Zanussi ZKT 622 HN Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ZKT 622 HX -- ZKT 622 HN
Gebrauchs- und Installationsanweisung
Operating and Installation Instructions
Mode demploi
Gebruiksaanvijzing en installatievoorschrift
Käyttö-ja assennusohje
Elektro-Glaskeramikkochfeld
Elektric Ceramic Glass Hob
Plan de cuisson vitrocéramique électrique
Elektrisch Keramisch Kookplateau
Keramisen Keittotason
NL
319 5032--00 2001.03.20 PE--D
2
Geachte klant !
Gelieve deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te le-
zen. Schenk vooral de nodige aandacht aan het hoofd-
stuk Veiligheid.
Bewaar deze gebruiksaanwijzingvoor latereopzoekin-
gen. Geef ze eventueeldoor aande volgende eigenaar
van het toestel.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of doordesig-
naalwoorden Voorzichtig!, Opgelet!, Waar-
schuwing! worden aanwijzingen aangeduid die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor de func-
tionaliteit van het toestel. Deze aanwijzingen
moeten steeds in acht worden genomen.
D Dit symbool leidt u stapvoor stap doorheen debe-
diening van het toestel.
Onder dit symbool krijgt u aanvullende informatie
over de bediening en het praktische gebruik van
het toestel.
Met dit symbool worden tips en aanwijzingen ge-
markeerd voor het economische en milieuvrien-
delijk gebruik van de kookplaat. Deze gebruiks-
aanwijzing zijn aanwijzingen opgenomen om
eventueel voorkomende storingen zelfstandig te
kunnen verhelpen, zie hoofdstuk Wat te doen
wanneer¼.elijke gebruik van het toestel.
Indien deze gebruiksaanwijzing niet toereichend is,
staat onze klantendienst dor uw dienst voor meere in-
ifo.
Idien deze aanwijzingen niet mochten volstaan, kunt u
steeds contact opnemen met onze informatiedienst,
waar men u graag verder helpt. Dankzij ons ruim ver-
spreide netwerk, is er altijd een contactpersoon in de
buurt van uw woonplaats.
INFO SERVICE van maandag tot vrijdag
TEL: 8.00 tot 20.00 uur
zaterdag van
10.00 tot 14.00 uur
Hier krijgt u een antwoord op al uw vragen met betrek-
king tot de uitrusting en het gebruik van uw toestel. Na-
tuurlijk vernemenwij ook graaguw wensen, suggesties
en punten van kritiek. Het is ons doel onze producten
en dienstverleningen nogverder te verbeteren voorhet
voordeel van onze klanten.
Bijtechnischeproblemen kunt u steedsterecht bij onze
klantendienst. Adressen en telefoonnummers vindt u
in het hoofdstuk Klantendiensten.
Deze gebruiksaanwijzing werd gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier. Wie ecologisch denkt, handelt er ook naar..
3
Inhoudsoverzicht
Voor de gebruiker
Geachte klant! 2
Veiligheid 4
Afvalverwijdering 5
Verpakkingsmateriaal verwijderen 5
Aanwijzingen voor afvalverwijdering 5
Voor het eerste gebruik 5
Eerste voorbereidende reiniging 5
Beschrijving van het toestel 6
Uitrusting van kookplaat en bedieningsveld 6
De belangrijkste kenmerken van uw toestel 7
Bediening van de kookplaat 8
Algemene informatie 8
TOUCH--CONTROL--sensortoet 8
Toestel inschakelen 8
Kookzoneselectie 8
Temperatuurstand 9
Dubbele zone in-- en uitschakelen 9
Kookzone uitschakelen 9
Restwarmte--indicator 9
Kinderbeveiliging 10
Veiligheidsuitschakeling volgens tijd 10
Veiligheidsuitschakeling door vloeistof 11
Gebruik, tabellen, tips 12
Kookgerei 12
Algemene aanwijzingen 12
Tips voor energiebesparing 12
Tabel koken en braden 13
Reiniging en onderhoud 14
Vitrokeramisch oppervlak 14
Lichte onzuiverheden 14
Vastklevende onzuiverheden 14
Speciale onzuiverheden 15
Suiker 15
Donkere vlekken, beschadigingen 15
Krassen in het vitrokeramische oppervlak 15
Omranding van de kookplaat 15
Wat te doen in geval van storingen 16
Voor de installateur
Installatieaanwijzingen 17
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur 17
Inbouw in het keukenwerkblad 17
Elektrische aansluiting 19
Technische gegevens 20
4
Veiligheid
De veiligheid van dit toestel voldoet aan de erkende re-
gels van de techniek en aan de wetgeving inzake toe-
stelveiligheid. Daarnaast zien wij ons als fabrikant er-
toe genoodzaakt, u vertrouwd te maken met de
volgende veiligheidsaanwijzingen.
Elektrische veiligheid
D Montage en aansluiting van het nieuwe toestel
mogen enkel uitgevoerd worden door een geau-
toriseerde elektricien.
D Reparaties aan het toestel mogen enkel uitge-
voerd worden door vaklui. Door ondeskundige re-
paraties kunnen er aanzienlijke gevaren ont-
staan. Wendt u zich voor reparaties tot onze
klantendienst of tot uw vakhandelaar.
U dient deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te
nemen. Indien niet vervalt de garantie bij bescha-
digingen.
D Inbouwtoestellen mogen uitsluitend gebruikt wor-
den na inbouw in overeenkomstig genormeerde,
aangepaste inbouwkasten en werkbladen. Hier-
door wordt de contactbeveiliging van elektrische
toestellen gewaarborgd overeenkomstig de voor-
schriften van de Duitse Federatie van Elektro-
technici (VDE).
D Wanneer er zich storingen aan het toestel, breu-
ken, barsten of scheuren voordoen:
schakelt u alle kookzones uit,
schakelt u de zekering voor de kookplaat
uit of verwijdert u deze.
D Een speciale, elektronisch gestuurde veiligheids-
uitschakeling zorgt ervoor dat alle kookzones na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeldwor-
den wanneer de instelling niet gewijzigd wordt.
Veiligheid voor kinderen
Wanneer u kookt en braadt, worden de kookzones
heet. Houd kleine kinderen daarom steeds uit de buurt
en laat grotere kinderen alleen onder toezicht aan het
toestel werken.
D Dit toestel is uitgerust met een veiligheidsver-
grendeling die ook kan worden ingeschakeld om
schakelprocessen door spelende kinderen te ver-
hinderen.
Veiligheid tijdens het gebruik
D Dit toestel mag enkel gebruikt worden voor huis-
houdelijk koken en braden van etenswaren.
D Gebruik de kookplaat niet voor het verwarmen
van de ruimte.
D Wees voorzichtig bij de aansluiting van elektri-
sche toestellen op contactdozen in de buurt van
het toestel. Aansluitleidingen mogen niet in con-
tact komen met hete kookplaten.
D Oververhitte vetten en oliën zijn licht ontvlam-
baar. Wanneer u etenswaren bereidt in vet of olie
(bv. frieten), blijft u dan in de buurt.
D De sensortechniek biedt de grootst mogelijke vei-
ligheid bij de bediening van het toestel, maar ver-
eist overeenkomstige zorgvuldigheid bij het in-
stellen van kookzones, vermogens of tijden.
D Schakel de kookzones na elk gebruik uit.
Veiligheid bij het schoonmaken
D Voor het schoonmaken moet het toestel uitge-
schakeld zijn.
D Dereinigingvan het toestelmet eenstoom-- of ho-
gedrukreiniger is om veiligheidsredenen niet toe-
gelaten.
Zo vermijdt u beschadigingen
aan het toestel
D Gebruik de kookplaat niet als werkblad of berg-
plaats.
D Gebruik de kookzones niet zonder of met leeg
kookgerei en vermijd het leegkoken van kookpot-
ten en pannen. Het kookgerei en de kookplaat
kunnen beschadigd worden.
D Vitrokeramische oppervlakken zijn ongevoelig
voor temperatuurschokken en zeer resistent,
maar niet onbreekbaar. Met name puntige en
harde voorwerpen die op het kookoppervlak val-
len, kunnen beschadigingen veroorzaken.
D Gebruik geen kookpotten uit gietijzer of met be-
schadigde bodems die ruw zijn of bramen verto-
nen. Bij het verschuiven ervan kunnen immers
krassen ontstaan.
D Zet geen pannen of kookpotten op de omranding
van de kookplaat. Er kunnen krassen en bescha-
digingen van de laklaag ontstaan.
D Wanneer er suiker of een bereiding met suiker op
de hete kookzone terechtkomt en smelt, dient u
deze onmiddellijk, in hete toestand, te verwijde-
ren met een reinigingsschraper Indien de massa
afkoelt, kan het oppervlak bij verwijdering be-
schadigd worden.
D Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen
smelten, bv. kunststof, aluminiumfolie of fornuis-
folie, uit de buurt van het vitrokeramische opper-
vlak. Indien er toch iets mocht smelten op het vi-
trokeramische oppervlak, danmoet dit, eveneens
onmiddellijk, worden verwijderd met de reini-
gingsschraper.
5
Afvalverwijdering
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle verpakkingsonderdelen kunnen ingeleverd
worden voor recyclage. Folie en hard schuim zijn
overeenkomstig gemarkeerd. De materialen
moeten op reglementaire wijze verwijderd wor-
den.
Gelieve de nationale en regionale voorschriften
voordeverwijderingvan verpakkingsmateriaalen
materiaalaanduiding (materiaalscheiding, afval-
verzameling, containerparken) in acht te nemen.
Aanwijzingen voor afvalverwijdering
Het toestel mag niet met het huisvuil meegege-
ven worden.
Inlichtingen over ophaaldata en inzamelpunten
kunt u verkrijgen bij de regionale reinigingsdienst
of bij het stadsbestuur.
Waarschuwing! Versletentoestellen voorverwij-
dering onklaar maken a.u.b. Netsnoer demonte-
ren.
Voor het eerste gebruik
Eerste reiniging
De kookplaat moet voor het eerste gebruik grondig ge-
reinigd worden.
D Het vitrokeramische oppervlak en de omranding
met warm water en afwasmiddel afwassen en
droogwrijven.
Opgelet! Gebruik geen scherpe of schurende rei-
nigingsmiddelen. Het oppervlak zou hierdoor be-
schadigd kunnen worden.
6
Beschrijving van het toestel
Uitrusting van kookplaat en bedieningsveld
145 mm
1200 W
180 mm
1800 W
145 mm
1200 W
Kookzone
Sensortoetsen
Kookzone
Kookzoneselectie
links voor
links achter
Selectie van het
gewenste vermogen + / --
Hoofdschakelaar aan/uit
Kookzoneselectie
rechts voor
rechts achter
Kookzone
Kookzone
210 mm
2400 W
Halolight
Digitale indicators
De vier indicatorvelden, die overeenstemmen met de vier kookzones, geven het volgende weer:
na het inschakelen en bij automatische uitschakeling door de veiligheidsfunctie,
bij selectie van een kookzone,
-- naargelang de gekozen temperatuurstand,
bij restwarmte,
bij storingen,
bij ingeschakelde kinderbeveiliging.
7
De belangrijkste kenmerken van uw toestel
D Vitrokeramisch kookoppervlak
Het toestel beschikt over een vitrokeramisch
kookoppervlak en 4 snelverwarmende kookzo-
nes. Hierbij wordt de opwarmingstijdvan dekook-
zones aanzienlijk verkort door bijzonder krachtige
verwarmingselementen.
D Sensortoetsen:
Debediening vanuwtoestel gebeurt viaTOUCH--
CONTROL--sensortoetsen.
D Sensortoets AAN/UIT:
Met de toets sensorveld AAN/UIT beschikt het
toestel over een aparte hoofdschakelaar waar-
mee de stroomtoevoer naar het toestel compleet
kan worden in-- of uitgeschakeld.
D Controle-- en functie--indicators
Digitale indicators of controlelampjes geven infor-
matieover de ingestelde vermogen / , geacti-
veerde functies / en eventueel aanwezige
restwarmte van de betreffende kookzone.
D Warmhoud--stand:
Is de temperatuurstand waarop u etenswaren
kunt warm houden.
D Restwarmte--indicator:
Een (”heet”) voor restwarmte verschijnt op de
indicator wanneer de kookzone een temperatuur
heeft waarbij er gevaar voor verbranding bestaat.
D Veiligheidsvergrendeling/ kinderbeveiliging:
Met dezefunctie kan de kookplaat tegen onop-
zettelijk inschakelen vergrendeld worden.
D Veiligheidsuitschakeling:
Een veiligheidsuitschakeling zorgt ervoor dat alle
kookzones na enige tijd automatisch uitschake-
len, wanneer de instellingen niet gewijzigd wor-
den.
D Reiniging:
Het voordeel van het vitrokeramische oppervlak
en van de sensortoetsen is hun onderhoudsge-
mak. Het gladde oppervlak is makkelijk te reini-
gen.
8
Bediening van het kookplateau
Algemene informatie
Het toestel is uitgerust met een kookoppervlak uit
hoogstaande vitrokeramiek en 4 snelverwarmende
kookzones. Hierbij wordt de opwarmingstijd van de
kookzones aanzienlijk verkort door bijzonder krachtige
verwarmingselementen.
Het kookoppervlak is poriënvrij en bovendien on-
gevoelig voor snelle temperatuurschommelin-
gen. Kookpotten kunnen daarom van een hete op
een koude zone gezet worden.
Bij het inschakelen van de kookzone kan deze
kort zoemen. Dat is een karakteristieke eigen-
schap van alle vitrokeramische kookzones en be-
tekent geen belemmering van de functie of le-
vensduur van het toestel.
Zet de kookpotten of pannen altijd voor het in-
schakelen op de kookzone.
TOUCH--CONTROL--sensortoetsen
D Voor de bediening van de TOUCH--CONTROL--
sensortoetsen legt u uw vinger plat boven op het
gewenste veld tot de overeenkomstige indicators
oplichten of doven of tot de gewenste functie is it-
gevoerd.
Toestel inschakelen
Het complete toestel wordt ingeschakeld met de sen-
sortoets AAN/UIT .
D Gedurende ca. 2 seconden op de sensortoets
AAN/UIT drukken. De digitale indicators geven
. weer en het digitale punt knippert.
Nadat de sensortoets AAN/UIT bediend werd
voor het inschakelen van het toestel, moet binnen
de seconden een van de kookzones geselec-
teerd worden met de kookzone--selectietoetsen.
Anders schakelt het toestel om veiligheidsrede-
nen opnieuw uit.
Toestel uitschakelen
Om het toestel compleet uit te schakelen, moet u de
sensortoets AAN/UIT bedienen.
D Gedurende ca. 2 seconden op sensortoets
AAN/UIT drukken.
Na het uitschakelen van een afzonderlijke kook-
zone of van de gehele kookplaat, wordt de aan-
wezige restwarmte met (”heet”) weergegeven
op de digitale indicator van de overeenkomstige
kookzones.
9
Kookzoneselectie
D Om de gewenste kookzone te selecteren, moet u
gedurende ca. één seconden op de overeenkom-
stige sensortoets drukken. Op het overeenkom-
stige indicatorveld van de kookzone licht opl
met digitaal punt.
Kookvermogen --
D Voor het instellen of verzetten van de vermo-
genstand van tot .
Met de sensortoets verhoogt u de kookvermo-
gen.
Met de sensortoets verlaagt u de kookvermo-
gen.
Kookzone uitschakelen
D 1. Met de kookzone--sensortoetsen de gewenste
kookzone selecteren.
D 2. Om uit te schakelen desensortoetsen en
gelijktijdig indrukken of met sensortoets terug-
zetten op nul.
Restwarmte--indicator
Na het uitschakelen van een afzonderlijke kookzone of
van de gehele kookplaat wordt de aanwezige rest-
warmte met (”heet”) weergegeven op de digitale in-
dicator van de overeenkomstige kookzones.
Ook na het uitschakelen van de kookzone dooft de
restwarmte--indicator pas wanneer de kookzone afge-
koeld is.
U kunt de restwarmte gebruiken voor het smelten
en warm houden van etenswaren.
Opgelet! Zolang de restwarmte--indicator brandt,
bestaat er gevaar voor verbranding.
Opgelet! Bij een stroomuitval dooft ook het sym-
bool en dus de waarschuwing voor aanwezige
restwarmte. Het gevaar voor verbranding bestaat
echter nog steeds. Dit kunt u vermijden door
aandachtige observatie.
1
0
Kinderbeveiliging
Kinderbeveiliging activeren
De kinderbeveiliging voorkomt onopzettelijk inschake-
len van de kookzones.
De kinderbeveiliging kan enkel geactiveerd wor-
den wanneer er geen kookzone ingeschakeld is.
D 1. Op sensortoets AAN/UIT drukken.
D 2. Onmiddellijk daarna (binnen 10 seconden) ge-
durende ca. 2 seconden gelijktijdig op de sensor-
toetsen en drukken en loslaten.
D 3. Opnieuw op sensortoets drukken. Op de di-
gitale indicators wordt gedurende ca. 10 secon-
den weergegeven. Nu is de kinderbeveiliging
geactiveerd.
Gebruik van de kookzone met geactiveerde
kinderbeveiliging
D 1. Op sensortoets AAN/UIT drukken.
D 2. Binnen 10 seconden gedurende ca. 2 secon-
den gelijktijdig op de sensortoetsen en
drukken.De digitale indicators geven weer en
het digitale punt knippert.
D 3. Kookzone selecteren en de gewenste vermo-
gen instellen.
Tot aan de volgende uitschakeling van het toestel
blijft de kinderbeveiliging gedeactiveerd. Alle
kookzones kunnen op de normale manier inge-
steld worden.
Kinderbeveiliging deactiveren
De kinderbeveiliging kan enkel gedeactiveerd
worden wanneer er geen kookzone in werking is.
D 1. Op sensortoets AAN/UIT drukken. Op de di-
gitale indicators wordt weergegeven.
D 2. Gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig op de
sensortoetsen en drukken en loslaten.
D 3. Opnieuw op sensortoets drukken. Op de di-
gitale indicators dooft het symbool en wordt
weergegeven. Nu is de kinderbeveiliging gedeac-
tiveerd.
1
2
2
3
3
2
2 1
1
1
Veiligheidsuitschakeling volgens tijd
Wanneer een van de kookzones na een bepaalde tijd
niet uitgeschakeld of de temperatuurstand niet gewij-
zigd wordt, dan schakelt de betreffende kookzone au-
tomatisch uit.
Op de kookplaatindicator verschijnt . en na het af-
koelen .
D De kookzones worden uitgeschakeld bij:
S vermogen 1 – 2 na 6 uren
S vermogen 3 – 4 na 5 uren
S vermogen 5 na 4 uren
S vermogen 6 – 9 na 1,5 uur
Om opnieuw te koken moet het toestel opnieuw inge-
schakeldwordenmet dehoofdschakelaar AAN/UIT.
Veiligheidsuitschakeling door vloeistof
Wanneer er overkokende vloeistof op het kookopper-
vlak terechtkomt, worden alle kookzones en instellin-
gen onmiddellijk uitgeschakeld.
Hetzelfde effect wordt bereikt wanneer u een natte
doek op het bedieningsveld legt. In beide gevallen
moet het toestel met de hoofdschakelaar AAN/UIT
opnieuw ingeschakeld worden nadat de vloeistof of de
doek verwijderd werden.
1
2
Gebruik, tabellen, tips
Het juiste kookgerei
Hoe beter de kookpot of de pan, des te beter
wordt het kook-- of braadresultaat
D Goed kookgerei kunt u herkennen aan de bodem.
De bodem moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
D Gebruik geen kookpotten uit gietijzer of met be-
schadigde bodems die ruw zijn of bramen verto-
nen. Bij het verschuiven hiervan kunnen krassen
ontstaan.
D Kookgerei met bodems uit aluminium of koper
kan metaalachtige verkleuringen achterlaten op
het vitrokeramische oppervlak, die slechts moei-
lijk of helemaal niet te verwijderen zijn.
D Kookpotten en pannen mogen niet kleiner zijn
dan de kookzone en best niet meer dan 2 – 4 cm
groter dan de diameter van de kookzone.
D In koude toestand zijn de bodems gewoonlijk
lichtjes naar binnen gewelfd (concaaf). Ze mogen
niet naar buiten gewelfd zijn (convex).
D Let bij een nieuwe aankoop van kookpotten en
pannen op de diameter van de bodem. Fabrikan-
ten geven vaak de bovenste diameter van de
kookpotrand aan.
D Wanneer u speciaal kookgerei gebruikt, bv. snel-
kookpan, au--bain--marie--pan of wok, neem dan
de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Algemene aanwijzingen
D De bodem moet altijd zuiver en droog zijn.
D Om lelijke krassen op het vitrokeramische opper-
vlak te vermijden, mogen de kookpotten en pan-
nen bij het verplaatsen niet geschoven, maar op-
getild worden.
D Krassen kunnen ook ontstaan door zandkorrel-
tjes (bv. door het schoonmaken van groenten
vooraf) die met de kookpot over het kookopper-
vlak getrokken worden.
D Gebruik hoge kookpotten voor gerechten met
veel vloeistof, zo kan er niets overkoken.
Tips voor energiebesparing
U bespaart waardevolle energie wanneer u de vol-
gende punten in acht neemt:
D Kookpotten en pannen steeds voor het inschake-
len op de kookzone zetten.
D Enkel geschikt kook-- en braadgerei met gladde,
egale bodem gebruiken.
8
8
8
8
8
8
8
1
3
D Kookpotten en pannen, indien mogelijk, altijd af-
sluiten met een deksel.
D Bodem van de kookpot en kookzone moeten
even groot zijn. Neem de speciale aanwijzingen
over kookpotten en pannen in acht.
D Vuilekookzones enbodemsvankookgerei verho-
gen het stroomverbruik.
D Kookzones voor het einde van de kooktijd uit-
schakelen om de restwarmte te gebruiken, bv.
voorhet warmhouden vanetenswaren of voorhet
smelten.
D Bij gebruik van een snelkookpan kan de kooktijd
tot 50% ingekort worden. Daardoor bespaart u
energie.
8
8
8
8
Tabel: koken en braden met de kookplaat
De gegevens in onderstaande tabel zijn richtwaarden. Welke schakelstand noodzakelijk is voor het kookpro-
ces, hangt af van de kwaliteit van de kookpotten en van het type en de hoeveelheid van de levensmiddelen.
Kookvermogen Kookproces
Nakookstand
Geschikt voor
9 lichtjes koken
aanbraden
lichtjes koken van grote hoeveelheden vloeistof, koken van ma-
caroni, aanbraden van vlees
7 – 9 sterk aanbraden
frituren
frituren van frieten,
aanbraden van vlees, bv. goulash,
gaar braden, bv. aardappelkoekjes,
braden van lendestukken en steaks.
6 – 7 zacht braden braden van vlees, schnitzel, cordon bleu, koteletten, frikadellen,
braadworsten, lever,
bloemsaus, zacht braden, eieren, omeletten, oliebollen frituren.
4 – 5 koken koken van grote hoeveelheden etenswaren, eenpansgerechten,
soepen, vleesbouillon, stomen van aardappelen.
3 – 4 stomen
stoven
stoven van groenten, smoren van vlees,
rijstpap koken.
2 – 3 gaar koken gaar koken van rijst-- en melkgerechten (tussendoor roeren),
stomen van kleine hoeveelheden aardappelen of groenten,
opwarmen van kant--en--klare gerechten.
1 – 2 warm houden
smelten
schuimomelet, bouillon met ei, saus hollandaise,
warm houden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine.
0 restwarmte resterende warmte, UIT--stand.
Wij raden aan bij het lichtjes koken of aanbraden het toestel in te stellen op temperatuurstand 9 en etenswaren
met een langere kooktijd verder te laten garen op een geschikte nakookstand.
1
4
Schoonmaken en onderhoud
Opgelet! Reinigingsmiddelen mogen niet op het
hete vitrokeramische oppervlak terechtkomen.
Alle reinigingsmiddelen moeten na de reiniging
met voldoende helder water verwijderd worden,
aangezien ze bij heropwarming een bijtend effect
kunnen.
Gebruik bij het reinigen geen agressieve reini-
gingsmiddelen zoals bv. grill-- of ovensprays,
vlek-- of roestverwijderaars, grove schuurmidde-
len en sponzen met krassende werking.
Geschikt voor de reiniging zijn: zuivere doeken of
huishoudpapier, heet water met afwasmiddel, ge-
schikte universele reinigingsmiddelen en reini-
gingsschrapers. Reinigingsschrapers en reini-
gers voor glaskeramiek vindt in de vakhandel en
in bouwmarkten.
Vitrokeramisch oppervlak
D Reinig het vitrokeramische kookoppervlak na elk
gebruik wanneer het handwarm of koud is. Zo
voorkomt u dat onzuiverheden aanbranden.
D Kalk-- en waterranden, vetspatten en metaalach-
tige verkleuringen verwijderen met een univer-
sele reiniger voor glaskeramiek of inox, bv. Sidol--
edelstaalglans, Stahl--Fix, WK--Top of Cillit.
Lichte onzuiverheden
D Vitrokeramisch oppervlak afvegen met een voch-
tige doek en ev. een beetje zeepsop.
D Vervolgens met een zuivere doek afwassen en
droogwrijven.
D Reinig het vitrokeramische oppervlak één keer
perweek met eenuniverselereiniger voorvitroke-
ramiek en inox.
Vastklevende onzuiverheden
D Overgekookte etenswaren of grove en vastkle-
vende onzuiverheden verwijdert u met een reini-
gingsschraper.
D De reinigingsschraper schuin op het vitrokerami-
sche oppervlak zetten. Onzuiverheden met glij-
dend lemmet verwijderen van het vitrokerami-
sche oppervlak.
1
5
Speciale onzuiverheden
Suiker
D Aangebrande suiker, gesmolten kunststof, alumi-
niumfolie of andere smeltbare materialen onmid-
dellijk, in hete toestand, verwijderen met de rei-
nigingsschraper.
Opgelet! Bij gebruik van de reinigingsschraper
op het hete kookoppervlak bestaat er gevaar voor
verbranding.
D Vervolgens het afgekoelde kookoppervlak nog-
maals reinigen.
Indien de kookzone met de daarop gesmolten
materialen reeds afgekoeld is, verwarm deze dan
nogmaals voor de reiniging.
Donkere vlekken, beschadigingen aan
de afwerking
Door het gebruik van agressieve reinigingsmid-
delen en schurende kookpotbodems wordt de af-
werking van het vitrokeramische oppervlak door
de tijd afgeschuurd en ontstaan er donkere vlek-
ken.
Deze kunnen niet worden verwijderd. Ze belem-
meren de functionaliteit van de kookzone echter
niet.
Krassen op het vitrokeramische opperv-
lak
Krassen op het vitrokeramische oppervlak die
ontstaanzijndoor bramen aan dekookpotbodem,
zandkorreltjes of andere onoplettendheden, kun-
nen niet meer verwijderd worden.
Ook dezeonzuiverhedenvormen geen belemme-
ring voor de functionaliteit van de kookplaat.
Omranding van de kookplaat
Kalkoplossende middelen, azijn, citroen, vruch-
tensappen of andere zurige vloeistoffen mogen
niet in contact komen met de omranding van de
kookplaat, aangezien er op deze manier matte
plaatsen ontstaan. Wanneer dit toch gebeurt, on-
middellijk verwijderen met een natte doek en
droogwrijven.
D De omranding van de kookplaat reinigen met wa-
ter en afwasmiddel.
D Ingedroogde onzuiverheden losweken met een
natte doek. Vervolgens wegvegen en droogwrij-
ven.
1
6
Wat te doen ...
Mogelijk gaat het bij een storing slechts om een kleine
fout die u aan de hand van de volgende aanwijzingen
zelf kunt verhelpen.
... wanneer de kookzones niet functioneren?
Controleer of
D de zekering in de huisinstallatie intact is.Wanneer
de zekeringen meermaals uitschakelen, dient u
een elektricien te raadplegen.
D het toestel correct ingeschakeld is.
D de veiligheidsuitschakeling van de kookzonesge-
activeerd is.
D de controlelampjes op het bedieningsveld bran-
den.
D de overeenkomstige kookzone ingeschakeld is.
D de kookzones ingesteld zijn op de gewenste
kookstand.
... wanneer de kookzones niet in-- of uitgescha-
keld kunnen worden?
Controleer of
D het bedieningsveld vergrendeld is.
D er tussen het bedienen van de AAN--/UIT--positie
en het inschakelen van de kookzone meer dan 10
seconden verstreken zijn.
D . de sensortoetsen volledig of gedeeltelijk bedekt
zijn door een vloeistof of een natte doek.
... wanneerde indicator plotseling uitvalt, behalve
voor de restwarmte?
Controleer of
D er per ongeluk op de AAN/UIT--sensortoets
gedrukt werd.
D de sensortoetsen volledig of gedeeltelijk bedekt
zijn door een vloeistof of een natte doek.
D de veiligheidsuitschakeling geactiveerd is.
D de stroom kortstondig uitgevallen is.
... wanneer de indicator compleet uitvalt?
Controleer of
D de zekeringen intact of ingeschakeld zijn.
D er een algemene stroomuitval is
D alle instellingen correct uitgevoerd werden.
... wanneer na het uitschakelen van de kookzones
geen of voor restwarmte verschijnt op de in-
dicator?
Controleer of
D de kookzone slechts kort ingeschakeld was en
daarom nog niet heet genoeg is. Indien de kook-
plaat heet is, neem dan contact op met de klan-
tendienst.
... wanneer een kookzone niet kan worden inge-
schakeld?
Controleer of
D de kinderbeveiliging ingeschakeld is.
... wanneer tijdens het kookproces alle indicators
(incl. restwarmte--indicator ) doven?
D De oververhittingsbeveiliging van de elektroni-
sche sturing heeft alle functies geblokkeerd. Na
afkoeling kan de kookplaat opnieuw in gebruik
worden genomen. Daarvoor moet de zekering
van de huisinstallatie minstens 10 seconden uit-
geschakeld of weggenomen worden.
... wanneer de indicator knippert?
Na een langere werkingstijd op een hoge tempe-
ratuurstand heeft de oververhittingsbeveiliging
van de elektronische sturing een tijdelijke ver-
grendeling veroorzaakt van de kookzone links
vooraan. Dat gebeurt om beschadigingen aan de
elektronische sturingtevoorkomen. De kookzone
links vooraan kan pas opnieuw geactiveerd wor-
den wanneer het toestel zover afgekoeld is dat
dooft.
... wanneer de indicator brandt?
Controleer of
D de sensortoetsen volledig of gedeeltelijk bedekt
zijn door een vloeistof of een natte doek.
D Reinig de kookplaat.Schakel de veiligheidsscha-
kelaar kort uit of neem de zekeringen weg. Indien
de indicator nog steeds brandt, neem dancon-
tact op met de klantendienst.
... tijdens het koken de kookzone automatisch naar
stand 7 wordt teruggeschakelt?
D In verband met een te hoge temperatuur heeft de
overhittingsbeveiliging van de elektronische stu-
ring de kookstand automatisch lager ingesteld.
Nadat de kookzone is afgekoeld, kunt u de kook-
stand weer hoger instellen. Wanneer u probeert
de kookstand hoger in te stellen en de indicatie
knippert, dan betekent dit dat er nog geen hog-
gere kookstand kan worden ingesteld omdat het
apparaat nog te heet is.
... in geval van een storing
D Toestel uitschakelen met de hoofdschakelaar.
D Veiligheidsschakelaaruitschakelen of zekeringen
wegnemen.
1
7
Oplossen van storingen
Klacht melden bij uw elektricien of de bevoegde klan-
tendienst.
Belangrijk! Gelieve steeds het
productnummer (PNC),
serienummer (S.Nr.) en
model van het toestel te vermelden bij:
contact met de klantendienst, bestelling van reserve-
onderdelen of toebehoren en technische informatie-
aanvragen.
Wanneer u een beroep doet op de klantendienst op
grond van foutieve bediening, dan kan het bezoek van
deservicetechnicusook tijdens de garantieperiode niet
gratis gebeuren.
1
8
Installatieaanwijzing
Veiligheidsaanwijzingen
Opgelet! Montage en aansluiting van het toe-
stel mogen enkel uitgevoerd worden door een
geauthoriseerde vakman. Neem deze aanwij-
zingen a.u.b. in acht, aangezien anders de ga-
rantie vervalt.
Bij de inbouw en voor onderhoudswerken moet
het toestel worden afgekoppeld van het stroom-
net. Zekeringen uitschakelen of wegnemen.
De algemene richtlijnen voor het gebruik van
elektrischetoestellen, devoorschriftenvan debe-
voegde elektriciteitsmaatschappij en de gege-
vens van deze installatieaanwijzing moeten
nauwgezet in acht worden genomen.
De correct uitgevoerde aansluiting moet op de
laatste pagina bevestigd worden als bewijs voor
de garantie.
Inbouw in het keukenblad
De elektrische veiligheid moet gewaarborgd wor-
den door een deskundige inbouw.
De contactbeveiliging en de elektrische veiligheid
overeenkomstig VDE--bepalingen moeten ge-
waarborgd zijn door de correcte inbouw van het
toestel in overeenkomstig genormeerde, aange-
paste inbouwkasten. Dat geldt ook voor de ach-
terwand van het toestel. Deze mag ook de bij in-
bouw oplossingen los van de muur, niet vrij
toegankelijk zijn
Inbouwkasten moeten kantelvast opgesteld en
bevestigd worden.
D Noteer het serienummer (S.Nr.) van het type-
plaatje van de toestel op het ingedrukte formulier
van het typeplaatje. Dit nummer heeft men nodig
bij onderhoudsaanvragen.
Inbouwafmetingen
De opening in het werkblad moet overeenstemmen
met de gebruikelijke maten. De maatschets geeft u de
nodige aanwijzingen.
Onder de kookplaat moet een vrije afstand van min-
stens 20 mm zijn. Er mogen geen ladenonder de kook-
plaat gemonteerd zijn.
De zijdelingse afstand van de kookplaat tot een hoge
kast moet minstens 50 mm, tot de achterwand min-
stens 55 bedragen.
20 mm
55 mm
20 mm
50 mm
Afstand uitsnijding : zijdelings (muur
of hoge kast) 50 mm
Afstand uitsnijding : achterwand 55 mm
R5
Totale hoogte
kookplaat 49 mm
Hoogte van de
omranding vanaf
tafelblad kook-
plaat 3 mm
Uitsteken van de
kookplaatomran-
ding
9 mm
1
9
Bij dit toestel gaat het met betrekking tot debevei-
liging tegen oververhitting om een toestel van het
type Y (IEC 335--2--6): Dit toestel, resp. de in-
bouwkast van het toestel mag met de achterwand
en één zijwand geplaatst worden tegen muren en
meubels met een willekeurige hoogte en met de
andere zijde tegen een ander toestel of meubel
met dezelfde hoogte als het toestel.
Inbouw
D Werkblad uitsnijden overeenkomstig de voorge-
schreven uitsnijdingsmaat. De grensmaten mo-
gen niet overschreden worden. Precies op de
markeringslijn zagen. Advies: uitsnijding afteke-
nen met een stalen naald. Lijn afplakken om te
voorkomen dat de bekleding bij het snijden af-
splintert.
D Het werkblad reinigen in het uitsnijdingsbereik.
D Bij betegelde werkbladen moeten de voegen in
het draagvlak van de kookplaat volledig gevuld
zijn met voegmateriaal.
D Dan de springveren in de uitsnijding met schroe-
ven bevestigen op de gemarkeerde posities. De
afbuigingshoek van de veren dient als aanslag op
het werkblad.
D Bij natuur--, kunststeen-- of keramische bladen
kunnen de veren vastgekleefd worden met spe-
ciale lijm (kunsthars--, tweecomponentenlijm,
enz.).
D De kookplaat wordt langs boven in de uitsnijding
gelegd, gecentreerden vast aangedrukt tot de ve-
ren vastklikken.
D Dichting aan de rand van het draagvlak controle-
ren op correcte zitting en precies sluitend draag-
vlak. Geen bijkomende siliconendichting aan-
brengen a.u.b., dat bemoeilijkt de demontage bij
onderhoudswerken.
1
2
R5
dichting
rand
vitrokeramische plaat
springveer
inbouwkast
schroef
werkblad
2
0
Elektrische aansluiting
D Voor de aansluiting moet er gecontroleerd wor-
den of de nominale spanning van het toestel, d.i.
de spanning die aangegeven staat op het type-
plaatje, overeenstemt met de aanwezige net-
spanning. Het typeplaatje bevindt zich op de on-
derste bekleding van de kookplaat.
D De spanning van de verwarmingselementen be-
draagt AC 230V~. Ook bij oudere netten met AC
220V~ werkt het toestel zonder problemen.
D Denetaansluiting vandekookplaat moet zo uitge-
voerd worden dat er een volledige stroomverbre-
kingsmogelijkheid beschikbaar is met een con-
tactopening van minstens 3 mm, bv.
LS--Automat, FI--veiligheidsschakelaar of zeke-
ring.
D Als aansluitleiding moet er een leiding van het
type H05VV--F of vanhogere kwaliteit wordenge-
bruikt.
D De aansluitklem bevindt zich in de bodem van
deze kookplaat onder een afdekking. Met een
schroevendraaier kunt u de afdekking openen
(afb.).
D De aansluiting moet uitgevoerd worden volgens
het schema. Afhankelijk van het aansluitschema
moeten de aansluitbruggen overeenkomstig wor-
den geplaatst.
D De aardleiding wordt verbonden met klem . De
aardleiding moet langer zijn dan de elektrische
bedrading.
D De kabelaansluitingen moeten volgens de
voorschriften worden uitgevoerd en de klem-
schroeven moeten vast aangeschroefd wor-
den.
D Vervolgens moet de aansluitleiding worden be-
veiligd met de snoerontlastingsklem en moet de
afdekking worden gesloten door deze vast aan te
drukken (vastklikken).
Voor de eerste inschakeling moeten ev. aanwe-
zige beschermingsfolie of etiketten worden ver-
wijderd van het vitrokeramische oppervlak of van
de omranding.
Na het aansluiten op de elektrische voeding moe-
ten alle kookzonesachtereenvolgens kort worden
ingeschakeld in de maximumstand ter controle
van de functionaliteit.
Aansluitschema 230 V ~
Snoerontlastingsklem
Aansluitdoos in de bodem van
de kookplaat
Plaatsen van de
aansluitbruggen
grün--gelb / green--yellow
verde--amarillo
blau / blue / azul
Elektrischer Anschluss
electrical connection
conexión elèctrica
Anschlussleitung Mulde
connecting line hob
conexiòn artesa
PE
N
L2
L1
ƒ
schwarz / black / negro
schwarz / black / negro
230V
~
grün--gelb / green--yellow
verde--amarillo
blau / blue / azul
Elektrischer Anschluss
electrical connection
conexión elèctrica
Anschlussleitung Mulde
connecting line hob
conexiòn artesa
PE
N
L1
ƒ
schwarz / black / negro
schwarz / black / negro
230V
~
2
1
Technische gegevens
Toestelafmetingen:
Breedte 572 mm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte 502 mm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoogte 49 mm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uitsnijdingsmaten:
Breedte 560 mm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte 490 mm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoekradius R5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vermogensverbruik:
Kookzone links voor 2400 W. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kookzone links achter 1200 W. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kookzone rechts achter 1800 W. . . . . . . . . . . . . . . . .
Kookzone rechts voor 1200 W. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitwaarde max. 6,6 kW. . . . . . . . . . . . . . . .
Spanning van verwarmingselementen 230 V~50 Hz
Bepalingen, normen, richtlijnen
Dit toestel voldoet aan de volgende normen:
D EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6
betreffende de veiligheid van elektrische toestel-
len voor thuisgebruik en gelijkaardige doeleinden
en
D DIN 44546 / 44547 / 44548
betreffende de gebruikseigenschappen van elek-
trische fornuizen voor huishoudelijk gebruik.
D EN 55014-2 / VDE 0875 deel 14-2
D EN 55014 / VDE 0875 deel 14/12.93
D EN 61000-3-2 / VDE 0838 deel 2
D EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
betreffende de fundamentele veiligheidseisen in-
zake elektromagnetische compatibiliteit (EMC).
Dit toestel voldoet aan de EU--richtlijnen
D 73/23/EWG van 19.02.1973
(laagspanningsrichtlijn).
D 89/336/EWG van 03.05.1989
(EMC--richtlijn inclusief wijzigingsrichtlijn
92/31/EEG)
Typeplaatje
Het toestel werd op .... .... ....... aangesloten overeenkomstig de voorschriften.
Firma en monteur
Handtekening
Het typeplaatje is aangebracht op de onderzijde van het toestel. Na de inbouw is het typeplaatje niet meer toegankelijk.
Noteer daarom het serienummer (S.Nr.) op het overeenkomstige formulier.
Aansluitbevestiging door de uitvoerende installateur
MADE IN GERMANY
TYP: PEE2 021 PNC: 949 590 795 MODELL: ZKT 622 HX
230 V ~
Total max. 6,6 kW
F.Nr.: . . . . . . . . . . . .
ZANUSSI
MADE IN GERMANY
TYP: PEE2 021 PNC: 949 590 803 MODELL: ZKT 622 HN
230 V ~
Total max. 6,6 kW
F.Nr.: . . . . . . . . . . . .
ZANUSSI
2
2
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Zanussi ZKT 622 HN Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor