Documenttranscriptie
Italiano
5
English
23
Français
41
Deutsch
59
Español
77
Nederlands
95
Português
113
Magyar
131
Slovensky
149
Česky
167
Pуccкий
185
Polski
203
Suomi
221
Hrvatski
239
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Beste klant
Hartelijk dank voor uw keuze voor een product
van Emak.
Ons netwerk van erkende dealers en
werkplaatsen staat tot uw beschikking voor al uw
vragen.
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en
ongelukken te voorkomen, niet beginnen te
werken zonder deze handleiding zorgvuldig te
hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus
aanwijzingen voor noodzakelijke controles en
het bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en
illustraties in deze handleiding zijn niet
strikt bindend. Het bedrijf behoudt zich het
recht voor eventuele wijzigingen aan te
brengen. Dergelijke wijzigingen verplichten
het bedrijf niet deze handleiding steeds
I
opnieuw bij te werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies
bevat deze handleiding enkele paragrafen die
uw speciale aandacht vragen. Dergelijke
GB
paragrafen zijn aangegeven met de hieronder
beschreven symbolen:
LE T OP: wa n n e e r e r r i s i co b e s t a at o p
ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of F
ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op
schade aan de machine of onderdelen ervan.
LET OP
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN KAN DEZE
MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN AAN
EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU
DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN
85 dB (A)
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
(bevat de voorschriften voor een
veilig gebruik van de machine)______
2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
(geeft informatie over de identificatie
van de machine en de betekenis van
de symbolen)____________________
3. HOOFDONDERDELEN (illustreert de
plaats van de hoofdonderdelen van
de machine)_____________________
4. ASSEMBLAGE (beschrijft hoe de
verpakking moet worden verwijderd
en de losse onderdelen moeten
worden gemonteerd)______________
5. BEDIENINGSELEMENTEN
(illustreert de plaats en de functie van
alle bedieningen)_________________
6. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN (bevat
alle aanwijzingen voor een correct
veilig gebruik)____________________
D
E
NL
P
- 6.5 Opslag en vervoer________________ 105
96
7. ONDERHOUD
H
(bevat alle informatie om de machine
in een goede staat te houden)_______ 106
97
- 7.1 Veiligheidsadviezen_______________ 107 SK
- 7.2 Gewoon onderhoud_______________ 107
98
8. MILIEUBESCHERMING (Geeft enkele
CZ
adviezen voor een milieuvriendelijk
gebruik van de machine)___________ 109
98
9. OP AANVRAAG LEVERBARE
RUS
ACCESSOIRES (Beschrijving van de
UK
beschikbare accessoires voor speciale
werkzaamheden)_________________ 109
98
99
- 6.1 Uit te voeren werkzaamheden voor
de ingebruikname________________ 101
- 6.2 Gebruik van de machine___________ 102
- 6.3 De machine laden________________ 104
- 6.4 Aftakas (PTO)____________________ 105
10. TECHNISCHE GEGEVENS (Geeft een
PL
overzicht van de belangrijkste
kenmerken van de machine)________ 110
11. VERKLARING VAN
FIN
OVEREENSTEMMING_____________ 110
12. GARANTIEBEWIJS (Samenvatting
BIH
van de garantievoorwaarden)_______ 111 SRB
HR
13. HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN
(Biedt hulp om eventuele problemen
bij het gebruik snel op te lossen)_____ 112
95
1.
I
GB
F
D
E
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP
-- Als de machine goed gebruikt wordt, is
h e t e e n s n e l, h a n d i g e n e f fe c t i e f
werkinstrument; als het niet goed of
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen
gebruikt wordt, zou het een gevaarlijk
werktuig kunnen worden. Neem daarom
altijd de hieronder en verderop in de
h a n d l e i d i n g
v e r m e l d e
veiligheidsvoorschriften in acht, om
plezierig en veilig te kunnen werken.
-- D e b l o o t s t e l l i n g a a n t r i l l i n g e n
veroorzaakt door het langdurig gebruik
van instrumenten die door een interne
verbrandingsmotor worden aangedreven,
kan letsels veroorzaken aan de
bloedvaten of de zenuwen van de vingers,
handen en polsen bij personen die lijden
aan bloedsomloopstoornissen of
abnormale zwellingen. Langdurig gebruik
bij koud weer is in verband gebracht met
schade aan de bloedvaten bij overigens
gezonde mensen. Als er symptomen
optreden als verstijving, pijn, verlies van
kracht, verandering in huidskleur of
-weefsel of verlies van gevoel in de
vingers, handen of polsen, stop dan het
gebruik van dit apparaat en ga naar een
arts.
-- Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld
met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig
letsel of overlijden zo klein mogelijk te
houden moeten personen met een
pacemaker hun eigen arts en de fabrikant
van de pacemaker raadplegen voordat ze
deze machine gebruiken.
LET OP: Nationale voorschriften kunnen
het gebruik van de machine beperken.
1) Lees deze handleiding aandachtig tot u alle
veiligheidsvoorschriften,
voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies begrepen hebt en
kunt opvolgen voordat u probeert de
machine te gebruiken.
2) Houd de handleiding steeds binnen
handbereik. Als u de handleiding kwijt
bent, vraag dan een kopie aan.
3) Laat uw machine uitsluitend gebruiken
door volwassenen die de
veiligheidsvoorschriften,
voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies in deze handleiding
begrijpen en op kunnen volgen.
96
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
Minderjarigen mogen deze machine nooit
gebruiken.
Hanteer of bedien de machine niet als u
vermoeid, ziek of van streek bent, of
wanneer u alcohol, drugs, of medicijnen
hebt gebruikt. U dient in goede
lichamelijke conditie te zijn en mentaal
alert. Het gebruik van de machine is
inspannend. Als u aan een aandoening lijdt
die verergerd kan worden door inspannend
werk, vraag dan advies aan een arts,
voordat u met de machine gaat werken.
We e s e x t r a v o o r z i c h t i g v l a k v o o r
rustperiodes en als het werk bijna klaar is.
Houd kinderen, omstanders en dieren op
een afstand van minimaal 15 meter van het
werkgebied. Laat andere mensen of dieren
niet in de buurt komen als u de machine
start of ermee werkt.
Draag bij het werken met de machine altijd
goedgekeurde beschermende
veiligheidskleding. Draag geen kleding,
sjaals, dassen of sieraden die in het
struikgewas kunnen vastraken. Lang haar
mag niet los gedragen worden en moet
worden beschermd (bijvoorbeeld met een
hoofddoek, een muts, een helm, enz.).
Gebruik de machine nooit blootsvoets;
draag veiligheidsschoenen met
a n t i s l i p z o l e n .
D r a a g
beschermingsmiddelen tegen lawaai,
bijvoorbeeld gehoorbeschermers of
oordoppen.
L a at a n d e re n d e ze m a c h i n e a l l e e n
gebruiken
als
ze
deze
bedieningshandleiding hebben gelezen of
als ze passende instruc ties hebben
gekregen over het correcte en veilige
gebruik van deze machine. Geef altijd de
handleiding met de gebruiksaanwijzingen,
die moet worden gelezen alvorens het
werk te beginnen.
Controleer de machine voor gebruik om er
zeker van te zijn dat elk onderdeel, voor de
veiligheid of anderszins, goed werkt.
Gebruik nooit een beschadigde,
gewijzigde, of onjuist gerepareerde of
geassembleerde machine. Verwijder of
beschadig
geen
enkele
veiligheidsvoorziening en stel deze nooit
buiten werking. Ver vang de
veiligheidssystemen altijd onmiddellijk als
deze beschadigd, defect of op een andere
wijze ongeschikt zijn.
Plan uw handelingen van te voren
zorgvuldig. Begin niet te werken zolang er
zich personen of voor werpen in het
werkgebied bevinden.
11) Alle werkzaamheden aan de machine die
niet in deze handleiding zijn vermeld,
moeten worden uitgevoerd door
geschoold personeel.
12) De transpor twagen is uitsluitend
bedoeld voor het vervoer van
materialen binnen de toelaatbare
b e l a s t i n g e n h e l l i n g d i e i n d e ze
handleiding zijn aangegeven. Alle
andere vormen van gebruik dan vermeld
in deze handleiding, kunnen de machine
beschadigen en ernstig gevaar
opleveren voor mensen en voorwerpen.
13) Het is niet aan te raden gereedschappen of
instrumenten, die niet door de fabrikant
zijn gespecificeerd, aan de aftakas te
koppelen.
14) Zorg ervoor dat alle etiketten met de
gevaar- en veiligheidssymbolen in een
goede staat blijven. Vervang ze tijdig in
geval van beschadiging of slijtage.
15) Gebruik de machine niet voor andere
gebruiksdoelen dan in deze handleiding
zijn beschreven (zie Verboden gebruik
pag. 99).
16) De bediener is verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijke gevaren op de
werkplek en dient alle nodige
voorzorgsmaatregelen te treffen om zijn
eigen veiligheid te garanderen, met name
op he l l i nge n, hob b e l i g e o f g l a d d e
terreinen of terreinen met gevaar voor
aardverschuivingen.
