Progress PHN1110S Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

48 progress
Veiligheidsinstructies
Stap-voor-stap-handleiding
Aanwijzingen en Tips
Milieu-informatie
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
)
Inhoudsopgave
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
- 2006/95(Laagspanningsrichtlijn);
- 89/336 (EMC Richtlijn);
- 93/68 (algemene richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie ..................................................... 49
Beschrijving van het apparaat ........................................................................................ 51
Bediening.......................................................................................................................52
Voordat u het apparaat in gebruik neemt........................................................................ 54
Gebruik van de oven ...................................................................................................... 55
Baktabellen .................................................................................................................... 58
Reiniging en onderhoud ................................................................................................. 60
Het oplossen van problemen.......................................................................................... 65
Technische gegevens ..................................................................................................... 66
Instructies voor de installateur ........................................................................................ 67
Instructies voor de inbouw ............................................................................................. 69
Klantenservice................................................................................................................ 70
FABRIKANT:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A.
Viale Bologna, 298
47100 FORLÌ (Italy)
49 progress
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het
apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij
verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker
over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens
huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in
gebruik neemt.
Installatie
· De installatie moet verricht worden door
vakkundig personeel, met inachtneming
van de geldende voorschriften. De afzon-
derlijke installatiewerkzaamheden zijn be-
schreven in de instructies voor de
installateur.
· Laat de installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, overeenkomstig de
hem, dankzij zijn vakkennis bekende
richtlijnen.
· Ook eventuele voor de installatie noodza-
kelijke wijzigingen aan de elektriciteits-
voorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
· Deze oven is geschikt voor gebruik als
afzonderlijk apparaat of in combinatie
met een elektrische kookplaat, voor
aansluiting op een 1-,2- of 3-fasige
spanningsbron (of groepen) van 230 V.
De aansluiting op meerdere fasen zonder
nulleider (400 V) leidt tot het defect van de
oven en de aangesloten kookplaten.
Werking
· Deze oven is ontworpen voor de berei-
ding van gerechten; gebruik hem nooit
voor andere doeleinden.
· Tijdens de werking van de oven extra
voorzichtig zijn. Door de grote hitte van
de verwarmingselementen zijn de roos-
ters en andere delen erg heet.
· Indien u - om welke reden dan ook - alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat dit
dan nooit in direct contact komen met de
bodem van de oven.
· Ga bij het reinigen van de oven voorzich-
tig te werk: sproei nooit vloeistof op het
vetfilter (indien aanwezig), de
verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
· Het is gevaarlijk veranderingen van welke
aard ook aan te brengen aan het appa-
raat of aan de kenmerken ervan.
· Tijdens het bak-, braad- en grillproces
worden de ovendeur en de andere on-
derdelen van het apparaat erg heet,
Houd kinderen daarom uit de buurt van
het apparaat. Indien er elektrische appa-
raten worden aangesloten op stopcon-
tacten in de buurt van de oven, let er dan
op dat de aansluitsnoeren niet in aanra-
king komen met hete oppervlakken of
vastgeklemd raken tussen de ovendeur.
· Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste,
hete schotels of schalen uit de oven te
halen.
· Een regelmatige reiniging voorkomt de
achteruitgang van het oppervlakte-
materiaal van de oven.
· Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
· Verzeker u ervan dat de oven in de stand
«UIT» staat, als de oven niet meer ge-
bruikt wordt.
· Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een stoomreiniger.
· Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers. U kunt daarmee
krassen op de deur veroorzaken en dat
kan leiden tot het barsten van het glas.
Veiligheid
· Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
50 progress
· Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lange tijd heet.
· Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door kinderen of andere personen wiens
lichamelijke, motorische of geestelijke
gesteldheid of gebrek aan ervaring en
kennis die daardoor het apparaat niet
kunnen gebruiken zonder supervisie of
instructies van een verantwoordelijk
persoon om zeker te zijn van dat het
apparaat veilig kan worden gebruikt.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
· De verpakking bestaat uit milieu-
vriendelijke materialen die geschikt zijn
voor hergebruik. De onderdelen van
kunststof zijn voorzien van de volgende
merktekens, bijv. >PE>, >PS< enz. Gooi
de verpakkingsmaterialen weg in over-
eenstemming met hun kenmerken bij de
gemeentelijke afvaldienst in de daarvoor
bedoelde containers.
Oude apparaten
· Het symbool
op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behan-
deld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwij-
derd, voorkomt u mogelijke negatieve
gevolgen voor mens en milieu die zich
zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetail-
leerdere informatie over het recyclen van
dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of
de winkel waar u het product hebt ge-
kocht.
Let op: Opdat een afgedankt appa-
raat geen gevaar meer oplevert, moet
het voordat het als afval wordt ver-
werkt, onbruikbaar gemaakt worden.
Trek de stekker uit het stopcontact
en verwijder de hoofdkabel van het
apparaat.
Klantenservice
· Laat controlewerkzaamheden of repara-
ties uitvoeren door de klantenservice van
de fabrikant of door een door de fabrikant
geautoriseerde klantenservice en gebruik
alleen originele onderdelen.
· Probeer nooit zelf storingen van of be-
schadigingen aan het apparaat te repare-
ren. Reparaties die door niet-deskundige
personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
51 progress
Beschrijving van het apparaat
Accessoires
Rooster
Bakplaat
12
11
10
986532
74
1
1. Bedieningspaneel
2. Knop voor kookzone linksvoor
3. Knop voor kookzone linksachter
4. Temperatuurregelaar - Controlelampje
5. Temperatuurregelaar
6. Ovenregelaar
7. Bedrijfscontrolelampje
8. Knop voor kookzone rechtsachter
9. Knop voor kookzone rechtsvoor
10. Ventilatieopening voor de koelventilator
11. Ovenverlichting
12. Typeplaatje
52 progress
Bediening
Bedieningsknop
0 Oven uitgeschakeld
Boven- en onderwarmte
Bovenwarmte
Onderwarmte
Bedrijfscontrolelampje
Het bedrijfscontrolelampje gaat branden
als de functieknop wordt ingesteld.
Thermostaatknop
Draai de thermostaatknop naar links, om
temperaturen tussen 50 °C en 250 °C te
selecteren.
Temperatuurregelknop - Controlelampje
Dit controlelampje gaat branden als er
aan de temperatuurregelknop gedraaid
wordt. Het lampje blijft branden tot de ge-
wenste temperatuur bereikt is. Daarna gaat
het knipperen om aan te geven dat de tem-
peratuur in stand wordt gehouden.
Bedieningsknop voor de kookplaat
Op het bedieningspaneel bevinden zich
de schakelknoppen voor de vier
verwarmingselementen van de kookzones.
De kookzones worden ingesteld met een
schakelaar met 9 standen waarvan de vol-
gende standen gebruikt kunnen worden:
0 = UIT
1 = Minimum
9 = Maximum
0
53 progress
Tweekringskookzone - Inschakeling
(zie de lijst van apparaten in hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”)
Door de kookzoneknop van stand 9 in de
stand te zetten, worden de beide
verwarmingskringen ingeschakeld
(rechtsom); “klik” is hoorbaar. Beide
verwarmingskringen worden nu tegelijk inge-
schakeld. Aansluitend wordt de gewenste
stand ingesteld (knop naar links draaien).
De bereiding van gerechten met
olie of vetten zoals bijv. frites,
mag niet zonder toezicht plaats-
vinden, daar olie en vetten bij
oververhitting gemakkelijk kun-
nen ontvlammen.
Veiligheidsthermostaat
Om gevaarlijke oververhitting te voorko-
men (door ondeskundig gebruik van het ap-
paraat of defecte onderdelen), is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat, die
de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de
temperatuur is gedaald, wordt de oven auto-
matisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geacti-
veerd vanwege onjuist gebruik van het appa-
raat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) al-
leen de fout te verhelpen. Wordt de thermo-
staat daarentegen geactiveerd vanwege een
defect onderdeel, neem dan contact op met
onze klantenservice.
Koelventilator
De oven is uitgerust met een
koelventilator, die het bedieningspaneel, de
instelknoppen en de greep van de ovendeur
koelt. De koelventilator wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de oven in werking is.
De warme lucht wordt door de opening
naast de ovendeurgreep weggeblazen. De
koelventilator wordt uitgeschakeld wanneer
de ovenfunctieschakelaar in de stand "
0"
wordt gezet.
54 progress
Voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt
Pak, om de deur te openen, altijd
de handgreep in het midden vast.
Verwijder al het verpakkings-
materiaal, zowel aan de buitenkant
als aan de binnenkant van de oven,
voordat u de oven in gebruik neemt.
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet
de oven één keer opgewarmd worden zonder
dat u er gerechten in geplaatst heeft.
Gedurende deze tijd kan er een onaange-
naam luchtje ontstaan. Dit is helemaal nor-
maal. Het wordt veroorzaakt door fabricage-
resten.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventi-
leerd is.
1. Draai de functieknop op boven- en
onderwarmte
.
2. Draai de thermostaatknop naar
250°C.
3. Zet een raam open voor de ventila-
tie.
4. Laat de lege oven ongeveer 45 mi-
nuten werken.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak
een doek vochtig met warm water en
wat mild reinigingsmiddel en maak
daarmee de binnenkant van de oven
schoon.
Maak, voordat u de oven voor het eerst
gebruikt, ook alle accessoires grondig
schoon.
)
55 progress
Gebruik van de oven
Belangrijk! - Leg geen aluminiumfo-
lie in de oven en plaats geen bakblik
enz. op de bodem, aangezien de
daardoor veroorzaakte hitte-
concentratie het emaille van de oven
beschadigt. Zet pannen en schalen,
hittebestendige pannen en schalen of
aluminium bakplaten altijd op het
rooster, dat in de geleiders is gescho-
ven. Wanneer levensmiddelen ver-
warmd worden ontstaat stoom, net
als in een ketel. Wanneer de stoom in
aanraking komt met de glazen deur
van de oven, wordt er condens ge-
vormd en ontstaan er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de wa-
terdruppels weg te vegen.
De ovendeur moet tijdens de be-
reiding gesloten zijn.
Wees voorzichtig bij het openen van
de ovendeur. Laat hem niet “open
vallen”, maar ondersteun de deur met
de handgreep totdat hij helemaal
open is.
De oven heeft vier inzetniveaus.
De plaatsen voor de roosters worden
van de bodem van de oven geteld,
zoals aangegeven in de afbeelding.
De roosters moeten absoluut goed op
hun plaats worden gezet (zie afbeel-
ding).
Zet geen serviesgoed of schalen
rechtstreeks op de bodem van de
oven.
4
3
2
1
56 progress
Boven- en onderwarmte
1. Draai de knop op de gewenste functie
.
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
- De warmte wordt het best verdeeld op
het middelste inzetniveau. Als de onder-
kant van het gerecht een bruiner korstje
moet krijgen, zet u het op een lager
inzetniveau. Als de bovenkant een brui-
ner korstje moet krijgen, zet u het ge-
recht op een hoger inzetniveau.
- Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op
de mate waarin het voedsel een bruin
korstje krijgt. Geëmailleerde, donkere,
zware of vormen of keuken-
gereedschappen zonder beschermlaag
maken een sterkere bruining van de on-
derkant mogelijk, terwijl vormen van glas
of glanzend aluminium of gepolijste sta-
len bakplaten de hitte reflecteren en
daardoor slechts een geringe bruiner-
ende werking op de onderkant toestaan.
- Zet de gerechten altijd in het midden van
het rooster, om een gelijkmatige bruining
te bevorderen.
- Zet de gerechten op bakplaten van ge-
schikte afmetingen, zodat vloeistof niet
op de bodem van de oven kan lekken.
Zo bespaart u zichzelf schoonmaak-
werkzaamheden.
- Zet gerechten, potten of bakblikken
nooit rechtstreeks op de bodem van de
oven, deze wordt namelijk erg heet en
dan kunnen er beschadigingen ont-
staan. Bij deze instelling komt de warmte
van zowel de bovenste als de onderste
verwarmingselementen. Daarom heeft u
slechts een inzetniveau nodig voor de
bereiding. Deze instelling is met name
geschikt voor gerechten, die aan de on-
derkant extra gebruind moeten worden
zoals quiches en pasteien.
Gratins, lasagna en andere gerechten
die vooral aan de bovenkant gebruind moe-
ten worden, kunnen ook heel goed met
deze instelling bereid worden.
Onderwarmte
1. Draai de functieknop van de oven op
.
2. Zet de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
Deze functie is met name geschikt voor
het blindbakken van deeg. Deze functie kan
ook gebruikt worden voor quiches of pas-
teien, omdat het deeg van de bodem gega-
randeerd goed gebakken wordt.
Het controlelampje van de thermo-
staat blijft branden tot de juiste tem-
peratuur bereikt is. Daarna gaat het
knipperen om aan te geven dat de
temperatuur in stand wordt
gehouden.
Bovenwarmte
Deze functie is geschikt voor het afmaken
van gerechten, zoals lasagne of gegratineerde
bloemkool enz.
57 progress
Het braadstuk minstens 15 minuten la-
ten staan, voordat u het aansnijdt, zodat het
vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beper-
ken, kunt u een beetje water in de braads-
lede gieten. Om condensvorming te voorko-
men, een paar keer water toevoegen. Bor-
den kunnen tot zij geserveerd worden in de
oven op de laagste temperatuur warm ge-
houden worden.
Voorzichtig!
Leg geen aluminiumfolie of
kookgerei in de oven en zet de
braadslee of het bakblik niet op
de bodem van de oven, anders
kan het emaille van de oven door
de oplopende hitte beschadigd
worden.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al
naar gelang de samenstelling, ingrediënten
en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke ge-
rechten.
Noteer de instellingen van uw eerste
bereidingsexperimenten, om ervaring op te
doen als u deze gerechten later nog eens
wilt bereiden.
Op basis van uw eigen ervaringen kunt u
de aangegeven waarden individueel aan-
passen.
Aanwijzingen en Tips
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een
gemiddelde temperatuur (150°C-200°C).
Daarom moet de oven gedurende ong. 10
minuten voorverwarmd worden.
Doe de ovendeur niet open voordat 3/4
van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of
op een bakblik tot 2/3 van de baktijd. Ver-
volgens kunt u het garneren en afbakken.
Deze extra baktijd hangt af van de soort en
hoeveelheid van de garnering. Biscuitdeeg
moet moeilijk van de lepel lopen. De baktijd
zou door te vloeibaar deeg onnodig langer
duren.
Als er twee bakblikken met gebak tege-
lijkertijd in de oven worden geplaatst, moet
er tussen de blikken één niveau worden vrij-
gelaten.
Als er twee bakblikken met gebak tege-
lijkertijd in de oven worden geplaatst, moe-
ten deze na ongeveer 2/3 van de baktijd
worden omgewisseld en omgedraaid.
Braden:
Braad geen stukken die minder wegen
dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens
het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van
buiten goed gebraden maar van binnen roze
tot rood moet blijven, moet bij een hogere
temperatuur (200°C-250°C) worden gebra-
den.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben
daarentegen een lagere temperatuur
(150°C-175°C) nodig. Doe bij een korte
bereidingstijd de ingrediënten voor de saus
of jus direct aan het begin in de braadslede.
Heeft het gerecht een langere bereidingstijd
nodig, voeg deze ingrediënten dan pas het
laatste half uur toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is
met behulp van een lepel: als het vlees niet
kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief
en ossenhaas, die van binnen roze moeten
blijven, moeten op een hogere temperatuur
en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt,
plaats dan de braadslede op het onderste
niveau zodat de sappen worden opgevan-
gen.
58 progress
Boven- en onderwarmte
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw
persoonlijke wensen worden aangepast.
Bak-tabellen
Temperatuur °C
Inzetniveau
Bereidingstijd
in min.
GEBAK
Roerdeeg 170 1 45-60
Zandtaartdeeg 170 2 20-30
Karnemelk-kwarktaart 160 1 60-80
Appeltaart 180 1 40-60
Strudel 175 2 60-80
Jamtaart 175 2 30-40
Cake 175 1 45-60
Biscuitgebak 175 1 30-40
Stollen 170 1 40-60
Rechthoekige cake 170 1 50-60
Kleine koekjes 175 2 25-35
Biscuits 160 3 20-30
Schuimgebak 100 2 90-120
Koekjes van gistdeeg 190 2 12-20
Roomsoezen/tompoezen 200 2 15-25
BROOD EN PIZZA
1000 Witbrood 190 1 40-60
500 Roggebrood 190 2 30-45
500 Broodjes 200 2 20-35
250 Pizza 210 1 15-30
FLAN
Pastaflan 200 2 40-50
Groenteflan 200 2 45-60
Quiches 200 2 35-45
Lasagne 180 2 45-60
Cannelloni 200 2 40-55
4
3
2
1
Gewicht
(gr.)
Braadstuk
59 progress
Temperatuur °C
Inzetniveau
Bereidingstijd
in min.
VLEES
1000 Rundvlees 190 2 50-70
1200 Varkensvlees 180 2 100-130
1000 Kalfsvlees 190 2 90-120
1500 Rosbief, rood 210 2 50-60
1500 Rosbief, roze 210 2 60-70
1500 Rosbief, doorbakken 210 2 70-80
2000 Varkensschouder 180 2 120-150
1200 Lamsvlees 190 2 110-130
1000 Kip 190 2 60-80
5000 Kalkoen 180 2 210-240
1500 Eend 175 2 120-150
3000 Gans 175 2 150-200
1200 Haas 190 2 60-80
1200 Varkenspoten 180 2 100-120
Gehakt 180 2 40-60
WILD
1500 Hazenrug 190 2 150-200
800 Fazant 190 2 90-120
VIS
1200 Forel/tandbrasem 190 2 30-40
1500 Tonijn/zalm 190 2 25-35
4
3
2
1
Gewicht
(gr.)
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen
aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
Braadstuk
Boven- en onderwarmte
60 progress
Voordat u de oven schoonmaakt,
de oven uitschakelen en laten
afkoelen.
Het apparaat mag niet
schoongemaakt worden met een
stoomreiniger.
Belangrijk: Voor elke reinigings-
handeling de stekker van het apparaat ab-
soluut uit het stopcontact halen.
Voor een lange levensduur van het ap-
paraat is het noodzakelijk de volgende
reinigingswerkzaamheden regelmatig uit de
voeren:
- Doe dit alleen bij een afgekoelde oven.
- Maak de geëmailleerde delen schoon
met een sopje.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Onderdelen van roestvrij staal en de
glasplaat droogwrijven met een zachte
doek.
- Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal
verkrijgbare reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal of warme azijn.
Het emaille van de oven is uiterst duur-
zaam en in hoge mate resistent. De inwer-
king van hete fruitzuren (citroenen, pruimen
of dergelijke) kunnen echter op de opper-
vlakken van emaille blijvende matte en ruwe
vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op
het hoogglanzende oppervlak van het
emaille hebben echter geen invloed op de
functies van de oven. Reinig de oven gron-
dig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigin-
gen het makkelijkst verwijderen. Verder
inbranden wordt daardoor voorkomen.
Reinigingsmiddelen
Voordat welke schoonmaakmiddelen
dan ook voor uw oven gebruikt, moet u con-
troleren of ze geschikt zijn en of hun gebruik
wordt aanbevolen door de fabrikant.
Reinigingsmiddelen met bleekmiddel
mogen NIET worden gebruikt, aangezien
deze de toplaag van de oppervlakken dof
kunnen maken. Gebruik geen agressieve
schuurmiddelen.
Reiniging en onderhoud
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel,
de ovendeur en de afdichting af met een
zachte, goed uitgewrongen doek met warm
water en wat vloeibaar reinigingsmiddel.
Om beschadigen of verzwakken van de
glasplaten van de deur te voorkomen, moet
u het gebruik van de volgende producten
vermijden:
Huishoudelijke schoonmaakmiddelen en
bleekmiddelen
Geïmpregneerde sponsjes die niet ge-
schikt zijn voor pannen met antiaanbak-
laag
Brillo- of staalwolsponsjes
Chemische ovenreiningers of spuitbus-
sen
Roestverwijderaars
Vlekkenverwijderaars voor bad en goot-
steen
Reinig het venster aan de binnen- en
buitenkant met een warm sopje. Mocht het
binnenvenster van de deur erg verontreinigd
zijn, dan is het gebruik van een speciaal
reinigingsmiddel aan te bevelen. Gebruik
geen krabber om aangekoekt vuil te verwij-
deren.
Binnenkant oven
De emaillen bodem van de oven kunt u
het beste reinigen terwijl de oven nog warm
is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met
een zachte doek, die na elk gebruik in warm
water met zeep gewassen moet worden. Af
en toe moet de oven grondiger worden ge-
reinigd. Gebruik daarvoor een in de handel
verkrijgbare ovenreiniger.
61 progress
Ovendeur
De ovendeur bestaat uit twee glasplaten. Om
het schoonmaken makkelijker te maken kan
de ovendeur verwijderd worden en kunnen
de roosters naar buiten getrokken worden.
Let op - De ovendeur moet gede-
monteerd worden voordat u hem
schoon kunt maken. De deur zou
plotseling dicht kunnen slaan, als
u probeert de binnenste ruiten te
verwijderen als de deur nog vast-
zit aan de oven.
Ga voor de demontage als volgt te
werk.
1. Zet de deur helemaal open.
2. Zoek de beide deurscharnieren.
3. Til de hendel op de scharnieren op en trek
deze naar voren.
4. Pak de deur aan beide buitenkanten vast
en sluit hem tot ongeveer 45°.
5. Trek de deur uit zijn zitting naar voren.
6. Leg de deur op een vaste ondergrond en
bescherm het oppervlak van de hand-
greep met een zachte doek.
7. Maak voor het verwijderen van de binnen-
ruiten het vergrendelingssysteem los.
)
62 progress
8. Draai de bevestigingen 90° om en trek ze
uit hun zitting.
9. Til de bovenste ruit voorzichtig een stukje
op en trek hem naar buiten, deze is her-
kenbaar aan de decoratie op alle vier de
kanten.
Maak de ovendeur schoon met lauw water
en een zachte doek. Gebruik geen metaal-
sponsjes, schuursponsjes of zuren, die het
speciale warmtereflecterende oppervlak van
de binnenruit kunnen beschadigen.
Zet de binnenruit na het schoonmaken weer
in de deur. Monteer de deur weer aan de
oven; ga daarvoor in omgekeerde volgorde
van de demontage te werk. Let er op dat u de
ruiten weer op de goede plaats zet.
Ga als volgt te werk:
De binnenruit met de decoratie op de vier
kanten moet zodanig gemonteerd worden
dat de zeefdruk naar de buitenkant van de
oven gericht is. De ruit is goed geplaatst als
u met uw vinger over het zichtbare oppervlak
strijkt en u geen oneffenheden ter hoogte
van de zeefdruk voelt.
De binnenruit moet in zijn sponning ge-
plaatst worden zoals aangegeven op de
afbeelding. Nadat u de ruiten in de ovendeur
geplaatst heeft moet u ze vastzetten zoals
beschreven in Punt 8.
Maak de ovendeur nooit schoon
als hij warm is, de ruiten zouden
kunnen barsten. Als u krassen of
scheuren in de glasplaat consta-
teert, onmiddellijk contact opne-
men met de Klantenservice en de
ruiten laten vervangen.
)
90°
1
2
63 progress
Modellen van roestvrij staal of alumi-
nium:
Maak de ovendeur en het
bedieningspaneel van roestvrij staal of
aluminium schoon met een vochtige spons en
droog hem daarna zorgvuldig af met een
zachte doek. Gebruik geen metaalsponsjes,
staalwol, zuren of schuurmiddelen die krassen
op het oppervlak kunnen veroorzaken.
De afdichting van de ovendeur schoon-
maken
Rondom de opening van de oven is een
afdichting aangebracht.
Controleer regelmatig of de
afdichting intact is. De afdichting,
indien nodig, schoonmaken, zon-
der daarbij voorwerpen of schuur-
middelen te gebruiken. Als u be-
schadiging van de afdichting con-
stateert, neem dan onmiddellijk
contact op met de dichtstbijzijnde
Klantenservice. Gebruik de oven
niet zolang de afdichting niet ver-
vangen is.
64 progress
Vervangen van de binnenverlichting
Neem het apparaat van de
stroomvoorziening zodat ook de
zekering uitgeschakeld wordt.
Als het ovenlampje moet worden ver-
vangen, dan moet dit voldoen aan de vol-
gende eisen:
- Vermogen: 15 W / 25 W
- Voltage: 230 V (50 Hz)
- Hittebestendig tot 300° C
- Soort aansluiting: E14
Deze lampen zijn verkrijgbaar bij uw vak-
handelaar.
Zo vervangt u het ovenlampje:
1. Verzeker u ervan dat de oven afgekoeld
is en dat de stekker uit het stopcontact
getrokken is.
2. Druk het glazen dekseltje in en draai het
naar links.
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang
het door een nieuw.
4. Plaats het glazen dekseltje terug en
steek de stekker weer in het stopcon-
tact.
)
65 progress
Als het apparaat niet goed werkt, voer dan de volgende controles uit, voordat u contact
opneemt met de service-afdeling van Electrolux.
Het oplossen van problemen
OPLOSSING
Controleer of u een bereidingsfunctie en een
temperatuur hebt ingesteld,
of
controleer of het apparaat goed is aangeslo-
ten en of de contactschakelaar of de net-
stroomtoevoer naar de oven op AAN staan.
Kies een temperatuur met de thermostaat-
knop,
of
kies een functie met de functieknop.
Kies een functie met de functieknop,
of
controleer het lampje en vervang dit, indien nodig
(zie “Vervangen van de binnenverlichting”).
Eventueel moet de temperatuur veranderd
worden,
of
neem de inhoud van deze aanwijzing goed
door, met name hoofdstuk “Gebruik van de
oven”.
Laat de gerechten na afloop van de bereiding
niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven
staan.
PROBLEEM
De oven gaat niet aan.
Het controlelampje voor de
oventemperatuur brandt niet.
De binnenverlichting van de oven
brandt niet.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
Stoom en condenswater slaan
neer op de gerechten en de deur
van de oven.
66 progress
Technische gegevens
Verwarmingsvermogen
Bovenwarmte 800 W
Onderwarmte 1000 W
Boven-/onderwarmte 1800 W
Ovenlampje 25 W
Motor koelventilator 25 W
Totale aansluitwaarde 1850 W
Spanning (50 Hz) 230 V-400 V 3N~
Inbouw
Hoogte 600 mm
Breedte 560 mm
Diepte 550 mm
Inbouw
Hoogte 335 mm
Breedte 405 mm
Diepte 410 mm
Ovencapaciteit 56 l
Het apparaat kan met de volgende
inbouwkookplaten en keramische
glazen inbouwkookvelden worden
gecombineerd:
zz
zz
z Type keramische glazen kookplaat:
PEM 6000 E
Totale aansluitwaarde 6000 W
Spanning (50 Hz) 230 V
zz
zz
z Type keramische glazen kookplaat:
PES 6000 E
Totale aansluitwaarde 5800 W
Spanning (50 Hz) 230 V
zz
zz
z Type keramische glazen kookplaat:
PES 6060 E
Totale aansluitwaarde 7600 W
Spanning (50 Hz) 230 V
Maximaal nominaal verwarmingsvermogen
zz
zz
z Oven + keramische glazen
kookplaat 9450 W
67 progress
Aanwijzingen voor de installateur
Inbouw en installatie moeten
uitgevoerd worden met strikte
inachtneming van de geldende
voorschriften. Elke ingreep mag
slechts plaatsvinden als het
apparaat uitgeschakeld is.
Ingrepen mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door een
erkend installateur.
De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld als
de veiligheidsvoorschriften niet
worden nageleefd.
Aansluiten op netstroom
Let voor het aansluiten op het volgende:
- De zekering en de huisinstallatie moeten
op de max. belasting van het apparaat be-
rekend zijn (zie typeplaatje).
- De huisinstallatie moet voorzien zijn van
een aardaansluiting overeenkomstig de
voorschriften en voldoen aan de betref-
fende geldende voorschriften.
- Het stopcontact of de meerpolige contact-
verbreker moeten ook na voltooiing van de
installatie van het apparaat makkelijk be-
reikbaar zijn.
Het apparaat wordt zonder aansluitsnoer
geleverd, daar afhankelijk van de aanwezige
voedingsbron, een aansluitsnoer met stekker
noodzakelijk is dat voldoet aan de desbetref-
fende norm en geschikt moet zijn voor de op
het typeplaatje aangegeven belasting. Steek
de stekker in een geschikt stopcontact.
De volgende typen aansluitsnoeren zijn
geschikt, met inachtneming van de nominale
doorsneden:
H07RN-F, H05RN-F, H05RR-F, H05VV-F,
H05V2V2-F (T90), H05BB-F.
Als de aansluiting zonder stekker wordt
uitgevoerd, of als de stekker tussen het appa-
raat en de aansluiting op het stroomnet niet
toegankelijk is, moet er tussen het apparaat en
de aansluiting op het stroomnet een
meerpolige stroomonderbreker (bijv.
zekeringen, LS-schakelaar) met een minimale
afstand tussen de contacten van 3 mm aan-
gebracht worden. De schakelaar mag de
aardleiding nergens onderbreken. De geel-
groene aardleiding dient 2-3 cm langer te zijn
dan alle andere kabels.
68 progress
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zo-
danig geplaatst zijn, dat het nergens 50°C
(boven kamertemperatuur) bereikt.
Na voltooide aansluiting moeten de
verwarmingselementen gecontroleerd wor-
den, door ze ong. 3 minuten in werking te
stellen.
Klemmenbord
Het apparaat is met een gemakkelijk
toegankelijke 6-polige aansluitklem
uitgerust, waarvan de aansluitingen al
voorbereid zijn op de werking met 400 V met
nulleider (zie afbeelding).
In geval van andere netspanningen moe-
ten de aansluitingen van de aansluitklem
overeenkomstig het schema afbeelding wor-
den verlegd. De aardleiding komt op de
klem
. Kabel na het aansluiten op de
aansluitklem met een snoerontlastingsklem
bevestigen.
Elektrische aansluiting op de kookplaat
Let op: montagehandleiding voor
de kookplaat, inbouwoven of
schakelkast volgen!
Dit apparaat kan worden aangesloten op de
in hoofdstuk «Technische gegevens» aange-
geven kookplaatmodellen. Het stopcontact
voor het aansluiten van de kookplaat bevindt
zich op de behuizing van de oven. Uit de
inbouwkookplaat steken de aansluitkabels
van de verwarmingselementen en de
aardkabel; deze kabels zijn voorzien van een
steekaansluiting. Steek de stekker en de
aansluitkabel in het desbetreffende
stopcontact van de oven. De mogelijkheid
van een verkeerde aansluiting is zodoende
uitgesloten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge-
steld worden als de veiligheids-
voorschriften niet opgevolgd worden.
230V 3~
1 2 3 4 5
L1 L2 L3 PE
230V 1~
1 2 3 4 5
L1 N PE
400V 2N~
1 2 3 4 5
L1 L2 N PE
400V 3N~
1 2 3 4 5
L1 L2 L3 N PE
Ø 4x2,5 mm²
Ø 3x4 mm²
Ø 4x2,5 mm²
Ø 5x1,5 mm²
69 progress
Instructies voor de inbouw
Om een probleemloze werking van het
inbouwapparaat te kunnen waarborgen,
moeten de keukenmeubelen of de uitspa-
ring waarin het apparaat wordt ingebouwd
de geschikte afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende
voorschriften moeten alle delen, die de be-
scherming tegen aanraking van onder span-
ning staande en geïsoleerde delen garande-
ren, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet zon-
der gereedschap verwijderd kunnen wor-
den.
Hierbij hoort ook de bevestiging van
eventuele afsluitende kanten aan het begin
of einde van een rij inbouwapparaten.
De bescherming tegen aanraking moet
in ieder geval door het inbouwen gegaran-
deerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant of
zijkant tegen hogere keukenmeubelen, ap-
paraten of wanden worden geplaatst. Aan
de andere zijkant mogen er echter geen an-
dere apparaten of meubelen van dezelfde
hoogte als het apparaat geplaatst worden.
Afmetingen van oven (zie afbeelding)
Instructies voor de inbouw
Om een probleemloze werking van het
inbouwapparaat te kunnen waarborgen,
moeten de keukenmeubelen of de uitspa-
ring waarin het apparaat wordt ingebouwd
de geschikte afmetingen hebben.
Bevestiging in het meubel
1. Open de ovendeur.
2. Bevestig de oven met behulp van de vier
afstandshouders in de meubelen (zie af-
beelding - A). Deze passen exact in de
gaten van het frame. Draai aansluitend
de vier meegeleverde houtschroeven
vast (zie afbeelding - B).
550 MIN
60
0
560 - 570
8
0
÷
1
0
0
70 progress
Als het probleem na de beschreven
controles niet kan worden opgelost, bel dan
de dichtstbijzijnde klantenservice van de
fabrikant en vermeld de aard van het defect,
het model van het apparaat (Mod.), het
Productienummer (Prod. Nr.) evenals het
fabricagenummer (Ser. Nr.) die u op het
typeplaatje van de oven vindt.
Klantenservice

Documenttranscriptie

48 progress Inhoudsopgave Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie ..................................................... 49 Beschrijving van het apparaat ........................................................................................ 51 Bediening ....................................................................................................................... 52 Voordat u het apparaat in gebruik neemt ........................................................................ 54 Gebruik van de oven ...................................................................................................... 55 Baktabellen .................................................................................................................... 58 Reiniging en onderhoud ................................................................................................. 60 Het oplossen van problemen .......................................................................................... 65 Technische gegevens ..................................................................................................... 66 Instructies voor de installateur ........................................................................................ 67 Instructies voor de inbouw ............................................................................................. 69 Klantenservice ................................................................................................................ 70 Handleiding voor de gebruiksaanwijzing Veiligheidsinstructies ) Stap-voor-stap-handleiding Aanwijzingen en Tips Milieu-informatie Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: 2006/95(Laagspanningsrichtlijn); 89/336 (EMC Richtlijn); 93/68 (algemene richtlijn); en daaropvolgende wijzigingen. FABRIKANT: ELECTROLUX HOME PRODUCTS ITALY S.p.A. Viale Bologna, 298 47100 FORLÌ (Italy) 49 progress Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken. Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt. Installatie · De installatie moet verricht worden door vakkundig personeel, met inachtneming van de geldende voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de instructies voor de installateur. · Laat de installatie en aansluiting uitvoeren door een vakman, overeenkomstig de hem, dankzij zijn vakkennis bekende richtlijnen. · Ook eventuele voor de installatie noodzakelijke wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening moeten door een erkend installateur uitgevoerd worden. · Deze oven is geschikt voor gebruik als afzonderlijk apparaat of in combinatie met een elektrische kookplaat, voor aansluiting op een 1-,2- of 3-fasige spanningsbron (of groepen) van 230 V. De aansluiting op meerdere fasen zonder nulleider (400 V) leidt tot het defect van de oven en de aangesloten kookplaten. Werking · Deze oven is ontworpen voor de bereiding van gerechten; gebruik hem nooit voor andere doeleinden. · Tijdens de werking van de oven extra voorzichtig zijn. Door de grote hitte van de verwarmingselementen zijn de roosters en andere delen erg heet. · Indien u - om welke reden dan ook - aluminiumfolie in de oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact komen met de bodem van de oven. · Ga bij het reinigen van de oven voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof op het vetfilter (indien aanwezig), de verwarmingselementen en de thermostaatsensor. · · · · · · · · Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook aan te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken ervan. Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden de ovendeur en de andere onderdelen van het apparaat erg heet, Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden aangesloten op stopcontacten in de buurt van de oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken tussen de ovendeur. Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete schotels of schalen uit de oven te halen. Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang van het oppervlaktemateriaal van de oven. Schakel voordat u de oven gaat reinigen de stroom uit of haal de stekker uit het stopcontact. Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT» staat, als de oven niet meer gebruikt wordt. Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger. Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van het glas. Veiligheid · Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen. 50 progress · · Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet. Dit apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen of andere personen wiens lichamelijke, motorische of geestelijke gesteldheid of gebrek aan ervaring en kennis die daardoor het apparaat niet kunnen gebruiken zonder supervisie of instructies van een verantwoordelijk persoon om zeker te zijn van dat het apparaat veilig kan worden gebruikt. Afvalverwerking Verpakkingsmateriaal · De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen die geschikt zijn voor hergebruik. De onderdelen van kunststof zijn voorzien van de volgende merktekens, bijv. >PE>, >PS< enz. Gooi de verpakkingsmaterialen weg in overeenstemming met hun kenmerken bij de gemeentelijke afvaldienst in de daarvoor bedoelde containers. Oude apparaten · op het product of op de Het symbool verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Let op: Opdat een afgedankt apparaat geen gevaar meer oplevert, moet het voordat het als afval wordt verwerkt, onbruikbaar gemaakt worden. Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de hoofdkabel van het apparaat. Klantenservice · Laat controlewerkzaamheden of reparaties uitvoeren door de klantenservice van de fabrikant of door een door de fabrikant geautoriseerde klantenservice en gebruik alleen originele onderdelen. · Probeer nooit zelf storingen van of beschadigingen aan het apparaat te repareren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. 51 progress Beschrijving van het apparaat 2 3 4 5 6 7 8 9 1 10 11 12 1. 2. 3. 4. 5. 6. Bedieningspaneel Knop voor kookzone linksvoor Knop voor kookzone linksachter Temperatuurregelaar - Controlelampje Temperatuurregelaar Ovenregelaar 7. 8. 9. 10. 11. 12. Bedrijfscontrolelampje Knop voor kookzone rechtsachter Knop voor kookzone rechtsvoor Ventilatieopening voor de koelventilator Ovenverlichting Typeplaatje Accessoires Bakplaat Rooster 52 progress Bediening Bedieningsknop 0 Oven uitgeschakeld Boven- en onderwarmte Bovenwarmte Onderwarmte Bedrijfscontrolelampje Het bedrijfscontrolelampje gaat branden als de functieknop wordt ingesteld. Thermostaatknop Draai de thermostaatknop naar links, om temperaturen tussen 50 °C en 250 °C te selecteren. Temperatuurregelknop - Controlelampje Dit controlelampje gaat branden als er aan de temperatuurregelknop gedraaid wordt. Het lampje blijft branden tot de gewenste temperatuur bereikt is. Daarna gaat het knipperen om aan te geven dat de temperatuur in stand wordt gehouden. Bedieningsknop voor de kookplaat Op het bedieningspaneel bevinden zich de schakelknoppen voor de vier verwarmingselementen van de kookzones. De kookzones worden ingesteld met een schakelaar met 9 standen waarvan de volgende standen gebruikt kunnen worden: 0 = UIT 1 = Minimum 9 = Maximum 0 53 progress Tweekringskookzone - Inschakeling (zie de lijst van apparaten in hoofdstuk “Technische gegevens”) Door de kookzoneknop van stand 9 in de stand te zetten, worden de beide verwarmingskringen ingeschakeld (rechtsom); “klik” is hoorbaar. Beide verwarmingskringen worden nu tegelijk ingeschakeld. Aansluitend wordt de gewenste stand ingesteld (knop naar links draaien). De bereiding van gerechten met olie of vetten zoals bijv. frites, mag niet zonder toezicht plaatsvinden, daar olie en vetten bij oververhitting gemakkelijk kunnen ontvlammen. Veiligheidsthermostaat Om gevaarlijke oververhitting te voorkomen (door ondeskundig gebruik van het apparaat of defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat, die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Wordt de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met onze klantenservice. Koelventilator De oven is uitgerust met een koelventilator, die het bedieningspaneel, de instelknoppen en de greep van de ovendeur koelt. De koelventilator wordt automatisch ingeschakeld wanneer de oven in werking is. De warme lucht wordt door de opening naast de ovendeurgreep weggeblazen. De koelventilator wordt uitgeschakeld wanneer de ovenfunctieschakelaar in de stand "0" wordt gezet. 54 progress Voordat u de oven voor het eerst in gebruik neemt Verwijder al het verpakkingsmateriaal, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant van de oven, voordat u de oven in gebruik neemt. Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven één keer opgewarmd worden zonder dat u er gerechten in geplaatst heeft. Gedurende deze tijd kan er een onaangenaam luchtje ontstaan. Dit is helemaal normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is. ) 1. Draai de functieknop op boven- en onderwarmte . 2. Draai de thermostaatknop naar 250°C. 3. Zet een raam open voor de ventilatie. 4. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten werken. Laat de oven daarna afkoelen. Maak een doek vochtig met warm water en wat mild reinigingsmiddel en maak daarmee de binnenkant van de oven schoon. Maak, voordat u de oven voor het eerst gebruikt, ook alle accessoires grondig schoon. Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast. 55 progress Gebruik van de oven Belangrijk! - Leg geen aluminiumfolie in de oven en plaats geen bakblik enz. op de bodem, aangezien de daardoor veroorzaakte hitteconcentratie het emaille van de oven beschadigt. Zet pannen en schalen, hittebestendige pannen en schalen of aluminium bakplaten altijd op het rooster, dat in de geleiders is geschoven. Wanneer levensmiddelen verwarmd worden ontstaat stoom, net als in een ketel. Wanneer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens gevormd en ontstaan er waterdruppels. Warm de lege oven altijd 10 minuten voor, om condensvorming te beperken. Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels weg te vegen. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten zijn. Wees voorzichtig bij het openen van de ovendeur. Laat hem niet “open vallen”, maar ondersteun de deur met de handgreep totdat hij helemaal open is. De oven heeft vier inzetniveaus. De plaatsen voor de roosters worden van de bodem van de oven geteld, zoals aangegeven in de afbeelding. De roosters moeten absoluut goed op hun plaats worden gezet (zie afbeelding). Zet geen serviesgoed of schalen rechtstreeks op de bodem van de oven. 4 3 2 1 56 progress Boven- en onderwarmte 1. Draai de knop op de gewenste functie . 2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur. - De warmte wordt het best verdeeld op het middelste inzetniveau. Als de onderkant van het gerecht een bruiner korstje moet krijgen, zet u het op een lager inzetniveau. Als de bovenkant een bruiner korstje moet krijgen, zet u het gerecht op een hoger inzetniveau. - Het materiaal en de afwerking van de bakplaat en de schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Geëmailleerde, donkere, zware of vormen of keukengereedschappen zonder beschermlaag maken een sterkere bruining van de onderkant mogelijk, terwijl vormen van glas of glanzend aluminium of gepolijste stalen bakplaten de hitte reflecteren en daardoor slechts een geringe bruinerende werking op de onderkant toestaan. - Zet de gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te bevorderen. - Zet de gerechten op bakplaten van geschikte afmetingen, zodat vloeistof niet op de bodem van de oven kan lekken. Zo bespaart u zichzelf schoonmaakwerkzaamheden. - Zet gerechten, potten of bakblikken nooit rechtstreeks op de bodem van de oven, deze wordt namelijk erg heet en dan kunnen er beschadigingen ontstaan. Bij deze instelling komt de warmte van zowel de bovenste als de onderste verwarmingselementen. Daarom heeft u slechts een inzetniveau nodig voor de bereiding. Deze instelling is met name geschikt voor gerechten, die aan de onderkant extra gebruind moeten worden zoals quiches en pasteien. Gratins, lasagna en andere gerechten die vooral aan de bovenkant gebruind moeten worden, kunnen ook heel goed met deze instelling bereid worden. Onderwarmte 1. Draai de functieknop van de oven op . 2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur. Deze functie is met name geschikt voor het blindbakken van deeg. Deze functie kan ook gebruikt worden voor quiches of pasteien, omdat het deeg van de bodem gegarandeerd goed gebakken wordt. Het controlelampje van de thermostaat blijft branden tot de juiste temperatuur bereikt is. Daarna gaat het knipperen om aan te geven dat de temperatuur in stand wordt gehouden. Bovenwarmte Deze functie is geschikt voor het afmaken van gerechten, zoals lasagne of gegratineerde bloemkool enz. 57 progress Aanwijzingen en Tips Bakken: Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gemiddelde temperatuur (150°C-200°C). Daarom moet de oven gedurende ong. 10 minuten voorverwarmd worden. Doe de ovendeur niet open voordat 3/4 van de baktijd is verstreken. Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot 2/3 van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. Deze extra baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid van de garnering. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. De baktijd zou door te vloeibaar deeg onnodig langer duren. Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de oven worden geplaatst, moet er tussen de blikken één niveau worden vrijgelaten. Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de oven worden geplaatst, moeten deze na ongeveer 2/3 van de baktijd worden omgewisseld en omgedraaid. Braden: Braad geen stukken die minder wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden. Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig, voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur toe. U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden. Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan de braadslede op het onderste niveau zodat de sappen worden opgevangen. Het braadstuk minstens 15 minuten laten staan, voordat u het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet kan weglopen. Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u een beetje water in de braadslede gieten. Om condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm gehouden worden. Voorzichtig! Leg geen aluminiumfolie of kookgerei in de oven en zet de braadslee of het bakblik niet op de bodem van de oven, anders kan het emaille van de oven door de oplopende hitte beschadigd worden. Bereidingstijden De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke gerechten. Noteer de instellingen van uw eerste bereidingsexperimenten, om ervaring op te doen als u deze gerechten later nog eens wilt bereiden. Op basis van uw eigen ervaringen kunt u de aangegeven waarden individueel aanpassen. 58 progress Bak-tabellen Boven- en onderwarmte Gewicht (gr.) Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen. 1000 500 500 250 Inzetniveau Braadstuk GEBAK Roerdeeg Zandtaartdeeg Karnemelk-kwarktaart Appeltaart Strudel Jamtaart Cake Biscuitgebak Stollen Rechthoekige cake Kleine koekjes Biscuits Schuimgebak Koekjes van gistdeeg Roomsoezen/tompoezen BROOD EN PIZZA Witbrood Roggebrood Broodjes Pizza FLAN Pastaflan Groenteflan Quiches Lasagne Cannelloni Temperatuur °C 4 3 2 1 Bereidingstijd in min. 170 170 160 180 175 175 175 175 170 170 175 160 100 190 200 1 2 1 1 2 2 1 1 1 1 2 3 2 2 2 45-60 20-30 60-80 40-60 60-80 30-40 45-60 30-40 40-60 50-60 25-35 20-30 90-120 12-20 15-25 190 190 200 210 1 2 2 1 40-60 30-45 20-35 15-30 200 200 200 180 200 2 2 2 2 2 40-50 45-60 35-45 45-60 40-55 De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. 59 progress Boven- en onderwarmte Gewicht (gr.) Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen. 1000 1200 1000 1500 1500 1500 2000 1200 1000 5000 1500 3000 1200 1200 1500 800 1200 1500 Inzetniveau Braadstuk VLEES Rundvlees Varkensvlees Kalfsvlees Rosbief, rood Rosbief, roze Rosbief, doorbakken Varkensschouder Lamsvlees Kip Kalkoen Eend Gans Haas Varkenspoten Gehakt WILD Hazenrug Fazant VIS Forel/tandbrasem Tonijn/zalm Temperatuur °C 4 3 2 1 Bereidingstijd in min. 190 180 190 210 210 210 180 190 190 180 175 175 190 180 180 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 50-70 100-130 90-120 50-60 60-70 70-80 120-150 110-130 60-80 210-240 120-150 150-200 60-80 100-120 40-60 190 190 2 2 150-200 90-120 190 190 2 2 30-40 25-35 De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. 60 progress Reiniging en onderhoud Voordat u de oven schoonmaakt, de oven uitschakelen en laten afkoelen. Het apparaat mag niet schoongemaakt worden met een stoomreiniger. Belangrijk: Voor elke reinigingshandeling de stekker van het apparaat absoluut uit het stopcontact halen. Voor een lange levensduur van het apparaat is het noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden regelmatig uit de voeren: - Doe dit alleen bij een afgekoelde oven. - Maak de geëmailleerde delen schoon met een sopje. - Gebruik geen schuurmiddelen. - Onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat droogwrijven met een zachte doek. - Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of warme azijn. Het emaille van de oven is uiterst duurzaam en in hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen echter op de oppervlakken van emaille blijvende matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het hoogglanzende oppervlak van het emaille hebben echter geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daardoor voorkomen. Reinigingsmiddelen Voordat welke schoonmaakmiddelen dan ook voor uw oven gebruikt, moet u controleren of ze geschikt zijn en of hun gebruik wordt aanbevolen door de fabrikant. Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mogen NIET worden gebruikt, aangezien deze de toplaag van de oppervlakken dof kunnen maken. Gebruik geen agressieve schuurmiddelen. Buitenkant reinigen Neem regelmatig het bedieningspaneel, de ovendeur en de afdichting af met een zachte, goed uitgewrongen doek met warm water en wat vloeibaar reinigingsmiddel. Om beschadigen of verzwakken van de glasplaten van de deur te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende producten vermijden: • Huishoudelijke schoonmaakmiddelen en bleekmiddelen • Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn voor pannen met antiaanbaklaag • Brillo- of staalwolsponsjes • Chemische ovenreiningers of spuitbussen • Roestverwijderaars • Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant met een warm sopje. Mocht het binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een speciaal reinigingsmiddel aan te bevelen. Gebruik geen krabber om aangekoekt vuil te verwijderen. Binnenkant oven De emaillen bodem van de oven kunt u het beste reinigen terwijl de oven nog warm is. Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte doek, die na elk gebruik in warm water met zeep gewassen moet worden. Af en toe moet de oven grondiger worden gereinigd. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare ovenreiniger. 61 progress Ovendeur De ovendeur bestaat uit twee glasplaten. Om het schoonmaken makkelijker te maken kan de ovendeur verwijderd worden en kunnen de roosters naar buiten getrokken worden. ) Let op - De ovendeur moet gedemonteerd worden voordat u hem schoon kunt maken. De deur zou plotseling dicht kunnen slaan, als u probeert de binnenste ruiten te verwijderen als de deur nog vastzit aan de oven. Ga voor de demontage als volgt te werk. 1. Zet de deur helemaal open. 2. Zoek de beide deurscharnieren. 3. Til de hendel op de scharnieren op en trek deze naar voren. 4. Pak de deur aan beide buitenkanten vast en sluit hem tot ongeveer 45°. 5. Trek de deur uit zijn zitting naar voren. 6. Leg de deur op een vaste ondergrond en bescherm het oppervlak van de handgreep met een zachte doek. 7. Maak voor het verwijderen van de binnenruiten het vergrendelingssysteem los. 62 progress 8. Draai de bevestigingen 90° om en trek ze uit hun zitting. 9. Til de bovenste ruit voorzichtig een stukje op en trek hem naar buiten, deze is herkenbaar aan de decoratie op alle vier de kanten. Maak de ovendeur schoon met lauw water en een zachte doek. Gebruik geen metaalsponsjes, schuursponsjes of zuren, die het speciale warmtereflecterende oppervlak van de binnenruit kunnen beschadigen. Zet de binnenruit na het schoonmaken weer in de deur. Monteer de deur weer aan de oven; ga daarvoor in omgekeerde volgorde van de demontage te werk. Let er op dat u de ruiten weer op de goede plaats zet. ) Ga als volgt te werk: De binnenruit met de decoratie op de vier kanten moet zodanig gemonteerd worden dat de zeefdruk naar de buitenkant van de oven gericht is. De ruit is goed geplaatst als u met uw vinger over het zichtbare oppervlak strijkt en u geen oneffenheden ter hoogte van de zeefdruk voelt. 90° De binnenruit moet in zijn sponning geplaatst worden zoals aangegeven op de afbeelding. Nadat u de ruiten in de ovendeur geplaatst heeft moet u ze vastzetten zoals beschreven in Punt 8. Maak de ovendeur nooit schoon als hij warm is, de ruiten zouden kunnen barsten. Als u krassen of scheuren in de glasplaat constateert, onmiddellijk contact opnemen met de Klantenservice en de ruiten laten vervangen. 1 2 63 progress Modellen van roestvrij staal of aluminium: Maak de ovendeur en het bedieningspaneel van roestvrij staal of aluminium schoon met een vochtige spons en droog hem daarna zorgvuldig af met een zachte doek. Gebruik geen metaalsponsjes, staalwol, zuren of schuurmiddelen die krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken. De afdichting van de ovendeur schoonmaken Rondom de opening van de oven is een afdichting aangebracht. Controleer regelmatig of de afdichting intact is. De afdichting, indien nodig, schoonmaken, zonder daarbij voorwerpen of schuurmiddelen te gebruiken. Als u beschadiging van de afdichting constateert, neem dan onmiddellijk contact op met de dichtstbijzijnde Klantenservice. Gebruik de oven niet zolang de afdichting niet vervangen is. 64 progress Vervangen van de binnenverlichting Neem het apparaat van de stroomvoorziening zodat ook de zekering uitgeschakeld wordt. Als het ovenlampje moet worden vervangen, dan moet dit voldoen aan de volgende eisen: - Vermogen: 15 W / 25 W - Voltage: 230 V (50 Hz) - Hittebestendig tot 300° C - Soort aansluiting: E14 Deze lampen zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar. Zo vervangt u het ovenlampje: 1. Verzeker u ervan dat de oven afgekoeld is en dat de stekker uit het stopcontact getrokken is. 2. Druk het glazen dekseltje in en draai het naar links. 3. Verwijder het kapotte lampje en vervang het door een nieuw. 4. Plaats het glazen dekseltje terug en steek de stekker weer in het stopcontact. ) 65 progress Het oplossen van problemen Als het apparaat niet goed werkt, voer dan de volgende controles uit, voordat u contact opneemt met de service-afdeling van Electrolux. PROBLEEM „ De oven gaat niet aan. OPLOSSING ‹ Controleer of u een bereidingsfunctie en een temperatuur hebt ingesteld, of ‹ controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de contactschakelaar of de netstroomtoevoer naar de oven op AAN staan. „ „ Het controlelampje voor de oventemperatuur brandt niet. ‹ Kies een temperatuur met de thermostaat- De binnenverlichting van de oven brandt niet. ‹ Kies een functie met de functieknop, knop, of ‹ kies een functie met de functieknop. of ‹ controleer het lampje en vervang dit, indien nodig (zie “Vervangen van de binnenverlichting”). „ De bereiding van de gerechten duurt te lang of de gerechten worden te snel gaar. ‹ Eventueel moet de temperatuur veranderd „ Stoom en condenswater slaan neer op de gerechten en de deur van de oven. ‹ Laat de gerechten na afloop van de bereiding worden, of ‹ neem de inhoud van deze aanwijzing goed door, met name hoofdstuk “Gebruik van de oven”. niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. 66 progress Technische gegevens Verwarmingsvermogen Bovenwarmte 800 W Onderwarmte 1000 W Boven-/onderwarmte 1800 W Ovenlampje 25 W Motor koelventilator 25 W Totale aansluitwaarde Spanning (50 Hz) 1850 W 230 V-400 V 3N~ Inbouw Hoogte 600 mm Breedte 560 mm Diepte 550 mm Inbouw Hoogte 335 mm Breedte 405 mm Diepte Ovencapaciteit 410 mm 56 l Het apparaat kan met de volgende inbouwkookplaten en keramische glazen inbouwkookvelden worden gecombineerd: z z z Type keramische glazen kookplaat: PEM 6000 E Totale aansluitwaarde 6000 W Spanning (50 Hz) 230 V Type keramische glazen kookplaat: PES 6000 E Totale aansluitwaarde 5800 W Spanning (50 Hz) 230 V Type keramische glazen kookplaat: PES 6060 E Totale aansluitwaarde 7600 W Spanning (50 Hz) 230 V Maximaal nominaal verwarmingsvermogen Oven + keramische glazen kookplaat 9450 W z 67 progress Aanwijzingen voor de installateur Inbouw en installatie moeten uitgevoerd worden met strikte inachtneming van de geldende voorschriften. Elke ingreep mag slechts plaatsvinden als het apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend installateur. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als de veiligheidsvoorschriften niet worden nageleefd. Aansluiten op netstroom Let voor het aansluiten op het volgende: - De zekering en de huisinstallatie moeten op de max. belasting van het apparaat berekend zijn (zie typeplaatje). - De huisinstallatie moet voorzien zijn van een aardaansluiting overeenkomstig de voorschriften en voldoen aan de betreffende geldende voorschriften. - Het stopcontact of de meerpolige contactverbreker moeten ook na voltooiing van de installatie van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn. Het apparaat wordt zonder aansluitsnoer geleverd, daar afhankelijk van de aanwezige voedingsbron, een aansluitsnoer met stekker noodzakelijk is dat voldoet aan de desbetreffende norm en geschikt moet zijn voor de op het typeplaatje aangegeven belasting. Steek de stekker in een geschikt stopcontact. De volgende typen aansluitsnoeren zijn geschikt, met inachtneming van de nominale doorsneden: H07RN-F, H05RN-F, H05RR-F, H05VV-F, H05V2V2-F (T90), H05BB-F. Als de aansluiting zonder stekker wordt uitgevoerd, of als de stekker tussen het apparaat en de aansluiting op het stroomnet niet toegankelijk is, moet er tussen het apparaat en de aansluiting op het stroomnet een meerpolige stroomonderbreker (bijv. zekeringen, LS-schakelaar) met een minimale afstand tussen de contacten van 3 mm aangebracht worden. De schakelaar mag de aardleiding nergens onderbreken. De geelgroene aardleiding dient 2-3 cm langer te zijn dan alle andere kabels. 68 progress Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur) bereikt. Na voltooide aansluiting moeten de verwarmingselementen gecontroleerd worden, door ze ong. 3 minuten in werking te stellen. Klemmenbord Het apparaat is met een gemakkelijk toegankelijke 6-polige aansluitklem uitgerust, waarvan de aansluitingen al voorbereid zijn op de werking met 400 V met nulleider (zie afbeelding). In geval van andere netspanningen moeten de aansluitingen van de aansluitklem overeenkomstig het schema afbeelding worden verlegd. De aardleiding komt op de klem . Kabel na het aansluiten op de aansluitklem met een snoerontlastingsklem bevestigen. Elektrische aansluiting op de kookplaat Let op: montagehandleiding voor de kookplaat, inbouwoven of schakelkast volgen! Dit apparaat kan worden aangesloten op de in hoofdstuk «Technische gegevens» aangegeven kookplaatmodellen. Het stopcontact voor het aansluiten van de kookplaat bevindt zich op de behuizing van de oven. Uit de inbouwkookplaat steken de aansluitkabels van de verwarmingselementen en de aardkabel; deze kabels zijn voorzien van een steekaansluiting. Steek de stekker en de aansluitkabel in het desbetreffende stopcontact van de oven. De mogelijkheid van een verkeerde aansluiting is zodoende uitgesloten. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als de veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. 1 230V 3~ Ø 4x2,5 mm² L1 1 230V 1~ Ø 3x4 mm² L1 1 400V 2N~ Ø 4x2,5 mm² L1 1 400V 3N~ Ø 5x1,5 mm² L1 2 3 4 5 L2 L3 PE 2 3 4 5 N 2 3 4 5 PE L2 N 2 3 4 5 PE L2 L3 N PE 69 progress Om een probleemloze werking van het inbouwapparaat te kunnen waarborgen, moeten de keukenmeubelen of de uitsparing waarin het apparaat wordt ingebouwd de geschikte afmetingen hebben. In overeenstemming met de geldende voorschriften moeten alle delen, die de bescherming tegen aanraking van onder spanning staande en geïsoleerde delen garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet zonder gereedschap verwijderd kunnen worden. Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele afsluitende kanten aan het begin of einde van een rij inbouwapparaten. De bescherming tegen aanraking moet in ieder geval door het inbouwen gegarandeerd zijn. Het apparaat kan met de achterkant of zijkant tegen hogere keukenmeubelen, apparaten of wanden worden geplaatst. Aan de andere zijkant mogen er echter geen andere apparaten of meubelen van dezelfde hoogte als het apparaat geplaatst worden. Afmetingen van oven (zie afbeelding) Instructies voor de inbouw Om een probleemloze werking van het inbouwapparaat te kunnen waarborgen, moeten de keukenmeubelen of de uitsparing waarin het apparaat wordt ingebouwd de geschikte afmetingen hebben. Bevestiging in het meubel 1. Open de ovendeur. 2. Bevestig de oven met behulp van de vier afstandshouders in de meubelen (zie afbeelding - A). Deze passen exact in de gaten van het frame. Draai aansluitend de vier meegeleverde houtschroeven vast (zie afbeelding - B). IN 550 M 560 - 57 0 600 Instructies voor de inbouw 80÷ 100 70 progress Klantenservice Als het probleem na de beschreven controles niet kan worden opgelost, bel dan de dichtstbijzijnde klantenservice van de fabrikant en vermeld de aard van het defect, het model van het apparaat (Mod.), het Productienummer (Prod. Nr.) evenals het fabricagenummer (Ser. Nr.) die u op het typeplaatje van de oven vindt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Progress PHN1110S Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor