetten. Gebruik de plaat nooit langer dan 45 minuten.
Instructies Voor de Gebruiker
128
8 REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen stoomstraal.
Vóór elke ingreep, altijd eerst de stroom afsluiten.
8.1 Reiniging
Voor een lange levensduur van het kookvlak is het noodzakelijk het
regelmatig schoon te maken na elk gebruik en nadat het afgekoeld is.
8.1.1 Normale tägliche Reinigung der Kochmulde
Om de werkvlakken schoon te maken en in goede staat te houden,
slechts geschikte produkten gebruiken die geen schuurmiddelen of
zure bestandelen op basis van chloor bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en maak hiermee
het oppervlak schoon, nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte
doek of een zeem van damhertenleer.
8.1.2 Voedselvlekken of -restanten
Gebruik beslist geen metalen sponsjes of scherpe schrapers,
om de oppervlakken niet te beschadigen.
De normale produkten (geen schuurmiddelen) gebruiken met
een niet krassende spons en eventueel hout of plastiek
0keukengerei.
Nauwkeurig afnemen en drogen met een zachte doek of een
zeem van damhertenleer.
Instructies Voor de Gebruiker
129
8.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
LET OP: De volgende onderdelen mogen niet in de vaatwasser worden
gewassen.
Bij het normale gebruik van de kookplaat zullen de roestvrijstalen
pandragers en branderdeksels iets gebruineerd raken als gevolg van
de hoge temperatuur. U kunt deze componenten schoonmaken met
uiterst fijne schuursponsjes of vergelijkbare, in de handel beschikbare
producten. Gebruik vervolgens specifieke glanspasta's om het staal
opnieuw te laten schitteren. Bij uw plaatselijke erkende technicus vindt
u professionele producten voor het reinigen en behandelen van
huishoudelijke apparaten.
De roosters, hoedjes, kronen en branders kan men
verwijderen, hetgeen de reiniging vergemakkelijkt.
Reinig hen in warm water met een niet schurend
detergens en let er op dat u alle resten verwijdert.
Wacht tot zij volledig droog zijn alvorens hen terug te
plaatsen. Eventueel in de openingen van de brander
achtergebleven vochtresten zouden er de goede
werking namelijk van kunnen beïnvloeden.
8.2.1 De bougies en veiligheidsvoorzieningen
Voor een goede werking moeten de ontstekingsbougies en de
veiligheidsvoorzieningen altijd goed schoon gehouden worden.
Controleer hen regelmatig en maak hen indien nodig schoon met een
vochtige doek.
8.2.2 Het deksel
Bij de modellen met glazen of stalen deksel moet de reiniging worden
verricht met lauw water, zonder gebruik te maken van ruwe doeken of
schurende middelen.
Alvorens het deksel te openen moeten eventuele vloeistoffen die erop
gevallen zijn, worden weggenomen.
Belangrijk: in geval van oververhitting kan het glazen deksel barsten.
Men moet zich ervan verzekeren dat de brander uitgeschakeld en
afgekoeld zijn alvorens her deksel te sluiten.
Tijdens het reinigen moet het apparaat zorgvuldig worden afgedroogd
omdat resten water en reinigingsmiddel de goede werking en het
aanzien van het apparaat zouden kunnen compromitteren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Smeg SE 775 GH5 de handleiding

Type
de handleiding