CFAN0335/CFAN0342
V. 01 – 26/11/2012 6 ©Velleman nv
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking om het toestel te vervoeren en te bewaren.
• Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
4. Eigenschappen
• luchtstroom in variabele of vaste richting
• drukknoppen voor 3 verschillende snelheden
• zeer stabiele voet voor extra veiligheid
• geruisloze werking
• thermisch beveiligde motor.
5. Omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
1
beschermrooster voorkant
6
beschermrooster achterkant
11
klem
2
naaf
7
motoras
12
voetplaat
3
ventilatorblad
8
oscillatieknop
13
schroef
4
plastic beschermhuls
9
motor
5
roostermoer
10
instelknoppen
snelheidsregeling
6. Montage
Monteer de ventilator als volgt:
1. Druk de voetplaat [12] tegen de onderkant van de ventilator. Zorg ervoor dat de klemmen [11] op hun
plaats vastklikken. Bevestig met de meegeleverde schroef [13].
2. Draai de naaf [2] los van de motoras [7].
3. Draai de roostermoer [5] los van de motorbehuizing [9].
4. Schuif het achterste beschermrooster [6] stevig tegen de motorbehuizing [9] met de hendel aan de
bovenkant. Zorg ervoor dat de bevestigingspinnen op de motorbehuizing zijn uitgelijnd met de gaten van
het beschermrooster. Bevestig met de roostermoer [5].
5. Verwijder de plastic beschermhuls [4] van de motoras [7].
6. Schuif het ventilatorblad [3] over de motoras [7], lijn hierbij de sleuf aan de achterkant van het
schroefblad uit met de pin die door de motoras loopt.
7. Draai de naaf [2] op de motoras en draai stevig vast tegen het ventilatorblad.
8. Plaats het voorste beschermrooster [1] tegen het achterste beschermrooster. Zorg ervoor dat schroefgaten
van de roosters zijn uitgelijnd. Bevestig de roosters met de schroef en de klemmen op de rand van het
voorste beschermrooster.
Uw ventilator is nu gebruiksklaar.
7. Gebruik
Om de ventilator te gebruiken:
1. Plaats de ventilator op een stevig horizontaal oppervlak. Zorg dat geen enkel object in de ventilator
gezogen wordt.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Duw op het rooster om de ventilator te kantelen.
4. Regel de snelheid van de bladen met behulp van de instelknoppen [10]: 0 = stop; 1 = laag;
2 = gemiddeld; 3 = hoog.
5. Druk de schakelaar [8] in om de ventilator te doen draaien; trek opnieuw omhoog om de draairichting vast
te zetten.
6. Schakel het toestel uit en ontkoppel van het lichtnet alvorens het te verplaatsen.
7. Schakel het toestel na gebruik uit en ontkoppel van het lichtnet.
8. Reiniging en onderhoud
• Ontkoppel het toestel van het lichtnet alvorens het schoon te maken.
• Maak de ventilator schoon met behulp van een zachte en droge doek. Verwijder vlekken met behulp van
een vochtige doek en een beetje milde detergent. Verwijder resten met de vochtige doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.