Smeg SE2631TC Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
26 224379
U heeft een keramische kookplaat met tiptoetsbediening gekocht.
Om langdurig plezier van uw apparaat te hebben, verzoeken wij u speciale aandacht te besteden aan de hoofd-
stukken 2 en 3 van deze gebruiksaanwijzing.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor meerdere types van kookplaten. Uit het typeplaatje op de voorkant van deze
gebruiksaanwijzing kunt u opmaken welk type kookplaat u heeft gekocht.
Inhoud
1. Bediening
1.1 Uw nieuwe kookplaat
1.2 Touch-Control-bedieningsveld
1.3 Touch-Control-bediening
2. Waarop u moet letten
2.1 Enkele tips m.b.t. de pannen
2.2 Belangrijke opmerkingen
3. Reiniging en onderhoud
4. Montage
4.1 Uitzagen van het aanrechtblad
4.2 Inbouw
4.3 Elektrische aansluiting
4.4 Servicewerkzaamheden
Verpakking en het oude apparaat verwijderen
Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust mogelijke manier.
De recyclage van het verpakkingsmateriaal bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg. Oude apparaten
bevatten nog bruikbare materialen. Breng uw oude apparaat naar een recyclagecentrum. Oude apparaten moeten
eerst onbruikbaar worden gemaakt voor ze worden weggebracht. Zo wordt misbruik voorkomen.
224379 27
1. Bediening
1.1 Uw nieuwe kookplaat met Touch-Control-bediening
Deze handleiding geldt het type SE 2631 TC.
1.2 Touch-Control-bedieningsveld
Na het inschakelen van de voedingsspanning (aansluiting op het net) vindt eerst een zelftest van de besturing
plaats, die door een korte signaaltoon wordt afgesloten.
Aan/uit-toets (besturing)
Vergrendeltoets
Controlelampje vergrendeling (besturing)
Min-toets
Plus-toets
Kookzonetoets
Kookstandweergave
Gereedheidspunt kookzone
(brandt: kookzone kan worden bediend)
1.3 Touch-Control-bediening
Principieel wordt elke bediening van de toetsen door een signaaltoon bevestigd.
Door op de aan/uit-toets
te drukken, wordt de besturing ingeschakeld: om in te schakelen de vinger op de toets
leggen tot bij alle kookstandweergaven een „0 brandt en het gereedheidspunt kookzone
knippert. Elke verdere
bediening moet binnen de volgende tien seconden gebeuren omdat de besturing zich anders automatisch weer
uitschakelt.
Om een kookzone in te schakelen op de kookzonetoets
van de gewenste kookzone drukken. Het overeenkom-
stige gereedheidspunt kookzone
van de geactiveerde kookzone licht op.
Met de min- of plustoets
/ een kookstand tussen 1 en 9 kiezen. Het is steeds mogelijk een ingeschakelde kook-
zone uit te schakelen. Hiervoor moet de gewenste kookzone geactiveerd zijn; het kookzone-gereedheidspunt
licht dan op.
Met de min-toets
kan de kookstand weer op „0” worden verlaagd of onmiddellijk worden uitgeschakeld door
tegelijk op de min- en de plus-toets
+ te drukken.
Principieel kan de volledig besturing op elk moment met de aan/uit-toets
worden uitgeschakeld. Om de volle-
dige kookplaat uit te schakelen de vinger even op de aan/uit-toets
leggen tot de controlelampjes uit zijn.
Door op de vergrendeltoets
te drukken, wordt verhinderd dat alle toetsen behalve de aan/uit-toets ongewenst
kunnen worden bediend. Als de kookplaat vergrendeld is, wordt dit door het controlelampje
weergegeven. Door
opnieuw op de vergrendeltoets
te drukken, wordt deze toestand weer opgeheven.
Restwarmteweergave
De restwarmte wordt aangetoond door een „H” op de corresponderende kookstandweergave .
28 224379
Kookstoot
De kookzone met de kookzonetoets activeren. De mintoets
bedienen en kookstand 9 kiezen. Daarna met de plustoets
de kookstoot inschakelen. De kookstandweergave wis-
selt tijdens de aankooktijd voortdurend tussen het teken „A”
(kookstoot) en de ingestelde kookstand. Nu kan men voor het
verdere koken een niveau tussen 1 en 8 kiezen. Indien men
echter op kookstand 9 blijft zonder een doorkookstand 1-8 te
kiezen, wordt de kookstoot na 10 seconden automatisch uit-
geschakeld. De duur van de kookstoot is afhankelijk van de
gekozen doorkookstand en kan uit de bijgevoegde tijdtabel
worden afgelezen.
Indien na de keuze van de gewenste doorkookstand op de
plustoets
wordt gedrukt, wordt de duur voor de kookstoot in
overeenstemming met de tijdtabel naar boven aangepast.
Indien na de keuze van de gewenste doorkookstand op de
mintoets
wordt gedrukt, wordt de kookstoot voortijdig beëin-
digd.
Veiligheidsuitschakeling
Het continu-bedrijf van elke individuele kookzone is in tijd be-
perkt door een veiligheidsuitschakeling, die de kookzone naar-
gelang van de gekozen kookstand na een bepaalde tijdsduur
uitschakelt. De werkingstijden van dit veiligheidssysteem kun-
nen uit de bijgevoegde tijdtabel worden afgelezen. Als de
veiligheidsuitschakeling de Touch-Control-besturing heeft uit-
geschakeld, verschijnt in de kookstandweergave
een „0” of
een „H” indien nog restwarmte aanwezig is. Na bediening van
de aan/uit-toets
is de besturing opnieuw bedrijfsklaar.
Indien, behalve bij de min- en plustoets, gelijktijdig op meer
dan een toets wordt gedrukt, wordt dit door de besturing niet
als een geldige bediening van de toetsen geaccepteerd. In-
dien er bijv. tengevolge van overkoken of een verkeerd staan-
de pan langer dan een halve minuut op één of meer toetsen
wordt gedrukt, neemt de besturing aan dat er een fout voorligt
en schakelt zich automatisch uit. Indien de bediening van de
toets blijft duren, is een continue signaaltoon te horen.
Tijdtabel
KS = kookstoot,
duur in minuten, seconden
Kookstand KS (min:sec)
101:00
203:00
304:48
406:30
508:30
602:30
703:30
804:30
9—:
Tijdtabel
GDBPR = Gebruiksduurbeperking,
in uren
Kookstand GDBPR (h)
16
26
35
45
54
61,5
71,5
81,5
91,5
224379 29
2. Waarop u moet letten
2.1 Enkele tips m.b.t. de pannen
Gebruik alleen potten en pannen met een stevige, vlakke en zo dik mogelijke bodem. Dat geldt vooral voor het
koken op hoge temperaturen, bijv. frituren. Oneffen bodems verlengen de bereidingstijden en verhogen het ener-
gieverbruik. U bereikt de beste warmteoverdracht, wanneer pan en kookzone dezelfde grootte hebben. Zet een
deksel op de pan. Zonder of met een verschoven deksel wordt zeer veel energie verspild.
Om direct op de kookzones te werken kunt u kookservies van vuurvast glas of porcelein gebruiken, als de bodem
ervan vlakgeslepen is. Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Overgelopen bereidingen onmiddellijk verwijderen.
Voordat u de eerste keer kookt, moet u de kookplaat schoonmaken. Vervolgens schakelt u de kookzones
één na één, zonder pannen, gedurende drie minuten op de hoogste stand in; zo verdwijnt de „nieuwe”
geur en eventuele vochtigheid uit de verwarmingselementen verdampt. Dat is nodig opdat de elektroni-
sche schakelkringen probreemloos kunnen functioneren.
2.2 Belangrijke opmerkingen
Let op: De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij het werken heet.
Daarom moeten kleine kinderen principieel uit de buurt worden gehouden.
Zorg ervoor dat er geen harde voorwerpen op de kookplaat kunnen vallen. Onder bepaalde voorwaarden kan het
materiaal gevoelig op mechanische belastingen reageren. Puntvormige slagbelasting kan de kookplaat doen bre-
ken. Indien er door een ondeskundige of slordige behandeling barsten, breuken of scheuren in de keramische
plaat te zien zijn, moet de kookplaat dadelijk afgezet en van het stroomnet gescheiden worden. Hiertoe moet ook
de veiligheidsschakelaar voor het fornuis in de zekeringenkast worden uitgeschakeld. Waarschuw in dergelijke
gevallen tevens de klantenservice.
De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er voorwerpen op neer te leggen! Op de hete kookzones
mogen geen spijzen in aluminiumfolie of plastic schaaltjes e.d. worden klaargemaakt.
De kookzones alleen maar in gebruik nemen, als er een pan op staat. Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare
of vervormbare voorwerpen onmiddellijk onder de kookplaat leggen.
Blijf in de buurt als u gerechten met vet of olie bereidt. Oververhitte olie kan spontaan ontbranden. Giet nooit water
in brandend vet of olie. Gevaar van verbranding! Dek de pan af zodat het vuur verstikt en schakel de kookzone
uit. Laat de pan op de kookzone afkoelen.
Bovendien mogen geen aansluitleidingen van elektrische toestellen,
die bijv. in contactdozen in de buurt van de kookplaat zijn ingestoken, met de hete kookzones in aanraking komen.
De keramische kookplaat mag in geen geval met een stoomreinigingsapparaat of dergelijke worden
schoongemaakt!
30 224379
3. Reiniging en onderhoud
Maak de afgekoelde kookplaat telkens na gebruik schoon. Zelfs de geringste
verontreiniging bakt bij het volgende inschakelen vast. Gebruik alleen maar de
aanbevolen reinigingsmiddelen. Staalwol, schuursponsjes en poedervormige
producten veroorzaken krassen. Ovenspray is niet geschikt omdat ze agressief
is en de kookplaat aantast.
Lichte verontreinigingen
Verwijder lichte verontreinigingen met een vochtige doek of met warm sop. De
resten van afwasmiddel met koud water afwassen en dan de plaat goed droog-
wrijven. Watervlekken die door overkokend water zijn ontstaan moeten met
azijn of citroen of met een kalkoplossend middel worden verwijderd.
Sterke verontreinigingen
Verwijder sterke verontreinigingen met „Sidol speciaal voor roestvrij staal”,
„Staalfix” of „Cerafix”. Het reinigingsmiddel onverdund met keukenpapier aan-
brengen en uitwrijven. Laat het middel inwerken. Wis het dan met koud water he-
lemaal weg en wrijf de kookplaat droog. Reinigingsmiddel dat op het kookvlak
gebleven is, kan als het terug warm wordt, agressief werken.
Hardnekkige vervuiling en aankorsting kunt u het best met een glasschraper
verwijderen
+. Glasschrapers zijn verkrijgbaar in winkels voor huishoudartike-
len, in verf- en hobbywinkels of via onze klantenservice. Let bij de aankoop op
het handvat. Dat mag niet uit kunststof zijn, omdat kunststof aan de hete kook-
plaat blijft plakken. Opgelet bij de omgang met een schraper: gevaar voor ver-
wondingen.
Gerechten die suiker bevatten kunnen het keramische oppervlak permanent
beschadigen, omdat ze bij het indrogen krassen achterlaten. Om dergelijke be-
schadigingen van het oppervlak te vermijden, deze resten dadelijk met de glas-
schraper verwijderen, zolang ze nog heet zijn
,, .
Kleurveranderingen van de kookplaat
Deze hebben geen enkele invloed op de functie en de stevigheid van de vitro-
keramiek. Het handelt zich hierbij niet om een verandering van het materiaal,
maar om niet verwijderde, ingebrande resten.
Metaalachtig glanzende verkleuringen
ontstaan door afwrijving van de
panbodem of door niet geschikte reinigingsmiddelen. Ze kunnen alleen maar
moeizaam met „Sidol speciaal voor roestvrij staal” of „Staalfix” worden verwij-
derd. Eventueel moet u de reiniging meermaals herhalen.
Afgeschuurd decor
-. Door het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen
en door schurende panbodems wordt het decor in de loop van de tijd afge-
schuurd en er ontstaan donkere vlekken.
Aangesmolten suiker of suikerhoudende spijzen onmiddellijk in hete toestand
met een glasschraper
+ verwijderen; anders kunnen beschadigingen ontstaan
,, .
Bij adequaat onderhoud blijft uw kookplaat lange tijd mooi en is het makkelijker
hem schoon te maken.
Voor het onderhoud adviseren we „Cerafix”. Door het hoge siliconenaandeel
van dit product ontstaat een beschermende film, die water en vuil tegenhoudt.
Alle verontreinigingen blijven op de film en kunnen daardoor veel gemakkelijker
worden verwijderd. Regelmatig onderhoud is dus belangrijk.
224379 31
4. Montage
4.1 Uitzagen van het aanrechtblad
Alle uitsnijdingen in meubelen of in het aanrechtblad voor het inzetten
van de apparaten uitvoeren en spaanders verwijderen.
De maten voor de uitsparingen in het aanrechtblad vindt u op de maat-
tekening (afb. 1+2).
De snijvlakken dienen met een waterwerende beschermlaag te wor-
den verzegeld.
Het aanrechtblad en dus ook de kookplaat moeten absoluut horizon-
taal worden ingebouwd. Als de kookplaat verwrongen of scheef zit of
spant, bestaat er verhoogd breukgevaar.
4.2 Inbouw
Controleer voor de inbouw of de pakking rondom de kookplaat zonder onderbreking ingelegd is.
Bij inbouw van de keramische kookplaat in een aanrechtblad met een keramisch of vergelijkbaar oppervlak (te-
gels) moet de pakking van de kookplaat worden verwijderd. In de plaats daarvan moet de verbinding tussen kook-
plaat en aanrechtblad met plastische afdichtmaterialen, zoals warmtebestendig siliconenrubber worden afgedicht.
Opgelet! Indien de kookplaat boven meubelgedeelten (zijwanden, laden e.d.) ligt, moet een tussenbodem
worden ingebouwd, zodat de onderkant van de kookplaat niet toevallig kan worden aangeraakt. De tus-
senbodem mag alleen met gereedschap verwijderbaar zijn en moet op een minimumafstand van 20 mm
t.o.v. de onderkant van de kookplaat aangebracht zijn, zodat de aansluitkabel de onderkant van de kook-
plaat niet raakt (afb. 4).
Als de kookplaat boven een inbouwoven wordt geplaatst, moet deze met een koelventilator uitgerust zijn.
Een tussenbodem is in dat geval niet nodig.
Ter hoogte van de uitsparing in het aanrechtblad mogen zich onder het aanrechtblad geen dwarslijsten bevinden.
De kookplaat zorgvuldig in de uitsparing leggen en met de passende bevestigingselementen vast met het aan-
rechtblad verbinden (afb. 3). De schroeven alleen met een schroevendraaier met de hand aanhalen; geen elek-
trische schroevendraaier gebruiken.
Let erop dat het aanrechtblad en de kookplaat waterpas liggen. U moet verhinderen dat er tussen de rand van de
kookplaat en het aanrechtblad of tussen het aanrechtblad en de muur vloeistoffen in de daaronder ingebouwde
elektrische apparaten kunnen indringen. Dichtingsprofielen, dichtingsbanden, dichtingsmiddelen gebruiken.
32 224379
4.3 Elektrische aansluiting (aansluitwaarden)
(Aansluitwaarden en model: zie titelblad van de gebruiksaanwijzing)
De elektrische aansluiting moet door een erkend installateur worden uitgevoerd, die erop moet letten, dat het ap-
paraat volgens de wettelijk erkende voorschriften (Duitsland VDE, Oostenrijk ÖVE, Zwitserland SEV, Nederland
o.a. NEN, Belgie NBN enz.) is ingebouwd. Hij moet er vooral op letten, dat deze voorschriften en die van de plaat-
selijke electriciteitsmaatschappijen nauwgezet worden nageleefd.
Bij het installeren moet voor het elektrische apparaat een alpolig werkzame scheidingsinrichting met tenminste
3mm contactopening voorgeschakeld worden. U moet er ook op letten dat de netspanning met de op het type-
plaatje aangegeven netspanning overeenstemt.
Om de aansluiting uit te voeren moet het deksel van het schakelelement aan de onderkant van het apparaat los-
gemaakt worden om zo de aansluitklem te bereiken. Na de aansluiting moet het deksel weer vastgemaakt en de
aansluitleiding met de snoerklem beveiligd worden.
De aansluitleiding moet minstens van het type H05 VVF zijn.
Als de aansluitleiding van dit apparaat wordt beschadigd, moet ze door de fabrikant of zijn klantenservice
of door een gelijkaardig gequalificeerde persoon worden vervangen om risico’s te vermijden.
Er moet op gelet worden dat de niet benodigde lengte van de aansluitleiding niet in de buurt van de inge-
bouwde kookplaat wordt weggestopt. Voor de plaatsen waar u de kabel moeten doorvoeren, zie afb. 4.
Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn met onderdelen die bij het gebruik onder
spanning staan.
Aansluitingsmogelijkheden
4.4 Servicewerkzaamheden
Bij reparaties moet het apparaat stroomloos worden gemaakt, d.w.z. de externe scheidingsinstallatie moet eerst
worden geopend. Indien u zich tot de klantenservice wendt, geef dan altijd het type en het fabricagenummer aan.
U vindt de noodzakelijke gegevens op het typeplaatje of op de voorkant van de bedieningshandleiding. Na elke
uitbouw van de keramische inbouwkookplaat moet de pakking gecontroleerd en eventueel vernieuwd worden.
224379 33
Type: SE 2631 TC
Afb. 1 Afb. 2
Minimumafstand tot naburige wanden
Uitfreesmaat
Buitenafm. kookplaat
Kabeldoorvoer door de achterwand
Afb. 3 Afb. 4

Documenttranscriptie

U heeft een keramische kookplaat met tiptoetsbediening gekocht. Om langdurig plezier van uw apparaat te hebben, verzoeken wij u speciale aandacht te besteden aan de hoofdstukken 2 en 3 van deze gebruiksaanwijzing. Deze gebruiksaanwijzing geldt voor meerdere types van kookplaten. Uit het typeplaatje op de voorkant van deze gebruiksaanwijzing kunt u opmaken welk type kookplaat u heeft gekocht. Inhoud 1. 2. Bediening 1.1 Uw nieuwe kookplaat 1.2 Touch-Control-bedieningsveld 1.3 Touch-Control-bediening Waarop u moet letten 2.1 Enkele tips m.b.t. de pannen 2.2 Belangrijke opmerkingen 3. Reiniging en onderhoud 4. Montage 4.1 Uitzagen van het aanrechtblad 4.2 Inbouw 4.3 Elektrische aansluiting 4.4 Servicewerkzaamheden Verpakking en het oude apparaat verwijderen Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust mogelijke manier. De recyclage van het verpakkingsmateriaal bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg. Oude apparaten bevatten nog bruikbare materialen. Breng uw oude apparaat naar een recyclagecentrum. Oude apparaten moeten eerst onbruikbaar worden gemaakt voor ze worden weggebracht. Zo wordt misbruik voorkomen. 26 224379 1. Bediening 1.1 Uw nieuwe kookplaat met Touch-Control-bediening Deze handleiding geldt het type SE 2631 TC. 1.2 Touch-Control-bedieningsveld Na het inschakelen van de voedingsspanning (aansluiting op het net) vindt eerst een zelftest van de besturing plaats, die door een korte signaaltoon wordt afgesloten.  Aan/uit-toets (besturing)  Vergrendeltoets  Controlelampje vergrendeling (besturing)  Min-toets  Plus-toets  Kookzonetoets  Kookstandweergave  Gereedheidspunt kookzone (brandt: kookzone kan worden bediend) 1.3 Touch-Control-bediening Principieel wordt elke bediening van de toetsen door een signaaltoon bevestigd. Door op de aan/uit-toets  te drukken, wordt de besturing ingeschakeld: om in te schakelen de vinger op de toets leggen tot bij alle kookstandweergaven een „0” brandt en het gereedheidspunt kookzone  knippert. Elke verdere bediening moet binnen de volgende tien seconden gebeuren omdat de besturing zich anders automatisch weer uitschakelt. Om een kookzone in te schakelen op de kookzonetoets  van de gewenste kookzone drukken. Het overeenkomstige gereedheidspunt kookzone  van de geactiveerde kookzone licht op. Met de min- of plustoets / een kookstand tussen 1 en 9 kiezen. Het is steeds mogelijk een ingeschakelde kookzone uit te schakelen. Hiervoor moet de gewenste kookzone geactiveerd zijn; het kookzone-gereedheidspunt  licht dan op. Met de min-toets  kan de kookstand weer op „0” worden verlaagd of onmiddellijk worden uitgeschakeld door tegelijk op de min- en de plus-toets + te drukken. Principieel kan de volledig besturing op elk moment met de aan/uit-toets  worden uitgeschakeld. Om de volledige kookplaat uit te schakelen de vinger even op de aan/uit-toets  leggen tot de controlelampjes uit zijn. Door op de vergrendeltoets  te drukken, wordt verhinderd dat alle toetsen behalve de aan/uit-toets  ongewenst kunnen worden bediend. Als de kookplaat vergrendeld is, wordt dit door het controlelampje  weergegeven. Door opnieuw op de vergrendeltoets  te drukken, wordt deze toestand weer opgeheven. Restwarmteweergave De restwarmte wordt aangetoond door een „H” op de corresponderende kookstandweergave . 224379 27 Kookstoot De kookzone met de kookzonetoets  activeren. De mintoets  bedienen en kookstand 9 kiezen. Daarna met de plustoets  de kookstoot inschakelen. De kookstandweergave  wisselt tijdens de aankooktijd voortdurend tussen het teken „A” (kookstoot) en de ingestelde kookstand. Nu kan men voor het verdere koken een niveau tussen 1 en 8 kiezen. Indien men echter op kookstand 9 blijft zonder een doorkookstand 1-8 te kiezen, wordt de kookstoot na 10 seconden automatisch uitgeschakeld. De duur van de kookstoot is afhankelijk van de gekozen doorkookstand en kan uit de bijgevoegde tijdtabel worden afgelezen. Indien na de keuze van de gewenste doorkookstand op de plustoets  wordt gedrukt, wordt de duur voor de kookstoot in overeenstemming met de tijdtabel naar boven aangepast. Indien na de keuze van de gewenste doorkookstand op de mintoets  wordt gedrukt, wordt de kookstoot voortijdig beëindigd. Tijdtabel KS = kookstoot, duur in minuten, seconden Kookstand 1 2 3 4 5 6 7 8 9 KS (min:sec) 01:00 03:00 04:48 06:30 08:30 02:30 03:30 04:30 —:— Veiligheidsuitschakeling Het continu-bedrijf van elke individuele kookzone is in tijd beperkt door een veiligheidsuitschakeling, die de kookzone naargelang van de gekozen kookstand na een bepaalde tijdsduur uitschakelt. De werkingstijden van dit veiligheidssysteem kunnen uit de bijgevoegde tijdtabel worden afgelezen. Als de veiligheidsuitschakeling de Touch-Control-besturing heeft uitgeschakeld, verschijnt in de kookstandweergave  een „0” of een „H” indien nog restwarmte aanwezig is. Na bediening van de aan/uit-toets  is de besturing opnieuw bedrijfsklaar. Indien, behalve bij de min- en plustoets, gelijktijdig op meer dan een toets wordt gedrukt, wordt dit door de besturing niet als een geldige bediening van de toetsen geaccepteerd. Indien er bijv. tengevolge van overkoken of een verkeerd staande pan langer dan een halve minuut op één of meer toetsen wordt gedrukt, neemt de besturing aan dat er een fout voorligt en schakelt zich automatisch uit. Indien de bediening van de toets blijft duren, is een continue signaaltoon te horen. 28 Tijdtabel GDBPR = Gebruiksduurbeperking, in uren Kookstand 1 2 3 4 5 6 7 8 9 GDBPR (h) 6 6 5 5 4 1,5 1,5 1,5 1,5 224379 2. Waarop u moet letten 2.1 Enkele tips m.b.t. de pannen Gebruik alleen potten en pannen met een stevige, vlakke en zo dik mogelijke bodem. Dat geldt vooral voor het koken op hoge temperaturen, bijv. frituren. Oneffen bodems verlengen de bereidingstijden en verhogen het energieverbruik. U bereikt de beste warmteoverdracht, wanneer pan en kookzone dezelfde grootte hebben. Zet een deksel op de pan. Zonder of met een verschoven deksel wordt zeer veel energie verspild. Om direct op de kookzones te werken kunt u kookservies van vuurvast glas of porcelein gebruiken, als de bodem ervan vlakgeslepen is. Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Overgelopen bereidingen onmiddellijk verwijderen. Voordat u de eerste keer kookt, moet u de kookplaat schoonmaken. Vervolgens schakelt u de kookzones één na één, zonder pannen, gedurende drie minuten op de hoogste stand in; zo verdwijnt de „nieuwe” geur en eventuele vochtigheid uit de verwarmingselementen verdampt. Dat is nodig opdat de elektronische schakelkringen probreemloos kunnen functioneren. 2.2 Belangrijke opmerkingen Let op: De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij het werken heet. Daarom moeten kleine kinderen principieel uit de buurt worden gehouden. Zorg ervoor dat er geen harde voorwerpen op de kookplaat kunnen vallen. Onder bepaalde voorwaarden kan het materiaal gevoelig op mechanische belastingen reageren. Puntvormige slagbelasting kan de kookplaat doen breken. Indien er door een ondeskundige of slordige behandeling barsten, breuken of scheuren in de keramische plaat te zien zijn, moet de kookplaat dadelijk afgezet en van het stroomnet gescheiden worden. Hiertoe moet ook de veiligheidsschakelaar voor het fornuis in de zekeringenkast worden uitgeschakeld. Waarschuw in dergelijke gevallen tevens de klantenservice. De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er voorwerpen op neer te leggen! Op de hete kookzones mogen geen spijzen in aluminiumfolie of plastic schaaltjes e.d. worden klaargemaakt. De kookzones alleen maar in gebruik nemen, als er een pan op staat. Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare of vervormbare voorwerpen onmiddellijk onder de kookplaat leggen. Blijf in de buurt als u gerechten met vet of olie bereidt. Oververhitte olie kan spontaan ontbranden. Giet nooit water in brandend vet of olie. Gevaar van verbranding! Dek de pan af zodat het vuur verstikt en schakel de kookzone uit. Laat de pan op de kookzone afkoelen. Bovendien mogen geen aansluitleidingen van elektrische toestellen, die bijv. in contactdozen in de buurt van de kookplaat zijn ingestoken, met de hete kookzones in aanraking komen. De keramische kookplaat mag in geen geval met een stoomreinigingsapparaat of dergelijke worden schoongemaakt! 224379 29 3. Reiniging en onderhoud Maak de afgekoelde kookplaat telkens na gebruik schoon. Zelfs de geringste verontreiniging bakt bij het volgende inschakelen vast. Gebruik alleen maar de aanbevolen reinigingsmiddelen. Staalwol, schuursponsjes en poedervormige producten veroorzaken krassen. Ovenspray is niet geschikt omdat ze agressief is en de kookplaat aantast. Lichte verontreinigingen Verwijder lichte verontreinigingen met een vochtige doek of met warm sop. De resten van afwasmiddel met koud water afwassen en dan de plaat goed droogwrijven. Watervlekken die door overkokend water zijn ontstaan moeten met azijn of citroen of met een kalkoplossend middel worden verwijderd. Sterke verontreinigingen Verwijder sterke verontreinigingen met „Sidol speciaal voor roestvrij staal”, „Staalfix” of „Cerafix”. Het reinigingsmiddel onverdund met keukenpapier aanbrengen en uitwrijven. Laat het middel inwerken. Wis het dan met koud water helemaal weg en wrijf de kookplaat droog. Reinigingsmiddel dat op het kookvlak gebleven is, kan als het terug warm wordt, agressief werken. Hardnekkige vervuiling en aankorsting kunt u het best met een glasschraper verwijderen +. Glasschrapers zijn verkrijgbaar in winkels voor huishoudartikelen, in verf- en hobbywinkels of via onze klantenservice. Let bij de aankoop op het handvat. Dat mag niet uit kunststof zijn, omdat kunststof aan de hete kookplaat blijft plakken. Opgelet bij de omgang met een schraper: gevaar voor verwondingen. Gerechten die suiker bevatten kunnen het keramische oppervlak permanent beschadigen, omdat ze bij het indrogen krassen achterlaten. Om dergelijke beschadigingen van het oppervlak te vermijden, deze resten dadelijk met de glasschraper verwijderen, zolang ze nog heet zijn ,, . Kleurveranderingen van de kookplaat Deze hebben geen enkele invloed op de functie en de stevigheid van de vitrokeramiek. Het handelt zich hierbij niet om een verandering van het materiaal, maar om niet verwijderde, ingebrande resten. Metaalachtig glanzende verkleuringen ontstaan door afwrijving van de panbodem of door niet geschikte reinigingsmiddelen. Ze kunnen alleen maar moeizaam met „Sidol speciaal voor roestvrij staal” of „Staalfix” worden verwijderd. Eventueel moet u de reiniging meermaals herhalen. Afgeschuurd decor -. Door het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en door schurende panbodems wordt het decor in de loop van de tijd afgeschuurd en er ontstaan donkere vlekken. Aangesmolten suiker of suikerhoudende spijzen onmiddellijk in hete toestand met een glasschraper + verwijderen; anders kunnen beschadigingen ontstaan ,, . Bij adequaat onderhoud blijft uw kookplaat lange tijd mooi en is het makkelijker hem schoon te maken. Voor het onderhoud adviseren we „Cerafix”. Door het hoge siliconenaandeel van dit product ontstaat een beschermende film, die water en vuil tegenhoudt. Alle verontreinigingen blijven op de film en kunnen daardoor veel gemakkelijker worden verwijderd. Regelmatig onderhoud is dus belangrijk. 30 224379 4. Montage 4.1 Uitzagen van het aanrechtblad Alle uitsnijdingen in meubelen of in het aanrechtblad voor het inzetten van de apparaten uitvoeren en spaanders verwijderen. De maten voor de uitsparingen in het aanrechtblad vindt u op de maattekening (afb. 1+2). De snijvlakken dienen met een waterwerende beschermlaag te worden verzegeld. Het aanrechtblad en dus ook de kookplaat moeten absoluut horizontaal worden ingebouwd. Als de kookplaat verwrongen of scheef zit of spant, bestaat er verhoogd breukgevaar. 4.2 Inbouw Controleer voor de inbouw of de pakking rondom de kookplaat zonder onderbreking ingelegd is. Bij inbouw van de keramische kookplaat in een aanrechtblad met een keramisch of vergelijkbaar oppervlak (tegels) moet de pakking van de kookplaat worden verwijderd. In de plaats daarvan moet de verbinding tussen kookplaat en aanrechtblad met plastische afdichtmaterialen, zoals warmtebestendig siliconenrubber worden afgedicht. Opgelet! Indien de kookplaat boven meubelgedeelten (zijwanden, laden e.d.) ligt, moet een tussenbodem worden ingebouwd, zodat de onderkant van de kookplaat niet toevallig kan worden aangeraakt. De tussenbodem mag alleen met gereedschap verwijderbaar zijn en moet op een minimumafstand van 20 mm t.o.v. de onderkant van de kookplaat aangebracht zijn, zodat de aansluitkabel de onderkant van de kookplaat niet raakt (afb. 4). Als de kookplaat boven een inbouwoven wordt geplaatst, moet deze met een koelventilator uitgerust zijn. Een tussenbodem is in dat geval niet nodig. Ter hoogte van de uitsparing in het aanrechtblad mogen zich onder het aanrechtblad geen dwarslijsten bevinden. De kookplaat zorgvuldig in de uitsparing leggen en met de passende bevestigingselementen vast met het aanrechtblad verbinden (afb. 3). De schroeven alleen met een schroevendraaier met de hand aanhalen; geen elektrische schroevendraaier gebruiken. Let erop dat het aanrechtblad en de kookplaat waterpas liggen. U moet verhinderen dat er tussen de rand van de kookplaat en het aanrechtblad of tussen het aanrechtblad en de muur vloeistoffen in de daaronder ingebouwde elektrische apparaten kunnen indringen. Dichtingsprofielen, dichtingsbanden, dichtingsmiddelen gebruiken. 224379 31 4.3 Elektrische aansluiting (aansluitwaarden) (Aansluitwaarden en model: zie titelblad van de gebruiksaanwijzing) De elektrische aansluiting moet door een erkend installateur worden uitgevoerd, die erop moet letten, dat het apparaat volgens de wettelijk erkende voorschriften (Duitsland VDE, Oostenrijk ÖVE, Zwitserland SEV, Nederland o.a. NEN, Belgie NBN enz.) is ingebouwd. Hij moet er vooral op letten, dat deze voorschriften en die van de plaatselijke electriciteitsmaatschappijen nauwgezet worden nageleefd. Bij het installeren moet voor het elektrische apparaat een alpolig werkzame scheidingsinrichting met tenminste 3mm contactopening voorgeschakeld worden. U moet er ook op letten dat de netspanning met de op het typeplaatje aangegeven netspanning overeenstemt. Om de aansluiting uit te voeren moet het deksel van het schakelelement aan de onderkant van het apparaat losgemaakt worden om zo de aansluitklem te bereiken. Na de aansluiting moet het deksel weer vastgemaakt en de aansluitleiding met de snoerklem beveiligd worden. De aansluitleiding moet minstens van het type H05 VVF zijn. Als de aansluitleiding van dit apparaat wordt beschadigd, moet ze door de fabrikant of zijn klantenservice of door een gelijkaardig gequalificeerde persoon worden vervangen om risico’s te vermijden. Er moet op gelet worden dat de niet benodigde lengte van de aansluitleiding niet in de buurt van de ingebouwde kookplaat wordt weggestopt. Voor de plaatsen waar u de kabel moeten doorvoeren, zie afb. 4. Bij het ingebouwde apparaat mag geen contact mogelijk zijn met onderdelen die bij het gebruik onder spanning staan. Aansluitingsmogelijkheden 4.4 Servicewerkzaamheden Bij reparaties moet het apparaat stroomloos worden gemaakt, d.w.z. de externe scheidingsinstallatie moet eerst worden geopend. Indien u zich tot de klantenservice wendt, geef dan altijd het type en het fabricagenummer aan. U vindt de noodzakelijke gegevens op het typeplaatje of op de voorkant van de bedieningshandleiding. Na elke uitbouw van de keramische inbouwkookplaat moet de pakking gecontroleerd en eventueel vernieuwd worden. 32 224379 Type: SE 2631 TC Afb. 1 Afb. 2  Minimumafstand tot naburige wanden  Uitfreesmaat  Buitenafm. kookplaat  Kabeldoorvoer door de achterwand Afb. 3 224379 Afb. 4 33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49

Smeg SE2631TC Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding