Documenttranscriptie
3-091-349-42(1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung
DE
Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera
sorgfältig durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
DSC-P41/P43
© 2004 Sony Corporation
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Voor klanten in Nederland
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Attentie
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn voor
het gebruik van aansluitkabels korter dan 3 meter
en voldoet aan de hierin gestelde voorwaarden.
Let op
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
De elektromagnetische velden bij de
specifieke frequenties kunnen het beeld van
deze camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
wordt onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
In sommige landen of gebieden zijn
voorschriften van toepassing inzake het
afvoeren van de accu die voor dit product
wordt gebruikt.
NL
2
Lees dit eerst
Proefopname
Houd rekening met auteursrechten
Voordat u unieke gebeurtenissen gaat
vastleggen, is het verstandig om eerst een
proefopname te maken. Dan bent u er zeker
van dat de camera naar behoren functioneert.
Op televisieprogramma's, films, videobanden
en ander beeldmateriaal kunnen
auteursrechten rusten. Het maken van
opnamen van dergelijk materiaal zonder
toestemming, kan in strijd zijn met de
bepalingen van het auteursrecht.
Geen vergoeding voor schade aan
opnamen
Wanneer opnemen of weergeven niet mogelijk
is ten gevolge van een storing van
bijvoorbeeld uw camera of het
opnamemedium, wordt in geen geval een
schadevergoeding uitgekeerd.
Maak reservekopieën
Kopieer de gegevens altijd op een andere
diskette om het risico van mogelijk verlies van
beeldgegevens te vermijden.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de universele
standaard "Design Rules for Camera File
Systems" (ontwerpregels voor
bestandssystemen van camera's) van de
JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Het kunnen afspelen op andere apparatuur
van beelden die op deze camera zijn
opgenomen, en het kunnen afspelen op deze
camera van beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt,
wordt niet gegarandeerd.
Stel de camera niet bloot aan
trillingen en stoten
Hiermee kunt u niet alleen de werking
belemmeren en het opnemen van beelden
onmogelijk maken, maar ook de "Memory
Stick" onbruikbaar maken en beeldgegevens
beschadigen, zodat schade en verlies kunnen
optreden.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
geproduceerd met hogeprecisietechnologie:
meer dan 99,99% van de pixels zijn geschikt
voor gebruik. Er kunnen echter enkele
minuscule zwarte en/of heldere puntjes (wit-,
rood-, blauw- of groengekleurd) permanent
op het LCD-scherm of de LCD-zoeker
aanwezig zijn. Deze puntjes zijn een normaal
gevolg van het productieproces en hebben
geen enkele invloed op de opname.
• Wees voorzichtig als u de camera bij het
raam of buitenshuis neerzet. Er kunnen
storingen optreden als u het LCD-scherm, de
zoeker of de lens gedurende langere
perioden aan direct zonlicht blootstelt.
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Als
het scherm niet meer effen is, kunnen er
storingen optreden.
• In een koude omgeving kan het gebeuren dat
de foto's traag op het LCD-scherm
verschijnen. Dit is geen storing.
Vuil verwijderen van het oppervlak
van de flitser
Als de kleur verandert door stof of als vuil aan
het oppervlak van de flitser blijft plakken
vanwege de hitte van de flitser, wordt er
mogelijk onvoldoende licht geproduceerd.
NL
Zorg ervoor dat de camera niet nat
wordt
Wanneer u buitenopnamen maakt in de regen
of onder soortgelijke omstandigheden, moet u
ervoor zorgen dat de camera niet nat wordt.
Als er water in de camera komt, werkt de
camera mogelijk niet goed meer en kan deze
soms niet meer worden gerepareerd. Als er
condensvorming optreedt, moet u de
aanwijzingen op pagina 111 bestuderen en de
condens verwijderen, voordat u de camera
gebruikt.
Zorg dat er geen zand of stof in de
camera komt
Als u de camera in een zanderige of stoffige
omgeving gebruikt, kunnen er storingen
optreden.
NL
3
Richt de camera niet op de zon of op
een andere heldere lichtbron
Dit kan onherstelbare schade aan uw ogen
veroorzaken of storingen in de camera.
Opmerking over de locaties waar u
de camera kunt gebruiken
Gebruik de camera niet in de buurt van een
locatie die sterke radiogolven genereert of bij
een stralingsbron. De camera kan dan wellicht
niet goed opnemen of afspelen.
De foto's in deze handleiding
De voorbeeldfoto's in deze handleiding zijn
reproducties; het zijn geen foto's die
daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
De afbeeldingen en schermstatus
die in de handleiding worden
gebruikt
De afbeeldingen en schermstatus die in deze
handleiding worden gebruikt zijn van
toepassing op de DSC-P43 tenzij anders
vermeld.
NL
4
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van
Sony Corporation.
• "Memory Stick",
, "Memory Stick
PRO",
, "Memory Stick
Duo",
, "Memory Stick
PRO Duo",
,
"MagicGate",
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• Picture Package is een handelsmerk van
Sony Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken
of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
• Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac,
iBook, PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Macromedia en Flash zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
• Intel, MMX en Pentium zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Intel
Corporation.
• Verder zijn de systeem- en productnamen die
in deze handleiding worden vermeld, over het
algemeen handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke
ontwikkelaars of fabrikanten. De ™- of ®markeringen worden echter niet altijd in deze
handleiding vermeld.
Inhoud
Lees dit eerst .............................................3
De onderdelen herkennen..........................8
Aan de slag
Voorbereidingen voor batterijen .............10
Over het omgaan met batterijen ..............10
De batterijen opladen
(alleen voor DSC-P43) ..................11
De batterijen plaatsen..............................12
De netspanningsadapter gebruiken .........15
De camera in het buitenland gebruiken...16
De camera in- en uitschakelen ................16
De regeltoets gebruiken...........................17
Datum en tijd instellen ............................17
Stilstaande beelden opnemen
Een "Memory Stick" plaatsen en
verwijderen .....................................20
Het formaat van stilstaande beelden
instellen...........................................21
Beeldformaat en kwaliteit .......................22
Basisbediening voor het opnemen van
stilstaande beelden
– Met automatische instellingen .....24
Het laatst opgenomen beeld controleren
– Quick Review ..............................26
De zoomfunctie gebruiken..................27
De zelfontspanner gebruiken ..............28
Een flitserstand kiezen ........................29
Beelden opnemen met de zoeker........ 31
De datum en tijd aan een stilstaand beeld
toevoegen ....................................... 32
Opnamen aanpassen aan de
omstandigheden.............................. 34
Stilstaande beelden weergeven
Beelden weergeven op het LCD-scherm
van de camera................................. 37
Beelden weergeven op een tv-scherm
(alleen voor DSC-P43) ................... 39
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 41
Een "Memory Stick" formatteren ........... 43
Voordat u met geavanceerde
bedieningsmogelijkheden
begint
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een methode voor automatisch
scherpstellen kiezen ........................49
Een kader voor de AF-bereikzoeker
kiezen – AF-bereikzoeker.............. 49
Een methode voor scherpstellen kiezen
– AF-modus ................................... 50
De afstand tot een onderwerp instellen
– Brandpuntsafstanden................... 51
De belichting instellen – EV-regeling .... 52
De meetmodus selecteren........................54
De kleurtonen instellen – Witbalans ...... 55
Het flitsniveau instellen – Flitsniveau .... 56
Meerdere beelden achter elkaar
opnemen..........................................56
Opnemen in de Multi Burst-stand
– Multi Burst .................................. 57
Opnemen met speciale effecten
– Beeldeffecten .............................. 58
De camera instellen en bedienen ............ 45
Menu-instellingen wijzigen ................ 45
Items wijzigen in het Setup-scherm ... 46
De kwaliteit van het stilstaande beeld
bepalen ........................................... 46
Een map maken of selecteren ................. 47
Een nieuwe map maken...................... 47
De opnamemap selecteren.................. 48
NL
5
Geavanceerd weergeven van
stilstaande beelden
Stilstaande beelden afdrukken
(PictBridge-printer)
De map selecteren en beelden afspelen
– Map............................................. 59
Een deel van een stilstaand beeld vergroten
– Vergroot weergeven ................... 60
Opeenvolgende beelden afspelen
– Beeldenreeks .............................. 61
Stilstaande beelden roteren – Draaien ... 62
Beelden afspelen die zijn opgenomen
in de Multi Burst-modus................. 62
Onafgebroken afspelen ....................... 63
Beeldje voor beeldje afspelen............. 63
Een printer aansluiten die compatibel is met
PictBridge ...................................... 68
Beelden afdrukken.................................. 69
Indexbeelden afdrukken ......................... 71
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen – Beveiligen ........... 64
Het beeldformaat wijzigen
– Formaat wijzigen........................ 65
Beelden kiezen om af te drukken
– Afdrukmarkering (DPOF) .......... 66
NL
6
Films bekijken
Films opnemen ....................................... 74
Films weergeven op het LCD-scherm .... 75
Films wissen ........................................... 76
Films splitsen.......................................... 77
Beelden op de computer
weergeven
Beelden naar uw computer kopiëren
– Voor gebruikers van
een Windows ..................................79
Het USB-stuurprogramma installeren
........................................................80
De camera aansluiten op de computer
........................................................81
Beelden kopiëren ................................82
Beelden weergeven op een computer... 84
Opslagbestemmingen en bestandsnamen
voor beeldbestanden .......................84
Een beeld bekijken dat eerder naar een
computer is gekopieerd...................86
"Picture Package" installeren..............86
Beelden kopiëren met
"Picture Package" ...........................88
"Picture Package" gebruiken ..............89
Beelden naar uw computer kopiëren
– Voor gebruikers van een
Macintosh .......................................90
"ImageMixer VCD2" gebruiken .........91
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen .........................93
Waarschuwingen en meldingen ............102
Zelfdiagnosedisplay
– Als er een code verschijnt die met
een letter begint ........................... 104
Aanvullende informatie
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen/Beschikbare
opnametijd ....................................105
Menu-opdrachten ..................................106
Setup-opdrachten...................................109
Voorzorgsmaatregelen ..........................111
De "Memory Stick"...............................113
De batterijen ..........................................114
De batterijoplader
(alleen voor DSC-P43) .................115
Technische gegevens.............................115
Het LCD-scherm ...................................117
Register
Register .................................................121
NL
7
De onderdelen herkennen
Raadpleeg de pagina's die tussen haakjes
worden vermeld voor informatie over de
bediening.
A
B
C
D
E
F
G
POWER-lampje (16)
POWER-toets (16)
Sluiterknop (24)
Flitser (29)
Luidspreker (bodemoppervlak)
Zoekervenster
Lampje zelfontspanner (28)/
AF-belichter (31, 109)
H Lens
I Microfoon
NL
8
J Statiefaansluiting
(bodemoppervlak)
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
maximaal 5,5 mm. Als u een statief met een
langere schroef gebruikt, is het niet mogelijk
om de camera stevig op het statief te
bevestigen. Hierdoor kan de camera beschadigd
raken.
E
A Modusschakelaar
: Beelden bekijken of bewerken
: Stilstaande beelden opnemen
: Films opnemen
B Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (17)
Menu uit: / /7/
(29/28/26/
54)
C Zoeker (31)
Lampje zelfontspanner/
Opnamelampje (rood)
(28/25)
AE/AFvergrendelingslampje
(groen) (25)
(oplaadlampje)
flitser (oranje) (29)
D LCD-scherm
Raadpleeg pagina 117 t/m 120 voor meer
informatie over de elementen in het LCDscherm.
-toets (LCD-status/LCD aan/
uit) (31)
F MENU-toets (45, 106)
G RESET-toets (93)
H DC IN-aansluiting (15)
I
(USB)-aansluiting (81)
J A/V OUT (MONO)-aansluiting
(alleen voor DSC-P43) (39)
K
-toets (Beeldformaat/
Wissen) (21, 41)
L D-zoom (W/T)-toetsen (27)/
-toets (Index) (38)/
/ -toetsen (Vergroot
weergeven) (60)
M Toegangslampje (20)
N OPEN-toets (12)
O Batterij/"Memory Stick"-deksel
(12)
P Batterijcompartiment (12)
Q "Memory Stick"-aansluiting (20)
R Afdekkapje aansluitingen (15)
S Bevestiging polsbandje
(bodemoppervlak)
Het polsbandje bevestigen
NL
9
Aan de slag
Voorbereidingen
voor batterijen
Gebruik voor deze camera de volgende
batterijen.
Geschikte batterijen
HR 15/51:HR6 (type AA) Nikkelmetallisch-hydridebatterijen (2)
– NH-AA-DA (2) (meegeleverd met de
DSC-P43)
– NH-AA-2DA dubbelpak, etc. (niet
meegeleverd)
R6-alkalinebatterijen (AA-formaat) (2)
– AM3-P2AE (meegeleverd met de
DSC-P41)
Ongeschikte batterijen
Mangaanbatterijen
Lithiumbatterijen
Ni-Cad-batterijen
Als u de hierboven vermelde batterijen
gebruikt, kunnen we niet garanderen dat de
camera helemaal correct werkt doordat bij
deze batterijen bijvoorbeeld soms korte
perioden met lagere spanning (zgn. brownout)
optreden.
NL
10
Over het omgaan met batterijen
Opmerkingen over nikkelmetallisch-hydridebatterijen
• Als u de nikkel-metallischhydridebatterijen net hebt aangeschaft,
of als u ze lange tijd niet hebt gebruikt,
kunnen ze niet altijd volledig worden
opgeladen. Dit is een normale
eigenschap van dit type batterijen en is
dus geen storing. Als dit gebeurt, zorg
dan dat u de batterijen enkele malen
volledig opgebruikt en weer oplaadt. Na
enige tijd kunnen de batterijen weer
normaal worden opgeladen.
• Als de polen van de nikkel-metallischhydridebatterijen vuil zijn, worden de batterijen
soms niet goed opgeladen. Veeg de polen van
de batterijen en de aansluitingen van de oplader
van tijd tot tijd schoon met een droge doek.
• Maak gebruik van de meegeleverde
batterijhouder als u de nikkel-metallischhydridebatterijen vervoert (meegeleverd bij de
DSC-P43). Als de metalen aansluitingen +/worden kortgesloten, kan dit extreme
hittevorming of brand tot gevolg hebben.
• Na verloop van tijd verliezen nikkel-metallischhydridebatterijen hun lading, ook al worden ze
niet gebruikt. We raden u dan ook aan om de
batterijen op te laden, vlak voor u ze in gebruik
neemt.
• Als u nikkel-metallisch-hydridebatterijen
oplaadt voordat ze volledig zijn ontladen, kan
het zogenaamde geheugeneffect* optreden,
waardoor de indicatie voor de resterende
batterijtijd voortijdig waarschuwt. Dit probleem
kunt u verhelpen door de batterijlading volledig
te verbruiken, voordat u de batterijen gaat
opladen.
* Het "geheugeneffect" – de situatie waarin een
batterij tijdelijk niet volledig kan worden
opgeladen.
• Als u de batterijen volledig wilt ontladen, zet u
de camera in de modus Beeldenreeks
(pagina 61) en laat u deze aanstaan totdat de
batterijen op zijn.
• Haal de afdichtingen niet los en beschadig de
batterijen niet. Gebruik nooit batterijen
waarvan de afdichtingen geheel of gedeeltelijk
zijn verwijderd, of die op enigerlei wijze uit
elkaar zijn gehaald. Dat kan lekkages of
explosiegevaar veroorzaken. De batterij kan
ook oververhit raken wat kan leiden tot
brandwonden of andere verwondingen. De
batterijoplader werkt hierdoor mogelijk niet
meer goed.
De batterijen opladen (alleen voor DSC-P43)
• De indicator voor de resterende batterijtijd
geeft mogelijk niet de juiste informatie weer en
het is zelfs mogelijk dat de camera wordt
uitgeschakeld, ook wanneer de indicator voor
de resterende batterijtijd voldoende levensduur
aangeeft.
• Combineer geen oude en nieuwe batterijen.
• Tussen de verschillende typen en merken
batterijen bestaan grote prestatieverschillen.
Met name bij lage temperaturen presteren
sommige batterijen beduidend slechter.
Daarom is het soms niet mogelijk om beneden
de 5°C opnamen te maken.
• Alkalinebatterijen hebben een kortere
levensduur dan nikkel-metallischhydridebatterijen.
• Er bestaat een groot verschil tussen de
beschikbare opnametijd en de beschikbare
afspeeltijd. De kenmerken van
alkalinebatterijen kunnen ertoe leiden dat de
camera wordt uitgeschakeld wanneer u de
positie van de modusschakelaar wijzigt. Als dat
gebeurt, dient u de batterijen te vervangen door
nieuwe of volledig opgeladen Nikkelmetallisch-hydridebatterijen.
Het wordt aanbevolen nikkel-metallischhydridebatterijen (worden alleen
meegeleverd met de DSC-P43) of de
nikkel-metallisch-hydridebatterijen die
werden meegeleverd met de STAMINA
"Quick"-oplader (niet meegeleverd) te
gebruiken.
Aan de slag
Opmerkingen betreffende
alkalinebatterijen
CHARGE-lampje
naar een stopcontact
1
, Plaats de nikkel-metallischhydridebatterijen in de
batterijoplader (meegeleverd)
en let daarbij op de juiste
polariteit +/–.
• In de batterijoplader kunt u geen
alkalinebatterijen opladen.
• Laad de nikkel-metallischhydridebatterijen op die met uw camera
zijn meegeleverd, voordat u ze in
gebruik neemt.
• Sluit de batterijoplader aan op een stopcontact
waar u makkelijk bij kunt.
• Zelfs als het CHARGE-lampje niet brandt, staat
er stroom op het apparaat zolang het toestel nog
is aangesloten op het stopcontact. Schakel de
stroomvoorziening onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer er
problemen optreden tijdens het gebruik van de
batterijoplader.
2
Netsnoer
, Sluit de batterijoplader via het
netsnoer aan op een
stopcontact.
Het opladen begint en het CHARGElampje gaat branden. Als het CHARGElampje uit gaat, is het opladen voltooid.
Zie 115 voor informatie over de
batterijoplader.
De batterijen verwijderen
Druk het --uiteinde (min) van de batterij
omlaag, zodat het uiteinde met de + (plus)
omhoog komt en verwijder de batterij.
• Als het opladen is voltooid, haalt u het netsnoer
uit het stopcontact en verwijdert u de nikkelmetallisch-hydridebatterijen uit de oplader.
NL
11
De batterijen plaatsen
Oplaadtijd
Nikkel-metallischhydridebatterij
Oplaadtijd
NH-AA-DA × 2
Ongeveer 6 uur
(meegeleverd)
Dit is de tijd die nodig is om twee volledig
ontladen nikkel-metallisch-hydridebatterijen op
te laden met de meegeleverde batterijoplader bij
een omgevingstemperatuur van 25°C.
• Het opladen is na ongeveer zes uur voltooid.
Soms blijft het CHARGE-lampje langer dan
zes uur branden. Dit is echter geen storing.
• Als u de batterijoplader gebruikt die wordt
meegeleverd bij de STAMINA "Quick"-oplader
(niet meegeleverd), worden de batterijen sneller
opgeladen.
Oplaadtijd
Twee nikkel-metallisch-hydridebatterijen
opladen: Circa 2 uur 30 minuten
Vier nikkel-metallisch-hydridebatterijen
opladen: Circa 5 uur
NL
12
1
, Maak het batterij/"Memory
Stick"-deksel open.
Trek het batterij/"Memory Stick"-deksel
open en schuif het deksel in de richting van
de pijl.
2
, Plaats de batterijen.
Zorg dat de polen + en - op de batterijen
overeenkomen met de markeringen + en - in
de batterijhouder.
• Veeg de polen van de batterijen en de
aansluitingen op het deksel van de batterij/
''Memory Stick'' van tijd tot tijd schoon met een
droge doek. Als de batterijpolen of de
aansluitingen bedekt zijn met een laagje vuil of
huidvet, kan de bedrijfstijd van de camera
aanzienlijk worden bekort.
De batterijlading neemt af tijdens het
gebruik. Dit wordt door de indicator voor de
resterende batterijtijd weergegeven door
middel van de volgende symbolen.
Indicator
resterende
accutijd
3
Betekenis en richtlijnen
(Volledig geladen is
100%)
Voldoende lading.
Batterijen half vol.
, Sluit het deksel van de batterij/
"Memory Stick".
Batterijen bijna leeg, het
opnemen of afspelen stopt
bijna.
Sluit het deksel van de batterij/''Memory
Stick'' terwijl u de batterijen tegenhoudt.
Het deksel is goed dicht als u een klik hoort.
Vervang de batterijen door
volledig opgeladen nikkelmetallisch-hydridebatterijen
of nieuwe alkalinebatterijen,
of laad deze nikkelmetallisch-hydridebatterijen
op. (De
waarschuwingsindicator
knippert.)
De batterijen verwijderen
Trek het batterij/"Memory Stick"-deksel
omhoog, open het batterij/"Memory Stick"deksel en verwijder de batterijen.
• Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, drukt u
op de
-toets om dit in te schakelen.
• Soms is deze informatie niet correct. Dit wordt
veroorzaakt door de wijze waarop de camera
wordt gebruikt, de toestand van de lading en
omgevingsfactoren.
• Als u alkalinebatterijen gebruikt, wordt de
juiste waarde voor de resterende batterijtijd
mogelijk niet aangegeven. Tussen de
verschillende typen en merken batterijen
bestaan grote prestatieverschillen en het kan
gebeuren dat de camera uitgeschakeld wordt,
ook al geeft de indicator voldoende resterende
batterijtijd aan. Als dat gebeurt, dient u de
batterijen te vervangen door nieuwe of volledig
opgeladen Nikkel-metallisch-hydridebatterijen.
• Als u gebruikmaakt van de netspanningsadapter
(niet meegeleverd), wordt de informatie over de
resterende batterijtijd niet weergegeven.
Aan de slag
Indicator resterende accutijd
• Laat de batterijen niet vallen als u het batterij/
''Memory Stick''-deksel opent of sluit.
NL
13
De levensduur van de accu en
het aantal beelden dat kan
worden opgenomen of
weergegeven
De tabel toont bij benadering de batterijtijd en het
aantal beelden dat kan worden opgenomen of
afgespeeld met volledig opgeladen nikkelmetallisch-hydridebatterijen of nieuwe
alkalinebatterijen, in de normale stand en bij een
temperatuur van 25°C. Bij het aantal beelden dat
u kunt opnemen/weergeven, is het eventueel
verwisselen van de "Memory Stick"
meegerekend. Het werkelijke aantal kan minder
zijn dan wordt aangegeven. Dit hangt af van de
omstandigheden waarin de camera wordt
gebruikt.
• De opslagcapaciteit van nikkel-metallischhydridebatterijen gaat in de loop der tijd beetje
bij beetje achteruit naarmate u de batterij langer
gebruikt (pagina 114).
Stilstaande beelden opnemen
Bij normale omstandigheden1)
NL
14
NH-AA-DA (2) (meegeleverd
met de DSC-P43)
Beeld- LCD- Aantal
Accutijd
formaat scherm beelden
(min.)
Aan
Ongeveer 400 Ongeveer 200
4M
Uit
Ongeveer 760 Ongeveer 380
Ongeveer 400 Ongeveer 200
VGA (E- Aan
Mail)
Uit
Ongeveer 760 Ongeveer 380
AM3-P2AE (2) (meegeleverd
met de DSC-P41)
Beeld- LCD- Aantal
formaat scherm beelden
4M
Accutijd
(min.)
Aan
Ongeveer 80 Ongeveer 40
Uit
Ongeveer 160 Ongeveer 80
VGA (E- Aan
Mail)
Uit
Ongeveer 80 Ongeveer 40
AM3-P2AE (2)
(meegeleverd met de
DSC-P41)
Beeldformaat
Aantal
beelden
4M
Ongeveer Ongeveer 360
7.200
VGA (E-Mail)
Ongeveer Ongeveer 360
7.200
Ongeveer 160 Ongeveer 80
2)
1)
Opnemen onder de volgende omstandigheden:
– De beeldkwaliteit is ingesteld op [Fine]
– [AF Mode] is ingesteld op [Single]
– Elke 30 seconden wordt één opname gemaakt
– Om de andere keer wordt de flitser gebruikt.
– De camera wordt eens per tien opnamen inen uitgeschakeld.
De meetmethode is gebaseerd op de CIPAstandaard (CIPA: Camera & Imaging Products
Association).
Stilstaande beelden
weergeven2)
NH-AA-DA (2)
(meegeleverd met de
DSC-P43)
BeeldAantal
Accutijd
formaat
beelden
(min.)
4M
Ongeveer Ongeveer 470
9.400
VGA (E-Mail)
Ongeveer Ongeveer 470
9.400
Accutijd
(min.)
Enkelvoudige beelden weergeven met
intervallen van ongeveer drie seconden
Films opnemen3)
NH-AA-DA (2) (meegeleverd
met de DSC-P43)
LCD-scherm
aan
Ongeveer 170
LCD-scherm
uit
Ongeveer 220
AM3-P2AE (2) (meegeleverd
met de DSC-P41)
LCD-scherm
aan
Ongeveer 100
3) Continu
LCD-scherm
uit
Ongeveer 160
opnemen met beeldformaat [160]
De netspanningsadapter gebruiken
Netspanningsadapter (niet meegeleverd)
DC-stekker
Aan de slag
• De levensduur van de accu en het aantal
beelden dat kan worden opgenomen of
weergegeven, nemen af onder de volgende
omstandigheden:
– De omgevingstemperatuur is laag.
– De flitser wordt gebruikt.
– De camera is vaak in- en uitgeschakeld.
