Documenttranscriptie
Uit veiligheidsoverwegingen moet u dit
systeem in het dashboard van de auto
installeren. Raadpleeg de bijgeleverde
handleiding voor installatie/aansluitingen voor
meer informatie over de installatie en
aansluitingen.
Dit label bevindt zich aan de onderkant van het
apparaat.
Het naamplaatje met de bedrijfsspanning,
enzovoort bevindt zich aan de onderkant van de
behuizing.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Accessoires waarop dit van toepassing is:
Afstandsbediening, Microfoon
Hierbij verklaart Sony Corp. dat deze
MEX-BT5700U in overeenstemming is met de
essentiële eisen en andere relevante bepalingen
van richtlijn 1999/5/EG.
Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Het gebruik van deze radioapparatuur is niet
toegestaan in het geografische gebied binnen een
straal van 20 km vanaf het centrum van
Ny-Alesund, Svalbard in Noorwegen.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie is enkel van toepassing voor
apparaten die verkocht worden in landen
die de EU-richtlijnen in acht nemen
De fabrikant van dit apparaat is Sony
Corporation, 1-7-1 Konan, Minato-ku, Tokio,
Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger
voor EMC en productveiligheid is Sony
Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61,
70327 Stuttgart, Duitsland. Voor onderhouds- of
garantiekwesties kunt u de adressen gebruiken
die in de afzonderlijke onderhouds- of
garantiedocumenten worden vermeld.
2
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de
meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden. Door deze
batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij
tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van veiligheid,
prestaties dan wel in verband met data-integriteit een
permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze
batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij
op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het
product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te
worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende
inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar
u het product hebt gekocht.
Opmerking over de lithiumbatterij
Stel de batterij niet bloot aan extreem hoge
temperaturen, zoals direct zonlicht, vuur, enzovoort.
Het woordmerk Bluetooth en de logo's van
Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
en Sony Corporation gebruikt deze items onder
licentie. Overige handelsmerken en merknamen
zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
ZAPPIN is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Windows Media en het
Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in
de VS en/of andere landen.
iPod is een handelsmerk van Apple Inc.,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere
landen.
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer
IIS en Thomson.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
Inhoudsleveranciers gebruiken de technologie voor
beheer van digitale rechten voor Windows Media die
in dit apparaat is opgenomen ("WM-DRM"), om de
integriteit van hun inhoud te beschermen
("Beschermde inhoud"), zodat hun intellectuele
eigendomsrechten, waaronder copyright, op
dergelijke inhoud niet ten onrechte worden gebruikt.
Dit apparaat gebruikt WM-DRM-software om
Beschermde inhoud ("WM-DRM-software") te
kunnen afspelen. Als de bescherming van de WMDRM-software in dit apparaat in gevaar is gebracht,
kunnen eigenaars van Beschermde inhoud
("Eigenaars van beschermde inhoud") Microsoft
verzoeken om het recht van de WM-DRM-software
om nieuwe licenties op te halen voor het kopiëren,
weergeven en/of afspelen van Beschermde inhoud,
in te trekken. Het intrekken van dergelijke rechten
heeft geen invloed op de mogelijkheid om nietbeschermde inhoud af te spelen met de WM-DRMsoftware. Er wordt een lijst met ingetrokken WMDRM-software naar uw apparaat verzonden wanneer
u een licentie voor Beschermde inhoud downloadt
van het internet of vanaf een computer. Microsoft
kan, in combinatie met een dergelijke licentie, ook
lijsten met ingetrokken software downloaden naar
uw apparaat uit naam van de Eigenaars van
beschermde inhoud.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat u de functie voor automatisch
uitschakelen instelt (pagina 34).
Hiermee wordt het systeem na de ingestelde
tijdsduur automatisch volledig uitgeschakeld
nadat u het systeem hebt uitgeschakeld. Zo
voorkomt u dat de accu leeg raakt.
Als u de functie voor automatisch uitschakelen
niet instelt, houdt u (OFF) ingedrukt totdat het
scherm verdwijnt wanneer u het contactslot
uitzet.
3
Inhoudsopgave
Aan de slag
iPod
Discs die kunnen worden afgespeeld op dit
systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen over Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . 6
Het systeem opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . 7
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De kaartafstandsbediening voorbereiden. . . . . . 8
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 9
Een iPod afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De weergavestand instellen . . . . . . . . . . . . . .
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . .
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedieningselementen en algemene
handelingen
Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kaartafstandsbediening RM-X305 . . . . . . . 12
Zoeken naar een track . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Zoeken naar een track op naam
— Quick-BrowZer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Zoeken naar een track door te luisteren naar
een gedeelte van een track
— ZAPPIN™ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Radio
Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . 15
Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . 15
Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . 15
Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een zender in een lijst ontvangen
— LIST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
AF en TA instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
CD
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 18
USB-apparaten
Een USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . . . . . . . 19
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 20
4
20
21
22
22
22
Bluetooth (handsfree bellen en
muziek streamen)
Voordat u de Bluetooth-functie gebruikt . . . .
Bluetooth-bewerkingen . . . . . . . . . . . . . . .
Bluetooth-instellingen configureren. . . . . .
Externe microfoon XA-MC10 . . . . . . . . . .
Koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een Bluetooth-apparaat zoeken vanaf dit
systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dit systeem zoeken vanaf een
Bluetooth-apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie over
Bluetooth-pictogrammen . . . . . . . . . . . . . .
Verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verbinding maken met een mobiele
telefoon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verbinding maken met een
audioapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Handsfree bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gesprekken ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . .
Gespreksoverdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een telefoonboek op een mobiele telefoon
openen — Phonebook Access . . . . . . . . . .
Het telefoonboek gebruiken . . . . . . . . . . . .
Snelkeuzenummers gebruiken . . . . . . . . . .
Spraakkeuze activeren . . . . . . . . . . . . . . . .
Muziek streamen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Muziek van een audioapparaat
beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een audioapparaat bedienen met dit
systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overige instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bluetooth-instellingen initialiseren . . . . . .
23
23
23
24
24
24
25
26
26
26
27
27
27
28
29
29
30
31
31
31
31
32
32
32
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . 33
De geluidskenmerken wijzigen. . . . . . . . . . 33
De equalizercurve aanpassen
— EQ3 Parametric Tune. . . . . . . . . . . . . . . 33
Instelitems aanpassen — SET . . . . . . . . . . . . . 34
Optionele apparaten gebruiken . . . . . . . . . . . . 35
Randapparatuur voor audio. . . . . . . . . . . . . 35
CD-wisselaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Bedieningssatelliet RM-X4S . . . . . . . . . . . 36
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . 37
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/AACbestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Informatie over iPod . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Informatie over de Bluetooth-functie . . . . . 38
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Het systeem verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Problemen oplossen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Foutmeldingen/berichten . . . . . . . . . . . . . . 44
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste ondersteuningsinformatie over dit
product wilt hebben, gaat u naar de onderstaande website:
http://support.sony-europe.com/
Levert informatie over:
• Modellen en fabrikanten van compatibele digitale audiospelers
• Ondersteunde MP3-/WMA-/AAC-bestanden
• Modellen en fabrikanten van compatibele mobiele telefoons en veelgestelde
vragen over de Bluetooth-functie
5
Aan de slag
Opmerkingen over Bluetooth
Discs die kunnen worden
afgespeeld op dit systeem
U kunt CD-DA's (ook met CD TEXT) en
CD-R's/CD-RW's (MP3-/WMA-/AACbestanden (pagina 37)) afspelen.
Soorten discs
CD-DA
MP3
WMA
AAC
Label op de disc
Let op
IN GEEN GEVAL IS SONY AANSPRAKELIJK
VOOR ENIGE INCIDENTELE OF INDIRECTE
SCHADE, GEVOLGSCHADE OF ANDERE
SCHADE, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT
TOT WINSTDERVING, INKOMSTENVERLIES,
GEGEVENSVERLIES, HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT OF
BIJBEHORENDE APPARATUUR, UITVALTIJD
EN DE TIJD VAN DE AANKOPER
GERELATEERD AAN OF VOORTVLOEIEND
UIT HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT,
BIJBEHORENDE HARDWARE EN/OF
SOFTWARE.
BELANGRIJKE KENNISGEVING
Veilig en efficiënt gebruik
Wijzigingen of aanpassingen van dit systeem die
niet nadrukkelijk zijn goedgekeurd door Sony,
kunnen het gebruiksrecht van de gebruiker teniet
doen.
Controleer voordat u dit product gebruikt de
uitzonderingen, vanwege nationale vereisten of
beperkingen, met betrekking tot het gebruik van
Bluetooth-apparatuur.
Autorijden
Controleer de wetgeving en de voorschriften met
betrekking tot het gebruik van mobiele telefoons en
handsfree apparaten in de gebieden waar u rijdt.
Let altijd aandachtig op tijdens het autorijden en
verlaat de weg en parkeer de auto voordat u belt of
een gesprek ontvangt als de
verkeersomstandigheden dit noodzakelijk maken.
Verbinding maken met andere
apparaten
Wanneer u verbinding maakt met andere apparaten,
moet u eerst de bijbehorende gebruikershandleiding
lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies.
6
Blootstelling aan radiofrequenties
RF-signalen beïnvloeden wellicht onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in auto's, zoals elektronische
brandstofinjectiesystemen, elektronische antiblokkeersystemen (anti-slip), elektronische
snelheidsbeperkingssystemen of airbagsystemen.
Voor installatie van of onderhoud aan dit systeem
kunt u het beste contact opnemen met de fabrikant
van uw auto of een vertegenwoordiger van de
fabrikant. Onjuiste installatie of onjuist onderhoud
kan gevaarlijk zijn en kan eventuele garanties die
van toepassing zijn op dit systeem, ongeldig maken.
Raadpleeg de fabrikant van uw auto om te
controleren of het gebruik van uw mobiele telefoon
in de auto niet van invloed is op de elektronische
systemen van de auto.
Controleer regelmatig of alle onderdelen van het
draadloze apparaat correct in de auto zijn
gemonteerd en correct functioneren.
Noodoproepen
Dit handsfree Bluetooth-systeem voor in de auto en
het elektronische apparaat dat is aangesloten op het
handsfree systeem, maken gebruik van zowel
radiosignalen, mobiele telefoonnetwerken en vaste
telefoonnetwerken als door de gebruiker
geprogrammeerde functies, waardoor de verbinding
niet in alle omstandigheden kan worden
gegarandeerd.
Vertrouw daarom voor belangrijke communicatie
(zoals medische noodgevallen) niet alleen op
elektronische apparaten.
Houd er rekening mee dat als u wilt bellen of
gesprekken wilt ontvangen, het handsfree apparaat
en het elektronische apparaat dat is verbonden met
het handsfree apparaat, moeten zijn ingeschakeld in
een servicegebied met voldoende mobiele
ontvangst.
Noodoproepen zijn wellicht niet mogelijk op alle
mobiele telefoonnetwerken of wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties worden
gebruikt.
Controleer dit bij uw lokale serviceprovider.
Het systeem opnieuw instellen
Voordat u het systeem voor het eerst gebruikt of
na het vervangen van de accu of het wijzigen van
de aansluitingen, moet u het systeem opnieuw
instellen.
Maak het voorpaneel los (pagina 8) en druk met
een puntig voorwerp, zoals een balpen, op de
RESET toets (pagina 10).
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens
gewist.
De DEMO-stand annuleren
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven tijdens het uitschakelen.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Draai de regelknop tot "Demo" wordt
weergegeven en druk op de
selectietoets.
3
Draai de regelknop om "off" te
selecteren en druk op de selectietoets.
Het instellen is voltooid.
4
Druk op
(BACK).
Het scherm keert terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
7
De kaartafstandsbediening
voorbereiden
Verwijder het beschermende laagje.
Het voorpaneel verwijderen
U kunt het voorpaneel van het systeem
verwijderen om diefstal te voorkomen.
Waarschuwingstoon
Tip
Zie pagina 39 voor meer informatie over het
vervangen van de batterij.
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon.
U hoort de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
1
Druk op (OFF).
Het systeem wordt uitgeschakeld.
2
Druk op (OPEN).
Het voorpaneel wordt omlaag geklapt.
3
Schuif het voorpaneel naar rechts en
trek de linkerzijde van het voorpaneel
voorzichtig naar u toe.
De klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Draai de regelknop tot "Clock Adjust"
wordt weergegeven.
3
4
Druk op de selectietoets.
5
Draai de regelknop om de minuten in
te stellen en druk op de selectietoets.
Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen,
drukt u op (SEEK) +/–.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
Draai de regelknop om de uren in te
stellen en druk op de selectietoets.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 17).
8
Opmerkingen
• Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard
op het voorpaneel en het display.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
• Verwijder het voorpaneel niet terwijl het USBapparaat wordt afgespeeld, anders kunnen de USBgegevens worden beschadigd.
Het voorpaneel bevestigen
Plaats opening A van het voorpaneel op pin B
van het systeem en druk de linkerzijde
voorzichtig naar binnen.
Druk op (SOURCE) op het systeem (of plaats
een disc) om het systeem te activeren.
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
9
Bedieningselementen en algemene handelingen
Hoofdeenheid
1 2 34 5
6
8 9
7
OPEN
OFF
ZAP
SEEK
SOURCE
BLUETOOTH
BT
AUX
PU
SEEK
q;
MODE
SH
ENT
ER / SOUND
U
/ MEM
qaqsqd
ql
RESET
w;
/
PTY
REP
SHUF
AF / TA
1
2
qf
Voorpaneel verwijderd
qk
/
wa
ALBUM
3
4
qg
DM
PAUSE
SCRL
5
6
DSPL
qh qj
In dit gedeelte vindt u informatie over de locatie
van bedieningselementen en instructies voor
algemene handelingen. Bekijk de betreffende
pagina's voor meer informatie.
De overeenkomstige toetsen op de
kaartafstandsbediening bedienen dezelfde
functies als die op het systeem.
A OFF toets pagina 28
Uitschakelen; de bron stoppen.
Bluetooth-telefoon:
Een gesprek beëindigen of weigeren.
B
(BACK) toets pagina 14, 23, 33, 34
Terugkeren naar het vorige scherm.
C SOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen (radio/CD/
USB/AUX/Bluetooth-audio/Bluetoothtelefoon)*1.
D ZAP toets pagina 15
De ZAPPIN™-stand openen.
E Regelknop/selectie/ (handsfree)/
(gesprek beëindigen) toets
Volume aanpassen (draaien); instelitems
selecteren (indrukken en draaien).
Bluetooth-telefoon:
Het menu CALL openen; een gesprek
ontvangen/beëindigen.
F Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
G Display
H OPEN toets pagina 8
10
I USB-aansluiting pagina 19
Kan worden aangesloten op het USBapparaat.
J SEEK +/– toetsen
CD/USB:
Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven
overslaan (indrukken, vervolgens binnen 1
seconde nogmaals indrukken en
vasthouden); een track snel terug-/
vooruitspoelen (ingedrukt houden).
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders
(indrukken); handmatig zoeken naar zenders
(ingedrukt houden).
Bluetooth-audioapparaat*2:
Tracks overslaan (indrukken); een track
terug-/vooruitspoelen (ingedrukt houden).
K BT (BLUETOOTH) toets pagina 23, 24,
26, 27, 32
Het menu Bluetooth Settings openen.
L MODE toets pagina 15, 21, 22, 29
Indrukken: de radioband selecteren (FM/
MW/LW)/de weergavestand voor de iPod
selecteren.
Ingedrukt houden: passagiersbediening
inschakelen/annuleren.
M
(LIST/BROWSE) toets pagina 14,
16, 29, 30
De lijst openen (radio); de Quick-BrowZerstand openen (CD/USB).
Bluetooth-telefoon*3:
Het menu Phonebook Access openen.
N AF (alternatieve frequenties)/
TA (verkeersinformatie)/
PTY (programmatype) toets
pagina 16, 17
AF en TA instellen (indrukken); PTY
selecteren (ingedrukt houden) in RDS.
O Cijfertoetsen
CD/USB:
(1): REP pagina 18, 20, 22
(2): SHUF pagina 18, 20, 22
(3)/(4): ALBUM –/+ pagina 22
Albums overslaan (indrukken); albums
blijven overslaan (ingedrukt houden).
(5): DM+
Digitaal gecomprimeerd geluid, zoals
MP3, verbeteren.
Als u de DM+-functie wilt activeren,
stelt u "on" in. Stel "off" in om de
functie te annuleren.
(6): PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Bluetooth-audioapparaat*2:
(1): REP pagina 32
(2): SHUF pagina 32
(3)/(4): ALBUM –/+ pagina 32
(6): PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Bluetooth-telefoon:
Opgeslagen nummers bellen.
P DSPL (scherm)/SCRL (rollen) toets
pagina 18, 19, 21
Schermitems wijzigen (indrukken); het
schermitem rollen (ingedrukt houden).
Q AUX-ingang pagina 35
Een draagbaar audioapparaat aansluiten.
R Ingebouwde microfoon
Opmerking
Dek de microfoon niet af. De handsfree functie
werkt dan mogelijk niet correct.
S RESET toets pagina 7
T Discsleuf
De disc plaatsen.
U Z (uitwerpen) toets
De disc uitwerpen.
*1 In het geval dat een CD-wisselaar wordt
aangesloten: wanneer er op (SOURCE) wordt
gedrukt, worden "CD" en het apparaatnummer
weergegeven op het scherm. Als er op (MODE)
wordt gedrukt, kunt u bovendien de wisselaar
wijzigen.
*2 Als een Bluetooth-audioapparaat is aangesloten
(moet het Bluetooth-profiel AVRCP ondersteunen).
Afhankelijk van het apparaat, zijn bepaalde
functies wellicht niet beschikbaar.
*3 Ondersteunt PBAP, alleen handsfree verbinding.
11
Kaartafstandsbediening
RM-X305
1
2
3
4
5
6
7
Sommige van de volgende toetsen op de
kaartafstandsbediening hebben andere functies of
wijken af van het systeem. Verwijder het
beschermende laagje vóór gebruik (pagina 8).
0
qa
qs
qd
qf
qg
qh
8
qj
9
qk
A CALL/ (handsfree) toets pagina 27
Bluetooth-telefoon:
Het menu CALL openen; een gesprek
ontvangen.
B SOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen (radio/CD/
USB/AUX/Bluetooth-audio/Bluetoothtelefoon)*.
C ENTER toets
Een instelling toepassen.
D MODE toets
Indrukken: de radioband selecteren (FM/
MW/LW)/de weergavestand voor de iPod
selecteren.
Ingedrukt houden: passagiersbediening
inschakelen/annuleren.
E MENU toets
Het menu openen.
F
(LIST/BROWSE) toets
De lijst openen (radio); de Quick-BrowZerstand openen (CD/USB).
Bluetooth-telefoon:
Het menu Phonebook Access openen.
G DSPL (scherm)/PTY (programmatype)
toets pagina 17
Schermitems wijzigen; PTY in RDS
selecteren.
H Cijfertoetsen pagina 25, 28
Cijfers invoeren (telefoonnummer,
toegangscode, enzovoort).
Toetsen 1 tot en met 6 hebben dezelfde
functies als de cijfertoetsen op het systeem.
I
toets pagina 28
J OFF/
(gesprek beëindigen) toets
pagina 28
Uitschakelen; de bron stoppen; een gesprek
beëindigen of weigeren.
K BLUETOOTH toets
Het menu Bluetooth Settings openen.
12
L M (+)/m (–) toetsen
CD/USB/Bluetooth-audio bedienen,
dezelfde functie als (3)/(4) (ALBUM –/+)
op het systeem.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met M m.
M < (.)/, (>) toetsen
CD/radio/USB/Bluetooth-audio bedienen,
dezelfde functie als (SEEK) –/+ op het
systeem.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met < ,.
N SCRL (rollen) toets
Het schermitem rollen.
O SOUND toets
Een geluidsinstelling opgeven.
P ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
Q VOL (volume) +/– toetsen
Het volume aanpassen.
R
toets pagina 28
* In het geval dat een CD-wisselaar wordt
aangesloten: wanneer er op (SOURCE) wordt
gedrukt, worden "CD" en het apparaatnummer
weergegeven op het scherm. Als er op (MODE)
wordt gedrukt, kunt u bovendien de wisselaar
wijzigen.
Opmerking
Als het systeem wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het systeem niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op
het systeem wordt gedrukt of er een disc wordt
geplaatst om het systeem eerst te activeren.
13
Zoeken door items over te slaan
— Jump-stand
Zoeken naar een track
Zoeken naar een track op naam
— Quick-BrowZer
U kunt gemakkelijk op categorie zoeken naar een
track op een CD of USB-apparaat.
Regelknop/
selectietoets
(LIST/BROWSE)
OFF
Wanneer er veel items in een categorie staan,
kunt u het gewenste item snel zoeken.
1 Druk op (SEEK) + in de Quick-BrowZerstand.
Het volgende scherm wordt weergegeven.
A
B
ZAP
SEEK
SOURCE
BLUETOOTH
BT
PU
SEEK
SEEK +/–
MODE
SH
ENT
ER / SOUND / MEM
U/
/
(BACK)
Terugkeren naar het vorige scherm
Druk op
(BACK).
De itemnaam wordt weergegeven.
2 Draai de regelknop om het gewenste item, of
een item in de buurt van het gewenste item, te
selecteren.
Er worden gedeelten in stappen van 10 % van
het totaalaantal items overgeslagen.
3 Druk op de selectietoets.
Het scherm keert terug naar de QuickBrowZer-stand en het geselecteerde item
wordt weergegeven.
4 Draai de regelknop om het gewenste item te
selecteren en druk op de regelknop.
Het afspelen wordt gestart als het
geselecteerde item een track is.
De Quick-BrowZer-stand sluiten
Druk op
(LIST/BROWSE).
De Jump-stand annuleren
Druk op
(BACK) of (SEEK) –.
1
Druk op
(LIST/BROWSE).
De Quick-BrowZer-stand op het systeem
wordt geactiveerd en er wordt een lijst met
zoekcategorieën weergegeven.
2
Draai de regelknop om de gewenste
zoekcategorie te selecteren en druk op
de regelknop om te bevestigen.
3
Herhaal stap 2 tot de gewenste track
wordt geselecteerd.
Het afspelen wordt gestart.
Opmerking
Wanneer u de Quick-BrowZer-stand activeert, wordt
de instelling voor herhaaldelijk/willekeurig afspelen
geannuleerd.
14
C
A Huidig itemnummer
B Totaalaantal items in de huidige laag
C Itemnaam
Zoeken naar een track door te
luisteren naar een gedeelte van
een track — ZAPPIN™
U kunt zoeken naar een track die u wilt
beluisteren door korte gedeelten van tracks op
een CD of USB-apparaat op volgorde af te
spelen.
De ZAPPIN-stand is geschikt voor het zoeken
naar een track in de standen voor willekeurige
volgorde of willekeurige volgorde herhalen.
Selectietoets
ZAP
OFF
Radio
Zenders opslaan en ontvangen
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u de BTM-functie (geheugen voor beste
afstemming) gebruiken om ongelukken te
vermijden.
Automatisch opslaan — BTM
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"TUNER" wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band
te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of
LW selecteren.
2
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
3
Draai de regelknop tot "BTM" wordt
weergegeven en druk op de
selectietoets.
Het systeem slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er klinkt een pieptoon wanneer de instelling
is opgeslagen.
ZAP
SEEK
SOURCE
BLUETOOTH
BT
PU
SEEK
MODE
SH
ENT
ER / SOUND / MEMU
/
/
(BACK)
1
Druk op (ZAP) tijdens het afspelen.
Het afspelen wordt gestart vanaf een gedeelte
van de volgende track.
Het gedeelte wordt een bepaalde tijd
afgespeeld, waarna u een klik hoort en het
volgende gedeelte wordt gestart.
Track
1
2
1
2
ZAP
Handmatig opslaan
3
4
Het gedeelte van elke track dat
wordt afgespeeld in de
ZAPPIN-stand.
Druk op de selectietoets of (ZAP)
wanneer een track wordt afgespeeld
waarnaar u wilt luisteren.
De track die u selecteert, wordt in normale
weergavestand vanaf het begin afgespeeld.
Herhaal stap 1 en 2 om nogmaals naar een
track te zoeken in de ZAPPIN-stand.
Tips
• U kunt een afspeeltijd selecteren van ongeveer
6 seconden/9 seconden/30 seconden (pagina 35). U
kunt het gedeelte van de track dat wordt afgespeeld,
niet selecteren.
• Druk op (SEEK) –/+ of (3)/(4) (ALBUM –/+) in de
ZAPPIN-stand om een track of album over te slaan.
• Als u op
(BACK) drukt, bevestigt u ook de track
om af te spelen.
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets
((1) tot en met (6)) ingedrukt tot
"MEM" wordt weergegeven.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender
vervangen.
Tip
Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de
AF-/TA-instelling ook opgeslagen (pagina 16).
De opgeslagen zenders ontvangen
1
Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets ((1) tot en met (6)).
Automatisch afstemmen
1
Selecteer de band en druk op
(SEEK) +/– om de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze procedure tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
vervolg op volgende pagina t
15
Tip
Als u de frequentie kent van de zender die u wilt
beluisteren, houdt u (SEEK) +/– ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u vervolgens
herhaaldelijk op (SEEK) +/– om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
*1 Als Information is ingesteld op "on":
– "TP" gaat branden als "TP" wordt ontvangen.
– "TA"/"AF" gaat branden als "TA/AF" is
ingeschakeld.
*2 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt "RDS" links
van de frequentieaanduiding weergegeven.
RDS-diensten
Een zender in een lijst ontvangen
— LIST
Dit systeem biedt automatisch RDS-diensten op
de volgende manier:
U kunt de frequentie in een lijst opnemen.
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd en wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
1
Selecteer de band en druk op
(LIST).
De lijst met voorkeurzenders wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop tot de gewenste
zender wordt weergegeven.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.
3
Druk op de selectietoets om de zender
te ontvangen.
Het scherm keert terug naar de normale
ontvangststand.
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
RDS
Overzicht
FM-zenders met de RDS-dienst
(radiogegevenssysteem) sturen onhoorbare
digitale informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
Schermitems
A
D
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
AF en TA instellen
B
C
1
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
AF on
AF inschakelen en TA
uitschakelen.
TA on
TA inschakelen en AF
uitschakelen.
AF/TA on
AF en TA inschakelen.
AF/TA off
AF en TA uitschakelen.
E
A Radioband, functie
B TP/TA/AF*1
C Klok
D Voorinstelnummer
E Frequentie*2 (programmaservicenaam), RDSgegevens
16
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
RDS-zenders met de AF- en
TA-instelling opslaan
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de
AF-/TA-instelling. Als u de BTM-functie
gebruikt, worden alleen RDS-zenders met
dezelfde AF-/TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met de
bijbehorende AF-/TA-instelling.
PTY selecteren
1
1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met
BTM of handmatig op.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.
Tip
Als u het volume aanpast tijdens een verkeersbericht,
wordt dat volume opgeslagen in het geheugen voor
volgende verkeersberichten, onafhankelijk van het
normale volume.
Een regionaal programma
beluisteren — Regional
Als de AF-functie is ingeschakeld: met de
fabrieksinstelling van het systeem wordt
ontvangst tot een bepaalde regio beperkt, zodat er
niet automatisch wordt overgeschakeld naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u tijdens FM-ontvangst
"Regional off" in bij de instellingen (pagina 35).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
((1) tot en met (6)) waaronder een lokale
zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
Houd (AF/TA) (PTY) ingedrukt tijdens
FM-ontvangst.
2
Draai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven.
3
Druk op de selectietoets.
Het systeem begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype
uitzendt.
Programmatypen
News (Nieuws), Current Affairs
(Actualiteiten), Information (Informatie),
Sport (Sport), Education (Educatieve
programma's), Drama (Toneel), Cultures
(Cultuur), Science (Wetenschap), Varied
Speech (Diversen), Pop Music (Populaire
muziek), Rock Music (Rock-muziek), Easy
Listening (Easy Listening), Light Classics
M (Licht klassiek), Serious Classics
(Klassiek), Other Music (Ander type muziek),
Weather & Metr (Weerberichten), Finance
(Financiën), Children's Progs
(Kinderprogramma's), Social Affairs (Sociale
zaken), Religion (Religie), Phone In (Phone
In), Travel & Touring (Reizen), Leisure &
Hobby (Ontspanning), Jazz Music (Jazzmuziek), Country Music (Country-muziek),
National Music (Nationale muziek), Oldies
Music (Oldies), Folk Music (Folk-muziek),
Documentary (Documentaires)
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
CT instellen
1
Stel "CT on" in bij de instellingen
(pagina 34).
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil zijn tussen de tijd van de CTfunctie en de werkelijke tijd.
17
CD
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
Een disc afspelen
1
1
2
Druk op (OPEN).
3
Sluit het voorpaneel.
Het afspelen wordt automatisch gestart.
Plaats de disc (met het label naar
boven).
De disc uitwerpen
Selecteer
Actie
Repeat Track
Track herhaaldelijk
afspelen.
Repeat Album*
1 Druk op (OPEN).
2 Druk op Z.
De disc wordt uitgeworpen.
3 Sluit het voorpaneel.
Album herhaaldelijk
afspelen.
Shuffle Album*
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Disc
Disc in willekeurige
volgorde afspelen.
Schermitems
* Bij het afspelen van een MP3-/WMA-/AAC-bestand.
Als u de schermitems wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
B
A
C
D
A Bron
B Klok
C Tracknaam*, artiestennaam*, disc-/
albumnaam*
D EQ3 Parametric Preset/DM+ Advanced/
ZAPPIN/Repeat/Shuffle
B
A
E
A Bron
B Klok
E Artiestennaam*, disc-/albumnaam*,
tracknaam*, disc-/albumnummer,
tracknummer, verstreken speelduur
* De informatie over een CD TEXT, MP3/WMA/AAC
wordt weergegeven.
18
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) of (2) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Tip
De weergegeven items zijn afhankelijk van het
disctype, de opname-indeling en de instellingen.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "Repeat off" of
"Shuffle off".
USB-apparaten
Ga naar de ondersteuningssite voor meer
informatie over de compatibiliteit van het USBapparaat.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
• USB-apparaten van het type MSC (Mass
Storage Class; massaopslag) en MTP (Media
Transfer Protocol; protocol voor
mediaoverdracht) die voldoen aan de USBnorm, kunnen worden gebruikt.
• De bijbehorende codecs zijn MP3 (.mp3),
WMA (.wma) en AAC (.m4a).
• U kunt het beste een reservekopie van de
gegevens op een USB-apparaat maken.
Opmerking
Sluit het USB-apparaat aan nadat u de motor hebt
gestart.
Afhankelijk van het USB-apparaat kan storing of
schade ontstaan wanneer het apparaat wordt
aangesloten voordat de motor wordt gestart.
Een USB-apparaat afspelen
1
Verschuif de klep van de USBaansluiting.
Als er al een USB-apparaat is aangesloten, kunt u
het afspelen starten door herhaaldelijk op
(SOURCE) te drukken tot "USB" wordt
weergegeven.
Druk op (OFF) om het afspelen te stoppen.
Het USB-apparaat verwijderen
1 Stop het afspelen van het USB-apparaat.
2 Verwijder het USB-apparaat.
Als u het USB-apparaat verwijdert terwijl het
wordt afgespeeld, kunnen de gegevens op het
USB-apparaat worden beschadigd.
Opmerkingen
• Gebruik geen USB-apparaten die zo groot of zwaar
zijn dat ze kunnen vallen als ze worden blootgesteld
aan trillingen of een losse aansluiting kunnen
veroorzaken.
• Verwijder het voorpaneel niet terwijl het USBapparaat wordt afgespeeld, anders kunnen de USBgegevens worden beschadigd.
• Dit systeem kan geen USB-apparaten via een USBhub herkennen.
• Als het USB-apparaat wordt losgekoppeld tijdens
het afspelen, wordt "No Device" op het scherm van
het systeem weergegeven.
Schermitems
Als u de schermitems wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
C
2
Sluit het USB-apparaat aan op de USBaansluiting.
Wanneer u een kabel gebruikt, moet u de
kabel gebruiken die bij het USB-apparaat is
geleverd voor de aansluiting.
B
A
D
A Bron
B Klok
C Tracknaam, artiestennaam, albumnaam
D EQ3 Parametric Preset/DM+ Advanced/
ZAPPIN/Repeat/Shuffle
B
A
Het afspelen wordt gestart.
E
vervolg op volgende pagina t
19
A Bron
B Klok
E Artiestennaam, albumnaam, tracknaam,
albumnummer, tracknummer, verstreken
speelduur
Opmerkingen
• De weergegeven items zijn afhankelijk van het USBapparaat, de opname-indeling en de instellingen.
• Het maximum aantal gegevens dat kan worden
weergegeven, is als volgt.
– mappen (albums): 128
– bestanden (tracks) per map: 512
• Laat een USB-apparaat niet in een geparkeerde
auto achter, omdat dit een storing tot gevolg kan
hebben.
• Het kan enige tijd duren voordat het afspelen wordt
gestart, afhankelijk van het aantal opgenomen
gegevens.
• DRM-bestanden (beheer van digitale rechten)
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld.
• Als u een MP3-/WMA-/AAC-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/
terugspoelt, wordt de verstreken speelduur wellicht
niet nauwkeurig weergegeven.
• Het afspelen van de volgende MP3-/WMA-/AACbestanden wordt niet ondersteund.
– compressie zonder gegevensverlies (lossless)
– auteursrechtelijk beveiligd
iPod
Zie "Informatie over iPod" op pagina 37 of ga
naar de ondersteuningssite voor meer informatie
over de compatibiliteit van de iPod.
In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod"
gebruikt als algemene verwijzing naar de iPodfuncties van de iPod en iPhone, tenzij anders
aangegeven in de tekst of afbeeldingen.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Een iPod afspelen
Zet het volume van het systeem zachter voordat u
de iPod aansluit.
1
Verschuif de klep van de USBaansluiting.
2
Sluit de iPod met de USB-kabel aan op
de USB-aansluiting via de
dockconnector.
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) of (2) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Album herhaaldelijk
afspelen.
Shuffle Album
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Device
Apparaat in willekeurige
volgorde afspelen.
Na 3 seconden is de instelling voltooid.
.
Repeat Album
U
Track herhaaldelijk
afspelen.
>
Repeat Track
EN
Actie
M
Selecteer
De iPod wordt automatisch ingeschakeld en
het scherm van de iPod ziet er als volgt uit.*
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "Repeat off" of
"Shuffle off".
Tip
We raden de RC-100IP USB-kabel aan (niet
bijgeleverd) om de dockconnector aan te sluiten.
20
De tracks op de iPod worden automatisch
afgespeeld vanaf het punt dat het laatst is
afgespeeld.
Als er al een iPod is aangesloten, kunt u het
afspelen stoppen door herhaaldelijk op
(SOURCE) te drukken tot "USB" of "iPod"
wordt weergegeven.
Schermitems
Als u de schermitems wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
B
A
* Als de iPod de vorige keer is afgespeeld in de
passagiersbediening, wordt dit scherm niet
weergegeven.
3
Druk op (MODE) om de weergavestand
te selecteren.
De stand wordt als volgt gewijzigd:
Resuming Mode t Album Mode t
Track Mode t Podcast Mode* t
Genre Mode t Playlist Mode t Artist
Mode
* Wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
iPod-instelling.
4
C
D
A Bronaanduiding (iPod)
B Klok
C Tracknaam, artiestennaam, albumnaam
D EQ3 Parametric Preset/DM+ Advanced/
ZAPPIN*/Repeat*/Shuffle*
Pas het volume aan.
Druk op (OFF) om het afspelen te stoppen.
B
A
De iPod verwijderen
1 Stop het afspelen van de iPod.
2 Verwijder de iPod.
Waarschuwing voor iPhone
Als u een iPhone via USB aansluit, wordt het
telefoonvolume geregeld op de iPhone zelf. Om
plotselinge harde geluiden na een gesprek te
voorkomen, moet u het volume op het systeem niet
verhogen tijdens een telefoongesprek.
Opmerkingen
• Verwijder het voorpaneel niet terwijl de iPod wordt
afgespeeld, anders kunnen de gegevens worden
beschadigd.
• Dit systeem kan geen iPod via een USB-hub
herkennen.
Tips
• Wanneer de contactsleutel in de ACC-positie is
gezet en het systeem is ingeschakeld, wordt de iPod
opgeladen.
• Als de iPod wordt losgekoppeld tijdens het afspelen,
wordt "NO Device" op het scherm van het systeem
weergegeven.
E
A Bronaanduiding (iPod)
B Klok
E Artiestennaam, albumnaam, tracknaam,
tracknummer*, totaal aantal tracks*,
verstreken speelduur*
* Verborgen tijdens passagiersbediening.
Tip
Als album/podcast/genre/artiest/afspeellijst wordt
gewijzigd, wordt het itemnummer tijdelijk
weergegeven.
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige letters die zijn
opgeslagen in de iPod niet juist worden weergegeven.
Hervattingsstand
Als de iPod is aangesloten op de dockconnector,
wordt de stand van dit systeem gewijzigd in de
hervattingsstand en wordt het afspelen gestart in
de stand die is ingesteld met de iPod.
In de hervattingsstand werken de volgende
toetsen niet.
– (1) (REP)
– (2) (SHUF)
21
De weergavestand instellen
1
Druk tijdens het afspelen op (MODE).
De stand wordt als volgt gewijzigd:
Album Mode t Track Mode t
Podcast Mode* t Genre Mode t
Playlist Mode t Artist Mode
* Wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
iPod-instelling.
Albums, podcasts, genres,
afspeellijsten en artiesten overslaan
Actie
Toets
Overslaan
(3)/(4) (ALBUM –/+)
[één keer drukken voor elk
item]
Blijven
overslaan
(3)/(4) (ALBUM –/+)
[ingedrukt houden tot gewenst
punt]
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
22
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) of (2) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
Repeat Track
Track herhaaldelijk
afspelen.
Repeat Album
Album herhaaldelijk
afspelen.
Repeat Podcast
Podcast herhaaldelijk
afspelen.
Repeat Artist
Artiest herhaaldelijk
afspelen.
Repeat Playlist
Afspeellijst
herhaaldelijk afspelen.
Repeat Genre
Genre herhaaldelijk
afspelen.
Shuffle Album
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Podcast
Podcast in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Artist
Artiest in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Playlist
Afspeellijst in
willekeurige volgorde
afspelen.
Shuffle Genre
Genre in willekeurige
volgorde afspelen.
Shuffle Device
Apparaat in willekeurige
volgorde afspelen.
Na 3 seconden is de instelling voltooid.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "Repeat off" of
"Shuffle off".
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening
U kunt een iPod die is aangesloten op de
dockconnector rechtstreeks bedienen.
1
Houd tijdens het afspelen (MODE)
ingedrukt.
"Mode iPod" wordt weergegeven en u kunt de
iPod rechtstreeks bedienen.
De passagiersbediening uitschakelen
Houd (MODE) ingedrukt.
"Mode Audio" wordt weergegeven en de
weergavestand wordt gewijzigd in "Resuming
Mode".
Opmerkingen
• Het volume kan alleen worden aangepast op het
systeem.
• Als deze modus wordt geannuleerd, wordt de
instelling voor herhalen uitgeschakeld.
Bluetooth (handsfree bellen en
muziek streamen)
Voordat u de Bluetooth-functie
gebruikt
Bluetooth-bewerkingen
Als u de Bluetooth-functie wilt gebruiken, is de
volgende procedure vereist.
1 Koppelen
Wanneer u voor het eerst verbinding maakt
met Bluetooth-apparaten, moeten de
apparaten onderling worden geregistreerd. Dit
wordt "koppelen" genoemd. Deze registratie
(koppelen) is alleen de eerste keer vereist.
Daarna herkennen dit systeem en de andere
apparaten elkaar automatisch. U kunt
maximaal 9 apparaten koppelen. (Afhankelijk
van het apparaat moet u wellicht voor elke
verbinding een toegangscode invoeren.)
2 Verbinding
Als u het apparaat wilt gebruiken nadat het is
gekoppeld, maakt u verbinding. U kunt soms
via koppelen automatisch verbinding maken.
3 Handsfree bellen/Muziek streamen
U kunt handsfree bellen en naar muziek
luisteren wanneer er verbinding is gemaakt.
Ga naar de volgende ondersteuningssite voor
meer informatie over bruikbare apparaten.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Bluetooth-instellingen
configureren
Voordat u verbinding maakt met een Bluetoothapparaat, moet u de Bluetooth-instellingen op dit
systeem configureren.
1
Druk op (BT).
Het menu Bluetooth Settings wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop tot het gewenste
menu-item wordt weergegeven en
druk op de selectietoets.
Afhankelijk van de instelling kunt u de
regelknop nogmaals draaien om andere items
in te stellen.
3
Draai de regelknop om de instelling te
selecteren en druk op de selectietoets.
Terugkeren naar het vorige scherm
Druk op
(BACK).
Het menu Bluetooth Settings openen
Druk op (BT).
Het menu Bluetooth Settings
Signal
De uitvoer van het Bluetooth-signaal van dit
systeem overschakelen naar "on" of "off".
– "on": het Bluetooth-signaal uitvoeren.
– "off": het Bluetooth-signaal niet uitvoeren.
Zorg ervoor dat u "on" hebt ingesteld wanneer u
verbinding maakt vanaf een Bluetooth-apparaat.
Visibility
Andere Bluetooth-apparaten toestaan om te
zoeken naar dit systeem.
– "Show": andere apparaten toestaan om te
zoeken.
– "Hide": andere apparaten niet toestaan om te
zoeken.
Zorg ervoor dat u "Show" hebt ingesteld
wanneer u dit systeem wilt zoeken vanaf een
Bluetooth-apparaat.
Device Name
De naam wijzigen die voor dit systeem op het
verbonden apparaat wordt weergegeven.
(Standaardinstelling: "XPLOD")
Selecteer "Rename" en voer de tekens in. U kunt
maximaal 13 tekens invoeren.
Als u "XPLOD" wilt herstellen, selecteert u
"Default".
Search
Andere Bluetooth-apparaten zoeken
(pagina 25).
Device List
De lijst met geregistreerde apparaten
weergeven.
Selecteer de naam van het apparaat om
verbinding te maken/de verbinding te verbreken
vanaf dit systeem.
Als u alle apparaten wilt verwijderen, selecteert
u "Delete All".
vervolg op volgende pagina t
23
Auto Answer
"off": een gesprek pas starten als er op
(handsfree) is gedrukt.
– "Short": een gesprek ongeveer 3 seconden na
ontvangst automatisch starten.
– "Lang": een gesprek ongeveer 10 seconden na
ontvangst automatisch starten.
Ringtone
De beltoon wijzigen.
– "Cellular*1": de beltoon uitvoeren die is
ingesteld op de mobiele telefoon.
– "Default": de beltoon van dit systeem
uitvoeren.
EC/NC Mode*2 (stand voor echoonderdrukking/ruisonderdrukking)
Echo en ruis in telefoongesprekken
verminderen.
Stel deze instelling normaal in op "Mode 1". Als
de kwaliteit van het uitgaande geluid niet naar
wens is, stelt u "Mode 2" of "off" in.
MIC Gain*2
Het volume wijzigen: "–2", "–1", "0", "+1",
"+2".
MIC Select*3
– "External": automatisch overschakelen naar de
externe microfoon wanneer deze wordt
aangesloten.
– "Internal": alleen de ingebouwde microfoon
selecteren.
Initialize
Alle Bluetooth-instellingen initialiseren
(pagina 32).
*1 Afhankelijk van de mobiele telefoon, is het mogelijk
dat de beltoon van dit systeem wordt uitgevoerd,
zelfs als "Cellular" is ingesteld.
*2 Kan worden geconfigureerd tijdens een gesprek.
*3 Kan niet worden gewijzigd tijdens een gesprek.
Opmerkingen
• Raadpleeg de betreffende handleidingen voor
informatie over de instellingen van andere
Bluetooth-apparaten.
• Als u "Initialize" selecteert, wordt alle opgeslagen
instellingen in het menu Call en het menu Bluetooth
Settings verwijderd.
Externe microfoon XA-MC10
Als u een externe microfoon aansluit op de
microfooningang, kunt u de geluidskwaliteit
verbeteren wanneer u praat via dit systeem.
Installeren op de zonneklep
Externe microfoon
Verbindingskabel
Klemmetjes
Installeren op het dashboard
Klemmetjes
Verbindingskabel
Externe
microfoon
Tip
U kunt de microfoonprioriteit instellen (pagina 24).
Koppelen
Registeer ("koppel") eerst een Bluetoothapparaat (mobiele telefoon, enzovoort) op dit
systeem en andersom. U kunt maximaal 9
apparaten koppelen. Zodra de koppeling is
gemaakt, hoeft u dit niet opnieuw te doen.
Een Bluetooth-apparaat zoeken
vanaf dit systeem
Controleer vooraf of zoeken (herkenbaar) is
ingesteld op het andere Bluetooth-apparaat.
1
24
Druk op (BT).
Het menu Bluetooth Settings wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om "Search" te
selecteren en druk op de selectietoets.
Dit systeem zoeken vanaf een
Bluetooth-apparaat
Controleer de Bluetooth-instellingen: "Signal"
moet zijn ingesteld op "on" en "Visibility" op
"Show" (pagina 23).
1
Het zoeken naar een te verbinden apparaat
wordt gestart, waarna de gevonden
apparaatnamen in een lijst worden
weergegeven. Als een apparaatnaam niet kan
worden ontvangen, wordt het Bluetoothapparaatadres weergegeven.
De zoektijd is afhankelijk van het aantal
Bluetooth-apparaten.
3
Draai de regelknop om het apparaat te
selecteren en druk op de selectietoets.
4
Selecteer de gewenste verbinding:
"Handsfree Connect" of "Audio
Connect".
Het koppelen wordt gestart.
5
Voer een toegangscode* in.
Voer met de regelknop of
kaartafstandsbediening dezelfde
toegangscode in voor dit systeem en het te
verbinden apparaat. De toegangscode kan een
door u zelf gekozen getal zijn of een getal dat
wordt bepaald door het te verbinden apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het te
verbinden apparaat voor meer informatie.
Stel het Bluetooth-apparaat in om te
zoeken naar dit systeem.
Een lijst met gevonden apparaten wordt
weergegeven op het scherm van het te
verbinden apparaat. Dit systeem wordt
weergegeven als "XPLOD*1" op het te
verbinden apparaat.
DR-BT30Q
XPLOD
XXXXXXX
2
Als er naar een toegangscode*2 wordt
gevraagd op het scherm van het te
verbinden apparaat, voert u de
toegangscode in.
Voer met de regelknop of
kaartafstandsbediening dezelfde
toegangscode (zoals "0000") in voor het te
verbinden apparaat en dit systeem.
XXXX
6
Druk op de selectietoets om te
bevestigen.
"Connection Complete" wordt weergegeven
en de verbinding is voltooid.
" " of " " wordt tijdens de verbinding
weergegeven.
* Toegangscode kan ook "wachtwoord", "PIN-code",
"PIN-nummer" of "paswoord", enzovoort worden
genoemd, afhankelijk van het apparaat.
Voer een
toegangscode
in.
"0000"
Dit systeem en het Bluetooth-apparaat
onthouden de gegevens en wanneer de
koppeling is gemaakt, is dit systeem gereed
voor verbinding met het apparaat.
3
Stel het Bluetooth-apparaat in om
verbinding te maken met dit systeem.
"Connection Complete" wordt weergegeven
en de verbinding is voltooid.
" " of " " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
*1 Standaard, kan worden gewijzigd.
*2 Toegangscode kan ook "wachtwoord", "PIN-code",
"PIN-nummer" of "paswoord", enzovoort worden
genoemd, afhankelijk van het apparaat.
vervolg op volgende pagina t
25
Opmerkingen
• Als u verbinding maakt met een Bluetooth-apparaat,
kan dit systeem niet worden herkend vanaf een
ander apparaat. Om herkenning mogelijk te maken,
verbreekt u de huidige verbinding en zoekt u vanaf
het andere apparaat naar dit systeem.
• Zoeken vanaf dit systeem is wellicht niet mogelijk,
afhankelijk van het apparaat. Zoek in dat geval vanaf
het te verbinden apparaat naar dit systeem.
• Als u tegelijkertijd zoekt naar dit systeem en het te
verbinden apparaat, herkent dit systeem het te
verbinden apparaat niet.
• Het zoeken of verbinding maken kan enige tijd
duren.
• Afhankelijk van het apparaat kan het venster voor
het bevestigen van de verbinding worden
weergegeven voordat u de toegangscode moet
invoeren.
• De beschikbare tijd om de toegangscode in te
voeren, is afhankelijk van het apparaat.
• Dit systeem kan niet worden verbonden met een
apparaat dat alleen ondersteuning biedt voor HSP
(Head Set Profile).
Informatie over Bluetoothpictogrammen
De volgende pictogrammen worden gebruikt
door dit systeem.
brandt:
uit:
Bluetooth-signaal
ingeschakeld
Bluetooth-signaal
uitgeschakeld
brandt:
knippert:
uit:
Verbinding gemaakt
Verbinden
Geen verbinding
brandt:
knippert:
uit:
Verbinding gemaakt
Verbinden
Geen verbinding
Aanduiding van
signaalsterkte van de te
verbinden mobiele
telefoon*
Resterende batterijduur van
de te verbinden mobiele
telefoon*
* Wordt grijs als er geen handsfree verbinding is.
Verschilt voor een mobiele telefoon.
Verbinding
Als de koppeling al is gemaakt, begint u de
bewerking vanaf dit punt.
Verbinding maken met een mobiele
telefoon
1
Zorg dat dit systeem en de mobiele
telefoon zijn overgeschakeld naar
Bluetooth-signaal ingeschakeld.
2
Maak verbinding met dit systeem met
de mobiele telefoon.
" " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Verbinding maken met
geregistreerde apparaten
1
Druk op (BT).
Het menu Bluetooth Settings wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om "Device List" te
selecteren en druk op de selectietoets.
De lijst met geregistreerde apparaten wordt
weergegeven.
3
Selecteer het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
4
Selecteer "Handsfree Connect".
"Connection Complete" wordt weergegeven
en de verbinding is voltooid.
" " wordt tijdens de verbinding
weergegeven.
De verbinding verbreken
Selecteer "Handsfree Disconnect" in stap 4.
De registratie van een verbonden
apparaat verwijderen
Selecteer "Delete" in stap 4.
Opmerking
Wanneer u Bluetooth-audio streamt, kan er
verbindingsruis hoorbaar zijn in het afgespeelde
geluid.
26
Tip
Bluetooth-signaal ingeschakeld: wanneer het contact
is ingeschakeld, maakt het systeem automatisch
opnieuw verbinding met de mobiele telefoon die het
laatst was aangesloten. De automatische verbinding is
echter ook afhankelijk van de technische gegevens
van de mobiele telefoon. Als dit systeem niet
automatisch verbinding maakt, maakt u handmatig
verbinding.
Verbinding maken met een
audioapparaat
Handsfree bellen
Controleer vooraf of er verbinding is gemaakt
tussen dit systeem en de mobiele telefoon.
Bellen
U kunt dit systeem gebruiken om te bellen met
de verbonden mobiele telefoon.
U kunt via dit systeem bellen vanuit het
telefoonboek op een mobiele telefoon
(pagina 29).
1
Zorg dat dit systeem en het
audioapparaat zijn overgeschakeld
naar Bluetooth-signaal ingeschakeld.
1
2
Maak verbinding vanaf dit systeem
met het audioapparaat.
" " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"Bluetooth Phone" wordt
weergegeven.
2
Druk op
(handsfree).
Het menu CALL wordt weergegeven.
3
Draai de regelknop tot het gewenste
menu-item wordt weergegeven en
druk op de selectietoets.
Afhankelijk van de instelling kunt u de
regelknop nogmaals draaien om andere items
in te stellen.
Verbinding maken met
geregistreerde apparaten
1
Druk op (BT).
Het menu Bluetooth Settings wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om "Device List" te
selecteren en druk op de selectietoets.
De lijst met geregistreerde apparaten wordt
weergegeven.
3
Selecteer het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
4
Selecteer "Audio Connect".
"Connection Complete" wordt weergegeven
en de verbinding is voltooid.
" " wordt tijdens de verbinding
weergegeven.
Verbinding maken met het laatste
verbonden audioapparaat vanaf dit
systeem
Druk op (6) terwijl de bron "Bluetooth Audio"
is geselecteerd.
De verbinding verbreken
Selecteer "Audio Disconnect" in stap 4.
De registratie van een verbonden
apparaat verwijderen
Het menu CALL
Phonebook*1
Selecteren uit de telefoonboeklijst op het
systeem (pagina 30) (maximum aantal
contactpersonen dat kan worden opgeslagen:
300).
Recent Call*1
Selecteren uit de geschiedenis met gekozen
nummers/ontvangen gesprekken. (Maximum
aantal namen en telefoonnummers dat kan
worden opgeslagen: 20).
Selecteer "Delete" om de naam en het
telefoonnummer te verwijderen en "Delete All"
om de geschiedenis te wissen.
Dial
Het telefoonnummer invoeren met de regelknop
of kaartafstandsbediening.
Receive PB*1*2 (telefoonboek ontvangen)
Telefoonboekgegevens van een mobiele
telefoon ontvangen en opslaan (pagina 30).
vervolg op volgende pagina t
Selecteer "Delete" in stap 4.
27
Security
De persoonlijke gegevens vergrendelen door een
4-cijferig wachtwoord in te stellen.
Als u de beveiliging instelt, wordt "Security
Code" weergegeven wanneer de bovenstaande
menu's worden gebruikt.
Als u de beveiliging wilt ontgrendelen, voert u
het wachtwoord in. U kunt dit systeem
gebruiken zonder een wachtwoord in te voeren
tot het systeem wordt uitgeschakeld.
*1 Als "Security" is ingesteld, wordt "Security Code"
weergegeven en is bediening niet mogelijk.
*2 Als u een teken gebruikt dat niet kan worden
weergegeven op dit systeem, wordt dit teken niet
goed weergegeven.
Bellen vanuit het telefoonboek op het
systeem
1 Draai de regelknop om "Phonebook" te
selecteren en druk op de selectietoets.
2 Selecteer een eerste letter in de lijst met eerste
letters.
3 Selecteer een naam in de lijst met namen.
4 Selecteer een telefoonnummer in de lijst met
nummers.
5 Selecteer "Call".
Het volume van de beltoon en het
stemgeluid vooraf instellen
U kunt het volume van de beltoon en het
stemgeluid vooraf instellen.
De beltoon aanpassen:
Draai de regelknop terwijl de telefoon overgaat.
"Ring Volume" wordt weergegeven en het
volume van de beltoon wordt ingesteld.
Het stemgeluid aanpassen:
Draai de regelknop terwijl de bron "Bluetooth
Phone" is geselecteerd. "Talk Volume" wordt
weergegeven en het volume voor het stemgeluid
wordt ingesteld.
DTMF-tonen (Dual Tone Multiple
Frequency) verzenden
U kunt DTMF-tonen verzenden.
Als u DTMF-tonen wilt verzenden, drukt u op de
vereiste cijfertoetsen (0 – 9, of ) op de
kaartafstandsbediening tijdens een gesprek.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op
(handsfree) of op (OFF).
Bellen vanuit de
gespreksgeschiedenis op dit
systeem
Opmerking
Zelfs als het gesprek wordt beëindigd, wordt de
Bluetooth-verbinding niet geannuleerd.
1 Draai de regelknop om "Recent Call" te
selecteren en druk op de selectietoets.
2 Selecteer een naam en nummer in de
gespreksgeschiedenis.
3 Selecteer "Call".
Microfoonsterkte aanpassen
Opmerking
U kunt alleen bellen vanuit de gespreksgeschiedenis
van dit systeem.
Bellen door een telefoonnummer in
te voeren
1 Draai de regelknop om "Dial" te selecteren en
druk op de selectietoets.
2 Het telefoonnummer invoeren met de
cijfertoetsen, regelknop of
kaartafstandsbediening.
3 Selecteer "Yes".
Als u "+" wilt invoeren, houdt u de toets 0 op de
kaartafstandsbediening ingedrukt.
Bellen op vooraf ingesteld nummer
U moet van tevoren een telefoonnummer opslaan
als snelkeuzenummer (pagina 31).
28
1 Druk op (1) - (6) terwijl de bron "Bluetooth
Phone" is geselecteerd.
2 Selecteer "Yes".
U kunt het volume schakelen ("–2", "–1", "0",
"+1", "+2") om een geschikt niveau voor de
andere persoon tijdens een gesprek in te stellen.
Tip
Als u "Auto Answer" hebt ingeschakeld, wordt het
telefoongesprek automatisch gestart binnen de
ingestelde tijd (pagina 24).
Gesprekken ontvangen
Als u een gesprek ontvangt, hoort u de beltoon
via de autoluidsprekers.
1
Druk op
(handsfree) wanneer een
gesprek wordt ontvangen met een
beltoon.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Opmerking
De ingebouwde microfoon van dit systeem bevindt
zich aan de achterkant van het voorpaneel
(pagina 10). Dek de microfoon niet af met tape,
enzovoort.
Een gesprek weigeren
Druk op (OFF).
Gespreksoverdracht
Als u het juiste apparaat (dit systeem/mobiele
telefoon) wilt inschakelen/uitschakelen,
controleert u het volgende.
1
Druk op (MODE) of gebruik uw
mobiele telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
mobiele telefoon voor meer informatie over de
werking van de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon, kan de handsfree
verbinding worden verbroken wanneer u probeert een
gesprek door te schakelen.
Een telefoonboek op een mobiele
telefoon openen — Phonebook
Access
U kunt via dit systeem het telefoonboek op een
mobiele telefoon openen.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de mobiele telefoon.
Opmerking over PBAP
Mobiele telefoon ondersteunt PBAP, alleen handsfree
verbinding.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"Bluetooth Phone" wordt
weergegeven.
2
Druk op
(LIST/BROWSE).
Het menu Phonebook Access wordt
weergegeven.
3
Draai de regelknop tot het gewenste
menu-item wordt weergegeven en
druk op de selectietoets.
Afhankelijk van de instelling kunt u de
regelknop nogmaals draaien om andere items
in te stellen.
Het menu Phonebook Access
Access To
De toegang tot het telefoonboek van een
mobiele telefoon schakelen tussen "Local" en
"SIM".
– "Local": de telefoonboekgegevens in het
geheugen van een mobiele telefoon openen.
– "SIM": de telefoonboekgegevens op een SIMkaart openen.
PB Browse
Bladeren in het telefoonboek op een mobiele
telefoon om te bellen.
PB Download*
Telefoonboekgegevens downloaden van een
mobiele telefoon (pagina 30).
* Als "Security" is ingesteld, wordt "Security Code"
weergegeven en is bediening niet mogelijk.
Opmerking
Laat de mobiele telefoon in de stand-bymodus staan.
Bellen vanuit het telefoonboek op
een mobiele telefoon
1 Draai de regelknop om "PB Browse" te
selecteren en druk op de selectietoets.
2 Selecteer een eerste letter in de lijst met eerste
letters.
3 Selecteer een naam in de lijst met namen.
4 Selecteer een telefoonnummer in de lijst met
nummers.
5 Selecteer "Yes".
29
Het telefoonboek gebruiken
Opmerkingen over telefoonboekgegevens
• Gedownloade telefoonboekgegevens van een
mobiele telefoon kunnen niet worden overschreven
door daaropvolgende gegevens. Als gevolg hiervan
kunnen bepaalde gegevens (naam, enzovoort)
dubbel voorkomen.
• Telefoonboekgegevens kunnen verloren gaan als dit
systeem wordt beschadigd.
• Wanneer u dit systeem weggooit, moeten de
telefoonboekgegevens worden verwijderd met
"Initialize" (pagina 32).
• U kunt maximaal 300 contactpersonen opslaan in
het telefoonboek. Als u meer dan 300 nummers
probeert te registreren, wordt "Memory Full"
weergegeven.
Telefoonboekgegevens downloaden
vanuit Phonebook Access
Mobiele telefoon ondersteunt PBAP, alleen
handsfree verbinding.
1 Druk op
(LIST/BROWSE).
2 Draai de regelknop om "PB Download" te
selecteren en druk op de selectietoets.
3 "Downloading..." wordt weergegeven.
4 "Complete" wordt weergegeven wanneer het
downloaden is voltooid.
Telefoonboekgegevens ontvangen
van een mobiele telefoon
1 Druk op
(handsfree).
2 Draai de regelknop om "Receive PB" te
selecteren en druk op de selectietoets.
"Waiting…" wordt weergegeven.
3 Verzend de telefoonboekgegevens via de
mobiele telefoon.
"Data Receiving…" wordt weergegeven
terwijl de telefoonboekgegevens worden
ontvangen.
"Complete" wordt weergegeven wanneer de
ontvangst is voltooid.
Opmerkingen
• Voordat u telefoonboekgegevens ontvangt, moet u
eventuele mobiele telefoons of audioapparaten
loskoppelen.
• Als u de overdracht van telefoonboekgegevens wilt
annuleren, moet u de mobiele telefoon bedienen.
De nummers uit de
gespreksgeschiedenis opslaan
30
1 Druk op
(handsfree).
2 Draai de regelknop om "Recent Call" te
selecteren en druk op de selectietoets.
3 Selecteer een naam en nummer in de
gespreksgeschiedenis.
4 Selecteer "Save to PB".
5 Voer een naam in.
U kunt maximaal 40 tekens invoeren.
De telefoonboek openen
Phonebook Access:
PB Access is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van de mobiele telefoon.
1 Druk op
(LIST/BROWSE).
2 Draai de regelknop om "PB Browse" te
selecteren en druk op de selectietoets.
"Listing..." wordt weergegeven terwijl het
telefoonboek wordt geopend.
Telefoonboek op dit systeem:
1 Druk op
(handsfree).
2 Draai de regelknop om "Phonebook" te
selecteren en druk op de selectietoets.
Een nummer afzonderlijk opslaan
vanuit Phonebook Access
1
2
3
4
Open een telefoonboek (pagina 30).
Selecteer contactpersonen.
Selecteer "Save to Phonebook".
Selecteer "Yes".
Verwijderen uit het telefoonboek op
dit systeem
U kunt deze functie alleen in het menu CALL
selecteren.
1
2
3
4
Open een telefoonboek (pagina 30).
Selecteer de naam die u wilt verwijderen.
Selecteer "Delete Contact".
Selecteer "Yes".
Als u alle telefoonboekgegevens wilt wissen,
selecteert u "Delete All" in stap 1. Na het wissen
controleert u of alle telefoonboekgegevens
correct zijn gewist.
Een naam in het telefoonboek
wijzigen
U kunt deze functie alleen in het menu CALL
selecteren.
1
2
3
4
Open een telefoonboek (pagina 30).
Selecteer de naam die u wilt wijzigen.
Selecteer "Edit Name".
Bewerk een naam.
U kunt maximaal 40 tekens invoeren.
Tip
Als u een telefoonnummer wilt wijzigen, kunt u een
nieuw nummer toevoegen en het huidige nummer
verwijderen.
Snelkeuzenummers gebruiken
U kunt een telefoonnummer in het telefoonboek/
de gespreksgeschiedenis opslaan als
snelkeuzenummer.
Opslaan als snelkeuzenummer
vanuit een telefoonboek
U kunt deze functie alleen in het menu CALL
selecteren.
1 Open een telefoonboek (pagina 30).
2 Selecteer het telefoonnummer dat u wilt
opslaan en selecteer vervolgens "Preset
Memory".
3 Selecteer het gewenste voorinstelnummer
(P1 – P6).
Opslaan als snelkeuzenummer
vanuit de gespreksgeschiedenis
1 Druk op
(handsfree).
2 Draai de regelknop om "Recent Call" te
selecteren en druk op de selectietoets.
3 Selecteer de naam of het telefoonnummer dat
u wilt opslaan en selecteer vervolgens "Preset
Memory".
4 Selecteer het gewenste voorinstelnummer
(P1 – P6).
Spraakkeuze activeren
U kunt spraakkeuze activeren op een mobiele
telefoon die op dit systeem is aangesloten door
het spraaklabel uit te spreken dat op de mobiele
telefoon is opgeslagen, waarna er wordt gebeld.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"Bluetooth Phone" wordt
weergegeven.
• Spraakkeuze werkt mogelijk niet in bepaalde
situaties, afhankelijk van de effectiviteit van de
herkenningsfunctie van de mobiele telefoon.
Raadpleeg de ondersteuningssite voor meer
informatie.
• Gebruik spraakkeuze op de mobiele telefoon niet
tijdens een handsfree verbinding.
Tips
• Spreek op dezelfde manier als toen u het
spraaklabel hebt opgeslagen.
• Sla een spraaklabel op terwijl u in de auto zit, via dit
systeem met "Bluetooth Phone" geselecteerd als
bron.
Muziek streamen
Muziek van een audioapparaat
beluisteren
U kunt op dit systeem luisteren naar muziek van
een audioapparaat als het audioapparaat het
Bluetooth-profiel A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile) ondersteunt.
1
Maak verbinding tussen dit systeem
en het Bluetooth-audioapparaat
(pagina 27).
" " wordt tijdens de verbinding
weergegeven.
2
3
Verlaag het volume op dit systeem.
4
Start het afspelen op het
audioapparaat.
5
Pas het volume aan op dit systeem.
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"Bluetooth Audio" wordt
weergegeven.
Het volume aanpassen
2
Houd
(handsfree) ingedrukt.
De spraakkeuzestand op de mobiele telefoon
wordt geactiveerd.
Het volume kan worden aangepast voor elk
verschil tussen het systeem en het Bluetoothaudioapparaat.
3
Spreek het spraaklabel uit dat op de
mobiele telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en er wordt gebeld.
1 Start het afspelen op het Bluetoothaudioapparaat met een normaal volume.
2 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
systeem.
3 Druk op de selectietoets.
4 Draai de regelknop om "Bluetooth Audio
Level" te selecteren en druk op de
selectietoets.
5 Draai de regelknop om het ingangsniveau aan
te passen ("+18dB" – "0dB" – "–8dB").
Opmerkingen
• Controleer vooraf of er verbinding is gemaakt tussen
dit systeem en de mobiele telefoon.
• Sla van tevoren een spraaklabel op uw mobiele
telefoon op.
• Als u spraakkeuze activeert op een mobiele telefoon
die op dit systeem is aangesloten, werkt deze
functie mogelijk niet in bepaalde gevallen.
• Lawaai, zoals een lopende motor, kunnen de
geluidsherkenning verstoren. Om de herkenning te
verbeteren, moet u de functie gebruiken bij
omstandigheden met zo min mogelijk lawaai.
31
Een audioapparaat bedienen met
dit systeem
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren op dit
systeem als het audioapparaat het Bluetoothprofiel AVRCP (Audio Video Remote Control
Profile) ondersteunt. (De bediening verschilt per
audioapparaat.)
Actie
Toets
Afspelen
(6) (PAUSE)*1 op dit systeem
Onderbreken
(6) (PAUSE)*1 op dit systeem
Tracks
overslaan
(SEEK) –/+ (./>) [één
keer voor elke track]
Terugspoelen/ Houd (SEEK) –/+ (./>)
ingedrukt
snel
vooruitspoelen
Herhaaldelijk
afspelen
(1) (REP) op dit systeem*2
Willekeurig
afspelen
(2) (SHUF) op dit systeem*2
Albums
overslaan
(3)/(4) (ALBUM –/+)
*1 Afhankelijk van het apparaat moet u wellicht twee
keer op deze toets drukken.
*2 Druk herhaaldelijk tot de gewenste instelling wordt
weergegeven.
Bewerkingen die hierboven niet worden
genoemd, moeten op het audioapparaat worden
uitgevoerd.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het audioapparaat wordt de
bijbehorende informatie, zoals titel, tracknummer/tijd, afspeelstatus, enzovoort mogelijk niet op dit
systeem weergegeven. De informatie wordt alleen
weergegeven tijdens het afspelen van Bluetoothaudio.
• Zelfs als de bron wordt gewijzigd op dit systeem,
wordt het afspelen op het audioapparaat niet
gestopt.
Tip
U kunt een mobiele telefoon die ondersteuning biedt
voor A2DP (Advanced Audio Distribution Profile),
verbinden als audioapparaat en naar muziek luisteren.
32
Overige instellingen
Bluetooth-instellingen initialiseren
U kunt alle Bluetooth-instellingen initialiseren
vanaf dit systeem.
1
Druk op (BT).
Het menu Bluetooth Settings wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om "Initialize" te
selecteren en druk op de selectietoets.
De bevestiging wordt weergegeven.
3
Selecteer "Yes".
"Initializing..." wordt weergegeven terwijl de
Bluetooth-instellingen worden geïnitialiseerd.
Opmerking
Wanneer u dit systeem weggooit, moeten de
telefoonboekgegevens worden verwijderd met
"Initialize".
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
1
2
Druk op de selectietoets.
3
Draai de regelknop om de instelling te
selecteren en druk op de selectietoets.
4
Druk op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Draai de regelknop tot het gewenste
menu-item wordt weergegeven en
druk op de selectietoets.
Afhankelijk van de instelling kunt u de
regelknop nogmaals draaien om andere items
in te stellen.
De volgende items kunnen worden ingesteld:
EQ3 Parametric Preset
Een equalizercurve selecteren uit 7
muziektypen.
EQ3 Parametric Tune*1
Aangepaste equalizerinstellingen.
Subwoofer Tune & LPF
Phase
De fase selecteren (alleen effectief wanneer LPF
is ingeschakeld): "Normal", "Reverse".
FREQ
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "80Hz", "100Hz", "120Hz",
"140Hz", "160Hz", "OFF".
Level
Het subwoofervolume aanpassen: "+10dB" –
"0dB" – "–10dB".
("– ∞" wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
HPF & Speaker Select
Speaker
De luidspreker selecteren: "All", "Front" of
"Rear".
FREQ
De kantelfrequentie selecteren: "OFF", "80Hz",
"100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".
DSO (dynamische soundstage-indeling)
Het geluid van de luidsprekers wordt verbeterd.
De DSO-stand selecteren: "1", "2", "3" of "off".
Hoe groter het getal, des te duidelijker het
effect.
Fader & Balance
Fader
Het relatieve niveau aanpassen: "Front:15"–
"Center" – "Rear:15".
Balance
De geluidsbalans aanpassen: "Right:15"–
"Center" – "Left:15".
AUX Level*2
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
randapparaat: "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
Bluetooth Audio Level*3
Het volume voor elk verbonden Bluetoothaudioapparaat aanpassen: "+18dB" – "0dB" –
"–8dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
*1 Verborgen wanneer EQ3 Parametric Preset is
ingesteld op "off".
*2 Als de AUX-bron is geactiveerd.
*3 Als de Bluetooth-audiobron is ingeschakeld.
De equalizercurve aanpassen
— EQ3 Parametric Tune
Met "Custom" bij EQ3 Parametric Preset kunt u
zelf equalizerinstellingen opgeven.
Selecteer "Custom" bij EQ3 Parametric Preset.
1
Selecteer een bron en druk op de
selectietoets.
2
Draai de regelknop om "EQ3
Parametric Tune" te selecteren en druk
op de regelknop.
3
Stel de equalizercurve in.
U kunt de middenfrequentie voor de
equalizer, het volumeniveau en de
bandbreedte voor elk bereik instellen op
"Low", "Mid" of "Hi".
1 Draai de regelknop tot het gewenste
menu-item wordt weergegeven en druk
op de selectietoets.
2 Draai de regelknop om de instelling te
selecteren en druk op de selectietoets.
Selecteerbare frequentie in elk bereik:
Low: 60 Hz of 100 Hz
Mid: 500 Hz of 1,0 kHz
Hi: 10,0 kHz of 12,5 kHz
vervolg op volgende pagina t
33
Instelitems aanpassen — SET
60Hz 100Hz
LOW
500Hz 1.0kHz
10.0kHz 12.5kHz
MID
HI
Aanpasbaar volume: "+10 dB" – "0 dB" –
"–10 dB".
+10dB
0dB
-10dB
Selecteerbare "Q"-instellingen in elk
bereik:
Low: "0.5", "1.0", "1.5" of "2.0"
Mid: "0.75", "1.0", "1.25" of "1.5"
Hi: "0.75" of "1.25"
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Draai de regelknop tot het gewenste
menu-item wordt weergegeven en
druk op de selectietoets.
3
Draai de regelknop om de instelling te
selecteren en druk op de selectietoets.
Het instellen is voltooid.
4
Druk op
(BACK).
Het scherm keert terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
Opmerkingen
• De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron
en de instelling.
• Kan niet weergeven wanneer de bron "Bluetooth
Phone" is geselecteerd.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
Setup (Instellen)
U kunt "Q" (de breedte van het bereik van
beïnvloede frequenties) regelen met deze
functie.
dB
Q=1.0 1.5 2.0
2.0
1.5
1.0
Hz
Herhaal stap 1 tot en met 2 om andere
frequentiebereiken aan te passen.
4
Druk twee keer op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, selecteert u
"Initialize" en "Yes" in stap 3.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
34
Clock Adjust (pagina 8)
CT (kloktijd) (pagina 16, 17)
Beep
De pieptoon inschakelen: "on", "off".
RM (bedieningssatelliet)
De werkingsrichting van de toetsen op de
bedieningssatelliet wijzigen.
– "NORM": de bedieningssatelliet in de
standaardpositie gebruiken.
– "REV": wanneer u de bedieningssatelliet
rechts op de stuurkolom monteert.
AUX Audio*1
Het AUX-bronscherm inschakelen: "on", "off"
(pagina 35).
Auto Off
Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd
wanneer het systeem is uitgeschakeld: "NO",
"30sec" (seconden), "30min" (minuten),
"60min" (minuten).
Display (Scherm)
Demo (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: "on", "off".
Image
Verschillende schermbeelden instellen.
– "Movie": een film weergeven.
– "SA 1 – 3, All": de Spectrum Analyzer
weergeven.
– "Wall.P 1 – 3, All": een achtergrond
weergeven.
– "off": geen beelden weergeven.
– "All": alle beelden weergeven.
Information
De items weergeven (afhankelijk van de bron,
enzovoort): "on", "off".
Dimmer
De helderheid van het scherm wijzigen.
– "Auto": het scherm automatisch dimmen
wanneer u de lichten inschakelt. (Alleen
beschikbaar wanneer de bedieningskabel voor
de verlichting is aangesloten.)
– "on": het scherm dimmen.
– "off": de dimmer uitschakelen.
Auto Scroll
Lange items automatisch laten rollen: "on",
"off".
3 Sluit het draagbare audioapparaat aan.
AUX
Verbindingskabel*
(niet bijgeleverd)
Play Mode (Weergavestand)
Local (lokale zoekfunctie)
– "on": alleen afstemmen op zenders met sterke
signalen.
– "off": afstemmen met normale ontvangst.
Mono*2 (monostand)
Mono-ontvangststand selecteren om slechte
FM-ontvangst te verbeteren: "on", "off".
Regional*2 (pagina 17)
Zappin Time*3
De afspeeltijd voor de ZAPPIN-functie
selecteren.
– "1" (ongeveer 6 seconden), "2" (ongeveer
9 seconden), "3" (ongeveer 30 seconden).
BTM (pagina 15)
*1 Als het systeem is uitgeschakeld.
*2 Als FM wordt ontvangen.
*3 Als de CD-/USB-bron is geactiveerd.
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Door een optioneel draagbaar audioapparaat aan
te sluiten op de AUX-ingang (stereo miniaansluiting) op het systeem en vervolgens de
bron te selecteren, kunt u het audioapparaat
beluisteren via de autoluidsprekers. Het volume
kan worden aangepast voor elk verschil tussen
het systeem en het draagbare audioapparaat. Volg
de onderstaande procedure:
Een draagbaar audioapparaat
aansluiten
1 Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2 Verlaag het volume op het systeem.
* Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassen
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1 Verlaag het volume op het systeem.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "AUX"
wordt weergegeven.
3 Start het afspelen op het draagbare
audioapparaat met een normaal volume.
4 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
systeem.
5 Pas het ingangsniveau aan (pagina 33).
CD-wisselaar
De wisselaar selecteren
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD"
wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot de
gewenste wisselaar wordt weergegeven.
Apparaatnummer
Discnummer
Het afspelen wordt gestart.
vervolg op volgende pagina t
35
Albums en discs overslaan
Bedieningselementen
1 Druk tijdens het afspelen op (3)/(4)
(ALBUM –/+).
De overeenkomstige toetsen op de
bedieningssatelliet bedienen dezelfde functies als
die op dit systeem.
Album
overslaan
ATT
Druk op (3)/(4)
(ALBUM –/+)
en laat los (kort vasthouden).
Albums blijven binnen 2 seconden nadat u deze
overslaan
hebt losgelaten.
SEL
PRESET/
DISC
SOURCE
DSPL
Discs overslaan herhaaldelijk.
Discs blijven
overslaan
en druk binnen 2 seconden
weer op de toets en houd deze
ingedrukt.
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
1 Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op
(1) (REP) of (2) (SHUF) tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
Selecteer
Actie
Repeat Disc
een disc herhaaldelijk afspelen.
Shuffle
Changer
tracks in de wisselaar in
willekeurige volgorde
afspelen.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "Repeat off" of
"Shuffle off".
Bedieningssatelliet RM-X4S
MODE
OFF
Actie
VOL
SEEK/AMS
OFF
De volgende bedieningselementen op de
bedieningssatelliet moeten op een andere manier
worden bediend dan op het systeem.
• ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets
om te annuleren.
• PRESET/DISC regelaar
CD/USB: dezelfde functie als (3)/(4)
(ALBUM –/+) op het systeem (indrukken en
draaien).
Radio: de opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken en draaien).
• VOL (volume) regelaar
Dezelfde functie als de regelknop op het
systeem (draaien).
• SEEK/AMS regelaar
Dezelfde functie als (SEEK) +/– op het
systeem (draaien of draaien en vasthouden).
• DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
De werkingsrichting wijzigen
Het label bevestigen
Houd bij het bevestigen van het label rekening
met de positie waarin de bedieningssatelliet
wordt gemonteerd.
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Verhogen
SEL
MODE
DSPL
DSPL
MODE
SEL
Verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
1 Terwijl u de VOL regelaar indrukt, houdt u
(SEL) ingedrukt.
36
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Laat het systeem afkoelen als de auto geparkeerd
heeft gestaan in de volle zon.
• De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit systeem
– CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.
– CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een
incompatibel opnameapparaat.
– CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.
– CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de
muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform
ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi
Session (meerdere sessies).
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het systeem, verwijdert
u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het
systeem is gedroogd; anders kan de werking van het
systeem worden verstoord.
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/
AAC-bestanden
MP3/WMA/AAC
Optimale geluidskwaliteit behouden
Map
(album)
MP3-/WMA-/
AAC-bestand
(track)
Mors geen vocht op het systeem of de discs.
Opmerkingen over discs
• Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtkanalen, en laat
deze niet achter in een auto die in de volle zon
staat geparkeerd.
• Veeg een disc van binnen naar
buiten schoon met een doekje
voordat u deze afspeelt.
Gebruik geen oplosmiddelen
zoals benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
• Dit systeem is ontworpen om
discs af te spelen die voldoen
aan de CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en
sommige muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet
aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen
daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit
systeem.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit systeem
– Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn
geplakt. Hierdoor kan de werking worden
verstoord of de disc worden beschadigd.
– Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het
systeem worden beschadigd.
– 8-cm discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Het maximumaantal: (alleen CD-R/CD-RW)
– mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap)
– bestanden (tracks) en mappen: 300 (misschien
minder dan 300 als de map-/bestandsnaam veel
tekens bevat)
– tekens die kunnen worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand: 32 (Joliet)/
64 (Romeo)
• Als een disc met Multi Session (meerdere sessies)
begint met een CD-DA-sessie, wordt deze herkend
als een CD-DA-disc, en worden andere sessies
niet afgespeeld.
Informatie over iPod
• U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten.
Werk de iPod bij met de nieuwste software
voordat u deze gebruikt.
– iPod touch
– iPod classic
– iPod met video*
– iPod nano (3e generatie)
– iPod nano (2e generatie)
– iPod nano (1e generatie)*
– iPhone en iPhone 3G
* Passagiersbediening is niet beschikbaar voor iPod
nano (1e generatie) en iPod met video.
• "Made for iPod" betekent dat een elektronisch
accessoire speciaal is ontworpen voor aansluiting
op een iPod en dat de ontwikkelaar van het
accessoire verklaart dat het accessoire voldoet aan
de prestatienormen van Apple.
• "Works with iPhone" betekent dat een elektronisch
accessoire speciaal is ontworpen voor aansluiting
op een iPhone en dat de ontwikkelaar van het
accessoire verklaart dat het accessoire voldoet aan
de prestatienormen van Apple.
• Apple is niet verantwoordelijk voor de werking
van dit systeem of voor het voldoen aan de
veiligheids- en overheidsvoorschriften.
37
Informatie over de Bluetoothfunctie
Wat is Bluetooth-technologie?
• Draadloze Bluetooth-technologie is een draadloze
technologie met een klein bereik waarmee
draadloze communicatie van gegevens tussen
digitale apparaten, zoals een mobiele telefoon en
een hoofdtelefoon, mogelijk wordt gemaakt.
Draadloze Bluetooth-technologie functioneert
binnen een straal van ongeveer 10 meter. Meestal
worden er twee apparaten met elkaar verbonden,
maar sommige apparaten kunnen tegelijkertijd
met meerdere apparaten verbonden zijn.
• U hebt geen kabel nodig voor de verbinding omdat
Bluetooth-technologie een draadloze technologie
is. Het is ook niet nodig dat de apparaten naar
elkaar zijn gericht, zoals het geval is met
infraroodtechnologie. U kunt bijvoorbeeld
gegevens uitwisselen terwijl u een dergelijk
apparaat bijvoorbeeld in een tas of zak draagt.
• Bluetooth-technologie is een internationale norm
ondersteund door miljoenen bedrijven overal ter
wereld, en wordt door verschillende bedrijven
gebruikt.
Informatie over Bluetooth-communicatie
• Draadloze Bluetooth-technologie functioneert
binnen een straal van ongeveer 10 meter.
De maximale communicatieafstand is afhankelijk
van obstakels (personen, metalen voorwerpen,
muren, enzovoort) of elektromagnetische storing.
• De volgende omstandigheden kunnen van invloed
zijn op de gevoeligheid van Bluetoothcommunicatie.
– Er bevindt zich een obstakel, zoals een persoon,
een metalen voorwerp of een muur, tussen dit
systeem en het Bluetooth-apparaat.
– Er bevindt zich een apparaat dat de frequentie
2,4 GHz gebruikt, zoals een draadloos LANapparaat, draadloze telefoon of magnetron, in de
buurt van dit systeem.
• Omdat Bluetooth-apparaten en draadloze LANapparaten (IEEE802.11b/g) dezelfde frequentie
gebruiken, kan storing worden veroorzaakt door
microgolven. Als dit systeem in de buurt van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt, kan dit
een lagere communicatiesnelheid, ruis of een
ongeldige verbinding tot gevolg hebben. In dit
geval moet u het volgende doen.
– Gebruik dit systeem op ten minste 10 meter
afstand van het draadloze LAN-apparaat.
– Als dit systeem binnen 10 meter van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt,
schakelt u het draadloze LAN-apparaat uit.
– Plaats dit systeem en het Bluetooth-apparaat zo
dicht mogelijk bij elkaar in de buurt.
38
• Microgolven die afkomstig zijn van een
Bluetooth-apparaat, kunnen van invloed zijn op de
werking van elektronische medische apparaten.
Schakel dit systeem en andere Bluetoothapparaten uit op de volgende plaatsen, omdat dit
ongelukken kan veroorzaken.
– in de buurt van ontvlambare gassen, in
ziekenhuizen, treinen, vliegtuigen of
benzinestations.
– in de buurt van automatische deuren of
brandalarmen.
• Dit systeem ondersteunt
beveiligingsmogelijkheden die voldoen aan de
Bluetooth-norm voor een beveiligde verbinding
wanneer de draadloze Bluetooth-technologie
wordt gebruikt, maar afhankelijk van de instelling
is beveiliging wellicht niet genoeg. Wees
voorzichtig wanneer u communiceert via de
draadloze Bluetooth-technologie.
• We zijn niet verantwoordelijk voor het lekken van
informatie tijdens de Bluetooth-communicatie.
• We kunnen niet garanderen dat een verbinding tot
stand kan worden gebracht met alle Bluetoothapparaten.
– Apparaten met Bluetooth-functies moeten
voldoen aan de Bluetooth-norm die is
vastgesteld door Bluetooth SIG, en moeten zijn
geverifieerd.
– Zelfs als het verbonden apparaat voldoet aan de
hierboven vermelde Bluetooth-norm, kan met
sommige apparaten wellicht geen verbinding
worden gemaakt of functioneert het apparaat
niet correct, afhankelijk van de kenmerken of
technische gegevens van het apparaat.
– Wanneer u handsfree belt via de telefoon, kan
ruis optreden, afhankelijk van het apparaat of de
omgeving.
• Afhankelijk van het apparaat dat wordt
aangesloten, kan het enige tijd duren voordat de
communicatie wordt gestart.
Overige
• De Bluetooth-functie van een mobiele telefoon
functioneert mogelijk niet correct, afhankelijk van
radiogolven en de locatie waar het apparaat wordt
gebruikt.
• Als u ongemakken ondervindt na het gebruik van
een Bluetooth-apparaat, moet u meteen stoppen
met het gebruik van het Bluetooth-apparaat. Als
het probleem daarmee niet is verholpen,
raadpleegt u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
systeem die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Aansluitingen schoonmaken
Onderhoud
De lithiumbatterij van de
kaartafstandsbediening vervangen
Onder normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur korter
zijn.)
Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik van
de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang de
batterij door een nieuwe CR2025-lithiumbatterij.
Bij een andere batterij bestaat er brand- of
explosiegevaar.
+ zijde omhoog
De werking van het systeem kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het systeem en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 8) los te maken en de
aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
Hoofdeenheid
Achterkant van
het voorpaneel
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen
voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
c
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een
batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek voor
een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met
de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang.
Hierdoor kan er kortsluiting ontstaan.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
door een identiek exemplaar.
Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een
defect in het systeem.
Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Zekering (10 A)
39
Het systeem verwijderen
1
Technische gegevens
Verwijder de beschermende rand.
CD-speler
1 Maak het voorpaneel los (pagina 8).
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
2 Duw de zijkanten van de beschermende
rand naar binnen en trek de beschermende
rand naar buiten.
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 150 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 10 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 70 dB (mono)
Scheiding: 40 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 – 15.000 Hz
x
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 25 kHz
Gevoeligheid: MW: 26 µV, LW: 45 µV
2
Verwijder het systeem.
USB-speler
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tegelijkertijd en duw hierop tot deze
vastklikken.
Interface: USB (Full-speed)
Maximale voeding: 500 mA
Haakje wijst
naar binnen.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het systeem los te maken.
3 Schuif het systeem uit de houder.
Draadloze communicatie
Communicatiesysteem:
Bluetooth-norm versie 2.0 + EDR
Uitvoer: Bluetooth-norm klasse 2 (Max. +4 dBm)
Maximaal communicatiebereik:
Gezichtslijn ongeveer 10 m*1
Frequentieband:
2,4 GHz-band (2,4000 – 2,4835 GHz)
Modulatiemethode: FHSS
Compatibele Bluetooth-profielen*2:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile)
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.3
HFP (Handsfree Profile) 1.5
PBAP (Phone Book Access Profile)
OPP (Object Push Profile)
*1 Het werkelijke bereik verschilt afhankelijk van
factoren, zoals obstakels tussen apparaten,
magnetische velden om een magnetron, statische
elektriciteit, ontvangstgevoeligheid, prestaties van
de antenne, het besturingssysteem, software,
enzovoort.
*2 De Bluetooth-standaardprofielen geven het doel
van Bluetooth-communicatie tussen apparaten
aan.
Versterker
Uitgang: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 52 W × 4 (bij 4 ohm)
40
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgangen (voor/achter)
Subwooferuitgang (mono)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
Verlichtingsstuuraansluiting
BUS-bedieningsingang
BUS-audio-ingang
AUX-ingang (stereo mini-aansluiting)
USB-signaalingang
MIC-ingang
Toonregelingen:
Laag: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Midden: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD)
Voeding: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 182 mm (b/h/d)
Montageafmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 162 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,3 kg
Bijgeleverd accessoire:
Kaartafstandsbediening: RM-X305
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
Microfoon: XA-MC10
Optionele accessoires/apparaten:
Bedieningssatelliet: RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met RCA-kabel):
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
CD-wisselaar (6 discs): CDX-T69
Bronkeuzeschakelaar: XA-C40
USB-verbindingskabel voor iPod: RC-100IP
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Als beschermings- en opvulmateriaal werd er
papier gebruikt.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het systeem
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
volgende ondersteuningssite.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Algemeen
Het systeem wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting of de zekering.
• Als het systeem wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het systeem niet worden bediend met
de afstandsbediening.
t Schakel het systeem in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "Fader" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
• De CD-wisselaar is niet compatibel met de disc
(MP3/WMA/AAC).
t Speel het bestand af met een CD-wisselaar van
Sony die compatibel is met MP3 of speel het af
met dit systeem.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 34).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of niet
juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"Demo on" is ingesteld, wordt de demonstratie gestart.
t Stel "Demo off" in (pagina 34).
vervolg op volgende pagina t
41
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het
display.
• De dimmer is ingesteld op "Dimmer on" (pagina 35).
• Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
t Druk op (OFF) op het systeem en houd deze
toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 39).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het systeem is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
systeem is uitgeschakeld.
t Schakel het systeem uit.
DSO werkt niet.
DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het muziekgenre.
Schermitems worden niet weergegeven.
t Stel "Information on" in (pagina 35).
Kan het volume niet aanpassen.
Het draagbare audioapparaat was niet aangesloten toen
AUX werd geselecteerd als (SOURCE).
t Sluit het draagbare audioapparaat aan op de
AUX-ingang.
CD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het systeem.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 37).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-/AACindeling en -versie. Voor meer informatie over de discs
en indelingen gaat u naar de ondersteuningssite.
MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die in Multi Session (meerdere sessies) zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
• Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de
tekens niet rollen.
• "Auto Scroll" is ingesteld op "off".
t Stel "Auto Scroll on" in (pagina 35).
t Houd (DSPL) (SCRL) ingedrukt.
Het geluid verspringt.
• Het systeem is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het systeem onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
42
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 7).
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood)
aan op de voedingskabel van de autoantenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust
met een FM/MW/LW-antenne in de achter- of
zijruit).
t Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de bedieningskabel
van de elektrische antenne.
t Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het geluid
soms gestoord.
t Stel de DSO-stand in op "off" (pagina 33).
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "Local on" in (pagina 35).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "Local off" in (pagina 35).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "Mono on" in (pagina 35).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het systeem staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "Mono off" in (pagina 35).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 16).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 16).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
USB afspelen
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit systeem kan geen USB-apparaten via een USBhub herkennen.
Items kunnen niet worden afgespeeld.
Een USB-apparaat functioneert niet.
t Sluit dit opnieuw aan.
Het USB-apparaat wordt minder snel
afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde structuur.
U hoort een pieptoon.
Tijdens het afspelen is het USB-apparaat
losgekoppeld.
t Voordat u een USB-apparaat loskoppelt, moet u
eerst het afspelen stoppen ter bescherming van de
gegevens.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid van meer dan 320 kbps.
Bluetooth-functie
Het te verbinden apparaat kan dit systeem niet
vinden.
• Stel "Signal" in op "on" (pagina 23).
• Stel "Visibility" in op "Show" (pagina 23).
• Als u verbinding maakt met het andere Bluetoothapparaat, kan dit systeem niet worden herkend vanaf
een ander apparaat. Voor herkenning op een ander
apparaat verbreekt u de huidige verbinding en zoekt u
dit systeem vanaf het andere apparaat. U kunt
opnieuw verbinding maken met het apparaat
waarmee u de verbinding hebt verbroken. Selecteer
het apparaat in de lijst met geregistreerde apparaten.
Dit systeem kan het te verbinden apparaat niet
vinden.
Controleer de Bluetooth-instelling van het te verbinden
apparaat.
Er kan geen verbinding worden gemaakt.
• Zoeken vanaf dit systeem is wellicht niet mogelijk,
afhankelijk van het andere apparaat.
t Zoek dit systeem vanaf het andere apparaat.
• Zoeken vanaf dit systeem is wellicht niet mogelijk,
afhankelijk van de status van het andere apparaat.
t Zoek dit systeem vanaf het andere apparaat.
• Controleer de koppelings- en verbindingsprocedures
aan de hand van de handleiding van het andere
apparaat, enzovoort en voer de bewerking opnieuw
uit.
De naam van het gevonden apparaat wordt niet
weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere apparaat kunt
u de naam mogelijk niet ophalen.
Geen beltoon.
• Pas het volume aan bij "Ring Volume".
• Afhankelijk van het te verbinden apparaat wordt de
beltoon wellicht niet op de juiste manier verzonden.
t Stel "Ringtone" in op "Default" (pagina 24).
Het volume van de spreker is te zacht.
Pas het volume aan bij "Talk Volume".
De persoon waarmee u belt, zegt dat het
volume te laag of te hoog is.
Pas het volume aan met de functie voor het aanpassen
van de microfoonsterkte (pagina 24).
Er treedt echo of ruis op in de
telefoongesprekken.
• Zet het volume zachter.
• "EC/NC Mode" is ingesteld op "off".
t Stel "EC/NC Mode" in op "Mode 1" of "Mode 2"
(pagina 24).
• Als ander omgevingsgeluid dan het geluid van het
telefoongesprek te hard is, probeert u dit geluid te
beperken.
Bijvoorbeeld: als er een raam open staat en het
verkeer veel lawaai maakt, sluit u het raam. Als de
airconditioning veel lawaai maakt, zet u de
airconditioning zachter.
De geluidskwaliteit van de telefoon is slecht.
De geluidskwaliteit van de telefoon is afhankelijk van
de ontvangstomstandigheden van de mobiele telefoon.
t Verplaats uw auto naar een plaats waar het signaal
van de mobiele telefoon sterker is als de ontvangst
slecht is.
Het volume van het verbonden audioapparaat
is laag (hoog).
Het volume is afhankelijk van het audioapparaat.
t Pas het volume van het verbonden audioapparaat of
dit systeem aan.
U hoort geen geluid van het Bluetoothaudioapparaat.
Het afspelen op het audioapparaat is onderbroken.
t Hervat het afspelen op het audioapparaat.
Het geluid verspringt tijdens het afspelen op
een Bluetooth-audioapparaat.
• Verklein de afstand tussen het systeem en het
Bluetooth-audioapparaat.
• Als het Bluetooth-audioapparaat in een houder wordt
bewaard die het signaal kan verstoren, verwijdert u
het audioapparaat tijdens gebruik uit de houder.
• Er worden meerdere Bluetooth-apparaten of andere
apparaten die radiogolven uitzenden, in de buurt
gebruikt.
t Schakel de andere apparaten uit.
t Vergroot de afstand tot de andere apparaten.
• Het afspelen van het geluid wordt tijdelijk gestopt
wanneer de verbinding tussen dit systeem en de
mobiele telefoon wordt gemaakt. Dit duidt niet op
een probleem.
Het verbonden Bluetooth-audioapparaat kan
niet worden bediend.
Controleer of het verbonden Bluetooth-audioapparaat
AVRCP ondersteunt.
Bepaalde functies werken niet.
Controleer of het te verbinden apparaat de betreffende
functies ondersteunt.
vervolg op volgende pagina t
43
De naam van de andere persoon wordt niet
weergegeven wanneer u een gesprek ontvangt.
• De naam van de andere persoon is niet opgeslagen in
het telefoonboek.
t Sla de naam op in het telefoonboek (pagina 30).
• De persoon die belt, heeft ingesteld dat zijn/haar
telefoonnummer niet wordt weergegeven.
Een gesprek wordt per ongeluk beantwoord.
• De verbonden telefoon is ingesteld om automatisch
een gesprek te starten.
• "Auto Answer" op dit systeem is ingesteld op "Short"
of "Long" (pagina 24).
Koppelen mislukt na time-out.
Afhankelijk van het te verbinden apparaat kan de tijd
waarin u de koppeling moet uitvoeren, kort zijn.
Probeer het koppelen te voltooien binnen de tijd door
een toegangscode van één cijfer in te stellen.
De Bluetooth-functie werkt niet.
Schakel het systeem uit door 2 seconden op (OFF) te
drukken en schakel het systeem weer in.
Tijdens handsfree bellen wordt er geen geluid
uitgevoerd via de autoluidsprekers.
Als het geluid wordt uitgevoerd via de mobiele
telefoon, moet u de mobiele telefoon instellen om het
geluid uit te voeren via de autoluidsprekers.
De externe microfoon werkt niet.
De instelling van de microfoon is niet correct.
t Stel "MIC Select" in op "External" (pagina 24).
Foutmeldingen/berichten
44
Busy now... Please try later
Dit systeem is bezig.
t Wacht enige tijd en probeer het opnieuw.
Checking
Het systeem controleert de aansluiting van een USBapparaat.
t Wacht tot de controle van de aansluiting is voltooid.
Connection Failed
De verbinding via Phonebook Access is beëindigd
vanaf de mobiele telefoon.
t Voer Phonebook Access opnieuw uit.
Empty
• De apparaatlijst is leeg.
• De lijst met recente gesprekken is leeg.
• Het telefoonboek van de mobiele telefoon is leeg.
Error*1
• De disc is vuil of is omgekeerd geplaatst.*2
t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier.
• Er is een lege disc in het systeem geplaatst.
• De disc kan niet worden afgespeeld wegens een
probleem.
t Plaats een andere disc.
• Het USB-apparaat is niet automatisch herkend.
t Sluit het opnieuw aan.
• Druk op Z om de disc te verwijderen.
• De inhoud van het telefoonboek is gewijzigd tijdens
toegang tot een mobiele telefoon.
t Voer Phonebook Access opnieuw uit.
Error - Please Initialize Bluetooth Setting Data
Er is een fout met het geheugen opgetreden.
t Open het menu Bluetooth Settings en selecteer
"Initialize".
Failure
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de handleiding voor installatie/
aansluitingen van dit model om de aansluitingen te
controleren.
HF Device is not available
Er is geen verbinding met een mobiele telefoon.
t Maak verbinding met een mobiele telefoon.
Hubs Not Supported
Een USB-hub wordt niet ondersteund door dit
systeem.
Invalid Code
Het wachtwoord is onjuist.
t Als u het wachtwoord bent vergeten, initialiseert u
dit via het menu Bluetooth Settings.
Load
De disc wordt geladen door de CD-wisselaar.
t Wacht tot het laden is voltooid.
Local Seek +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen.
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Druk op (SEEK) +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het systeem gaat
zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PIgegevens (programma-identificatie) ("PI Seek"
wordt weergegeven).
NO Device
(SOURCE) is geselecteerd terwijl er geen USBapparaat is aangesloten. Een USB-apparaat of een
USB-kabel is losgeraakt tijdens het afspelen.
t Zorg ervoor dat u een USB-apparaat en een USBkabel aansluit.
NO Devices Found
Dit systeem kan geen apparaten vinden waarmee
verbinding kan worden gemaakt.
t Controleer de Bluetooth-instelling van het te
verbinden apparaat.
NO Disc
Er is geen disc in de CD-wisselaar geplaatst.
t Plaats discs in de CD-wisselaar.
NO Magazine
Er is geen discmagazijn in de CD-wisselaar geplaatst.
t Plaats het discmagazijn in de CD-wisselaar.
NO Music
De disc of het USB-apparaat bevat geen
muziekbestanden.
t Plaats een muziek-CD in dit systeem of een MP3compatibele CD-wisselaar.
t Sluit een USB-apparaat met muziekbestanden aan.
NO TP
Het systeem blijft zoeken naar beschikbare
TP-zenders.
Not Supported
Het aangesloten USB-apparaat wordt niet ondersteund.
t Ga naar de ondersteuningssite voor meer informatie
over de compatibiliteit van het USB-apparaat.
Offset
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in
het scherm blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde
Sony-handelaar raadplegen.
Overload
Het USB-apparaat is overbelast.
t Koppel het USB-apparaat los en wijzig de bron met
(SOURCE).
t Dit geeft aan dat het USB-apparaat buiten gebruik
is of dat een apparaat is aangesloten dat niet wordt
ondersteund.
Push Reset
De CD-speler, de CD-wisselaar of het USB-apparaat
kan niet worden bediend vanwege een probleem.
t Druk op de RESET toets (pagina 7).
Read
Alle track- en albuminformatie op de disc wordt
gelezen.
t Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
discstructuur kan dit meer dan een minuut in beslag
nemen.
"
" of "
"
Tijdens het snel terug- of vooruitspoelen hebt u het
begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet
verder.
" "
Het teken kan niet worden weergegeven met het
systeem.
*1 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van
een CD, wordt het discnummer van de CD niet in
het scherm weergegeven.
*2 Het discnummer van de disc met de fout wordt
weergegeven in het scherm.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Als u het systeem ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het beste
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.
45