Onderhoud
38
Reiniging en stalling
1. Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
parkeerrem in werking stellen en contactsleutel
op “OFF” draaien om de motor te stoppen.
Verwijder de sleutels uit contactschakelaar en
keuzeschakelaar.
2. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de
gehele machine verwijderen, met name van de
motor. Vuil en kaf van buitenkant van cilinder,
cilinderkopribben en ventilatorhuis verwijderen.
Belangrijk: De machine met een zacht
wasmiddel en water wassen. GEEN
HOGEDRUKREINIGER
GEBRUIKEN. Daardoor kan de
elektrische installatie beschadigd
worden of noodzakelijk vet bij
wrijvingspunten weggespoeld
worden. Gebruik niet te veel water
in de buurt van het
bedieningspaneel, de verlichting, de
motor en de accu.
3. Controleer de rem; zie Rem, pagina 30.
4. Luchtfilteronderhoud uitvoeren; zie Luchtfilter,
pagina 24.
5. Chassis doorsmeren; zie Smeren, pagina 28.
6. Motorolie verversen; zie Motorolie, pagina 26.
7. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand
ervan, zie: Bougie, pagina 27. Laat de bougie(s)
uit de cilinder en giet twee eetlepels motorolie in
het gat van de cilinder. Gebruik de startmotor om
de motor te laten draaien en zo de olie over de
cilinderwand te verspreiden. Monteer de
bougie(s) en draai die aan tot 20,4 Nm (15ft-lbs).
De bougiekabel niet op de bougie(s) drukken.
8. Neem de accu uit het chassis, controleer het
zuurpeil en laad de accu volledig op, zie: Accu,
pagina 34. De accukabels niet op de accupolen
aansluiten tijdens stalling.
Belangrijk: De accu moet volledig opgeladen
zijn, om te voorkomen dat hij
bevriest en beschadigd raakt bij
temperaturen onder 0°C (32°F). Een
volledig opgeladen accu behoudt zijn
lading ongeveer 50 dagen bij
temperaturen onder 4°C (40°F). Bij
temperaturen boven 4°C (40°F) elke
30 dagen het zuurpeil van de batterij
controleren en de batterij opladen.
9. Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning, pagina 29.
10. Voor langdurige opslag (meer dan 90 dagen)
stabilizer/conditioner aan benzine in de tank
toevoegen: 8 ml/l (1 oz./ga) en daarna als volgt
te werk gaan.
A. Laat de motor 5 minuten lopen om de
stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
B. Motor stoppen, laten afkoelen en alle
benzine uit de tank aftappen, zie
Brandstoftank, pagina 31, of de motor laten
lopen totdat alle benzine verbruikt is en de
motor afslaat.
C. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat
hij afslaat. Met “CHOKE” aan herhalen
totdat de motor niet meer aanslaat.
D. Benzine volgens wettelijke voorschriften
afvoeren of binnen 90 dagen voor ander
doeleinde gebruiken.
NB.: Benzine met toegevoegde stabilizer/
conditioner niet langer dan 90 dagen
bewaren.
11. Alle bouten, schroeven en moeren controleren en
indien nodig aandraaien. Beschadigde of defecte
delen repareren of vervangen.
12. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende
Toro-dealer.