Smeg PX 1402 LINEA de handleiding

Type
de handleiding
Inhoudsopgave
99
1. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik _______ 100
2. Plaatsing in het werkblad ___________________________ 101
2.1 Bevestiging op de draagstructuur ______________________________________101
2.2 De pakking plaatsen ________________________________________________102
2.3 Blokkering met klemmen ____________________________________________102
3. Elektrische aansluiting _____________________________ 103
4. Gasaansluiting ___________________________________ 104
4.1 Aansluiting op vloeibaar gas__________________________________________105
4.2 Ventilatie van de ruimten ____________________________________________105
4.3 Afvoer van de verbrandingsproducten __________________________________105
5. Aanpassing aan de verschillende soorten gas _______________ 106
5.1 Verwijdering van de vangschaal _______________________________________106
5.2 Regeling voor vloeibaar gas __________________________________________107
5.3 Regeling voor methaan ________________________________________108
5.4 Regeling voor methaan ________________________________________108
5.5 Regeling van de primaire lucht ________________________________________108
5.6 Montage van de vangschaal__________________________________________109
5.7 Regeling van het minimum voor methaan _______________________________109
5.8 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas____________________________109
5.9 Opstelling van de branders op de kookplaat______________________________109
5.10 Smering van de gaskraantjes _________________________________________109
6. Beschrijving van de bedieningsorganen ________________ 110
6.1 Het frontpaneel ____________________________________________________110
7. Gebruik van de kookplaat ___________________________ 111
7.1 Plaatsing van de pandragers _________________________________________111
7.2 Ontsteking van de branders met veiligheidsinrichting_______________________113
7.3 Praktische wenken voor het gebruik van de branders ______________________113
7.4 Diameter van de recipiënten__________________________________________113
8. Reiniging en onderhoud ____________________________ 114
8.1 Reiniging van de kookplaat___________________________________________114
8.2 Reiniging van de componenten _______________________________________114
DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE
HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
DEZE KOOKPLAAT BEHOORT TOT DE KLASSE 3.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: bestemd voor de gekwalificeerde
technicus die zorg moet dragen voor de goede controle van de gasleiding, de
installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het
gebruik, de beschrijving van de bedieningsorganen en de correcte wijze van reiniging
en onderhoud van het apparaat.
@
Meer productinformatie is beschikbaar op www.smeg.com
Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik
100
1. Waarschuwingen voor de veiligheid en
het gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET APPARAAT. U MOET HEM
GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE KOOKPLAAT INTACT EN OP EEN
GEMAKKELIJK BEREIKBARE PLAATS BEWAREN. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN
ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE
KOOKPLAAT IN GEBRUIK TE NEMEN BEWAAR OOK DE BIJGEVOEGDE SERIE VAN SPUITSTUKKEN.
DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN
IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN
HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN
TOEPASSING ZIJN. HET APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE
VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDER GEBRUIK MOET
ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE
VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE
HUISELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE
AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE
GEDIFFERENTIEERDE INZAMELING VAN AFVAL.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN VOORZIEN DOOR DE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE
STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE
VOORSCHRIFTEN.
HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U DE KOOKPLAAT KORT TESTEN IN
OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT
NIET FUNCTIONEERT MOET U HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
NA IEDER GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT MOET U ALTIJD CONTROLEREN OF DE
BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND "NUL" (UIT) STAAN.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE
PANDRAGERS VAN DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN OF GRILLPLATEN WAARVAN DE DIAMETER GROTER IS DAN DE
BUITENOMTREK VAN DE KOOKPLAAT.
U VINDT HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN HET
MERKTEKEN ZICHTBAAR AANGEBRACHT ONDER HET CARTER, ALS BIJLAGE BIJ DEZE
HANDLEIDING EN VERMELD OP HET KWALITEITSCERTIFICAAT.
HET PLAATJE OP HET CARTER MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE
DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT KOMEN OF ERMEE SPELEN.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN EEN MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN
2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR
(AEEA).
IN DEZE RICHTLIJN WORDEN DE VOOR HET GEHELE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE
GELDENDE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN AFGEDANKTE APPARATEN
VASTGELEGD.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als
gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften, van wijzigingen
aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en van het gebruik van niet-
originele vervangingsonderdelen.
Instructies voor de installateur
101
2. Plaatsing in het werkblad
De onderstaande werkzaamheden omvatten metsel- en/of timmerwerk en moeten
daarom door een deskundige technicus worden uitgevoerd.
Installatie is mogelijk op verschillende materialen zoals metselwerk, metaal, massief
hout en gelamineerd hout, mits hittebestendig (T 90°C).
2.1 Bevestiging op de draagstructuur
Maak een gat in het werkblad van het meubel met de afmetingen aangegeven in de
figuur, waarbij u vanaf de achterkant een minimumafstand moet aanhouden van 100
mm. Dit apparaat kan tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad worden
geplaatst, mits de afstand afgebeeld in de figuur wordt aangehouden om schade als
gevolg van oververhitting te voorkomen. Verzeker u ervan dat er een minimumafstand
van 750 mm bestaat tussen de branders en een schap of kap er eventueel recht
boven.
A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) E (mm) L (mm) X (mm) Y (mm)
min 200 min 460 min 750 20÷60 min 100 1000 364÷367 842÷847
Bij installatie van dit product op een oven moet deze laatste worden uitgerust met een
koelventilator.
Bij installatie boven een neutrale ruimte met deurtjes moet u onder de kookplaat een
scheidingsplaat aanbrengen. Handhaaf een afstand van minimaal 10 mm tussen de
bodem van het apparaat en het oppervlak van het paneel, dat eenvoudig moet kunnen
worden verwijderd voor een gemakkelijke toegang voor eventuele werkzaamheden
door de technische dienst.
Instructies voor de installateur
102
2.2 De pakking plaatsen
Plaats de geleverde isolerende pakking zorgvuldig langs de buitenomtrek van het gat
in het werkblad, zoals aangegeven in de onderstaande figuren, waarbij u er met een
lichte druk van de handen voor moet zorgen dat hij goed over het hele oppervlak
hecht. Houdt u zich aan de in de figuur verstrekte maten en houd er rekening mee dat
de lange zijde aan de voorkant vlak langs het gat moet komen.
2.3 Blokkering met klemmen
Bevestig de kookplaat
met de speciale
bijgevoegde klemmen A
op de structuur.
Verwijder zorgvuldig de
overtollige pakking langs
de rand B. De hoogten
van de onderstaande
tekening verwijzen naar
het gat aan de
binnenzijde van de
pakking.
In de figuur hiernaast
ziet u de exacte
boringen om de
kookplaat op correcte
wijze met de klemmen
mee op het werkblad te
bevestigen.
Instructies voor de installateur
103
3. Elektrische aansluiting
Controleer of de spanning en de capaciteit van de stroomvoorziening overeenstemmen
met de karakteristieken vermeld op het typeplaatje onder het carter van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
De stekker aan het uiteinde van de voedingskabel en het bijbehorende stopcontact
moeten van hetzelfde type zijn en overeenstemmen met de geldende normen met
betrekking tot elektrische installaties. Controleer of de stroomvoorziening is uitgerust
met een goede aarding.
Laat de voedingskabel door de achterkant van het meubel lopen en let ervoor op dat hij
niet in aanraking komt met de onderkant van het carter van de kookplaat of met een
eventueel eronder ingebouwde oven.
Op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van het apparaat moet u op de
voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting aanbrengen met een minimale
contactopening van 3 mm.
Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen.
Bij een eventuele vervanging van de voedingskabel mag de sectie van de draden van de
nieuwe kabel niet kleiner zijn dan 0,75 mm
2
(kabel van 3 x 0,75), waarbij u er rekening mee
moet houden dat aan de zijde die op het apparaat moet worden aangesloten de aardleiding
(geel-groen) tenminste 20 mm langer moet zijn. Gebruik uitsluitend een kabel van het
H05V2V2-F of vergelijkbaar type die bestendig moet zijn tegen een maximumtemperatuur
van 90°C. De kabel moet worden vervangen door een gespecialiseerde technicus die zich
voor de aansluiting op het elektriciteitsnet aan het onderstaande schema zal moeten
houden.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Om ieder risico te voorkomen moet een eventueel beschadigde voedingskabel
worden vervangen door een erkend servicecentrum.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of
zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als
gevolg van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het
apparaat.
