29
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
GEVAAR!
Voor instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor altijd uitzetten
en beveiligen.
Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor
de veiligheid en het behoud van de prestaties
Bougiekabel (4-1) van de bougie (4-2) trek-
ken en uit de buurt van de bougie houden
Carburateurinstellingen
ADVICE
Carburateurinstellingen mogen alleen
door geautoriseerde vakwerkplaatsen of
onze servicedienst worden uitgevoerd.
Controle van de ontstekingsvonk
WAARSCHUWING!
Vonken kunnen brand of stroomstoten
veroorzaken.
Gebruik een geschikte vonktester
Ontstekingsvonken nooit met een uitge-
bouwde bougie controleren
REPARATIEWERKZAAMHEDEN
ADVICE
Reparaties mogen alleen door geauto-
riseerde vakwerkplaatsen of onze ser-
vicedienst worden uitgevoerd.
Gebruik alleen originele AL-KO reserveon-
derdelen
ONDERHOUD EN VERZORGING
GEVAAR!
Voor instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor altijd uitzetten
en beveiligen.
Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden de bougiedop lostrekken!
Het apparaat niet met water afspuiten! Het
binnendringen van water (ontsteking, carbu-
rateur...) kan tot storingen leiden.
Het apparaat na elke gebruik reinigen
Onderhoudsschema opvolgen
De op uren gebaseerde, resp. de jaarlijkse in-
tervallen opvolgen, afhankelijk van welke het
eerst komt.
Bij het gebruik onder extreme omstandighe-
den is vaker onderhoud noodzakelijk.
Luchtfilter vervangen
(3)
ADVICE
Het filterelement moet vrij worden ge-
houden van grasresten en vervuilingen.
Filterelementen alleen door originele re-
serveonderdelen vervangen.
De motor mag nooit zonder correct ge-
monteerd filterelement worden gebruikt.
Het luchtfilter regelmatig reinigen. Beschadigde
luchtfilters vervangen.
1. De omgeving van het filterdeksel reinigen
2. Het deksel (3-1) door het losschroeven van
beide knoppen (3-2) verwijderen
3. Controleer de toestand van het filterelement,
deze moet in een onberispelijke toestand,
schoon en volledig werkend zijn: anders moet
onderhoud worden uitgevoerd aan het filter of
moet het worden vervangen
4. Deksel (3-1) weer monteren
Luchtfilter reinigen
(9)
LET OP!
Water, benzine, reinigingsmiddelen, etc.
mogen niet worden gebruikt voor het rei-
nigen van het element.
LET OP!
Het schuimrubber voorfilter (9-3b) mag
NIET in olie worden gedrenkt.
1. De omgeving van het filterdeksel reinigen
2. Het deksel (9-1) door het losschroeven van
beide knoppen (9-2) verwijderen
3. Het filterelement (9-3a, 3b) verwijderen
4. Het voorfilter (9-3b) uit het element (9-3a) ver-
wijderen
5. Sluit het aanzuigspruitstuk van de motor af
met een doek (9-5)
6. Het element (9-3a) op een vaste ondergrond
uitkloppen en van binnen naar buiten uitbla-
zen met perslucht om stof en vuil te verwijde-
ren
7. Het schuimrubber voorfilter (9-3b) met water
en reinigingsmiddel wassen en in de buiten-
lucht laten drogen
8. De binnenkant van het deksel (9-1) reinigen,
zorg dat het aanzuigkanaal gesloten wordt
met de doek (9-5), om te voorkomen dat vuil
in de motor komt