PP 30TC 120

Indesit PP 30TC 120 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit PP 30TC 120 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
KOOKPLAAT
Gebruiksaanwijzing
NL
BE
PPF 20DC 120
PPF 30TC 120
PP 30TC 120
PPF 20 65
PPF 20DC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNV
PPF 20 65 BNV
B 20DC 120/CS
B 30TC 120/CS
B 20 65/CS
B 30TC 138/CS BNV
Italiano, 1 Français, 23English,12
GB FR
Deutsch, 35
Español , 60
Nederlands,47
NL
DE ES
IT
Samenvatting
Het installeren, 48-54
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Typeplaatje
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 55
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 56
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voorzorgsmaatregelen en advies, 57
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 58
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 59
NL
BE
48
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren
zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor
de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling
van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en
dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende
normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een
verkeerde installatie kan schade berokkenen aan
personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren
in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften
van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke keer
als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben dat
dient voor de normale verbranding van het gas. De
luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding
moet niet minder dan 2 m3/h zijn per kW geïnstalleerd
vermogen.
Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van buiten
te onttrekken door middel van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm2 en die zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te onttrekken
aan de aangrenzende vertrekken die door middel van een
ventilatiebuis, zoals boven beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn van
het huis en ook geen ruimtes met
hoog brandgevaar of slaapkamers.
• (voor België) De gassen van
vloeibaar gemaakte gasmengsels
(LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze
reden moeten vertrekken waar
LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben
voor het afvoeren van eventueel
ontsnapt gas. Lege of halfvolle
LPG-flessen mogen dus niet
worden geïnstalleerd of bewaard in
vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.).
Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek
te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks
contact staat met warmtebronnen (oven, open haard,
kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan
50°C zouden kunnen brengen.
Inbouw
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X. Het is
daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te plaatsen die
niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een juiste installatie van
de kookplaat moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van
de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens de
voorschriften die u kunt vinden in het instructieboekje
van de afzuigkap zelf en in ieder geval op een afstand
van minstens 650 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een minimum
hoogte van 420 mm van het keukenblad (zie
afbeelding).
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie
afbeelding).
Het installeren
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
600mm min.
540mm min.
700mm min.
NL
BE
49
Afb .4
Afb .3
Afb .2
INBOUWKOOKPLAAT
HOOGTE = DIKTE STAAL
INBOUWKOOKPLAAT
DIKTE STAAL <HOOGTE <58 mm
KEUKENBLAD - OP KOOKPLAAT
HOOGTE >58 mm
TOP
10mm
S
2,5mm
Het bevestigen aan het meubel
Er zijn drie verschillende soorten apparaten, naar gelang
het type installatie:
1-Kookplaten voor inbouw (Klasse 3) van het gelijkliggende
type (zie afbeelding 2 detail H1); in dit geval moet voor het
installeren een behuizing in de aanrecht worden gemaakt
van dezelfde afmetingen als de omtrek van de kookplaat
verminderd met 2cm per kant zodat 1cm steun van de
kookplaat op de aanrecht is gegarandeerd (zie afbeelding
3); voor de gelijkliggende inbouw moet een verdere
verlaging worden uitgevoerd op de omtrek van het
steunoppervlak (zie afb. 3 en 4), teneinde de behuizing van
zowel de rand van de kookplaat als de afdichting onder de
rand mogelijk te maken.
Installatie van de kookplaten
Om ongelukken te voorkomen is het noodzakelijk de
nodige voorzorgen te nemen teneinde een installatie te
garanderen die voldoet aan de geldende normen voor het
aansluiten van gas en elektriciteit. Voor het goed
functioneren van kookplaten die in keukenkastjes worden
geïnstalleerd, moeten de minimum afstanden, aangegeven
in afb.1, in acht worden genomen. Bovendien moeten de
aangrenzende oppervlakKen en de achterwand uit
hittebestendig materiaal vervaardigd zijn om een
temperatuur van boven de 65°C te weerstaan.
Y
X
Y+2mm
X+2mm
R 11mm
X-20mm
Y-20mm
Afb .1
NL
BE
50
Voordat u overgaat tot het vastzetten op de aanrecht
brengt u de (bijgeleverde) afdichting aan langs de omtrek
van de kookplaat zoals aangegeven in afbeelding 7.
Voor het bevestigen van de kookplaat aan het meubel zijn
montageplaatjes bijgeleverd zoals aangegeven in detail S.
2-Kookplaten voor inbouw (Klasse 3) met een rand die
minder hoog is dan 58mm (zie afbeeding 2 detail H2); voor
het installeren op de aanrecht moet een behuizing worden
gemaakt die groot genoeg is om de hele onderplaat van de
kookplaat te bevatten; laat tussen de kookplaat en de
houten aanrecht minstens 1cm luchtafstand open rond de
hele omtrek (de onderkant mag eventueel in contact zijn).
Zie voor het bevestigen van de apparaten de instructies
onder punt 1 of een eventueel bijgevoegd instructieblad in
het geval van speciale toepassingen.
3-Kookplaten voor inbouw (Klasse 1) met een rand die
hoger is dan 58mm (zie afbeelding 2, detail H3); in dit geval
steekt de onderplaat niet uit boven de rand; ook bijj
steunen op een aanrecht hoeft u alleen maar te zorgen
voor de eventuele gaten voor het doorlaten van de
gasbuizen en elektrische draden. Voor het bevestigen van
de platen voert u de volgende handelingen uit (afb.5).
• schroef 2 schroeven "A" (bijgeleverd) aan het kastje met
de afstanden van de achterwand zoals aangegeven in
afbeelding 3, en laat de koppen van de schroeven 1,5 mm
uitsteken van het hout;
• haak de plaat aan de 2 schroeven "A" en druk hem naar
achteren;
• bevestig hem aan het kastje aan de achterkant met de 2
montageplaatjes "B" en de vier bijgeleverde schroeven
"C".
N.B. : teneinde onderhoud mogelijk te maken moet ervoor
worden gezorgd dat de ruimte onder de kookplaat, nadat
deze is geïnstalleerd, op voldoende wijze bereikbaar is
(geen eventuele gesloten armaturen).
1.5 mm
1.5
mm
A
B
C
X
mm
Afb .5
360 mm
1160 mm
345 mm
1145 mm
voor versie PP 30TC 120:
Afb .4
NL
BE
51
Ventilatie
Om een goede ventilatie te bereiken moet u de achterkant
van het meubel verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven
op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een
enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560
mm (zie afbeeldingen).
! Het is alleen mogelijk de kookplaat boven inbouwovens
te installeren als deze zijn voorzien van
afkoelingsventilatie.
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken met
de wisselstroom, spanning en frequentie die aangegeven
zijn op het typeplaatje (aan de onderkant van de
kookplaat). De aarding van de kabel wordt aangegeven
door de kleuren geel-groen. Als het fornuis wordt
geïnstalleerd boven een inbouwoven moeten de
elektrische aansluitingen van fornuis en oven apart worden
uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als voor het
eventueel makkelijker verwijderen van de oven.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische
net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een
meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand
tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan
het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende
normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de
schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden
geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van
het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje;
560 mm.
45 mm.
de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat
niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact
te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie
Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet
worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende
normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is
ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het
omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals
beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende
types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te
sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient
men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op
aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder
“G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te
monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen
NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de
muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar
dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de
huidige Nationale Normen te voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden
uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich
een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de
afdichting is verzekerd door een pakking. Als het
verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut
noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat
geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang
krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
NL
BE
52
L
G
R
2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van 7mm.
De binnenste vlamkroon heeft een straalpijpje, de
buitenste heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang de
straalpijpjes met nieuwe die zijn aangepast aan het
nieuwe type gas (zie tabel1).
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun
plaats.
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor België)
De branders hebben geen regeling van de primaire lucht
nodig.
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje in of
naast de spil van het kraantje totdat u een kleine,
regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van
hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme
(thermo-element) dit systeem niet werkt als de branders
op de minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met
zegellak of dergelijk materiaal.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht
worden geschroefd.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat
correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze
Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of
variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht die
voldoet aan de geldende landelijke normen.
Aansluiting met een roestvrije
stalen flexibele buis aan een
onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas
toegang krijgt tot het fornuis is
voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig
worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde toestand
niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft
plaatsgevonden moet u controleren dat de flexibele
metalen buis niet in contact komt met de beweegbare
delen of dat hij vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die voldoen
aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een
vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort
gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op het
typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of op de
verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op de
volgende wijze worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de
branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van
7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt voor
het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de
branders en de straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het
etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat
gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service
Centers.
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met
"onafhankelijke dubbele vlamkronen":
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De
brander bestaat uit twee aparte delen (zie afbeeldingen);
NL
BE
53
TYPEPLAATJE
Elektrische
aansluitingen
spanning 220-240V~ 50/60Hz
Dit apparaat voldoet aan de
volgende EU Richtlijnen:
73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen -
89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen -
93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen.
EEG/90/336 van 29/06/90 (Gas)
en successievelijke modificaties.
2002/96/EC
Aantekening voor alleen de kookplaten B 30TC
138/CS BNV
De kookplaten B 30TC 138/CS BNV zijn voorzien
van twee inputs voor de gastoevoer (zie afb.6, details
P1 en P2) die ieder 2 gasbranders bedienen; zij
moeten dus allebei aan de gasleiding worden
aangesloten.
R1 R2
afb .6
NL
BE
54
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
! De kookplaat kan worden geïnstalleerd boven een ingebouwde oven op voorwaarde dat deze voorzien is van
afkoelingsventilatie.
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec
Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg
TABEL 1 (voor Nederland) Vloeibaar gas Aardgas
Brander Brander
doorsnee
Warmtecapaciteit
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm)
Nom. Ger.
G30/G31 G25
D.
Drioevoudige ring 130 3.25 1.3 57 91 236 124 309
C. Sterk 100 3.00 0.7 40 86 218 122 332
B. Normaal 75 1.65 0.4 30 64 120 94 183
A. Sudderbrander 55 1.00 0.4 30 50 73 72 110
I.dubbele vlamkronen
(binnenste DC-DR)
30 0.9 0.4 30 44 65 70 100
I.dubbele vlamkronen
(buitenste DC-DR)
130 4.1 1.3 57 70 298 114 454
Voedingsdruk
Nom.
Min.
Max
28-30
20
35
20
17
25
Tabel 1 (voor BELGIË) Vloeibaar gas Aardgas
BRANDER
Brander
doorsnee
Warmte
capaciteit
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm)
Nom. Ger.
G30 G31 G20/25 G20 G25
C.
Snel
100 3.00 0.7 40 86 218 214 116 286 332
B.
Halfsnel
75 1.65 0.4 30 64 120 118 96 157 183
A.
Hulp
55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 110
D.
Drioevoudige ring
130 3.25 1.3 57 91 236 232 124 309 360
I.
dubbele vlamkronen (binnenste DC-DR) 30 0.9 0.4 30 44 65 64 70 86 100
I.
dubbele vlamkronen (buitenste DC-DR) 130 4.1 1.3 57 70 298 293 110 390 454
Voedingsdruk 28-30 37 20 25
Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg
Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³
Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
ICA
C
B
D
A
C
A
PPF 20 65 - PPF 20 65 BNV - B 20 65/CS
PP 30TC 120 - PPF 30TC 120 - PPF 30TC 120 BNV -
B 30TC 120/CS
PPF 20DC 120 - PPF 20DC 120 BNV - B 20DC 120/CS
B
D
A
C
B 30TC 138/CS BNV
NL
BE
55
Beschrijving
van het apparaat
Algemeen aanzicht
VEILIGHEIDSMECHANISME
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u
wilt gebruiken.
Knoppen van de GASBRANDERS voor het regelen
van de vlam of van het vermogen.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
GASBRANDERS
Roosters voor PANNEN*
Knoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS
*Roosters voor versie BNV
PPF 20DC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNV
PPF 20 65 BNV
NL
BE
56
! Op iedere knop staat aangegeven waar de gasbrander
of de elektrische plaat zich precies bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
0 Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat
automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt.
Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de
klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de
brander aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt
zodat het veiligheidssysteem geactiveerd kan worden.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan
de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem
weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met
de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool “0”).
De brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen"*
Deze brander bestaat uit twee vlamkronen die samen
of onafhankelijk kunnen functioneren. Tegelijk gebruikt
op maximum geeft verhoogde warmte en dus kortere
kooktijden vergeleken met de traditionele branders. Ook
verdelen de dubbele vlamkronen de warmte onder de
pannen gelijkmatiger, vooral als ze allebei op minimum
worden gebruikt.
Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele
vlammenkring moet u nooit tegelijkertijd de interne
kring op minimum en de externe kring op maximum
zetten.
U kunt dus ook pannen van verschillende grootte
gebruiken, met de kleinere pannen op alleen de
binnenste vlamkroon. Iedere vlamkroon van de brander
met "onafhankelijke dubbele vlamkronen" heeft zijn
eigen bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de buitenste
vlamkroon;
de knop met het symbool
bedient de binnenste
vlamkroon;
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon drukt u
de betreffende knop in en draait u hem tot aan
Starten en gebruik
maximum . De brander is voorzien van elektronische
ontsteking die automatisch werkt zodra u de knop
indrukt.
Aangezien de brander is voorzien van het
veiligheidssysteem moet u de knop ongeveer 2-3
seconden ingedrukt houden totdat het
veiligheidssysteem warmt wordt en automatisch de
vlam aan houdt.
De bedieningsknop werkt als volgt:
0 Uit
Maximum
Minimum
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met
de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool “0”).
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie
tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit
vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en met een
deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het kookpunt is
bereikt.
Aantekening voor alleen de kookplaten B 30TC 138/CS
BNV
De kookplaten B 30TC 138/CS BNV zijn voorzien van een
reductierooster (zie afbeelding), die alleen op de
spaarbrander "A" wordt gebruikt.
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u
naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de
branders en straalpijpen”.
Brander ø Diameter Pan (cm)
A.
Spaarbrander
6 - 14
B.
Spaarbrander
15 – 20
C.
Snelbrander
21 – 26
D.
Driedubbele kroona
24 - 26
I.
Dubbele kroon DC-DR (intern
)
10 - 14
I. Dubbele kroon DC-DR (buiten)) 24 - 28
(Versie PPF...BNV...)
Note
Als er geen stroom is, kunt u de brander met een lucifer
aansteken, terwijl u de knop op de grote vlam zet. Voor het
aansteken van één van de gasbranders houdt u er een
vlammetje bij of een gasaansteker, drukt u de knop in en
draait u hem tegen de klok in tot aan de positie van
maximum sterkte.
NL
BE
57
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
-Klasse 1: alle modellen met randhoogte >=58mm (zie
volgende bladzijde, afb.2 detail H3).
-Klasse 3: alle modellen met randhoogte <58mm (zie
volgende bladzijde, afb.2 detail H1 en H2 ).
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de vereisten
wordt voldaan beschreven in de paragraaf
“Plaatsing”.
Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op
het typeplaatje staan.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt
en alleen volgens de instructies die beschreven
staan in deze handleiding.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van de
kookplaat terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand ”
¡
staan als de oven niet wordt gebruikt.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken maar door de stekker zelf
beet te pakken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te
voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet
omlaag als de gasbranders nog warm zijn.
Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over
Vernietiging van Electrische en Electronische
Apparatuur (WEEE), vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden
ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte
materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten mogen hun apparaat naar publieke
afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale
wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen
als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten
zijn aktief bezig met het creëren van systemen om
het inzamelen en de verwijdering van oude
producten te regelen.
NL
BE
58
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
De vlamverspreiders moeten regelmatig in een
warm sopje worden gewassen zodat eventuele
etensresten makkelijker kunnen worden
verwijderd.
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er
voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve
schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben
gelegen. Spoel en droog het dus na het
schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd
gelijk af.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Onderhoud en verzorging
NL
BE
59
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is,
en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met
veiligheidsmechanisme.
De brander blijft niet aan als hij op minimum
staat.
De pannen zijn wankel.
Mogelijke oorzaken / Oplossing
De openingen van de vlamverspreiders niet
verstopt zijn.
Alle onderdelen van de brander goed in elkaar
zitten.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
U de knop goed heeft ingedrukt.
U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het
activeren van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt
zijn.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De minimum stand niet goed is ingesteld.
De bodem van de pan helemaal plat is.
De pan in het midden van de brander of de
kookplaat staat.
De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen
met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
! Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.
/