– [LCD Backlight] is ingesteld op [Bright] in
het scherm Setup.
– [AF Mode] is ingesteld op [Monitor].
– De accu is bijna leeg.
2 naar een stopcontact
1
Afdekkapje
aansluitingen
1
, Open het afdekkapje van de
aansluitingen en sluit
vervolgens de AC-LS5netspanningsadapter (niet
meegeleverd) aan op de DC INaansluiting van de camera.
Sluit de stekker aan met de v-markering
naar boven gericht.
• Gebruik alleen de netspanningsadapter
AC-LS5. Andere netspanningsadapters
kunnen niet bij deze camera worden
gebruikt.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
stopcontact waar u makkelijk bij kunt. Schakel
de stroomvoorziening onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer er
problemen optreden tijdens het gebruik van de
adapter.
2
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op het
stopcontact.
• Als u de netspanningsadapter niet langer
gebruikt, verwijdert u deze uit de DC INaansluiting van de camera en het stopcontact.
• Zolang het toestel is aangesloten op het
stopcontact, staat er stroom op. Dit geldt ook
als het toestel zelf is uitgeschakeld.
NL
15
De camera in het
buitenland
gebruiken
De camera in- en uitschakelen
POWER
Voeding
Met de batterijoplader (alleen meegeleverd
met de DSC-P43) of AC-LS5netspanningsadapter (niet meegeleverd)
kunt u de camera overal gebruiken waar een
netspanning tussen 100 V en 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz wordt geleverd.
Gebruik zo nodig een in de handel
verkrijgbare verloopstekker [a], afhankelijk
van het soort stopcontact [b] dat ter plaatse
wordt gebruikt.
BC-CS2A/CS2B
• Gebruik geen transformator (reisadapter). Deze
kan storingen veroorzaken.
NL
16
POWER-lampje
POWER
, Druk op POWER om het toestel
aan te zetten.
Het POWER-lampje licht groen op en de
stroom is ingeschakeld. Als u de camera
voor het eerst gebruikt, verschijnt het Clock
Set-scherm (pagina 17).
De stroom uitschakelen
Druk nogmaals op POWER. Het POWERlampje gaat uit en de camera wordt
uitgeschakeld.
De automatische
uitschakelfunctie
Als u de batterijen gebruikt maar de camera
ongeveer drie minuten lang niet bedient
tijdens het opnemen, afspelen of instellen,
wordt de stroom automatisch uitgeschakeld
om de batterijen te sparen.
In de volgende gevallen treedt de
automatische uitschakelfunctie echter niet
in werking, ook al gebruikt u batterijen om
de camera van stroom te voorzien.
• Er worden films afgespeeld
• Er wordt een diavoorstelling afgespeeld
• Er is een kabel aangesloten op de
aansluiting (USB) of de A/V OUT
(MONO)-aansluiting (alleen voor DSCP43)
De regeltoets
gebruiken
Datum en tijd instellen
Aan de slag
Modusschakelaar
Program
Clock Set
P
Auto
Camera
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
POWER
WB ISO
2004 / 1 / 1
12 : 00
OK
AM
Cancel
Fine
FINE
Standard
P. Quality
WB ISO
Wilt u de huidige camera-instellingen
wijzigen, geef dan het menu of het Setupscherm (pagina 45, 46) weer en wijzig de
instellingen met behulp van de regeltoets.
Druk voor elk item op v/V/b/B om de
gewenste waarde te selecteren en druk
vervolgens op z of v/V/b/B om de
instelling door te voeren.
1
2
, Stel de modusschakelaar in op
.
• Als u de tijd en de datum opnieuw
wilt instellen, selecteert u [Clock Set]
in
(Setup 2) in het scherm Setup
(pagina 46, 110) en ga vervolgens
verder vanaf stap 3.
, Druk op POWER om het toestel
aan te zetten.
Het POWER-lampje licht groen op en het
Clock Set-scherm verschijnt.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusschakelaar is ingesteld op
of
.
NL
17
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 / 1
12 : 00
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
OK
AM
Cancel
2004 / 1 / 1
12 : 00
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2005 / 1 / 1
OK
AM
3
, Kies de gewenste
datumnotatie met v/V op de
regeltoets en druk op z.
U kunt kiezen uit [Y/M/D] (jaar/maand/dag),
[M/D/Y] en [D/M/Y].
• Als de oplaadbare knoopcelbatterij, die de
stroom voor het opslaan van de tijdsgegevens
levert, ooit geheel leeg raakt (pagina 112),
wordt het Clock Set-scherm opnieuw
weergegeven. Als dit gebeurt, kunt u de datum
en de tijd opnieuw instellen vanaf stap 3
hierboven.
NL
18
10 : 00
OK
AM
Cancel
4
, Kies met b/B op de regeltoets
het item voor jaar, maand, dag,
uur of minuut dat u wilt
instellen.
Boven het geselecteerde item ziet u v en
onder het item ziet u V.
Cancel
5
, Kies de gewenste numerieke
waarde met v/V op de
regeltoets en druk op z.
Als u de gekozen numerieke waarde hebt
ingevoerd, stel dan het volgende item in.
Herhaal stappen 4 en 5 totdat alle items
zijn ingesteld.
• Als u in stap 3 voor [D/M/Y] hebt gekozen,
moet u de tijd instellen op een cyclus van 24 uur.
• 12:00 AM staat voor middernacht en 12:00 PM
staat voor 12:00 uur 's middags.
Aan de slag
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2005 / 1 / 1
10 : 30
OK
AM
Cancel
6
, Kies [OK] met B op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
Zodra de datum en de tijd zijn ingesteld,
begint de klok te lopen.
• Als u de instelprocedure wilt annuleren, kiest u
[Cancel] en drukt u vervolgens op z.
NL
19
Stilstaande beelden opnemen
Een "Memory Stick" plaatsen en verwijderen
Aansluitzijde
Etiket
1
, Maak het batterij/"Memory
Stick"-deksel open.
NL
20
2
, Plaats de "Memory Stick".
Trek het batterij/"Memory Stick"-deksel
open en schuif het deksel in de richting van
de pijl.
Houd de "Memory Stick" zoals in de
afbeelding wordt getoond en schuif deze
helemaal in het toestel totdat u een klik
hoort.
• Let op dat u de batterijen niet laat vallen als u
het batterij/"Memory Stick"-deksel opent of
sluit.
• Zie pagina 113 voor informatie over ''Memory
Stick''.
• Duw een "Memory Stick" altijd zover mogelijk
naar binnen wanneer u deze in de camera
plaatst. Als u de "Memory Stick" niet goed
plaatst, wordt er mogelijk niet goed opgenomen
of afgespeeld.
Toegangslampje
3
, Sluit het deksel van de batterij/
"Memory Stick".
De "Memory Stick" verwijderen
Open het deksel van de batterij/"Memory
Stick" en druk vervolgens op de "Memory
Stick" zodat deze opspringt.
• Als het toegangslampje brandt, is de
camera een afbeelding aan het
wegschrijven of uitlezen. Maak het
batterij/"Memory Stick"-deksel nooit
open of schakel in dat geval de stroom
uit. De gegevens kunnen hierdoor
worden beschadigd.
Het formaat van stilstaande beelden instellen
4M
Modusschakelaar
VGA(E-Mail)
, Zet de modusschakelaar op
en zet de camera aan.
2
, Druk op
VGA
Image Size
Image Size
1
Stilstaande beelden opnemen
4M
3:2
3M
1M
4M
3:2
3M
1M
VGA(E-Mail)
3
(Beeldformaat).
Het Image Size-instelmenu verschijnt.
• Zie pagina 22 voor meer informatie over het
beeldformaat.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regeltoets.
Het beeldformaat is ingesteld.
Druk op
(Beeldformaat) als de
instelling is voltooid. Het Image Sizeinstelmenu verdwijnt van het LCD-scherm.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
NL
21
Beeldformaat en kwaliteit
1) De
NL
22
standaardinstelling is [4M]. Dit formaat
biedt de hoogste beeldkwaliteit bij gebruik van
alle camera's.
2) Bij deze optie worden beelden in de hoogtebreedteverhouding 3:2 opgenomen, zodat ze
overeenkomen met het formaat van het
gebruikte printerpapier.
Korte beschrijving van het beeldformaat
De volgende afbeelding toont een klein beeld met gebruik van het maximale en het minimale
beeldformaat.
640
1728
2304
480
Op basis van het soort beelden dat u wilt
opnemen, kunt u kiezen voor een bepaald
beeldformaat (aantal pixels) en een
bepaalde beeldkwaliteit
(compressieverhouding). Het beeldformaat
wordt aangegeven aan de hand van het
aantal pixels (stippen) (horizontaal ×
verticaal) waaruit het beeld is
samengesteld. Een beeldformaat van 4M
(2304×1728) betekent bijvoorbeeld dat er
horizontaal 2.304 pixels en verticaal 1.728
pixels zijn. Hoe groter het aantal pixels, hoe
groter het beeldformaat.
U kunt twee niveaus voor de beeldkwaliteit
selecteren: Fine (hoge kwaliteit) en
Standard.
Beide opties beschikken over verschillende
compressieverhoudingen. Als u Fine
selecteert en het beeldformaat vergroot,
krijgt u betere kwaliteit. Er zijn dan echter
ook meer gegevens nodig om het beeld op
te slaan en het aantal beelden voor opname
in de "Memory Stick" is kleiner. Kies aan
de hand van onderstaande tabel een
beeldformaat en een kwaliteitsniveau die
passen bij het type beelden dat u wilt
opnemen.
Weergaveformaat: 4M
Beeldformaat: 4M
2.304 pixels × 1.728 pixels = 3.981.312 pixels
Weergaveformaat: VGA (E-Mail)
Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Voorbeelden gebaseerd op het beeldformaat en de beeldkwaliteit
Beeldformaat
4M1) (2304×1728) Groter
Voorbeelden
• Voor het afdrukken van afbeeldingen op A4- of A5-formaat met
hoge kwaliteit.
3:22) (2304×1536)
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
• Voor het afdrukken op briefkaartformaat.
VGA (E-Mail)
(640×480)
• Voor het opnemen van veel beelden, het toevoegen van
afbeeldingen aan e-mails of het versturen van afbeeldingen naar
uw website.
Kleiner
Beeldkwaliteit
Voorbeelden
(compressieverhouding)
Lage compressie
• Betere resultaten bij opnemen of afdrukken.
Fine
(ziet er beter uit)
Standard
Hoge compressie
(normaal)
• Meer beelden opnemen.
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick"3) kan worden
opgeslagen
Stilstaande beelden opnemen
Hieronder wordt het aantal beelden getoond dat in de Fine (Standard)-modus4) kan worden
opgeslagen. (Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-256
MSX-512
MSX-1G
4M
8 (14)
16 (30)
32 (60)
65 (121)
119 (216)
242 (440)
494 (898)
3:2
8 (14)
16 (30)
32 (60)
65 (121)
119 (216)
242 (440)
494 (898)
3M
10 (18)
20 (37)
41 (74)
82 (149)
148 (264)
302 (537)
617 (1.097)
1M
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
357 (649)
726 (1.320)
1.482
(2.694)
VGA (EMail)
97 (243) 196 (491) 394 (985) 790 (1.975)
1.428
(3.571)
2.904
(7.261)
5.928
(14.821)
3) Als
[Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Normal]
Raadpleeg pagina 105 voor meer informatie over het aantal beelden dat in andere modi opgeslagen kan
worden.
4) Zie pagina 46 voor meer informatie over de instellingen voor beeldkwaliteit (compressieverhouding).
• Als beelden worden afgespeeld die zijn opgenomen met andere Sony-apparaten, kan de aanduiding van
de afmetingen afwijken van de afmetingen van het werkelijke beeld.
• Als u de beelden op het LCD-scherm van de camera weergeeft, worden ze echter alle in hetzelfde
formaat weergegeven.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het aantal beelden dat kan worden opgenomen, afwijken
van deze waarden.
• Als het resterende aantal beelden voor opname meer dan 9.999 bedraagt, wordt ">9999" aangegeven.
• U kunt het beeldformaat ook later nog aanpassen (zie pagina 65 voor het aanpassen van het
beeldformaat).
NL
23
Basisbediening voor het opnemen van stilstaande beelden –
Met automatische instellingen
De camera goed vasthouden
Modusschakelaar
1
, Stel de modusschakelaar in op
en zet de camera aan.
Als u foto's maakt met de camera, dient u
ervoor te zorgen dat u uw vingers niet voor
het lensgedeelte, de zoeker, het flitsgedeelte
of de AF-belichter houdt (pagina 8).
NL
24
• De lenskap gaat open zodra de stroom wordt
ingeschakeld.
• U kunt een nieuwe map maken op de "Memory
Stick" en de map selecteren waarin u de
beelden wilt opslaan (pagina 47).
2
, Houd de camera met beide
handen vast en richt deze op
een onderwerp in het midden
van het kader voor het
scherpstellen.
• De camera is voorzien van de functie voor
automatische macro AF. De minimale afstand
tot het onderwerp is 10 cm.
• Het kader dat in het LCD-scherm verschijnt,
geeft het scherpstelbereik aan. (AF-bereikzoeker,
zie pagina 49.)
VGA
FINE
101
VGA
98
3
97
250 F2.0
Indicator voor AE/
AF-vergrendeling
knippert groen t
Blijft branden
, Druk op de sluiterknop en
houd deze halverwege
ingedrukt.
U hoort een pieptoon als het beeld is
scherpgesteld. Als de AE/AFvergrendelingsindicator stopt met
knipperen en daarna blijft branden, is de
camera gereed voor het maken van de
opname. (Afhankelijk van het onderwerp
kan het LCD-scherm gedurende een fractie
van een seconde bevriezen.)
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt de opname
geannuleerd.
• Pas nadat u een pieptoon hoort, is de AFcorrectie voltooid. U kunt verdergaan met
fotograferen, maar het beeld is niet goed
scherpgesteld.
Modusschakelaar
Wanneer u de modusschakelaar instelt op
, wijzigen de functies die kunnen worden
gebruikt volgens
(Camera) in het menu.
Stilstaande beelden opnemen
SAF
101
SAF
Program
4
Auto
Camera
Mode
, Druk de sluiterknop geheel in.
Automatisch stilstaande beelden
opnemen [Auto]
De sluiter klikt, de opname wordt voltooid
en het stilstaande beeld wordt op de
"Memory Stick" opgenomen. Als het
opnamelampje (pagina 9) niet meer brandt,
kunt u het volgende beeld opnemen.
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch aangepast om het maken
van opnamen te vereenvoudigen. Bovendien
wordt de beeldkwaliteit ingesteld op [Fine],
de AF-bereikzoeker op [Multi AF] en de
meetmodus op Meerdere patronen meten
(pagina 49 en 54).
Alleen
(Camera), [Mode] (REC Mode)
en
(Setup) worden weergegeven in het
menu.
• Als u de camera niet bedient terwijl de camera
door de batterijen van stroom wordt voorzien,
wordt de camera na enige tijd uitgeschakeld om
de batterijen te sparen (pagina 16).
Stilstaande beelden met
geprogrammeerde instellingen
opnemen [Program]
De vereiste aanpassingen worden automatisch
uitgevoerd (zoals automatisch stilstaande
beelden opnemen). De scherpstelling en
andere aanpassingen kunt u echter ook zoals
gewenst wijzigen. Bovendien kunt u de
gewenste opnamefuncties instellen met
behulp van menu's (pagina 45 en 106).
NL
25
Het laatst opgenomen beeld
controleren – Quick Review
(Schemer) (pagina 34)
(Schemer-portret) (pagina 34)
(Landschap) (pagina 34)
(Soft snap) (pagina 34)
(Strand) (pagina 34)
(Kaars) (pagina 35)
De opnamemethode wijzigen
1 Stel de modusschakelaar in op
.
2 Druk op MENU.
3 Kies
(Camera) met b op de
regeltoets.
4 Kies de gewenste opnamestand met v/V
op de regeltoets.
NL
26
Automatische scherpstelling
Als u een onderwerp probeert op te nemen
waarop moeilijk kan worden scherpgesteld,
begint de AE/AF-vergrendelingsindicator
langzaam te knipperen en klinkt er geen
pieptoon voor AE-vergrendeling.
Bij de volgende onderwerpen kan het
moeilijk zijn de automatische
scherpstelfunctie te gebruiken. Laat in dat
geval de sluiterknop los, probeer anders te
richten en stel opnieuw scherp.
• Het onderwerp is ver verwijderd van de
camera en donker
• Het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond is zwak
• Er wordt op een onderwerp achter glas,
bijvoorbeeld achter een raam, gericht
• Het onderwerp beweegt snel
• Het onderwerp reflecteert of er is sprake van
een lichtgevend of glimmend onderwerp
• Een knipperend onderwerp
• Een onderwerp met tegenlicht.
U beschikt over twee methoden voor
automatische scherpstelling: "Kader van
AF-bereikzoeker" waarmee u de
scherpstellingspositie instelt op basis van
de positie en de grootte van het onderwerp,
en "AF-modus" waarmee u het moment
instelt waarop de camera begint en eindigt
met scherpstellen.
Zie pagina 49 voor meer informatie.
VGA
101
8/8
Review
101-0008
RETURN
2005 1 1 10:30PM
, Druk op b (7) op de regeltoets.
Druk licht op de sluiterknop of druk
nogmaals op b (7) op de regeltoets om
naar de opnamestand terug te keren.
Het beeld wissen dat op het LCDscherm wordt weergegeven
1 Druk op
(Wissen).
2 Selecteer [Delete] met v op de
regeltoets en druk op z.
Het beeld wordt gewist.
• Het beeld is mogelijk nog niet scherp
onmiddellijk nadat het afspelen begint omdat
het beeld dan nog wordt verwerkt.
De zoomfunctie gebruiken
W (groothoek) T (teleopname)
VGA
101
VGA
98
P
x1.1
101
98
P
x2.8
De minimale afstand tot het
onderwerp
Ongeveer 10 cm van de lens
Uw camera beschikt over twee typen
digitale zoom, smart zoom en digitale
precisiezoom. Deze zoomfuncties kunt u
selecteren in het scherm Setup. Digitale
precisiezoom is de standaardinstelling.
De vergrotingsmethode en de zoomschaal
variëren op basis van het beeldformaat en
het zoomtype, het is dus belangrijk dat u de
zoomfactor aanpast aan de opname die u
wilt maken.
Als u op D-zoom drukt, wordt de
zoomschaalindicator op de volgende
manier weergegeven in het LCD-scherm.
Stilstaande beelden opnemen
, Druk op D-zoom om de
gewenste zoompositie te
kiezen en maak vervolgens de
opname.
Digitale precisiezoom
Zoomfunctie
Digitale
precisiezoom
Alle beeldformaten worden maximaal 3×
vergroot. Met deze functie wordt een
bepaald gedeelte van het beeld uitgesneden
en vergroot, zodat de kwaliteit van de
afbeelding achteruitgaat. Als u de digitale
precisiezoom wilt instellen, stelt u [Digital
Zoom] in
(Camera) in op [Precision] in
het scherm Setup (pagina 109). Digitale
precisiezoom is de standaardinstelling.
Indicator
zoomwaarde
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken wanneer
u een film opneemt (pagina 74).
• De zoomschaalindicator verschilt op basis van
het zoomtype.
Digitale precisiezoom:
Smart zoom:
• Het kader van de AF-bereikzoeker wordt niet
weergegeven. De
- of
-indicatoren
knipperen en de AF-functie geeft prioriteit aan
onderwerpen rond het middelpunt van het
kader.
NL
27
De zelfontspanner gebruiken
Smart zoom
• Wanneer u de smart zoom gebruikt, kan het
beeld op het LCD-scherm er grof uitzien. Dit
verschijnsel heeft echter geen gevolgen voor
het opgenomen beeld.
• U kunt de smart zoom niet gebruiken in de
Multi Burst-stand.
VGA
98
Smart zoom
Het beeld wordt vrijwel zonder vervorming
vergroot. Zo krijgt u met de smart zoom
ongeveer hetzelfde gevoel als met de
optische zoomfunctie. Als u de smart zoom
wilt instellen, stelt u [Digital Zoom] in
(Camera) in op [Smart] in het scherm Setup
(pagina 109).
De maximale zoomschaal is als volgt
afhankelijk van het geselecteerde
beeldformaat:
Beeldformaat Maximale zoomschaal
3M
1,1×
1M
1,8×
VGA (E-Mail)
3,6×
Smart zoom kan niet worden
gebruikt als het beeldformaat is
ingesteld op [4M] of [3:2]. De
standaardinstelling van het
beeldformaat is [4M].
NL
28
101
SAF
1
, Stel de modusschakelaar in op
en druk op V ( ) op de
regeltoets.
De -indicator (zelfontspanner) verschijnt
op het LCD-scherm.
• Als het menu wordt weergegeven, drukt u eerst
op MENU om het menu te verwijderen.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren als de
modusschakelaar is ingesteld op
.
Een flitserstand kiezen
VGA FINE 101
VGA
250 F2.0
SAF
2
, Plaats het onderwerp in het
midden van het kader. Druk op
de sluiterknop en houd deze
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen, en druk
vervolgens de sluiterknop
helemaal in.
, Stel de modusschakelaar in op
en druk enkele malen op v
( ) op de regeltoets om een
flitserstand te kiezen.
Het lampje van de zelfontspanner (pagina 8)
gaat knipperen en u hoort een pieptoon. Na
ongeveer 10 seconden wordt het beeld
opgenomen.
Geen indicator (Auto): De hoeveelheid
licht is bepalend voor het al dan niet
toepassen van flits. De flits wordt gebruikt
als er onvoldoende licht is of als een
onderwerp wordt opgenomen waarachter
zich een lichtbron bevindt.
(Geforceerde flits): De flitser wordt
gebruikt ongeacht de lichtomstandigheden.
De zelfontspanfunctie annuleren
tijdens het gebruik
Druk nogmaals op V ( ) op de regeltoets.
De -indicator verdwijnt van het LCDscherm.
• Als u recht voor de camera staat en op de
sluiterknop drukt, kan het zijn dat de
scherpstelling en de belichting niet goed
kunnen worden ingesteld.
De flitserstand heeft de volgende standen.
(Langzame synchronisatie): De
flitser wordt gebruikt ongeacht de
lichtomstandigheden. In deze stand is de
sluitersnelheid lager in donkere
omstandigheden, zodat u een achtergrond
die buiten het door de flits verlichte
gedeelte valt duidelijk kunt opnemen.
(Geen flits): De flitser wordt niet
gebruikt.
• Als het menu wordt weergegeven, drukt u eerst
op MENU om het menu te verwijderen.
• De aanbevolen afstand bij het gebruik van de
flitser is als volgt (als [ISO] is ingesteld op
[Auto]): Ongeveer 0,2 m tot 3,5 m
• De flits gaat tweemaal af, de eerste keer om de
hoeveelheid van het flitslicht aan te passen en
de tweede keer om de opname te maken.
• U kunt de helderheid van het flitslicht
veranderen met behulp van [
] (Flash Level)
in de menu-instellingen (pagina 56). (Wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto] in het
menu, kunt u de helderheid van de flitser niet
wijzigen.)
• Het gebruik van een statief is aanbevolen
wanneer
(Langzame synchronisatie) of
(Geen flits) is geselecteerd, omdat de
sluitersnelheid lager is in donkere
omstandigheden.
• Als de flitser wordt opgeladen, knippert het lampje (flitser). Als het opladen gereed is, gaat
het lampje uit.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
Stilstaande beelden opnemen
SAF
101
98
98
NL
29
Opnemen met een lichtbron als
achtergrond
Als de stand Auto een opname wordt
gemaakt met een lichtbron als achtergrond,
wordt automatisch geflitst ook als het
onderwerp voldoende is belicht.
(Daglichtsynchronisatie)
Het rode-ogeneffect
verminderen bij het opnemen
van levende onderwerpen
De flitser knippert vóór het opnemen, om
het rode-ogeneffect te verminderen. Stel
[Red Eye Reduction] in
(Camera) in op
[On] in het scherm Setup (pagina 109).
wordt weergegeven in het LCD-scherm.
Voor flits
m
Tijdens flits
• Het is afhankelijk van de
opnameomstandigheden of de beste resultaten
worden behaald.
• Als u niet wilt flitsen, zet u de flitserstand op
(geen flits).
NL
30
• De mate waarin het rode-ogeneffect kan
worden gereduceerd, varieert van individu tot
individu. Verder kunnen de afstand tot het
onderwerp en het feit of het onderwerp
voorafgaand aan de opname het knipperen van
de flitser al dan niet heeft gezien, van invloed
zijn op de effectiviteit van de reductie van het
rode-ogeneffect.
• Als [Red Eye Reduction] is ingesteld op [On],
gaat het flitslicht tweemaal of vaker af.
Beelden opnemen met de
zoeker
Beelden opnemen met AFbelichter
VGA FINE 101
98
ON
Zoeker
Stilstaande beelden opnemen
Met de AF-belichter krijgt u opvullicht
waardoor u onder donkere omstandigheden
gemakkelijker kunt scherpstellen op een
onderwerp. De ON wordt weergegeven op
het LCD-scherm en de AF-belichter straalt
rood licht uit als de sluiterknop halverwege
wordt ingedrukt tot de scherpstelling is
vergrendeld.
• Wanneer u een vooraf ingestelde
brandpuntsafstand hebt gekozen (pagina 51),
wordt de AF-belichter niet geactiveerd.
• Het kader van de AF-bereikzoeker wordt niet
weergegeven. De
- of
-indicator
knippert en de AF-functie geeft prioriteit aan
onderwerpen rond het middelpunt van het
kader.
• De AF-belichter functioneert niet wanneer
(Camera) is ingesteld op
(Schemer) of
(Landschap).
• De AF-belichter straalt bijzonder fel licht uit.
Hoewel het niet gevaarlijk is, is het beter niet
van dichtbij recht in de lichtbron van de AFbelichter te kijken.
U kunt de zoeker gebruiken om de batterijen
te sparen of wanneer het lastig is om het beeld
via het LCD-scherm te controleren.
Telkens als u op
drukt, verandert het
display in deze volgorde.
SAF
Wanneer u deze functie niet nodig hebt,
stelt u [AF Illuminator] in
(Camera) in
op [Off] in het scherm Setup (pagina 109).
• Als het licht van de AF-belichter het onderwerp
in onvoldoende mate bereikt, of als het
onderwerp geen contrast vertoont, komt er geen
scherp beeld tot stand. (Aanbevolen wordt een
afstand tot ongeveer 3,5 m.)
• Een scherp beeld komt tot stand zolang het licht
van de AF-belichter het onderwerp bereikt,
zelfs als het licht enigszins buiten het midden
van het onderwerp terechtkomt.
NL
31
De datum en tijd aan een
stilstaand beeld toevoegen
Indicatoren uit
r
LCD-scherm uit
r
Indicatoren aan
NL
32
• Het beeld via de zoeker geeft niet het
werkelijke opneembare bereik aan. Dat is te
wijten aan het parallax-effect. Gebruik het
LCD-scherm om het opneembare bereik te
bevestigen.
• Net als bij de AE/AF-vergrendelingsindicator
op het LCD-scherm, kunt u beginnen met
opnemen zodra het AE/AFvergrendelingslampje van de zoeker stopt met
knipperen en daarna blijft branden (pagina 24).
• Als het LCD-scherm is uitgeschakeld
– De zoom werkt niet (pagina 27)
– De AF-stand is ingesteld op [Single]
(pagina 50)
– Als u op (Flitser)/
(Zelfontspanner)/
(Puntbelichtingsmeter) drukt terwijl het
LCD-scherm is uitgeschakeld, wordt het
beeld gedurende ongeveer twee seconden op
het scherm weergegeven, zodat u de
desbetreffende instellingen kunt controleren
of wijzigen.
• Bij het afspelen van stilstaande beelden, wijzigt
de status van het LCD-scherm als volgt:
Beeldinformatie aan t Indicatoren uit t
LCD-scherm uit t Indicatoren aan
• Zie pagina 117 voor informatie over de
afgebeelde elementen.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
Program
Auto
Camera
Mode
1
MENU
, Stel de modusschakelaar in op
en druk op MENU.
Het scherm met het menu verschijnt.
• U kunt de datum en tijd niet aan het beeld
toevoegen in de Multi Burst-modus.
• Als de datum en tijd aan het beeld worden
toegevoegd, kunnen deze later niet meer
worden verwijderd.
• Als u tijdens het opnemen de datum en de tijd
aan een beeld toevoegt, worden de datum- en
tijdgegevens niet op het scherm weergegeven.
In plaats hiervan wordt
op het scherm
weergegeven. De werkelijke datum en tijd
worden rood weergegeven in de
rechterbenedenhoek tijdens het afspelen van het
beeld.
Camera
AF Mode:
Day&Time
Digital Zoom:
Date
Date/Time:
Off
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Stilstaande beelden opnemen
Setup
Mode
Camera
AF Mode:
Single
Digital Zoom:
Precision
Date/Time:
Date
Red Eye Reduction: Off
AF Illuminator: Auto
Auto Review:
Off
PAGE SELECT
2
, Druk op B op de regeltoets om
verder te gaan naar
en druk
vervolgens nogmaals op B.
Het Setup-scherm verschijnt.
3
, Selecteer
(Camera) met v
op de regeltoets, en druk op B.
Selecteer [Date/Time] met v/V
op de regeltoets en druk op B.
4
, Kies de datum- en tijdinstelling
met v/V op de regeltoets en
druk op z.
Day&Time: Hiermee worden de dag en het
tijdstip van de opname aan het beeld
toegevoegd.
Date: Hiermee worden het jaar, de maand
en de dag van de opname aan het beeld
toegevoegd.
Off: Hiermee worden geen datum- of
tijdgegevens aan het beeld toegevoegd.
Nadat u de instelling hebt ingevoerd, drukt
u op MENU, zodat het menu verdwijnt.
Vervolgens kunt u het beeld opnemen.
• Wanneer u [Date] selecteert, wordt de datum
weergegeven op de manier die in "Datum en
tijd instellen" is vastgelegd (pagina 17).
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
NL
33
Opnamen aanpassen aan de omstandigheden
Maak een bijzonder fraaie foto door een van
de volgende standen te selecteren en
vervolgens de sluiterknop in te drukken.
Schemerstand
Onder omstandigheden met weinig licht kunt
u een nachtelijke opname op afstand maken.
Aangezien in deze modus gebruik wordt
gemaakt van een trage sluitersnelheid, raden
we u aan een statief te gebruiken.
Schemer-portretmodus
Gebruik deze modus als u bij nacht
opnamen maakt met mensen op de
voorgrond. Hiermee kunt u mensen op de
voorgrond met duidelijke contouren
opnemen zonder dat dit ten koste gaat van
het gevoel dat het om een nachtelijke
opname gaat.
Aangezien in deze modus gebruik wordt
gemaakt van een trage sluitersnelheid,
raden we u aan een statief te gebruiken.
Soft Snap-modus
U kunt de kleur van iemands huid op
prachtige wijze en met een heldere, warme
tint in beeld brengen. Deze modus heeft ook
een effect op de soft focus, zodat foto's van
bloemen of mensen met de juiste sfeer
worden genomen.
Strandmodus
Landschapmodus
In deze modus wordt er scherpgesteld op
verafgelegen onderwerpen. Daarom is deze
modus bij uitstek geschikt voor het van
afstand opnemen van landschappen.
NL
34
Als u opnamen maakt aan een meer of op
het strand, wordt het blauw van het water
duidelijk opgenomen.
Kaarsmodus
Stilstaande beelden opnemen
U kunt foto's maken van door kaarslicht
verlichte feestjes of bijeenkomsten zonder
de sfeer te bederven die het kaarslicht
teweegbrengt. Aangezien in deze modus
gebruik wordt gemaakt van een trage
sluitersnelheid, raden we u aan een statief te
gebruiken.
Program
Auto
Program
Camera
Camera
Mode
1
MENU
, Stel de modusschakelaar in op
en druk vervolgens op
MENU.
Het menu verschijnt.
WB ISO
2
, Selecteer
(Camera) met b
op de regeltoets en selecteer
vervolgens de gewenste
modus met v/V.
Terugkeren naar normale opnamen
Selecteer [Auto] of [Program] met v/V op
de regeltoets.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer de
stroom wordt uitgeschakeld.
NL
35
Functies beschikbaar op basis van de modus
Wanneer u opnamen maakt met de modusschakelaar ingesteld op ,
, ,
,
of
wordt een vaste combinatie van bepaalde functies, zoals de flitserstand, gebruikt voor
bepaalde omstandigheden. Raadpleeg de volgende tabel.
Functie
Kader van
BrandpuntsWitbalans
AF-bereikafstanden
zoeker
Burst/Multi
Burst
a
∞
a
—
a
a
Auto
—
/
a
∞
a
a
a
a
a
a
a
/
a
a
a
a
Center AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
Flitserstand
Modus
• a geeft aan dat u de functie aan uw wensen kunt aanpassen.
—
,
NR-stand voor lange
sluitertijden
In de NR-modus voor lange sluitertijden
wordt de ruis van de opgenomen beelden
beperkt, zodat u heldere opnamen krijgt.
Wanneer de sluitertijd is ingesteld op
1/6 seconde of langzamer, wordt de NRmodus voor lange sluitertijden automatisch
geactiveerd en ziet u "NR" naast de
indicator voor de sluitertijd.
Druk de sluiterknop
geheel in.
r
Capturing
Het scherm wordt
vervolgens zwart.
r
Processing
NL
36
Als ten slotte
"Processing" verdwijnt,
is het beeld
opgenomen.
• Om bewogen beelden te voorkomen, raden we
u het gebruik van een statief aan.
• Als een lange sluitertijd wordt ingesteld, kan de
verwerking enige tijd in beslag nemen.
Stilstaande beelden weergeven
Beelden weergeven op het LCD-scherm van
de camera
Beelden weergeven op het
enkelvoudige LCD-scherm
VGA
101
Enkelvoudig scherm
8/9
Indexscherm
BACK/NEXT
SINGLE DISPLAY
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
1
U kunt de beelden die u met deze camera opneemt vrijwel direct op het LCD-scherm bekijken.
U kunt de beelden op de volgende twee manieren weergeven:
, Stel de modusschakelaar in op
en zet de camera aan.
Enkelvoudig scherm
U kunt één beeld tegelijkertijd bekijken. Dit beeld vult het volledige scherm.
Het nieuwste beeld in de geselecteerde
opnamemap (pagina 59) wordt weergegeven.
Indexscherm
Er worden negen afzonderlijke beelden tegelijkertijd op het scherm weergegeven.
Stilstaande beelden weergeven
101-0008
• Het beeld is mogelijk nog niet scherp
onmiddellijk nadat het afspelen begint omdat
het beeld dan nog wordt verwerkt.
• Zie 75 voor informatie over de films.
• Zie pagina 119 voor een uitgebreide beschrijving van de indicatoren op het LCD-scherm.
NL
37
Beelden weergeven op het indexscherm
VGA
101
3/9
D-zoom T
101-0003
BACK/NEXT
2005 1 1 10:30PM
2
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de regeltoets.
b: Hiermee wordt het vorige beeld
weergegeven.
B: Hiermee wordt het volgende beeld
weergegeven.
NL
38
SINGLE DISPLAY
VOLUME
1
, Druk op
SINGLE DISPLAY
2
(index).
Het display schakelt over op het
Indexscherm.
Het volgende (vorige) indexscherm
weergeven
Druk op v/V/b/B op de regeltoets om het
gele kader respectievelijk naar boven, naar
beneden, naar links of naar rechts te
verplaatsen.
, Druk op v/V/b/B op de
regeltoets om een beeld te
selecteren.
Het beeld in het gele kader is geselecteerd.
Terugkeren naar het scherm voor
enkelvoudige beelden
Druk op D-zoom T of druk op z op de
regeltoets.
Beelden weergeven op een tv-scherm (alleen voor DSC-P43)
VGA
101
101-0002
A/V-kabel
(meegeleverd)
1
A/V OUT
(MONO)aansluiting
, Sluit de meegeleverde A/Vkabel aan op de A/V OUT
(MONO)-aansluiting van de
camera en op de audio/videoingangen van de televisie.
Als de tv is voorzien van stereo-ingangen,
sluit u de audiostekker (zwart) van de A/Vkabel aan op de Lch-audio-ingang.
2
Tv/videoschakelaar
, Zet de tv aan en stel de tv/
video-schakelaar in op
"Video".
• De naam en de plaats van deze schakelaar
kunnen per tv verschillen. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruiksinstructies die zijn
meegeleverd met de tv.
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
Stilstaande beelden weergeven
BACK/NEXT
2/9
3
, Stel de modusschakelaar in op
en zet de camera aan.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan
het nodig zijn om het video-uitgangssignaal te
wijzigen zodat dit overeenkomt het systeem van
uw tv (pagina 110).
• Schakel de camera en de tv uit voordat u de
camera en de tv met de A/V-kabel aansluit.
NL
39
Beelden weergeven op een tv-scherm
Als u een opgenomen beeld op een tvscherm wilt weergeven, hebt u een tv met
een video-ingang en een A/V-kabel
(meegeleverd) nodig.
Het kleurensysteem van de tv dient overeen
te komen met dat van de digitale fotocamera.
Aan de hand van de volgende lijst kunt u dit
nagaan:
NTSC-systeem
Bahama's, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
NL
40
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Iran, Irak,
Monaco, Oekraïne, Rusland enz.
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
VGA
101-0002
BACK/NEXT
101
VGA
2/9
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
en schakel de camera in.
Selecteer het beeld dat u wilt
verwijderen met b/B op de
regeltoets.
• Wanneer afbeeldingen eenmaal zijn verwijderd,
kunnen zij niet meer worden teruggehaald.
, Druk op
101
Delete
Delete
Exit
Exit
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2
, Stel de modusschakelaar in op
VGA
2/9
2/9
Stilstaande beelden wissen
1
101
3
(Wissen).
Op dit moment is het beeld nog niet gewist.
• U kunt geen beveiligde beelden wissen
(pagina 64).
, Kies [Delete] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
"Access" verschijnt op het LCD-scherm en
het beeld wordt verwijderd.
Doorlopend andere beelden wissen
Kies het beeld dat u wilt wissen met b/B op
de regeltoets. Kies vervolgens [Delete] met
v op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] met V op de regeltoets en druk
vervolgens op z.
NL
41
Wissen op het Indexscherm
Delete
Exit
Select
Delete
Exit
All In This Folder
1
, Druk op (
) (Wissen) als
een indexscherm (pagina 38)
wordt weergegeven.
• Wanneer afbeeldingen eenmaal zijn verwijderd,
kunnen zij niet meer worden teruggehaald.
Select
All In This Folder
2
, Kies [Select] met b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
SELECT
TO NEXT
3
, Selecteer het beeld dat u wilt
wissen met v/V/b/B op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
De -markering (Wissen) wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst. Op dit
moment is het beeld nog niet gewist. Plaats
een -markering op alle beelden die u wilt
wissen.
• Als u de selectie ongedaan wilt maken, kiest u
alle beelden waarvoor u de selectie wilt
annuleren en drukt u opnieuw op z op de
regeltoets. De -markering verdwijnt.
NL
42
Een "Memory
Stick" formatteren
Delete
Exit
OK
, Druk op
(wissen).
Kies [OK] met B op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
"Access" verschijnt op het LCD-scherm en
alle beelden met -markeringen worden
verwijderd.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] met b op de regeltoets en druk
vervolgens op z.
Stilstaande beelden wissen
4
Alle beelden in de map wissen
In stap 2 selecteert u [All In This Folder]
met B op de regeltoets en drukt u
vervolgens op z. Selecteer daarna [OK] en
druk op z. Alle onbeveiligde beelden in de
map worden gewist. Als u het wissen wilt
annuleren, kiest u [Cancel] en drukt u
vervolgens op z.
1
, Plaats de "Memory Stick" die u
wilt formatteren in de camera.
• De term "formatteren" houdt in dat een
"Memory Stick" wordt voorbereid voor het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
wel "initialiseren" genoemd.
• De meegeleverde "Memory Stick" en de
overige verkrijgbare geheugenkaarten zijn al
geformatteerd en kunnen dus meteen worden
gebruikt.
• Formatteren is beschikbaar ongeacht de positie
van de modusschakelaar.
• Als u een "Memory Stick" formatteert,
moet u rekening houden met het feit dat
alle gegevens op de "Memory Stick"
definitief worden gewist. Ook beveiligde
beelden worden gewist.
NL
43
Memory Stick Tool
Format:
Create REC. Folder:
Change REC. Folder:
Format
OK
Cancel
All data will be erased
Ready?
OK
Cancel
Setup
Mode
2
MENU
, Zet de camera aan en druk op
MENU.
Druk op B op de regeltoets om
verder te gaan naar
en druk
vervolgens nogmaals op B.
Het Setup-scherm verschijnt.
3
, Selecteer
(Memory Stick
Tool) met v/V op de regeltoets.
Selecteer [Format] met B op de
regeltoets en druk vervolgens
op B.
Selecteer [OK] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
Het formatteren annuleren
Kies [Cancel] met V op de regeltoets en
druk vervolgens op z.
NL
44
4
, Kies [OK] met v op de
regeltoets en druk vervolgens
op z.
Het bericht "Formatting" verschijnt op het
LCD-scherm. Als deze melding verdwijnt,
is het formatteren voltooid.
Voordat u met geavanceerde bedieningsmogelijkheden begint
De camera instellen
en bedienen
Menu-instellingen wijzigen
a Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
In deze paragraaf vindt u een beschrijving
van het menu en van het Setup-scherm.
Program
Het menuscherm uitschakelen
Camera
WB ISO
Regeltoets
• Welke items worden weergegeven, is
afhankelijk van de positie van de
modusschakelaar.
Druk op MENU.
• Het is niet mogelijk de grijs weergegeven items
te selecteren.
• Zie pagina 106 voor meer informatie over de
menu-opdrachten.
Voordat u met geavanceerde bedieningsmogelijkheden begint
b Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen met b/B op de
regeltoets.
0EV
Niet alle beschikbare items worden
weergegeven. Druk op v/V op de regeltoets
om de verborgen items weer te geven.
P
Auto
MENU
Als de v-markering boven het
item of de V-markering onder het
item wordt weergegeven
0EV
EV
WB ISO
• Als de modusschakelaar is ingesteld op
, drukt u op z op de regeltoets nadat u
een instelling hebt geselecteerd.
c Kies de gewenste instelling
met v/V op de regeltoets.
Het kader van de geselecteerde
instelling wordt vergroot en de
instelling wordt ingevoerd.
NL
45
Items wijzigen in het Setupscherm
a Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
b Druk op B op de regeltoets om
verder te gaan naar
en druk
nogmaals op B.
Het Setup-scherm verschijnt.
Het Setup-schermdisplay
uitschakelen
Druk nogmaals op MENU.
Terugkeren naar het menu
vanuit het scherm Setup
Druk op b op de regeltoets om terug te
keren naar de positie binnen in het kader in
stap 3 en druk vervolgens nogmaals op b.
• Zie pagina 109 voor meer informatie over de
opdrachten van Setup.
De kwaliteit van het
stilstaande beeld
bepalen
U kunt voor de kwaliteit van het stilstaande
beeld kiezen tussen [Fine] of [Standard].
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
MENU
Setup
Mode
PFX
c Kies het instellingsitem dat u
wilt wijzigen met v/V/b/B op
de regeltoets.
Regeltoets
Modusschakelaar
Het kader van het item dat u hebt
gekozen wordt geel.
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
d Druk op z op de regeltoets om
de instelling vast te leggen.
NL
46
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Selecteer
(P. Quality) met b/
B, en selecteer vervolgens de
gewenste beeldkwaliteit met v/
V.
Fine
FINE
Standard
P. Quality
WB ISO
Een map maken of
selecteren
U kunt met de camera meerdere mappen
maken op een "Memory Stick". U kunt de
map selecteren waarin beelden worden
opgeslagen. Als u geen nieuwe map maakt,
wordt de map "101MSDCF" geselecteerd
als map voor de opnamen.
U kunt doorgaan tot "999MSDCF".
Een nieuwe map maken
a Geef het scherm Setup weer
(pagina 46).
b Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V, [Create REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v en
druk vervolgens op z.
Het scherm om een map te maken
wordt weergegeven.
Voordat u met geavanceerde bedieningsmogelijkheden begint
Create REC. Folder
Regeltoets
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
c Kies [OK] met v en druk
vervolgens op z.
• In elke map kunt u maximaal 4.000 beelden
opslaan. Wanneer de opslagcapaciteit voor een
map wordt overschreden, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
Elke nieuwe map die u maakt, krijgt een
nummer dat één hoger is dan het
hoogste nummer op de "Memory Stick",
en de nieuwe map wordt de
opnamemap.
Het maken van een map
annuleren
Kies [Cancel] in stap 2 of 3.
• Wanneer u een nieuwe map hebt gemaakt, kunt
u deze map niet met de camera wissen.
• Beelden worden opgeslagen in de nieuwe map
totdat een nieuwe map wordt gemaakt of
geselecteerd.
NL
47
De opnamemap selecteren
a Geef het scherm Setup weer
(pagina 46).
b Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V, [Change REC. Folder]
met B/V en [OK] met B/v. Druk
vervolgens op z.
Het selectiescherm voor de
opnamemap verschijnt.
Select REC. Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 0
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
BACK/NEXT
c Kies de gewenste map met b/B
en [OK] met v en druk
vervolgens op z.
Het wijzigen van de opnamemap
annuleren
Kies [Cancel] in stap 2 of 3.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als
opnamemap (pagina 84).
• Het beeld wordt in de juist geselecteerde map
opgeslagen. U kunt met de camera geen
beelden naar andere mappen verplaatsen.
NL
48
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Een methode voor
automatisch
scherpstellen kiezen
U kunt het kader van de AF-bereikzoeker of
de AF-modus instellen.
Kader van AF-bereikzoeker
Het kader van de AF-bereikzoeker
selecteert de scherpstellingspositie op basis
van de positie en het formaat van het
onderwerp.
De AF-modus wordt automatisch ingesteld
als de camera begint en eindigt met
scherpstellen op een onderwerp.
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
– AF-bereikzoeker
Multipoint AF (
Regeltoets
Als de scherpstelling wordt aangepast
terwijl u de sluiterknop halverwege
ingedrukt houdt, verandert de kleur
van het kader van de AF-bereikzoeker
van wit in groen.
)
De camera berekent de afstand op vijf
plaatsen aan de bovenzijde, onderzijde,
linkerzijde en rechterzijde en in het midden
van het beeld. Zodoende kunt u de opname
maken met de functie voor automatische
scherpstelling zonder dat u zich zorgen
hoeft te maken over de beeldcompositie.
Deze functie komt van pas als scherpstellen
moeilijk is doordat het onderwerp zich niet
in het midden van het kader bevindt. Met
het groene kader kunt u controleren op
welke positie de scherpstelling is aangepast.
De standaardinstelling is Multipoint AF.
Multipoint AF
VGA
FINE
101
98
P
Kader van AFbereikzoeker
SAF
250 F2.0
Indicator
kader van AFbereikzoeker
Center AF
Center AF (
)
De AF-bereikzoeker beperkt zich tot het
midden van het kader. U kunt de gewenste
beeldcompositie fotograferen met de AFvergrendelingsmethode.
MENU
c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies vervolgens [Multi AF] of
[Center AF] met v/V.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
AF-modus
Een kader voor de AFbereikzoeker kiezen
Modusschakelaar
a Stel de modusschakelaar in op
of
.
VGA
FINE
101
98
P
Kader van AFbereikzoeker
SAF
250 F2.0
Indicator
kader van AFbereikzoeker
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
49
• Als u films opneemt en Multipoint AF kiest,
wordt er gewerkt met de gemiddelde afstand tot
het midden van het LCD-scherm, zodat de AFfunctie zelfs bij lichte trilling werkt. De
indicator voor het kader van de AFbereikzoeker is
. De functie Center AF stelt
alleen automatisch scherp op het midden van
het beeld. Deze functie kunt u dus gebruiken als
u wilt scherpstellen op het onderwerp waarop u
richt.
• Wanneer u de zoomfunctie of AF-belichter
gebruikt, geeft de AF-functie prioriteit aan
onderwerpen in of in de buurt van het midden
van het kader. In dit geval knippert
of
en wordt de AF-bereikzoeker niet weergegeven.
• Er gelden beperkingen voor bepaalde
instellingen voor de AF-bereikzoeker op basis
van de instelling van
(Camera) in het menu
(pagina 36).
Een methode voor
scherpstellen kiezen
a Geef het scherm Setup weer
(pagina 46).
– AF-modus
b Kies
(Camera) met v en
kies vervolgens [AF Mode] met
B/v.
Single AF (
)
Deze modus is handig voor het maken van
opnamen van onderwerpen die niet
bewegen. De scherpstelling wordt pas
aangepast wanneer u op de sluiterknop
drukt en deze halverwege ingedrukt houdt.
Nadat u de sluiterknop halverwege
ingedrukt hebt gehouden en de AFvergrendeling is voltooid, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De standaardinstelling is Single AF.
Monitoring AF (
)
De camera past de scherpstelling
automatisch aan voordat u de sluiterknop
halverwege indrukt en deze ingedrukt
houdt, zodat u beelden kunt samenstellen
met een reeds aangepaste scherpstelling.
Nadat u de sluiterknop halverwege
ingedrukt hebt gehouden en de AFvergrendeling is voltooid, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het stroomverbruik van de batterij kan hoger
zijn dan in de modus Single AF.
NL
50
c Kies de gewenste modus met
B/v/V en druk op z.
• Wanneer u opnamen maakt met de zoeker
terwijl het LCD-scherm is uitgeschakeld,
functioneert de camera in de modus Single AF.
Opnametechnieken
Als u opnamen maakt van een onderwerp aan
de rand van het kader of als u Center AF
gebruikt, is het mogelijk dat de camera
scherpstelt op het midden in plaats van op het
onderwerp aan de rand van het kader. Gebruik
in dergelijke gevallen AF-vergrendeling om
scherp te stellen op het onderwerp, richt de
foto anders in en maak de opname.
AE/AF-vergrendelingsindicator
VGAFINE
P
101
– Brandpuntsafstanden
Als u een beeld opneemt met een vooraf
ingestelde afstand tot het onderwerp, of
wanneer u een onderwerp opneemt door een
net of een raam, is het moeilijk om via
automatische scherpstelling een scherp
beeld te krijgen. In deze gevallen kunt u
gebruikmaken van de vooraf ingestelde
brandpuntsafstanden.
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
MENU
98
Kader van AFbereikzoeker
SAF
De afstand tot een
onderwerp instellen
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Richt op het onderwerp zodat deze zich in het
midden van het kader van de AF-bereikzoeker
bevindt. Houd vervolgens de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
Wanneer de AE/AF-vergrendelingsindicator
stopt met knipperen en blijft branden, gaat u
terug naar het volledig samengestelde beeld en
druk u de sluiterknop helemaal in.
• Als u de AF-vergrendeling gebruikt, kunt u
een scherp beeld opnemen van een
onderwerp, ook al bevindt deze zich buiten
het kader.
