20
HET VOLUME AANPASSEN
Uw hoortoestellen passen automatisch het volume aan de
luistersituatie aan.
Als u een handmatige aanspassing van het volume
verkiest, druk dan kort op de tuimelschakelaar.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningsregelaars" om de
tuimelschakelaar in te stellen.
Een optionele signaaltoon kan de volumewijziging
aangeven. Van zodra het maximale of het minimale volume
bereikt is, hoort u mogelijk een optionele signaaltoon.
HET KIEZEN VAN EEN LUISTERPROGRAMMA
Afhankelijk van de luistersituatie passen uw hoortoestellen
het geluid automatisch aan.
Uw hoortoestellen hebben mogelijk ook een aantal
luisterprogramma's waarmee u het geluid, indien
nodig, kunt wijzigen. Een optionele signaaltoon kan de
programmawijziging aangeven.
Om van luisterprogramma te wisselen, drukt u de
druktoets of tuimelschakelaar in.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningsregelaars" om uw
bedieningsregelaars in te stellen. Raadpleeg de paragraaf
"Instellingen" voor een lijst van uw hoorprogramma's.