17) LET OP: Ga altijd voorzichtig te werk op
hellingen. Gebruik de machine niet op
terreinen met een hellingsgraad van meer
dan 10° (17%).
18) Vergeet niet dat de eigenaar of de
gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen
of risico’s geleden door derden of voor
schade aan goederen.
19) Tijdens werkzaamheden op oneffen
terreinen dient de gebruiker ervoor te
zorgen dat er zich niemand binnen een
straal van 20 meter om de machine
bevindt. De gebruiker zelf mag uitsluitend
achter de stuurstang staan.
20) D e machine k an met verschillende
accessoires worden uitgerust. De eigenaar
dient er zelf voor te zorgen dat deze
onderdelen of accessoires zijn
gecer tificeerd overeenkomstig de
g e l d e n d e
E u r o p e s e
veiligheidsvoorschriften. Het gebruik van
niet-gecertificeerde accessoires kan uw
veiligheid in gevaar brengen.
21) Laat u niet afleiden en behoud de nodige
concentratie tijdens het werk.
LET OP
-- Gebruik nooit een machine met defecte
veiligheidsfuncties.
De
veiligheidsuitrusting van de machine
moet gecontroleerd en onderhouden
worden zoals in dit deel beschreven is. Als
uw machine tekortschiet bij een van de
controles, neem dan contact op met een
erkend servicecentrum om hem te laten
repareren.
-- Elk gebruik van de machine dat niet
uitdrukkelijk in deze handleiding is
beschreven moet beschouwd worden als
oneigenlijk en vormt dus een gevaar voor
mensen en voorwerpen.
2.
I
GB
F
D
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN E
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
(Fig.1)
NL
1) L e e s
de
gebruiksen
onderhoudshandleiding voordat u deze
machine in gebruik neemt.
2) Let op! Gevaar voor verbrijzelen – Let bij
het bedienen van de laadbak vooral op het
kantelen van de lading.
3) Let op! Kantelgevaar van de machine Gebruik deze machine niet op hellingen
met een hellingsgraad van meer dan 10°.
4) L e t o p ! G e v a a r vo o r l e t s e l d o o r
meesleuren van de riemen - Start de
machine niet wanneer de beschermingen
niet gemonteerd zijn. Blijf uit de buurt van
de riemen.
5) Let op! Gevaar voor verminking - Gevaar
voor beknelling door bewegende delen
(cardanas, enz.).
De typeplaatjes bevatten de belangrijkste
gegevens van de machine:
6) Machinetype: TRANSPORTER
7) Technische gegevens
8) Merk en model van de machine
9) Gegarandeerd geluidsvermogensniveau
10) EG-conformiteitsmerk
11) Serienummer
12) Bouwjaar
13) Bediening koppeling
14) Bediening versnelling
15) LET OP! De oppervlakken kunnen heet zijn
16) Rollen rupsbanden smeren
17) Maximaal draagvermogen
18) Rembediening
97
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
3.
1)
2)
3)
4)
GB
5)
6)
7)
F 8)
9)
10)
D 11)
12)
I
E 4.
HOOFDONDERDELEN (Fig.2)
Koppelingshendel
Deblokeerhendel linker rupsband
Gashendel
Dop brandstoftank
Deblokkeerhendel rechter rupsband
Starthandgreep
Tankdop motorolie
Schakelhendel
Blokkeerhendel van de laadbak
Aan/Uitschakelaar
Chokehendel
Bedieningshendel Lage-Hoge versnellingen
ASSEMBLAGE
LET OP: De machine moet op een vlakke
en stevige ondergrond worden
uitgepakt en gemonteerd met
voldoende ruimte voor de verplaatsing
van de machine en de
verpakkingsmaterialen en maak hierbij
altijd gebruik van geschikte
gereedschappen.
NL
P
H
Voordat de motor gestart wordt, moet het olieen benzinepeil worden gecontroleerd volgens
SK de aanwijzingen in de handleiding van de
motor.
CZ 5.
BEDIENINGSELEMENTEN (Fig.2)
LET OP: Leer de posities en de functies
van alle bedieningen en
bedieningsinstrumenten kennen. Leer
de betekenis van alle symbolen en van
de wijzers op de bedieningselementen
kennen, voordat u de machine gebruikt.
RUS
UK
PL
Houd de handgrepen en de hendels droog,
FIN schoon en vrij van olie, brandstof, vuil of ijs.
BIH Koppelingshendel (1) - Gebruik deze hendel
SRB om de koppeling in of uit te schakelen. De
HR
rupsbanden draaien als de hendel bij draaiende
motor omlaag is gebracht. Wanneer de hendel
wo rd t l o s g e l ate n , wo rd t d e k o p p e l i n g
losgekoppeld en wordt de parkeerrem
automatisch ingeschakeld.
98
Deblokkeerhendel linker rupsband (2) - Trek
aan de hendel om de machine naar links te
draaien.
Gashendel (3) - Hiermee kunt u het
motortoerental regelen. De diverse standen
staan aangeven op een plaatje met de
volgende symbolen:
LANGZAAM-stand stemt overeen met het
laagste toerental,
SNEL-stand stemt overeen met het
hoogste toerental.
Deblokkeerhendel rechter rupsband (5) Trek aan de hendel om de machine naar rechts
te draaien.
Starthandgreep (6) - Deze moet worden
gebruikt om de motor te starten.
Schakelhendel (8) - Deze hendel heeft vijf
standen:
Voor de modellen 450-4500:
N = Vrijstand
1 = Inschakeling eerste vooruitversnelling
2 = Inschakeling tweede vooruitversnelling
3 = Inschakeling derde vooruitversnelling
R = Inschakeling achteruitversnelling
Voor de modellen 550-560-5600-550D-1750D50D:
N = Vrijstand
1-2 = Inschakeling eerste en tweede
vooruitversnelling
R1-R2 = Inschakeling eerste en tweede
achteruitversnelling
3 = Inschakeling derde vooruitversnelling
4 = Inschakeling vierde vooruitversnelling
L E T O P: H e t s c h a ke l e n m o e t b i j
stilstaande machine plaatsvinden
(losgelaten koppelingshendel (1)).
Blokkeerhendel van de laadbak (9) - Blokkeer
met deze hendel de laadbak om hem in de
kantelstand op te heffen (behalve modellen
550D-1750D-50D).
LET OP: Blokkeer de omlaag gebrachte
laadbak voordat u de machine
verplaatst.
Massaschakelaar (10) – Met 2 standen:
I = vrijgave voor het starten van de motor
0 = voor het afzetten van de motor
Chokebedieningshendel (11) (op de motor) –
Maakt een koude start van de motor mogelijk.
Bedieningshendel Lage-Hoge versnellingen
(12) (alleen eerste en tweede versnelling
voor modellen 550-560-5600-550D-1750D50D) – Met 2 standen:
S = h i e r m e e k u n n e n 1 e n R 1 wo rd e n
geselecteerd met de schakelhendel
F = h i e r m e e k u n n e n 2 e n R 2 wo rd e n
geselecteerd met de schakelhendel
6.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
Verboden gebruik
LET OP: Gebruik de machine uitsluitend
voor het vervoer van voorwerpen of
ladingen binnen het aangegeven
toelaatbare gewicht en volume, met de
beperkingen die in deze handleiding
zijn beschreven. Elk ander gebruik is
verboden en doet de garantie vervallen
en onthef t de fabrikant van elke
aansprakelijk heid. De kosten die
voortkomen uit de schade of letsel aan
de gebruiker zelf of aan derden zijn ten
laste van de gebruiker.
Ook de volgende handelingen vallen onder
verboden gebruik:
-- De machine besturen vanuit de laadbak.
-- Toestaan aan bedieners om staand op het
steunvlak van de laadbak te werken en hem
als ondersteuning voor ladders of andere
werktuigen te gebruiken.
-- Personen of dieren vervoeren.
-- Het gebruik van de machine om muren,
palen, omheiningen, enz. te slopen.
-- Het gebruik van de machine om bladeren,
afval, houders, onverpakt materiaal, enz.
samen te drukken en/of te comprimeren.
Het plotselinge bezwijken van het materiaal
kan de machine uit evenwicht brengen.
-- Het gebruik van contragewichten (de
fabrik ant heef t er geen voorzien) of
personen om een te hoge of overhellende
belasting te compenseren.
-- Het transport van brandstoffen zonder
speciale en gecertificeerde
veiligheidshouders.
-- Het vervoer van chemische, corrosieve,
giftige of hoe dan ook gevaarlijke
materialen, vloeistoffen of brandend
materiaal.
-- We r k e n m e t d e m a c h i n e z o n d e r
veiligheidssystemen.
-- Koppelen van werktuigen aan de machine
die niet door de fabrikant zijn voorzien.
-- Het gebruik van de machine met één
hand. Het gebruik van slechts één hand kan
ernstig letsel van de bediener, de helpers,
omstanders of een combinatie van deze
personen veroorzaken. De machine is I
ontworpen om met beide handen te
worden gebruikt.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van
de machine
GB
LET OP
-- De veiligheidssystemen van de machine
mogen niet onklaar gemaakt of
verwijderd worden. ONTHOUD DAT DE
GEBRUIKER ALTIJD VERANTWOORDELIJK
IS VOOR SCHADE DIE AAN DERDEN
WORDT TOEGEBRACHT.
-- Als u een situatie tegenkomt waarin u niet
zeker weet wat te doen dient u een
deskundige te raadplegen. Wend u tot uw
dealer of een erkend servicecentrum.
Vermijd elk gebruik waarvan u denkt dat
het buiten uw capaciteiten valt.
-- Gebruik het apparaat niet als u geen hulp
kunt vragen bij ongelukken.
-- De machine mag niet op de openbare weg
rijden, ook niet om over te steken.
-- Gebruik de machine nooit om andere
voorwerpen te trekken of te duwen. De
s t a b i l i t e i t v a n d e m a c h i n e wo r d t
gewijzigd.
-- Tijdens het lossen met kipbak verandert
het zwaartepunt voortdurend en dus de
stabiliteit van de machine. Let vooral op
wanneer de lading aan de laadbak blijft
kleven, bijvoorbeeld met vochtige klei,
bevroren materiaal of asfalt.
-- Voorkom dat het materiaal uit de laadbak
steekt; materiaal dat uitsteekt kan tegen
andere voorwerpen stoten en uit de
laadbak worden geworpen.
-- Wanneer de machine in contact komt met
elektrische draden of kabels kan ernstig
of dodelijk letsel door elektrische stroom
h e t g evo l g z i j n . D e ze u n i t i s n i e t
geïsoleerd.
F
LET OP - De zijdelingse stabiliteit van de
machine NEEMT AF:
-- Hoe zwaarder de lading.
-- Hoe hoger de lading ten opzichte van de
laadvloer (Fig.3).
-- Hoe meer de lading ten opzichte van de
middellijn van de machine verplaatst is
(Fig.4).
FIN
LET OP - Hoe groter de lading, hoe meer
de machine naar voren dreigt te
99
D
E
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
BIH
SRB
HR
kantelen:
-- Gebruik niet de hoogste snelheid als u
met een grote last omlaag rijdt.
I
-- Rem niet plotseling.
GB
F
D
E
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
-- Gebruik de machine alleen bij daglicht of als
de kunstmatige verlichting voldoende is.
-- Wees extra voorzichtig bij het veranderen
van richting en vooral op hellingen.
-- Verminder de snelheid van de motor voordat
u hem uitschakelt.
-- Controleer het werkgebied op mogelijke
obstakels (wortels, stenen, takken, sloten,
enz.).
-- Wees bijzonder voorzichtig en alert tijdens
het dragen van gehoorbescherming want
dergelijke apparatuur kan uw vermogen om
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen, enz.) belemmeren.
-- Verlaag de snelheid voordat u een bocht
neemt.
-- Zorg ervoor dat de lading niet achteruit valt
en de bedieningen raakt.
-- Zorg ervoor dat de lading stabiel is om te
voorkomen dat deze tijdens het vervoer kan
gaan schuiven (vooruit/achteruit of naar
rechts/naar links) waardoor de stabiliteit van
de machine wordt gewijzigd.
-- Bedenk altijd dat de stabiliteit van de
machine anders is in beladen of onbeladen
toestand.
-- Zorg ervoor dat tijdens de verplaatsingen
geen personen voor de machine staan of
lopen.
-- Bekijk altijd het af te leggen traject voordat u
de machine verplaatst. Als er meerdere
trajecten mogelijk zijn, kies dan het traject
met zo min mogelijk hellingen, obstakels,
richtingveranderingen en gaten.
-- Hoe groter de helling, hoe lager de snelheid
van de machine moet zijn.
-- Gebruik geen andere rupsbanden dan door
de fabrikant zijn voorzien.
-- De machine mag alleen worden gebruikt
door goed opgeleid en bevoegd personeel.
-- Beperk bij poedervormig materiaal de
verspreiding van stof door het materiaal nat
te maken of met doeken te bedekken.
-- Leer de machine te stoppen in een
noodtoestand.
-- Overschrijd het maximale laadvermogen van
de machine zoals aangegeven op pag.110
niet.
-- De lading mag niet uit de laadbak steken om
te voorkomen dat deze valt.
-- De lading mag het zicht van de bediener
nooit belemmeren.
-- De lading moet over een zo groot mogelijk
100
oppervlak worden verdeeld.
-- Voorkom zo mogelijk dat de lading gaat
schuiven door deze met touwen vast te
maken. Denk eraan de lading los te maken
voordat u de laadbak kantelt.
-- Het laden en lossen moet altijd op een
vlakke en stabiele ondergrond gebeuren.
-- Verplaats de machine niet met opgeheven
laadbak, omdat hierdoor het zicht van de
bediener belemmerd kan worden.
-- Gebruik de kantelfunctie van de laadbak niet
om de goederen op een aflopende helling
uit te laden.
-- U dient altijd voldoende bewegingsruimte te
hebben, vooral in de buurt van muren,
wanden, heggen, rijen, bouwwerken, kassen,
enz. Probeer nooit te manoeuvreren in de
achteruitversnelling als u er niet zeker van
bent dat u voldoende ruimte heeft.
-- Wijzig de instelling van de regelaar van de
draaisnelheid van de motor niet.
-- Plaats nooit uw handen of voeten dichtbij of
onder de draaiende of bewegende delen.
-- Let vooral op gladde oppervlakken door
water, sneeuw, ijs, zand, modder, vuil en vet.
-- Let vooral op bij een zachte ondergrond,
zoals oppervlakken die bestaan uit zand of
modder, moerasachtige ondergrond of met
plassen, geploegde aarde, terreinen met
holtes zoals sloten, putten, hellingen,
ophogingen en uitgravingen.
Controleer de machine voor gebruik:
-- Controleer de spanning van de rupsbanden
en ga na of ze niet beschadigd of versleten
zijn.
-- Controleer of de bouten van de spanners
van de rupsbanden goed bevestigd zijn.
-- Controleer het brandstofpeil. Ga na of er
geen lekkages zijn en of de brandstofleiding
niet beschadigd is.
Gebruik in de achteruitversnelling
LET OP:
-- Tijdens het achteruitrijden moet de
bestuurder goed opletten en voortdurend
controleren of er geen obstakels of
personen aanwezig zijn.
-- Voorkom zo veel mogelijk om achteruit te
rijden op afdalingen.
Gebruik op hellingen
LET OP
-- B e g i n o p h e l l e n d e t e r r e i n e n z e e r
voorzichtig te rijden om te voorkomen
dat de machine steigert.
-- Verlaag op hellende terreinen de snelheid
voordat u van richting verandert.
Tijdens het gebruik op hellingen is het risico op
controleverlies en kanteling van de machine het
grootst. Beide gevallen kunnen ernstige schade
of zelfs de dood tot gevolg hebben. Ga zeer
voorzichtig te werk.
Ga als volgt te werk om op hellingen te
werken:
-- Rijd nooit met de machine op hellingen met
een hellingsgraad van meer dan 10° (17%).
-- Rijd altijd op een gelijkmatige en matige
snelheid.
-- Verander niet plotseling van snelheid of van
richting.
-- Vermijd zo veel mogelijk om bochten te
nemen. Als het echt noodzakelijk is, stuur
dan langzaam en geleidelijk naar beneden.
Rijd op lage snelheid.
-- Let op en voorkom om over voren, gaten en
oneffenheden te rijden. Bij oneffen terrein
kan de machine gemakkelijker kantelen.
Lang gras kan obstakels verbergen.
-- Stop niet in de buurt van bermen, sloten of
ophogingen. De machine kan plotseling
kantelen als de berm bezwijkt.
-- Let op de nabijheid van scherpe hoeken,
struikgewas, bomen of andere voorwerpen
die het zicht belemmeren.
Kinderen
-- Wanneer niet op kinderen in de buurt van de
machine wordt gelet, kan dit zeer ernstige
schade tot gevolg hebben.
-- Zorg ervoor de machine uit te zetten
wanneer kinderen het maaigebied betreden.
-- Kijk voor en tijdens het achteruitrijden
achterom en omlaag om u er van te
verzekeren dat er geen kleine kinderen zijn.
-- Vervoer nooit kinderen. Ze kunnen vallen en
ernstig letsel oplopen of een veilige
manoeuvre van de machine verhinderen.
-- Sta kinderen nooit toe om de machine te
gebruiken.
6.1 Uit te voeren werkzaamheden
voor de ingebruikname
I
Voordat u begint te werken, moet een aantal
controles en werkzaamheden worden
uitgevoerd om er zeker van te zijn dat het werk
GB
goed en veilig wordt uitgevoerd.
De tank vullen
F
VOORZICHTIG: Het type benzine en olie
dat gebruikt moet worden, is vermeld in
het instructieboekje van de motor.
D
Olie
E
VOORZICHTIG
-- DE MACHINE WORDT ZONDER OLIE
GELEVERD. Vul het reservoir met motorolie
NL
voordat u de machine start.
-- Het gebruik van de motor met onvoldoende
olie kan ernstige schade toebrengen aan de
m o t o r. Z o r g e r v o o r d a t d e m o t o r
uitgeschakeld is en op een vlakke P
ondergrond ligt als u hem wilt controleren.
-- Het gebruik van niet-reinigende olie of olie
voor tweetaktmotoren kan de levensduur H
van de motor verkorten.
Draai daarna de dop (7, Fig.2) los. Controleer het
motoroliepeil bij afgezette motor. Het peil moet SK
zich tussen de streepjes MIN en MAX van de
peilstok bevinden.
CZ
Benzine
LET OP
-- Benzine is een zeer brandbare brandstof.
Wees zeer voorzichtig tijdens het gebruik
ervan. Rook niet en breng geen vuur of
vlammen in de buurt van de brandstof of
de machine.
-- Benzine en benzinedampen kunnen bij
inademing of contact met de huid ernstig
l e t s e l ve r o o r z a k e n . We e s d a a r o m
voorzichtig bij het hanteren van
brandstof en zorg voor voldoende
ventilatie.
-- Let op het risico voor vergiftiging door
koolmonoxide, een geurloze, giftige en
dodelijke stof.
-- Hanteer brandstof buiten waar geen vonken
of vlammen zijn.
-- Kies een kale ondergrond, stop de machine
101
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
I -GB -F
D
---
E -NL
--
P -H
--
SK -CZ
---
RUS
UK
PL ---
FIN
--
BIH -SRB
HR
---
102
en laat hem afkoelen voordat u benzine
bijvult.
Gebruik nooit oude of vervuilde benzine of
een olie/benzine mengsel. Voorkom dat er
vuil of water in de brandstoftank
terechtkomt.
Mors geen benzine op de kunststof delen
om deze niet te beschadigen. Bij toevallig
lekken, onmiddellijk met water spoelen. De
garantie dekt geen schade veroorzaakt door
benzine aan de kunststof delen van de
carrosserie of van de motor.
Draai de dop langzaam los om druk te laten
ontsnappen en om te voorkomen dat er
brandstof rond de dop naar buiten lekt.
Maak het gebied rond de tankdop schoon
om verontreiniging te voorkomen.
Voordat u de tankdop terugzet, de pakking
schoonmaken en inspecteren.
Draai de dop van de tank stevig dicht nadat
u brandstof hebt bijgevuld. Het trillen van de
machine kan leiden tot het losraken van een
n i e t g o e d a fg e s l o t e n b r a n d s t o fd o p
waardoor brandstof gemorst kan worden.
Veeg uit de machine gemorste brandstof
weg en laat het restant van de brandstof
vervliegen. Loop 3 m weg van de plaats waar
u brandstof hebt bijgevuld voordat u de
motor start.
Probeer nooit gemorste brandstof te
verbranden.
Zet de machine nooit op een plaats met
brandbare materialen zoals droge bladeren,
stro, papier, enzovoorts.
Haal nooit de dop van de tank als de motor
loopt.
Let erop dat u er geen brandstof
terechtkomt op uw kleding. Als u brandstof
gemorst hebt op uw kleding, kleed u dan
om. Was alle delen van uw lichaam die in
contact zijn gekomen met brandstof.
Gebruik water en zeep.
Stel brandstoftank niet bloot aan direct
zonlicht.
Bewaar en vervoer brandstof in een hiervoor
goedgekeurde, schone tank.
Bewaar brandstof op een koele, droge, goed
geventileerde plaats.
Bewaar de maaier en brandstof op een
plaats waar brandstofdampen geen vonken
of open vuur van ver warmingsketels,
elektrische motoren of schakelaars, ketels,
enz. kunnen bereiken.
Houd brandstof uit de buurt van kinderen.
Gebruik nooit brandstof voor
reinigingswerkzaamheden.
LET OP
-- De tank moet gevuld worden bij afgezette
motor op een onoverdekte en goed
geventileerde plek. Bedenk dat
benzinedampen brandbaar zijn. BRENG
GEEN VLAMMEN IN DE BUURT VAN DE
OPENING VAN DE TANK OM DE INHOUD
ERVAN TE CONTROLEREN EN ROOK NIET
TIJDENS HET TANKEN.
-- Controleer of er geen brandstoflekkage is.
Verhelp eventuele lekkage voordat u de
machine gebruikt. Neem, indien nodig,
contact op met uw dealer.
VOORZICHTIG - Gebruik voor het
brandstofmengsel nooit een brandstof
met een ethanolpercentage van meer
dan 10%; gasohol (ethanolbenzinemengsel) is acceptabel met een
ethanolpercentage tot 10% of E10brandstof.
Alkylaatbenzine
VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft
niet dezelfde dichtheid als normale
benzine. Motoren die met normale
b e n z i n e a f g e s t e l d z i j n ve r e i s e n
mogelijk een andere afstelling van de
schroef H. Wend u voor deze afstelling
tot een erkend servicecentrum.
Draai de dop (4, Fig.2) los en vul de tank met
brandstof met behulp van een trechter. Let er
daarbij op om de tank niet volledig te vullen.
Controle van de veiligheid en de efficiëntie
van de machine
LET OP: Gebruik de machine niet als u er
niet zeker van bent dat hij goed en
veilig werkt en neem onmiddellijk
contact op met uw dealer voor de
noodzakelijke controles of reparaties.
6.2 Gebruik van de machine
Starten
LEES OOK AANDACHTIG DE HANDLEIDING
VAN DE MOTOR.
Controle van de veiligheid en de efficiëntie
van de machine
L E T O P: D e m a c h i n e m o e t i n d e
openlucht of in een goed geventileerde
ruimte worden gestart. DENK ERAAN
DAT UITLAATGASSEN GIFTIG ZIJN.
LET OP:
-- Controleer of de bedieningen correct
werken voordat u de motor start.
-- Raak de uitlaat of de motor niet aan
wanneer de motor draait of meteen nadat
deze is afgezet. Deze delen kunnen
namelijk erg heet worden.
-- Laat de machine niet onbeheerd achter
met draaiende motor. Schakel de motor
telkens uit wanneer u zich van de machine
verwijdert, vóór het bijvullen van de
brandstof en vóór elk onderhoud of
reiniging.
-- Maak de veiligheidssystemen op geen
enkele wijze onklaar. Gebruik de machine
niet als de veiligheidssystemen niet
perfect werken.
-- Wikkel het startkoord nooit rond uw
hand.
-- O m t e b e g i n n e n w e r k e n , z e t u d e
versnellingshendel in de stand SNEL
(D, Fig. 11).
I
Vooruit of achteruit rijden
1. Zet de schakelhendel (8, Fig.2) in de
gewenste stand; 1-2-3-(4 alleen modellen GB
met transmissie 4+2) vooruit, R-(R1 – R2
alleen modellen met transmissie 4+2)
achteruit. Zet de bedieningshendel van de
Lage-Hoge versnellingen op S of F (alleen de F
modellen met transmissie 4+2).
2. Verhoog de snelheid van de motor langzaam
met behulp van de gashendel (3).
D
3. Breng de koppelingshendel (1) geleidelijk
omlaag. De machine begint langzaam
vooruit of achteruit te rijden.
E
---
LET OP – Om de machine te starten, moet
u in het gearceerde gebied gaan staan
(Fig. 5).
Voordat u de motor start:
-- open de benzinekraan (A, Fig.6).
-- Zet de schakelhendel (B) in de neutrale stand
N (Fig.8)
-- Breng de koppelingshendel niet omlaag
(1, Fig.2) om er zeker van te zijn dat de
remmen geactiveerd zijn.
-- Zet de chokebedieningshendel (C, Fig.7) in
de stand 'CLOSE' in geval van een koude
start. VOORZICHTIG: bij een warme start
moet deze hendel in de stand 'OPEN'
worden gezet.
-- Zet de gashendel (D, Fig.9) in de stand
tussen 'LAAG' en 'HOOG'.
-- Zet de schakelaar (E, Fig.10) in de stand 1.
WAARSCHUWING! - VOOR ALLE ANDERE
ASPECTEN VAN DE STARTPROCEDURE
DIENT U AANDACHTIG DE
HANDLEIDING VAN DE MOTOR TE LEZEN
Zet de chokebedieningshendel (C, Fig.7) bij
draaiende motor in de stand 'OPEN'.
VOORZICHTIG
-- De choke moet worden uitgeschakeld zodra
de motor normaal draait. Wanneer de choke
bij warme motor gebruikt wordt, kan de
bougie besmeurd raken en een
onregelmatige werking van de motor
veroorzaken.
---
LET OP:
Versnel of vertraag langzaam als u vooruit
of achteruit gaat rijden of als u stopt.
Verminder de snelheid als u van richting NL
verandert. Verminder de snelheid ook
wanneer u naar beneden rijdt, wanneer u
zich op de rand van de weg bevindt, op
een hobbelige weg of een weg met veel P
bochten.
Rijd niet diagonaal over een dalende
helling.
H
Rijd met een lage snelheid in de
achteruitversnelling en let op wat zich
achter u bevindt.
SK
Bochten maken
1. Tre k a a n d e b l o k k e e r h e n d e l va n d e
rupsbanden (2 of 5, Fig.2) aan de kant die u CZ
op wilt gaan; linker hendel (2) om naar links
te gaan en rechter hendel (5) om naar rechts
te gaan.
RUS
2. Laat de hendel (2 of 5) na de bocht los.
UK
LET OP:
-- Trek niet tegelijkertijd aan de twee
blokkeerhendels van de rupsbanden (2 en
5, Fig.2) om de rijdende machine te
stoppen, maar laat de koppelingshendel
(1) los.
-- Gebruik de blokkeerhendels van de
rupsbanden niet om bochten te maken als
u zich op een aflopende helling bevindt.
Breng de snelheid tot het minimum terug
als dat noodzakelijk is.
De snelheid wijzigen
1. Laat de koppelingshendel (1, Fig.2) los.
2. Zet de schakelhendel (8) in de gewenste
103
PL
FIN
BIH
SRB
HR
snelheidsstand; 1-2-3-(4 alleen modellen met
transmissie 4+2) vooruit, R-(R1 – R2 alleen
modellen met transmissie 4+2) achteruit. Zet
I
de bedieningshendel van de Lage-Hoge
versnellingen op S of F (alleen de modellen
transmissie 4+2).
GB 3. met
Breng de koppelingshendel (1) geleidelijk
omlaag. De machine begint langzaam te
rijden.
F
D
E
NL
P
VOORZICHTIG
-- Laat de koppelingshendel (1) los voordat
u de schakelhendel (8) gebruikt en bij de
modellen 4+2 ook de bedieningshendel
van de Lage-Hoge versnellingen (12).
-- Forceer de schakelhendel (8) niet en bij de
modellen 4+2 ook niet de
bedieningshendel van de Lage-Hoge
versnellingen (12). Als de versnelling niet
wordt ingeschakeld, moet de machine
enigszins verplaatst worden door de
koppelingshendel (1) omlaag te brengen
en probeer het opnieuw.
-- Verander niet van snelheid bij rijdende
machine, omdat dit schade kan
veroorzaken.
Rijden
LET OP: De machine is niet
goedgekeurd voor gebruik op de
openbare weg. U mag de machine
( o v e r e e n k o m s t i g
h e t
Wegenverkeersreglement) alleen op
p r i vé te r re i n g e b r u i ke n d at vo o r
openbaar wegverkeer afgesloten is.
De machine stoppen en de motor afzetten
1. Laat de koppelingshendel (1, Fig.2) los.
2. Zet de schakelaar (10, Fig.2) in de stand 0
(STOP) (E, Fig.12).
3. Houd u voor het afzetten van de motor aan
de aanwijzingen in de handleiding van de
motor.
LET OP:
-- Raak de uitlaat of de motor niet aan
wanneer de motor draait of meteen nadat
deze is afgezet. Deze delen kunnen
namelijk erg heet worden.
-- Wanneer u de machine onbeheerd
achterlaat, dient u hem op een vlakke en
stabiele ondergrond te plaatsen en de
motor af te zetten.
H
LET OP:
-- Gebruik de laagste snelheden (1, R en R1)
wanneer u op een aflopende helling of
SK
een oprijplaat rijdt.
-- Verander niet van snelheid als u op een
hellend oppervlak rijdt.
CZ
Op hellingen rijden
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
LET OP:
-- Selecteer de laagste snelheid voordat u
op een hellend vlak gaat rijden en schakel
niet.
-- Parkeer de machine niet op een hellend
vlak.
-- Laat de koppelingshendel los als u op een
hellend vlak stopt. De remmen worden
automatisch ingeschakeld.
-- Rijdt langzaam als u op een hellend vlak
rijdt.
-- Schakel de laagste versnelling in en rijdt
langzaam voordat u met de machine over
een hellend vlak gaat rijden. Door een
plotselinge start kan de voorkant van de
machine omhoog komen, waardoor een
zeer gevaarlijke situatie ontstaat.
104
Parkeren
LET OP - Kies een stabiel en vlak terrein
om de machine te parkeren. Parkeer de
machine alleen als dat beslist
noodzakelijk is in onbeladen toestand
op een op- of aflopende helling. Het
wordt niet aanbevolen om een beladen
machine op een helling te parkeren.
6.3 De machine laden
LET OP:
-- Vervoer geen personen in de laadbak en
rijd niet terwijl u in de laadbak zit of staat.
-- Ga niet onder de laadbak staan wanneer
deze in de opgeheven stand staat.
-- Zet de laadbak altijd vast met het
blokkeermechanisme; hij kan omhoog
komen als de machine rijdt waardoor de
lading kan kantelen of vallen.
De kleppen van de laadbak kunnen worden
geopend om het laden en lossen te
vergemakkelijken:
1. Om de klep naar binnen of naar buiten te
schuiven, moeten eerst de schroeven
(A, Fig.15) worden losgedraaid. Deze
bevinden zich op 6 punten: twee onder de
voorste klep en twee voor elke zijklep, één
onder en één aan de zijkant.
2. Trek de klep in de gewenste stand (Fig.16).
3. Bevestig de schroeven (A).
LET OP - Bevestig de schroeven (A) goed
nadat u de kleppen hebt geopend of
gesloten. Als ze tijdens het rijden van
de machine worden geopend, kunnen
ze beschadigd raken en ongevallen
voor u en anderen veroorzaken.
Handmatige kanteling van de laadbak
De laadbak omhoog brengen
1. Maak het blokkeermechanisme (C, Fig.17) los
door het naar boven te trekken.
2. Trek de handgreep (B) omhoog en zet de
laadbak omhoog.
De laadbak omlaag brengen
1. Houd de handgreep (B, Fig.17) vast en breng
de laadbak volledig omlaag tot de rubber
aanslagen.
2. Schakel het blokkeermechanisme (C) weer in
door het omlaag te duwen.
Hydraulische kanteling van de laadbak
DUMPER (model 550D-1750D-50D)
-- Voor het kantelen van de laadbak de
hydraulische hendel (A, Fig.18) naar voren (1)
duwen.
-- Voor het omlaag brengen van de laadbak
de hydraulische hendel (A) naar de bediener
(2) trekken.
6.4 Aftakas (PTO)
LET OP: Wanneer de PTO niet wordt
gebruikt, moet deze altijd worden
afgedekt met de beschermdop
(A, Fig.19).
LET OP:
-- De keuze van geschikte uitwisselbare
werktuigen die op de PTO moeten worden
gebruikt is de verantwoordelijkheid van
de eindgebruiker; de gebruiker dient
onder zijn eigen verantwoordelijkheid na
te gaan of de eigenschappen van de
werktuigen compatibel zijn met die van
de machine en of ze de veiligheid van de
bediener en andere personen niet in
gevaar brengen.
-- De machine, bestaande uit het samenstel
van het werktuig en de motorunit, moet
voldoen aan de essentiële
veiligheidseisen die in de machinerichtlijn
zijn bepaald.
-- Bij gebruik van de PTO moet de machine
met de parkeerremmen worden I
geblokkeerd door aan (1, Fig.22) de twee
hendels (2 en 5, Fig.2) te trekken en ze te
blokkeren (2) met de hendeltjes (C,
Fig.22). Om de remmen te deblokkeren GB
moeten de twee hendels (2 en 5, Fig.2)
omhoog worden getrokken; de hendeltjes
(C, Fig.22) worden automatisch
F
losgekoppeld.
6.5 Opslag en vervoer
D
Opslag
Houd u voor het opslaan van de motor aan de
E
aanwijzingen in de handleiding van de motor.
LET OP:
-- Laat de hete delen, zoals de motor en de
versnellingsbak, afkoelen voordat u de
machine in een gesloten ruimte opslaat.
Raak deze delen niet aan. Controleer of
deze delen voldoende zijn afgekoeld,
voordat u de machine met een doek
bedekt.
-- Zet de machine op een vlakke en stabiele
ondergrond in een overdekte ruimte met
lege tanks en buiten bereik van kinderen.
-- Maak de brandstof- en olietanks leeg en
monteer de doppen weer (4 en 7, Fig.2).
Verwerk de brandstof en olie volgens de
voorschriften en met respect voor het
milieu. Gebruik goedgekeurde houders
en voorkom lekkage.
-- Om brandgevaar te verminderen moeten
de motor en vooral de uitlaat en de tanks
vrij van gras, bladeren of overmatig vet
worden gehouden.
VOORZICHTIG:
-- Maak de machine zorgvuldig schoon met
water en droog deze af. Gebruik nooit
waterstralen of oplosmiddelen om het
vuil te verwijderen. Zorg ervoor dat er
geen water in het luchtfilter en in de
elektrische onderdelen komt; ze zouden
kunnen beschadigen.
-- Breng de laadbak altijd omlaag.
-- Maak het luchtfilter goed schoon.
-- Controleer de startkabel van de motor op
slijtage.
Langdurige stilstand
Volg bij een langdurige stilstand (langer dan 1
maand) de aanwijzingen in de handleiding van
105
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
spanriemen worden gebruikt waarvan u
moet nagaan of de bevestiging correct en
stevig is.
de motor en de procedures voor
ingebruikname in deze handleiding (pag.92).
I Deze procedures zijn dezelfde als bij een
normale start van de machine.
LET OP - Controleer bij hervatting van
het werk of er geen benzine lekt uit de
leidingen, het kraantje en de
carburator.
GB
F
Transport
LET OP: De machine mag niet op de
o p e n b a re we g r i j d e n o f wo rd e n
gesleept.
D
E -- Om de machine te vervoeren moet een
NL
--
P
--
H
--
SK
CZ -RUS
UK
voertuig met aangepast vermogen en
afmetingen worden gebruikt dat daarvoor
afdoende is toegerust of een goedgekeurde
aanhangwagen.
Om de machine in het voertuig te laden,
kiest u steeds een vlakke zone, ver van het
verkeer en zonder potentieel gevaarlijke
voorwerpen.
De machine is zwaar en kan ernstige schade
door beknelling veroorzaken. Laad hem met
grote voorzichtigheid in en uit voertuigen of
aanhangwagens.
Gebruik steeds een gecertificeerde laadbrug,
die 4 keer zo lang is als de hoogte van de
laadvloer van het voer tuig, met een
aangepaste breedte, een antislipoppervlak,
sterk genoeg om het gewicht van de
machine te dragen.
De machine kan ook op een pallet worden
vastgemaakt en geladen met een
vork hef truck . In dat geval moet de
vorkheftruck worden bediend door een
daartoe gemachtigde operator.
LET OP: De machine MAG NIET worden
opgetild met riemen, kettingen of
haken.
PL
-- Zet de schakelhendel in de stand F of F1 om
de machine te laden en in de stand R of R1
om te lossen. Zet bovendien de gashendel in
de stand 'LAAG' (D, Fig.13) om de machine
BIH
langzaam te laten rijden.
SRB -- De machine moet horizontaal vervoerd
HR
worden met een lege tank, dichtgedraaid
benzinekraantje. Controleer bovendien of de
geldende vervoersvoorschriften voor deze
machines niet worden overschreden.
-- Om de machine op het voertuig of de wagen
vast te maken, moeten goedgekeurde
FIN
106
LET OP: Alleen de parkeerrem
garandeert niet de stabiliteit van de
machine tijdens het transport.
-- Tijdens het transport mag geen enkele
persoon op de machine blijven zitten.
-- Voordat u de machine over de openbare
weg vervoert, dient u de plaatselijk geldende
verkeersregels te raadplegen en in acht te
nemen.
-- Pro b e e r d e m a c h i n e n i e t i n / u i t h e t
vervoermiddel te laden als de laadbak van
de machine een lading bevat.
-- Zorg ervoor dat niemand voor de machine
staat als u deze in/uit een vervoermiddel
laadt.
-- Houd de rupsbanden altijd in het midden
van de oprijplaten als u erop of eraf rijdt.
-- Probeer nooit van rijrichting te veranderen
als u oprijplaten op of af rijdt.
-- Het evenwichtsmidden van de machine zal
onverwachts veranderen wanneer over de
verbindingslijn tussen oprijplaat en vloer van
het vervoermiddel wordt gereden. Houd
rekening met deze plotselinge verandering.
7.
ONDERHOUD
Lees ook de handleiding van de motor
aandachtig.
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze
motor,
inclusief
het
emissiecontrolesysteem, moet worden beheerd,
g e b r u i k t e n o n d e r h o u d e n vo l g e n s d e
aanwijzingen in de gebruikershandleiding om
de emissieprestaties die van toepassing zijn op
niet voor de weg bestemde mobiele machines
binnen de wettelijke eisen te houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk
gebruikt worden.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud
van de motor of van de machine kan mogelijke
storingen van het emissiecontrolesysteem
veroorzaken waardoor niet meer wordt voldaan
aan de toepasselijke wettelijke eisen; in dat
geval moet onmiddellijk ac tie worden
ondernomen om de storingen van het systeem
te repareren en de toepasselijke eisen te
herstellen.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met
voorbeelden van een verkeerde werking,
onjuist gebruik of onderhoud:
-- De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
-- Gebruik van brandstof en/of motorolie die
niet aan de kenmerken voldoen die in het
hoofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn
aangegeven;
-- Gebruik van niet-originele onderdelen,
bijvoorbeeld bougies, enz.;
-- Geen of niet-passend onderhoud van het
lossysteem, inclusief verkeerde
onderhoudsintervallen voor uitlaat, bougie,
luchtfilter, enz.
LET OP- Manipulatie van deze motor
maakt het EU-certificaat met
betrekking tot de emissies ongeldig.
7.1 Veiligheidsadviezen
LET OP
-- Als de machine onderhouden moet
worden, moet u de motor uitschakelen en
het kapje van de bougie losmaken. Draag
steeds veiligheidsschoenen en
handschoenen.
-- Verwijder elk brandbaar voorwerp uit het
werkgebied
voordat
u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
-- Lees de instructies, voordat u reinigingsof onderhoudswerkzaamheden verricht.
Draag geschikte kleding en
werkhandschoenen in alle situaties die
een risico voor de handen vormen.
-- Gebruik de machine nooit met versleten
of beschadigde onderdelen. Defecte of
versleten onderdelen moeten worden
ve r va n g e n e n m o g e n n i e t wo rd e n
gerepareerd. Gebruik alleen originele
vervangingsonderdelen: het gebruik van
niet-originele en/of niet correct
gemonteerde vervangingsonderdelen
heef t een negatieve invloed op de
veiligheid van de machine; dit kan
ongevallen of persoonlijk letsel
veroorzaken en ontheft de fabrikant van
elke verplichting of aansprakelijkheid.
-- A l l e
o n d e r h o u d s e n
afstelwerkzaamheden die niet in deze
handleiding zijn beschreven moeten door
een erkend ser vicecentrum worden
uitgevoerd dat over de benodigde kennis
en gereedschappen beschikt om het werk
correct uit te voeren en waarbij het
oorspronkelijke veiligheidsniveau van de
machine behouden blijft.
Werkzaamheden die bij ongeschikte
bedrijven of door ongekwalificeerd
personeel zijn uitgevoerd, doen elke vorm
van garantie en elke verplichting of
aansprakelijkheid van de fabrikant
vervallen. Vooral bij vaststelling van een
slechte werking van de rem, de in- en
uitschakeling van het mes, de
inschakeling van de aandrijving in de
voor- of de achteruitversnelling dient u
onmiddellijk contact op te nemen met
een erkend servicecentrum.
-- De uitlaat en andere delen van de motor
(bijvoorbeeld, de kleppen van de cilinder,
de bougie, enz.) worden warm tijdens de
werking en blijven ook een bepaalde
periode na het uitzetten van de motor
warm. Om het risico van brandwonden te
verminderen de demper en andere
onderdelen niet aanraken wanneer deze
heet zijn.
-- Controleer regelmatig of zich materialen
zoals droog gras of dergelijke in de buurt
van de motor en vooral in de buurt van de
uitlaat bevinden; reinig deze delen
regelmatig en verwijder ook kleine
hoeveelheden.
I
GB
F
D
E
NL
P
H
SK
-- Breng nooit wijzigingen aan uw machine
aan.
CZ
-- V e r v a n g v e i l i g h e i d s v o o r z i e n i n g e n
onmiddellijk als deze beschadigd of kapot
zijn.
RUS
-- Houd de moeren, bouten en schroeven strak UK
aangespannen om ervoor te zorgen dat de
machine in veilige omstandigheden werkt.
PL
7.2 Gewoon onderhoud
Onderstaande lijst helpt u om uw machine
efficiënt en veilig te houden. De lijst geeft een FIN
overzicht van de belangrijkste onderhouds- en
smeer werkzaamheden en de termijnen
BIH
waarbinnen ze moeten worden uitgevoerd.
SRB
HR
107
Machine
1. Controle en afstelling gashendel
I
(2)
GB
F
D
25 uur
3. Controle en afstelling blokkering
parkeerrem (2)
25 uur
4. Controle en afstelling
deblokkeerhendels rupsbanden
(2)
25 uur
5. Rollen van de rupsbanden
smeren
6. Controle V-snaar (2)
E
7. Vervanging V-snaar (1) (2)
20-30 uur
25 uur
-- uur
8. Controle van alle bevestigingen
25 uur
9. Algemene smering (3)
25 uur
NL 10. Transmissieolie verversen (1e
keer) (2)
P
25 uur
2. Controle en afstelling
koppelingshendel (2)
11. Transmissieolie verversen
(daarna) (2)
12. Olie (SAE 15W/40) hydraulische
installatie verversen modellen
550D-1750D-50D (1e keer) (2)
H
13. Olie (SAE 15W/40) hydraulische
installatie verversen modellen
550D-1750D-50D (de keren
SK
daarna) (2)
50 uur
500 uur
20 uur
50 uur
VOORZICHTIG: Volg alle voorschriften
i n
d e
g e b r u i k s e n
onderhoudshandleiding van de motor
op.
Verversen van de motorolie
VOORZICHTIG: De olie kan gemakkelijker
worden afgetapt als de olie warm is.
1. Plaats een geschikte houder onder de motor
om de afgewerkte olie op te vangen en
verwijder de dop van de tank (A, Fig. 23), de
afvoerbout (B) en de pakkingring (C).
2. Laat de olie volledig weglopen, plaats de
afvoerbout en de pakkingring weer terug en
draai ze stevig dicht.
3. Met de motor in horizontale positie vult u
de tank tot het maximale tekentje van de
peilstok (MAX) met aanbevolen olie (Fig. 24).
4. Draai de dop weer vast op de tank (A).
VOORZICHTIG: Het gebruik van de motor
met onvoldoende olie kan ernstige schade
toebrengen aan de motor.
LET OP: Ver wijder de afgewerkte
motorolie
volgens
de
milieuvoorschriften. Afgewerkte olie
moet in een verzegelde houder worden
afgeleverd bij een erkende dealer. Gooi
geen olie bij het huisvuil, spoel het niet
door de gootsteen en giet het niet op
het land of in het riool.
CZ
1) Neem contact op met uw dealer bij de
eerste tekenen van een storing.
RUS 2) Deze werkzaamheid moet door uw
dealer of door een erkend
UK
servicecentrum worden uitgevoerd.
3) D e a l g e m e n e s m e r i n g v a n a l l e
scharnieren moet bovendien telkens
PL
worden uitgevoerd wanneer de machine
voor een langer periode niet gebruikt zal
worden.
Transmissieolie controleren en verversen
VOORZICHTIG: Controleer regelmatig of
er geen olie lekt.
Motor
Ver vers de transmissieolie volgens het
onderhoudsprogramma op pag.107 bij een
erkend servicecentrum.
De olie moet van het type SAE 85W/140 zijn.
De hoeveelheid toe te voegen olie is 3,5 liter.
Hydraulische olie controleren en verversen
(model 550D-1750D-50D)
paragraaf ) - Controle en reiniging luchtfilter Vervanging luchtfilter - Controle benzinefilter
-Vervanging benzinefilter Controle en reiniging contacten bougie Vervanging bougie
LET OP:
-- Controleer regelmatig of de hydraulische
l e i d i n g e n g o e d b eve s t i g d e n n i e t
beschadigd zijn.
-- Als de onderhoudswerkzaamheden de
loskoppeling van de koppelingen en
leidingen vereisen, moet eerst de druk
FIN
BIH Raadpleeg de handleiding van de motor
SRB voor de complete lijst en de intervallen.
HR Motorolie verversen (zie ook onderstaande
108
van het hydraulische circuit worden
afgelaten.
-- Controleer of alle onderdelen die tijdens
het onderhoud zijn verwijderd, weer
gemonteerd worden.
Controle
1. Controleer bij elk gebruik van de machine of
er geen olielekkages zijn.
2. Controleer het oliepeil met volledig omlaag
gebrachte laadbak en gebruik hiervoor de
dop met de peilstok (B, Fig.18).
Transmissie
1. Verwijder de oude olie met behulp van een
spuit.
2. Vul de olie bij via de dop (B) totdat het
oliepeil tussen het streepje van het hoogste
peil en de onderkant van de peilstok
(minimumpeil) staat.
Rupsbanden
O ntd o e d e s te l m o e r (A , Fi g. 2 8 ) e n d e
blokkeerschroef (B) regelmatig van modder om
te voorkomen dat ze te vast komen te zitten.
Smeer de rupsbandenspanner na elk gebruik.
Aftakas (PTO)
Controleer bij elk gebruik de afdichting van de
oliekeerring.
Vet aanbrengen
De volgende onderdelen moeten regelmatig
met vet worden gesmeerd:
1. De steunen van de laadbak (Fig.25).
2. De 4 rollen van de rupsbanden (Fig.26).
VOORZICHTIG:
-- Breng ook vet aan op de glijdende en
ruwe delen die niet genoemd worden.
-- Breng regelmatig vet aan met behulp van
een smeerpistool.
Buitengewoon onderhoud
Laat aan het eind van het seizoen bij intensief
gebruik en om de twee jaar bij normaal gebruik
een algemene controle door een
gespecialiseerd monteur van het
assistentienetwerk uitvoeren.
8.
MILIEUBESCHERMING
natuur waarin we leven.
-- Zorg ervoor dat u geen storende factor in de
buurt bent.
-- Volg de plaatselijke voorschriften voor het I
afdanken van de vervoerde materialen
nauwgezet.
-- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van verpakkingsmateriaal, olie, GB
benzine, accu’s, filters, versleten delen of elk
onderdeel dat een slechte invloed heeft op
het milieu nauwgezet op; dit afval mag niet
bij het huisvuil worden geworpen, maar F
moet worden gescheiden en naar speciale
verzamelcentra worden gebracht, die de
materialen zullen recyclen.
D
Slopen en afdanken
Laat de machine na de buitenwerkingstelling
niet in het milieu achter, maar wend u tot een
afvalinzamelcentrum.
Een groot deel van de materialen die bij de
bouw van de machine gebruikt zijn, zijn
recyclebaar: alle metalen (staal, aluminium,
messing) kunnen aan een normale
ijzerhandelaar worden gegeven. Neem voor
meer informatie contact op met de normale
afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het afval
dat afkomstig is van de sloop van de machine
moet met respect voor het milieu worden
verwerkt zonder de bodem, de lucht en het
water te vervuilen.
In elk geval moeten de plaatselijk geldende
wetten op dit gebied in acht worden
genomen.
Bij machine sloop, moet u het label van de
CE-markering samen met deze handleiding te
vernietigen.
9.
E
NL
P
H
SK
CZ
O P A A N V R A AG L E V E R B A R E
RUS
ACCESSOIRES
UK
Ophogingsset kleppen (Fig.27)
Ombouwset om de kleppen van de laadbak te
verhogen voor een gemakkelijker vervoer van PL
volumineuze ladingen.
LET OP: Het laadvlak mag niet worden
gewijzigd of uitgebreid om het
laadvermogen van de machine te
vergroten; het gebruik van hogere
laadkleppen geeft geen toestemming
om het maximale draagvermogen van
de machine te overschrijden.
Tijdens het gebruik van de machine moet de
bescherming van het milieu een belangrijk
aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben
ten gunste van de samenleving en van de
109
FIN
BIH
SRB
HR
10. TECHNISCHE GEGEVENS
TN 4500
CR 450
NTR 450
BTR 450
RC 450
R 35
I
GB
F
Motor
Type
Voeding
Starten
Transmissie
D
Snelheid
km/h
Minimale draaicirkel
Steunlengte rupsband
Steunbreedte rupsband
Kanteling laadbak
Kantelhoek
Maximaal draagvermogen
Vloer laadbak
Lengte laadvloer
Breedte laadvloer
Maximale helling
Gewicht
Buitenafmetingen
Geluidsdruk (LpA av 2006/42/EG)
Onzekerheid
Gemeten geluidsvermogensniveau
(2000/14/EC – EN ISO 3744)
Onzekerheid
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau
(LwA 2000/14/EG – EN ISO 3744)
Trillingsniveau (EN 20643)
Onzekerheid (EN 12096)
mm
mm
mm
E
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
kg
mm
mm
kg
mm
dB(A)
dB(A)
dB(A)
dB(A)
dB(A)
m/s2
m/s2
TN 5600
CR 560
NTR 550
BTR 550
NTR 1750D
NTR 550D BTR 1750D
BTR 550D RC 1750D
R 50D
Honda
4-takt
benzine
handmatig
4 snelheden
6 snelheden
(3 AV + 1
(4 AV + 2 RM)
RM)
1 AV = 1,88
2 AV = 3,16
1 AV = 1,88
3 AV = 4,13
2 AV = 4,13
4 AV = 7,00
3 AV = 7,00
1 RM = 1,86
RM = 1,86
2 RM = 3,13
700
600
180
handmatig
hydraulische
50°
60°
450
550
550 (1750 ℓ)
uitschuifbaar
dumper
925-1060
1000-1180
915
560-940
650-1100
620
10° (17%)
180
200
215
1640x640x900
1720x730x900
1580x620x900
89
89
86,5
89,1
3
3
3
3
97
97
98
98
1
1
1
1
98
98
99
99
9,7
11,3
15,2
14,33
0,3
0,4
0,7
0,6
11. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
De ondergetekende, Emak spa via Fermi, 4 - 42011
Bagnolo in Piano (RE) ITALY verklaart onder eigen
verantwoordelijkheid dat de machine:
1. Type: dumper (transporter)
2. Merk Oleo-Mac, Type CR 450 - CR 560
Merk Efco, Type TN 4500 - TN 5600
Merk Nibbi, Type NTR 450 - NTR 550 - NTR 550D NTR 1750D
Merk Bertolini, Type BTR 450 - BTR 550 - BTR 550D BTR 1750D
Merk Power Pac, Type RC 450 - RC 1750D
Merk Rotair, Type R 35 - R 50D
3. Serienummer B64 XXX 0001 ÷ B64 XXX 9999
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn /
verordening:
2006/42/CE - 2014/30/EU - (EU) 2016/1628 - (EU)
2017/654 - (EU) 2017/656 - 2000/14/CE annex I n° 18
voldoet aan de voorschriften van de volgende
geharmoniseerde normen:
EN 474-6:2006 + A1:2009 - EN ISO 14982
110
Gevolgde procedures voor de conformiteitsbeoordeling:
2000/14/EG Annex VI procedura 1
Gemeten geluidsvermogensniveau dB (A):
97.0 dB(A) - 98.0 dB(A) (D)
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau dB (A):
98.0 dB(A) - 99.0 dB(A) (D)
Nominaal vermogen: 3.6 kW
Aangemelde instantie voor Richtlijn 2000/14/EG:
Eurofins Product Testing Italy S.r.l. via Courgnè, 21 10156 Torino (TO) - Italyn° 0477
De technische documentatie staat ter beschikking in
het hoofdkantoor: Technisch bestuur
Geproduceerd in Bagnolo in Piano (RE) Italy - via
Fermi, 4
Datum: 05/07/2019
s.p.a.
Fausto Bellamico - President
12. GARANTIEBEWIJS
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met
de modernste produc tietechnieken. De
fabrikant geeft een garantie van 24 maanden
vanaf de aankoopdatum op de eigen producten
voor privé-/hobbygebruik. De garantie is
beperkt tot 12 maanden bij professioneel
gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum.
De fabrikant vervangt gratis de onderdelen
met defecten in materiaal, afwerking en
productie via het verkoopnetwerk en de
technische servicedienst. De garantie
ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen
de consequenties van de defecten of
fouten veroorzaakt door het verkochte
voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte
onderdelen zo snel als organisatorisch
mogelijk is repareren.
3) O m e e n a a nv ra a g to t te c h n i s c h e
assistentie onder garantie in te dienen,
dient u aan het bevoegde personeel het
onderstaande garantiecertificaat te
tonen, voorzien van het stempel van de
leverancier, volledig ingevuld en met de
aankoopfactuur of bon met de
aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie ver valt in de volgende
gevallen:
-- Duidelijk gebrek aan onderhoud,
-- Onjuist gebruik van het product of
5)
6)
7)
8)
9)
10)
geknoei aan het product,
-- Gebruik van ongeschikte smeermiddelen
of brandstoffen,
-- G e b r u i k v a n n i e t - o r i g i n e l e
reserveonderdelen of accessoires,
-- Reparaties die uitgevoerd zijn door
onbevoegd personeel.
De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en
onderdelen die aan normale
werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de
garantie.
Onder de garantie vallen geen
aanpassingen en verbeteringen van het
product.
Onder de garantie vallen geen afstellingen
en onderhoudswerkzaamheden die nodig
zouden kunnen zijn tijdens de
garantieperiode.
Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens
het transport moet onmiddellijk gemeld
worden aan de transporteur, anders vervalt
de garantie.
Voor motoren van andere merken (Briggs &
Stratton, Subaru, Honda, Kipor Lombardini,
Kohler, enz.) die gemonteerd zijn op onze
machines, geldt de garantie die gegeven
wordt door de fabrikant van de motor.
De garantie dekt geen eventuele directe of
indirecte schade, die veroorzaakt is bij
personen of voorwerpen door storingen in
het apparaat of die voortvloeit uit het
langdurig niet gebruiken van het apparaat.
I
GB
F
D
E
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
MODELL
DATUM
PL
SERIENUMMER
LEVERANCIER
FIN
KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
BIH
SRB
HR
Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische
garantie aanhechten.
111
13. HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN STORINGEN
I
LET OP: zet het apparaat altijd uit voordat u de aanbevolen corrigerende maatregelen in
onderstaande tabel uitvoert, behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem dan
op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze tabel staat,
GB contact
neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM
F
1. De motor start niet.
NL
P
H
SK
CZ
RUS
UK
PL
FIN
BIH
SRB
HR
a) er wordt geen benzine
aangevoerd
b) er is een
ontstekingsprobleem
D
E
MOGELIJKE OORZAKEN
c) vlinderklep van de
carburator sluit niet volledig
2. De motor start moeilijk of draait
onregelmatig.
Slechte carburatie
OPLOSSING
a) - controleer het brandstofniveau in de
tank
- draai het kraantje open
b) - controleer de bevestiging van de
bougiekap
- Controleer of de elektroden van de
bougie schoon zijn en een correcte
onderlinge afstand hebben
c) neem contact op met een erkend
servicecentrum
- reinig of vervang het luchtfilter
- maak de tank leeg en vul deze met
nieuwe benzine
- controleer en vervang het
benzinefilter eventueel
a) problemen met de spanning Neem contact op met een erkend
3. De rijsnelheid is onregelmatig,
servicecentrum
van de transmissieriem
er is te weinig aandrijving op
hellingen of de machine heeft de b) problemen met de
transmissie
neiging te steigeren.
4. De rijaandrijving werkt niet
a) onjuiste spanning van de
riem
b) versleten of gebroken riem
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
5. De machine stuurt niet naar
links en/of naar rechts
De kabel van de
deblokkeerhendel van de
aandrijfas is niet correct
afgesteld
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
6. In de parkeerstand heeft de
machine bij draaiende motor de
neiging om te gaan rijden
Onjuiste riemspanning
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
7. In de parkeerstand op een
helling gaat de machine bij
afgezette motor rijden
Versleten remklauw of onjuist
afgestelde rem
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
8. De machine maakt lawaai bij de
start
Onjuiste kabelspanning
koppelingshendel
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
9. De rupsbanden raken tijdens het Onjuiste spanning van de
rijden de laadbak
rupsbanden
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
10. De versnellingen schakelen niet
in
Versleten schakelvorken
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
11. De ontgrendeling van de
steekassen produceert een
metalen geluid
Onjuiste spanning van de
ontgrendelkabel van de
steekassen
Neem contact op met een erkend
servicecentrum
12. De eerste versnelling en de
achteruitversnelling blijven niet
ingeschakeld
Slecht afgestelde schakelhendel Neem contact op met een erkend
servicecentrum
13
a) laag peil hydraulische olie
De laadbak gaat niet omhoog of
gaat schokkerig omhoog
(modellen 550D-1750D-50D)
b) hydraulische leiding niet
correct aangehaald
a) controleer het peil van de hydraulische
olie en vul deze bij
b) Neem contact op met een erkend
servicecentrum
LET OP: Probeer nooit reparaties uit te voeren als u niet over de middelen en de nodige technische kennis
beschikt. Slecht uitgevoerde werkzaamheden doet de garantie automatisch vervallen en ontheft de
fabrikant van elke aansprakelijkheid.
112
I
ATTENZIONE! – Questo manuale deve accompagnare la macchina durante tutta la sua vita.
GB WARNING! – This owner’s manual must stay with the machine for all its life.
F
ATTENTION! – Le manuel doit accompagner la machine pour toute sa vie.
D
ACHTUNG! - Dieses Anweisungsheft muß das Gerät während seiner gesamten Lebensdauer begleiten.
E
¡ATENCIÓN! - Este manual debe acompañar a la máquina durante toda su vida útil.
NL LET OP! - Dit handboek moet voor de gehele levensduur bij de machine blijven.
P
ATENÇÃO! - Este manual deve acompanhar a máquina durante toda a sua vida útil.
H
FIGYELEM – A jelen kézikönyvet a gép teljes élettartama idején a géppel együtt kell tárolni.
SK UPOZORNENIE! - Tento návod musí sprevádzať stroj po celú dobu jeho životnosti.
CZ UPOZORNĚNÍ! - Tento návod byste měli používat po celou dobu životnosti přístroje.
RUS
UA ВНИМAНИЕ! – Нaстoящaя инструкция дoлжнa сoпрoвoждaть издeлиe вo врeмя всeгo срoкa eгo службы.
PL UWAGA! - Niniejsza instrukcja powinna towarzyszyć urządzeniu przez cały okres jego eksploatacji.
FIN HUOMIO! – Tämän oppaan on oltava koneen mukana koko koneen käyttöiän ajan.
SRB
HR
MNE PAŽNJA! - Ovaj priručnik treba čuvati zajedno sa strojem tijekom čitavog njegovog radnog vijeka.
Mod. 68720198 rev.1 - Ago/2019
BIH
Emak S.p.A.
42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy
www.myemak.com
www.youtube.it/EmakGroup