• Zolang u de sluiterknop nog niet volledig
hebt ingedrukt, kunt u zonodig de procedure
voor de AF-vergrendeling herhalen.
Regeltoets
Modusschakelaar
250 F2.0
m
VGAFINE
P
SAF
101
98
250 F2.0
a Stel de modusschakelaar in op
of
.
NL
51
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies vervolgens met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U kunt kiezen uit de volgende
afstanden.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, ∞
(onbeperkte afstand)
3.0m
1.0m
0.5m
0.5m
Center AF
Multi AF
Vóór gebruik
De belichting
instellen
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
MENU
– EV-regeling
U kunt de belichtingswaarde die door de
camera is bepaald, handmatig verschuiven.
Gebruik deze knop als u niet de juiste
belichting krijgt, bijvoorbeeld als het
contrast tussen onderwerp en achtergrond
groot is (licht en donker). U kunt waarden
van +2,0EV tot –2,0EV instellen in stappen
van 1/3EV.
Regeltoets
Modusschakelaar
Focus
WB ISO
Terugkeren naar de
automatische scherpstelling
a Stel de modusschakelaar in op
of
.
Kies in stap 3 [Multi AF] of [Center AF].
• De vooringestelde brandpuntsafstanden zijn
niet exact. Gebruik deze informatie slechts als
richtlijn.
• Er gelden beperkingen voor bepaalde
afstandsinstellingen op basis van de instelling
(Camera) in het menu (pagina 36).
Aanpassen
in richting
van –
Aanpassen
in richting
van +
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(EV) met b.
De huidige belichtingswaarde wordt
weergegeven.
0EV
0EV
EV
WB ISO
NL
52
d Kies de gewenste aanpassing
van de belichtingswaarde met
v/V.
Stel een waarde in terwijl u de
helderheid van de achtergrond van het
onderwerp controleert op het LCDscherm.
De EV-aanpassing annuleren
Opnametechnieken
Tijdens het opnemen van beelden bepaalt de
camera automatisch de belichting. Wanneer u
een opname maakt van een belicht of wit
gekleurd onderwerp zoals een onderwerp in
tegenlicht of een opname in de sneeuw, bepaalt
de camera dat het onderwerp helder is en kan
een donkere belichting voor het beeld instellen.
In dergelijke gevallen kunt u het beste de
belichting in de richting van de + bijstellen.
Wanneer u een opname maakt van een
donkerachtig onderwerp, bepaalt de camera dat
het onderwerp donker belicht is en kan een
lichtere belichting voor het beeld instellen. In
dergelijke gevallen kunt u het beste de
belichting in de richting van de – bijstellen.
Herstel in stap 4 de aanpassingswaarde
voor de belichting in 0EV.
• Als het onderwerp extreem licht of donker is of
als de flitser wordt gebruikt, leidt het aanpassen
van de belichtingswaarde niet altijd tot
resultaten.
m
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Aanpassen in de richting van de –
m
Aanpassen in de richting van de +
U kunt proberen de belichting aan te passen
aan uw persoonlijke smaak.
NL
53
Puntbelichtingsmeter annuleren
De meetmodus
selecteren
Regeltoets
Modusschakelaar
U kunt een meetmodus selecteren om de
belichting vast te stellen, afhankelijk van
het deel van het onderwerp dat wordt
gemeten.
• Wanneer u de puntbelichtingsmeter gebruikt en
op hetzelfde punt wilt scherpstellen dat u ook
voor de evaluatie hebt gebruikt, kunt u 9
(Focus) het beste instellen op [Center AF]
(pagina 49).
Meerdere patronen meten (geen
indicator)
Het beeld is verdeeld in meerdere zones die
elk apart worden gemeten. De camera
bepaalt de optimale belichting op basis van
de positie van het onderwerp en de
helderheid van de achtergrond.
De standaardinstelling is Meerdere
patronen meten.
Puntbelichting meten (
)
Met Puntbelichting meten kunt u het
onderwerp direct voor een klein gebied
meten. Op deze manier kunt u de belichting
van het onderwerp aanpassen wanneer u
een tegenlichtopname maakt of wanneer er
een sterk contrast bestaat tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
NL
54
Druk nogmaals op B (
) om de
puntbelichtingsmeter uit te schakelen. Het
dradenkruis van de puntbelichtingsmeter
verdwijnt en de camera keert terug naar de
instelling voor meerdere patronen meten.
a Stel de modusschakelaar in op
of
.
b Druk op B (
) op de
regeltoets om de
puntbelichtingsmeter in te
schakelen.
Het dradenkruis van de
puntbelichtingsmeter verschijnt.
VGA
P
FINE
101
98
Dradenkruis
puntbelichtingsmeter
SAF
De kleurtonen
instellen
– Witbalans
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
(Gloeilampen)
• Wordt gebruikt als u opnamen maakt bij
sterk veranderlijke lichtomstandigheden,
bijvoorbeeld tijdens een feest.
• Wordt gebruikt in een studio, onder
videolampen.
Terugkeren naar de
automatische instellingen
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
MENU
Auto (Geen indicator)
De witbalans wordt automatisch ingesteld.
De standaardinstelling is [Auto].
Regeltoets
Kies [Auto] in stap 3.
• Onder flikkerende tl-verlichting is het moeilijk
om de witbalans correct in te stellen, zelfs als u
hebt gekozen.
• Als de flitser knippert, worden de handmatige
instellingen geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de modus [Auto].
• Er gelden beperkingen voor bepaalde
instellingen voor de witbalans op basis van de
instelling van
(Camera) in het menu
(pagina 36).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Kies op basis van de
opnameomstandigheden een van de
volgende modi. De kleuren die worden
vastgelegd variëren al naar gelang de
lichtomstandigheden. Wanneer u de
omstandigheden waarin het beeld wordt
vastgelegd, wilt bijstellen of wanneer de
kleur van het gehele beeld enigszins
onnatuurlijk lijkt, wordt het aangeraden de
witbalans aan te passen.
(TL-verlichting)
Wordt gebruikt als u opnamen maakt bij tllampen.
Modusschakelaar
(Daglicht)
Deze instelling wordt gebruikt bij
buitenopnamen of nachtelijke opnamen en
bij neonlicht, vuurwerk, zonsopgangen en
in de schemering.
(Bewolkt)
Wordt gebruikt als u opnamen maakt onder
een bewolkte hemel.
a Stel de modusschakelaar in op
of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
55
Het flitsniveau
instellen
– Flitsniveau
U kunt de intensiteit van het flitslicht
aanpassen.
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
c Kies [ ] (Flash Level) met b/
B en kies vervolgens de
gewenste instelling met v/V.
+: Hiermee stelt u het flitsniveau hoger
in dan normaal.
Normal: Hiermee stelt u het
flitsniveau op normaal niveau in.
–: Hiermee stelt u het flitsniveau lager
in dan normaal.
Meerdere beelden
achter elkaar opnemen
Wordt gebruikt om doorlopend beelden op
te nemen. Het maximumaantal beelden dat
u per opnamesessie kunt opnemen, is
afhankelijk van de instellingen voor het
beeldformaat en de beeldkwaliteit.
• Wanneer de batterij bijna leeg is of de "Memory
Stick" vol is, stopt de opname, ook als u de
sluiterknop ingedrukt houdt.
MENU
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
Regeltoets
Modusschakelaar
Sluiterknop
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
56
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies vervolgens [Burst]
met v/V.
d Neem het beeld op.
U kunt beelden blijven opnemen totdat
het maximumaantal opgenomen
beelden is bereikt als u de sluiterknop
ingedrukt houdt. De opname wordt
gestopt als u tijdens een opname de
sluiterknop loslaat.
Maak de volgende opname nadat
"Recording" van het LCD-scherm is
verdwenen.
Fine
Opnemen in de Multi
Burst-stand
– Multi Burst
Druk eenmaal op de sluiterknop om
16 beeldjes achter elkaar op te nemen.
Deze stand komt van pas als u bijvoorbeeld
een sportbeweging wilt analyseren.
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Het maximumaantal beelden dat
achter elkaar opgenomen kan
worden
(Eenheden: aantal beelden)
• Als u de zelfontspanner gebruikt en op de
sluiterknop drukt, worden maximaal vijf
beelden na elkaar opgenomen.
• Afhankelijk van de instelling van
(Camera) in het menu (pagina 36) kunt u
mogelijk geen beelden na elkaar opnemen.
Sluiterknop
Standard
4M
4
6
3:2
4
6
3M
4
7
1M
10
18
VGA (E-Mail) 30
30
Terugkeren naar normale opnamen
Kies [Normal] in stap 3.
• U kunt in deze modus geen flitser gebruiken.
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies vervolgens [Multi
Burst] met v.
NL
57
d Kies
(Interval) met b/B en
kies vervolgens met v/V het
gewenste interval tussen de
beeldjes.
U kunt kiezen uit [1/7.5], [1/15], [1/30].
1/7.5
1/15
1/30
Interval
Mode
Opnemen met
speciale effecten
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
– Beeldeffecten
Sluiterknop
U kunt speciale effecten toevoegen om het
contrast in uw beelden te vergroten.
B&W
In zwart-wit
1/30"
PFX
e Neem het beeld op.
Er worden 16 beeldjes achter elkaar als
één beeld opgenomen (beeldformaat:
1M).
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt in de Multi Burst-modus:
– Smart Zoom
– Opnemen met de flitser
– Datum en tijd toevoegen
• Wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto],
wordt het interval tussen de beeldjes
automatisch ingesteld op [1/30].
• Afhankelijk van de instelling van
(Camera) in het menu (pagina 36) kunt u
mogelijk geen opnamen maken in de Multi
Burst-stand.
• Zie pagina 105 voor het aantal beelden dat kan
worden opgenomen.
• Raadpleeg pagina 62 als u beelden wilt
afspelen die met de Multi Burst-stand van de
camera zijn opgenomen.
NL
58
a Stel de modusschakelaar in op
of
.
Sepia
Met kleuren als op
een oude foto
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P.Effect) met b/B
en kies vervolgens de
gewenste modus met v/V.
Vóór gebruik
Stel
(Camera) in het menu in op een
andere stand dan [Auto] (pagina 45 en 106).
d Neem het beeld op.
Beeldeffecten annuleren
Kies [Off] in stap 3.
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
De map selecteren en
beelden afspelen
– Map
Selecteer de map waarin de afbeeldingen
zijn opgeslagen die u wilt afspelen.
d Selecteer de gewenste map
met b/B.
Op het enkelvoudige scherm
VGA
101
Select Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 9
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
101-0009
9/9
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
BACK/NEXT
Op het Indexscherm
MENU
e Kies [OK] met v en druk
vervolgens op z.
Regeltoets
Modusschakelaar
De selectie ongedaan maken
Kies [Cancel] in stap 5.
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
• Wanneer er geen beelden in de map zijn
opgeslagen, wordt "No file in this folder"
weergegeven.
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
Wanneer meerdere mappen zijn
gemaakt op de "Memory Stick"
SINGLE DISPLAY
Als het eerste of het laatste beeld in de map
wordt weergegeven, verschijnen de volgende
pictogrammen op het LCD-scherm.
: Hiermee gaat u naar de voorgaande
map.
: Hiermee gaat u naar de volgende map.
: Hiermee gaat u zowel naar de vorige
als de volgende map.
c Kies
(Folder) met b en druk
vervolgens op z.
NL
59
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
d Druk herhaaldelijk op v/V/b/B
om het gedeelte van het beeld te
selecteren dat u wilt vergroten.
Druk op v
– Vergroot weergeven
U kunt een beeld vergroten tot maximaal
vijfmaal de originele grootte.
Druk
op b
Druk
op B
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
Druk op V
v: Een deel van de bovenkant van
het beeld weergeven
V: Een deel van de onderkant van
het beeld weergeven
b: Een deel van de linkerkant van
het beeld weergeven
B: Een deel van de rechterkant van
het beeld weergeven
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt vergroten.
NL
60
c Druk op
(Vergroot
weergeven) om het beeld te
vergroten.
e Pas de zoom aan met
(Vergroot weergeven).
/
Vergrote weergave annuleren
Druk op z.
• U kunt de functie voor vergroot weergeven niet
toepassen op films of op beelden die zijn
opgenomen in de Multi Burst-modus.
• Als u op
(Vergroot weergeven) drukt terwijl
u beelden weergeeft die niet zijn vergroot,
verschijnt het indexscherm (pagina 37).
• De beelden die via Quick Review (pagina 26)
worden weergegeven, kunnen worden vergroot
via de procedure die in stap 3 t/m 5 wordt
beschreven.
Opeenvolgende
beelden afspelen
– Beeldenreeks
Het is mogelijk om opgenomen beelden
achter elkaar af te spelen. Dit is handig als u
bijvoorbeeld al uw beelden wilt bekijken of
aan iemand wilt laten zien.
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
c Kies
(Slide ) met b/B en
druk vervolgens op z.
Stel de volgende items in met v/V/b/
B.
Interval-instellingen
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Het volgende of vorige beeld
overslaan tijdens de
beeldenreeks
Druk op B (volgende) of op b (vorige).
• De instelbare intervaltijd is een schatting en kan
variëren afhankelijk van het beeldformaat.
Image
Folder: Alle beelden in de
geselecteerde map worden
afgespeeld.
All:
Alle beelden op de "Memory
Stick" worden afgespeeld.
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
Repeat
On:
De beelden worden
herhaaldelijk afgespeeld.
Off:
De beelden worden eenmaal
afgespeeld, waarna de
beeldenreeks stopt.
d Kies [Start] met V/B en druk
vervolgens op z.
De beeldenreeks gaat van start.
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op MENU.
De beeldenreeksinstelling
annuleren
Kies [Cancel] in stap 3.
Het menu verschijnt.
Het afspelen van een
beeldenreeks beëindigen
Druk op z, kies [Exit] met B en druk op z.
NL
61
Stilstaande beelden
roteren
a Stel de modusschakelaar in op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
– Draaien
b Druk op MENU.
Beelden die u opneemt terwijl u de camera
verticaal vasthoudt, kunnen worden
geroteerd en horizontaal worden
weergegeven.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Rotate) met b/B en
druk op z.
Beelden afspelen die
zijn opgenomen in de
Multi Burst-modus
U kunt Multi Burst-beelden onafgebroken
afspelen of beeldje voor beeldje. Deze
functie wordt gebruikt om beelden te
controleren.
d Kies
met v en draai het
beeld vervolgens met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
vervolgens op z.
Regeltoets
Modusschakelaar
Het roteren annuleren
Kies [Cancel] in stap 4 of 5.
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
NL
62
• U kunt beveiligde beelden, films en Multi
Burst-beelden niet roteren.
• Het is niet altijd mogelijk om beelden te roteren
die op andere camera’s zijn opgenomen.
• Als u beelden weergeeft op een computer,
wordt de rotatie niet altijd weergegeven, omdat
niet alle toepassingssoftware in staat is om de
rotatiegegevens op de gewenste wijze te
interpreteren.
• Als u Multi Burst-opnamen afspeelt op een
computer of op een camera zonder Multi Burstfunctie, worden de 16 beeldjes tegelijkertijd
weergegeven als delen van één beeld.
• U kunt een beeld dat is opgenomen in de Multi
Burst-modus niet scheiden.
Onafgebroken afspelen
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Selecteer het Multi Burst-beeld
met b/B.
Het geselecteerde Multi Burst-beeld
wordt onafgebroken afgespeeld.
101
101-0014
PAUSE
14/14
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
Beeldje voor beeldje
afspelen
Terugkeren naar normaal
afspelen
a Stel de modusschakelaar in op
.
Druk op z in stap 4. Het afspelen begint
vanaf het beeld dat op het LCD-scherm
wordt weergegeven.
b Selecteer het Multi Burst-beeld
met b/B.
Opgenomen beelden wissen
Het geselecteerde Multi Burst-beeld
wordt onafgebroken afgespeeld.
c Druk op z wanneer het
gewenste beeldje verschijnt.
"Step" verschijnt.
VOLUME
14/14
Step
3/16
101-0014
PLAY
(Wissen).
3 Kies [Delete] en druk vervolgens op z.
Alle beeldjes worden gewist.
Geavanceerd weergeven van stilstaande beelden
Druk op z. Druk nogmaals op z om het
afspelen te hervatten. Het afspelen begint
vanaf het beeldje dat op het LCD-scherm
wordt weergegeven.
1 Geef het Multi Burst-beeld weer dat u
wilt wissen.
2 Druk op
101
Onderbreken
In deze stand is het niet mogelijk om
afzonderlijke beeldjes te wissen. Als u
afbeeldingen wist, worden alle 16 beeldjes
tegelijkertijd gewist.
2005 1 1 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
d Ga naar het volgende beeldje
met b/B.
B:Het volgende beeldje verschijnt.
Wanneer u B ingedrukt houdt,
verschijnt het volgende beeldje.
b:Het vorige beeldje verschijnt.
Wanneer u b ingedrukt houdt,
verschijnt het volgende beeldje in
omgekeerde richting.
NL
63
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
– Beveiligen
Om te voorkomen dat u een belangrijk
beeld per ongeluk wist, kunt u het
beveiligen.
Op het enkelvoudige scherm
Op het Indexscherm
a Stel de modusschakelaar in op
.
a Stel de modusschakelaar in op
en druk op
(index) om
over te schakelen naar het
Indexscherm.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
d Kies - (Protect) met b/B en
druk vervolgens op z.
Het beeld dat momenteel wordt
weergegeven, is nu beveiligd. Op het
scherm wordt dit met een -markering (beveiligen) aangegeven.
VGA
101
2/9
Protect
Exit
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies - (Protect) met b/B en
druk vervolgens op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op z.
e Selecteer het beeld dat u wilt
beveiligen met v/V/b/B en
druk vervolgens op z.
Er wordt een --markering
(beveiligen) op het geselecteerde beeld
weergegeven.
BACK/NEXT
• Als u de ''Memory Stick'' formatteert, worden
alle gegevens op de ''Memory Stick'' gewist,
inclusief alle beveiligde beelden. Deze beelden
kunnen bovendien niet worden hersteld.
• Het beveiligen van de beelden kan enige tijd in
beslag nemen.
e Als u andere beelden wilt
beveiligen, geeft u een beeld
weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
De beveiliging annuleren
Druk in stap 4 of 5 opnieuw op z. De
--markering verdwijnt.
NL
64
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 als u meer
beelden wilt beveiligen.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De --markering wordt wit en het
geselecteerde beeld wordt beveiligd.
De beveiliging annuleren
Kies [Cancel] in stap 4 of kies [Exit] in
stap 8.
De beveiliging opheffen
Selecteer in stap 5 een beeld waarvoor u
de beveiliging wilt opheffen met v/V/b/B
en druk op z. De --markering wordt
grijs. Herhaal deze bewerking voor alle
beelden waarvan u de beveiliging wilt
opheffen. Druk vervolgens op MENU, kies
[OK] en druk op z.
Het beeldformaat
wijzigen
– Formaat wijzigen
U kunt het beeldformaat van een
opgenomen beeld wijzigen en het beeld als
een nieuw bestand opslaan.
U kunt de volgende formaten wijzigen.
4M, 3M, 1M, VGA
Na het veranderen van het formaat, blijft het
oorspronkelijke beeld bewaard.
MENU
Regeltoets
Modusschakelaar
Kies [All In This Folder] in stap 4 en druk
vervolgens op z. Kies daarna [On] en druk
op z.
De beveiliging van alle beelden
in de map uitschakelen
Kies [All In This Folder] in stap 4 en druk
op z. Kies daarna [Off] en druk op z.
e Kies het nieuwe formaat met
v/V en druk vervolgens op z.
Het beeld in het nieuwe formaat wordt
in de opnamemap opgeslagen als het
nieuwste bestand.
Het wijzigen van het
beeldformaat annuleren
Kies [Cancel] in stap 5.
• Het formaat van beelden of films die zijn
opgenomen in de Multi Burst-modus kan niet
worden gewijzigd.
• Als beelden worden vergroot, gaat dit ten koste
van de beeldkwaliteit.
• Het is niet mogelijk om het beeldformaat te
wijzigen tot de verhoudingen 3:2.
• Als u het formaat van een 3:2-beeld probeert te
wijzigen, verschijnt er een zwarte strook aan de
boven- en onderzijde van het beeld.
Stilstaande beelden bewerken
Alle beelden in de map
beveiligen
d Kies
(Resize) met b/B en
druk op z.
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Geef met b/B het beeld weer
waarvan u het formaat wilt
wijzigen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
65
Beelden kiezen om af
te drukken
– Afdrukmarkering (DPOF)
U kunt bepaalde beelden markeren zodat
deze kunnen worden afgedrukt.
Deze functie komt van pas als u beelden
wilt laten afdrukken door een studio of via
een printer die werkt met de DPOFstandaard (Digital Print Order Format), of
via printers die PictBridge ondersteunen.
Op het enkelvoudige scherm
Op het Indexscherm
a Stel de modusschakelaar in op
.
a Stel de modusschakelaar in op
en druk op
(Index) om
over te schakelen naar het
Indexscherm.
b Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt afdrukken.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(DPOF) met b/B en
druk op z.
Het beeld wordt nu voorzien van een
-markering.
MENU
VGA
101
Regeltoets
BACK/NEXT
e Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u een beeld
weer met b/B en drukt u
vervolgens op z.
NL
66
c Kies
(DPOF) met b/B en
druk op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op z.
e Selecteer de beelden die u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
DPOF
Exit
• U kunt geen films markeren.
• Wanneer u beelden markeert die in Multi Burstmodus zijn opgenomen, worden alle beelden
afgedrukt op één vel dat in 16 schermen is
verdeeld.
• U kunt niet het aantal afdrukken instellen.
Het menu verschijnt.
• U kunt geen markeringen toevoegen met
de optie [All In This Folder].
2/9
Modusschakelaar
De markering
b Druk op MENU.
Het geselecteerde beeld wordt nu
voorzien van een groene
markering.
wissen
Druk in stap 4 of 5 opnieuw op z. De
-markering verdwijnt.
SELECT
MENU
TO NEXT
f Als u meer beelden wilt
afdrukken, herhaalt u stap 5
voor elk beeld dat u wilt
afdrukken.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
vervolgens op z.
De
-markering wordt wit en de
instelling is ingevoerd.
De markering
wissen
Selecteer in stap 5 het beeld waarvan u de
markering
wilt verwijderen met v/V/
b/B en druk op z.
Stilstaande beelden bewerken
Alle
-markeringen van de
beelden in de map verwijderen
Kies [All In This Folder] in stap 4 en druk
vervolgens op z. Kies daarna [Off] en druk
op z.
Het markeren annuleren
Kies [Cancel] in stap 4 of kies [Exit] in
stap 8.
NL
67
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Een printer aansluiten
die compatibel is met
PictBridge
Zelfs als u niet over een computer beschikt,
kunt u op eenvoudige wijze beelden
afdrukken die u hebt opgenomen met uw
camera door de camera aan te sluiten op een
PictBridge-printer. Hiertoe hoeft u alleen de
USB-verbinding te selecteren in het scherm
Setup en de camera aan te sluiten op de
printer.
Met behulp van een PictBridge-printer kunt
u op eenvoudige wijze afdrukken maken
vanaf het Indexscherm*.
* De functie voor indexafdrukken is mogelijk
niet beschikbaar, afhankelijk van de gebruikte
printer.
• Het wordt aanbevolen bij het afdrukken van
beelden batterijen te gebruiken die voldoende
geladen zijn of een netspanningsadapter (niet
meegeleverd) om te voorkomen dat de camera
wordt uitgeschakeld.
De camera voorbereiden
Stel de USB-modus op de camera in om een
verbinding te maken tussen de camera en
een printer.
Regeltoets
a Geef het scherm Setup weer
(pagina 46).
b Kies
(Setup 2) met V en kies
vervolgens [USB Connect] met
B/v/V.
NL
Verbind de
(USB)-aansluiting op de
camera met de USB-aansluiting op de
printer met behulp van een USB-kabel, en
zet vervolgens de camera en de printer aan.
De afspeelmodus wordt actief ongeacht de
stand van de modusknop, en het laatst
opgenomen beeld in de geselecteerde
opnamemap wordt op het LCD-scherm
weergegeven.
Wanneer de
verbinding tot
stand is gebracht,
wordt de
markering
weergegeven op
het LCD-scherm.
c Kies [PictBridge] met B/v en
druk vervolgens op z.
Setup 2
File Number:
PictBridge
USB Connect:
PTP
Video Out:
Normal
Clock Set:
De USB-modus is nu ingesteld.
68
De camera aansluiten op de
printer
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
2/9
2005 1 1 10:30AM
VOLUME
Printer
Als [USB Connect] niet is
ingesteld op [PictBridge] in het
scherm Setup
U kunt een beeld selecteren en dit
afdrukken. Stel de camera in op basis van de
procedure op pagina 68 en sluit vervolgens
de printer aan.
Op het enkelvoudige scherm
a Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
U kunt de functie PictBridge niet
gebruiken, zelfs als u de camera uitschakelt.
Verwijder de USB-kabel en stel [USB
Connect] in op [PictBridge] (pagina 68).
Beelden afdrukken
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met b/B en
druk op z.
MENU
Regeltoets
d Kies [This image] met v/V en
druk vervolgens op z.
Het Print-scherm verschijnt.
VGA
101
2/9
Print
Index
Date
Quantity
Exit
• U kunt geen films afdrukken.
• Als een foutbericht wordt verzonden vanaf de
aangesloten printer terwijl de verbinding actief
is, knippert
ongeveer vijf seconden lang.
Controleer in dergelijke gevallen de printer.
