Efco EF 106/16 K H Handleiding

Categorie
Tuingereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
D Betriebsanleitung...................................................................................................... 5
GB Operating Manual. ..................................................................................................15
NL Gebruiksaanwijzing.................................................................................................24
F Instructions de service ................ ............................................................ 34
E Instrucciones de servicio ........................................................................................44
I Istruzioni per l'uso.................................................................................................. 54
CZ Překlad originálního návodu k provozu................................................................... 64
SK Návod na obsluhu.................................................................................................. 73
DA Driftsvejledning....................................................................................................... 82
S Bruksanvisning.......................... .............................................................................91
N Bruksanvisning.......................... ..........................................................................100
PL Instrukcja obsługi..................................................................................................109
RUS Руководство по эксплуатации.......................................................................... 119
UK Інструкція з експлуатації.....................................................................................130
NL
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
24
VERTALING VAN DE ORIGINELE
GEBRUIKSAANWIJZING
Inhoudsopgave
Over dit handboek............................................24
Productbeschrijving.......................................... 24
Veiligheidsvoorschriften....................................24
Technische gegevens...................................... 25
Productoverzicht...............................................25
Transport.......................................................... 25
Controle voor het gebruik................................ 25
Brandstof tanken.............................................. 26
Inbedrijfstelling..................................................27
Opslag.............................................................. 28
Onderhoudswerkzaamheden........................... 29
Reparatiewerkzaamheden............................... 29
Onderhoud en verzorging................................ 29
Afvoeren........................................................... 31
Hulp bij storingen............................................. 31
GARANTIE....................................................... 33
OVER DIT HANDBOEK
Lees deze documentatie vóór ingebruikname
door. Dit is een voorwaarde voor veilig wer-
ken en storingsvrij gebruik.
Neem de veiligheidsvoorschriften en waar-
schuwingen in deze documentatie en op het
product in acht.
Deze documentatie is permanent onderdeel
van het beschreven product en dient bij ver-
koop aan de koper te worden overgedragen.
Legenda
LET OP!
Het nauwkeurig in acht nemen van deze
waarschuwingen kan verwondingen en/
of materiële schade voorkomen.
ADVICE
Speciale aanwijzingen voor een beter
begrip en gebruik.
Betekenis van de symbolen op het apparaat
Let op!
Motoren veroorzaken koolmonoxide,
een reukloos, kleurloos en giftig gas.
Wordt koolmonoxide ingeademd, kan
dit misselijkheid, bewusteloosheid of de
dood veroorzaken.
De motor in de buitenlucht starten en
laten lopen.
De motor niet in gesloten ruimten star-
ten of laten lopen, zelfs als de ramen
en deuren geopend zijn.
Gebruiksaanwijzing lezen
Brandstof en brandstofdampen zijn
zeer licht ontvlambaar en explosief. Bij
het starten van de motor worden von-
ken veroorzaakt. Vonken kunnen ontv-
lambare gassen in de buurt ontsteken.
Brandbare vreemde voorwerpen zoals
loof, gras, etc., kunnen ontbranden.
PRODUCTBESCHRIJVING
In deze documentatie wordt een verbrandingsmo-
tor beschreven.
Ook altijd de gebruiksaanwijzing van de zit-
maaier/tuinmachine opvolgen.
Reglementair gebruik
Deze verbrandingsmotor is ontworpen als aand-
rijving voor zitmaaiers voor privégebruik.
Elk ander, verdergaand gebruik geldt als niet be-
doeld gebruik.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De motor uitsluitend in technisch onberispe-
lijke staat gebruiken
Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen
niet buiten werking stellen
Draag gehoorbescherming
Motor alleen in de buitenlucht starten en ge-
bruiken, het gebruik in gesloten ruimten, ook
bij geopende deuren en ramen, is niet toege-
staan.
Motor niet onder invloed van alcohol, drugs
of medicijnen bedienen
Kinderen of andere personen die de ge-
bruikshandleiding niet kennen, mogen het
apparaat niet gebruiken.
25
De plaatselijke regelgeving met betrekking
tot de minimumleeftijd van de bedienende
persoon in acht nemen.
Neem de specifieke voorschriften voor de ge-
bruikstijden in uw land in acht.
Ook altijd de veiligheidsaanwijzingen van de
zitmaaier opvolgen.
De aanwijzingen in deze handleiding en de
aanwijzingen van de machine, waarbij deze
motor is geïnstalleerd, zorgvuldig doorlezen.
Leer hoe de motor zo snel mogelijk kan wor-
den uitgezet
De motor mag alleen worden gebruikt, door
personen die zich vertrouwd hebben ge-
maakt met de aanwijzingen
Gebruik de motor nooit als er personen,
vooral kinderen of dieren, in de buurt zijn
Houd er rekening mee dat de gebruiker ver-
antwoordelijk is bij ongevallen en schade, die
andere personen of hun eigendommen be-
treffen
Gebruik geen startsprays, etc.
TECHNISCHE GEGEVENS
Motortype K1600 ADV
Cilinderinhoud 452 ccm
Vermogen 8,5 kW / 2900 omw/
min
Vulhoeveelheid moto-
rolie
1,2 l
Koelsysteem Luchtkoeling
Ontsteking Transistor-magnee-
tontsteking
Draairichting motoras Rechtsom
Elektrodenafstand
bougie
0,6 mm - 0,8 mm
WAARSCHUWING!
De door dit product veroor-
zaakte motoruitlaatgassen be-
vatten chemicaliën, die vol-
gens van onderzoeksresul-
taten van de Staat Californië
in de Verenigde Staten, kan-
ker, aangeboren afwijkingen of
schade aan de voortplantings-
organen veroorzaken.
PRODUCTOVERZICHT
(1)
1. Oievuldop met peilstok
2. Olieaftapplug
3. Luchtfilterdeksel
4. Bougiedop
5. Serienummer van de motor
TRANSPORT
De motor met lege brandstoftank transporte-
ren
Motor altijd met bougie naar boven trans-
porteren, anders ontstaan:
Rookontwikkeling
Startproblemen
Roetafzetting op de bougie
CONTROLE VOOR HET GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Vóór ingebruikname altijd een visuele
controle uitvoeren. Het apparaat mag
niet worden gebruikt met losse, bescha-
digde of versleten machine- en/of beves-
tigingsonderdelen.
Controleer de algemene toestand van de mo-
tor
Buitenkant en onderkant van de motor con-
troleren op zichtbare olie- of benzinelekkages
Zichtbare beschadigingen
Alle bouten en moeren vastgedraaid
Alle afschermingen en afdekkingen aange-
bracht
Brandstofpeil
Motoroliepeil
Luchtfilterelement
NL
26
BRANDSTOF TANKEN
Veiligheid
LET OP!
Waarschuwing - brandgevaar!
Benzine is zeer ontvlambaar.
Bij het starten van de motor worden von-
ken veroorzaakt, deze kunnen ontvlam-
bare gassen in de buurt ontsteken.
Brandbare vreemde voorwerpen zoals
loof, gras, etc., kunnen ontbranden.
