Nordland VW812 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Afwasmachine VW 812
Inhoud
Veiligheidsinformatie ............................... 2
Productbeschrijving ............................... 3
Bedieningspaneel ................................... 4
Ingebruikneming ..................................... 4
De waterontharder instellen .................... 5
Gebruik van afwasmachinezout .............. 6
Gebruik van glansmiddel ........................ 7
Dagelijks gebruik .................................... 8
Bestek en serviesgoed plaatsen ............. 9
Gebruik van afwasmiddel ...................... 11
Een afwasprogramma selecteren en
starten .................................................. 12
De afwasmachine uitruimen .................. 13
Wasprogramma's ................................. 13
Onderhoud en reiniging ........................ 14
Wat moet u doen, als... ........................ 16
Technische gegevens ........................... 17
Tips voor testinstanties ......................... 17
Installatie .............................................. 18
Wateraansluiting ................................... 19
Elektrische aansluiting .......................... 21
Het milieu ............................................. 21
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarbor-
gen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclu-
sief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en
ongevallen te voorkomen is het belang-
rijk ervoor te zorgen dat alle mensen die
het apparaat gebruiken, volledig bekend
zijn met de werking ervan en de veilig-
heidsvoorzieningen. Bewaar deze in-
structies en zorg ervoor dat zij bij het
apparaat blijven als het wordt verplaatst
of verkocht, zodat iedereen die het ap-
paraat gedurende zijn hele levensduur
gebruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
Correct gebruik
Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke ge-
bruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor
reiniging in een afwasmachine.
Doe geen oplosmiddelen in de
afwasmachine. Dit kan een explosie ver-
oorzaken.
Messen en andere voorwerpen met
scherpe punten moeten met de punt naar
beneden in de bestekmand worden ge-
plaatst of horizontaal in het bovenrek wor-
den gelegd.
Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
Open de deur niet als het apparaat in
werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
Neem geen serviesgoed uit de
afwasmachine voordat het
afwasprogramma is afgelopen.
Trek na het gebruik de stekker uit het stop-
contact en draai de waterkraan dicht.
Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een daartoe bevoegde service-
monteur en er dient alleen gebruik te
worden gemaakt van originele reserveon-
derdelen.
Onder geen voorwaarde moet u proberen
de afwasmachine zelf te repareren. Repa-
raties die worden uitgevoerd door onerva-
ren personen veroorzaken letsel of storin-
gen. Neem contact op met onze service-
afdeling. Sta te allen tijde op het gebruik
van originele reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
Afwasmiddelen kunnen chemische brand-
wonden veroorzaken aan de ogen, de
mond en de keel. Deze kunnen levensbe-
dreigend zijn! Houd u aan de veiligheids-
instructies van de afwasmiddelfabrikant.
Het water in uw afwasmachine is geen
drinkwater. Resten van afwasmiddel kun-
nen nog in de machine aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de deur van de
afwasmachine altijd gesloten is als het ap-
paraat niet wordt in- of uitgeruimd. Zo
voorkomt u dat iemand over de open deur
struikelt en zich bezeert.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
2
De veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen de
afwasmachine niet zonder toezicht gebrui-
ken.
Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
Houd kinderen uit de buurt van de
afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een
beschadigde machine aan. Neem contact
op met uw leverancier als de machine be-
schadigd is.
Alle verpakkingsmaterialen moeten verwij-
derd worden voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
Alle elektrische en loodgieterswerkzaam-
heden die nodig zijn voor de installatie van
dit apparaat moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd en competent
persoon.
Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wij-
zigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modifi-
ceren.
Gebruik de afwasmachine nooit als het
aansluitsnoer of de waterslangen bescha-
digd zijn; of als het bedieningspaneel, het
werkblad of de plint zodanig beschadigd
zijn dat het inwendige van de machine vrij
toegankelijk is. Raadpleeg onze service-
afdeling om gevaarlijke situaties te voor-
komen.