Off
Off
1
OK
• Instellingen die niet beschikbaar zijn voor
een bepaalde printer worden niet
weergegeven.
e Kies [Quantity] met v/V en
kies vervolgens het aantal
beelden met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
NL
69
f Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering (USB-kabel niet
loskoppelen) wordt weergegeven op
het LCD-scherm.
Printing
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies [Cancel] in stap 4 of kies [Exit] in
stap 6.
Andere beelden afdrukken
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
Kies [Date] in stap 5 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B. U
kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Wanneer u [Date] selecteert, wordt de
datum weergegeven op de manier die in
"Datum en tijd instellen" is vastgelegd
(pagina 17).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
Op het Indexscherm
a Druk op
(index) om over te
schakelen naar het
Indexscherm.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
op z.
(Print) met B en druk
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op z.
e Selecteer het beeld dat u wilt
afdrukken met v/V/b/B en
druk vervolgens op z.
De
-markering wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst.
Kies, nadat u stap 6 hebt uitgevoerd,
een ander beeld en kies vervolgens [Print]
met v.
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
Kies [DPOF image] in stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
markering worden afgedrukt volgens het
opgegeven aantal, ongeacht het beeld dat
wordt weergegeven.
NL
70
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 als u meer
beelden wilt afdrukken.
g Druk op MENU.
Het Print-scherm verschijnt.
Exit
Off
Off
1
OK
• Instellingen die niet beschikbaar zijn voor
een bepaalde printer worden niet
weergegeven.
h Kies [Quantity] met v/V en
kies vervolgens het aantal
beelden met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
Alle geselecteerde beelden worden
afgedrukt volgens het opgegeven
aantal.
i Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Printing
2/3
Exit
Kies [Cancel] in stap 4 of kies [Exit] in
stap 9.
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
Kies [DPOF image] in stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
markering worden afgedrukt volgens het
opgegeven aantal, ongeacht het beeld dat
wordt weergegeven.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies [All In This Folder] in stap 4 en druk
op z.
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
Kies [Date] in stap 8 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B. U
kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Wanneer u [Date] selecteert, wordt de
datum weergegeven op de manier die in
"Datum en tijd instellen" is vastgelegd
(pagina 17).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
Indexbeelden
afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Print
Index
Date
Quantity
Het afdrukken annuleren
U kunt beelden naast elkaar afdrukken.
Deze functie wordt indexafdrukken*
genoemd. U kunt een opgegeven aantal
afzonderlijke beelden naast elkaar
weergeven en afdrukken (zie "Op het
enkelvoudige scherm") of u kunt
verschillende beelden naast elkaar
weergeven om een set te maken door
meerdere verschillende beelden te
combineren. Van deze set kunt u vervolgens
het opgegeven aantal exemplaren
afdrukken (zie "Op het Indexscherm").
Stel de camera in op basis van de procedure
op pagina 68 en sluit de printer aan.
* De functie voor indexafdrukken is mogelijk
niet beschikbaar, afhankelijk van de gebruikte
printer.
MENU
Regeltoets
• U kunt geen films afdrukken.
• Als een foutbericht wordt verzonden vanaf de
aangesloten printer terwijl de verbinding actief
is, knippert
ongeveer vijf seconden lang.
Controleer in dergelijke gevallen de printer.
NL
71
Op het enkelvoudige scherm
a Geef met b/B het beeld weer
dat u wilt afdrukken.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met b/B en
druk op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk vervolgens op z.
Het Print-scherm verschijnt.
VGA
101
2/9
f Kies [Quantity] met v/V en
geef het aantal beelden op dat
naast elkaar wordt geplaatst
met b/B.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
U kunt het geselecteerde aantal
beelden naast elkaar leggen.
g Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering (USB-kabel niet
loskoppelen) wordt weergegeven op
het LCD-scherm.
Print
Index
Date
Quantity
Exit
Off
Off
1
Printing Index
1/1
OK
• Instellingen die niet beschikbaar zijn voor
een bepaalde printer worden niet
weergegeven.
e Kies [Index] met v, kies [On]
met b/B.
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies [Cancel] in stap 4 of kies [Exit] in
stap 7.
Andere beelden afdrukken
Kies, nadat u stap 7 hebt uitgevoerd, een
ander beeld en kies vervolgens [Print] met
v. Herhaal de procedure vervolgens vanaf
stap 4.
NL
72
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
Kies [DPOF image] in stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
markering worden afgedrukt, ongeacht het
beeld dat wordt weergegeven.
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
Kies [Date] in stap 6 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B. U
kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Wanneer u [Date] selecteert, wordt de
datum weergegeven op de manier die in
"Datum en tijd instellen" is vastgelegd
(pagina 17).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
• Afhankelijk van het aantal beelden is het
wellicht niet mogelijk alle beelden af te
drukken op één vel.
Op het Indexscherm
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
op z.
(Print) met B en druk
d Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op z.
e Kies het gewenste beeld met
v/V/b/B en druk vervolgens
op z.
U kunt een aantal tot 20 selecteren.
j Kies [OK] met V/B en druk
vervolgens op z.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
-markering wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Printing Index
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies [Cancel] in stap 4 of kies [Exit] in
stap 0.
MENU
Kies [DPOF image] in stap 4. Alle
beelden die zijn voorzien van de
markering worden afgedrukt, ongeacht het
beeld dat wordt weergegeven.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies [All In This Folder] in stap 4 en druk
op z.
De datum en tijd toevoegen aan
beelden
De
-markering wordt op het
geselecteerde beeld geplaatst.
SELECT
Alle beelden afdrukken die zijn
voorzien van de
-markering
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
a Druk op
(index) om over te
schakelen naar het
Indexscherm.
i Kies [Quantity] met v/V en
kies vervolgens het aantal
afdrukken dat u wilt maken
met b/B.
Kies [Date] in stap 9 en selecteer
vervolgens de datumnotatie met b/B. U
kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date].
Wanneer u [Date] selecteert, wordt de
datum weergegeven op de manier die in
"Datum en tijd instellen" is vastgelegd
(pagina 17).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de gebruikte printer.
TO NEXT
f Herhaal stap 5 als u meer
beelden wilt afdrukken.
g Druk op MENU.
h Kies [Index] met v en kies [On]
met b/B.
NL
73
Films bekijken
d Druk de sluiterknop geheel in.
Films opnemen
Met deze camera kunt u ook films met
geluid opnemen.
"REC" verschijnt op het LCD-scherm
en de camera begint met het opnemen
van beeld en geluid.
101
REC 00:00:02[00:10:48]
Regeltoets
Modusschakelaar
Sluiterknop
• Als de "Memory Stick" vol is, stopt de
opname.
e Druk de sluiterknop nogmaals
geheel naar beneden als u de
opname wilt beëindigen.
Indicatoren op het LCD-scherm
tijdens het opnemen van films
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Druk op
(Beeldformaat).
Het Image Size-instelmenu verschijnt.
c Kies de gewenste modus met
v/V.
U kunt kiezen uit [640 (Fine)], [640
(Standard)] of [160].
NL
74
• Het beeldformaat [640 (Fine)] kan alleen
worden gebruikt als u de opname maakt
op de "Memory Stick PRO".
Deze indicatoren worden niet opgenomen.
Telkens als u op
drukt, verandert de
status van het LCD-scherm als volgt:
Indicatoren uit t LCD-scherm uit t
Indicatoren aan.
Zie pagina 118 voor een uitgebreide
beschrijving van de aangegeven items.
Opnemen met de zelfontspanner
Stel de modusschakelaar in op
de procedure op pagina 28.
en volg
• Zorg ervoor dat u de microfoon (pagina 8) niet
aanraakt tijdens het opnemen.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt.
– Opnemen met de zoom
– Opnemen met de flitser
– Datum en tijd toevoegen
• Als u [640 (Fine)] kiest terwijl de meegeleverde
A/V-aansluitkabel is aangesloten op de A/V
OUT (MONO)-aansluiting, kunt u de
opgenomen beelden niet controleren via het
LCD-scherm. Het LCD-scherm wordt
vervolgens blauw (alleen voor DSC-P43).
• Zie pagina 105 voor de maximale opnametijd
voor elk beeldformaat.
Films weergeven op
het LCD-scherm
U kunt de films weergeven op het LCDscherm van de camera en de geluiden
beluisteren via de luidspreker van de
camera.
a Stel de modusschakelaar in op
.
b Selecteer de gewenste film
met b/B.
Films met het beeldformaat [640
(Fine)] of [640 (Standard)] nemen het
gehele scherm in beslag.
101
Regeltoets
Modusschakelaar
101_0010
PLAY
10/10
00:00:00
Pas het volume aan met v/V.
Snel voor- of achteruitspoelen
Druk tijdens het afspelen van een film op B
(volgende) of b (vorige).
Druk op z om opnieuw gewoon beelden af
te spelen.
Indicatoren op het LCD-scherm
tijdens het weergeven van films
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
Het volume regelen
VOLUME
Films met het beeldformaat [160]
worden één formaat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
Telkens als u op
drukt, verandert de
status van het LCD-scherm als volgt:
Indicatoren uit t LCD-scherm uit t
Indicatoren aan.
Zie pagina 120 voor een uitgebreide
beschrijving van de aangegeven items.
c Druk op z.
Luidspreker
De film en het geluid worden afgespeeld.
Als er een film wordt afgespeeld,
verschijnt B (afspelen) op het LCDscherm.
10/10
00:00:03
Films bekijken
101
• De procedure voor het weergeven van films op
een tv-scherm is identiek aan de procedure voor
het weergeven van stilstaande beelden op een
tv-scherm (pagina 39) (alleen voor DSC-P43).
• Een film die is opgenomen met andere Sonyapparatuur, wordt mogelijk één formaat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
Afspeelbalk
101_0010
STOP
2005 1 1 10:30PM
REV/CUE
VOLUME
Het afspelen beëindigen
Druk nogmaals op z.
NL
75
Films wissen
U kunt overbodige films wissen.
Op het enkelvoudige scherm
Op het Indexscherm
a Stel de modusschakelaar in op
a Stel de modusschakelaar in op
en druk op
(index) om
over te schakelen naar het
Indexscherm.
.
b Selecteer met b/B de film die u
wilt wissen.
Regeltoets
Modusschakelaar
c Druk op
(Wissen).
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
vervolgens op z.
"Access" wordt weergegeven op het
LCD-scherm en de film wordt
verwijderd.
• U kunt geen beveiligde films wissen.
• Wanneer films eenmaal zijn verwijderd, kunnen
zij niet meer worden teruggehaald.
e Als u nog meer films wilt
wissen, geeft u de te wissen
film weer met b/B en herhaalt
u vervolgens stap 4.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] in stap 4 of 5.
b Druk op
(Wissen).
c Kies [Select] met b/B en druk
vervolgens op z.
d Selecteer de films die u wilt
wissen met v/V/b/B en druk
vervolgens op z.
De -markering (Wissen) wordt in de
geselecteerde film aangegeven.
SELECT
TO NEXT
Op dit moment is de film nog niet
gewist.
e Herhaal stap 4 als u nog meer
films wilt wissen.
f Druk op
(Wissen).
g Kies [OK] met B en druk
vervolgens op z.
NL
76
"Access" wordt weergegeven op het
LCD-scherm en de film wordt
verwijderd.
Het wissen annuleren
Kies [Exit] in stap 3 of 7.
Alle beelden in de map wissen
Kies [All In This Folder] in stap 3 en druk
op z. Kies vervolgens [OK] en druk op z.
Om het wissen te annuleren kiest u [Cancel]
met b en drukt u op z.
<Voorbeeld> Film 101_0002 splitsen
Films splitsen
U kunt films splitsen of bepaalde
fragmenten verwijderen. Dit wordt met
name aanbevolen als de capaciteit van de
"Memory Stick" niet toereikend is, of als u
een film als bijlage wilt toevoegen aan uw
e-mailberichten.
Opmerking: na het splitsen wordt de
originele film verwijderd.
Toegekende bestandsnummers
als films worden gesplitst
De gesplitste films krijgen nieuwe
nummers en worden als de nieuwste
bestanden in de opnamemap opgenomen.
De oorspronkelijke film wordt gewist en het
bestandsnummer wordt overgeslagen.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1. Fragment A afsplitsen.
1
A
B
2
3
101_0002
Splitspunt
2. Fragment B afsplitsen.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005
Splitspunt
3. Fragmenten A en B wissen als deze
overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
101_0006
Verwijderen
Films bekijken
Verwijderen
B
4. Alleen de gewenste fragmenten
blijven behouden.
1
3
2
101_0006
NL
77
e Een splitspunt kiezen.
MENU
Druk bij het gewenste splitspunt op z.
Regeltoets
Modusschakelaar
Divide
101
10/10
00:00:02
Dividing
Point
OK
Cancel
Exit
a Stel de modusschakelaar in
op .
b Selecteer met b/B de film die u
wilt splitsen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Selecteer
(Divide) met B en
druk op z. Selecteer
vervolgens [OK] met v en druk
op z.
De film wordt nu afgespeeld.
NL
78
Als u een splitspunt wilt aanpassen,
selecteert u [c/C] (beeldje
vooruit/achteruit) en past u het
splitspunt aan met b/B. Als u het
splitspunt wilt wijzigen, kiest u
[Cancel]. De film wordt nogmaals
afgespeeld.
f Als u een splitspunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
g Kies [OK] met v en druk
vervolgens op z.
De film is nu gesplitst.
Het splitsen annuleren
Kies [Exit] in stap 5 of 7. De film
verschijnt nogmaals op het LCD-scherm.
• De volgende beelden kunt u niet splitsen.
– Stilstaande beelden
– Films die niet lang genoeg zijn om te worden
gesplitst
– Beveiligde films
• Als u films eenmaal hebt gesplitst, kunt u dat
niet meer ongedaan maken.
• Na het splitsen wordt de oorspronkelijke film
gewist.
• De gesplitste film wordt in de opnamemap
opgeslagen als het nieuwste bestand.
Beelden op de computer weergeven
Beelden naar uw
computer kopiëren
– Voor gebruikers van
een Windows
Aanbevolen computersysteem
• Deze camera is compatibel met snelle USB
(compatibel met USB 2.0).
• Aansluiting met een USB-interface die
compatibel is met snelle USB (compatibel met
USB 2.0) maakt geavanceerde overdracht
mogelijk (hoge-snelheidsoverdracht).
• Als u meerdere USB-apparaten tegelijk op uw
computer aansluit, is het afhankelijk van het
USB-stand
Voor een USB-aansluiting zijn er twee modi
beschikbaar bij het maken van een
verbinding met een computer: [Normal] en
[PTP]*. De standaardinstelling is de
[Normal]-modus. In deze paragraaf wordt ter
illustratie de [Normal]-modus beschreven.
* Alleen compatibel met Windows XP. Wanneer
het apparaat op een computer is aangesloten,
worden alleen de gegevens in de map die in de
camera is geselecteerd, naar de computer
gekopieerd. Volg de procedure op pagina 59 om
de map te selecteren.
Communicatie met de
computer
Als u de computer uit de wachtstand haalt,
is het mogelijk dat de communicatie tussen
de camera en de computer niet wordt
hersteld.
Als uw computer niet beschikt
over een USB-aansluiting
Als uw computer niet beschikt over een
USB-aansluiting en ook niet over een
"Memory Stick"-sleuf, kunt u de beelden
met behulp van een apart verkrijgbaar
apparaat kopiëren. Raadpleeg de Sonywebsite voor meer informatie.
http://www.sony.net/
Inhoud van de CD-ROM
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is vereist om de
camera op de computer aan te sluiten.
Wanneer u Windows XP gebruikt, hoeft u
het USB-stuurprogramma niet te
installeren.
Beelden op de computer weergeven
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Bovengenoemde besturingssystemen dienen
bij aflevering van de computer reeds te zijn
geïnstalleerd. Een juiste werking wordt niet
gegarandeerd als het besturingssysteem is
opgewaardeerd tot een van de genoemde
besturingssystemen of wanneer er meerdere
opstartmogelijkheden zijn.
Processor: MMX Pentium 200 MHz of
sneller
USB-aansluiting: standaard aanwezig
Display: 800 × 600 of hoger
hoge kleuren (16-bits kleur, 65.000 kleuren)
of hoger
type USB-apparaat mogelijk dat bepaalde
apparaten, waaronder de camera, niet meer
werken.
• Als u een USB-hub gebruikt, wordt een
correcte werking niet gegarandeerd.
• Voor alle hierboven genoemde
computeromgevingen wordt een probleemloze
werking niet gegarandeerd.
x Picture Package
Met deze toepassing kunt u eenvoudig
beelden van de camera naar een computer
overbrengen. en kunt u de verschillende
functies gebruiken.
Als u "Picture Package" installeert, wordt
het USB-stuurprogramma tegelijkertijd ook
geïnstalleerd.
• Bij andere besturingssystemen kunnen de
procedures enigszins afwijken.
• Sluit alle toepassingen die op de
computer worden uitgevoerd,
voordat u het USBstuurprogramma en de toepassing
installeert.
• Als u Windows XP of Windows 2000
gebruikt, moet u zich aanmelden als
beheerder.
NL
79
Het USB-stuurprogramma
installeren
b Klik op [USB Driver] in het
beginvenster.
Wanneer u Windows XP gebruikt, hoeft u
het USB-stuurprogramma niet te
installeren.
Als het USB-stuurprogramma al is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet te installeren.
a Zet de computer aan en plaats
de meegeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station.
Sluit de camera op dit moment
nog niet aan op de computer.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
c Klik op [Next].
NL
80
De computer wordt opnieuw opgestart.
Vervolgens kunt u de USB-verbinding
tot stand brengen.
e Haal de CD-ROM uit de
computer.
Het scherm met het installatiemenu
verschijnt. Als het niet verschijnt,
dubbelklikt u achtereenvolgens op
(My Computer) t
(PICTUREPACKAGE).
• Klik op ''Picture Package'' als u de "Picture
Package"-software wilt gebruiken. Het
USB-stuurprogramma wordt geïnstalleerd
als "Picture Package" is geïnstalleerd
(pagina 86).
• Als de computer in gebruik is, dient u alle
toepassingen te sluiten die op dat moment
worden uitgevoerd, voordat u het USBstuurprogramma installeert.
d Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] en klik
vervolgens op [Finish].
De installatie van het USBstuurprogramma begint. Wanneer de
installatie is voltooid, wordt dit op het
scherm aangegeven.
De camera aansluiten op de
computer
a Plaats de "Memory Stick" met
de te kopiëren beelden in de
camera.
c Sluit de meegeleverde USBkabel aan op de
(USB)aansluiting van de camera.
USB Mode
Normal
Toegangsindicatoren*
Switch on MENU
d Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
• Gebruik alleen batterijen met voldoende
opslagcapaciteit of de netspanningsadapter
(niet meegeleverd). Als u beelden naar de
computer kopieert terwijl de batterijen zwak
zijn, kan het kopiëren mislukken of worden de
gegevens mogelijk beschadigd als de camera
zichzelf uitschakelt omdat de batterijen te
weinig stroom leveren.
b Zet de camera en uw computer
aan.
Beelden op de computer weergeven
"USB Mode Normal" verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Wanneer de
USB-verbinding voor het eerst tot stand
wordt gebracht, wordt het programma voor
het herkennen van de camera automatisch
gestart. Wacht enige tijd.
* Tijdens de communicatie lichten de
toegangsindicatoren rood op. Gebruik de
computer pas wanneer de indicatoren wit
worden.
• Als "USB Mode Normal" in stap 4 niet wordt
weergegeven, drukt u op MENU, selecteert u
[USB Connect] en stelt u deze optie in op
[Normal].
• Als u een bureaucomputer gebruikt, sluit u de
USB-kabel aan op de USB-aansluiting aan de
achterzijde van de computer.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt
automatisch de AutoPlay-wizard op het
bureaublad. Ga door op pagina 83.
NL
81
P De USB-kabel loskoppelen,
de ''Memory Stick'' verwijderen
of de camera uitschakelen
tijdens een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik op
op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) en vervolgens
op [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat in het
venster wordt weergegeven en klik op
[OK].
4 Klik op [OK].
Gebruikers van Windows XP kunnen
stap 4 overslaan.
5 Koppel de USB-kabel los, verwijder de
"Memory Stick" of schakel de camera
uit.
NL
82
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer of de toegangsindicatoren
(pagina 81) op het scherm wit gekleurd zijn
en voer alleen stap 5 uit van de hiervoor
beschreven stappen.
Beelden kopiëren
– Windows 98/98SE/2000/Me
a Dubbelklik op [My Computer]
en vervolgens op [Removable
Disk].
Nu verschijnt de inhoud van de
"Memory Stick" die in de camera is
geplaatst.
• In deze paragraaf gebruiken we als voorbeeld
het kopiëren van beelden naar de map "My
Documents".
• Zie pagina 83 als het pictogram "Removable
Disk" niet wordt weergegeven.
• Zie pagina Windows XP als u 83 gebruikt.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik vervolgens op de
map waarin de beeldbestanden
die u wilt kopiëren, zijn
opgeslagen.
c Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand om het menu
weer te geven en selecteer
[Copy] in het menu.
d Dubbelklik op de map "My
Documents" en klik met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" om het menu
weer te geven. Selecteer
vervolgens [Paste] in het menu.
De beeldbestanden worden gekopieerd
naar de map "My Documents".
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam al bestaat in de
map waar u naartoe wilt kopiëren
U moet bevestigen dat het desbetreffende
bestand moet worden overschreven. Als u
het bestaande bestand inderdaad
overschrijft, wordt het oorspronkelijke
bestand gewist.
De bestandsnaam wijzigen
Als u een beeldbestand wilt kopiëren naar
de computer zonder een bestand met
dezelfde naam te overschrijven, moet u de
bestandsnaam wijzigen vóór het kopiëren.
Als u echter de bestandsnaam wijzigt, kunt
u het beeldbestand niet afspelen met uw
camera. Als u beelden wilt afspelen met de
camera, voert u de bewerking uit op
pagina 86.
Als er geen "Removable Disk"pictogram wordt getoond
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] om het menu af te beelden en
klik op [Properties].
Het scherm "System Properties" wordt
afgebeeld.
3 Verwijder dit apparaat als [ Sony
DSC] wordt weergegeven.
1 Klik met de rechtermuisknop op
[ Sony DSC].
2 Klik op [Uninstall].
Het scherm "Confirm Device
Removal" verschijnt.
• Gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me dienen op [Remove] te
klikken.
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer het USB-stuurprogramma
nogmaals te installeren vanaf de CD-ROM
(pagina 80).
Beelden kopiëren met de wizard
AutoPlay van Windows XP.
a Breng een USB-verbinding tot
stand (pagina 81). Klik op
[Copy pictures to a folder on
my computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
en klik vervolgens op [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
e Selecteer [Nothing. I’m
finished working with these
pictures] en klik vervolgens op
[Next].
Het "Completing the Scanner and
Camera Wizard"-scherm verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Als u wilt doorgaan met kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure onder P op
pagina 82 om de USB-kabel te ontkoppelen en
opnieuw aan te sluiten. Voer de procedure
vervolgens opnieuw uit vanaf stap 1.
Beelden op de computer weergeven
2 Geef [Device Manager]
(Apparaatbeheer) weer.
1 Klik op [Hardware].
2 Klik op [Device Manager].
• Gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me hoeven stap 1 niet uit te
voeren. Klik op het tabblad [Device
Manager] (Apparaatbeheer).
– Windows XP
De beelden die op de "Memory Stick"
zijn opgeslagen, worden weergegeven.
c Klik op het selectievakje als u
een markering wilt verwijderen
voor een beeld dat u niet naar
de computer wilt kopiëren. Klik
vervolgens op [Next].
Het "Picture Name and Destination"scherm verschijnt.
d Selecteer een naam en
bestemming voor de beelden
en klik op [Next].
De beelden worden gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het venster "Other Options".
NL
83
Beelden weergeven op een
computer
a Klik op [Start] en klik
vervolgens op [My
Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• In deze paragraaf wordt de procedure voor het
weergeven van gekopieerde beelden in de map
"My Documents" (Mijn documenten)
beschreven.
• Als u Windows XP niet gebruikt, dubbelklikt u
op [My Documents] (Mijn documenten) op het
bureaublad.
b Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Opslagbestemmingen en
bestandsnamen voor
beeldbestanden
Beeldbestanden die met de camera worden
opgenomen, worden als mappen in de
"Memory Stick" gegroepeerd.
Voorbeeld: bij het bekijken van
mappen op Windows XP (bij gebruik
van een "Memory Stick")
Map met beeldgegevens die met de camera
zijn opgenomen zonder de functie voor het
maken van mappen.
Map met beeldgegevens die met de camera
zijn opgenomen. Wanneer u geen mappen
maakt, beschikt u alleen over de map
"101MSDCF".
Map met filmgegevens e.d. die met de
camera zijn opgenomen zonder de
functie voor het maken van mappen.
NL
84
• U kunt geen beelden in de mappen
"100MSDCF" of "MSSONY" opslaan. De
beelden in deze mappen kunnen alleen worden
weergegeven.
• Zie pagina 47 en 59 voor meer informatie over
de map.
Map
Bestandsnaam
De inhoud van het bestand
101MSDCF tot
999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande beelden, opgenomen in de
– Normale stand (pagina 24)
– Burst-modus (pagina 56)
– Multi Burst-stand (pagina 57)
MOV0ssss.MPG
• Filmbestanden (pagina 74)
MOV0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden opgenomen in de MOVIE-modus (pagina 74)
• ssss staat voor elk mogelijk getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999.
• De numerieke gedeelten van een in de filmmodus opgenomen filmbestand en het
corresponderende indexbeeldbestand zijn gelijk.
Beelden op de computer weergeven
NL
85
Een beeld bekijken dat
eerder naar een computer is
gekopieerd
Deze bewerking is vereist voor het bekijken
van beeldbestanden die eerder naar een
computer zijn gekopieerd en die al met de
camera zijn verwijderd van de ''Memory
Stick''.
Kopieer de beeldbestanden op uw computer
naar een ''Memory Stick'' en bekijk ze met
de camera.
• Sla stap 1 over als u de door deze camera
toegewezen bestandsnaam niet hebt gewijzigd.
• Het kan zijn dat u een bepaald beeld niet kunt
zien, afhankelijk van het beeldformaat.
• Beelden die zijn gewijzigd op een computer of
beelden die zijn opgenomen met een andere
camera dan deze, kunnen mogelijk niet worden
afgespeeld via de camera.
• Als het waarschuwingsbericht voor het
overschrijven van de gegevens wordt
weergegeven, geeft u andere getallen op in stap
1.
• Als er geen map is om het beeldbestand op te
slaan, maakt u een map en kopieert u het
vervolgens beeldbestand. Zie pagina 47 voor
meer informatie over het maken van de map.
NL
86
a Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand en klik
vervolgens op [Rename]
(Kopiëren). Wijzig de
bestandsnaam in
"DSC0ssss".
ssss staat voor elk mogelijk getal
binnen het bereik van 0001 t/m 9999.
• Mogelijk wordt een bestandsextensie
weergegeven, afhankelijk van de instelling
van de computer. De extensie voor een
stilstaand beeld is "JPG" en voor een film
"MPG''. Wijzig de extensie niet.
b Kopieer het beeldbestand naar
een map op de ''Memory Stick''.
1 Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik vervolgens op
[Copy] (Kopiëren).
2 Selecteer de map [DCIM] en
dubbelklik erop vanuit [Removable
Disk] of [Sony MemoryStick] in
[My Computer].
3 Klik met de rechtermuisknop op de
map [sssMSDCF] in de map
[DCIM] en klik op [Paste].
sss verwijst naar een
willekeurig getal tussen 100 en 999.
"Picture Package" installeren
"Picture Package" is alleen voor
Windows-computers.
U kunt de "Picture Package"-software op
uw Windows-computer gebruiken om met
uw camera opgenomen beelden te beheren.
Als u de "Picture Package"-software
installeert, wordt het USB-stuurprogramma
tegelijkertijd ook geïnstalleerd.
• Als de computer in gebruik is, dient u alle
toepassingen die worden uitgevoerd af te
sluiten voordat u ''Picture Package'' installeert.
Voor computersysteem
Zie pagina 79 voor het Windowsbasisbesturingssysteem
Overige systeemvereisten.
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger
en DirectX 9.0b of hoger.
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart
met luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Schijfruimte vereist voor
installatie: ongeveer 200 MB
Display: Een videokaart met 4 MB
VRAM (compatibel met DirectDrawstuurprogramma)
• Voor het automatisch maken van
diapresentaties (pagina 90), is een Pentium III
500 MHz of hogere processor vereist.
• Deze software is compatibel met de DirectXtechnologie. "DirectX" moet vóór het gebruik
worden geïnstalleerd.
• Als u naar CD-R's wilt schrijven hebt u een
afzonderlijke omgeving nodig om het
opnameapparaat te gebruiken.
c Selecteer de gewenste taal en
klik vervolgens op [Next].
a Zet de computer aan en plaats
de meegeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station.
Het scherm met het installatiemenu
verschijnt.
b Klik op [Picture Package].
• In deze paragraaf wordt het Engelse scherm
beschreven.
Beelden op de computer weergeven
• Als u het USB-stuurprogramma
(pagina 80) nog niet hebt geïnstalleerd,
sluit u de camera pas aan op de computer
nadat u de "Picture Package"-software
hebt geïnstalleerd (behalve Windows XP).
e Klik op [Next].
d Klik op [Next].
Het "License Agreement"-scherm
verschijnt.
Lees de overeenkomst zorgvuldig. Als
u de voorwaarden van deze
overeenkomst accepteert, kruist u het
aankruisvakje "I accept the terms of
the license agreememt" aan en klikt u
op [Next].
Het "Choose Setup Language"-scherm
verschijnt.
NL
87
f Klik op [Install] op het scherm
"Ready to Install the Program".
De installatie begint.
Volg de aanwijzingen als "Welcome to
setup for Direct X" in het scherm
wordt weergegeven nadat u de
toepassing hebt geïnstalleerd.
Beelden kopiëren met
"Picture Package"
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Picture Package" wordt automatisch
gestart en de beelden in de "Memory Stick"
worden automatisch naar de computer
gekopieerd. Nadat de beelden zijn
gekopieerd, wordt "Picture Package
Viewer" gestart en worden de gekopieerde
beelden weergegeven.
g Controleer of het aankruisvakje
"Yes, I want to restart my
computer now" is ingeschakeld
en klik op [Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
De sneltoetspictogrammen van
"Picture Package Menu" en "Picture
Package destination Folder" worden
weergegeven.
NL
88
h Haal de CD-ROM uit de
computer.
• Standaard worden mappen voor "Picture
Package" en "Date" gemaakt in de map "My
Documents" en alle beeldbestanden die met de
camera worden opgenomen, worden naar deze
mappen gekopieerd.
• Als "Picture Package" de beelden niet
automatisch kan kopiëren, start u "Picture
Package Menu" en schakelt u [Settings] in
[Copy automatically] in.
• Windows XP is zodanig ingesteld dat de
AutoPlay-wizard van het besturingssysteem
wordt gestart.
Als u de AutoPlay-wizard van het
besturingssysteem hebt uitgeschakeld,
annuleert u de activering met [Settings] in het
"Picture Package Menu".
"Picture Package" gebruiken
Start "Picture Package Menu" op het
bureaublad om de verschillende functies te
kunnen gebruiken.
• Het standaardvenster dat verschijnt, verschilt
per computer. U kunt de volgorde van de
knoppen wijzigen met [Settings] rechtsonder in
het scherm.
• Voor meer informatie over het gebruik van de
software, klikt u op
rechtsboven in elk
scherm om de online Help weer te geven.
Klik op [Viewing video and pictures on PC]
links in het scherm.
Klik op [Viewing video and pictures on PC]
rechtsonder in het scherm.
Het scherm voor het weergeven van
beelden verschijnt.
Beelden opslaan op een CD-R
Klik op [Save the images on CD-R] links in
het scherm.
Klik op [Save the images on CD-R]
rechtsonder in het scherm.
Beelden op de computer weergeven
Het Pixela User Support Center biedt
technische ondersteuning voor "Picture
Package". Raadpleeg de bijgesloten informatie
bij de CD-ROM voor meer informatie.
Beelden weergeven op een computer
Het scherm voor het opslaan van beelden op
een CD-R wordt weergegeven.
• U hebt een CD-R-station nodig als u beelden op
een CD-R wilt opslaan.
Raadpleeg de volgende startpagina van het
Pixela User Support Center voor meer
informatie over compatibele stations.
http://www.ppackage.com/
NL
89
Een diavoorstelling maken
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
links in het scherm.
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
rechtsonder in het scherm.
Beelden naar uw
computer kopiëren
– Voor gebruikers van
een Macintosh
Aanbevolen computersysteem
Het scherm voor het maken van een
diavoorstelling wordt weergegeven.
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2 of
Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
Bovengenoemde besturingssystemen
dienen bij aflevering van de computer reeds
te zijn geïnstalleerd.
USB-aansluiting: standaard aanwezig
• Als u meerdere USB-apparaten tegelijkertijd op
uw computer aansluit, is het afhankelijk van het
type USB-apparaat mogelijk dat bepaalde
apparaten, waaronder de camera, niet meer
werken.
• Als u een USB-hub gebruikt, wordt een
correcte werking niet gegarandeerd.
• Voor alle hierboven genoemde
computeromgevingen wordt een probleemloze
werking niet gegarandeerd.
USB-stand
NL
90
Voor een USB-aansluiting zijn er twee
modi beschikbaar bij het maken van een
verbinding met een computer: [Normal] en
[PTP]*. De standaardinstelling is de
[Normal]-modus. In deze paragraaf wordt
ter illustratie de [Normal]-modus
beschreven.
* Alleen compatibel met Mac OS X. Wanneer het
apparaat op een computer is aangesloten,
worden alleen de gegevens in de map die in de
camera is geselecteerd, naar de computer
gekopieerd. Volg de procedure op pagina 59 om
de map te selecteren.
Communicatie met de
computer
Als u de computer uit de wachtstand haalt,
is het mogelijk dat de communicatie tussen
de camera en de computer niet wordt
hersteld.
Als uw computer niet beschikt
over een USB-aansluiting
Als uw computer niet beschikt over een
USB-aansluiting en ook niet over een
"Memory Stick"-sleuf, kunt u de beelden
met behulp van een apart verkrijgbaar
apparaat kopiëren. Raadpleeg de Sonywebsite voor meer informatie.
http://www.sony.net/
a De camera op de computer
aansluiten
Zie pagina 81 voor meer informatie.
De USB-kabel loskoppelen, de
"Memory Stick'' verwijderen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Sleep het pictogram van de schijf of van de
"Memory Stick" naar het pictogram van de
"Trash" en haal de USB-kabel vervolgens
uit de camera, verwijder de "Memory Stick"
of schakel de camera uit.
• Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, verwijdert u de
USB-kabel, enz. pas nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
1 Dubbelklik op het nieuwe pictogram op
het bureaublad.
De inhoud van de op uw camera
aangesloten "Memory Stick" wordt
weergegeven.
2 Dubbelklik op "DCIM".
3 Dubbelklik op de map waarin de beelden
die u wilt kopiëren, zijn opgeslagen.
"ImageMixer VCD2"
gebruiken
1 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf.
"ImageMixer VCD2" is alleen voor
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden.
Het beeldbestand wordt geopend.
• "Picture Package" kan niet met Macintosh
worden gebruikt.
Macintosh-computers (Mac OS X
(v10.1.5) of hoger).
Met "ImageMixer VCD2" op de bij uw
camera geleverde CD-ROM kunt u een
video-CD maken met gebruik van het
beeld- of filmmateriaal op uw computer. U
kunt een beeldbestand maken dat
compatibel is met de functie voor het maken
van video-CD's van Toast van Roxio (niet
meegeleverd).
Beelden op de computer weergeven
b Beelden kopiëren
c Beelden weergeven op een
computer
• Als de computer in gebruik is, dient u alle
toepassingen die op dat moment worden
uitgevoerd af te sluiten voordat u ''ImageMixer
VCD2'' installeert.
Het Pixela User Support Center biedt technische
ondersteuning voor "ImageMixer VCD2".
Raadpleeg de bijgesloten informatie bij de
CD-ROM voor meer informatie.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf.
De beeldbestanden worden naar uw
vaste schijf gekopieerd.
Raadpleeg pagina 84 voor meer
informatie over de opslaglocatie van de
beelden en bestandsnamen.
NL
91
Vereist computersysteem
Besturingssysteem: Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
Bovengenoemde besturingssystemen
dienen bij aflevering van de computer reeds
te zijn geïnstalleerd.
Processor: iMac, eMac, iBook,
PowerBook, Power Mac G3/G4-serie
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Schijfruimte vereist voor
installatie: ongeveer 250 MB
Display: Resolutie van 1024 × 768 of
hoger, 32.000 kleuren of hoger
a "ImageMixer VCD2" installeren
• QuickTime 4 of hoger moet vooraf worden
geïnstalleerd (QuickTime 5 wordt aanbevolen).
• Voor alle hierboven genoemde
computeromgevingen wordt een probleemloze
werking niet gegarandeerd.
6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
1 Zet uw computer aan.
• Het beeldscherm moet zijn ingesteld op
een resolutie van 1024 × 768 of hoger en
32.000 kleuren of hoger.
2 Plaats de meegeleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station.
3 Dubbelklik op het pictogram CD-ROM.
4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in
de map [MAC] naar het pictogram van
de vaste schijf.
5 Dubbelklik op het bestand
[IMXINST.SIT] in de map waar u de
gegevens naartoe wilt kopiëren.
7 Als het scherm met de
gebruikersinformatie weergegeven
wordt, typt u de gewenste naam en het
wachtwoord.
De installatie van de software wordt
gestart.
b Een video-cd maken
1 Open de map [ImageMixer] in
[Application].
2 Klik op [ImageMixer VCD2].
3 Klik op [Video CD].
De modus voor het maken van videocd's wordt ingeschakeld.
NL
92
• U kunt geen DVD-video maken.
4 Selecteer de map waarin u de gewenste
beelden wilt opslaan.
1 Selecteer de gewenste map in het
linkergedeelte en klik op [Add]. De
geselecteerde map wordt naar het
rechtergedeelte verplaatst.
2 Klik op [Next].
5 Stel de achtergrond, de knoppen en de
titels van het menu in en klik op [Next].
Bevestig de instellingen als deze aan uw
voorkeuren voldoen.
6 Bevestig het voorbeeld van het videoCD-bestand.
1 Klik op het bestand waarvan u links
een voorbeeld wilt bekijken.
2 Klik op [N] om een voorbeeld van
het bestand te bekijken.
7 Klik op [Next] en geef de naam en de
bestemming van de cd op.
De voorbereidingen voor het opslaan
van het bestand op een CD-R zijn nu
voltooid.
• "ImageMixer VCD2" kan alleen het CD-beeld
maken voor opslag van het beeldbestand op een
CD-R in video-CD-formaat. U hebt Toast van
Roxio (niet meegeleverd) nodig om een videoCD te maken.
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Als u problemen ondervindt met de camera,
probeert u eerst of de hier vermelde punten
een oplossing bieden.
2 Als uw camera nog steeds niet correct
werkt, drukt u op de RESET-toets aan de
binnenzijde van het afdekkapje voor de
aansluiting en zet u de camera weer aan.
(Hierdoor worden de instellingen voor
datum en tijd en dergelijk gewist.)
3 Als de camera nog steeds niet correct
werkt, kunt u contact opnemen met uw
Sony-dealer of met een erkend Sonyservicecentrum bij u in de buurt.
1 Lees eerst de onderwerpen op pagina 93
tot 101. Als "C:ss:ss" wordt
weergegeven op het LCD-scherm,
is het zelfdiagnosesysteem actief.
Raadpleeg pagina 104.
RESET
De batterijen en de stroomvoorziening
Oorzaak
• U hebt de camera onder extreem koude
omstandigheden gebruikt.
• De batterijen zijn ontladen.
• De contactpunten van de batterij of de
aansluitpunten op het batterij/"Memory Stick"deksel zijn vuil.
• De nikkel-metallisch-hydridebatterijen vertonen
het "geheugeneffect" (pagina 10).
• Bij het gebruik van nikkel-metallischhydridebatterijen heeft de indicator voor de
resterende batterijtijd zich niet op de juiste
gegevens gebaseerd.
• De batterijen zijn versleten (pagina 114).
De batterijen raken te snel • U gebruikt de camera onder extreem koude
leeg.
omstandigheden.
• De nikkel-metallisch-hydridebatterijen zijn niet
voldoende opgeladen.
• De batterijen zijn versleten (pagina 114).
Oplossing
p Zie pagina 114.
Verhelpen van storingen
Probleem
De indicator voor de
resterende batterijtijd
geeft niet de juiste
informatie weer. Of er
wordt aangegeven dat er
voldoende resterende
batterijtijd is, terwijl de
batterijen bijna leeg zijn.
p Plaats opgeladen batterijen of nieuwe batterijen (pagina 11, 12).
p Veeg de batterijen schoon met een droge doek.
p U herstelt de batterijen in hun oorspronkelijke toestand door ze
te gebruiken tot ze leeg zijn en ze vervolgens weer op te laden.
p U herstelt de batterijen in hun oorspronkelijke toestand door ze
te gebruiken tot ze leeg zijn en ze vervolgens weer op te laden.
p Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren.
p Zie pagina 114.
p Laad de batterijen volledig op (pagina 11).
p Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren.
NL
93
Probleem
Oorzaak
De stroom kan niet worden • De batterijen zijn niet goed geplaatst.
ingeschakeld.
• Gebruik de netspanningsadapter (niet
meegeleverd).
• De batterijen zijn ontladen.
De camera wordt
plotseling uitgeschakeld.
Oplossing
p Installeer de batterijen op de juiste wijze (pagina 12).
p Sluit de adapter goed aan op de camera (pagina 15).
p Plaats opgeladen batterijen of nieuwe batterijen (pagina 11, 12).
p Vervang de batterijen door nieuwe exemplaren.
• De batterijen zijn versleten (pagina 114).
• Als de ingeschakelde camera gedurende
p Zet de camera weer aan (pagina 16).
ongeveer drie minuten niet wordt bediend, wordt
deze automatisch uitgeschakeld, om te
voorkomen dat de batterij leegraakt (pagina 16).
• De batterijen zijn ontladen.
p Plaats opgeladen batterijen of nieuwe batterijen (pagina 11, 12).
Stilstaande beelden en films opnemen
Probleem
Het LCD-scherm gaat niet
aan als de stroom wordt
ingeschakeld.
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
Tijdens het opnemen van
een film worden geen
beelden weergegeven op
het LCD-scherm (alleen
voor DSC-P43).
Het beeld is onscherp.
Kan niet zoomen.
NL
94
Oorzaak
Oplossing
• De laatste keer dat u de camera hebt gebruikt,
p Zet het LCD-scherm aan (pagina 31).
hebt u deze uitgezet terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
• De modusschakelaar is niet ingesteld op
of p Stel deze in op
of
(pagina 24 en 74).
.
• Het beeldformaat wordt ingesteld op [640 (Fine)] p Koppel de A/V-aansluitkabel los.
als de A/V-aansluitkabel is aangesloten op de
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
A/V OUT (MONO)-aansluiting.
(Fine)].
p Zorg dat u tijdens de opname de lens niet dichter bij het
onderwerp plaatst dan de minimale opnameafstand 10 cm
(pagina 24).
• Tijdens het opnemen van stilstaande beelden, is p Kies een andere instelling dan
of
(pagina 36).
(Camera) ingesteld op
of
.
• U hebt de vooraf ingestelde brandpuntsafstand p Stel de camera in op automatische scherpstelling (pagina 51).
ingesteld.
• De modusschakelaar is ingesteld op
.
p U kunt de zoomfunctie niet gebruiken wanneer u een film
opneemt.
• Het onderwerp is te dichtbij.
Probleem
De digitale precisiezoom
werkt niet.
De Smart Zoom-functie
werkt niet.
Oorzaak
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] op het
scherm Setup.
• Deze functie kunt u niet gebruiken wanneer u een
film opneemt.
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] op het
scherm Setup.
• Het beeldformaat is ingesteld op [4M] of [3:2].
Oplossing
p Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (pagina 27, 46 en 109).
—
p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (pagina 27, 46 en 109).
p Stel voor beeldformaat andere instellingen in, behalve [4M] en
[3:2] (pagina 21, 27).
• U neemt op in Multi Burst-modus.
Het beeld is te donker.
Het beeld is te helder.
• Deze functie kunt u niet gebruiken wanneer u een
film opneemt.
• U neemt een onderwerp op waarachter zich een
lichtbron bevindt.
• De helderheid van het LCD-scherm is op een te
laag niveau ingesteld.
• U neemt op een donkere plaats, zoals een
podium, een onderwerp met puntbelichting op.
• De helderheid van het LCD-scherm is op een te
hoog niveau ingesteld.
• Het LCD-scherm licht tijdelijk op zodat u het
weergegeven beeld kunt controleren als u de
camera in een donkere omgeving gebruikt.
p De smart zoom-functie kan niet worden gebruikt bij opnamen in
de Multi Burst-modus (pagina 27 en 57).
—
p Kies de meetmodus (pagina 54).
p Pas de belichting aan (pagina 52).
p Pas de helderheid van het LCD-scherm aan (pagina 46 en 110).
p Pas de belichting aan (pagina 52).
p Pas de helderheid van het LCD-scherm aan (pagina 46 en 110).
Verhelpen van storingen
Als u in een donkere
p Dit heeft geen effect op het beeld dat u fotografeert.
omgeving naar het LCDscherm kijkt, ziet u
mogelijk wat ruis op het
scherm.
Het beeld is monochroom • [PFX] (P.Effect) is ingesteld op [B&W].
p Kies een andere modus [B&W] (pagina 58).
(zwart-wit).
Wanneer u een zeer helder • Dit soort vlekken is een bekend verschijnsel in de p Dit is geen storing.
onderwerp opneemt,
fotografie.
verschijnen er verticale
strepen.
NL
95
Probleem
Kan geen beelden
opnemen.
Oorzaak
• Er is geen "Memory Stick" in het toestel
geplaatst.
• De capaciteit van de "Memory Stick" is niet
toereikend.
• De wispreventieschakelaar van de "Memory
Stick" staat op de LOCK-stand.
• Het is niet mogelijk op te nemen terwijl de flitser
nog wordt opgeladen.
• Tijdens het opnemen van stilstaande beelden is
de modusschakelaar niet ingesteld op
.
• De modusschakelaar is niet ingesteld op
wanneer u een film opneemt.
• Het beeldformaat wordt ingesteld op [640 (Fine)]
wanneer u een film opneemt.
Oplossing
p Plaats een "Memory Stick" (pagina 20).
p Verwijder de op de "Memory Stick" (pagina 41) opgeslagen
beelden.
p Plaats een andere "Memory Stick".
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 113).
—
p Stel de modusschakelaar in op
(pagina 24).
p Stel de modusschakelaar in op
(pagina 74).
p Gebruik een "Memory Stick PRO" (pagina 74 en 113).
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
(Fine)].
Het opnemen duurt lang. • De functie NR-modus voor lange sluitertijden is p Zie pagina 36.
ingeschakeld.
Kan geen beelden
• De modusschakelaar is niet ingesteld op
.
p Stel de modusschakelaar in op
(pagina 24).
opnemen met de flitser.
• De flitser is ingesteld op
(geen flits).
p Stel de flitser in op "Auto" (geen indicatie), op (Geforceerde
flits) of op
(Langzame synchronisatie) (pagina 29).
• Tijdens het opnemen van stilstaande beelden, is p Kies een andere modus dan
en (pagina 36).
(Camera) ingesteld op
of .
• Tijdens het opnemen van stilstaande beelden, is p Stel de flitser in op (Geforceerde flits) (pagina 36).
(Camera) ingesteld op
of
.
• De camera is in de Multi Burst- of Burst-modus. p Annuleer de Multi Burst- of Burst-modus.
U kunt geen opnamen
• De capaciteit van de "Memory Stick" is helemaal p Wis overbodige bestanden (pagina's 41, 76).
maken in de Burst-modus. opgebruikt.
• De camera kan maar één beeld opnemen, omdat p Plaats opgeladen batterijen of nieuwe batterijen (pagina 11, 12).
de batterij niet voldoende is opgeladen.
De ogen van het
—
p Stel [Red Eye Reduction] in op [On] (pagina 30).
onderwerp zijn rood.
Er wordt een verkeerde
• De datum en tijd zijn niet goed ingesteld.
p Stel de juiste datum en tijd in (pagina 17).
datum en tijd opgenomen.
NL
96
Probleem
Oorzaak
De diafragmawaarde en de • De belichting is onjuist.
sluitertijd knipperen als u
op de sluiterknop drukt en
deze halverwege ingedrukt
houdt.
Er verschijnt een
• Dat is te wijten aan de structuur van de zoeker.
onbekend patroon in de
zoeker.
Oplossing
p Pas de belichting aan (pagina 52).
p Dit is geen storing.
Beelden weergeven
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het beeld kan niet worden • De modusschakelaar is niet ingesteld op
.
weergegeven.
• U hebt de map- of bestandsnaam gewijzigd op
een computer.
• U kunt het beeld niet op de camera afspelen als
het op een computer is gewijzigd.
• De camera is ingesteld op de stand USB.
p Stel de modusschakelaar in op
p Zie pagina 86.
Juist na het afspelen is de • Het beeld wordt tijdelijk grof van structuur ten
beeldkwaliteit lager.
behoeve van de beeldverwerking.
p Dit is geen storing.
(pagina 37).
—
p Annuleer de USB-communicatie (pagina 82).
De beelden kunnen niet op —
een computer worden
afgespeeld.
Verhelpen van storingen
De beelden kunnen niet op • De [Video Out]-instelling voor de camera op het p Stel [Video Out] in op [NTSC] of [PAL] (pagina 46 en 110).
een tv worden
scherm Setup is niet juist.
weergegeven (alleen voor • De verbinding is niet goed.
p Controleer de verbinding (pagina 39).
DSC-P43).
p Zie pagina 98.
Een beeld wissen of bewerken
Probleem
De camera kan een beeld
niet wissen.
U hebt het beeld per
ongeluk gewist.
Oorzaak
• Het beeld is beveiligd.
• De wispreventieschakelaar van de "Memory
Stick" staat op de LOCK-stand.
• Als u een beeld eenmaal hebt gewist, kunt u het
niet meer terughalen.
Oplossing
p Hef de beveiliging op (pagina 64).
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 113).
p Wanneer u een beeld beveiligt, voorkomt u dat dit per ongeluk
wordt gewist (pagina 64).
p Als u de wispreventieschakelaar op de "Memory Stick" gebruikt,
voorkomt u dat beelden per ongeluk worden gewist (pagina 113).
NL
97
Probleem
Het lukt niet om het
beeldformaat te wijzigen.
Het is niet mogelijk een
beeld te voorzien van een
afdrukmarkering (DPOF).
U kunt een beeld niet
splitsen.
Oorzaak
• U kunt het formaat van films of Multi Burstbeelden niet wijzigen.
• Afdrukmarkeringen (DPOF) kunnen niet aan
films gekoppeld worden.
Oplossing
—
—
• De film is niet lang genoeg om te worden
—
gesplitst.
• Beveiligde films kunnen niet worden gesplitst. p Hef de beveiliging op (pagina 64).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden gesplitst. —
Computers
Probleem
U weet niet of uw
besturingssysteem
geschikt is voor deze
camera.
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
De computer herkent de
camera niet.
NL
98
Oorzaak
—
Oplossing
p Raadpleeg "Aanbevolen computersysteem" (pagina 79, 90).
—
p In Windows 2000 moet u zich aanmelden als Beheerder
(pagina 79).
• De camera is uitgeschakeld.
• Het energieniveau van de batterij is te laag.
• U maakt geen gebruik van de meegeleverde
USB-kabel.
• De USB-kabel is niet goed aangesloten.
p Schakel de camera in (pagina 16).
p Gebruik de netspanningsadapter (niet meegeleverd) (pagina 15).
p Gebruik de meegeleverde USB-kabel (pagina 81).
• [USB Connect] is niet ingesteld op [Normal] in
het scherm Setup.
• Naast het toetsenbord en de muis is er nog andere
apparatuur aangesloten op de USB-aansluitingen
van de computer.
• De camera is niet rechtstreeks op de computer
aangesloten.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
• De computer heeft het apparaat niet goed
herkend omdat u de camera en de computer eerst
via de USB-kabel met elkaar hebt verbonden, en
pas daarna de "USB Driver" hebt geïnstalleerd
vanaf de meegeleverde CD-ROM.
p Maak de USB-kabel los en sluit deze opnieuw goed aan.
Controleer of "USB Mode" op het LCD-scherm wordt
weergegeven (pagina 81).
p Zet de camera op [Normal] (pagina 110).
p Ontkoppel de USB-kabels, behalve de kabels die verbinding
maken met het toetsenbord en de muis (pagina 79).
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer zonder een
USB-hub (pagina 79).
p Installeer het USB-stuurprogramma (pagina 80).
p Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer, en
installeer vervolgens het USB-stuurprogramma (pagina 80, 83).
Probleem
Kan geen beelden
kopiëren.
Oplossing
p Sluit de camera en de computer op de juiste wijze aan
(pagina 81).
p Volg de kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina’s
82, 83, 90).
p Gebruik een "Memory Stick" die is geformatteerd met de
camera.
p Start "Picture Package Menu" en activeer [Settings].
p Breng een USB-verbinding tot stand wanneer de computer is
ingeschakeld.
p Raadpleeg de Help rechtsboven in elk scherm als u de "Picture
Package"-software gebruikt.
p Raadpleeg de producent van de computer of de software.
p Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en speel het
filmbestand vervolgens af vanaf de vaste schijf (pagina 82, 88 en
90).
p Controleer de printerinstellingen.
p Kopieer ze naar een beschikbare map, bijvoorbeeld
"101MSDCF" (pagina 84).
Verhelpen van storingen
Oorzaak
• De camera is niet goed op de computer
aangesloten.
• De te volgen kopieerprocedure verschilt per
besturingssysteem.
• U hebt opnamen gemaakt met een "Memory
Stick" die is geformatteerd met een computer.
Nadat een USB-verbinding —
tot stand is gebracht,
—
wordt "Picture Package"
niet automatisch gestart.
Het beeld kan niet op een —
computer worden
afgespeeld.
—
• U speelt de film rechtstreeks af vanaf de
Het beeld en geluid
"Memory Stick".
vertonen storingen als een
film op een computer
wordt afgespeeld.
Kan een beeld niet
—
afdrukken.
• De beelden zijn niet naar de juiste map
Beelden die eerder naar
gekopieerd.
een computer zijn
gekopieerd kunnen niet
weergegeven worden op
de camera.
"Memory Stick"
Probleem
Kan geen "Memory Stick"
plaatsen.
Kan niet opnemen op een
"Memory Stick".
Kan geen "Memory Stick"
formatteren.
Oorzaak
• U plaatst de "Memory Stick" achterstevoren.
Oplossing
p Plaats de "Memory Stick" vanaf de rechterkant (pagina 20).
• De wispreventieschakelaar van de "Memory
Stick" staat op de LOCK-stand.
• De "Memory Stick" is vol.
• Bij het opnemen van films wordt het
beeldformaat ingesteld op [640 (Fine)].
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 113).
• De wispreventieschakelaar van de "Memory
Stick" staat op de LOCK-stand.
p Wis overbodige bestanden (pagina's 41, 76).
p Gebruik een "Memory Stick PRO" (pagina 74 en 113).
p Stel het beeldformaat in op een andere waarde, behalve [640
(Fine)].
p Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 113).
NL
99
Probleem
U hebt per ongeluk een
"Memory Stick"
geformatteerd.
Oorzaak
Oplossing
• Als u een "Memory Stick" formatteert, gaan alle p We raden u aan om de wispreventieschakelaar van de "Memory
gegevens verloren. U kunt deze niet terughalen.
Stick" in de LOCK-stand te zetten om te voorkomen dat u de
inhoud per ongeluk wist (pagina 113).
PictBridge-compatibele printer
Probleem
Oorzaak
Er kan geen verbinding tot • De printer is niet compatibel met PictBridge.
stand worden gebracht.
• De printer is niet ingesteld om te verbinden met
de camera.
• [USB Connect] is niet ingesteld op [PictBridge]
in het scherm Setup.
• De verbinding kan mogelijk niet tot stand worden
gebracht, afhankelijk van de omstandigheden.
U kunt geen beelden
afdrukken.
•
•
•
•
•
NL
100
Het afdrukken is
geannuleerd.
•
U kunt de datum niet
toevoegen of u kunt geen
beelden afdrukken in de
Index-modus.
"---- -- --" wordt afgedrukt
op de plek waar normaal
de datumgegevens
worden vermeld.
•
•
•
Oplossing
p Raadpleeg de printerfabrikant.
p Controleer of de printer is ingeschakeld en verbinding kan
maken met de camera.
p Zet de camera op [PictBridge] (pagina 110).
p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als een
foutmelding op de printer verschijnt, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing die bij de printer is geleverd.
De camera is niet op de printer aangesloten.
p Controleer of de camera en de printer correct met elkaar zijn
verbonden via de USB-kabel.
De printer is niet ingeschakeld.
p Zet de printer aan. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruiksaanwijzing bij de printer.
Als u tijdens het afdrukken [Exit] selecteert, is p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog
het afhankelijk van uw printer mogelijk dat u niet steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de USB-kabel los, zet u de
weer kunt afdrukken.
printer uit en weer aan en sluit u de USB-kabel weer aan.
Films kunnen niet worden afgedrukt.
—
Beelden die zijn gewijzigd op een computer of
—
beelden die zijn opgenomen met een andere
camera dan deze, kunnen mogelijk niet worden
afgedrukt.
U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de
—
-markering (USB-kabel niet loskoppelen)
is verdwenen.
De printer beschikt niet over deze functies.
p Vraag de fabrikant van uw printer of uw printer over deze
functies beschikt.
Sommige printers voegen de datum niet in als zij p Raadpleeg de printerfabrikant.
in de indexmodus staan.
De datumgegevens worden niet opgenomen op p De beelden die geen datumgegevens bevatten, kunnen niet met
het beeld.
datum worden afgedrukt. Stel [Date] in op [Off] en druk af.
Overige problemen
Probleem
De camera reageert op
geen enkele
bedieningshandeling.
De camera is
ingeschakeld, maar werkt
niet.
Oorzaak
• De batterijen zijn bijna of geheel leeg (de
indicator verschijnt.).
• De netspanningsadapter (niet meegeleverd) is
niet goed aangesloten.
• Het interne systeem werkt niet goed.
U weet niet welke indicator —
op het LCD-scherm
verschijnt.
De lens beslaat.
• Er treedt condensvorming op.
Als de camera gedurende
lange tijd wordt gebruikt,
wordt deze warm.
—
Oplossing
p Laad de batterijen op of plaats nieuwe batterijen (pagina 11, 12).
p Sluit de adapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de
camera en op een stopcontact (pagina 15).
p Verwijder de batterijen en plaats deze na één minuut terug. Zet
de camera daarna weer aan. Als dit niet het gewenste resultaat
geeft, drukt u met een puntig voorwerp op de RESET-knop aan
de binnenzijde van het afdekkapje van de aansluiting. Zet daarna
de camera weer aan. (Hierdoor worden de instellingen voor
datum en tijd en dergelijk gewist.)
p Controleer de betekenis op pagina 117 t/m 120.
p Zet de camera uit en gebruik deze ongeveer een uur niet. Probeer
het daarna opnieuw (pagina 111).
p Dit is geen storing.
Verhelpen van storingen
NL
101
Waarschuwingen en
meldingen
De volgende meldingen kunnen op het LCD-scherm verschijnen.
Melding
Betekenis/oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (pagina 20).
System error
• Schakel de camera uit en weer in (pagina 16).
Memory Stick error
• De geplaatste "Memory Stick" is niet geschikt voor uw camera (pagina 113).
• De "Memory Stick" is beschadigd of het aansluitgedeelte van de "Memory Stick" is vuil.
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (pagina 20).
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick" is niet geschikt voor uw camera (pagina 113).
Read only memory
• Het is niet mogelijk om beelden op de "Memory Stick" op te nemen of te wissen met deze camera.
Memory Stick locked
• De wispreventieschakelaar van de "Memory Stick" staat op de LOCK-stand. Zet de schakelaar in de stand voor
opnemen (pagina 113).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick" is niet toereikend. U kunt geen beelden meer opnemen. Wis overbodige beelden of
gegevens (pagina 41 en 76).
Format error
• Het formatteren van de "Memory Stick" is mislukt. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (pagina 43).
• De batterijen zijn bijna of geheel leeg. Laad de batterijen op of plaats nieuwe batterijen (pagina 11, 12). Afhankelijk
van de opnameomstandigheden of het batterijtype gaat de indicator al knipperen hoewel er nog 5 tot 10 minuten
batterijtijd beschikbaar is.
Folder error
• Op de "Memory Stick" staat al een map met dezelfde drie begincijfers. (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE)
Selecteer andere mappen of maak een nieuwe map.
Cannot create more folders • De map waarvan "999" de eerste drie cijfers van de naam zijn, bestaat al op de "Memory Stick". U kunt geen nieuwe
mappen meer maken.
Cannot record
• U hebt geprobeerd de map te selecteren die alleen beschikbaar is voor weergave met uw camera. Selecteer een
andere map (pagina 48).
• Bij onvoldoende licht kunt u de camera misschien niet stabiel houden. Gebruik de flitser en bevestig de camera op
een statief of zorg er op een andere manier voor dat de camera goed stil staat.
640 (Fine) is not available
NL
102
• Films van het [640 (Fine)]-formaat zijn alleen compatibel met een "Memory Stick PRO". Plaats een "Memory Stick
PRO" of stel voor het beeldformaat een andere instelling dan [640 (Fine)] in (pagina 74).
Melding
Betekenis/oplossing
File error
• Er is tijdens het weergeven van een beeld een fout opgetreden.
File protect
• Het beeld is beveiligd tegen wissen. Hef de wisbeveiliging op (pagina 64).
Image size over
• U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet op deze camera kan worden weergegeven.
No file in this folder
• Er zijn geen beelden in deze map opgenomen.
Cannot divide
• De film is niet lang genoeg om te worden gesplitst.
• Het bestand is geen film.
Invalid operation
• U speelt een bestand af dat is gemaakt op andere apparatuur dan uw camera.
Turn the power off and on
again
• Er heeft zich een probleem met de lens voorgedaan.
Enable printer to connect
• [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], maar de camera is aangesloten op een apparaat dat niet met PictBridge
compatibel is. Controleer het apparaat.
• De verbinding kan mogelijk niet tot stand worden gebracht, afhankelijk van de omstandigheden. Koppel de USBkabel los en sluit deze weer aan. Als een foutmelding op de printer verschijnt, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing
die bij de printer is geleverd.
Connect to
• U hebt geprobeerd beelden af te drukken voordat de verbinding met de printer tot stand was gekomen. Sluit aan op
een printer die compatibel is met PictBridge.
device
• U hebt geprobeerd [DPOF image] uit te voeren zonder de
-markering te selecteren.
• U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl u een map geselecteerd hebt waarin alleen films
opgeslagen zijn. U kunt geen films afdrukken.
Printer busy
• Aangezien de printer bezig is, kan deze geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error
• Er is een probleem met het papier opgetreden, zoals een papierstoring, papier op, enz. Controleer de printer.
Ink error
• Er is een inktstoring opgetreden. Controleer de printer.
Printer error
• De camera heeft een foutbericht ontvangen van de printer. Controleer de printer of controleer het beeldbestand dat
u wilt afdrukken. Het is wellicht beschadigd.
Verhelpen van storingen
No printable image
• Het verzenden van gegevens naar de printer is mogelijk nog niet voltooid. Koppel de USB-kabel niet los.
NL
103
Zelfdiagnosedisplay
– Als er een code verschijnt die
met een letter begint
De camera is voorzien van een
zelfdiagnosefunctie. Deze functie geeft de
toestand van de camera weer op het LCDscherm door middel van een combinatie van
een letter en vier cijfers. Als dit gebeurt,
raadpleeg dan nevenstaande tabel en tref de
aldaar vermelde maatregelen. De laatste
twee cijfers (aangegeven door ss)
variëren al naar gelang de toestand van de
camera.
Zelfdiagnosedisplay
NL
104
Code
Oorzaak
Maatregel
C:32: ss
Er heeft zich een probleem
voorgedaan met de hardware van
de camera.
Schakel de camera uit en weer in
(pagina 16).
C:13: ss
De camera kan niet opslaan of
lezen met deze "Memory Stick".
Plaats de "Memory Stick" enkele malen
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick" geplaatst.
Formatteer de "Memory Stick" (pagina 43).
De geplaatste "Memory Stick" is Plaats een nieuwe "Memory Stick"
niet geschikt voor deze camera, of (pagina 20).
de gegevens zijn beschadigd.
E:61: ss
E:91: ss
E:92: ss
Er heeft zich een camerastoring
voorgedaan die u niet zelf kunt
verhelpen.
Als de camera nog steeds niet goed werkt
nadat u de maatregelen enige malen hebt
genomen, moet deze mogelijk worden
gerepareerd. Neem contact op met uw
Sony-dealer of met het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
Druk op de RESET-knop (pagina 93) aan
de binnenzijde van het afdekkapje van de
aansluiting en zet de camera weer aan.
Aanvullende informatie
Het aantal beelden
dat kan worden
opgeslagen/
Beschikbare
opnametijd
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de beschikbare opnametijd
hangen af van de capaciteit van de
"Memory Stick", het beeldformaat en de
beeldkwaliteit. Als u een "Memory Stick"
kiest, raadpleeg dan de volgende tabellen.
1M
(Eenheden: aantal beelden)
16MB
24 (46)
32MB
50 (93)
64MB
101(187)
128MB
202 (376)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
1.482
357 (649) 726 (1.320)
(2.694)
16MB
—
32MB
—
64MB
—
128MB
—
0:00:42
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
0:44:27
0:11:12
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
11:44:22
Film
640 (Fine)
640
(Standard)
160
MSX-256 MSX-512
0:02:57
0:06:02
MSX-1G
0:12:20
Deze waarden geven de opnametijd aan. Bijvoorbeeld: "1:31:33" betekent "1 uur, 31 minuten en 33
seconden".
• Het beeldformaat is als volgt:
640 (Fine): 640×480
640 (Standard): 640×480
160: 160×112
Aanvullende informatie
• Het aantal beelden wordt weergegeven in
volgorde van afnemende beeldkwaliteit
Fine (Standard).
• Afhankelijk van de
opnameomstandigheden kan het aantal
beelden of de opnametijd variëren.
• Zie pagina 23 voor het aantal beelden dat
kan worden opgeslagen onder normale
opnameomstandigheden.
• Als het resterende aantal beelden voor
opname meer dan 9.999 bedraagt, wordt
">9999" aangegeven.
Multi Burst
NL
105
Menu-opdrachten
Menu-opdrachten die kunnen worden
gewijzigd, variëren op basis van de positie
van de modusschakelaar of de camerainstellingen.
De standaardinstellingen worden
gemarkeerd met een x.
Als de modusschakelaar is ingesteld op
Opdracht
(EV)1)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV Hiermee past u de belichting aan (pagina 52).
/ +0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV
/ –0.7EV / –1.0EV / –1.3EV /
–1.7EV / –2.0EV
WB (White Bal)1)2)
(ISO)1)
(P.Quality)1)
Mode (REC Mode)
106
1) Wanneer
2) Er
/
/
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
Center AF / xMulti AF
/
/
/
/ xAuto
Hiermee selecteert u de modus op de camera (pagina 25).
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen (pagina 49) of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 51).
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 55).
400 / 200 / 100 / xAuto
Hiermee kiest u de ISO-gevoeligheid. Als u opneemt onder donkere omstandigheden
of als u een snel bewegend onderwerp opneemt, kies dan een hoge waarde. Als u
beelden van hoge kwaliteit wilt opnemen, kiest u een lage waarde.
• Hoe hoger de waarde die u selecteert, hoe meer ruis er ontstaat.
xFine / Standard
Hiermee neemt u beelden op met een hoge beeldkwaliteit. / Hiermee neemt u beelden
op in de standaardbeeldkwaliteit (pagina 46).
Multi Burst
– Hiermee neemt u 16 beelden achter elkaar op binnen één enkel stilstaand beeld
(pagina 57).
– Hiermee neemt u meerdere beelden achter elkaar op (pagina 56).
– Hiermee neemt u een beeld op in de normale opnamestand.
Burst
xNormal
NL
Functie
/
/
/
/
Program / xAuto
9 (Focus)1)2)
ISO
Instellingen
(Camera)
(Camera) is ingesteld op [Auto], wordt deze opdracht niet weergegeven.
gelden beperkingen voor bepaalde instellingen op basis van de instelling van
(Camera) (pagina 36).
Opdracht
Instellingen
Functie
(Interval)1)3)
1/7.5 / 1/15 / x1/30
Hiermee selecteert u het sluiterinterval tussen de Multi Burst-beeldjes (Alleen als
[Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Multi Burst]) (pagina 57).
(Flash Level)1)4)
+ / xNormal / –
Hiermee kiest u de hoeveelheid flitslicht (pagina 56).
B&W / Sepia / xOff
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 58).
PFX
(P.Effect)1)
1) Wanneer
3) Wanneer
4) Wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto], wordt deze opdracht niet weergegeven.
(Camera) is ingesteld op
,
of , wordt deze opdracht niet weergegeven.
(Camera) is ingesteld op
of , wordt deze opdracht niet weergegeven.
Als de modusschakelaar is ingesteld op
Opdracht
(EV)
9 (Focus)
Instellingen
Functie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /
+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV
/ –0.3EV / –0.7EV / –1.0EV /
–1.3EV / –1.7EV / –2.0EV
Hiermee past u de belichting aan (pagina 52).
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
Center AF / xMulti AF
Hiermee kiest u de methode voor automatisch scherpstellen (pagina 49) of stelt u de
brandpuntsafstand in (pagina 51).
WB (White Bal)
/
/
/
/ xAuto
B&W / Sepia / xOff
Hiermee stelt u de witbalans in (pagina 55).
Hiermee stelt u speciale beeldeffecten in (pagina 58).
Aanvullende informatie
PFX (P.Effect)
Als de modusschakelaar is ingesteld op
Opdracht
Instellingen
Functie
OK/Cancel
Hiermee selecteert u de map waarin de beelden zijn opgeslagen die u wilt afspelen
(pagina 59).
- (Protect)
—
Hiermee beveiligt u de beelden tegen per ongeluk wissen of verwijdert u de
beveiliging (pagina 64).
(DPOF)
—
Hiermee kiest u stilstaande beelden waaraan u een afdrukmarkering (DPOF) wilt
toevoegen of waarvoor u deze markering wilt verwijderen (pagina 66).
—
Hiermee drukt u beelden af op een PictBridge-compatibele printer (pagina 68).
(Folder)
(Print)
NL
107
Opdracht
(Slide)
Instellingen
Functie
Interval
– Hiermee stelt u het interval in voor de presentatie van een beeldenreeks
(pagina 61). (Alleen voor het enkelvoudige scherm.)
x3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Hiermee selecteert u beelden in een map of op een opslagmedium.
xFolder/All
– Hiermee herhaalt u de beeldenreeks.
xOn/Off
– Hiermee start u de beeldenreeks.
– Hiermee annuleert u de instellingen en de uitvoering van de beeldenreeks.
Image
Repeat
Start
Cancel
(Resize)
(Rotate)
(Divide)
NL
108
4M / 3M / 1M / VGA / Cancel
(linksom) /
(rechtsom) / OK / Cancel
OK / Cancel
Hiermee wijzigt u het formaat van het opgenomen beeld (pagina 65). (Alleen voor
het enkelvoudige scherm.)
Hiermee roteert u de stilstaande afbeelding (pagina 62). (Alleen voor het
enkelvoudige scherm.)
Hiermee splitst u een film (pagina 77). (Alleen voor het enkelvoudige scherm.)
Setup-opdrachten
Het scherm Setup wordt weergegeven,
wanneer u verdergaat naar
in het menu
en nogmaals op B drukt.
De standaardinstellingen worden
gemarkeerd met een x.
(Camera)
Opdracht
Instellingen
Functie
AF Mode
xSingle / Monitor
Hiermee kiest u de modus voor scherpstellen (pagina 50).
Digital Zoom
Smart / xPrecision
Hiermee kiest u de digitale zoommodus (pagina 27).
Date/Time
Day&Time / Date / xOff
Hiermee kiest u of de datum en tijd aan het beeld moeten worden toegevoegd
(pagina 32). Bij films of bij beelden die zijn opgenomen in de Multi Burst-modus,
kunt u de datum en tijd niet aan het beeld toevoegen. Ook tijdens het opnemen
worden de datum en tijd niet weergegeven. Als de beelden worden afgespeeld,
worden de datum en tijd van het moment van afspelen op het beeld weergegeven.
On / xOff
Hiermee reduceert u door middel van de flitser het rode-ogeneffect (pagina 30).
AF Illuminator
xAuto / Off
Hiermee kiest u of in het donker gebruik moet worden gemaakt van een AFopvullicht. Deze functie gebruikt u als het moeilijk is om onder donkere
omstandigheden scherp te stellen op het onderwerp (pagina 31).
Auto Review
On / xOff
Hiermee geeft u tijdens het opnemen van stilstaande beelden aan of u het beeld wilt
weergeven nadat u een opname hebt gemaakt. Als u deze optie instelt op [On],
worden de opgenomen beelden ongeveer twee seconden lang weergegeven.
Gedurende deze tijd is het niet mogelijk een volgende opname te maken.
Aanvullende informatie
Red Eye Reduction
(Memory Stick Tool)
Opdracht
Instellingen
Functie
Format
OK / Cancel
Hiermee formatteert u de "Memory Stick". Houd er rekening mee dat alle gegevens op een "Memory
Stick" tijdens het formatteren worden gewist. Dat geldt ook voor beveiligde opnamen (pagina 43).
NL
109
Opdracht
Instellingen
Functie
Create REC.
Folder
OK / Cancel
Hiermee maakt u een map voor het opnemen van beelden (pagina 47).
Change REC.
Folder
OK / Cancel
Hiermee wijzigt u de map voor het opnemen van beelden (pagina 48).
(Setup 1)
Opdracht
Instellingen
Functie
LCD Backlight
Bright/ xNormal/
Dark
Hiermee kiest u de helderheid van de LCD-verlichting. Als u [Bright] kiest, wordt het LCD-scherm
helder en makkelijk zichtbaar wanneer u de camera buitenshuis of bij andere heldere omstandigheden
gebruikt. De batterijen raken dan echter wel sneller leeg. Wordt alleen weergegeven als u de camera met
de batterijen gebruikt.
Beep
Shutter
xOn
Off
– Hiermee schakelt u het sluitergeluid in dat u hoort als u de sluiterknop indrukt.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid in dat u hoort als u op de regeltoets of de
sluiterknop drukt.
– Hiermee schakelt u de pieptoon en het sluitergeluid uit.
—
Hiermee geeft u de menu-items, waarschuwingen en meldingen in de geselecteerde taal weer.
Opdracht
Instellingen
Functie
File Number
xSeries
Reset
– Hiermee wijst u de nummers opeenvolgend toe aan bestanden, zelfs als de "Memory Stick" wordt
verwisseld of de opnamemap wordt gewijzigd.
– Hiermee stelt u de bestandsnummering opnieuw in vanaf nummer 0001 wanneer de map wordt
gewijzigd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer toegewezen dat één hoger is
dan het hoogste nummer dat is toegewezen.)
USB Connect
PictBridge/PTP/
xNormal
Hiermee wordt de USB-modus aangepast als u verbinding maakt met een computer of een met
PictBridge compatibele printer via de USB-kabel.
Video Out (alleen
voor DSC-P43)
NTSC
PAL
– Het video-uitgangssignaal instellen op de stand NTSC (bijv. V.S., Japan).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de stand PAL (bijv. Europa).
Clock Set
OK / Cancel
Hiermee stelt u de datum en tijd in (pagina 17, 46).
Language
(Setup 2)
NL
110
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet achter op
een van de volgende plaatsen
Reinigen
Het LCD-scherm reinigen
Reinig het schermoppervlak met een LCDreinigingsset (niet meegeleverd) om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
De lens reinigen
Reinig de lens met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.
Opmerking over de
bedrijfstemperatuur
De camera is ontworpen om te gebruiken
binnen het temperatuurbereik van 0°C tot
40°C. (Bij het gebruik van
alkalinebatterijen: 5°C tot 40°C). Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme locaties wordt afgeraden.
Condensvorming
Als de camera direct van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of in een
zeer vochtige ruimte, kan er zowel in als op
de camera condensvorming optreden. Deze
condens kan de werking van de camera
verstoren.
In de volgende omstandigheden
treedt er vaak condensvorming op:
• Als de camera van een koude omgeving bijvoorbeeld een skipiste - naar een goed
verwarmde ruimte wordt gebracht.
• Als de camera bijvoorbeeld vanuit een
ruimte of een auto met airconditioning in
de warme buitenlucht wordt gebracht.
Condensvorming voorkomen
Als u van een koude naar een warme
omgeving gaat, berg de camera dan op in
een afgesloten plastic tas en laat het toestel
vervolgens ongeveer een uur lang
acclimatiseren in de nieuwe omgeving. Als
de temperatuur van de camera gelijk is aan
de nieuwe omgevingstemperatuur, kunt de
camera uit de plastic tas halen.
Wanneer condensvorming is
opgetreden
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur totdat de condens is verdampt.
Wanneer u een opname gaat maken terwijl
zich condens aan de binnenkant van de lens
bevindt, is het onmogelijk heldere beelden
op te nemen.
Aanvullende informatie
• Extreem hete plaatsen zoals in een auto
die in de zon staat geparkeerd. De
camerabehuizing kan vervormd raken
wat storingen tot gevolg kan hebben
• In rechtstreeks zonlicht of bij een
verwarmingsbron. De camerabehuizing
kan vervormd raken wat storingen tot
gevolg kan hebben
• Op plaatsen waar de camera aan trillingen
of schokken wordt blootgesteld
• In de buurt van een sterke magnetische
bron
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Zorg dat er geen zand in de camera komt.
Door zand en stof kan de camera zo erg
beschadigd raken dat deze niet meer kan
worden gerepareerd.
De buitenkant van de camera
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte doek die licht met water is
bevochtigd. Veeg vervolgens het oppervlak
met een droge doek droog. Vermijd de
volgende stoffen omdat de afwerkingslaag
of de behuizing van de camera daardoor
kunnen worden aangetast:
– Thinner, benzine, alcohol,
wegwerpdoekjes of chemicaliën, zoals
insecticide
– Raak de camera niet aan als u een van
bovenstaande zaken op uw hand hebt
– Langdurig contact met rubber of vinyl
NL
111
De interne oplaadbare
knoopcelbatterij
De interne oplaadbare
knoopcelbatterij verwijderen
Deze camera beschikt over een interne
oplaadbare knoopcelbatterij. Hierdoor
blijven de datum- en tijdgegevens en andere
instellingen bewaard, ook al is de stroom
uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopcelbatterij wordt
altijd opgeladen zolang u de camera
gebruikt. Als u de camera echter alleen
gedurende korte perioden gebruikt, raakt de
knoopcelbatterij op den duur leeg. Als u de
camera ongeveer een maand lang niet
gebruikt, is de knoopcelbatterij volledig
ontladen. Zorg er in dat geval voor dat de
oplaadbare knoopcelbatterij wordt
opgeladen voordat u de camera in gebruik
neemt.
Als de oplaadbare knoopcelbatterij niet is
geladen, kunt u de camera toch gewoon
gebruiken, maar u kunt dan niet de datum en
de tijd opnemen.
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopcelbatterij uit de
camera verwijderen.
De camera opladen
Sluit de camera aan op een stopcontact met
behulp van de netspanningsadapter (niet
meegeleverd) of plaats opgeladen nikkelmetallisch-hydridebatterijen of nieuwe
alkalinebatterijen en laat de camera ten
minste 24 uur staan met de stroom
uitgeschakeld.
NL
112
a Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel en steek de
uiteinden van het pincet in de
inkeping zoals hieronder
aangegeven.
Raak de interne oplaadbare
knoopcelbatterij nooit aan,
tenzij u de camera weggooit.
Wanneer de knoopcelbatterij
is verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch afval
wanneer u de oplaadbare knoopcelbatterij
weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopcelbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: Een pincet of iets dergelijks
Verwijder eerst de batterijen voordat u de
volgende handelingen uitvoert. Schakel de
camera uit of ontkoppel de
netspanningsadapter (niet meegeleverd), als
u deze gebruikt.
De verzegeling van de knoopcelbatterij
b Verwijder de verzegeling van
het batterijdeksel.
c Steek het uiteinde van het
pincet naar binnen en
verwijder het plastic deksel.
3) Ondersteunt
De "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een nieuwe,
compacte, draagbare en veelzijdige IC
''Memory Stick'' met een grotere
opslagcapaciteit dan een diskette.
De volgende versies van de "Memory
Stick" kunnen worden gebruikt met deze
camera. Wij kunnen echter niet garanderen
dat deze goed werken.
"Memory Stick"
d Steek het uiteinde van het
pincet in het batterijvak, en
verwijder de batterijgedeelten.
Ja2)3)
Opmerkingen over het gebruik van
de "Memory Stick" (meegeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
verwijderen wanneer de wispreventieschakelaar
is ingesteld op LOCK.
Aansluitpunt
Ja2)
Ja2)
Ja2)3)
Ja2)3)
Aanvullende informatie
Memory Stick
Memory Stick Duo1)
Memory Stick Duo(MagicGate/
compatibel met hoge
gegevensoverdrachtsnelheid)1)
MagicGate Memory Stick
MagicGate Memory Stick Duo1)
Memory Stick PRO
Memory Stick PRO Duo1)
Opnemen/
afspelen4)
Ja
Ja
gegevensoverdracht met hoge
snelheid met behulp van de parallelle interface.
4) Films van [640 (Fine)]-formaat kunnen alleen
met een "Memory Stick PRO" of ''Memory
Stick PRO Duo'' worden opgeslagen of
afgespeeld.
• Als de "Memory Stick" met een computer is
geformatteerd, is het niet zeker dat deze werkt
met deze camera.
• De lees-/schrijftijd van de gegevens verschilt
afhankelijk van de combinatie van de "Memory
Stick" en het gebruikte apparaat.
Wispreventieschakelaar
1) Bij
gebruik van de Memory Stick met deze
camera moet u erop letten dat u de Memory
Stick in de Memory Stick Duo-adapter plaatst.
2) "MagicGate Memory Stick" is uitgerust met de
MagicGate-technologie voor
auteursrechtbescherming. MagicGate is een
technologie voor auteursrechtbescherming die
gebruikmaakt van encryptietechnologie. Maar
aangezien uw camera de MagicGate-standaards
niet ondersteunt, worden de gegevens die u met
uw camera opslaat, niet beschermd door de
auteursrechtbeveiliging van MagicGate.
Plaats voor het etiket
De positie of de vorm van de
wispreventieschakelaar verschilt per "Memory
Stick".
• Verwijder de "Memory Stick" niet tijdens het
lezen of schrijven van gegevens.
NL
113
• Gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd raken:
– Als u de "Memory Stick" verwijdert en de
camera uitschakelt tijdens het lezen of
schrijven van gegevens.
– Als u de camera gebruikt op een locatie met
veel statische elektriciteit of storingen.
• Het is raadzaam om reservekopieën van alle
belangrijke gegevens te maken.
• Plak geen dingen op het oppervlak, behalve het
meegeleverde etiket op de daarvoor bestemde
plaats.
• Als u het meegeleverde etiket opplakt, zorg dan
dat u de daarvoor bestemde positie gebruikt.
Zorg dat het etiket niet uitsteekt.
• Bewaar de "Memory Stick" in het
meegeleverde draagetui als u deze wilt
opbergen of vervoeren.
• Raak de aansluitpunten van een "Memory
Stick" niet aan met uw hand of met een metalen
voorwerp.
• Sla niet met een "Memory Stick", buig deze
niet en laat deze ook niet vallen.
• Haal een "Memory Stick" niet uit elkaar en
breng geen wijzigen aan.
• Stel een "Memory Stick" niet bloot aan water.
• Het is raadzaam om de "Memory Stick" niet te
gebruiken of op te slaan op de volgende
plaatsen:
– In een auto die in de zon of op een warme
plaats is geparkeerd.
– Bij direct zonlicht.
– Op een vochtige plaats of bij roestend
materiaal.
NL
114
Opmerkingen over het gebruik van
de "Memory Stick Duo" (niet
meegeleverd)
De batterijen
• Zorg dat u de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick Duo-adapter plaatst wanneer u
de "Memory Stick Duo" met de camera
gebruikt. Als u de "Memory Stick Duo" in de
camera plaatst zonder de Memory Stick Duoadapter aan te sluiten, kunt u de "Memory Stick
Duo" mogelijk niet meer verwijderen.
• Controleer of u de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting invoert als u deze in de Memory
Stick Duo-adapter plaatst.
• Controleer of u de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting invoert als u deze in de
camera plaatst. Wanneer deze in de verkeerde
richting is geplaatst, kunnen storingen
optreden.
• Plaats de "Memory Stick Duo" niet in een
compatibel "Memory Stick"-apparaat wanneer
deze niet in een Memory Stick Duo-adapter is
geplaatst. Hierdoor kunnen storingen optreden.
• Plaats de "Memory Stick Duo" tijdens het
formatteren van de ''Memory Stick Duo'' in de
Memory Stick Duo-adapter.
• Als de "Memory Stick Duo" is uitgerust met
een schrijfbeveiliging, schakelt u deze uit.
De batterijen optimaal gebruiken
• De prestaties van de batterijen gaan
achteruit in een omgeving met lage
temperaturen. Bovendien gaan de
batterijen dan minder lang mee. De
batterijen gaan langer mee als u deze
bewaart in de meegeleverde batterijhouder
(alleen DSC-P43) of iets dergelijks, of op
een warme plaats zoals in uw broekzak.
Plaats vervolgens de batterijen pas vlak
voor de opname in het toestel.
• Als u de flitser vaak gebruikt, raken de
batterijen sneller leeg.
• We raden u aan om een aantal
reservebatterijen achter de hand te
houden, zodat u twee tot drie keer langer
dan normaal kunt opnemen. Verder is het
belangrijk om testopnamen te maken,
voordat u daadwerkelijk gaat opnemen.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De
batterijen zijn niet waterbestendig.
Opmerking over het gebruik van de
"Memory Stick PRO" (niet
meegeleverd)
• De levensduur van nikkel-metallischhydridebatterijen (meegeleverd met de
DSC-P43) is beperkt. De opslagcapaciteit
van batterijen gaat in de loop der tijd
beetje bij beetje achteruit naarmate u de
batterij langer gebruikt. Als de batterijtijd
aanzienlijk is bekort, wordt dat
waarschijnlijk veroorzaakt doordat de
batterijen aan het einde van de levensduur
zijn gekomen.
"Memory Stick PRO" met een capaciteit van
maximaal
1 GB is gegarandeerd voor deze camera.
De levensduur van batterijen
• De levensduur van de batterijen varieert
afhankelijk van de omstandigheden
waarin deze is bewaard en gebruikt.
Verder verschilt de levensduur per
batterij.
De batterijoplader
(alleen voor DSC-P43)
x Camera
[Systeem]
Beeldchip
6,85 mm (1/2,7 type) kleur
CCD
Primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ongeveer 4 231 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ongeveer 4 065 000 pixels
Lens
Vaste brandpuntsafstand
f=5,0 mm
(35 mm cameraconversie: 33 mm)
F2.8
Belichtingssysteem
Automatisch, schemer,
schemerportret, kaars, landschap,
strand, soft snap
Witbalans
Automatisch, daglicht, bewolkt,
natriumlampen, kwiklampen
Bestandsformaat (conform DCF)
Stilstaande beelden: Exif versie 2.2,
JPEG-compatibel, DPOFcompatibel
Films:compatibel met MPEG1
(mono)
Opslagmedium
"Memory Stick"
Flitser
Aanbevolen afstand (als ISOgevoeligheid is ingesteld op Auto)
0,2 tot 3,5 m
Aanvullende informatie
• Laad met de meegeleverde
batterijoplader alleen Sony-nikkelmetallisch-hydridebatterijen op. Als u
andere typen batterijen (mangaan,
alkaline, lithium, NiCad) oplaadt, kan dat
lekkages of explosiegevaar veroorzaken.
Ook kan de batterij oververhit raken wat
kan leiden tot brandwonden of andere
verwondingen.
• Laad een volledig opgeladen nikkelmetallisch-hydridebatterij niet nog verder
op. Dat kan leiden tot lekkages, explosies
of oververhitting van de batterij.
• Als u met de meegeleverde
batterijoplader een batterij met een hoge
capaciteit oplaadt van een ander type dan
de meegeleverde batterij, wordt mogelijk
niet de volledige capaciteit van de batterij
benut.
• Als het CHARGE-lampje knippert, treedt
mogelijk een storing op als u een
onbekend type batterij gebruikt.
Controleer eerst of het type batterij met
de oplader kan worden gebruikt. Als het
type batterij wel in de oplader kan worden
gebruikt, verwijdert u alle batterijen uit
de oplader, plaatst u andere, eventueel
nieuwe, batterijen en controleert u of de
oplader goed werkt. Als de
batterijoplader goed werkt, zijn de
batterijen mogelijk de oorzaak van de
storing.
Technische gegevens
NL
115
[Ingangen en uitgangen]
Gewicht
A/V OUT (MONO)-aansluiting (mono) (alleen
voor DSC-P43)
Ministekker
Video: 1 Vp-p, 75 Ω,
ongebalanceerd, synchr. negatief
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
USB-aansluiting
Mini-B
USB-communicatie
Snelle USB (USB 2.0-compatibel)
Exif afdrukken
[LCD-scherm]
Gebruikt LCD-paneel
3,8 cm TFT-besturing
Totaal aantal beeldpunten
67 200 (280×240) dots
[Stroomvoorziening, algemeen]
Voeding
NL
116
AA nikkel-hydridebatterijen (2)
2,4 V
AA-alkalinebatterijen (2)
3,0 V
AC-LS5Netspanningsadapter
(niet meegeleverd), 4.2 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen met
ingeschakeld LCD-scherm)
1,3 W
Bereik bedrijfstemperatuur
0° tot 40°C
(Bij gebruik van alkalinebatterijen:
5° tot 40°C)
Bereik opslagtemperatuur
− 20° tot + 60°C
Afmetingen 101,2 × 53,7 × 35,6 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende delen)
(bij benadering) 195 g (twee
batterijen, "Memory Stick",
polsbandje en dergelijke
meegeleverd)
Microfoon
Electret-condensormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
x BC-CS2A/CS2B Ni-MH
batterijoplader (meegeleverd met
de DSC-P43)
Voeding
100 tot 240V wisselstroom 50/60Hz
3W
Uitgangsspanning
AA: gelijkstroom 1,4 V 400 mA × 2
AAA: gelijkstroom 1,4 V 160 mA × 2
Bereik bedrijfstemperatuur
0° tot 40°C
Bereik opslagtemperatuur
− 20° tot + 60°C
Afmetingen 71 × 30 × 91 mm
(BxHxD)
Gewicht
(bij benadering) 90 g
x AC-LS5 Netspanningsadapter
(niet meegeleverd)
Ingang
AC 100 tot 240 V, 50/60 Hz
11 W, 0,16 tot 0,09 A
Uitgang
DC 4,2 V, 1,5 A
Bereik bedrijfstemperatuur
0° tot 40°C
Bereik opslagtemperatuur
− 20° tot + 60°C
Afmetingen Ongeveer 48 × 29 × 81 mm (B/H/D,
exclusief uitstekende delen)
Gewicht
(bij benadering) 130 g
Accessoires
• HR6-Ni-MHbatterijen (AA-formaat) (2) (alleen
voor DSC-P43)
• R6-alkalinebatterijen (2) (alleen voor DSC-P41)
• Batterijhouder (1) (alleen voor DSC-P43)
• BC-CS2A/CS2B Ni-MH Batterijoplader (1)
(alleen voor DSC-P43)
• Netsnoer (1) (alleen voor DSC-P43)
• USB-kabel (1)
• A/V-kabel (1) (alleen voor DSC-P43)
• Polsbandje (1)
• "Memory Stick" (16MB) (1)
• CD-ROM (USB-stuurprogramma: SPVD-012)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Het ontwerp en de technische gegevens kunnen
worden gewijzigd zonder voorafgaande
kennisgeving.
Het LCD-scherm
Voor het opnemen van
stilstaande beelden
1
2
3
4
5
6
7
8
VGA FINE 101
1/30"
400
C:32:00 DATE
ISO400
SAF
9
qg
qh
qj
qk
ql
w;
wa
ws
Aanvullende informatie
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
250 F2.0 +2.0EV
q;
qa
qs
qd
qf
A Beeldformaatindicator (21)/
Indicator interval tussen Multi
Burst- beeldjes (57)
B Indicator opnamestand (56, 57)
C Indicator AE/AF-vergrendeling (25)
D Indicator resterende batterijtijd (13)
E Indicator witbalans (55)/Indicator
cameramodus/Flitserstand (29)/
Rode-ogenreductie (30)
F Indicator AF-belichter (31)
G Indicator meetmodus (54)/
Indicator beeldeffect (58)
H Waarschuwing geringe
batterijlading (102)
I AF-modus (50)/
Indicator kader AF-bereikzoeker
(49)/Brandpuntsafstand (51)
J Indicator beeldkwaliteit (46)
K Indicator opnamemap (47)
L Indicator resterend aantal
beeldopnamen (23)
M Indicator resterende "Memory
Stick"-capaciteit
N Zelfdiagnosedisplay (104)/
Indicator datum en tijd (32)/
ISO -gevoeligheid (106)
O Zelfontspannerindicator (28)
P Waarschuwingsindicator voor
trillingen (102)
NL
117
Q Dradenkruis
puntbelichtingsmeter (54)
R Kader van AF-bereikzoeker (49)
S Menuscherm (45)
T Indicator EV-regeling (52)
U Indicator diafragmawaarde
V Indicator NR-modus voor lange
sluitertijden (36)/Indicator
sluitertijd
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm aan of uit.
Voor films
9
1
q;
2
3
qa
101
STBY
00:00:00 [00:28:25]
C:32:00
qs
4
qd
5
qf
6
7
8
+2.0EV
qg
qh
NL
118
A Indicator opnamestand (74)
B Indicator resterende batterijtijd
(13)
C Witbalansindicator (55)
D Indicator meetmodus (54)/
Indicator beeldeffect (58)
E Waarschuwing geringe
batterijlading (102)
F Kader van AF-bereikzoeker (49)
G Dradenkruis
puntbelichtingsmeter (54)
H Indicator kader AF-bereikzoeker
(49)/Brandpuntsafstand (51)
I Beeldformaatindicator (74)
J Indicator opnametijd [maximale
opnametijd] (74)
K Indicator opnamemap (47)
L Indicator resterende "Memory
Stick"-capaciteit
M Zelfdiagnosedisplay (104)
N Zelfontspannerindicator (28)
O Indicator EV-regeling (52)
P Menuscherm (45)
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm aan of uit.
Voor het afspelen van
stilstaande beelden
1
2
3
VGA
101
4
5
P
x1.3
6
7
1 0 1 –0 0 1 2
BACK/NEXT
101
12 / 12
C:32:00
+2.0EV ISO400
AWB
2000 F5.6
2005 1 1
VOLUME
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
9 : 3 0 AM
N Indicator resterende "Memory
Stick"-capaciteit
O Zelfdiagnosedisplay (104)
P Indicator EV-aanpassing (52)/
ISO-gevoeligheid (106)
Q Indicator meetmodus (54)/
Flitserindicator/
Indicator witbalans (55)
R Indicator sluitertijd/
Indicator diafragmawaarde
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm aan of uit.
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
8
F Indicator USB-kabel niet
loskoppelen (103)
G Nummer map/bestand (84)
H Opnamedatum/-tijd van beeld
(32)/Menuscherm (45)
I PictBridge-verbindingsindicator
(68)
J Indicator afspeelmap (59)
K Beeldnummer
L Aantal opgeslagen beelden in de
opnamemap
M Indicator opnamemap (47)
Aanvullende informatie
A Indicator map wijzigen (59)
B Beeldformaatindicator (21)
C Indicator opnamestand
(56, 57)
D Beveiligingsmarkeringsindicator
(64)/
Afdrukmarkeringsindicator
(DPOF) (66)
E Zoomindicator (27)/
Indicator beeldje voor beeldje
afspelen (63)
NL
119
Voor het afspelen van films
101
101
VOL.
8/8
00:00:12
DPOF
NL
120
A Beeldformaatindicator (75)
B Indicator opnamestand (75)
C Afspeelindicator (75)/
Volume-indicator (75)
D Indicator map wijzigen (59)
E Indicator afspeelmap (59)
F Beeldnummer
G Aantal opgeslagen beelden in de
opnamemap
H Indicator opnamemap (47)
I Indicator resterende "Memory
Stick"-capaciteit
J Teller (75)
K Afspeelscherm (75)
L Afspeelbalk (75)
M Menuscherm (45)
• Als u op de MENU-toets drukt, schakelt u het
menuscherm aan of uit.
Tussen haakjes wordt verwezen naar
pagina’s met belangrijke aanvullende
informatie.
Register
Register
A
A/V-kabel .........................................................39
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen/
beschikbare opnametijd ............14, 23, 105
AE/AF-vergrendeling .................................25, 26
AF .....................................................................25
AF controleren ..................................................50
AF-belichter .....................................................31
AF-bereikzoeker ...............................................49
Afdrukmarkering (DPOF) ................................66
AF-modus .........................................................50
Auto Review ...................................................109
Automatische scherpstelling ................25, 26, 49
Automatische uitschakelfunctie .......................16
C
G
CD-ROM ......................................................... 80
Center AF ........................................................ 49
Condensvorming ............................................ 111
Gloeilampen ..................................................... 55
D
Daglicht ........................................................... 55
Daglichtsynchronisatie .................................... 30
Datum en tijd toevoegen .................................. 32
DC-stekker ....................................................... 15
De batterij opladen .......................................... 10
De camera in het buitenland gebruiken ........... 16
Digitale precisiezoom ...................................... 27
Digitale zoom .................................................. 27
Divide .............................................................. 77
DPOF ............................................................... 66
Draaien ............................................................ 62
I
ImageMixer VCD2 .......................................... 91
Indexscherm ..................................................... 37
Indicator resterende batterijtijd ........................ 13
Installeren .................................................. 80, 86
J
JPG ................................................................... 85
K
Kaars ................................................................ 34
Klok instellen ..................................... 17, 46, 110
L
B
E
B&W ................................................................58
Beeldeffecten ....................................................58
Beelden naar de computer kopiëren .....82, 88, 90
Beelden weergeven op het LCD-scherm ..........37
Beelden weergeven op TV ...............................39
Beeldenreeks ....................................................61
Beeldformaat ..............................................21, 22
Beeldkwaliteit ...................................................46
Bestanden opslaan ............................................84
Bestandsnamen .................................................84
Beveiligen .........................................................64
Bewolkt ............................................................55
Brandpuntsafstanden ........................................51
Burst .................................................................56
Een “Memory Stick” plaatsen ......................... 20
Enkelvoudig scherm ........................................ 37
EV-regeling ...................................................... 52
Landschap ........................................................ 34
LCD-scherm .................................................. 117
LCD-verlichting ............................................. 110
M
F
Map ............................................................ 47, 59
Meerdere patronen meten ................................ 54
Meetmodus ...................................................... 54
Memory Stick ................................................ 113
Menu ........................................................ 45, 106
Modusschakelaar ............................................... 9
MPG ................................................................. 85
Multi Burst ................................................. 57, 62
Multipoint AF .................................................. 49
Register
Films opnemen ................................................ 74
Films splitsen ................................................... 77
Films weergeven op het LCD-scherm ............. 75
Films wissen .................................................... 76
Flitser ............................................................... 29
Flitserniveau .................................................... 56
Formaat wijzigen ............................................. 65
Formatteren ...................................................... 43
NL
121
N
T
Netspanningsadapter ....................................... 15
NR-stand voor lange sluitertijden .................... 36
NTSC ............................................................. 110
TL-verlichting .................................................. 55
Toegangslampje ............................................... 20
U
P
PAL ................................................................ 110
PictBridge ........................................................ 68
Picture Package ............................................... 86
Pieptoon en sluitergeluid ............................... 110
Puntbelichting meten ....................................... 54
Q
USB ........................................................... 81, 90
USB-stuurprogramma ...................................... 80
V
Vergroot weergeven ......................................... 60
VGA ................................................................. 22
Video-CD ......................................................... 92
Voorzorgsmaatregelen ................................... 111
Quick Review .................................................. 26
W
R
Regeltoets ........................................................ 17
Reinigen ......................................................... 111
RESET-knop .................................................... 93
Rode-ogenreductie ........................................... 30
S
NL
122
Schemer ........................................................... 34
Schemerportret ................................................ 34
Sepia ................................................................ 58
Setup ........................................................ 46, 109
Single AF ......................................................... 50
Smart zoom ...................................................... 27
Soft snap .......................................................... 34
Stilstaande beelden opnemen .......................... 24
Stilstaande beelden wissen .............................. 41
Strand ............................................................... 34
Stroomvoorziening aan/uit .............................. 16
Waarschuwingen en meldingen ..................... 102
Witbalans ......................................................... 55
Z
Zelfdiagnosedisplay ....................................... 104
Zelfontspanner ................................................. 28
Zoeker .............................................................. 31
Zoomfunctie ..................................................... 27
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier
mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis
ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen
zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen.
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Nadere .bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.
Sony Corporation Printed in Japan