Benzine alleen in daarvoor bestemde reser-
voirs bewaren
Gebruik geen startsprays, etc.
Alleen buiten tanken
Bij het tanken niet roken
De tankdop bij lopende of warme motor niet
openen
Beschadigde tank of tankdop vervangen
De tankdop altijd goed sluiten
Is benzine gemorst:
motor niet starten
geen startpogingen doen
apparaat reinigen
Voor het opnieuw vullen met benzine, de
motor laten afkoelen en morsen voorko-
men.
Gemorste benzine kan op kunststo-
fonderdelen tot beschadigingen leiden.
Brandstof direct afvegen. De garantie
dekt geen beschadigingen aan de kunst-
stofonderdelen door brandstof.
LET OP!
Voor de ingebruikname olie vullen.
Vullen met olie
(2)
ADVICE
De maximale olie-inhoud van de motor is
1,2 liter. Olie langzaam in kleine hoeveel-
heden bijvullen, daarbij elke keer het vul-
peil controleren om te voorkomen dat de
"MAX"-markering op de peilstok wordt
overschreden.
ADVICE
Vul geen olie bij tot boven het "MAX"-
peil. Een te hoog oliepeil kan het vol-
gende veroorzaken:
Rook in uitlaatgassen
Vervuiling van de bougie of het
luchtfilter
1. Oliepeilstok (2-1) losschroeven en olie bijvul-
len
2. Oliepeilstok weer inschroeven
Aanbevelingen m.b.t. de olie
Motorolie is een doorslaggevende factor voor de
prestaties en de levensduur van de motor. Ge-
bruik een motorolie, die voldoet aan de eisen van
API-serviceklasse SF of hoger (resp. gelijkwaar-
dig).
Controleer het API-etiket op de olieverpakking,
zodat is gewaarborgd dat het de letters SF of die
van een hogere klasse (resp. gelijkwaardig) be-
vat.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemeen
gebruik. Het aanbevolen bedrijfstemperatuurbe-
reik voor deze motor is 0°C tot 40°C.
ADVICE
Het gebruik van SAE 30 olie bij la-
gere temperaturen dan +5°C, kan leiden
tot motorschade door onvoldoende sme-
ring.
Oliepeilcontrole
(2)
Het motoroliepeil bij gestopte en zoveel mogelijk
waterpas staande motor controleren.
Olievulomgeving ontdoen van vreemde voorwer-
pen.
1. De oliepeilstok (2-1) losschroeven en schoon-
vegen
2. De oliepeilstok (2-1) in de olievulopening ste-
ken, tot deze helemaal is ingestoken (niet
vastdraaien) en er weer uit trekken
3. Ligt het oliepeil in de buurt van of onder de
onderste markering van de peilstok (2-2), de
aanbevolen olie bijvullen tot de bovenste mar-
kering.
4. Oliepeilstok weer inschroeven
ADVICE
Een te laag oliepeil kan motorschade
veroorzaken.
27
Benzine tanken
ADVICE
Zie gebruiksaanwijzing van de zitmaaier.
Aanbevelingen m.b.t. de brandstof
Schone, verse en loodvrije benzine met een
minimaal octaangetal van 90 gebruiken
Koop brandstof in de hoeveelheid die binnen
30 dagen kan worden verbruikt (zie opslag).
Benzine met een ethanolaandeel van maxi-
maal 10% of met een MTBE-aandeel (anti-
klopmiddel) van maximaal 15% is accepta-
bel.
Benzine niet mengen met olie
INBEDRIJFSTELLING
WAARSCHUWING!
Vergiftigingsgevaar!
De motor nooit in afgesloten ruimten la-
ten lopen.
WAARSCHUWING!
Explosiegevaar!
Geen startvloeistoffen onder druk ge-
bruiken.
WAARSCHUWING!
Draaiende onderdelen!
Lichaamsdelen uit de buurt van bewe-
gende machineonderdelen houden.
LET OP!
Terugslaggevaar!
De trekstartkabel kan snel worden terug-
getrokken als deze wordt losgelaten.
Voor de ingebruikname van de motor, de ge-
bruiksaanwijzing van de machine opvolgen
De motor in de buitenlucht starten en laten
lopen
Motor alleen in starten als deze zoveel mo-
gelijk waterpas staat
Oliepeil controleren
Lange haren opbinden en sierraden afdoen
Geen loszittende kleding dragen
Stevige, slipvrije schoenen dragen
De motor niet in een schuine stand van meer
dan 15° gebruiken
Bij het starten de veiligheidsafstand aanhou-
den
De motor uitzetten en laten afkoelen, voor het
verwijderen van de tankdop
De basisinstellingen van de motor niet wijzi-
gen en overtoeren voorkomen
De machine niet zover kantelen dat brandstof
uit de tankdop komt
Voor het aanraken van de cilinderkoelribben
en de beschermende bekleding, wachten tot
de motor voldoende is afgekoeld
De motor uitzetten en de bougiekabel voor
het controleren, reinigen of het werken aan
de machine of de motor lostrekken
De motor niet tornen zonder bougie
Motor starten
ADVICE
De volgende stappen zijn ook beschre-
ven in de handleiding van het apparaat.
Positiesymbolen op het apparaat
Choke
Aan
Choke
Uit
Gas
Snel
Gas
Langzaam
Koude start
Het starten van de motor moet gebeuren volgens
de procedure die is beschreven in de handleiding
van de machine. Zorg dat alle inrichtingen (indien
aanwezig) voor de aandrijving van de machine of
het uitzetten van de machine zijn gedeactiveerd.
1. De gashendel in de stand << CHOKE >> zet-
ten
2. De contactsleutel bedienen, zoals in de ge-
bruiksaanwijzing van het apparaat is besch-
reven.
3. Na enkele seconden de gashendel langzaam
vanuit de stand << CHOKE >> naar de stand
<< FAST >> (snel) of << SLOW >> (lang-
zaam) bewegen.
Warme start
1. De gashendel in de stand << FAST >> (snel)
zetten
2. De contactsleutel bedienen, zoals in de ge-
bruiksaanwijzing van het apparaat is besch-
reven.
NL
28
LET OP!
Gevaar voor brandwonden!
Lopende motoren veroorzaken warmte.
Motoronderdelen, vooral de uitlaat, wor-
den extreem heet.
Blijf met uw handen en voeten uit de buurt
van roterende onderdelen.