In de behuizing van de afwasmachine mo-
gen geen gaten worden geboord ter voor-
koming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
Waarschuwing! Voor de aansluiting
van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden
opgevolgd.
Productbeschrijving
1 Bovenrek
2 Aanpassen van de instelling van de wa-
terhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
3
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
10 Bovenblad
Bedieningspaneel
12
3
4
1
Programmaschakelaar
2 Toets start/annuleren
3 Indicatielampjes
4 Controlelampje aan/uit
Indicatielampjes
REINIGEN Brandt tijdens de afwas- en spoelfase.
DROGEN Brandt tijdens de droogfase.
EINDE
Gaat branden als een afwasprogramma is afge-
lopen. Heeft ook andere visuele signaleringsfunc-
ties zoals:
het instellen van de waterontharder,
melden van een alarm als gevolg van storing
van de machine.
Programmaschakelaar en
controlelampje aan/uit
Het selecteren van een afwasprogramma
vindt plaats door de programmaschake-
laar naar rechts of links te draaien, tot de
programma-aanwijzer, op de schakelaar,
overeenkomt met het gewenste
afwasprogramma dat op het bedienings-
paneel staat.
Het controlelampje aan/uit brandt (positie
AAN)
Om het apparaat uit te schakelen draait u
de programmaschakelaar totdat de
programma-aanwijzer correspondeert
met het controlelampje aan/uit. Het
controlelampje aan/uit gaat uit (positie
UIT).
Met behulp van de programmaschake-
laar kan ook de waterontharder worden
geactiveerd.
Ingebruikneming
Voordat u uw afwasmachine in gebruik
neemt:
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting
en de wateraansluiting voldoen aan de in-
stallatie-instructies
Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit
het inwendige van de machine
De waterontharder instellen
Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereer-
zout
Vul het glansmiddeldoseerbakje
4
Als u gebruik wilt maken van
gecombineerde afwasmiddelblok-
jes zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1''
enz... volg de instructies in "Gebruik
van afwasmiddel".
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een wa-
terontharder die is ontworpen om mineralen
en zouten uit het leidingwater te verwijderen
die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in
equivalente eenheden, Duitse hardheid (°
dH), Franse hardheid (°TH) en mmol/l (milli-
mol per liter - internationale eenheid voor de
hardheid van water).
De ontharder moet worden ingesteld in over-
eenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan
u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide ma-
nieren worden ingesteld: handmatig,
met behulp van de waterhardheidstoets
en elektronisch.
Waterhardheid
Aanpassen van de waterhardheidsin-
stelling
Ge-
bruik
van
zout
°dH °TH mmol/l handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 2 niveau 10 ja
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 2 niveau 9 ja
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 2 niveau 8 ja
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 2 niveau 7 ja
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 2 niveau 6 ja
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 2 niveau 5 ja
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 1 niveau 4 ja
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 1 niveau 3 ja
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 1 niveau 2 ja
< 4 < 7 < 0,7 1 niveau 1 nee
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek in-
gesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of
2 (zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
De afwasmachine is in de fabriek inge-
steld op stand 5.
1. De afwasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
Houd de toets start/annuleren ingedrukt
en draai de programmaschakelaar naar
5
links totdat de programma-aanwijzer cor-
respondeert met het eerste
afwasprogramma.
2. Laat de toets start/annuleren los, de con-
trolelampjes aan/uit en start/annuleren
beginnen te knipperen om aan te geven
dat u de instelfunctie van de wateront-
harder heeft geactiveerd.
3. Tegelijkertijd begint het controlelampje
einde programma ter knipperen.
Het huidige niveau wordt aangegeven
door het aantal keren dat het
controlelampje einde programma knip-
pert en een onderbreking van ca. 3 se-
conden.
Voorbeelden:
5 keer knipperen, pauze, 5 keer knippe-
ren, pauze, enz... = niveau 5
6 keer knipperen, pauze, 6 keer knippe-
ren, pauze, enz... = niveau 6
4. Druk op de toets start/annuleren om
het niveau te wijzigen. Elke keer dat deze
toets wordt ingedrukt, wordt het niveau
gewijzigd.