Instructies voor de installateur
104
4. Gasaansluiting
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre koperbuis of met een
flexibele buis met doorgaande wand en in overeenstemming met de voorschriften van de
normen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de verbinding A aan de achterkant
van het apparaat zijwaarts worden gericht; draai de zeskantmoer B los, draai de
verbinding A in de gewenste positie en span de zeskantmoer B opnieuw (de afdichting
ervan wordt verzekerd door een biconische messing ring). Controleer na de handeling
met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de afdichting perfect is. De
kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P)
- G20/G25 (2E+)
met een druk van 25 mbar
- 20/25 mbar .
Voor voeding met andere types gas zie Hoofdstuk “5 AANPASSING AAN DE
VERSCHILLENDE SOORTEN GAS ”. Het verbindingsstuk heeft een externe
schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1).
Plaats altijd een geschikte afdichting tussen het verbindingsstuk A en buis C (bijvoorbeeld
teflon pakkingtape).
Bij de inwerkingstelling met een flexibele buis moet u er rekening mee houden dat de
volledige lengte ervan niet meer dan 2 meter mag bedragen en dat de buizen niet met
bewegende delen in aanraking mogen komen of zouden kunnen worden afgeknepen.
Voor de aansluiting van het apparaat op het gasnet moet u een flexibele metalen buis
gebruiken.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend
flexibele buisen volgens de geldende voorschriften.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend
flexibele buisen volgens de geldende voorschriften (op
de buis moet het opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar
zijn).
Instructies voor de installateur
105
4.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan in naleving van de voorschriften bepaald
in de geldende normen. Verzeker u ervan dat de voedingsdruk beantwoordt aan de
waarden aangegeven in de tabel van hoofdstuk "5.2 Regeling voor vloeibaar gas".
4.2 Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag alleen in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd,
zoals voorzien door de geldende normen. In de ruimte waar het apparaat is geplaatst
moet voldoende lucht kunnen toestromen ter vervanging van die noodzakelijk voor de
normale verbranding van het gas en de normale verversing van de lucht de ruimte
zelf. De door roosters beschermde luchtinlaatopeningen moeten voldoende groot zijn,
in overeenstemming met de geldende normen, en zo geplaatst dat ze, ook niet
gedeeltelijk, kunnen worden verstopt.
De ruimte moet altijd voldoende worden geventileerd om de door het koken
veroorzaakte hitte en vocht af te voeren: vooral na langdurig gebruik verdient het
aanbeveling om een venster te openen of de snelheid van de eventuele ventilatoren te
verhogen.
4.3 Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten moet worden verzekerd met behulp van
afvoerkappen aangesloten op een schoorsteen met voldoende trek, of met een
geforceerde afvoer. Een efficiënt afzuigsysteem vereist een zorgvuldige planning door
een voor deze werkzaamheden bevoegde specialist, die zich zal moeten houden aan
de door de normen voorgeschreven posities en afstanden. Na voltooiing van de
werkzaamheden zal de installateur een verklaring van overeenstemming moeten
afgeven.
Instructies voor de installateur
106
5. Aanpassing aan de verschillende soorten gas
Alvorens de onderstaande handelingen uit te voeren moet u het apparaat
loskoppelen van de voeding.
De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P) - G20/G25 (2E+)
met een druk van 25 mbar - 20/25 mbar .
In geval van werking met andere types gas moeten de mondstukken worden
vervangen en moet de primaire lucht worden ingesteld.
Om de mondstukken te vervangen en de branders in te stellen, moet de plaat worden
weggehaald zoals beschreven in de volgende paragraaf.
5.1 Verwijdering van de vangschaal
Verwijder alle componenten
van de brander volgens de
numerieke volgorde getoond
in de onderstaande figuren:
Verwijderd alle knoppen
door ze naar boven te
trekken.
Trek alle onderdelen van
de branders van de plaat
naar boven.
1
Verwijder de
bevestigingsschroeven
van de vangschaal.
2
Nadat u alle
bovenstaande
onderdelen heeft
verwijderd moet u de
vangschaal naar boven
toe optillen. Trek de
vastgeklemde delen
tegelijkertijd los (de
kookplaat heeft 5
koppelingspunten met
het carter eronder).
3
Wanneer u de vangschaal vervolgens weer terugmonteert moet u, na hem te
hebben geplaatst, op de eerder aangeduide punten drukken om ze weer vast te
klemmen.
Instructies voor de installateur
107
5.2 Regeling voor vloeibaar gas
Draai schroef C los en duw de luchtregelaar D
helemaal aan.
Verwijder inspuiter E met een sleutel van 7
mm en monteer het geschikte type volgens de
aanwijzingen van de referentietabellen voor
het te gebruiken type gas. Het
aandraaimoment van de inspuiter mag nooit
hoger zijn dan 3 Nm.
Regel de luchtaanvoerstroom door de
regelaar D te verplaatsen tot u de afstand “X”,
vermeld in de tabel van paragraaf "Errore.
L'origine riferimento non è stata trovata.
Errore. L'origine riferimento non è stata
trovata.”, heeft verkregen.
Blokkeer regelaar D met schroef C.
Brander
Nominale
warmte-
afgifte
(kW)
Vloeibaar gas - G30/G31 30/37 mbar
Diameter
spuitstuk
1/100 mm
Bypass
1/100
mm
Vermin–
derde
afgifte
(W)
Afgifte
g/h G30
Afgifte
g/h G31
Hulpbrander 1.05 48 30 400 76 75
Halfsnelle brander 1.7 62 32 500 124 121
Snelle brander 3.0 80 50 1050 218 214
Ultrasnelle brander 4.2 100 63 1600 305 300
Instructies voor de installateur
108
5.3 Regeling voor methaan
Het apparaat is goedgekeurd voor methaangas G20/G25 (2E+) bij een druk van 20/25
mbar. Om het apparaat weer terug te brengen in de werkstand voor dit type gas moet u
dezelfde handelingen uitvoeren zoals beschreven in paragraaf “5.2 Regeling voor vloeibaar
gas” met keuze van de spuitstukken en regeling van de primaire lucht voor methaan, zoals
aangegeven in de onderstaande tabel en in paragraaf “5.5 Regeling van de primaire lucht”.
Brander
Nominale
warmte-
afgifte
(kW)
Methaangas - G20/G25 20/25 mbar
Diameter spuitstuk
1/100 mm
Verminderde afgifte
(W)
Hulpbrander 1.05 73 400
Halfsnelle brander 1.7 92 500
Snelle brander 3.0 123 1050
Ultrasnelle brander 4.2 150 1400
5.4 Regeling voor methaan
Het apparaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P) bij een druk van 25 mbar.
Om het apparaat weer terug te brengen in de werkstand voor dit type gas moet u dezelfde
handelingen uitvoeren zoals beschreven in paragraaf “5.2 Regeling voor vloeibaar gas” met
keuze van de spuitstukken en regeling van de primaire lucht voor methaan, zoals
aangegeven in de onderstaande tabel en in paragraaf “5.5 Regeling van de primaire lucht”.
Brander
Nominale
warmte-
afgifte
(kW)
Methaangas - G25 25 mbar
Diameter spuitstuk
1/100 mm
Verminderde afgifte
(W)
Hulpbrander 1.05 78 400
Halfsnelle brander 1.7 98 450
Snelle brander 3.0 130 1050
Ultrasnelle brander 4.2 160 1400
5.5 Regeling van de primaire lucht
Met verwijzing naar de afstand “X” in mm.
BRANDER
G20/G25
20/25 mbar
G30/G31
30/37 mbar
G25
25 mbar
Hulpbrander
1 3 1
Halfsnelle brander
1 2 1
Snelle brander
2 3 1.5
Ultrasnelle brander
4 10 1
Om de branders op uw kookplaat te herkennen verwijzen wij naar de tekeningen in
paragraaf "5.9 Opstelling van de branders op de kookplaat".
Instructies voor de installateur
109
5.6 Montage van de vangschaal
Ga in de omgekeerde volgorde te werk ten opzichte van de instructies weergegeven
in paragraaf “5.1 Verwijdering van de vangschaal”.
Plaats de pandragers zoals beschreven in hoofdstuk “7.1 Plaatsing van de pandragers”
5.7 Regeling van het minimum voor methaan
Plaats de onderdelen weer op de brander en druk de
knoppen op de staafjes van de kraantjes.
Ontsteek de brander en zet hem in de minimumstand
.
Trek de knop weer van het gaskraantje af en verdraai
het schroefje in of naast de stang van het kraantje
(afhankelijk van de modellen) tot u een regelmatig
brandende minimumvlam heeft.
Plaats de knop weer terug en controleer de stabiliteit
van de vlam van de brander (wanneer u de knop snel
van de maximum- naar de minimumstand draait mag
de vlam niet uitgaan).
5.8 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet u de schroef in of naast de
staaf van het kraantje (afhankelijk van de modellen) volledig rechtsom draaien.
De diameters van de bypassen staan voor iedere afzonderlijke brander vermeld in de
paragraaf “5.2 Regeling voor vloeibaar gas”.
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet u het op het carter
van apparaat aangebrachte etiketje vervangen door dat voor het nieuwe gas. Het
etiketje bevindt zich in het zakje met LPG spuitstukken (G30 - G31)
5.9 Opstelling van de branders op de kookplaat
Type brander
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle brander
3 Snelle brander
4 Ultrasnelle brander
5.10 Smering van de gaskraantjes
In de loop der tijd kan het gebeuren dat het gaskraantje moeilijk gaat draaien en
geblokkeerd raakt. Maak hem van binnen schoon en vervang er het smeervet van.
Deze handeling moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerd technicus.
Instructies voor de gebruiker
110
6. Beschrijving van de bedieningsorganen
6.1 Het frontpaneel
Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de kookplaat bevinden zich op het
frontpaneel.
BEDIENINGSPANEEL
Kookplaat 4 branders
BESCHRIJVING VAN DE KNOP
Om de brander te ontsteken moet u de knop indrukken en tegelijkertijd linksom
draaien naar de waarde van de minimumvlam .
Om de vlam te regelen moet u de knop in het gebied tussen het maximum
en het minimum zetten.
U schakelt de brander uit door de knop terug te draaien naar de stand O.
KNOP- BRANDERCOMBINATIE
Instructies voor de gebruiker
111
7. Gebruik van de kookplaat
Verzeker u ervan dat de branders, de
vlamverdelers en de pandragers op correcte wijze
gemonteerd zijn.
De uitstulpingen A van de vlamverdelers moeten in
de uitsparingen B van de brander vallen. De
vonkontstekers en de thermokoppels D van de
plaat moeten in de gaten C van de brander vallen.
7.1 Plaatsing van de pandragers
Bij de levering liggen de pandragers niet op de plaat. Voor de correcte plaatsing van
iedere pandrager op de bijbehorende brander moet u de onderstaande instructies
opvolgen:
Elke pandrager moet op de bijbehorende
brander worden geplaatst voor de juiste werking.
Let goed op de verschillende diameters van de
pandragers en op de vlamverdelers.
Op het uiteinde van de pootjes van de
pandragers zijn siliconen dopjes aangebracht;
deze hebben een opening waarmee de
betreffende bevestigingspen op zijn plaats kan
worden gecentreerd.
Plaats de pandrager door de
bevestigingspennen (1) en (2)
te centreren en daarna te
laten zakken op het
oppervlak.
De pootjes van de pandragers
mogen na plaatsing niet
boven het fornuis zweven,
maar moeten op het fornuis
rusten.
Instructies voor de gebruiker
112
Verzeker u ervan dat de pandragers gewoon middenop de bijbehorende
branders staan, zonder dat deze laatste elementen omhoog of schuin komen te
staan. In zo'n geval moet u de plaatsing herhalen.
FOUT JUIST
FOUT JUIST
Na de hierboven beschreven handelingen te hebben uitgevoerd (voor elk van de
roosters), zal de kookplaat eruit zien zoals afgebeeld in de onderstaande figuur, met de
pootjes van de pandragers opgesteld volgens een patroon van horizontale en verticale
lijnen.
Indien een pan uitzonderlijk onstabiel staat moet u controleren of u de
pandragers niet op verkeerde wijze heeft geplaatst.
Instructies voor de gebruiker
113
7.2 Ontsteking van de branders met veiligheidsinrichting
Naast iedere knop staat de bijbehorende brander aangegeven (het nevenstaande
voorbeeld verwijst naar de brander linksvoor).
Het apparaat is uitgerust met een elektronische ontsteking. U hoeft slechts de knop in
te drukken en tegelijkertijd linksom te draaien op het symbool van de minimumvlam ,
tot de brander zal zijn ontstoken. Houd de knop nog circa 2 seconden lang ingedrukt
om de vlam te laten blijven branden en de veiligheidsinrichting te activeren. Het kan
gebeuren dat de brander uitgaat op het moment dat u de knop loslaat: In zo'n geval
moet u de handeling herhalen en de knop iets langer ingedrukt houden.
(Enkel op sommige modellen) Wanneer de brander ontstoken is zal de bijbehorende
bedieningsknop gaan branden en er de ontsteking van aangeven. De knop zal na
enkele seconden uitgaan wanneer hij op de stand O gedraaid wordt, of bij het
ongewenste doven van de brander. Het ontsteken en het uitgaan van de brander
gebeurt geleidelijk.
Indien de branders per ongeluk uit zouden gaan zal, na ongeveer 20 seconden, een
veiligheidsinrichting ingrijpen en de gastoevoer blokkeren, ook bij een open kraantje.
7.3 Praktische wenken voor het gebruik van de branders
Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik
moet u recipiënten gebruiken met een platte en effen bodem en een deksel
en qua grootte aangepast is aan de brander (zie paragraaf “7.4 Diameter
van de recipiënten”).
Om tijdens het koken brandwonden en schade aan het werkblad te
vermijden moeten alle recipiënten of grillplaten binnen de buitenomtrek van
de kookplaat en op een afstand van minimaal 5-7 cm van de knoppen
blijven.
7.4 Diameter van de recipiënten
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle brander
3 Snelle brander
4 Ultrasnelle brander
Ø min. en max. (in cm)
7-18
10-24
18-24
20-26
Instructies voor de gebruiker
114
8. Reiniging en onderhoud
Vóór alle werkzaamheden moet u de elektrische voeding van het apparaat
loskoppelen.
Gebruik geen stoomstraal om het apparaat mee schoon te maken.
8.1 Reiniging van de kookplaat
Voor een goed behoud van de kookplaat moet u hem na ieder gebruik en nadat hij is
afgekoeld schoonmaken.
8.1.1 Gewone dagelijkse reiniging van de glazen plaat
Om de glazen oppervlakken schoon te maken en intact te houden moet u altijd en
uitsluitend de speciaal hiervoor bestemde producten gebruiken die geen
schuurmiddelen of zuren op chloorbasis mogen bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en wrijf het uit op het oppervlak,
spoel het zorgvuldig af en droog het met een zachte doek of een zeem.
8.1.2 Voedselvlekken of -resten
Het gebruik van metalen schuursponsjes en scherpe spatels moet worden
vermeden om de oppervlakken niet te beschadigen.
Gebruik de normale, niet-schurende producten voor glas met niet-schurende
sponzen en eventueel houten of plastic gerei.
Spoel en droog het apparaat vervolgens goed af met een zachte doek of een
zeem.
8.2 Reiniging van de componenten
Gebruik voor het schoonmaken van de knoppen geen agressieve producten die
alcohol bevatten of producten voor het reinigen van staal en glas die blijvende schade
zouden kunnen aanrichten.
De onderstaand beschreven componenten mogen nooit in de vaatwasser worden
schoongemaakt.
8.2.1 De draaiknoppen
De draaiknoppen moeten worden schoongemaakt met een met lauw water
bevochtigde zachte doek en daarna goed worden afgedroogd. U kunt ze gemakkelijk
verwijderen door ze naar boven te trekken.
8.2.2 De pandragers
Verwijder de pandragers en was ze in lauw water met een niet-schurend
schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert. Plaats ze weer
op de kookplaat terug zoals beschreven in paragraaf “7.1 Plaatsing van de
pandragers”.
8.2.3 De vlamverdelers
De deksels en vlamverdelers kunnen verwijderd worden om ze gemakkelijker te
kunnen schoonmaken; was ze in lauw water met een niet-schurend
schoonmaakmiddel en zorg ervoor dat u alle aankoekingen verwijdert en wacht tot ze
volledig opgedroogd zijn.
De uitstulpingen A van de brander moeten in de uitsparingen B van de vlamverdeler
vallen. De gaten C van deze laatste dienen voor de vonkontstekers en de
thermokoppels D van de plaat.
8.2.4 De vonkontstekers en de thermokoppels
Voor een goede werking moeten de vonkontstekers en thermokoppels altijd goed
schoon zijn. Controleer ze regelmatig en maak ze, indien noodzakelijk, schoon met
een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten worden verwijderd met een houten
stokje of een naald.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Smeg PX 1402 LINEA de handleiding

Type
de handleiding