Maico EVN 22, EVN 22 P, EVN 22 R Mounting & Operating Instructions

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Maico EVN 22 Mounting & Operating Instructions. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Raamventilatoren
EVN 22, EVN 22 P en EVN 22 R
Deze ventilatoren dienen voor de ontluchting van
kantoor- en bedrijfsruimtes, restaurants, artsen-
praktijken etc. Met de uitvoering EVN 22 R kunnen
de ruimtes ook worden belucht.
EVN 22: voor het ontluchten, met automatische
buitenklep
EVN 22 P: voor het ontluchten, met automa-
tische buitenklep, met treksnoerschakelaar voor
handbediening
EVN 22 R: voor het ont- en beluchten, met
omkeermodus, met elektrisch bediende
buitenklep
De ventilatoren zijn voor verticale montage
geschikt. Op plafonds en schuine daken/wan-
den is de montage niet toegestaan.
MAICO stelt zich niet aansprakelijk voor schade
die wordt veroorzaakt door gebruik dat in strijd is
met de voorschriften.
Veiligheidstips
Lees deze voor het in gebruik nemen voor uw
eigen veiligheid aandachtig door. Bewaar de
handleiding zorgvuldig voor een veilig gebruik.
Elektrische aansluiting en reparaties mogen
alleen door erkende elektriciens worden verricht.
Tijdens de elektrische installatie en montage van
het apparaat moeten de desbetreffende voor-
schriften, met name DIN VDE 0100 met de over-
eenkomstige delen in acht worden genomen. In
ruimtes met bad- of douche-inrichting bv. deel 701.
Gevaar door draaiende waaier: tijdens het
gebruik met uw haren of uw kleding niet te
dicht bij het apparaat komen, zodat deze niet
in het apparaat kunnen worden getrokken.
Geen voorwerpen door buitenklep of binnenhuis
steken, aangezien er gevaar voor verwondingen
bestaat door draaiende ventilator.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt:
– correct gemonteerd in ramen met vlak glas,
wandplaten of houten platen, zie hoofdstuk
„Montage“.
– met voldoende ruimte ten opzichte van
raamkozijn, wand of plafond.
met compleet gemonteerde buitenklep en
geplaatst binnenhuis.
buitenklep alleen in combinatie met het
EVN 22-binnendeel gebruiken.
Het apparaat mag niet worden gebruikt:
– in openslaande dubbele ramen.
– in de buurt van brandbare materialen, vloei-
stoffen en gassen.
– in explosieve omgevingen.
Bij gebruik in combinatie met open verbran-
dingstoestellen moet voor voldoende luchttoevoer
worden gezorgd. Het maximaal toegestane
drukverschil bedraagt 4 Pa.
De temperatuur van de getransporteerde lucht
mag max. +40 °C bedragen.
De motor heeft een thermische overbe-
lastingsbeveiliging. Deze schakelt het
apparaat bij oververhitting uit. Na afkoeling
schakelt de ventilator automatisch weer in.
Voor het eraf halen van het deksel van de
aansluitdoos [4] het apparaat met alle polen van
het net scheiden. Daarvoor netzekering in de
zekeringkast uitschakelen!
Bij het lakken van buitenklep erop letten dat er
geen verslechtering van de functie ontstaat.
Als het apparaat beschadigd is, mag het niet in
gebruik worden genomen.
De bouwwijze van de ventilator voldoet aan de
veiligheidstechnische eisen in het kader van de
wet op de veiligheid van apparaten en producten
en de desbetreffende bepalingen van de EU-
richtlijnen.
Wijzigingen en modificaties aan het apparaat zijn
niet toegestaan en ontslaan MAICO van elke vorm
van garantie en aansprakelijkheid.
Elektrische aansluiting:
Schakelschema’s zie laatste pagina.
EVN 22: S1 = Aan/Uit
EVN 22: ST/STU1=Toerentalregelaar, max. 1 A,
FS4 = Stappenschakelaar (2 toerentallen)
EVN 22 P: S1 = Aan/Uit
EVN 22 R:
= Elektr. sluitkap (buiten)
S1 = Aan/Uit
S2 = Omschakeling ont- of beluchting
Klem 4 = beluchting / Klem 5 = ontluchting
EVN 22 R:
= Elektr. sluitkap (buiten)
STW1=Toerentalregelaar met omkeerscha-
kelaar
FS6 = Stappenschakelaar (2 toerentallen, ont-
of beluchting)
FS7 = Omkeerschakelaar (ont- of beluchting)
– Wijzigingen voorbehouden ! –
11
De ventilator mag alleen met een toevoerleiding
met 0,75...1,5 mm² worden aangesloten. Deze
moet met een inrichting voor het scheiden van
het net met min. 3,0 mm contactopening op elke
pool zijn uitgerust.
De beschermingsgraad is alleen gegarandeerd
als de leidingen correct in de daarvoor bestemde
leidingdoorvoer [T1] of [T2] zijn gestoken.
Die aansluitspanning moet met de nominale
spanning op het typeplaatje overeenstemmen.
Functie
De ventilator wordt met een door klant beschikbaar
te stellen schakelaar ingeschakeld, voor EVN 22 R
een omkeerschakelaar gebruiken.
EVN 22 P-ventilatoren met treksnoerschakeling
kunnen met het treksnoer worden in- en uitge-
schakeld.
Overzicht
Reserveonderdelen zijn vet gedrukt. Bij
bestellingen van reserveonderdelen het druk-
nummer van de handleiding (zie achterkant),
de variant van het apparaat en het desbe-
treffende stuknummer vermelden.
1 buitenklep met lamellen, compleet
2 flenshuls compleet
2.1 motor
2.2 waaier
3 binnenhuis compleet
4 deksel van de aansluitdoos
5 lijmpunt (2 stuks)
6 bout, M5 x 50 mm (4 stuks)
7 aansluitsnoer EVN 22 R-buitenklep
8 borgmoer
9 steeksleutel sleutelwijdte 8, rood
10 kabelbeugel
11 klemlijst (3- of 7-polig)
12 afdichting (standaard- en R-model)
13 treksnoerschakelaar (P-model)
L netsnoer
Montage
Belangrijke opmerkingen
De montage mag alleen door deskundigen
worden uitgevoerd.
Gevaar voor snijwonden: de ruit mag niet
onder spanning staan, aangezien materiaal-
spanningen tijdens de montage de ruit kunnen
beschadigen. Evt. de ruit demonteren en
spanningsvrij inkitten.
Ruitdikte/wanddikte = 3...30 mm.
De ventilator alleen verticaal monteren.
Buitenklep [1] in geen geval demonteren.
De buitenklep alleen op een vlak oppervlak
monteren om de werking van de klep te gar-
anderen.
A Netsnoer [L] aanleggen. Gat in de ruit [S]
door een vakman laten aanbrengen. De ruit
vóór het erop plakken van de buitenklep grondig
reinigen. Bij montage op een wandplaat/houten
plaat het gat [S] boren.
B Binnendeel uit elkaar halen. Daarvoor het
binnenhuis [3] aan de zijkant vasthouden en
flenshuls [2] aan de motor uit het binnenhuis
trekken.
Deksel van de aansluitdoos [4] verwijderen. Bei
montage op een wandplaat of houten plaat evt.
flenshuls [2] op de 2 opzettelijk aangebrachte
breukplaatsen [Y] doorboren.
Bij de montage op een wandplaat of houten
plaat: op de buitenklep [1] met geopende
lamellen de vier opzettelijk aangebrachte
breukplaatsen [Z] doorboren.
C Buitenklep [1] monteren.
Buitenkant van de ruit: 4 bouten [6] in de ogen
van de buitenklep steken, tot deze vastklikken.
Beschermende folie van de lijmpunten [5]
aftrekken. Buitenklep in het gat in de ruit instellen
en op de ruit drukken.
Bij EVN 22 R eerst aansluitsnoer [7] door het
gat in de ruit steken.
Buitenkant van de wandplaat of houten plaat:
buitenklep [1] met geschikt bevestigings-
materiaal op de wandplaat of houten plaat
aanbrengen.
D,E binnendeel monteren.
Binnenkant van de ruit: flenshuls [2] op de
bouten [6] steken, instellen en voorzichtig tegen
de ruit drukken. Met steeksleutel [9] de
borgmoeren [8] met de hand vastdraaien.
i
i
– Wijzigingen voorbehouden ! –
12
Pas op: moeren [8] alleen voorzichtig
vastdraaien, zodat ruit en apparaat niet
worden beschadigd.
Bij EVN 22 R eerst aansluitsnoer [7] zoals in detail
„E“ in de flenshuls steken.
Binnenkant van wandplaat of houten plaat: evt.
flenshuls [2] met geschikt bevestigingsmateriaal
op de wandplaat of houten plaat aanbrengen.
F Elektrische aansluiting verrichten. Daarvoor
leidingdoorvoer [T1] van de flenshuls rond
doorsteken, netsnoer [L] erin steken en kabel-
beugel [10] aanbrengen. Op klemlijst [11] de
ventilator zoals in het schakelschema elektrisch
bedraden, schakelschema’s zie laatste pagina.
EVN 22 R: eerst het aansluitsnoer [7] in de aan-
sluitdoos steken en zoals in het schakelschema
bedraden.
G Deksel van de aansluitdoos [4] erop zetten
en vastschroeven. Daarbij erop letten dat de
afdichting [12] goed zit. Bij EVN 22 P moet het
treksnoer correct in de beide geleidingen zijn
geplaatst.
Binnenhuis [3] erop zetten. Daarvoor binnen-
huis boven op flenshuls [2] vasthaken (Pos. ),
dan onder in de clip vastklikken (Pos. ). Niet
kantelen !
Werking controleren, klaar.
Bij EVN 22 R gaat de buitenklep open en sluit hij
met tijdsvertraging. Na ca. 1...2 minuten zijn de
lamellen helemaal geopend of gesloten.
Reiniging
Binnenhuis [3] eraf halen: binnenhuis rechts- en
linksonder vastpakken en gelijkmatig naar voren
eraf trekken, zie afbeelding „B“, detail boven.
Binnenhuis in geen geval aan het binnenrooster
of de bovenste kant eraf trekken.
Binnendelen met een droge doek schoonmaken.
Evt. een stofzuiger gebruiken. Voor het reinigen
van de buitenklep de lamellen naar boven draaien.
Gebruik voor het reinigen geen agressieve,
voor de gezondheid schadelijke of licht ont-
vlambare schoonmaakmiddelen.
Als laatste binnenhuis [3] zoals in afbeelding
„G“ aanbrengen.
Binnenhuis niet in de
vaatwasmachine reinigen.
Bij een storing
Een storing kan bv. door verhoogde toe- of
afvoertemperaturen of door blokkeren van de
ventilatormotor optreden. De overbelastings-
beveiliging reageert en de ventilator schakelt uit.
Voorzichtig
De ventilator begint na het afkoelen van de
ventilatormotor automatisch weer te draaien.
Bij een storing altijd controleren of de netzekering
ingeschakeld is. Eventueel de ventilator door een
vakman op correcte bedrading laten controleren.
Daarvoor beslist het apparaat met alle polen van
het net scheiden en wachten tot het loopwiel
stilstaat.
Ventilatormotor laten afkoelen. Daarna schakelt
de ventilator automatisch weer in (thermoschake-
laar wordt automatisch teruggesteld).
Blijft de storing bestaan of treedt deze herhaaldelijk
op, schakel dan de netzekering uit en raadpleeg
een deskundige.
Technische gegevens
Zie typeplaatje.
– Wijzigingen voorbehouden ! –
13
/