Brandbare vreemde voorwerpen uit de buurt
van de cilinder houden
Uitlaat, cilinder en koelribben voor het aanra-
ken laten afkoelen
Motor uitschakelen
1. De gashendel naar de stand <<SLOW>>
(langzaam) bewegen
2. De motor ca. 15 - 20 seconden stationair laten
lopen
3. De motor volgens de handleiding van het ap-
paraat uitzetten
Motor na het gebruik uitschakelen
1. De gashendel naar de stand <<SLOW>>
(langzaam) bewegen
2. De motor ca. 15 - 20 seconden stationair laten
lopen
3. De motor volgens de handleiding van het ap-
paraat uitzetten
4. Bij afgekoelde motor de bougiedop lostrekken
en contactsleutel verwijderen
ADVICE
Bij lage buitentemperaturen, kun-
nen problemen optreden bij een
koude start
Bij hoge buitentemperaturen, kun-
nen moeilijkheden ontstaan bij een
warme start, door het verdampen in
de carburateur of de pomp
De oliesoort moet altijd worden aan-
gepast aan de bedrijfstemperaturen
Het maximale vermogen van een
verbrandingsmotor neemt progres-
sief af bij toename van de hoogte
boven zeeniveau
Bij een duidelijke toename van de
hoogte met daarom de motorbe-
lasting worden verlaagd en moe-
ten bijzonder zware werkzaamhe-
den worden vermeden
OPSLAG
VOORZICHTIG!
Gevaar op brand en explosies!
De motor niet voor open vuur of warmte-
bronnen opslaan.
Voor de opslag van de motor, de gebruiksa-
anwijzing van de machine opvolgen
Motor af laten koelen
Tegen vocht beschermd opslaan
Motor in een goed geventileerde ruimte, uit
de buurt van open vuur en hittebronnen ops-
laan
Bij opslag de volgende omgevingen mijden:
In de buurt van open vuur
In de buurt van hittebronnen
In de buurt van werkende elektromoto-
ren
In de buurt van werkende elektrische ge-
reedschappen
Bij motoren die langer dab 30 dagen wor-
den opgeslagen, de brandstof aftappen of be-
schermen met een brandstofstabilisator, om-
dat anders afzettingen in het brandstofsys-
teem kunnen ontstaan
ADVICE
Om het ontstaan van afzettingen in de
tank te voorkomen, de brandstoftank
leegmaken:
Plug (6-1) losdraaien
Brandstof in een geschikte opvang-
bak opvangen
Na het leegmaken de plug vast-
draaien
Moet de brandstoftank worden leeggemaakt,
moet dit in de buitenlucht en bij een koude
motor gebeuren
Om brandgevaar te voorkomen, de motor,
de uitlaat en het brandstofopslaggedeelte vrij
houden van gras, bladeren of overtollig vet
Uit veiligheidsoverwegingen, de motor nooit
gebruiken met versleten of beschadigde on-
derdelen. De onderdelen moeten worden
vervangen en mogen nooit worden gerepa-
reerd. Gebruik originele reserveonderdelen.
Niet gelijkwaardige reserveonderdelen, kun-
nen de motor beschadigen en uw veiligheid
in gevaar brengen
29
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
GEVAAR!
Voor instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor altijd uitzetten
en beveiligen.
Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor
de veiligheid en het behoud van de prestaties
Bougiekabel (4-1) van de bougie (4-2) trek-
ken en uit de buurt van de bougie houden
Carburateurinstellingen
ADVICE
Carburateurinstellingen mogen alleen
door geautoriseerde vakwerkplaatsen of
onze servicedienst worden uitgevoerd.
Controle van de ontstekingsvonk
WAARSCHUWING!
Vonken kunnen brand of stroomstoten
veroorzaken.
Gebruik een geschikte vonktester
Ontstekingsvonken nooit met een uitge-
bouwde bougie controleren
REPARATIEWERKZAAMHEDEN
ADVICE
Reparaties mogen alleen door geauto-
riseerde vakwerkplaatsen of onze ser-
vicedienst worden uitgevoerd.
Gebruik alleen originele AL-KO reserveon-
derdelen
ONDERHOUD EN VERZORGING
GEVAAR!
Voor instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor altijd uitzetten
en beveiligen.
Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden de bougiedop lostrekken!
Het apparaat niet met water afspuiten! Het
binnendringen van water (ontsteking, carbu-
rateur...) kan tot storingen leiden.
Het apparaat na elke gebruik reinigen
Onderhoudsschema opvolgen
De op uren gebaseerde, resp. de jaarlijkse in-
tervallen opvolgen, afhankelijk van welke het
eerst komt.
Bij het gebruik onder extreme omstandighe-
den is vaker onderhoud noodzakelijk.
Luchtfilter vervangen
(3)
ADVICE
Het filterelement moet vrij worden ge-
houden van grasresten en vervuilingen.
Filterelementen alleen door originele re-
serveonderdelen vervangen.
De motor mag nooit zonder correct ge-
monteerd filterelement worden gebruikt.
Het luchtfilter regelmatig reinigen. Beschadigde
luchtfilters vervangen.
1. De omgeving van het filterdeksel reinigen
2. Het deksel (3-1) door het losschroeven van
beide knoppen (3-2) verwijderen
3. Controleer de toestand van het filterelement,
deze moet in een onberispelijke toestand,
schoon en volledig werkend zijn: anders moet
onderhoud worden uitgevoerd aan het filter of
moet het worden vervangen
4. Deksel (3-1) weer monteren
Luchtfilter reinigen
(9)
LET OP!
Water, benzine, reinigingsmiddelen, etc.
mogen niet worden gebruikt voor het rei-
nigen van het element.
LET OP!
Het schuimrubber voorfilter (9-3b) mag
NIET in olie worden gedrenkt.
1. De omgeving van het filterdeksel reinigen
2. Het deksel (9-1) door het losschroeven van
beide knoppen (9-2) verwijderen
3. Het filterelement (9-3a, 3b) verwijderen
4. Het voorfilter (9-3b) uit het element (9-3a) ver-
wijderen
5. Sluit het aanzuigspruitstuk van de motor af
met een doek (9-5)
6. Het element (9-3a) op een vaste ondergrond
uitkloppen en van binnen naar buiten uitbla-
zen met perslucht om stof en vuil te verwijde-
ren
7. Het schuimrubber voorfilter (9-3b) met water
en reinigingsmiddel wassen en in de buiten-
lucht laten drogen
8. De binnenkant van het deksel (9-1) reinigen,
zorg dat het aanzuigkanaal gesloten wordt
met de doek (9-5), om te voorkomen dat vuil
in de motor komt
NL
30
9. De doek (9-5) verwijderen
10. Het voorfilter over het element trekken
11. Het filterelement (9-3a, 3b) in het filterhuis
monteren
12. Het deksel (9-1) plaatsen
Olie verversen
(7)
Controleer regelmatig het oliepeil
Het oliepeil elke 8 bedrijfsuren of dagelijks voor
het starten van de motor controleren (zie aanbe-
velingen m.b.t. de olie).
WAARSCHUWING!
Brand- en explosiegevaar door weg-
lekkende brandstof!
Voor het aftappen van de olie moet de
brandstoftank leeggemaakt zijn.
ADVICE
De oude olie bij warme motor aftappen.
Warme olie kan snel en volledig worden
afgetapt.
ADVICE
De maximale olie-inhoud van de motor is
1,2 liter. Olie langzaam in kleine hoeveel-
heden bijvullen, daarbij elke keer het vul-
peil controleren om te voorkomen dat de
"MAX"-markering op de peilstok wordt
overschreden.
ADVICE
Afgewerkte olie milieuvriendelijk afvoe-
ren.
1. Voor het leegmaken van de brandstoftank, de
motor laten lopen, tot deze stopt door brand-
stoftekort
2. Bougiedop (4-1) lostrekken
3. Voor het opvangen van de olie een geschikte
opvangbak onder de motor zetten
4. Oliepeilstok (7-1) losschroeven
5. Aftapplug (7-2) losschroeven
6. Olie volledig in een opvangbak aftappen
7. De aftapplug (7-2) weer inschroeven, zorg dat
de afdichting goed is gepositioneerd en deze
goed vastdraaien
8. Vullen met verse olie
9. Op de oliepeilstok (7-1) controleren of het
oliepeil de inkeping "MAX" bereikt (7-3)
10. De dop weer goed vastdraaien en alle even-
tuele oliesporen van gemorste olie verwijde-
ren
Bougieonderhoud
(10)
VOORZICHTIG!
Gevaar door stroomstoot!
Ontstekingsvonken nooit met een uitge-
bouwde bougie controleren
De elektrodeafstand van de bougie (10-1) moet
0,6 mm - 0,8 mm zijn.
Motor nooit starten zonder bougie
1. De bougie met een dopsleutel verwijderen
(10-2)
2. De elektroden met een staalborstel reinigen
en eventuele roetafzettingen verwijderen
3. Met een voelermaat (10-4) de correcte elek-
trodeafstand (0,6 - 0,8 mm) controleren (10-3)
4. De bougie weer plaatsen en met de dopsleu-
tel vastdraaien
ADVICE
Een verkeerde bougie kan motorschade
veroorzaken.
Motor reinigen
LET OP!
Brandgevaar!
Brandbaar materiaal moet worden verwi-
jderd van de uitlaat en rondom de motor-
cilinder.
ADVICE
De motor niet met water afspuiten. Met
een borstel of doek reinigen.
Regelmatig verontreinigingen met een poetsdoek
of borstel verwijderen van de motor.
De koelopeningen reinigen
Het koelsysteem reinigen. Om oververhitting te
voorkomen, indien nodig ook de inwendige koel-
ribben en oppervlakken reinigen.
Geluiddemper reinigen
Het reinigen van de geluiddemper moet gebeuren
bij een koude motor.
1. Alle afval- en vuilresten van de uitlaatge-
luiddemper en de afdekking hiervan, die
brandgevaar vormen, met perslucht verwijde-
ren
2. Zorg dat de koelluchtopeningen (8-1) niet ver-
stopt zijn.
3. De kunststofonderdelen met een vochtige
spons (8-2) met reinigingsmiddel afvegen
31
Onderhoudsschema
De op uren gebaseerde, resp. de jaarlijkse inter-
vallen opvolgen, afhankelijk van welke het eerst
komt. Bij het gebruik onder extreme omstandig-
heden is vaker onderhoud noodzakelijk.
Na de eerste 5 bedrijfsuren
Olie verversen
Ververs de motorolie elke 25 bedrijfsuren, als
de motor onder vollast of bij hoge temperatu-
ren werkt
Elke 5 bedrijfsuren of dagelijks voor gebruik
Oliepeil controleren
Omgeving van de geluiddemper en bedie-
ningselementen reinigen
Luchtfilter controleren en reinigen
Reinig het luchtfilter vaker als de machine
werkt in een stoffige omgeving
Elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks
Olie verversen
Geluiddemper en vonkenvanger controleren
Jaarlijks
Na de eerste 5 bedrijfsuren
Luchtfilter vervangen
Bougie controleren
Elke 100 bedrijfsuren
Bougie vervangen
Benzinefilter controleren *
* Laten uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf
Reserveonderdelen
Aanbevolen bougie:
QC12YC of RC12YC (Champion)
Reserveonderdelen zijn verkrijgbaar bij de geau-
toriseerde dealers of onze serviceafdeling.
AFVOEREN
Gebruikte apparaten, batterijen of
accu´s niet afvoeren via de vuilnisop-
haaldienst!
Verpakking, apparaat en accessoires zijn
gemaakt van recyclebare materialen en
moeten ook als zodanig worden afgevo-
erd.
HULP BIJ STORINGEN
Storingen die niet met behulp van deze tabel kunnen worden opgelost, moeten worden verholpen in een
gespecialiseerde werkplaats.
Vul hieronder het motorserienummer en de aankoopdatum in. U heeft deze informatie nodig voor het
bestellen van reserveonderdelen, bij technische vragen en bij vragen m.b.t. de garantie.
Motorserienummer: ________________________________
Aankoopdatum: ________________________________
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Ontbrekende brandstof Controleren en bijtanken
Oude brandstof of afzettingen in de
tank
De tank leegmaken en verse brand-
stof bijtanken
Verkeerde startprocedure De startprocedure correct uitvoe-
ren
Bougie niet aangesloten Controleren of de bougiedop goed
vastzit op de bougie
Startproblemen
Bougie vet of bougie-elektroden
vervuild of verkeerde elektrodeaf-
stand
Controleren
NL
32
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Verstopt luchtfilter Controleren en reinigen
Ongeschikte olie voor het jaargeti-
jde
Vervangen door geschikte olie
Dampbelvorming in de carburateur
door hoge temperaturen
Enkele minuten wachten en daarna
opnieuw proberen te starten
Verbrandingsproblemen Neem contact op met een dealer
Ontstekingsproblemen Neem contact op met een dealer
Elektroden van de bougie vervuild
of verkeerde elektrodeafstand
Controleren
Bougiedop slecht aangesloten Controleren of de bougiedop goed
is opgestoken
Verstopt luchtfilter Controleren en reinigen
Gashendel in de stand << Choke
>>
De gashendel naar de stand <<
Fast >> (snel) bewegen
Verbrandingsproblemen Neem contact op met een dealer
Ontstekingsproblemen Neem contact op met een dealer
Ongelijkmatige
werking
Verstopt luchtfilter Controleren en reinigenVermogensverlies
tijdens gebruik
Verbrandingsproblemen Neem contact op met een dealer
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met de modernste
productietechnieken. De fabrikant geeft een garantie van 24
maanden vanaf de aankoopdatum op de eigen producten
voor pri-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot 12
maanden bij professioneel gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum. De fabrikant
vervangt gratis de onderdelen met defecten in
ma t er iaa l, a fwe rk in g en pro du c t i e v ia het
verkoopnetwerk en de technische servicedienst. De
garantie ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen de
consequenties van de defecten of fouten veroorzaakt
door het verkochte voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte onderdelen zo
snel als organisatorisch mogelijk is repareren.
3) Om een aanvraag tot technische assistentie onder
garantie in te dienen, dient u aan het bevoegde
personeel het onderstaande garantiecertificaat te
tonen, voorzien van het stempel van de leverancier,
volledig ingevuld en met de aankoopfactuur of bon
met de aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie vervalt in de volgende gevallen:
- Duidelijk gebrek aan onderhoud,
- Onjuist gebruik van het product of geknoei aan het
product,
- Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of brandstoffen,
- Gebruik van niet-originele reserveonderdelen of
accessoires,
- Reparaties die uitgevoerd zijn door onbevoegd personeel.
5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en onderdelen
die aan normale werkingsslijtage onderhevig zijn, uit
van de garantie.
6) Onder de garantie vallen geen aanpassingen en
verbeteringen van het product.
7) Onder de garantie vallen geen afstellingen en
onderhoudswerkzaamheden die nodig zouden kunnen
zijn tijdens de garantieperiode.
8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens het
transport moet onmiddellijk gemeld worden aan de
transporteur, anders vervalt de garantie.
9) Voor motoren van andere merken (Briggs & Stratton,
Subaru, Honda, Lombardini, Kohler, enz.) die
gemonteerd zijn op onze machines, geldt de garantie
die gegeven wordt door de fabrikant van de motor.
10) De garantie dekt geen eventuele directe of indirecte
schade, die veroorzaakt is bij personen of voorwerpen
door storingen in het apparaat of die voortvloeit uit het
langdurig niet gebruiken van het apparaat.
14. GARANTIEBEWIJS
MODELL
KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
SERIENUMMER
DATUM
LEVERANCIER
Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie
aanhechten.

Documenttranscriptie

D Betriebsanleitung...................................................................................................... 5 GB Operating Manual. ................. ................................................................................. 15 NL Gebruiksaanwijzing.................................................................................................24 F Instructions de service E Instrucciones de servicio ........................................................................................44 I Istruzioni per l'uso.................................................................................................. 54 CZ Překlad originálního návodu k provozu................................................................... 64 SK Návod na obsluhu.................................................................................................. 73 ................ ............................................................ 34 DA Driftsvejledning....................................................................................................... 82 S Bruksanvisning.......................... .............................................................................91 N Bruksanvisning.......................... ..........................................................................100 PL Instrukcja obsługi..................................................................................................109 RUS Руководство по эксплуатации.......................................................................... 119 UK Інструкція з експлуатації.....................................................................................130 2 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING Inhoudsopgave Over dit handboek............................................24 Productbeschrijving.......................................... 24 Veiligheidsvoorschriften....................................24 Technische gegevens...................................... 25 Productoverzicht...............................................25 Transport.......................................................... 25 Controle voor het gebruik................................ 25 Brandstof tanken.............................................. 26 Betekenis van de symbolen op het apparaat Let op! Motoren veroorzaken koolmonoxide, een reukloos, kleurloos en giftig gas. Wordt koolmonoxide ingeademd, kan dit misselijkheid, bewusteloosheid of de dood veroorzaken. De motor in de buitenlucht starten en laten lopen. De motor niet in gesloten ruimten starten of laten lopen, zelfs als de ramen en deuren geopend zijn. Gebruiksaanwijzing lezen Inbedrijfstelling..................................................27 Opslag.............................................................. 28 Onderhoudswerkzaamheden........................... 29 Reparatiewerkzaamheden............................... 29 Onderhoud en verzorging................................ 29 Afvoeren........................................................... 31 Hulp bij storingen............................................. 31 GARANTIE....................................................... 33 OVER DIT HANDBOEK Lees deze documentatie vóór ingebruikname door. Dit is een voorwaarde voor veilig werken en storingsvrij gebruik. Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in deze documentatie en op het product in acht. Deze documentatie is permanent onderdeel van het beschreven product en dient bij verkoop aan de koper te worden overgedragen. Legenda LET OP! Het nauwkeurig in acht nemen van deze waarschuwingen kan verwondingen en/ of materiële schade voorkomen. ADVICE Speciale aanwijzingen voor een beter begrip en gebruik. 24 Brandstof en brandstofdampen zijn zeer licht ontvlambaar en explosief. Bij het starten van de motor worden vonken veroorzaakt. Vonken kunnen ontvlambare gassen in de buurt ontsteken. Brandbare vreemde voorwerpen zoals loof, gras, etc., kunnen ontbranden. PRODUCTBESCHRIJVING In deze documentatie wordt een verbrandingsmotor beschreven. Ook altijd de gebruiksaanwijzing van de zitmaaier/tuinmachine opvolgen. Reglementair gebruik Deze verbrandingsmotor is ontworpen als aandrijving voor zitmaaiers voor privégebruik. Elk ander, verdergaand gebruik geldt als niet bedoeld gebruik. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De motor uitsluitend in technisch onberispelijke staat gebruiken Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen niet buiten werking stellen Draag gehoorbescherming Motor alleen in de buitenlucht starten en gebruiken, het gebruik in gesloten ruimten, ook bij geopende deuren en ramen, is niet toegestaan. Motor niet onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen bedienen Kinderen of andere personen die de gebruikshandleiding niet kennen, mogen het apparaat niet gebruiken. De plaatselijke regelgeving met betrekking tot de minimumleeftijd van de bedienende persoon in acht nemen. Neem de specifieke voorschriften voor de gebruikstijden in uw land in acht. Ook altijd de veiligheidsaanwijzingen van de zitmaaier opvolgen. De aanwijzingen in deze handleiding en de aanwijzingen van de machine, waarbij deze motor is geïnstalleerd, zorgvuldig doorlezen. Leer hoe de motor zo snel mogelijk kan worden uitgezet De motor mag alleen worden gebruikt, door personen die zich vertrouwd hebben gemaakt met de aanwijzingen Gebruik de motor nooit als er personen, vooral kinderen of dieren, in de buurt zijn Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is bij ongevallen en schade, die andere personen of hun eigendommen betreffen Gebruik geen startsprays, etc. TECHNISCHE GEGEVENS WAARSCHUWING! De door dit product veroorzaakte motoruitlaatgassen bevatten chemicaliën, die volgens van onderzoeksresultaten van de Staat Californië in de Verenigde Staten, kanker, aangeboren afwijkingen of schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. PRODUCTOVERZICHT (1) 1. 2. 3. 4. 5. Oievuldop met peilstok Olieaftapplug Luchtfilterdeksel Bougiedop Serienummer van de motor TRANSPORT De motor met lege brandstoftank transporteren Motor altijd met bougie naar boven transporteren, anders ontstaan: ➯ Rookontwikkeling Motortype K1600 ADV Cilinderinhoud 452 ccm Vermogen 8,5 kW / 2900 omw/ min Vulhoeveelheid motorolie 1,2 l Koelsysteem Luchtkoeling WAARSCHUWING! Ontsteking Transistor-magneetontsteking Draairichting motoras Rechtsom Elektrodenafstand bougie 0,6 mm - 0,8 mm Vóór ingebruikname altijd een visuele controle uitvoeren. Het apparaat mag niet worden gebruikt met losse, beschadigde of versleten machine- en/of bevestigingsonderdelen. ➯ Startproblemen ➯ Roetafzetting op de bougie CONTROLE VOOR HET GEBRUIK Controleer de algemene toestand van de motor Buitenkant en onderkant van de motor controleren op zichtbare olie- of benzinelekkages Zichtbare beschadigingen Alle bouten en moeren vastgedraaid Alle afschermingen en afdekkingen aangebracht Brandstofpeil Motoroliepeil Luchtfilterelement 25 NL BRANDSTOF TANKEN Veiligheid LET OP! Waarschuwing - brandgevaar! Benzine is zeer ontvlambaar. Bij het starten van de motor worden vonken veroorzaakt, deze kunnen ontvlambare gassen in de buurt ontsteken. Brandbare vreemde voorwerpen zoals loof, gras, etc., kunnen ontbranden. Benzine alleen in daarvoor bestemde reservoirs bewaren Gebruik geen startsprays, etc. Alleen buiten tanken Bij het tanken niet roken De tankdop bij lopende of warme motor niet openen Beschadigde tank of tankdop vervangen De tankdop altijd goed sluiten Is benzine gemorst: motor niet starten geen startpogingen doen apparaat reinigen Voor het opnieuw vullen met benzine, de motor laten afkoelen en morsen voorkomen. Gemorste benzine kan op kunststofonderdelen tot beschadigingen leiden. Brandstof direct afvegen. De garantie dekt geen beschadigingen aan de kunststofonderdelen door brandstof. LET OP! Voor de ingebruikname olie vullen. Vullen met olie (2) ADVICE De maximale olie-inhoud van de motor is 1,2 liter. Olie langzaam in kleine hoeveelheden bijvullen, daarbij elke keer het vulpeil controleren om te voorkomen dat de "MAX"-markering op de peilstok wordt overschreden. 26 ADVICE Vul geen olie bij tot boven het "MAX"peil. Een te hoog oliepeil kan het volgende veroorzaken: Rook in uitlaatgassen Vervuiling van de bougie of het luchtfilter 1. Oliepeilstok (2-1) losschroeven en olie bijvullen 2. Oliepeilstok weer inschroeven Aanbevelingen m.b.t. de olie Motorolie is een doorslaggevende factor voor de prestaties en de levensduur van de motor. Gebruik een motorolie, die voldoet aan de eisen van API-serviceklasse SF of hoger (resp. gelijkwaardig). Controleer het API-etiket op de olieverpakking, zodat is gewaarborgd dat het de letters SF of die van een hogere klasse (resp. gelijkwaardig) bevat. SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemeen gebruik. Het aanbevolen bedrijfstemperatuurbereik voor deze motor is 0°C tot 40°C. ADVICE Het gebruik van SAE 30 olie bij lagere temperaturen dan +5°C, kan leiden tot motorschade door onvoldoende smering. Oliepeilcontrole (2) Het motoroliepeil bij gestopte en zoveel mogelijk waterpas staande motor controleren. Olievulomgeving ontdoen van vreemde voorwerpen. 1. De oliepeilstok (2-1) losschroeven en schoonvegen 2. De oliepeilstok (2-1) in de olievulopening steken, tot deze helemaal is ingestoken (niet vastdraaien) en er weer uit trekken 3. Ligt het oliepeil in de buurt van of onder de onderste markering van de peilstok (2-2), de aanbevolen olie bijvullen tot de bovenste markering. 4. Oliepeilstok weer inschroeven ADVICE Een te laag oliepeil kan motorschade veroorzaken. Benzine tanken ADVICE Zie gebruiksaanwijzing van de zitmaaier. Aanbevelingen m.b.t. de brandstof Schone, verse en loodvrije benzine met een minimaal octaangetal van 90 gebruiken Koop brandstof in de hoeveelheid die binnen 30 dagen kan worden verbruikt (zie opslag). Benzine met een ethanolaandeel van maximaal 10% of met een MTBE-aandeel (antiklopmiddel) van maximaal 15% is acceptabel. Benzine niet mengen met olie INBEDRIJFSTELLING Bij het starten de veiligheidsafstand aanhouden De motor uitzetten en laten afkoelen, voor het verwijderen van de tankdop De basisinstellingen van de motor niet wijzigen en overtoeren voorkomen De machine niet zover kantelen dat brandstof uit de tankdop komt Voor het aanraken van de cilinderkoelribben en de beschermende bekleding, wachten tot de motor voldoende is afgekoeld De motor uitzetten en de bougiekabel voor het controleren, reinigen of het werken aan de machine of de motor lostrekken De motor niet tornen zonder bougie Motor starten ADVICE WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar! De motor nooit in afgesloten ruimten laten lopen. WAARSCHUWING! Explosiegevaar! Geen startvloeistoffen onder druk gebruiken. WAARSCHUWING! Draaiende onderdelen! Lichaamsdelen uit de buurt van bewegende machineonderdelen houden. LET OP! Terugslaggevaar! De trekstartkabel kan snel worden teruggetrokken als deze wordt losgelaten. Voor de ingebruikname van de motor, de gebruiksaanwijzing van de machine opvolgen De motor in de buitenlucht starten en laten lopen Motor alleen in starten als deze zoveel mogelijk waterpas staat Oliepeil controleren Lange haren opbinden en sierraden afdoen Geen loszittende kleding dragen Stevige, slipvrije schoenen dragen De motor niet in een schuine stand van meer dan 15° gebruiken De volgende stappen zijn ook beschreven in de handleiding van het apparaat. Positiesymbolen op het apparaat Choke Aan Choke Uit Gas Snel Gas Langzaam Koude start Het starten van de motor moet gebeuren volgens de procedure die is beschreven in de handleiding van de machine. Zorg dat alle inrichtingen (indien aanwezig) voor de aandrijving van de machine of het uitzetten van de machine zijn gedeactiveerd. 1. De gashendel in de stand << CHOKE >> zetten 2. De contactsleutel bedienen, zoals in de gebruiksaanwijzing van het apparaat is beschreven. 3. Na enkele seconden de gashendel langzaam vanuit de stand << CHOKE >> naar de stand << FAST >> (snel) of << SLOW >> (langzaam) bewegen. Warme start 1. De gashendel in de stand << FAST >> (snel) zetten 2. De contactsleutel bedienen, zoals in de gebruiksaanwijzing van het apparaat is beschreven. 27 NL LET OP! Gevaar voor brandwonden! Lopende motoren veroorzaken warmte. Motoronderdelen, vooral de uitlaat, worden extreem heet. Blijf met uw handen en voeten uit de buurt van roterende onderdelen. Brandbare vreemde voorwerpen uit de buurt van de cilinder houden Uitlaat, cilinder en koelribben voor het aanraken laten afkoelen Motor uitschakelen 1. De gashendel naar de stand <<SLOW>> (langzaam) bewegen 2. De motor ca. 15 - 20 seconden stationair laten lopen 3. De motor volgens de handleiding van het apparaat uitzetten Motor na het gebruik uitschakelen 1. De gashendel naar de stand <<SLOW>> (langzaam) bewegen 2. De motor ca. 15 - 20 seconden stationair laten lopen 3. De motor volgens de handleiding van het apparaat uitzetten 4. Bij afgekoelde motor de bougiedop lostrekken en contactsleutel verwijderen ADVICE Bij lage buitentemperaturen, kunnen problemen optreden bij een koude start Bij hoge buitentemperaturen, kunnen moeilijkheden ontstaan bij een warme start, door het verdampen in de carburateur of de pomp De oliesoort moet altijd worden aangepast aan de bedrijfstemperaturen Het maximale vermogen van een verbrandingsmotor neemt progressief af bij toename van de hoogte boven zeeniveau Bij een duidelijke toename van de hoogte met daarom de motorbelasting worden verlaagd en moeten bijzonder zware werkzaamheden worden vermeden 28 OPSLAG VOORZICHTIG! Gevaar op brand en explosies! De motor niet voor open vuur of warmtebronnen opslaan. Voor de opslag van de motor, de gebruiksaanwijzing van de machine opvolgen Motor af laten koelen Tegen vocht beschermd opslaan Motor in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van open vuur en hittebronnen opslaan Bij opslag de volgende omgevingen mijden: In de buurt van open vuur In de buurt van hittebronnen In de buurt van werkende elektromotoren In de buurt van werkende elektrische gereedschappen Bij motoren die langer dab 30 dagen worden opgeslagen, de brandstof aftappen of beschermen met een brandstofstabilisator, omdat anders afzettingen in het brandstofsysteem kunnen ontstaan ADVICE Om het ontstaan van afzettingen in de tank te voorkomen, de brandstoftank leegmaken: Plug (6-1) losdraaien Brandstof in een geschikte opvangbak opvangen Na het leegmaken de plug vastdraaien Moet de brandstoftank worden leeggemaakt, moet dit in de buitenlucht en bij een koude motor gebeuren Om brandgevaar te voorkomen, de motor, de uitlaat en het brandstofopslaggedeelte vrij houden van gras, bladeren of overtollig vet Uit veiligheidsoverwegingen, de motor nooit gebruiken met versleten of beschadigde onderdelen. De onderdelen moeten worden vervangen en mogen nooit worden gerepareerd. Gebruik originele reserveonderdelen. Niet gelijkwaardige reserveonderdelen, kunnen de motor beschadigen en uw veiligheid in gevaar brengen ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN GEVAAR! Voor instel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de motor altijd uitzetten en beveiligen. Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor de veiligheid en het behoud van de prestaties Bougiekabel (4-1) van de bougie (4-2) trekken en uit de buurt van de bougie houden Carburateurinstellingen ADVICE Carburateurinstellingen mogen alleen door geautoriseerde vakwerkplaatsen of onze servicedienst worden uitgevoerd. Controle van de ontstekingsvonk WAARSCHUWING! Vonken kunnen brand of stroomstoten veroorzaken. Gebruik een geschikte vonktester Ontstekingsvonken nooit met een uitgebouwde bougie controleren REPARATIEWERKZAAMHEDEN ADVICE Reparaties mogen alleen door geautoriseerde vakwerkplaatsen of onze servicedienst worden uitgevoerd. Gebruik alleen originele AL-KO reserveonderdelen ONDERHOUD EN VERZORGING GEVAAR! Voor instel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de motor altijd uitzetten en beveiligen. Vóór alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de bougiedop lostrekken! Het apparaat niet met water afspuiten! Het binnendringen van water (ontsteking, carburateur...) kan tot storingen leiden. Het apparaat na elke gebruik reinigen Onderhoudsschema opvolgen De op uren gebaseerde, resp. de jaarlijkse intervallen opvolgen, afhankelijk van welke het eerst komt. Bij het gebruik onder extreme omstandigheden is vaker onderhoud noodzakelijk. Luchtfilter vervangen (3) ADVICE Het filterelement moet vrij worden gehouden van grasresten en vervuilingen. Filterelementen alleen door originele reserveonderdelen vervangen. De motor mag nooit zonder correct gemonteerd filterelement worden gebruikt. Het luchtfilter regelmatig reinigen. Beschadigde luchtfilters vervangen. 1. De omgeving van het filterdeksel reinigen 2. Het deksel (3-1) door het losschroeven van beide knoppen (3-2) verwijderen 3. Controleer de toestand van het filterelement, deze moet in een onberispelijke toestand, schoon en volledig werkend zijn: anders moet onderhoud worden uitgevoerd aan het filter of moet het worden vervangen 4. Deksel (3-1) weer monteren Luchtfilter reinigen (9) LET OP! Water, benzine, reinigingsmiddelen, etc. mogen niet worden gebruikt voor het reinigen van het element. LET OP! Het schuimrubber voorfilter (9-3b) mag NIET in olie worden gedrenkt. 1. De omgeving van het filterdeksel reinigen 2. Het deksel (9-1) door het losschroeven van beide knoppen (9-2) verwijderen 3. Het filterelement (9-3a, 3b) verwijderen 4. Het voorfilter (9-3b) uit het element (9-3a) verwijderen 5. Sluit het aanzuigspruitstuk van de motor af met een doek (9-5) 6. Het element (9-3a) op een vaste ondergrond uitkloppen en van binnen naar buiten uitblazen met perslucht om stof en vuil te verwijderen 7. Het schuimrubber voorfilter (9-3b) met water en reinigingsmiddel wassen en in de buitenlucht laten drogen 8. De binnenkant van het deksel (9-1) reinigen, zorg dat het aanzuigkanaal gesloten wordt met de doek (9-5), om te voorkomen dat vuil in de motor komt 29 NL 9. De doek (9-5) verwijderen 10. Het voorfilter over het element trekken 11. Het filterelement (9-3a, 3b) in het filterhuis monteren 12. Het deksel (9-1) plaatsen Olie verversen (7) Controleer regelmatig het oliepeil Het oliepeil elke 8 bedrijfsuren of dagelijks voor het starten van de motor controleren (zie aanbevelingen m.b.t. de olie). WAARSCHUWING! Brand- en explosiegevaar door weglekkende brandstof! Voor het aftappen van de olie moet de brandstoftank leeggemaakt zijn. ADVICE De oude olie bij warme motor aftappen. Warme olie kan snel en volledig worden afgetapt. ADVICE De maximale olie-inhoud van de motor is 1,2 liter. Olie langzaam in kleine hoeveelheden bijvullen, daarbij elke keer het vulpeil controleren om te voorkomen dat de "MAX"-markering op de peilstok wordt overschreden. ADVICE Afgewerkte olie milieuvriendelijk afvoeren. 1. Voor het leegmaken van de brandstoftank, de motor laten lopen, tot deze stopt door brandstoftekort 2. Bougiedop (4-1) lostrekken 3. Voor het opvangen van de olie een geschikte opvangbak onder de motor zetten 4. Oliepeilstok (7-1) losschroeven 5. Aftapplug (7-2) losschroeven 6. Olie volledig in een opvangbak aftappen 7. De aftapplug (7-2) weer inschroeven, zorg dat de afdichting goed is gepositioneerd en deze goed vastdraaien 8. Vullen met verse olie 9. Op de oliepeilstok (7-1) controleren of het oliepeil de inkeping "MAX" bereikt (7-3) 10. De dop weer goed vastdraaien en alle eventuele oliesporen van gemorste olie verwijderen 30 Bougieonderhoud (10) VOORZICHTIG! Gevaar door stroomstoot! Ontstekingsvonken nooit met een uitgebouwde bougie controleren De elektrodeafstand van de bougie (10-1) moet 0,6 mm - 0,8 mm zijn. Motor nooit starten zonder bougie 1. De bougie met een dopsleutel verwijderen (10-2) 2. De elektroden met een staalborstel reinigen en eventuele roetafzettingen verwijderen 3. Met een voelermaat (10-4) de correcte elektrodeafstand (0,6 - 0,8 mm) controleren (10-3) 4. De bougie weer plaatsen en met de dopsleutel vastdraaien ADVICE Een verkeerde bougie kan motorschade veroorzaken. Motor reinigen LET OP! Brandgevaar! Brandbaar materiaal moet worden verwijderd van de uitlaat en rondom de motorcilinder. ADVICE De motor niet met water afspuiten. Met een borstel of doek reinigen. Regelmatig verontreinigingen met een poetsdoek of borstel verwijderen van de motor. De koelopeningen reinigen Het koelsysteem reinigen. Om oververhitting te voorkomen, indien nodig ook de inwendige koelribben en oppervlakken reinigen. Geluiddemper reinigen Het reinigen van de geluiddemper moet gebeuren bij een koude motor. 1. Alle afval- en vuilresten van de uitlaatgeluiddemper en de afdekking hiervan, die brandgevaar vormen, met perslucht verwijderen 2. Zorg dat de koelluchtopeningen (8-1) niet verstopt zijn. 3. De kunststofonderdelen met een vochtige spons (8-2) met reinigingsmiddel afvegen Onderhoudsschema De op uren gebaseerde, resp. de jaarlijkse intervallen opvolgen, afhankelijk van welke het eerst komt. Bij het gebruik onder extreme omstandigheden is vaker onderhoud noodzakelijk. Na de eerste 5 bedrijfsuren Olie verversen Ververs de motorolie elke 25 bedrijfsuren, als de motor onder vollast of bij hoge temperaturen werkt Elke 5 bedrijfsuren of dagelijks voor gebruik Oliepeil controleren Omgeving van de geluiddemper en bedieningselementen reinigen Luchtfilter controleren en reinigen Reinig het luchtfilter vaker als de machine werkt in een stoffige omgeving Na de eerste 5 bedrijfsuren Luchtfilter vervangen Bougie controleren Elke 100 bedrijfsuren Bougie vervangen Benzinefilter controleren * * Laten uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf Reserveonderdelen Aanbevolen bougie: QC12YC of RC12YC (Champion) Reserveonderdelen zijn verkrijgbaar bij de geautoriseerde dealers of onze serviceafdeling. AFVOEREN Elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks Olie verversen Geluiddemper en vonkenvanger controleren Jaarlijks Gebruikte apparaten, batterijen of accu´s niet afvoeren via de vuilnisophaaldienst! Verpakking, apparaat en accessoires zijn gemaakt van recyclebare materialen en moeten ook als zodanig worden afgevoerd. HULP BIJ STORINGEN Storingen die niet met behulp van deze tabel kunnen worden opgelost, moeten worden verholpen in een gespecialiseerde werkplaats. Vul hieronder het motorserienummer en de aankoopdatum in. U heeft deze informatie nodig voor het bestellen van reserveonderdelen, bij technische vragen en bij vragen m.b.t. de garantie. Motorserienummer: ________________________________ Aankoopdatum: ________________________________ Storing Startproblemen Mogelijke oorzaak Oplossing Ontbrekende brandstof Controleren en bijtanken Oude brandstof of afzettingen in de tank De tank leegmaken en verse brandstof bijtanken Verkeerde startprocedure De startprocedure correct uitvoeren Bougie niet aangesloten Controleren of de bougiedop goed vastzit op de bougie Bougie vet of bougie-elektroden vervuild of verkeerde elektrodeafstand Controleren 31 NL Storing Ongelijkmatige werking Vermogensverlies tijdens gebruik 32 Mogelijke oorzaak Oplossing Verstopt luchtfilter Controleren en reinigen Ongeschikte olie voor het jaargetijde Vervangen door geschikte olie Dampbelvorming in de carburateur door hoge temperaturen Enkele minuten wachten en daarna opnieuw proberen te starten Verbrandingsproblemen Neem contact op met een dealer Ontstekingsproblemen Neem contact op met een dealer Elektroden van de bougie vervuild of verkeerde elektrodeafstand Controleren Bougiedop slecht aangesloten Controleren of de bougiedop goed is opgestoken Verstopt luchtfilter Controleren en reinigen Gashendel in de stand << Choke >> De gashendel naar de stand << Fast >> (snel) bewegen Verbrandingsproblemen Neem contact op met een dealer Ontstekingsproblemen Neem contact op met een dealer Verstopt luchtfilter Controleren en reinigen Verbrandingsproblemen Neem contact op met een dealer 14. GARANTIEBEWIJS Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met de modernste productietechnieken. De fabrikant geeft een garantie van 24 maanden vanaf de aankoopdatum op de eigen producten voor privé-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot 12 maanden bij professioneel gebruik. Algemene garantievoorwaarden 1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum. De fabrikant vervangt gratis de onderdelen met defecten in materiaal, afwerking en productie via het verkoopnetwerk en de technische servicedienst. De garantie ontneemt de gebruiker niet de wettelijke rechten van het burgerlijk wetboek tegen de consequenties van de defecten of fouten veroorzaakt door het verkochte voorwerp. 2) Het technische personeel zal de defecte onderdelen zo snel als organisatorisch mogelijk is repareren. 3) Om een aanvraag tot technische assistentie onder garantie in te dienen, dient u aan het bevoegde personeel het onderstaande garantiecertificaat te tonen, voorzien van het stempel van de leverancier, volledig ingevuld en met de aankoopfactuur of bon met de aankoopdatum aangehecht. 4) De garantie vervalt in de volgende gevallen: - Duidelijk gebrek aan onderhoud, - Onjuist gebruik van het product of geknoei aan het product, - Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of brandstoffen, - Gebruik van niet-originele reserveonderdelen of accessoires, - Reparaties die uitgevoerd zijn door onbevoegd personeel. 5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en onderdelen die aan normale werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de garantie. 6) Onder de garantie vallen geen aanpassingen en verbeteringen van het product. 7) Onder de garantie vallen geen afstellingen en onderhoudswerkzaamheden die nodig zouden kunnen zijn tijdens de garantieperiode. 8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens het transport moet onmiddellijk gemeld worden aan de transporteur, anders vervalt de garantie. 9) Voor motoren van andere merken (Briggs & Stratton, Subaru, Honda, Lombardini, Kohler, enz.) die gemonteerd zijn op onze machines, geldt de garantie die gegeven wordt door de fabrikant van de motor. 10) De garantie dekt geen eventuele directe of indirecte schade, die veroorzaakt is bij personen of voorwerpen door storingen in het apparaat of die voortvloeit uit het langdurig niet gebruiken van het apparaat. MODELL DATUM SERIENUMMER LEVERANCIER KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR. Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie aanhechten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140

Efco EF 106/16 K H Handleiding

Categorie
Tuingereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor