Whirlpool WBA4398 NFC IX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
47
Het apparaat dat u zojuist gekocht heeft, is
ontworpen voor huishoudelijk gebruik en voor
het gebruik in:
- keukens van werkplekken, winkels en/of
kantoren
- op boerderijen
- in hotels, motels, residences, bed & breakfast
voor het gebruik door de verschillende
klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog
eens kunt raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is volledig recyclebaar,
zoals wordt aangegeven door het recyclingsymbool.
Houd u bij het weggooien ervan aan de plaatselijke
voorschriften. Het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het
bereik van kinderen worden gehouden, omdat het
een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken/Afvalverwerking
Het apparaat is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van
het merkteken volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake Afgedankte Elektrische en
Elektronische apparatuur (AEEA). Door ervoor te
zorgen dat dit apparaat correct wordt afgedankt,
helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het
milieu en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het apparaat of op de
begeleidende documentatie geeft aan dat dit
apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar naar een speciaal verzamelpunt voor
recycling van elektrische en elektronische
apparatuur moet worden gebracht.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door
te snijden en de deuren en schappen te
verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het
apparaat kunnen kruipen en opgesloten kunnen
raken. Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en
breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar
dagen, aangezien het voor kinderen een bron van
gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over
de behandeling, terugwinning en recycling van dit
apparaat wordt u verzocht contact op te nemen
met uw gemeentehuis, uw afvalophaaldienst of de
winkel waar u het apparaat heeft gekocht.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK's. Het koelcircuit
bevat R134a (HFC) of R600a (HC) (zie het
typeplaatje in het apparaat). Voor apparaten met
isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas
dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Controleer daarom altijd
of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd
zijn. Dit product bevat mogelijk broeikasgassen met
fluorverbindingen die vallen onder het Kyoto-
protocol; het koelgas bevindt zich in een
hermetisch gesloten systeem. Koelgas: R134a heeft
een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Verklaring van overeenstemming
Dit apparaat is ontworpen voor het bewaren
van levensmiddelen en is gefabriceerd in
overeenstemming met Verordening (EG) Nr.
1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld, geproduceerd en in
de handel gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvoorschriften van de
"Laagspanningsrichtlijn" 2006/95/EG (die
73/23/EEG en latere amendementen
vervangt);
- de beschermingsvereisten van de "EMC"-
richtlijn 2004/108/EG.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen gegarandeerd
wanneer het op de juiste wijze op
een efficiënt werkende installatie
is aangesloten, die volgens de
wettelijke voorschriften is geaard.
MILIEUTIPS
48
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Let erop dat u de vloeren (bijv. parket) niet
beschadigt wanneer u het apparaat verplaatst.
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te
garanderen. De afstand tussen de achterkant van
het apparaat en de wand achter het apparaat
moet 50 mm bedragen. Een kleinere afstand
leidt tot een hoger energieverbruik van het
apparaat.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
het apparaat niet.
Installeer het apparaat waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het apparaat.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
afhankelijk van de klimaatklasse die op het
typeplaatje is vermeld. Het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het lange tijd
in een ruimte staat bij een hogere of lagere
temperatuur dan het genoemde bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de netspanning in uw woning.
Gebruik geen verloopstekkers of verlengkabels.
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en
niet die van het vorige apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice worden gewijzigd of vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Bewaar geen explosieve stoffen zoals
spuitbussen met ontvlambare drijfgassen in dit
apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt
van het apparaat of van andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen mechanische, elektrische of
chemische middelen die het ontdooiproces
versnellen behalve die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij ze onder toezicht staan of instructies met
betrekking tot het gebruik van het apparaat
hebben gekregen van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Om het risico op verstikking en opsluiting te
vermijden, mag het kinderen niet worden
toegestaan in het apparaat te spelen of zich erin
te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (bij enkele modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze
vriesbrandwonden kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met een automatische ijsmaker
en waterdispenser moeten worden aangesloten
op een waterleiding die uitsluitend drinkwater
levert (met een waterleidingdruk van tussen de
0,17 en 0,81 Mpa (1,7 en 8,1 bar)).
Automatische ijsmakers en/of waterdispensers
die niet rechtstreeks op de waterleiding zijn
aangesloten mogen uitsluitend met drinkwater
gevuld worden.
Gebruik het koelvak alleen voor het bewaren
van verse levensmiddelen en het vriesvak alleen
voor het bewaren van ingevroren
levensmiddelen het invriezen van
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak,
omdat het glas dan kan breken.
Leg geen onverpakt voedsel direct op de
binnenoppervlakken van de koelkast of het
vriesvak.
Klimaatklasse
Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
EN ADVIEZEN
49
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
Opmerkingen:
Blokkeer het luchtuitlaatgebied (op de
achterwand) niet met levensmiddelen
Als de vriezer voorzien is van een klep, dan kan
de opbergruimte vergroot worden door de klep
te verwijderen (door hem te buigen).
Alle schappen, kleppen en korven zijn
uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt
geopend en de plaats van het apparaat. Bij het
instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires
van het apparaat niet geschikt om afgewassen te
worden in de afwasmachine.
Nadat u levensmiddelen hebt geplaatst, moet u
ervoor zorgen dat de deuren van het koel- en
vriesvak goed sluiten, vooral de deur van het
vriesvak.
Hoe groter de afstand tussen de achterkant van
het apparaat en de muur, hoe hoger de
energiebesparing.
U kunt de bewaarcapaciteit van de vriezer
vergroten door:
de korven / kleppen te verwijderen (door ze te
buigen) zodat u grote producten kunt bewaren.
de voedselproducten rechtstreeks op de
schappen van de vriezer te leggen.
de Twist IJsmaker (apart) of samen met het
dockingstation te verwijderen.
DE BEWAARCAPACITEIT
VAN DE VRIEZER VERGROTEN
6th SENSE FRESH CONTROL
GREEN INTELLIGENCE PROFRESH
Met deze functie kunt u snel optimale
bewaarcondities (voor wat betreft temperatuur en
vochtigheid) in het apparaat bereiken. Voor een
correcte werking moet ook de ventilator
ingeschakeld zijn. De functie "6th Sense Fresh
Control"/ "Green Intelligence ProFresh" is standaard
ingeschakeld. Om de functie handmatig uit te
schakelen houdt u de toetsen Vriesvak °C en
Nachttarief 3 seconden ingedrukt: u hoort een
geluidssignaal en het symbool "6th Sense Fresh
Control " /"Green Intelligence ProFresh"
igaat uit ter bevestiging dat de functie uitgeschakeld
is.
De functie kan weer worden ingeschakeld door
dezelfde procedure te herhalen: u hoort een
geluidssignaal en het symbool "6th Sense Fresh
Control" /"Green Intelligence ProFresh"
gaat weer branden ter bevestiging dat de functie
ingeschakeld is.
Na een stroomuitval of na het omschakelen van
Stand-by naar de normale modus, wordt de status
van de functies "6th Sense Fresh Control" / "Green
Intelligence ProFresh" gereset naar de
standaardwaarde, d.w.z. ingeschakeld.
ECO NIGHT-FUNCTIE
(NACHTTARIEF)
Met de functie Nachttarief kunt u het
energieverbruik van het apparaat concentreren
tijdens de daluren (gewoonlijk 's nachts), wanneer
energie in grote hoeveelheden beschikbaar is en
minder kost dan overdag (alleen in bepaalde landen
met een systeem met meerdere tarieven op basis
van piek- en daluren - vraag naar de tarieven bij uw
energiemaatschappij).
Druk op de knop Nachttarief op het moment
dat de daluren beginnen (naargelang uw specifieke
tariefplan) om deze functie in te schakelen. Als de
daluren bijvoorbeeld om 20:00 uur starten, dan
moet u op dat tijdstip op de knop drukken.
Wanneer het pictogram Nachttarief AAN is, is
de functie ingeschakeld. Nadat u de functie heeft
ingeschakeld begint het apparaat het
energieverbruik automatisch aan te passen aan het
FUNCTIONS
50
tijdstip, d.w.z. verbruikt het minder energie overdag
dan 's nachts.
BELANGRIJK: Om op een goede manier te
kunnen werken moet de functie zowel 's nachts als
overdag actief zijn.
De functie blijft actief tot u deze uitschakelt (of als
er een stroomstoring optreedt, of als het apparaat
wordt uitgeschakeld). Om de functie uit te
schakelen, drukt u op de knop Nachttarief.
Wanneer het pictogram Nachttarief UIT is, is
de functie uitgeschakeld.
Opmerking: het energieverbruik van het apparaat
is vermeld met de functie Nachttarief uitgeschakeld.
AAN/STAND-BY
Deze functie dient om zowel de koelkast als het
vriesvak Aan of in Stand-by te zetten. Om het
product in Stand-by te zetten, houdt u de knop &
Aan/Stand-by 3 seconden ingedrukt. Alle
symbolen wordt uitgeschakeld, behalve de
achtergrondverlichting van het symbool Aan/Stand-
by , om aan te duiden dat het apparaat in
Stand-by staat. Als het apparaat in Stand-by staat,
werkt de binnenverlichting van de koelkast niet.
Bedenk wel dat het apparaat op deze manier niet
van de elektrische voeding wordt afgekoppeld.
Om het apparaat weer in te schakelen houdt u de
knop Aan/Stand-by 3 seconden ingedrukt.
BLACKOUT-ALARM
Na een stroomuitval is uw apparaat zodanig
ontworpen dat de temperatuur in het vriesvak
automatisch bewaakt wordt tot de stroomtoevoer
hersteld is. Als de temperatuur in het vriesvak
boven het diepvriesniveau ligt, wordt op het
moment dat de stroom terugkeert het
Blackout-symbool verlicht, knippert het
alarmsymbool en klinkt het geluidssignaal. Druk, om
het alarm uit te schakelen, éénmaal op de knop
Reset Alarm .
In geval van een Blackout-alarm, worden de
volgende handelingen aanbevolen:
Als het voedsel in de vriezer niet bevroren maar
nog wel koud is, breng het dan over naar de
koelkast en eet het binnen 24 uur op.
Als het voedsel in de vriezer bevroren is,
betekent dit dat het voedsel ontdooid was en
weer werd ingevroren toen de stroomtoevoer
hersteld werd, de smaak, kwaliteit en
voedingswaarde is verminderd en het voedsel
kan zelfs bedorven zijn. Het wordt geadviseerd
om dit voedsel niet op te eten en de hele inhoud
van het vriesvak weg te gooien.
Het systeem "Blackout-alarm" heeft tot doel om
informatie te verstrekken over de kwaliteit van de
voedingsmiddelen die in het vriesvak aanwezig zijn
bij een stroomuitval Dit systeem garandeert de
kwaliteit van het voedsel niet en consumenten
wordt geadviseerd hun gezonde verstand te
gebruiken bij het controleren van de kwaliteit van
het voedsel in de vries- en koelvakken.
ALARM DEUR OPEN
Het Alarmsymbool gaat branden en er klinkt
een geluidsalarm. Het alarm wordt geactiveerd als
de deur langer dan 2 minuten open blijft staan. Om
de deuralarmen uit te schakelen sluit u de deur of
drukt u éénmaal op de knop Alarm stoppen
om het geluidsalarm te stoppen.
ALARM TEMPERATUUR
Het geluidssignaal klinkt en alle 5 de
temperatuurlampjes van het vriesvak knipperen.
Het alarm wordt geactiveerd als:
Het apparaat weer op het elektriciteitsnet
wordt aangesloten nadat het een periode niet is
gebruikt
• De temperatuur van het vriesvak te hoog is
• De hoeveelheid verse levensmiddelen die in de
vriezer is gezet, groter is dan aangegeven op het
typeplaatje
• De deur van de vriezer lange tijd open heeft
gestaan.
Druk om het alarmsignaal te stoppen éénmaal
op de knop Reset .
Het alarmsymbool wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de temperatuur in het
vriesvak onder de -10°C komt en de
temperatuurlampjes van het vriesvak stoppen
met knipperen en de gekozen instelling wordt
weergegeven.
VENTILATOR
De ventilator verbetert de temperatuurverdeling in
de koelkast, waardoor het voedsel beter
geconserveerd wordt. De ventilator is standaard
ingeschakeld. Geadviseerd wordt om de ventilator
ingeschakeld te houden, zodat de "6th Sense Fresh
Control"/"Green Intelligence ProFresh"-functie
correct kan werken, en ook als de
luchttemperatuur in de omgeving boven de 27 ÷
28 °C komt, als er waterdruppels op de glazen
schappen liggen of als er sprake is van een hoge
luchtvochtigheid. Vergeet niet dat als de ventilator is
ingeschakeld, deze niet continu zal werken. De
ventilator start/stopt met werken afhankelijk van de
temperatuur en/of de vochtigheidsgraad in de
koelkast. Het is dus helemaal normaal als de
ventilator niet werkt ook al is hij ingeschakeld.
51
Opmerking:
Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet
met levensmiddelen.
Om de juiste werking bij een lagere
omgevingstemperatuur (kouder dan 18°C) te
garanderen en het energieverbruik zo laag mogelijk
te houden, schakelt u de ventilator uit. Druk op de
knop van de ventilator om deze uit te schakelen.
Als het apparaat voorzien is van de ventilator, kan
het ook uitgerust worden met het antibacteriële
filter.
De instructies voor de vervanging vindt u in de doos
van het filter.
Haal het filter uit de doos in de crisperlade en plaats
het in de afdekking van de ventilator.
TOETSENBLOKKERING
Als deze functie is ingeschakeld, kunnen de
instellingen niet per ongeluk gewijzigd worden en
kan het apparaat niet per ongeluk uitgezet worden.
Om de toetsen te blokkeren houdt de knop Alarm
stoppen 3 seconden ingedrukt tot het symbool
Toetsenblokkering op het display wordt
weergegeven en er een geluidssignaal klinkt ter
bevestiging dat de functie is geselecteerd. Na 3
seconden gaat het symbool uit.
Als deze functie geactiveerd is, dan klinkt er een
geluidssignaal en knippert het symbool
Toetsenvergrendeling wanneer u op de andere
toetsen (behalve de toets Alarm stoppen) drukt. Elk
alarm kan gedeactiveerd worden wanneer de
functie Toetsenvergrendeling actief is.
Om de toetsen te deblokkeren volgt u dezelfde
procedure tot het symbool Toetsenblokkering
op het display wordt weergegeven en er een
geluidssignaal klinkt ter bevestiging dat de functie
uitgeschakeld is. Na 1 seconde gaat het symbool
uit.
SLIM DISPLAY
Deze optionele functie kan gebruikt worden om
energie te besparen. Om de functie Slim Display in
te schakelen, houdt u de knoppen Vriesvak °C
tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt tot het
geluidssignaal klinkt. Twee seconden na inschakeling
van het Slimme Display gaat het display uit, behalve
het symbool "6th Sense Fresh Control"/ "Green
Intelligence ProFresh". Om de temperatuur aan te
passen of andere functies te gebruiken moet het
display weer geactiveerd worden. Druk hiervoor
op een willekeurige toets. Het display gaat na
ongeveer 15 seconden zonder handeling weer uit
en alleen het symbool "6th Sense Fresh Control" /
"Green Intelligence ProFresh" blijft zichtbaar.
Wanneer de functie uitgeschakeld is, wordt het
normale display hersteld. Het slimme display wordt
automatisch uitgeschakeld na een stroomuitval.
Deze functie sluit het apparaat niet af van de
netvoeding, maar vermindert alleen het
energieverbruik door het externe display.
Zie de gebruiksaanwijzing voor het in- en
uitschakelen van de functie.
Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat
in de verklaring verwijst naar de werking met de
functie Slim Display ingeschakeld.
Wanneer de functie "6th Sense Fresh Control" /
"Green Intelligence ProFresh" uitgeschakeld wordt,
dan wordt het Slimme Display ingeschakeld - alle
lampjes op het display gaan dan uit.
Waterreservoir (afb. 1)
Het waterreservoir is gemaakt van antibacterieel materiaal. Dit voorkomt en beperkt de
vorming van bacteriën. Een interne houder, met een filter met actieve koolstof, filtert het
water. Het reservoir vullen: draai de waterinlaat naar u toe en vul deze met water. Gebruik
hiervoor een kan of een andere geschikte houder. Als het reservoir vol is, sluit u de
waterinlaat door deze terug in de oorspronkelijke positie te draaien.
Gebruik alleen drinkwater: andere vloeistoffen kunnen de prestaties van het product
beperken.
Gefilterd water verkrijgen (afb. 2)
Nadat het reservoir is gevuld, is het mogelijk dat het water niet onmiddellijk beschikbaar is.
Dat komt omdat het filterproces een paar minuten in beslag kan nemen (afhankelijk van de
hoeveelheid water in het reservoir). Water verdelen: houd de deur van de koelkast gesloten
en druk met het glas op het lipje van de waterdispenser.
Als de levering van water om veiligheidsredenen moet worden voorkomen, drukt u gewoon
op de stop aan de achterkant van het lipje. Om de levering van water vrij te geven, zet u de
stop terug in de oorspronkelijke positie. Het is raadzaam om het water dat door de
dispenser wordt geleverd binnen de 6 uur te drinken.
Het waterreservoir reinigen (afb. 3-4-5-6-7-8-9)
Reinig het waterreservoir regelmatig met stromend water. Geadviseerd wordt om de
eenheid tweemaal per jaar schoon te maken met specifieke producten op basis van verdund
chloor die de eigenschappen van het materiaal niet veranderen en daarna af te spoelen met
stromend water. Ga als volgt te werk om het reservoir te reinigen:
- (afb. 3) maak het bakje bovenaan de deur los en verwijder het
- (afb. 4) maak het waterreservoir los en verwijder het door het op te tillen en naar u toe te
trekken. Plaats het reservoir op een vlak oppervlak, verwijder en was het
deksel.
Opmerking: het reservoir moet zo snel mogelijk terug op zijn plaats
worden gezet, om te voorkomen dat de koelkast oververhit raakt.
- (afb. 5a - 5b) verwijder de interne houder en het filter, en was ze apart.
Gebruik alleen zuiver water om het filter te reinigen (zonder
wasmiddel of scherp gereedschap). Neem het schijffilter eerst uit de
houder om het te reinigen.
- (afb. 6) voor een grondigere reiniging verwijdert u de dop van de klep (de
aansluiting tussen het reservoir en de koelkast) door deze linksom te
draaien. Reinig de dop. Belangrijk: trek niet aan het klephuis (afb. 7).
- (afb. 8) vervang de dop van de klep door deze linksom te draaien.
- (afb. 9) zet het reservoir terug op zijn plaats door het tussen de zijgeleiders
van de deur te plaatsen en het op zijn plaats te duwen, waarbij u ervoor
zorgt dat de klep terug in de oorspronkelijke zitting past. Controleer of er
geen openingen meer zijn tussen de rubberen afdichting van het reservoir
en de deur.
Suggestie vervanging filter bij standaard gebruik van:
3,0 l/dag 4 maanden
4,5 l/dag 3 maanden
6,0 l/dag 2 maanden
De vervanging van het filter valt niet onder de productgarantie. Om nieuwe patronen voor
het waterfilter te bestellen, neemt u contact op met de klantenservice.
Stop
Activering
slipje
Druppelop
vangbakje
Afb. 1
Reservoir
Draai de dop in de richting van
de pijl om het reservoir te
vullen
Waterdispenser
Eerste gebruik
De eerste keer dat u de waterdispenser gebruikt of na een lange periode zonder gebruik, wast u het
reservoir en het filter met water.
De waterdispenser biedt vers, gefilterd water, zonder dat u de deur van de koelkast hoeft te openen. Zo
wordt de deur minder vaak geopend, waardoor het energieverbruik van het product daalt.
Filter met actieve koolstof plaatsen en vervangen
Het waterfilter moet uit de zak worden gehaald (in de crisperlade (item 7)). Volg de instructies bij het
filter.
Let op: Als het filter lange tijd droog blijft, is het mogelijk dat het minder goede prestaties levert. Dompel
het filter een paar seconden onder in water zodat het opnieuw optimale prestaties levert.
GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN
WATERDISPENSER EN -FILTER
(indien aanwezig)
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6 Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
52
53
KOELKAST
De koelkast is de ideale bewaarplaats voor kant-en-
klare maaltijden, taarten en gebak, ingemaakt
voedsel, gecondenseerde melk, harde kaas, fruit en
groenten die gevoelig zijn voor koude en tropisch
fruit. De natuurlijke luchtcirculatie in de koelkast
resulteert in zones met verschillende temperaturen.
De koudste zone is direct boven de groenteladen
en bij de achterwand. De warmste zone is aan de
voorkant bovenin de koelkast.
Opmerking: Onvoldoende ventilatie leidt tot een
stijging van het energieverbruik en een
vermindering van de koelprestaties.
Tips voor het bewaren van vers voedsel
Gebruik recyclebare plastic, metalen, aluminium
en glazen bakjes en vershoudfolie om het
voedsel in te verpakken.
Gebruik altijd gesloten houders voor vloeistoffen
en voor voedsel dat geuren of smaken kan
afgeven of kan bederven door geuren of smaken
van andere producten, of dek het af.
Voedselproducten die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en producten die gevoelig
zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten en salade,
moeten altijd gescheiden worden bewaard of
verpakt worden zodat de houdbaarheid niet
achteruitgaat; bewaar bijvoorbeeld geen
tomaten samen met kiwi's of kool.
Bewaar voedsel niet te dicht tegen elkaar, zodat
er voldoende luchtcirculatie mogelijk is.
Om te zorgen dat flessen niet omvallen:
verplaats de flessenhouder.
Geadviseerd wordt om het voedsel als volgt te
rangschikken:
Op de schappen van de koelkast: gebakken
producten, kant-en-klare maaltijden, fruit en
groenten die gevoelig zijn voor kou, kleine
pakjes.
In de koudere zone: zuivelproducten, vlees en
worst.
In de fruit- en groentecrisper: groenten, salade,
fruit.
In de deur (van boven naar beneden): boter, kaas,
eieren, tubes, kleine flessen, melk, pakken sap.
VRIESVAK
In het vriesvak kunt u diepvriesproducten bewaren,
ijsblokjes maken en vers voedsel invriezen
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen in
kilogram die in 24 uur kan worden ingevroren staat
aangegeven op het typeplaatje (...kg/24u).
Vries ontdooid voedsel niet opnieuw in.
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
De ingevroren producten opbergen en indelen in
de vriezer. De bewaardatum moet op de
verpakking worden aangegeven, zodat het voedsel
tijdig geconsumeerd wordt.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op
de volgende punten letten:
De verpakking moet onbeschadigd zijn
(diepvriesproducten in een beschadigde
verpakking kunnen bedorven zijn). Als de
verpakking bol staat of als er vochtplekken op
zitten, is het product niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk ontdooid zijn.
De diepvriesproducten moeten als laatste
worden gekocht en in isolerende tassen worden
vervoerd.
Let op:
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel
maanden verse, ingevroren levensmiddelen
bewaard kunnen worden.
VOEDSEL BEWAREN IN HET APPARAAT
MAANDEN VOEDINGSMIDDELEN
54
IJSBLOKJES MAKEN
U kunt de volledige Twist IJsmaker verwijderen
(houd de hendel (1) aan de linkerkant ingedrukt en
duw hem (2) naar u toe) of u kunt alleen het
ijsblokjesbakje verwijderen door het naar u toe te
trekken (3).
of
Vul het bakje met drinkwater (tot maximaal 2/3 van
de inhoud vullen)
of
Plaats de Twist IJsmaker terug in het apparaat of
plaats het ijsblokjesbakje terug in de Twist IJsmaker.
Kijk uit dat u geen water morst.
Wacht tot de ijsblokjes bevroren zijn (geadviseerd
wordt om ongeveer 4 uur te wachten met de
snelvriesfunctie ingeschakeld).
Opmerking: De Twist IJsmaker is uitneembaar. Hij
kan horizontaal overal in het vriesvak worden
geplaatst, of uit het apparaat worden verwijderd als
u geen ijsblokjes nodig heeft.
IJSBLOKJES UIT DE IJSMAKER HALEN
1. Zorg ervoor dat de opvangbak op zijn plaats zit
onder het ijsblokjesbakje. Schuif hem zo nodig
op zijn plaats.
2. Draai een van de hendels stevig naar rechts tot
het bakje licht kantelt. De ijsblokjes vallen in de
opvangbak.
3. Herhaal stap 2 voor de andere helft van het
bakje, indien nodig. U kunt ijsblokjes maken (zie
het hoofdstuk "IJSBLOKJES MAKEN") en ze
bewaren in de opvangbak en deze naar u toe
trekken.
4. Om ijsblokjes te krijgen tilt u de opvangbak een
beetje op en trekt u hem naar u toe.
Opmerking: als u wilt kunt u de gehele Twist
IJsmaker uit het apparaat verwijderen om de
ijsblokjes er op een handige plaats uit te halen
(bijvoorbeeld direct aan tafel).
of
TWIST IJSMAKER
55
Korte afwezigheid
De koelkast hoeft niet van het elektriciteitsnet te
worden afgekoppeld als u korter dan drie weken
afwezig bent. Consumeer de bederfelijke
voedingsmiddelen en vries de andere
voedingsmiddelen in.
Lange afwezigheid
Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat als u
drie weken of langer afwezig bent.
1. Maak de ijsbak leeg.
Bevestig enkele houten of plastic blokken met
plakband aan het bovenste gedeelte van de twee
deuren en laat de deuren open staan, zodat in beide
vakken voldoende lucht kan circuleren. Op die
manier worden nare luchtjes en schimmelvorming
voorkomen.
Verhuizen
1. Haal alle uittrekbare elementen uit de koelkast.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast
met plakband om te voorkomen dat ze tegen
elkaar klapperen of verloren gaan.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
4. Sluit beide deuren en plak ze met plakband
dicht, en plak ook de voedingskabel met
plakband aan het apparaat vast.
Stroomuitval
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe
lang de stroomuitval zal duren
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol
vriesvak langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar
zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden
ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma
waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer het voedsel duidelijk in een slechte staat
verkeert kunt u het beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
1. Houd beide deuren van het apparaat gesloten.
Op deze manier blijven de levensmiddelen in de
koelkast zo lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
1. Haal al het bevroren voedsel uit het vriesvak en
zet het in een draagbare vriezer. Als dit type
vriezer niet voorhanden is en als er geen pakken
kunstijs beschikbaar zijn, probeer dan de
levensmiddelen die het snelst bederven te
consumeren.
2. Maak de ijsbak leeg.
AANBEVELINGEN WANNEER HET
APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
Installeer het apparaat in een droge, goed
geventileerde ruimte, maar niet naast een
warmtebron (bv. een verwarming, fornuis enz.).
Gebruik indien nodig een isolatieplaat.
Laat warm voedsel en warme dranken afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst!
Leg diepvriesproducten in de koelkast wanneer
u ze ontdooit. De lage temperatuur van de
diepvriesproducten koelt het voedsel in de
koelkast.
Open de deuren van het apparaat zo kort
mogelijk.
De ventilatieopening in de onderkant moet af en
toe worden gereinigd met een stofzuiger of
kwast om een hoger energieverbruik te
voorkomen.
TIPS VOOR HET BESPAREN VAN ENERGIE
56
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek met een oplossing van lauw water en neutrale
schoonmaakmiddelen die specifiek bedoeld zijn
voor het reinigen van de binnenkant van een
koelkast.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen
Maak de koelkast nooit schoon met ontvlambare
vloeistoffen.
De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand
of explosies veroorzaken. Reinig de buitenkant van
het apparaat en de deurafdichting met een vochtige
doek en droog ze af met een zachte doek.
Gebruik geen stoomreinigers.
Reinig de condensor op de volgende manier met
een stofzuiger: verwijder de voorste plint en reinig
de condensor.
Let op:
De toetsen en het display van het
bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden
met middelen op basis van alcohol of daarvan
afgeleide stoffen, maar met een droge doek.
De leidingen van het koelsysteem lopen in de
buurt van de bak voor het dooiwater en kunnen
hoge temperaturen bereiken. Maak de leidingen
regelmatig schoon met een stofzuiger.
Om het glazen schap te verwijderen of te
plaatsen, tilt u het voorste gedeelte van het
schap op tot voorbij de stop.
Om de constante en correcte afvoer van het
dooiwater te garanderen, dient u regelmatig het
afvoergaatje op de achterwand van het koelvak, in
de buurt van de groente- en fruitlade, schoon te
maken met behulp van het bijgeleverde
gereedschap.
REINIGING EN ONDERHOUD
Het verlichtingssysteem in de koelkast maakt
gebruik van ledlampjes, dit zorgt niet alleen voor
een betere verlichting maar ook voor een uiterst
laag energieverbruik. Als het systeem met
ledverlichting niet werkt, contact opnemen met de
Klantenservice om het te laten vervangen.
Let op:
De binnenverlichting van de koelkast gaat branden
wanneer de deur van de koelkast geopend wordt.
Wanneer de deur langer dan 10 minuten open blijft
staan, wordt de verlichting automatisch
uitgeschakeld.
SYSTEEM MET LEDVERLICHTING
57
Voordat u de klantenservice belt....
Problemen in de werking zijn vaak het gevolg van kleine oorzaken die u zelf kunt opsporen en verhelpen,
zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is.
STORINGEN OPSPOREN
Geluiden die uit uw
apparaat komen zijn
normaal, omdat het een
aantal ventilatoren en
motoren heeft om functies
te besturen die automatisch
in- en uitgeschakeld
worden.
Sommige functionele
geluiden kunnen worden
verminderd door
- Het apparaat waterpas te
zetten op een vlakke
ondergrond
- Contact tussen het apparaat
en andere meubels te
vermijden en deze
gescheiden te houden.
- Te controleren of de interne
onderdelen correct
geïnstalleerd zijn.
- Te controleren of flessen en
bakjes elkaar niet raken.
Enkele van de functionele geluiden die u kunt horen zijn:
Een sissend geluid als u het apparaat voor het eerst aanzet
of na een lange onderbreking.
Een borrelend geluid wanneer de koelvloeistof in de leidingen
stroomt.
Een zoemend geluid als de waterklep of de ventilator begint te
werken.
Een krakend geluid wanneer de compressor begint te werken of
wanneer er ijs in de ijsbak valt; abrupte klikken wanneer de
compressor in- en uitschakelt.
Het apparaat werkt niet: Is het netsnoer aangesloten op een goedwerkend stopcontact met de
juiste spanning?
Heeft u de stoppen en zekeringen van het elektrische systeem in uw
woning gecontroleerd?
Er zit water in de
opvangbak van het
dooiwater:
Dit is normaal bij warm, vochtig weer. De bak kan zelfs half vol raken.
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat zodat het water niet
over de rand loopt.
De randen van de behuizing
van het apparaat, die in
contact komen met de
deurafdichting zijn warm als
u ze aanraakt:
Dit is normaal bij warm weer en als de compressorin werking is.
De verlichting werkt niet: Heeft u de stoppen en zekeringen van het elektrische systeem in uw
woning gecontroleerd?
Is het netsnoer aangesloten op een goedwerkend stopcontact met de
juiste spanning?
Is het lampje doorgebrand?
Als de motor te veel lijkt te
werken:
Is de condensor (op de achterkant van het apparaat) vrij van stof en
pluis?
Is de deur goed gesloten?
Sluiten de deurafdichtingen wel goed af?
Op warme dagen, of als het warm is in het vertrek, draait de motor
natuurlijk langer.
Als de deur van het apparaat een tijdje open heeft gestaan of als er
grote hoeveelheden voedsel zijn geplaatst, zal de motor langer
draaien om de binnenkant van het apparaat.
De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af: hoe
vaak de deur wordt geopend, de hoeveelheid geconserveerd voedsel,
de kamertemperatuur en de instelling van de temperatuurregelingen.
58
WERKINGSALARMEN
In het geval van werkingsalarmen worden deze eveneens weergegeven in de temperatuurlampjes van de
koelkast (b.v. Storing1, Storing 2 etc...). Bel de Klantenservice en geef de alarmcode door. Het
geluidssignaal klinkt, het alarmsymbool licht op en de 3 middelste lampjes in de temperatuurlampjes
van de koelkast knipperen volgens de hieronder beschreven storingscode:
Legenda Lampje uit Lampje knippert
Storing code Visualisatie
Error 2
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij 0,5 sec. Knippert
tweemaal AAN en blijft dan 5 seconden uit. Het
patroon herhaalt zich.
x2
Error 3
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij 0,5 sec. Knippert
driemaal AAN en blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
x3
Error 6
RC-instelpunten knipperen aan/uit bij 0,5 sec. Knippert
zes AAN en blijft dan 5 seconden uit. Het patroon
herhaalt zich.
x6
Als de temperatuur van het
apparaat te hoog is:
Zijn de bedieningen van het apparaat goed ingesteld?
Heeft u een grote hoeveelheid voedsel in het apparaat gezet?
Let erop dat de deur niet te vaak wordt geopend.
Controleer of de deuren perfect sluiten.
Zorg ervoor dat de luchtstroomopeningen in het apparaat niet
geblokkeerd worden, omdat dit de circulatie van koude lucht
verhindert.
Er is te veel vochtophoping Zorg ervoor dat de luchtstroomopeningen in het apparaat niet
geblokkeerd worden, omdat dit de luchtcirculatie verhindert.
Zorg ervoor dat het voedsel goed verpakt is. Droog vocht op bakjes
met voedsel af voordat u ze in het apparaat legt.
Let erop dat de deuren niet te vaak worden geopend. Door de deur
te openen komt de vochtigheid die in omgevingslucht aanwezig is het
apparaat binnen. Hoe vaker de deur wordt geopend, hoe sneller
vochtigheid zich ophoopt, vooral als de ruimte zelf zeer vochtig is.
Als de ruimte zeer vochtig is, is het normaal dat de vochtigheidsgraad
in de koelkast toeneemt.
Als de deuren niet goed
openen of sluiten:
Controleer of het voedsel de deur niet blokkeert.
Controleer of de interne onderdelen of de automatische ijsmaker niet
verkeerd geplaatst zijn.
Controleer of de deurafdichtingen niet vuil of kleverig zijn.
Controleer of het apparaat waterpas staat.
59
Voordat u de Klantenservice belt:
Zet het apparaat weer aan om te zien of het
probleem is verholpen. Is dit niet het geval, schakel
het apparaat dan uit en wacht ongeveer een uur
voordat u het weer aanzet.
Als uw apparaat nog steeds niet naar behoren
werkt nadat u de controles in Storingen opsporen
heeft uitgevoerd en het apparaat weer heeft
ingeschakeld, bel dan de Klantenservice en leg het
probleem uit.
Vermeld de volgende gegevens:
Het model en het serienummer van het
apparaat (vermeld op het typeplaatje),
de aard van de storing,
het servicenummer (het nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje binnenin het
apparaat),
uw volledige adres,
• uw telefoonnummer.
Opmerking:
De richting waarin de deur opengaat, kan worden
veranderd. Als deze verandering verricht wordt
door de Klantenservice, wordt dit niet gedekt door
de garantie.
KLANTENSERVICE

Documenttranscriptie

ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN 1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld. 2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. 3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. 4. Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen. • Het apparaat dat u zojuist gekocht heeft, is ontworpen voor huishoudelijk gebruik en voor het gebruik in: - keukens van werkplekken, winkels en/of kantoren - op boerderijen - in hotels, motels, residences, bed & breakfast voor het gebruik door de verschillende klanten. Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen. Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen. MILIEUTIPS 1. Verpakking Het verpakkingsmateriaal is volledig recyclebaar, zoals wordt aangegeven door het recyclingsymbool. Houd u bij het weggooien ervan aan de plaatselijke voorschriften. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen. met uw gemeentehuis, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het apparaat heeft gekocht. Informatie: Dit apparaat bevat geen CFK's. Het koelcircuit bevat R134a (HFC) of R600a (HC) (zie het typeplaatje in het apparaat). Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Controleer daarom altijd of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn. Dit product bevat mogelijk broeikasgassen met fluorverbindingen die vallen onder het Kyotoprotocol; het koelgas bevindt zich in een hermetisch gesloten systeem. Koelgas: R134a heeft een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 1300. 2. Afdanken/Afvalverwerking Het apparaat is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte Elektrische en Elektronische apparatuur (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit apparaat correct wordt afgedankt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. Verklaring van overeenstemming • Dit apparaat is ontworpen voor het bewaren van levensmiddelen en is gefabriceerd in overeenstemming met Verordening (EG) Nr. 1935/2004. Het symbool op het apparaat of op de begeleidende documentatie geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden, maar naar een speciaal verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur moet worden gebracht. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen en opgesloten kunnen raken. Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien het voor kinderen een bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit apparaat wordt u verzocht contact op te nemen • Dit apparaat is ontwikkeld, geproduceerd en in de handel gebracht in overeenstemming met: - de veiligheidsvoorschriften van de "Laagspanningsrichtlijn" 2006/95/EG (die 73/23/EEG en latere amendementen vervangt); - de beschermingsvereisten van de "EMC"richtlijn 2004/108/EG. De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gegarandeerd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard. 47 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN INSTALLATIE • Het apparaat moet door twee of meerdere personen worden verplaatst en geïnstalleerd. • Let erop dat u de vloeren (bijv. parket) niet beschadigt wanneer u het apparaat verplaatst. • Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de voedingskabel niet beschadigt. • Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron. • Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het apparaat om een goede ventilatie te garanderen. De afstand tussen de achterkant van het apparaat en de wand achter het apparaat moet 50 mm bedragen. Een kleinere afstand leidt tot een hoger energieverbruik van het apparaat. • Houd de ventilatie-openingen van het apparaat vrij van obstakels. • Beschadig de leidingen van het koelcircuit van het apparaat niet. • Installeer het apparaat waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het apparaat. • Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, afhankelijk van de klimaatklasse die op het typeplaatje is vermeld. Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het lange tijd in een ruimte staat bij een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik. Klimaatklasse Omg. temp. (°C) SN N ST T Van 10 tot 32 Van 16 tot 32 Van 16 tot 38 Van 16 tot 43 VEILIGHEID • Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met ontvlambare drijfgassen in dit apparaat. • Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of van andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen kunnen brand of explosies veroorzaken. • Gebruik geen mechanische, elektrische of chemische middelen die het ontdooiproces versnellen behalve die door de fabrikant zijn aanbevolen. • Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in de vakken van het apparaat, als hiervoor geen uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is gegeven. • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies met betrekking tot het gebruik van het apparaat hebben gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Om het risico op verstikking en opsluiting te vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in het apparaat te spelen of zich erin te verstoppen. • Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (bij enkele modellen). • Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze vriesbrandwonden kunnen veroorzaken. Omg. temp. (°F) GEBRUIK • Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint. • Alle apparaten met een automatische ijsmaker en waterdispenser moeten worden aangesloten op een waterleiding die uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81 Mpa (1,7 en 8,1 bar)). Automatische ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op de waterleiding zijn aangesloten mogen uitsluitend met drinkwater gevuld worden. • Gebruik het koelvak alleen voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak alleen voor het bewaren van ingevroren levensmiddelen het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. • Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat het glas dan kan breken. • Leg geen onverpakt voedsel direct op de binnenoppervlakken van de koelkast of het vriesvak. Van 50 tot 90 Van 61 tot 90 Van 61 tot 100 Van 61 tot 110 • Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de netspanning in uw woning. • Gebruik geen verloopstekkers of verlengkabels. • Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en niet die van het vorige apparaat. • De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd personeel of door de Klantenservice worden gewijzigd of vervangen. • Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst. 48 De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld, indien bovenstaande adviezen en voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen. instellen van de temperatuur moet rekening gehouden worden met deze factoren. • Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires van het apparaat niet geschikt om afgewassen te worden in de afwasmachine. • Nadat u levensmiddelen hebt geplaatst, moet u ervoor zorgen dat de deuren van het koel- en vriesvak goed sluiten, vooral de deur van het vriesvak. • Hoe groter de afstand tussen de achterkant van het apparaat en de muur, hoe hoger de energiebesparing. Opmerkingen: • Blokkeer het luchtuitlaatgebied (op de achterwand) niet met levensmiddelen • Als de vriezer voorzien is van een klep, dan kan de opbergruimte vergroot worden door de klep te verwijderen (door hem te buigen). • Alle schappen, kleppen en korven zijn uitneembaar. • De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij het DE BEWAARCAPACITEIT VAN DE VRIEZER VERGROTEN • de voedselproducten rechtstreeks op de schappen van de vriezer te leggen. • de Twist IJsmaker (apart) of samen met het dockingstation te verwijderen. U kunt de bewaarcapaciteit van de vriezer vergroten door: • de korven / kleppen te verwijderen (door ze te buigen) zodat u grote producten kunt bewaren. FUNCTIONS van de functies "6th Sense Fresh Control" / "Green Intelligence ProFresh" gereset naar de standaardwaarde, d.w.z. ingeschakeld. 6th SENSE FRESH CONTROL GREEN INTELLIGENCE PROFRESH Met deze functie kunt u snel optimale bewaarcondities (voor wat betreft temperatuur en vochtigheid) in het apparaat bereiken. Voor een correcte werking moet ook de ventilator ingeschakeld zijn. De functie "6th Sense Fresh Control"/ "Green Intelligence ProFresh" is standaard ingeschakeld. Om de functie handmatig uit te schakelen houdt u de toetsen Vriesvak °C en Nachttarief 3 seconden ingedrukt: u hoort een geluidssignaal en het symbool "6th Sense Fresh Control " /"Green Intelligence ProFresh" igaat uit ter bevestiging dat de functie uitgeschakeld is. De functie kan weer worden ingeschakeld door dezelfde procedure te herhalen: u hoort een geluidssignaal en het symbool "6th Sense Fresh Control" /"Green Intelligence ProFresh" gaat weer branden ter bevestiging dat de functie ingeschakeld is. Na een stroomuitval of na het omschakelen van Stand-by naar de normale modus, wordt de status ECO NIGHT-FUNCTIE (NACHTTARIEF) Met de functie Nachttarief kunt u het energieverbruik van het apparaat concentreren tijdens de daluren (gewoonlijk 's nachts), wanneer energie in grote hoeveelheden beschikbaar is en minder kost dan overdag (alleen in bepaalde landen met een systeem met meerdere tarieven op basis van piek- en daluren - vraag naar de tarieven bij uw energiemaatschappij). Druk op de knop Nachttarief op het moment dat de daluren beginnen (naargelang uw specifieke tariefplan) om deze functie in te schakelen. Als de daluren bijvoorbeeld om 20:00 uur starten, dan moet u op dat tijdstip op de knop drukken. Wanneer het pictogram Nachttarief AAN is, is de functie ingeschakeld. Nadat u de functie heeft ingeschakeld begint het apparaat het energieverbruik automatisch aan te passen aan het 49 tijdstip, d.w.z. verbruikt het minder energie overdag dan 's nachts. informatie te verstrekken over de kwaliteit van de voedingsmiddelen die in het vriesvak aanwezig zijn bij een stroomuitval Dit systeem garandeert de kwaliteit van het voedsel niet en consumenten wordt geadviseerd hun gezonde verstand te gebruiken bij het controleren van de kwaliteit van het voedsel in de vries- en koelvakken. BELANGRIJK: Om op een goede manier te kunnen werken moet de functie zowel 's nachts als overdag actief zijn. De functie blijft actief tot u deze uitschakelt (of als er een stroomstoring optreedt, of als het apparaat wordt uitgeschakeld). Om de functie uit te schakelen, drukt u op de knop Nachttarief. Wanneer het pictogram Nachttarief UIT is, is de functie uitgeschakeld. ALARM DEUR OPEN Het Alarmsymbool gaat branden en er klinkt een geluidsalarm. Het alarm wordt geactiveerd als de deur langer dan 2 minuten open blijft staan. Om de deuralarmen uit te schakelen sluit u de deur of drukt u éénmaal op de knop Alarm stoppen om het geluidsalarm te stoppen. Opmerking: het energieverbruik van het apparaat is vermeld met de functie Nachttarief uitgeschakeld. AAN/STAND-BY Deze functie dient om zowel de koelkast als het vriesvak Aan of in Stand-by te zetten. Om het product in Stand-by te zetten, houdt u de knop & Aan/Stand-by 3 seconden ingedrukt. Alle symbolen wordt uitgeschakeld, behalve de achtergrondverlichting van het symbool Aan/Standby , om aan te duiden dat het apparaat in Stand-by staat. Als het apparaat in Stand-by staat, werkt de binnenverlichting van de koelkast niet. Bedenk wel dat het apparaat op deze manier niet van de elektrische voeding wordt afgekoppeld. Om het apparaat weer in te schakelen houdt u de knop Aan/Stand-by 3 seconden ingedrukt. ALARM TEMPERATUUR Het geluidssignaal klinkt en alle 5 de temperatuurlampjes van het vriesvak knipperen. Het alarm wordt geactiveerd als: • Het apparaat weer op het elektriciteitsnet wordt aangesloten nadat het een periode niet is gebruikt • De temperatuur van het vriesvak te hoog is • De hoeveelheid verse levensmiddelen die in de vriezer is gezet, groter is dan aangegeven op het typeplaatje • De deur van de vriezer lange tijd open heeft gestaan. • Druk om het alarmsignaal te stoppen éénmaal op de knop Reset . • Het alarmsymbool wordt automatisch uitgeschakeld zodra de temperatuur in het vriesvak onder de -10°C komt en de temperatuurlampjes van het vriesvak stoppen met knipperen en de gekozen instelling wordt weergegeven. BLACKOUT-ALARM Na een stroomuitval is uw apparaat zodanig ontworpen dat de temperatuur in het vriesvak automatisch bewaakt wordt tot de stroomtoevoer hersteld is. Als de temperatuur in het vriesvak boven het diepvriesniveau ligt, wordt op het moment dat de stroom terugkeert het Blackout-symbool verlicht, knippert het alarmsymbool en klinkt het geluidssignaal. Druk, om het alarm uit te schakelen, éénmaal op de knop Reset Alarm . In geval van een Blackout-alarm, worden de volgende handelingen aanbevolen: • Als het voedsel in de vriezer niet bevroren maar nog wel koud is, breng het dan over naar de koelkast en eet het binnen 24 uur op. • Als het voedsel in de vriezer bevroren is, betekent dit dat het voedsel ontdooid was en weer werd ingevroren toen de stroomtoevoer hersteld werd, de smaak, kwaliteit en voedingswaarde is verminderd en het voedsel kan zelfs bedorven zijn. Het wordt geadviseerd om dit voedsel niet op te eten en de hele inhoud van het vriesvak weg te gooien. Het systeem "Blackout-alarm" heeft tot doel om VENTILATOR De ventilator verbetert de temperatuurverdeling in de koelkast, waardoor het voedsel beter geconserveerd wordt. De ventilator is standaard ingeschakeld. Geadviseerd wordt om de ventilator ingeschakeld te houden, zodat de "6th Sense Fresh Control"/"Green Intelligence ProFresh"-functie correct kan werken, en ook als de luchttemperatuur in de omgeving boven de 27 ÷ 28 °C komt, als er waterdruppels op de glazen schappen liggen of als er sprake is van een hoge luchtvochtigheid. Vergeet niet dat als de ventilator is ingeschakeld, deze niet continu zal werken. De ventilator start/stopt met werken afhankelijk van de temperatuur en/of de vochtigheidsgraad in de koelkast. Het is dus helemaal normaal als de ventilator niet werkt ook al is hij ingeschakeld. 50 Opmerking: SLIM DISPLAY Deze optionele functie kan gebruikt worden om energie te besparen. Om de functie Slim Display in te schakelen, houdt u de knoppen Vriesvak °C tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt tot het geluidssignaal klinkt. Twee seconden na inschakeling van het Slimme Display gaat het display uit, behalve het symbool "6th Sense Fresh Control"/ "Green Intelligence ProFresh". Om de temperatuur aan te passen of andere functies te gebruiken moet het display weer geactiveerd worden. Druk hiervoor op een willekeurige toets. Het display gaat na ongeveer 15 seconden zonder handeling weer uit en alleen het symbool "6th Sense Fresh Control" / "Green Intelligence ProFresh" blijft zichtbaar. Wanneer de functie uitgeschakeld is, wordt het normale display hersteld. Het slimme display wordt automatisch uitgeschakeld na een stroomuitval. Deze functie sluit het apparaat niet af van de netvoeding, maar vermindert alleen het energieverbruik door het externe display. Zie de gebruiksaanwijzing voor het in- en uitschakelen van de functie. Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat in de verklaring verwijst naar de werking met de functie Slim Display ingeschakeld. Wanneer de functie "6th Sense Fresh Control" / "Green Intelligence ProFresh" uitgeschakeld wordt, dan wordt het Slimme Display ingeschakeld - alle lampjes op het display gaan dan uit. Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet met levensmiddelen. Om de juiste werking bij een lagere omgevingstemperatuur (kouder dan 18°C) te garanderen en het energieverbruik zo laag mogelijk te houden, schakelt u de ventilator uit. Druk op de knop van de ventilator om deze uit te schakelen. Als het apparaat voorzien is van de ventilator, kan het ook uitgerust worden met het antibacteriële filter. De instructies voor de vervanging vindt u in de doos van het filter. Haal het filter uit de doos in de crisperlade en plaats het in de afdekking van de ventilator. TOETSENBLOKKERING Als deze functie is ingeschakeld, kunnen de instellingen niet per ongeluk gewijzigd worden en kan het apparaat niet per ongeluk uitgezet worden. Om de toetsen te blokkeren houdt de knop Alarm stoppen 3 seconden ingedrukt tot het symbool Toetsenblokkering op het display wordt weergegeven en er een geluidssignaal klinkt ter bevestiging dat de functie is geselecteerd. Na 3 seconden gaat het symbool uit. Als deze functie geactiveerd is, dan klinkt er een geluidssignaal en knippert het symbool Toetsenvergrendeling wanneer u op de andere toetsen (behalve de toets Alarm stoppen) drukt. Elk alarm kan gedeactiveerd worden wanneer de functie Toetsenvergrendeling actief is. Om de toetsen te deblokkeren volgt u dezelfde procedure tot het symbool Toetsenblokkering op het display wordt weergegeven en er een geluidssignaal klinkt ter bevestiging dat de functie uitgeschakeld is. Na 1 seconde gaat het symbool uit. 51 GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WATERDISPENSER EN -FILTER (indien aanwezig) Waterdispenser Eerste gebruik De eerste keer dat u de waterdispenser gebruikt of na een lange periode zonder gebruik, wast u het reservoir en het filter met water. De waterdispenser biedt vers, gefilterd water, zonder dat u de deur van de koelkast hoeft te openen. Zo wordt de deur minder vaak geopend, waardoor het energieverbruik van het product daalt. Filter met actieve koolstof plaatsen en vervangen Het waterfilter moet uit de zak worden gehaald (in de crisperlade (item 7)). Volg de instructies bij het filter. Let op: Als het filter lange tijd droog blijft, is het mogelijk dat het minder goede prestaties levert. Dompel het filter een paar seconden onder in water zodat het opnieuw optimale prestaties levert. Draai de dop in de richting van de pijl om het reservoir te vullen Reservoir Afb. 1 Stop Activering slipje Druppelop vangbakje Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 Afb. 5 Afb. 6 Afb. 8 Afb. 9 Waterreservoir (afb. 1) Het waterreservoir is gemaakt van antibacterieel materiaal. Dit voorkomt en beperkt de vorming van bacteriën. Een interne houder, met een filter met actieve koolstof, filtert het water. Het reservoir vullen: draai de waterinlaat naar u toe en vul deze met water. Gebruik hiervoor een kan of een andere geschikte houder. Als het reservoir vol is, sluit u de waterinlaat door deze terug in de oorspronkelijke positie te draaien. Gebruik alleen drinkwater: andere vloeistoffen kunnen de prestaties van het product beperken. Gefilterd water verkrijgen (afb. 2) Nadat het reservoir is gevuld, is het mogelijk dat het water niet onmiddellijk beschikbaar is. Dat komt omdat het filterproces een paar minuten in beslag kan nemen (afhankelijk van de hoeveelheid water in het reservoir). Water verdelen: houd de deur van de koelkast gesloten en druk met het glas op het lipje van de waterdispenser. Als de levering van water om veiligheidsredenen moet worden voorkomen, drukt u gewoon op de stop aan de achterkant van het lipje. Om de levering van water vrij te geven, zet u de stop terug in de oorspronkelijke positie. Het is raadzaam om het water dat door de dispenser wordt geleverd binnen de 6 uur te drinken. Het waterreservoir reinigen (afb. 3-4-5-6-7-8-9) Reinig het waterreservoir regelmatig met stromend water. Geadviseerd wordt om de eenheid tweemaal per jaar schoon te maken met specifieke producten op basis van verdund chloor die de eigenschappen van het materiaal niet veranderen en daarna af te spoelen met stromend water. Ga als volgt te werk om het reservoir te reinigen: - (afb. 3) maak het bakje bovenaan de deur los en verwijder het - (afb. 4) maak het waterreservoir los en verwijder het door het op te tillen en naar u toe te trekken. Plaats het reservoir op een vlak oppervlak, verwijder en was het deksel. Opmerking: het reservoir moet zo snel mogelijk terug op zijn plaats worden gezet, om te voorkomen dat de koelkast oververhit raakt. - (afb. 5a - 5b) verwijder de interne houder en het filter, en was ze apart. Gebruik alleen zuiver water om het filter te reinigen (zonder wasmiddel of scherp gereedschap). Neem het schijffilter eerst uit de houder om het te reinigen. - (afb. 6) voor een grondigere reiniging verwijdert u de dop van de klep (de aansluiting tussen het reservoir en de koelkast) door deze linksom te draaien. Reinig de dop. Belangrijk: trek niet aan het klephuis (afb. 7). - (afb. 8) vervang de dop van de klep door deze linksom te draaien. Afb. 7 - (afb. 9) zet het reservoir terug op zijn plaats door het tussen de zijgeleiders van de deur te plaatsen en het op zijn plaats te duwen, waarbij u ervoor zorgt dat de klep terug in de oorspronkelijke zitting past. Controleer of er geen openingen meer zijn tussen de rubberen afdichting van het reservoir en de deur. Suggestie vervanging filter bij standaard gebruik van: 3,0 l/dag 4 maanden 4,5 l/dag 3 maanden 6,0 l/dag 2 maanden De vervanging van het filter valt niet onder de productgarantie. Om nieuwe patronen voor het waterfilter te bestellen, neemt u contact op met de klantenservice. 52 VOEDSEL BEWAREN IN HET APPARAAT KOELKAST aangegeven op het typeplaatje (...kg/24u). Vries ontdooid voedsel niet opnieuw in. De koelkast is de ideale bewaarplaats voor kant-enklare maaltijden, taarten en gebak, ingemaakt voedsel, gecondenseerde melk, harde kaas, fruit en groenten die gevoelig zijn voor koude en tropisch fruit. De natuurlijke luchtcirculatie in de koelkast resulteert in zones met verschillende temperaturen. De koudste zone is direct boven de groenteladen en bij de achterwand. De warmste zone is aan de voorkant bovenin de koelkast. Indeling van de ingevroren levensmiddelen De ingevroren producten opbergen en indelen in de vriezer. De bewaardatum moet op de verpakking worden aangegeven, zodat het voedsel tijdig geconsumeerd wordt. Tips voor het bewaren van diepvriesproducten Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten: • De verpakking moet onbeschadigd zijn (diepvriesproducten in een beschadigde verpakking kunnen bedorven zijn). Als de verpakking bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het product niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk ontdooid zijn. • De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd. Opmerking: Onvoldoende ventilatie leidt tot een stijging van het energieverbruik en een vermindering van de koelprestaties. Tips voor het bewaren van vers voedsel • Gebruik recyclebare plastic, metalen, aluminium en glazen bakjes en vershoudfolie om het voedsel in te verpakken. • Gebruik altijd gesloten houders voor vloeistoffen en voor voedsel dat geuren of smaken kan afgeven of kan bederven door geuren of smaken van andere producten, of dek het af. • Voedselproducten die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven en producten die gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten en salade, moeten altijd gescheiden worden bewaard of verpakt worden zodat de houdbaarheid niet achteruitgaat; bewaar bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool. • Bewaar voedsel niet te dicht tegen elkaar, zodat er voldoende luchtcirculatie mogelijk is. • Om te zorgen dat flessen niet omvallen: verplaats de flessenhouder. Geadviseerd wordt om het voedsel als volgt te rangschikken: • Op de schappen van de koelkast: gebakken producten, kant-en-klare maaltijden, fruit en groenten die gevoelig zijn voor kou, kleine pakjes. • In de koudere zone: zuivelproducten, vlees en worst. • In de fruit- en groentecrisper: groenten, salade, fruit. • In de deur (van boven naar beneden): boter, kaas, eieren, tubes, kleine flessen, melk, pakken sap. Let op: In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden verse, ingevroren levensmiddelen bewaard kunnen worden. MAANDEN VRIESVAK In het vriesvak kunt u diepvriesproducten bewaren, ijsblokjes maken en vers voedsel invriezen De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen in kilogram die in 24 uur kan worden ingevroren staat 53 VOEDINGSMIDDELEN TWIST IJSMAKER IJSBLOKJES UIT DE IJSMAKER HALEN 1. Zorg ervoor dat de opvangbak op zijn plaats zit onder het ijsblokjesbakje. Schuif hem zo nodig op zijn plaats. 2. Draai een van de hendels stevig naar rechts tot het bakje licht kantelt. De ijsblokjes vallen in de opvangbak. IJSBLOKJES MAKEN U kunt de volledige Twist IJsmaker verwijderen (houd de hendel (1) aan de linkerkant ingedrukt en duw hem (2) naar u toe) of u kunt alleen het ijsblokjesbakje verwijderen door het naar u toe te trekken (3). of Vul het bakje met drinkwater (tot maximaal 2/3 van de inhoud vullen) 3. Herhaal stap 2 voor de andere helft van het bakje, indien nodig. U kunt ijsblokjes maken (zie het hoofdstuk "IJSBLOKJES MAKEN") en ze bewaren in de opvangbak en deze naar u toe trekken. 4. Om ijsblokjes te krijgen tilt u de opvangbak een beetje op en trekt u hem naar u toe. Opmerking: als u wilt kunt u de gehele Twist IJsmaker uit het apparaat verwijderen om de ijsblokjes er op een handige plaats uit te halen (bijvoorbeeld direct aan tafel). of Plaats de Twist IJsmaker terug in het apparaat of plaats het ijsblokjesbakje terug in de Twist IJsmaker. Kijk uit dat u geen water morst. of Wacht tot de ijsblokjes bevroren zijn (geadviseerd wordt om ongeveer 4 uur te wachten met de snelvriesfunctie ingeschakeld). Opmerking: De Twist IJsmaker is uitneembaar. Hij kan horizontaal overal in het vriesvak worden geplaatst, of uit het apparaat worden verwijderd als u geen ijsblokjes nodig heeft. 54 AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT Korte afwezigheid De koelkast hoeft niet van het elektriciteitsnet te worden afgekoppeld als u korter dan drie weken afwezig bent. Consumeer de bederfelijke voedingsmiddelen en vries de andere voedingsmiddelen in. Stroomuitval Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang de stroomuitval zal duren Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak langer koud blijft dan een halfvol vak. Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma waarschijnlijk anders zijn. Wanneer het voedsel duidelijk in een slechte staat verkeert kunt u het beter weggooien. Lange afwezigheid Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat als u drie weken of langer afwezig bent. 1. Maak de ijsbak leeg. Bevestig enkele houten of plastic blokken met plakband aan het bovenste gedeelte van de twee deuren en laat de deuren open staan, zodat in beide vakken voldoende lucht kan circuleren. Op die manier worden nare luchtjes en schimmelvorming voorkomen. Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt. 1. Houd beide deuren van het apparaat gesloten. Op deze manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo lang mogelijk koud. Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt. 1. Haal al het bevroren voedsel uit het vriesvak en zet het in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die het snelst bederven te consumeren. 2. Maak de ijsbak leeg. Verhuizen 1. Haal alle uittrekbare elementen uit de koelkast. 2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar klapperen of verloren gaan. 3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het steunvlak niet raken. 4. Sluit beide deuren en plak ze met plakband dicht, en plak ook de voedingskabel met plakband aan het apparaat vast. TIPS VOOR HET BESPAREN VAN ENERGIE • Installeer het apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte, maar niet naast een warmtebron (bv. een verwarming, fornuis enz.). Gebruik indien nodig een isolatieplaat. • Laat warm voedsel en warme dranken afkoelen voordat u ze in het apparaat plaatst! • Leg diepvriesproducten in de koelkast wanneer u ze ontdooit. De lage temperatuur van de diepvriesproducten koelt het voedsel in de koelkast. • Open de deuren van het apparaat zo kort mogelijk. • De ventilatieopening in de onderkant moet af en toe worden gereinigd met een stofzuiger of kwast om een hoger energieverbruik te voorkomen. 55 REINIGING EN ONDERHOUD Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert. Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek met een oplossing van lauw water en neutrale schoonmaakmiddelen die specifiek bedoeld zijn voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast. Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen Maak de koelkast nooit schoon met ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. Reinig de buitenkant van het apparaat en de deurafdichting met een vochtige doek en droog ze af met een zachte doek. Gebruik geen stoomreinigers. Reinig de condensor op de volgende manier met een stofzuiger: verwijder de voorste plint en reinig de condensor. de buurt van de groente- en fruitlade, schoon te maken met behulp van het bijgeleverde gereedschap. Let op: • De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen, maar met een droge doek. • De leidingen van het koelsysteem lopen in de buurt van de bak voor het dooiwater en kunnen hoge temperaturen bereiken. Maak de leidingen regelmatig schoon met een stofzuiger. • Om het glazen schap te verwijderen of te plaatsen, tilt u het voorste gedeelte van het schap op tot voorbij de stop. Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater te garanderen, dient u regelmatig het afvoergaatje op de achterwand van het koelvak, in SYSTEEM MET LEDVERLICHTING Het verlichtingssysteem in de koelkast maakt gebruik van ledlampjes, dit zorgt niet alleen voor een betere verlichting maar ook voor een uiterst laag energieverbruik. Als het systeem met ledverlichting niet werkt, contact opnemen met de Klantenservice om het te laten vervangen. Let op: De binnenverlichting van de koelkast gaat branden wanneer de deur van de koelkast geopend wordt. Wanneer de deur langer dan 10 minuten open blijft staan, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld. 56 STORINGEN OPSPOREN Voordat u de klantenservice belt.... Problemen in de werking zijn vaak het gevolg van kleine oorzaken die u zelf kunt opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is. Geluiden die uit uw apparaat komen zijn normaal, omdat het een aantal ventilatoren en motoren heeft om functies te besturen die automatisch in- en uitgeschakeld worden. Sommige functionele geluiden kunnen worden verminderd door - Het apparaat waterpas te zetten op een vlakke ondergrond - Contact tussen het apparaat en andere meubels te vermijden en deze gescheiden te houden. - Te controleren of de interne onderdelen correct geïnstalleerd zijn. - Te controleren of flessen en bakjes elkaar niet raken. Het apparaat werkt niet: Enkele van de functionele geluiden die u kunt horen zijn: Een sissend geluid als u het apparaat voor het eerst aanzet of na een lange onderbreking. Een borrelend geluid wanneer de koelvloeistof in de leidingen stroomt. Een zoemend geluid als de waterklep of de ventilator begint te werken. Een krakend geluid wanneer de compressor begint te werken of wanneer er ijs in de ijsbak valt; abrupte klikken wanneer de compressor in- en uitschakelt. • Is het netsnoer aangesloten op een goedwerkend stopcontact met de juiste spanning? • Heeft u de stoppen en zekeringen van het elektrische systeem in uw woning gecontroleerd? Er zit water in de • Dit is normaal bij warm, vochtig weer. De bak kan zelfs half vol raken. opvangbak van het Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat zodat het water niet dooiwater: over de rand loopt. De randen van de behuizing • Dit is normaal bij warm weer en als de compressorin werking is. van het apparaat, die in contact komen met de deurafdichting zijn warm als u ze aanraakt: De verlichting werkt niet: • Heeft u de stoppen en zekeringen van het elektrische systeem in uw woning gecontroleerd? • Is het netsnoer aangesloten op een goedwerkend stopcontact met de juiste spanning? • Is het lampje doorgebrand? Als de motor te veel lijkt te • Is de condensor (op de achterkant van het apparaat) vrij van stof en pluis? werken: • Is de deur goed gesloten? • Sluiten de deurafdichtingen wel goed af? • Op warme dagen, of als het warm is in het vertrek, draait de motor natuurlijk langer. • Als de deur van het apparaat een tijdje open heeft gestaan of als er grote hoeveelheden voedsel zijn geplaatst, zal de motor langer draaien om de binnenkant van het apparaat. • De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af: hoe vaak de deur wordt geopend, de hoeveelheid geconserveerd voedsel, de kamertemperatuur en de instelling van de temperatuurregelingen. 57 Als de temperatuur van het • Zijn de bedieningen van het apparaat goed ingesteld? apparaat te hoog is: • Heeft u een grote hoeveelheid voedsel in het apparaat gezet? • Let erop dat de deur niet te vaak wordt geopend. • Controleer of de deuren perfect sluiten. • Zorg ervoor dat de luchtstroomopeningen in het apparaat niet geblokkeerd worden, omdat dit de circulatie van koude lucht verhindert. Er is te veel vochtophoping • Zorg ervoor dat de luchtstroomopeningen in het apparaat niet geblokkeerd worden, omdat dit de luchtcirculatie verhindert. • Zorg ervoor dat het voedsel goed verpakt is. Droog vocht op bakjes met voedsel af voordat u ze in het apparaat legt. • Let erop dat de deuren niet te vaak worden geopend. Door de deur te openen komt de vochtigheid die in omgevingslucht aanwezig is het apparaat binnen. Hoe vaker de deur wordt geopend, hoe sneller vochtigheid zich ophoopt, vooral als de ruimte zelf zeer vochtig is. • Als de ruimte zeer vochtig is, is het normaal dat de vochtigheidsgraad in de koelkast toeneemt. Als de deuren niet goed • Controleer of het voedsel de deur niet blokkeert. openen of sluiten: • Controleer of de interne onderdelen of de automatische ijsmaker niet verkeerd geplaatst zijn. • Controleer of de deurafdichtingen niet vuil of kleverig zijn. • Controleer of het apparaat waterpas staat. WERKINGSALARMEN In het geval van werkingsalarmen worden deze eveneens weergegeven in de temperatuurlampjes van de koelkast (b.v. Storing1, Storing 2 etc...). Bel de Klantenservice en geef de alarmcode door. Het geluidssignaal klinkt, het alarmsymbool licht op en de 3 middelste lampjes in de temperatuurlampjes van de koelkast knipperen volgens de hieronder beschreven storingscode: Storing code Error 2 Error 3 Error 6 Legenda Visualisatie RC-instelpunten knipperen aan/uit bij 0,5 sec. Knippert tweemaal AAN en blijft dan 5 seconden uit. Het patroon herhaalt zich. RC-instelpunten knipperen aan/uit bij 0,5 sec. Knippert driemaal AAN en blijft dan 5 seconden uit. Het patroon herhaalt zich. RC-instelpunten knipperen aan/uit bij 0,5 sec. Knippert zes AAN en blijft dan 5 seconden uit. Het patroon herhaalt zich. Lampje uit Lampje knippert 58 x2 x3 x6 KLANTENSERVICE Voordat u de Klantenservice belt: Zet het apparaat weer aan om te zien of het probleem is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan uit en wacht ongeveer een uur voordat u het weer aanzet. Als uw apparaat nog steeds niet naar behoren werkt nadat u de controles in Storingen opsporen heeft uitgevoerd en het apparaat weer heeft ingeschakeld, bel dan de Klantenservice en leg het probleem uit. Vermeld de volgende gegevens: • Het model en het serienummer van het apparaat (vermeld op het typeplaatje), • de aard van de storing, • het servicenummer (het nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat), • uw volledige adres, • uw telefoonnummer. Opmerking: De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Als deze verandering verricht wordt door de Klantenservice, wordt dit niet gedekt door de garantie. 59
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304

Whirlpool WBA4398 NFC IX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding