PPF 20DC 120

Scholtes PPF 20DC 120, PP 30 TC 120 SF, PPF 30TC 120 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Scholtes PPF 20DC 120 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
KOOKPLAAT
Gebruiksaanwijzing
NL
BE
Samenvatting
Het installeren, 50-55
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Typeplaatje
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 56
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 57
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voorzorgsmaatregelen en advies, 58
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 59
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 60
GB FR
DE
NL
ES
IT
Italiano, 1 Français, 25
Deutsch, 37
English, 13
Nederlands,49
Español, 61
PPF 20DC 120PPF 20DC 120
PPF 20DC 120PPF 20DC 120
PPF 20DC 120
PPF 30TC 120PPF 30TC 120
PPF 30TC 120PPF 30TC 120
PPF 30TC 120
PP 30TC 120 SFPP 30TC 120 SF
PP 30TC 120 SFPP 30TC 120 SF
PP 30TC 120 SF
PPF 20 65PPF 20 65
PPF 20 65PPF 20 65
PPF 20 65
PPF 20DC 120 BNVPPF 20DC 120 BNV
PPF 20DC 120 BNVPPF 20DC 120 BNV
PPF 20DC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNVPPF 30TC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNVPPF 30TC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNV
PPF 20 65 BNVPPF 20 65 BNV
PPF 20 65 BNVPPF 20 65 BNV
PPF 20 65 BNV
B 20DC 120/CSB 20DC 120/CS
B 20DC 120/CSB 20DC 120/CS
B 20DC 120/CS
B 30TC 120/CSB 30TC 120/CS
B 30TC 120/CSB 30TC 120/CS
B 30TC 120/CS
B 20 65/CSB 20 65/CS
B 20 65/CSB 20 65/CS
B 20 65/CS
B 30TC 138/CS BNVB 30TC 138/CS BNV
B 30TC 138/CS BNVB 30TC 138/CS BNV
B 30TC 138/CS BNV
NL
BE
50
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren
zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor
de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling
van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en
dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende
normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een
verkeerde installatie kan schade berokkenen aan
personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren
in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften
van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke keer
als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben dat
dient voor de normale verbranding van het gas. De
luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding
moet niet minder dan 2 m
3
/h zijn per kW geïnstalleerd
vermogen.
Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van buiten
te onttrekken door middel van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm
2
en die zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te onttrekken
aan de aangrenzende vertrekken die door middel van een
ventilatiebuis, zoals boven beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn van
het huis en ook geen ruimtes met
hoog brandgevaar of slaapkamers.
• (voor België) De gassen van
vloeibaar gemaakte gasmengsels
(LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze
reden moeten vertrekken waar
LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben
voor het afvoeren van eventueel
ontsnapt gas. Lege of halfvolle
LPG-flessen mogen dus niet
worden geïnstalleerd of bewaard in
vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.).
Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek
te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks
contact staat met warmtebronnen (oven, open haard,
kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan
50°C zouden kunnen brengen.
Inbouw
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X. Het is
daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te plaatsen die
niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een juiste installatie van
de kookplaat moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 50 mm van
de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens de
voorschriften die u kunt vinden in het instructieboekje
van de afzuigkap zelf en in ieder geval op een afstand
van minstens 7000 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een minimum
hoogte van 540 mm van het keukenblad (zie
afbeelding).
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie afb.).
Het installeren
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
600mm min.
540mm min.
700mm min.
NL
BE
51
Afb .2
Het bevestigen aan het meubel
Er zijn drie verschillende soorten apparaten, naar gelang
het type installatie:
1- Inbouwkookplaten (Klasse 3) die op één lijn staan met het
meubel (zie afbeelding 2 onderdeel H1); in dit geval is het
voor de installatie noodzakelijk een opening te maken in
het keukenblad die groot is als de omtrek van de kookplaat,
min 2 cm voor elke zijde, zodat de plaat 1 cm op het
keukenblad rust. Om een plaat op een dergelijke manier
in te bouwen is het bovendien nodig een extra verlaging te
Installatie van de kookplaten
Om ongelukken te voorkomen is het noodzakelijk de
nodige voorzorgen te nemen teneinde een installatie te
garanderen die voldoet aan de geldende normen voor het
aansluiten van gas en elektriciteit. Voor het goed
functioneren van kookplaten die in keukenkastjes worden
geïnstalleerd, moeten de minimum afstanden, aangegeven
in Afb.1, in acht worden genomen. Bovendien moeten de
aangrenzende oppervlakKen en de achterwand uit
hittebestendig materiaal vervaardigd zijn om een
temperatuur van boven de 65°C te weerstaan.
Afb .1
INBOUWKOOKPLAAT
HOOGTE = DIKTE STAAL
INBOUWKOOKPLAAT
DIKTE STAAL <HOOGTE <58 mm
KEUKENBLAD - OP KOOKPLAAT
HOOGTE >58 mm
Afb.3b
G
Afb.3a
Afb. 3c
Y
X
Y- 20 mm
X- 20 mm
MiMi
n.n.
700mm700mm
NL
BE
52
verkrijgen op de omtrek (zie afbeelding 3a) zodat behalve
de rand van de kookplaat ook de afdichting eronder plaats
genoeg heeft.Voordat u verdergaat met de bevestiging
aan het keukenblad moet u de G (bijgeleverde) afdichting
rond de omtrek van de kookplaat leggen, zoals aangegeven
in afbeelding 3b.Voor de bevestiging van de kookplaten
aan het meubel zijn montageplaatjes bijgeleverd zoals
aangegeven in onderdeel S (zie afbeelding 3a).
2- Inbouwkookplaten (Klasse 3) met rand van minder dan 58
mm (zie afbeelding 2 onderdeel H2)(Afb. 3c). Voor wat
betreft de installatie moet op het eventuele keukenblad
onder de kookplaat een opening worden gemaakt die groot
genoeg is om het onderste gedeelte van de kookplaat te
kunnen bevatten. Zorg ervoor dat tussen de kookplaat en
het houten keukenblad minstens 1 cm overblijft rond de
hele omtrek (de onderzijde van de houder kan er ook mee
in contact zijn). Voor de bevestiging van de apparaten ziet
u de instructies op punt 1 of eventueel het extra
instructieblad in geval van speciale toepassingen.
3- Kookplaten (opbouw) (Klasse 1) met rand van meer dan
58 mm (zie afbeelding 2 onderdeel H3). In dit geval moet
de onderste houder van het blad niet breder zijn dan de
rand zelf; ook in het geval de kookplaat op een keukenblad
wordt bevestigd zal het slechts noodzakelijk zijn eventuele
openingen te maken voor de doorgang van de
gastoevoerbuizen en de elektrische kabel.
Voor het bevestigen van de kookplaten moet u de Voor het bevestigen van de kookplaten moet u de
Voor het bevestigen van de kookplaten moet u de Voor het bevestigen van de kookplaten moet u de
Voor het bevestigen van de kookplaten moet u de
volgende handelingen uitvoeren (Afb. 4):volgende handelingen uitvoeren (Afb. 4):
volgende handelingen uitvoeren (Afb. 4):volgende handelingen uitvoeren (Afb. 4):
volgende handelingen uitvoeren (Afb. 4):
• schroef 2 schroeven "A" (bijgeleverd) aan het kastje met
de afstanden van de achterwand zoals aangegeven in
afbeelding 4, en laat de koppen van de schroeven 1,5
mm uitsteken van het hout;
• bevestig de kookplaat aan de 2 schroeven "A" en druk
hem naar achteren;
• bevestig hem aan het meubel aan de achterkant met de 2
montageplaatjes "B" en de vier bijgeleverde schroeven
"C".
N.B.: teneinde een monteur in staat te stellen mogelijk
toekomstig onderhoud uit te voeren, moet u er na de installatie
voor zorgen dat het gedeelte onder de kookplaat makkelijk
toegankelijk blijft (geen eventuele afgesloten modules).
Afb. 4
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken met
de wisselstroom, spanning en frequentie die aangegeven
zijn op het typeplaatje (aan de onderkant van de
kookplaat). De aarding van de kabel wordt aangegeven
door de kleuren geel-groen. Als het fornuis wordt
geïnstalleerd boven een inbouwoven moeten de
elektrische aansluitingen van fornuis en oven apart worden
uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als voor het
eventueel makkelijker verwijderen van de oven.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische
net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een
meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand
tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan
het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende
normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de
schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden
geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van
het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat
niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact
te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie
Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
! De geel/groene aardleiding moet 2-3 cm langer zijn
ten opzichte van de andere leidingen.
1.5
mm
1.5
mm
A
B
C
X
mm
NL
BE
53
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
voorschriften van de van toepassing zijnde normen en
uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is
afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden
gevoed.
Dit apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren met
het soort gas dat staat vermeld op het plaatje op de
kookplaat. Indien de beschikbare gassoort niet
overeenstemt met de gassoort waar het apparaat op
ingesteld is, moet u de betreffende inspuiters (die bij de
levering inbegrepen zijn) verwisselen waarbij u de
aanwijzingen die in de paragraaf “Ombouw van het
apparaat op een andere gassoort” zijn opgenomen in
acht moet nemen.
Om zeker te zijn van de goede werking van het
apparaat, om de energie op adequate wijze te kunnen
benutten en om ervoor te zorgen dat het apparaat lang
meegaat moet u zich ervan verzekeren dat de
voedingsdruk overeenstemt met de waarden die in de
tabel 1 “Kenmerken van de branders en inspuiters”
staan. Als dit niet het geval is moet u op de
gastoevoerleiding een speciale drukregelaar monteren in
overeenstemming met de geldende normen.
Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan
spanningen of druk wordt blootgesteld.
De gastoevoer moet op de draaibare koppeling (met
schroefdraad ½"G buitendraad) aan de achterkant van het
apparaat aangesloten worden (Afb.5) met een metalen
starre leiding en op koppelingen die aan de geldende
normen voldoen of met een metalen flexibele leiding in
overeenstemming met de geldende normen, die niet
langer mag zijn dan 2000 mm. Als de koppeling gedraaid
moet worden moet u de dichting (die bij de levering van
het apparaat inbegrepen is) zonder meer vervangen. Als
de installatie voltooid is moet u de gasleidingen, de
inwendige aansluitingen en de kranen op dichtheid
controleren door een sopje te gebruiken (gebruik uiteraard
nooit een vlam). Ga verder na dat de aansluitleiding niet in
aanraking kan komen met de beweegbare delen waardoor
de leiding beschadigd of afgekneld kan worden. Verzeker
u ervan dat de aardgasleiding groot genoeg is om het
apparaat te voeden als alle branders in werking zijn.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas
(flessengas) tot stand te brengen moet er een
drukregelaar tussen geplaatst worden die aan de geldende
normen voldoet.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort
gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op het
typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of op de
verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op de
volgende wijze worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de
branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes (Afb.6) los met een steeksleutel
van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt
voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van
de branders en de straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het
etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat
gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service
Centers.
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met
"onafhankelijke dubbele vlamkronen":
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De
brander bestaat uit twee aparte delen (zie afbeeldingen);
2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van 7mm.
De binnenste vlamkroon heeft een straalpijpje, de
buitenste heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang de
straalpijpjes met nieuwe die zijn aangepast aan het
nieuwe type gas (zie tabel1).
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun
plaats.
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor België)
De branders hebben geen regeling van de primaire lucht
nodig.
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop (Afb.7) en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine,
regelmatige vlam bereikt.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van
hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme
(thermo-element) dit systeem niet werkt als de branders
op de minimum stand staan, moet u het minimum
NL
BE
54
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de
bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met
zegellak of dergelijk materiaal.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht
worden geschroefd.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat
correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze
Technische Service Centers.
Afb. 7
Afb. 5
A
Afb. 6
Aantekening voor alleen de kookplaten B 30TCAantekening voor alleen de kookplaten B 30TC
Aantekening voor alleen de kookplaten B 30TCAantekening voor alleen de kookplaten B 30TC
Aantekening voor alleen de kookplaten B 30TC
138/CS BNV138/CS BNV
138/CS BNV138/CS BNV
138/CS BNV
De kookplaten B 30TC 138/CS BNV zijn voorzien van
twee inputs voor de gastoevoer (zie afb.6, details P1 en
P2) die ieder 2 gasbranders bedienen; zij moeten dus
allebei aan de gasleiding worden aangesloten.
R1 R2
TYPEPLAATJ
E
Elektrische
aansluitingen
spanning 220-240V~ 50/60Hz
Dit apparaat voldoet aan de
volgende EU Richtlijnen:
2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen –
2004/108/EEG van 15/12/04
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen -
93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen.
EEG/2009/142 van 30/11/09
(Gas) en daaropvolgende
wijzigingen.
2002/96/EC en daaropvolgende
wijzigingen.
NL
BE
55
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
! De kookplaat kan worden geïnstalleerd boven een
ingebouwde oven op voorwaarde dat deze voorzien is
van afkoelingsventilatie.
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec
Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg
Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg
Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³
Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
Tabel 1 (voor BELGIË) Vloeibaar gas Aardgas
BRANDER
Brander
doorsnee
Warmte
capaciteit
kW (H.s.*)
By-pas-
s
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuit-
er
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm) Nom. Ger. G30 G31 G20/25 G20 G25
C.Snel 100 3.00 0.7 40 86 218 214 116 286 332
B.Halfsnel 75 1.65 0.4 30 64 120 118 96 157 183
A.Hulp 55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 110
D.Drioevoudige ring 130 3.25 1.3 57 91 236 232 124 309 360
I.dubbele vlamkronen (binnenste DC-DR) 30 0.9 0.4 30 44 65 64 70 86 100
I.dubbele vlamkronen (buitenste DC-DR) 130 4.1 1.3 57 70 298 293 110 390 454
Voedingsdruk 28-30 37 20 25
II
II
I
CC
CC
C
AA
AA
A
CC
CC
C
BB
BB
B
DD
DD
D
AA
AA
A
CC
CC
C
AA
AA
A
PPF 20 65 - PPF 20 65 BNV - B 20 65/CSPPF 20 65 - PPF 20 65 BNV - B 20 65/CS
PPF 20 65 - PPF 20 65 BNV - B 20 65/CSPPF 20 65 - PPF 20 65 BNV - B 20 65/CS
PPF 20 65 - PPF 20 65 BNV - B 20 65/CS
PP 30TC 120 SF- PPF 30TC 120 - PPF 30TC 120 BNVPP 30TC 120 SF- PPF 30TC 120 - PPF 30TC 120 BNV
PP 30TC 120 SF- PPF 30TC 120 - PPF 30TC 120 BNVPP 30TC 120 SF- PPF 30TC 120 - PPF 30TC 120 BNV
PP 30TC 120 SF- PPF 30TC 120 - PPF 30TC 120 BNV
- B 30TC 120/CS- B 30TC 120/CS
- B 30TC 120/CS- B 30TC 120/CS
- B 30TC 120/CS
PPF 20DC 120 - PPF 20DC 120 BNV - B 20DC 120/CSPPF 20DC 120 - PPF 20DC 120 BNV - B 20DC 120/CS
PPF 20DC 120 - PPF 20DC 120 BNV - B 20DC 120/CSPPF 20DC 120 - PPF 20DC 120 BNV - B 20DC 120/CS
PPF 20DC 120 - PPF 20DC 120 BNV - B 20DC 120/CS
BB
BB
B
DD
DD
D
AA
AA
A
CC
CC
C
B 30TC 138/CS BNVB 30TC 138/CS BNV
B 30TC 138/CS BNVB 30TC 138/CS BNV
B 30TC 138/CS BNV
TABEL 1 (voor Nederland) Vloeibaar gas Aardgas
Brander Brander
doorsnee
Warmtecapaciteit
kW (H.s.*)
By-pas-
s
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuit-
er
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm) Nom. Ger. G30/G31 G25
D. Drioevoudige ring 130 3.25 1.3 57 91 236 124 309
C. Sterk 100 3.00 0.7 40 86 218 122 332
B. Normaal 75 1.65 0.4 30 64 120 94 183
A. Sudderbrander 55 1.00 0.4 30 50 73 72 110
I.dubbele vlamkronen (binnenste DC-
DR)
30 0.9 0.4 30 44 65 70 100
I.dubbele vlamkronen (buitenste DC-
DR)
130 4.1 1.3 57 70 298 114 454
Voedingsdruk
Nom.
Min.
Max
28-30
20
35
20
17
25
NL
BE
56
Beschrijving
van het apparaat
Algemeen aanzicht
VEILIGHEIDSMECHANISME
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u
wilt gebruiken.
Knoppen van de GASBRANDERS voor het regelen
van de vlam of van het vermogen.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
GASBRANDERS
Roosters voor PANNEN*
Knoppen voor het regelen
van de GASBRANDERS
*Roosters voor versie BNV*Roosters voor versie BNV
*Roosters voor versie BNV*Roosters voor versie BNV
*Roosters voor versie BNV
PPF 20DC 120 BNVPPF 20DC 120 BNV
PPF 20DC 120 BNVPPF 20DC 120 BNV
PPF 20DC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNVPPF 30TC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNVPPF 30TC 120 BNV
PPF 30TC 120 BNV
PPF 20 65 BNVPPF 20 65 BNV
PPF 20 65 BNVPPF 20 65 BNV
PPF 20 65 BNV
NL
BE
57
Starten en gebruik
! Op iedere knop staat aangegeven waar de
gasbrander of de elektrische plaat* zich precies
bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als
volgt worden geregeld:
0 Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een
vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te
drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat
automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt.
Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de
klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de brander
aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt zodat
het veiligheidssysteem geactiveerd kan worden.
! Enkele modellen beschikken over een brander met
onafhankelijke dubbele vlamkronen. Als u deze wilt
ontsteken draait u de knop naast het symbool
en houdt u hem ongeveer 6 seconden lang stevig
ingedrukt totdat het mechanisme dat de vlam
automatisch aanhoudt, warm is.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met
de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool
”/“).
De brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen":
Deze brander bestaat uit twee vlamkronen die samen
of onafhankelijk kunnen functioneren. Tegelijk gebruikt
op maximum geeft verhoogde warmte en dus kortere
kooktijden vergeleken met de traditionele branders. Ook
verdelen de dubbele vlamkronen de warmte onder de
pannen gelijkmatiger, vooral als ze allebei op minimum
worden gebruikt.
Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele
vlammenkring moet u nooit tegelijkertijd de interne kring
op minimum en de externe kring op maximum zetten.
U kunt dus ook pannen van verschillende grootte
gebruiken, met de kleinere pannen op alleen de
binnenste vlamkroon. Iedere vlamkroon van de brander
met "onafhankelijke dubbele vlamkronen" heeft zijn
eigen bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de buitenste
vlamkroon;
de knop met het symbool
bedient de binnenste
vlamkroon;
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon drukt
u de betreffende knop in en draait u hem tot aan
maximum
. De brander is voorzien van elektronische
ontsteking die automatisch werkt zodra u de knop
indrukt.
Aangezien de brander is voorzien van het
veiligheidssysteem moet u de knop ongeveer 2-3
seconden ingedrukt houden totdat het
veiligheidssysteem warmt wordt en automatisch de vlam
aan houdt.
De bedieningsknop werkt als volgt:
0 Uit
Maximum
Minimum
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met
de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot
aan het symbool
”/“).
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te
onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie
tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit
vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en met
een deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het kookpunt is
bereikt.
Brander ø Diameter Pan (cm)
A. Sudderbrander
6 - 14
B. Sterkbrander Normaal
15 – 22
C. Sterk
21 – 26
D. Sterkbrander Drievoudige vlamkroon
24 - 26
I. Dubbele vlamkronen(binnenste DC-
DR)
10 - 14
I. Dubbele vlamkronen(buitenste DC-
DR)
24 - 28
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen
wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken
van de branders en straalpijpen”.
! Voorkom dat tijdens het gebruik de pannen buiten
de rand van het kookvlak komen.
De kookplaten
B 30TC 138/CS BNV B 30TC 138/CS BNV
B 30TC 138/CS BNV B 30TC 138/CS BNV
B 30TC 138/CS BNV zijn
voorzien van een reductierooster (zie
afbeelding), die alleen op de spaarbrander
"A" wordt gebruikt.
(
VersieVersie
VersieVersie
Versie PPF...BNV...)
0
NL
BE
58
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
-Klasse 1: alle modellen met randhoogte >=58mm (zie
volgende bladzijde, afb.2 detail H3).
-Klasse 3: alle modellen met randhoogte <58mm (zie
volgende bladzijde, afb.2 detail H1 en H2 ).
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de vereisten
wordt voldaan beschreven in de paragraaf
“Plaatsing”.
Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens
symbolen in de gebruiksaanwijzing en op het
typeplaatje staan.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient gebruikt te worden om voedsel te
bereiden. Het mag uitsluitend door volwassenen
worden gebruikt en alleen volgens de instructies die
in deze handleiding beschreven staan. Elk ander
gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als
oneigenlijk te beschouwen en dus gevaarlijk. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd of onredelijk gebruik.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en
alleen volgens de instructies die beschreven staan in
deze handleiding.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de oven
terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand
”/“
staan als het apparaat niet wordt gebruikt.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact
zit.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van het apparaat te repareren. Neem
contact op met de Technische Dienst (zie Service).
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag
als de gasbranders of de elektrische plaat nog warm
zijn.
Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
Aangezien dit een bron van gevaar kan zijn, dient u te
voorkomen dat kinderen en onkundige personen de glas-
keramische kookplaat (indien aanwezig) aanraken, zowel
tijdens als direct na het gebruik, aangezien deze voor
minstens een half uur na het uitschakelen warm blijft.
Als het glaskeramische oppervlak onverhoopt mocht
breken dient u direct contact op te nemen met de door
de fabrikant geautoriseerde servicecentra.
Als de glaskeramische kookplaat gebarsten is dient u
het apparaat z.s.m. los te koppelen van het
elektriciteitsnet.
Verwijder eventuele op het deksel aanwezige
vloeistoffen voordat u het opent.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet
de nodige ervaring of kennis hebben met het
apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is
uitgelegd hoe het apparaat werkt.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Als u het apparaat intensief en lang achter elkaar
gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v.
door het raam te openen of door de afzuigkap, indien
aanwezig, op een hogere stand te zetten.
Het apparaat is niet geschikt om te worden
ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door een
gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE),
vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten
niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden
ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte
materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op
de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met
een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld.
Consumenten mogen hun
apparaat naar publieke afvalstortplaatsen brengen of,
als de nationale wetgeving dit toestaat, naar de
handelaar brengen als er een soortgelijk nieuw
product wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten
zijn aktief bezig met het creëren van systemen om het
inzamelen en de verwijdering van oude producten te
regelen.
NL
BE
59
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot enige handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
De vlamverspreiders moeten regelmatig in een
warm sopje worden gewassen zodat eventuele
etensresten makkelijker kunnen worden
verwijderd.
Bij kookplaten die zijn voorzien van een
automatische ontsteking moet het uiteinde van de
elektronische ontstekingselementen regelmatig
worden gereinigd en moet u controleren dat de
gaatjes van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Roestvrij staal kan vlekken vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water of agressieve
schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben
gelegen. Spoel en droog het dus na het
schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd
gelijk af.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
!
Dit moet worden uitgevoerd door een door deDit moet worden uitgevoerd door een door de
Dit moet worden uitgevoerd door een door deDit moet worden uitgevoerd door een door de
Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.fabrikant bevoegde installateur.
fabrikant bevoegde installateur.fabrikant bevoegde installateur.
fabrikant bevoegde installateur.
NL
BE
60
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is,
en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met
veiligheidsmechanisme.
De brander blijft niet aan als hij op minimum
staat.
De pannen zijn wankel.
Mogelijke oorzaken / Oplossing
De openingen van de vlamverspreiders niet
verstopt zijn.
Alle onderdelen van de brander goed in elkaar
zitten.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
U de knop goed heeft ingedrukt.
U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het
activeren van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt
zijn.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De minimum stand niet goed is ingesteld.
De bodem van de pan helemaal plat is.
De pan in het midden van de brander of de
kookplaat staat.
De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen
met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
! Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.
/