Voorbeelden:
Als het huidige niveau 5 is, kunt u door
één keer op de toets start/annuleren te
drukken niveau 6 selecteren.
Als het huidige niveau 10 is, kunt u door
één keer op de toets start/annuleren te
drukken niveau 1 selecteren.
5. Schakel om de instelling in het geheugen
op te slaan de afwasautomaat uit door de
programmaschakelaar weer in de stand
Uit te zetten.
Gebruik van afwasmachinezout
Waarschuwing!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd
voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld
voor gebruik in een afwasmachine, in het bij-
zonder tafelzout, zullen schade toebrengen
aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwas-
programma's gaat starten. Hiermee wordt
voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de
machine achterblijven, hetgeen corrosie kan
veroorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine en schroef het deksel van het
zoutreservoir los door het tegen de wij-
zers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is
alleen nodig als de machine de eerste
keer met zout wordt gevuld) .
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
trechter zout in het reservoir totdat het vol
is.
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor
dat er geen zoutresten achterblijven op
de schroefdraad of op de pakking.
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen
met zout water uit de vulopening
stroomt, dit is heel normaal.
Het zoutreservoir moet regelmatig worden
bijgevuld.
6
De zoutdeksel heeft in het midden een indi-
catievenster voor het bijvullen van zout. Er is
een groene vlotter zichtbaar als er zout in
het reservoir aanwezig is en deze vlotter is
bijna niet meer zichtbaar als het zout op is.
Deze vlotter is bedoeld om u eraan te herin-
neren dat er zout bijgevuld moet worden.
Gebruik van glansmiddel
Waarschuwing! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachi-
nereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmid-
del). Dit zou het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat het ser-
viesgoed grondig wordt gespoeld en vrij
van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgren-
delknop (A) te drukken.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de
16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de
ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst
glansmiddel op met een absorberende
doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige
schuimvorming te voorkomen.
Stel de dosering van het glansmiddel in over-
eenstemming met de bereikte eind- en
droogresultaten in met behulp van de 6-stan-
denschakelaar (stand 1 minimumdosering,
stand 6 maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op
stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op
het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige
witachtige strepen op het serviesgoed ach-
terblijven of een blauwzweem op glaswerk of
op de lemmeten van messen.
7
Vul glansmiddel bij als indicator (B) doorzich-
tig wordt.
Dagelijks gebruik
Controleer of het nodig is regenereerzout
of glansmiddel bij te vullen.
Plaats bestek en serviesgoed in de
afwasmachine.
Afwasmiddel doseren.
Selecteer een programma dat geschikt is
voor het bestek en het serviesgoed.
Start het afwasprogramma.
Handige aanwijzingen en tips
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
alle voedselresten en rommel te verwij-
deren.
Laat aangebakken etensresten in pan-
nen eerst inweken
Let bij het plaatsen van serviesgoed en be-
stek op de volgende punten:
Borden en bestek mogen de draaibe-
weging van de sproeiarmen niet belem-
meren.
Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lo-
pen.
Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet ra-
ken.
Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
8
Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden; deze voorwerpen drogen
niet zo goed als voorwerpen van porselein
en staal.
Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst
en zo worden neergezet dat ze niet kunnen
bewegen.
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt: in beperkte mate geschikt:
bestek met houten, hoornen, porseleinen of pa-
relmoeren handgrepen.
voorwerpen van kunststof die niet hittebesten-
dig zijn.
ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
hittebestendig zijn.
gelijmd bestek of gelijmde borden.
tinnen of koperen voorwerpen.
glaswerk van loodkristal.
gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
houten schotels.
voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als
het door de fabrikant specifiek wordt geken-
merkt als afwasmachinebestendig.
Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
Zilveren en aluminium hebben de neiging om
tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten,
bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken
op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder
etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als
dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
Bestek en serviesgoed plaatsen
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen,
deksels, borden, slakommen, bestek, enz.
Dekschalen en grote deksels moeten langs
de rand van het rek worden gerangschikt om
te garanderen dat de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
U kunt de rijen met punten in het onderrek
gemakkelijk laten zakken om ruimte te ma-
ken voor potten, pannen en schalen.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn
een potentieel gevaar. Lang en/of
scherp snijgereedschap zoals bijvoor-
beeld vleesmessen moeten horizontaal
in het bovenrek worden gelegd. Pas op
bij het plaatsen of uitnemen van scherpe
voorwerpen zoals messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare
bestekmand met de handgrepen naar bene-
den en messen met de handvatten naar bo-
ven gericht.
9
Als de handgrepen onder de bestekmand
uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn
beweging belemmeren, dient het bestek met
de handgrepen omhoog te worden ge-
plaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat zij aan elkaar kleven.
Voor de meest optimale resultaten raden wij
aan de meegeleverde bestekrooster te ge-
bruiken (als de afmeting van het bestek dit
toelaat).
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden
(dessertbordjes, schotels, etensborden met
een diameter tot 24 cm), slakommen, kopjes
en glazen.
Plaats voorwerpen zo op en onder de kop-
jesrekken dat het water alle oppervlakken
kan bereiken.
Glazen met een lange voet kunnen onder-
steboven in de kopjesrekken worden ge-
plaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjes-
rekken worden opgeklapt.
Controleer alvorens de deur te sluiten
dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden af-
gewassen, kunt u deze in het onderrek plaat-
sen nadat u het bovenrek in zijn hoogste
positie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van het serviesgoed
in het bo-
venrek
in het on-
derrek
Met bovenrek in
hoogste stand
20 cm 31 cm
Met bovenrek in
laagste stand
24 cm 27 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in
zijn hoogste stand te zetten:
1. Trek de voorste vergrendelingen (A) van
het bovenrek naar buiten en schuif het rek
er uit.
10
2. Zet het rek terug in de hogere stand en
zet de vergrendelingen (A) weer in hun
oorspronkelijke stand.
Als het rek zich in zijn bovenste stand
bevindt, kunt u geen gebruik maken van
de kopjesrekken.
Sluit na het vullen van de machine
altijd de deur, want een open deur
kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van afwasmiddel
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor gebruik in af-
wasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabri-
kant voor dosering en bewaren op de
verpakking van het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste
hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan
minder milieuverontreiniging.
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwas-
middel. De markering geeft de doseerni-
veaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ca. 30 g afwasmiddel.
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
Bij gebruik van afwasmiddeltabletten;
plaats het tablet in vak (1)
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
1
2
11
Afwasmiddeltabletten
Afwasmiddeltabletten van verschillende
fabrikanten lossen niet allemaal even
snel op. Daarom bereiken bepaalde af-
wasmiddeltabletten tijdens korte pro-
gramma's niet hun volledige reinigings-
werking. Kies daarom bij het gebruik van
afwasmiddeltabletten lange program-
ma's, om ervoor te zorgen dat tabletres-
ten volledig worden verwijderd.
Gebruik van gecombineerde
afwasmiddeltabletten
Dit zijn producten met een gecombineerde
reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kun-
nen zij verschillende andere middelen bevat-
ten afhankelijk van de soort tabletten die u
kiest ("3 in 1", "4 in 1", "5 in 1" enz...).
1. Controleer of deze producten geschikt
zijn voor uw waterhardheid. Zie de in-
structies van de fabrikant.
Het zoutreservoir en het
glansmiddeldoseerbakje hoeven dan niet
meer bijgevuld te worden. In dit geval blijft
het controlelampje glansmiddel altijd
branden, als de machine wordt ingescha-
keld.
2. Kies de laagste instelling voor de water-
hardheid en de dosering van het glans-
middel.
Als de droogresultaten niet bevredigend
zijn, adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met
glansmiddel.
2. de dosering van het glansmiddel in te
stellen op stand 2.
Als u besluit weer over te gaan op het
gebruik van de
standaardafwasmiddelen adviseren wij
u:
1. vul het zoutreservoir en het
glansmiddeldoseerbakje opnieuw.
2. Stel de waterhardheid in op de hoogste
stand en laat 1 normaal
afwasprogramma, zonder serviesgoed,
draaien.
3. Stel de waterhardheid in overeenstem-
ming de hardheid van het water in uw
omgeving.
4. De glansmiddeldosering in te stellen.
Een afwasprogramma selecteren en starten
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen
en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien
2. Controleer of de waterkraan is geopend
3. Sluit deur van de afwasmachine.
4. Draai aan de programmaschakelaar tot-
dat de programma-aanwijzer overeen-
komt met het gewenste programma (zie
de tabel "Wasprogramma's).
Het controlelampje aan/uit gaat bran-
den.
De controlelampjes van de onderdelen
waaruit het programma bestaat gaan
knipperen.
5. Druk op de toets start/annuleren, het
programma start automatisch en het
controlelampje start/annuleren gaat
branden.
Zodra het programma begint, gaat het
fasecontrolelampje uit, behalve het
controlelampje voor de lopende fase
dat blijft constant branden.
Wanneer het programma loopt, kan de
gemaakte keuze niet worden gewijzigd
door de programmaschakelaar op een
ander programma of op de stand Uit te
draaien. Indien u het lopende
programma wilt wijzigen, moet u de
gemaakte keuze annuleren (zie "Een lo-
pend afwasprogramma annuleren").
Het afwasprogramma start alleen als de
toets start/annuleren is ingedrukt. Tot
dat moment kan de keuze nog worden
gewijzigd.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een lopend
afwasprogramma ALLEEN als het
absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend
kan hete stoom vrijkomen. Open de
deur voorzichtig.
12
Het lopende programma annuleren
Druk gedurende ca. 5 seconden op de
toets start/annuleren. Het
controlelampje start/annuleren gaat uit en
de fasecontrolelampjes knipperen. Het
lopende programma is geannuleerd. Nu
kunt u een nieuw afwasprogramma instel-
len of de machine uitschakelen. Als er een
nieuw afwasprogramma moet worden ge-
kozen, controleer dan of er afwasmiddel in
het doseerbakje zit.
Een lopend afwasprogramma
onderbreken
Open de deur van de afwasmachine, het
programma stopt. Sluit de deur, het
programma gaat verder waar het was on-
derbroken.
Einde van het afwasprogramma
De afwasmachine stopt automatisch.
Het controlelampje Einde gaat branden.
1. Schakel de afwasmachine uit door de
programmaschakelaar weer in de stand
Uit te zetten. Het controlelampje aan/uit
gaat uit.
2. Open de deur van de afwasmachine, laat
hem op een kier staan en wacht een paar
minuten voordat u het serviesgoed uit de
machine haalt, dit zal dan al enigszins zijn
afgekoeld en ook beter zijn gedroogd.
De afwasmachine uitruimen
Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het
is daarom raadzaam het serviesgoed eerst
te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit; hiermee voorkomt u dat er wa-
ter van het bovenrek op het serviesgoed in
het onderrek druppelt.
Er kan water op de zijkanten en de deur
van de afwasmachine ontstaan omdat
roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan het serviesgoed.
Als het afwasprogramma is afgelo-
pen is het raadzaam de stekker uit
het stopcontact te trekken en de
kraan dicht te draaien.
Wasprogramma's
Programma
Mate van ver-
vuiling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
INTENSIEF Sterk vervuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
NORMAAL
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 65°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
KORT
1)
Normaal of licht
vervuild
Serviesgoed en
bestek
Hoofdwas tot 60°C
Laatste spoelgang
BIO
2)
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Hoofdwas tot 50 °C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
13
Programma
Mate van ver-
vuiling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
VOORSPOELEN
Alles
Gedeeltelijke lading (later op de dag
verder te vullen).
Voor dit programma hoeft geen af-
wasmiddel gebruikt te worden.
Eén koude spoelgang (om te voorkomen
dat etensresten aan elkaar plakken).
1) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasmachine. Dit is het perfecte dagelijkse
programma, speciaal bedoeld voor een gezin bestaande uit 4 personen om alleen het serviesgoed
van het ontbijt en het avondeten af te wassen.
2) Testprogramma voor testinstanties
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liter)
INTENSIEF 120-130 1,8-2,0 22-24
NORMAAL 105 - 115 1,5-1,7 23-25
KORT 30 0,9 9
BIO
1)
140 1,05 16
VOORSPOELEN 12 0,1 5
1) Testprogramma voor testinstanties
De verbruikswaarden zijn bedoeld als
richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en
de temperatuur van het water, maar ook
van de variaties in de netspanning en de
hoeveelheid serviesgoed.
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden ge-
controleerd en gereinigd. Vuile filters beïn-
vloeden het afwasresultaat negatief.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de
machine is uitgeschakeld voordat de
filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
bevat een grof filter (A), een microfilter
(B) en een platte filter. Ontgrendel het fil-
tersysteem met behulp van de hendel op
het microfilter.
3.
Draai de
greep
onge-
veer een
kwart-
slag naar
links en
verwijder
het filter-
systeem
14
4. Pak het grof filter (A) beet bij de greep en
verwijder het microfilter (B).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem van
het afwascompartiment en reinig het filter
grondig aan beide kanten.
7. Zet het platte filter terug in de bodem van
het wascompartiment en controleer of
het precies onder de twee geleiders (C)
zit.
8. Plaats het grof filter (A) in het microfilter
(B) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Let er bij deze
procedure op dat het platte filter niet bo-
ven de bodem van het afwascomparti-
ment uitsteekt.
Gebruik de afwasmachine NOOIT zon-
der filters. Een onjuiste terugplaatsing en
bevestiging van de filters heeft slechtere
afwasresultaten tot gevolg en kan resul-
teren in schade aan het apparaat.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te
verwijderen.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de
machine en het bedieningspaneel met een
vochtige zachte doek. Gebruik - indien nodig
- alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes
of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen,
enz.).
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers
rondom de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild ser-
viesgoed te draaien met afwasmiddel, maar
zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere
tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken
en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vor-
ming van onaangename geurtjes te voor-
komen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
15
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch
niet anders kan, maak de machine leeg, sluit
de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding
en laat deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij ver-
huizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoers-
lang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
Wat moet u doen, als...
De afwasmachine start niet of stopt als hij
bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onop-
lettendheid en kunnen zonder de inschake-
ling van een monteur worden opgelost met
behulp van de in de tabel hieronder beschre-
ven aanwijzingen.
Zet de afwasmachine uit, open de deur en
voer de volgende voorgestelde corrigerende
handelingen uit.
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
voortdurend knipperen van het controlelampje
start/annuleren
1 keer knipperen van het controlelampje Einde
De afwasmachine wordt niet gevuld met wa-
ter
De waterkraan is verstopt of aangezet met kalk-
aanslag
Maak de waterkraan schoon
De waterkraan is dicht
Draai de waterkraan open
Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting
van de slang bij de waterinlaatklep is verstopt
Reinig het filter in de schroeffitting
De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt
Controleer de aansluiting van de wateraanvoers-
lang
voortdurend knipperen van het controlelampje
start/annuleren
2 keer knipperen van het controlelampje Einde
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
De gootsteenafvoer is geblokkeerd
Ontstop de gootsteenafvoer
De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Het programma begint niet De deur van de afwasmachine is niet goed ge-
sloten.
Sluit de deur.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact
De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Nadat u deze controles hebt uitgevoerd,
schakelt u het apparaat in.
Het programma gaat verder op het punt
waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel
beschreven storingscodes dient u ook con-
tact op te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze
service-afdeling de volgende gegevens bij de
hand: model (Mod.), productnummer (PNC)
en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typepla-
tje aan de zijkant van de deur van de
afwasmachine.
Wij adviseren u deze nummers hier te note-
ren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
Model. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
16
Productnum-
mer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienum-
mer. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet
schoon
Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een op-
pervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen.
De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaat-
sing van het serviesgoed.
De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist ge-
plaatst.
Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven; het zoutreservoir is leeg
of de waterontharder is op het onjuiste niveau ingesteld.
De afvoerslang is niet correct aangesloten.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het serviesgoed is
nat en dof
Er is geen glansmiddel gebruikt.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en bor-
den vertonen stre-
pen, melkachtige
vlekken of een
blauwzweem
Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde wa-
terdruppels op gla-
zen en borden
Verhoog de dosering van het glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consu-
mentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aan-
houdt, neem dan contact op met onze
service-afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
61 cm
Aansluitspanning - Voltage -
Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het type-
plaatje op de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit 12 couverts
Gewicht 40,5 kg
Tips voor testinstanties
Het testen in overeenstemming met EN
60704 moet uitgevoerd worden met een
volledig geladen apparaat en met gebruik
van het testprogramma (zie "Verbruikswaar-
den").
Het testen in overeenstemming met EN
50242 moet worden uitgevoerd nadat het
zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje
gevuld zijn met respectievelijk zout en glans-
middel en met gebruik van het
testprogramma (zie "Verbruikswaarden").
Volledige belading: 12 standaardcouverts
Hoeveelheid benodigd afwasmiddel: 5 g + 25 g(type B)
Instelling glansmiddel stand 4 (type III)
17
Plaatsing bovenrek
Kopjesrekken: stand A
Plaatsing onderrek
Plaatsing bestekrek
Installatie
Waarschuwing! Alle
elektrotechnische en/of
loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van het
apparaat dienen te worden
uitgevoerd door een erkend
installateur.
Bevestiging onder een aanrecht
(keukenblad of gootsteen)
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvo-
rens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een
waterkraan en een afvoer.
Door het bovenblad van de machine te ver-
wijderen, kunt u deze onder een nauw
passende gootsteen of reeds aanwezig blad
installeren, mits de afmetingen van de nis
overeenkomen met die zoals in de afbeel-
ding.
18
Ga als volgt te werk:
Verwijder het bovenblad van de machine
door de beide achterste bevestigings-
schroeven los te draaien. Trek het boven-
blad naar voren en laat het uit de voorste
gleuven glijden door het op te tillen.
Plaats de machine in de opening na met de
stelvoetjes de juiste hoogte te hebben inge-
steld. Zorg er bij het op zijn plaats schuiven
van de machine voor dat de watertoevoer-
en afvoerslang niet worden geknikt of plat-
gedrukt.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
Zorg ervoor dat wanneer het apparaat een-
maal is geplaatst, de servicetechnicus er ge-
makkelijk bij kan voor eventuele reparaties.
Wanneer de afwasmachine later wordt ge-
bruikt als een vrijstaand apparaat, dan moet
het oorspronkelijke bovenblad weer beves-
tigd zijn.
De sokkel van vrijstaande apparaten is niet
verstelbaar.
Waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is es-
sentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt
de deur aan geen van de kanten de behui-
zing .
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stel-
voetjes in of uit totdat de machine perfect
waterpas staat.
Wateraansluiting
Aansluiting watertoevoer
Deze afwasmachine mag worden gevuld met
warm (max. 60°) of koud water. Niettemin
adviseren wij gebruik te maken van koud wa-
ter.
Het gebruik van warm water is niet altijd effi-
ciënt bij sterk vervuild serviesgoed omdat het
afwasprogramma in dat geval sterk wordt
verkort.
Voor het tot stand brengen van de aansluiting
zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor
montage op een leidinguiteinde van 3/4"
gasdraad of op een speciale kraan met snel-
koppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden zoals vermeld in de "Technische
specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de gemiddelde leidingwater-
druk in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aan-
sluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt
of in de knoop zitten.
De afwasmachine is voorzien van een vul- en
afvoerslang die afhankelijk van de installatie
door middel van de sluitmoer naar links of
naar rechts kunnen worden gedraaid. De
sluitmoer moet goed worden bevestigd
om waterlekkage te voorkomen.
Let op! NIET alle modellen afwasmachi-
nes hebben vul- en afvoerslangen die
zijn uitgerust met een sluitmoer. In dat
geval is de genoemde voorziening niet
mogelijk.
Als de machine wordt aangesloten op
nieuwe leidingen of op leidingen die lang niet
zijn gebruikt, dient u het water enkele minu-
ten te laten doorlopen alvorens de toevoers-
lang aan te sluiten.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eer-
der voor een oude machine zijn gebruikt.
19
Dit apparaat is uitgerust met veiligheids-
voorzieningen die voorkomen dat het in
de machine gebruikte water terugkeert
in het drinkwatersysteem. Dit apparaat
voldoet aan de van toepassing zijnde re-
gelgeving voor loodgieterswerk.
Aansluiting waterafvoerslang
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de
volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging
tegen de onderkant van het werkopper-
vlak. Hiermee wordt voorkomen dat
gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ven-
tilatieopening, minimale binnendiameter
4 cm.
De afvalwateraansluiting moet zich op een
hoogte bevinden van tussen de 30 cm (mini-
mum) en 100 cm (maximum) vanaf de bo-
dem van de afwasmachine.
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine
naar links of naar rechts lopen.
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen
is of platgedrukt wordt, aangezien dit de af-
voer van water kan vertragen of blokkeren.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de
machine water aan het afvoeren is, aange-
zien het water dan weer in de machine terug
kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk
gebruikt, mag dit niet langer zijn dan 2 meter
en de binnendiameter mag niet kleiner zijn
dan de diameter van de meegeleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor
de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van
de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een
sifon onder de gootsteen moet het gehele
plastic membraan (A) verwijderd wor-
den. Indien niet het gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op den duur voedsel-
deeltjes verzamelen die de afvoerslang van
de afwasmachine kunnen verstoppen.
Onze apparaten worden geleverd met
een veiligheidsvoorziening die ervoor
zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer
is voorzien van een geïntegreerde terug-
slagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan.
Wij adviseren u dan ook de terugslag-
klep te verwijderen.
20
Elektrische aansluiting
Waarschuwing! Het apparaat moet
volgens de veiligheidsvoorschriften
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te
nemen dient u zich ervan te verze-
keren dat de nominale spanning en
het spanningstype op het typepla-
tje in overeenstemming zijn met de
netspanning waarop de machine
aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden
op het typeplaatje
Steek de stekker altijd in een correct
geïnstalleerd schokbestendig stop-
contact.
Gebruik geen meervoudige stek-
kers, verloopstekkers en verlengka-
bels. Hierdoor kan brandgevaar
door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontact-
doos van de huisinstallatie verplaat-
sen. Neem contact op met onze
service-afdeling als het aansluit-
snoer moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer
uit het stopcontact. Trek altijd aan
de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als boven
genoemde veiligheidsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
Het milieu
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriende-
lijk en kunnen worden gerecycled. De kunst-
stofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<,
>PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw
plaatselijke afvaldienst.
21
Waarschuwing! Als u het apparaat
afdankt:
trek de stekker uit het stopcontact.
snijd het aansluitsnoer met de stekker
af en gooi het weg.
Verwijder het slot van de deur. Zo
voorkomt u dat kinderen zichzelf in-
sluiten en hun leven in gevaar bren-
gen.
22
23
156992841-00-06112007
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Nordland VW812 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor