Eerste-Laatste...
steunhoogten
1. Het bedieningspaneel
2. Ventilator* (niet zichtbaar)
3. Verwarmingselement bovenwarmte
(kan worden verlaagd)
4. Ovenlampje
5. Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
6. Ventilator
7. Verwarmingselement onderwarmte
(niet zichtbaar)
8. Zijlampje
9. Deurscharnier
10. Ovenkoeldeur
*N.B.:
De ventilator schakelt alleen in wanneer de
oven een bepaalde temperatuur heeft bereikt.
De ventilator kan nog een bepaalde tijd blijven
draaien nadat de oven uitgezet is, om voor een
goede koeling te zorgen.
ACCESSOIRES
• Rooster
(Al naar gelang het model) • Opvangbak
OVENFUNCTIETABEL
Functie
Functie
Voorinstelling
temperatuur/
hoogte
Beschrijving van de functie
(zie de details in de gebruikshandleiding)
Symbool Nr.
– – OVEN UIT - -
– 1 OVENLAMPJE - Om de ovenverlichting in te schakelen.
2
MLTF
(Warmhouden)
35C
Om een constante temperatuur te
handhaven, op 35°C of op 60°C.
3STATISCH 200C
Om voedsel te bereiden op één hoogte.
Voorverwarming.
4
GEBAK
(Statisch + Ventilator)
175C
Om op twee hoogten voedsel te bereiden,
op dezelfde temperatuur.
5 VENTILATOR 160C
Om op meer dan een hoogte voedsel te
bereiden, op dezelfde temperatuur.
6 TURBOVENTILATOR 160C
Voor bereiding van: grote vruchtencakes,
gevulde groenten, pasteitjes, gevogelte.
7GRILL 3
Voor het grillen van kleine stukjes vlees,
toast, enz.
8
TURBOGRILL
(Grill + Ventilator)
3 Voor het grillen van grote stukken vlees.
9 PROGRAMMA P1 Voor het bakken van pizza, brood, focaccia.
Eerste
Laatste
RAADPLEEG HET INFORMATIEBLAD VAN HET PROGRAMMEERAPPARAAT VOOR
DE BESCHRIJVING VAN HET GEBRUIK VAN DE OVEN.
DE OVEN AANZETTEN
Wanneer de oven voor het eerst wordt aangesloten op het elektriciteitsnet, of opnieuw
wordt aangesloten na een stroomuitval,
verschijnt op het display “”.
Om de oven aan te zetten:
• draai
knop 1
met de wijzer naar boven, zoals op afb. 1 van het programmeringsblad.
• druk op
toets 3
.
Op het display verschijnt “--:--”.
5019 100 53212
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
BEZH 3000
1. Keuzeknop: om de ovenfuncties te kiezen.
2. Knop voor instelling van: tijd van de dag, bereidingstijd, de tijd waarop de bereiding dient te
eindigen, de temperaturen, de verwarmingssterkten en het type bereiding (Functie
P
).
3. Toets voor keuze en bevestiging van de verschillende handelingen (steeds opnieuw
indrukken).
4. Toets voor keuze van een speciale functie: “Bruinen” en “Warmhouden” .