Toro Power Max 724 OE Snowthrower Handleiding

Type
Handleiding
FormNo.3439-448RevA
PowerMax
®
724OEsneeuwfrees
Modelnr.:38812—Serienr.:400000000enhoger
Gebruikershandleiding
Inleiding
Dezemachineisbedoeldvoorgebruikdoor
particulieren.Desneeuwfreesisindeeersteplaats
ontworpenomsneeuwteverwijderenvanverharde
ondergronden,zoalsopritten,stoepenenandere
oppervlakkenopprivaatofcommercieelterrein.Hij
isnietontworpenomandermateriaaldansneeuw
teverwijderen.Ditproductgebruikenvoorandere
doeleindendanhetbedoeldegebruikkangevaarlijk
zijnvooruofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdooromtelerenhoe
uuwproductcorrectmoetbedienenenonderhouden
enomletselenschadetevoorkomen.Ubent
verantwoordelijkvoorhetcorrectenveiliggebruikvan
uwproduct.
Ganaarwww.T oro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleT oro-onderdelenof
aanvullendeinformatienodighebt,kuntucontact
opnemenmeteenerkendeServiceDealerofmet
deklantenservicevanT oro.Udienthierbijaltijdhet
modelnummerenhetserienummervanhetproduct
tevermelden.Figuur1identiceertdelocatievanhet
modelendeserienummersophetproduct.Ukuntde
nummersnotereninderuimtehieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
g293243
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
methetvolgendeveiligheidssymbool(Figuur2),dat
duidtopeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
g000502
Figuur2
Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
©2020—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
GedruktinMexico
Allerechtenvoorbehouden
*3439-448*A
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
normen;raadpleegvoormeerinformatiede
afzonderlijkeconformiteitsverklaringvanditproduct.
Belangrijk:Alsudezemachinevooreen
doorlopendeperiodegebruiktopeenhoogte
boven1500meter,moetuervoorzorgendatdeset
voorgrotehoogteisgemonteerdzodatdemotor
voldoetaandeCARB-/EPA-emissierichtlijnen.
Desetvoorgrotehoogteverbetertdeprestatie
vandemotorenvoorkomtverontreinigingvande
bougie,moeilijkstartenenverhoogdeuitstoot.
Bevestighetlabelvoorgrotehoogtenaasthet
plaatjemethetserienummeropdemachinezodra
udesetheeftgemonteerd.Neemcontactopmet
eenerkendeToroservicedealeromdejuisteset
voorgrotehoogteenhetlabelvoorgrotehoogte
vooruwmachineteverkrijgen.Omeendealer
inuwbuurttevinden,kuntukijkenoponze
websitewww.Toro.comofcontactopnemenmet
onzeToroCustomerCareDepartementophet
nummerdatisopgegevenindegarantieverklaring
voorhetemissiecontrolesysteem.Verwijderde
setvandemotorenhersteldemotornaarzijn
oorspronkelijkefabrieksconguratiewanneerude
motorgebruiktopeenhoogteonder1500meter.
Gebruikeenmotordieisingesteldvoorgebruikop
grotehoogtenietoplagerehoogtes,anderskan
demotoroververhitrakenenwordenbeschadigd.
Alsunietzekerbentofuwmachineisingesteld
voorgebruikopgrotehoogte,moetuzoekennaar
hetvolgendelabel(Figuur3).
decal127-9363
Figuur3
Inhoud
Inleiding....................................................................1
Veiligheid..................................................................3
Algemeneveiligheid...........................................3
Veiligheids-eninstructiestickers........................4
Montage....................................................................6
1Debovenstehandgreepbevestigen.................6
2Monterenvanhetuitwerpkanaal......................6
3Monterenvanhettractie-verbinding.................6
4Debedieningsstangvanhetuitwerpkanaal
monteren.........................................................7
5Monterenvanhetgereedschapom
sneeuwverstoppingenteverwijderen..............8
6Hetmotoroliepeilcontroleren...........................9
7Bandenspanningcontroleren...........................9
8Deglijdersendeschrapercontroleren...........10
9Dewerkingvandetractieaandrijving
controleren....................................................10
Algemeenoverzichtvandemachine........................11
Specicaties....................................................12
Werktuigen/accessoires...................................12
Gebruiksaanwijzing................................................12
Voorgebruik........................................................12
Veiligheidvóórgebruik......................................12
Brandstoftankvullen.........................................13
Tijdensgebruik....................................................13
Veiligheidtijdensgebruik..................................13
Motorstarten....................................................15
Demotorafzetten.............................................16
Bedieningvandetractieaandrijving..................16
Desnelheidskeuzehendelbedienen.................17
Dewormas/impellerbedienen..........................17
DeQuickStick®bedienen................................17
Eenverstoptuitwerpkanaalvrijmaken..............18
Tipsvoorbedieningengebruik.........................19
Nagebruik...........................................................19
Veiligheidnahetwerk.......................................19
Bevriezingnagebruikvoorkomen.....................19
Onderhoud..............................................................20
Aanbevolenonderhoudsschema.........................20
Demachineveiligonderhouden........................20
Vóóronderhoudswerkzaamheden....................20
Hetmotoroliepeilcontroleren............................21
Deglijdersendeschrapercontrolerenen
afstellen........................................................21
Detractiekabelcontrolerenenafstellen............22
Dekabelvandewormas/impellercontroleren
enafstellen...................................................22
Hetoliepeilindetandwielkastvandewormas
controleren....................................................23
Motorolieverversen..........................................23
Smerenvandezeshoekigeas..........................24
Bougievervangen............................................25
Afstellenvandevergrendelingvanhet
uitwerpkanaal................................................26
Deaandrijfriemenvervangen............................26
Stalling....................................................................26
2
Veiligheidtijdensopslag...................................26
Demachinestallen...........................................26
Demaaimachineuitdestallinghalen................27
Problemen,oorzaakenremedie.............................28
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
despecicatiesvanENISO8437.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
Zorgdatiedereendieditproductgebruiktde
waarschuwingenbegrijptenweethoedemachine
tegebruikenensneldemotoruitteschakelen.
Schakeldemotoraltijduitwanneerude
bestuurderspositieomwatvoorredenookverlaat.
Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietwerken.
Blijfaltijduitdebuurtvanafvoeropeningen.Houd
omstanders,inhetbijzonderkleinekinderen,uit
debuurtvanhetwerkgebied.
Laatkinderennooitdemachinebedienen.
3
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendeveiligheidsstickers.
x 3
1
2
3
4
5
120-9805
decal120-9805
120-9805
1.Steekhetsleuteltjeinhetcontact.
2.Drukdriemaalopdehulpstartknop.
3.Schakeldechokein.
4.Trekaanhetstartkoord.
5.Schakeldechokeuitzodrademotorloopt.
decal121-6817
121-6817
1.Handenofvoetenkunnenwordenverwond/geamputeerd,
impellerenwormashoudomstandersuitdebuurt.
Bestelnummer138-8487
decal121-6823
121-6823
1.Snel
3.Langzaam
2.Snelheidvooruit4.Snelheidachteruit
decal131-6487
131-6487
1.Motoruitschakelen
3.Snel
2.Langzaam
4
decal137-6198
137-6198
1.Handenofvingers
kunnenworden
verwond/geamputeerd,
impellersteekuwhand
nietinhetuitwerpkanaal.
2.Waarschuwingschakel
demotoruitvoordatu
eenverstoppingvanhet
uitwerpkanaalmethet
gereedschapverwijdert.
Bestelnummer138-8487
decal121-1240
121-1240
1.Tractieaandrijving-hendelindrukkenominteschakelen;
hendelloslatenomuitteschakelen.
4.Handenkunnenwordenverwond/geamputeerd,impeller
blijfopafstandvanbewegendedelen;zorgdat
allebeschermingenenafschermingenophunplaats
zitten;verwijderhetcontactsleuteltjeenleesde
Gebruikershandleidingvoordatuonderhouduitvoert.
2.WaarschuwingleesdeGebruikershandleiding.
5.Demachinekanvoorwerpenuitwerpenhoudomstanders
opafstand.
3.Handenkunnenwordenverwond/geamputeerd,impeller
steekuwhandnietinhetuitwerpkanaal;schakeldemotoruit
voordatudebedieningsplekverlaat;verwijderverstoppingen
inafvoertunnelmethetspecialegereedschap.
6.Aandrijvingvandewormas/impellerhendelindrukkenomin
teschakelen;hendelloslatenomuitteschakelen.
5
Montage
1
Debovenstehandgreepbevestigen
Geenonderdelenvereist
Procedure
g263892
2
Monterenvanhetuitwerpkanaal
Geenonderdelenvereist
Procedure
g252568
6
3
Monterenvanhettractie-verbinding
Geenonderdelenvereist
Procedure
g252391
7
4
Debedieningsstangvanhetuitwerpkanaalmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g257848
8
5
Monterenvanhetgereedschapomsneeuwverstoppingen
teverwijderen
Geenonderdelenvereist
Procedure
g252394
6
Hetmotoroliepeilcontroleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Opmerking:Uwmachinewordtgeleverdmetolieinhetcarter.Voordatudemotorstart,moetuhetoliepeil
controlerenenindiennodigoliebijvullen.
ZieHetmotoroliepeilcontroleren(bladz.21).
9
7
Bandenspanningcontroleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g252396
8
Deglijdersendeschraper
controleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
ZieDeglijdersendeschrapercontrolerenenafstellen
(bladz.21).
9
Dewerkingvande
tractieaandrijving
controleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
VOORZICHTIG
Alsdetractieaandrijvingnietjuistisafgesteld,
kandemachineindeverkeerderichtingrijden
enletselen/ofmateriëleschadeveroorzaken.
Controleeraandachtigdetractieaandrijving
ensteldezeindiennodigjuistaf.
1.Startdemotor,zieMotorstarten(bladz.15).
2.ZetdesnelheidskeuzehendelopstandR1;zie
Desnelheidskeuzehendelbedienen(bladz.17).
3.Drukdelinkerhendel(tractie)naarde
handgreep(Figuur10).
10
g001011
Figuur10
Demachinemoetnaarachterenrijden.Alsde
machinenietbeweegtofvooruitrijdt,doedan
hetvolgende:
A.Laatdetractiehendellosenschakelde
motoruit.
B.Koppeldedraaipenlosvande
snelheidskeuzehendel.
C.Draaidedraaipennaarbeneden
(rechtsom)opdebedieningsstangvande
snelheidskeuzehendel.
D.Koppeldedraaipenvastaande
snelheidskeuzehendel.
4.Laatdetractiehendellos.
5.Zetdesnelheidskeuzehendelopstand1;zieDe
snelheidskeuzehendelbedienen(bladz.17).
6.Drukdelinkerhendel(tractie)naarde
handgreep(Figuur10).
Demachinemoetvooruitrijden.Alsdemachine
nietbeweegtofachteruitrijdt,doedanhet
volgende:
A.Laatdetractiehendellosenschakelde
motoruit.
B.Koppeldedraaipenlosvande
snelheidskeuzehendel.
C.Draaidedraaipennaarboven
(linksom)opdebedieningsstangvan
desnelheidskeuzehendel.
D.Koppeldedraaipenvastaande
snelheidskeuzehendel.
7.Alsuaanpassingengemaakthebt,herhaaldan
dezestappentotergeenaanpassingenmeer
nodigzijn.
Belangrijk:Alsdemachinebeweegtterwijlde
tractiehendelnietbediendwordt,controleerdan
detractiekabel;zieDetractiekabelcontrolerenen
afstellen(bladz.22)ofbrengdemachinenaareen
erkendeservicedealervooronderhoud.
Algemeenoverzicht
vandemachine
g264798
Figuur11
1.Handgreep(2)
9.Uitwerpkanaal
2.Wormas/impellerhendel10.Schraper
3.Snelheidskeuzehendel
11.Wormas
4.QuickStick®regelaar
uitwerpkanaal
12.Glijder(2)
5.Tractiehendel13.Elektrischestartknop
6.Dopvanbrandstoftank
14.Elektrischstartcontact
7.Vulbuis/peilstok15.Gereedschapom
sneeuwverstoppingen
teverwijderen
8.Uitwerpgeleider
11
g016500
Figuur12
1.Hulpstartknop
5.Gashendel
2.Sleutel6.Aftapplug
3.Choke
7.Handgreepvanstartkoord
4.Brandstofafsluitklep
g004217
Figuur13
1.Gereedschapomsneeuwverstoppingenteverwijderen
(aandehandgreepbevestigd)
Specicaties
Model
Gewicht
Lengte
BreedteHoogte
79,4kg142cm66cm117cm
38812
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorTorogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur,
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenervoor
tezorgendatdeveiligheidscerticatenvande
machineblijvengelden,moetutervervanging
altijdorigineleonderdelenenaccessoiresvanT oro
aanschaffen.Gebruiktervervangingnooitonderdelen
enaccessoiresvananderefabrikanten,omdatdit
gevaarlijkkanzijnendeproductgarantiehierdoorkan
vervallen.
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidvóórgebruik
Algemeneveiligheid
Uitsluitendvoormodellenmetelektrisch
startsysteem:Gebruikverlengsnoeren
enstopcontactenzoalsomschreveninde
handleiding.Onderzoekhetelektriciteitssnoer
voordatuhetineenstopcontactsteekt.Indien
hetsnoerisbeschadigd,moetuhetvervangen.
Koppelhetstroomsnoerafalsunietvanplanbent
omdemachinetestarten.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos,
steeklossekledingstukkengoedvastendraag
geenbungelendejuwelen.
Inspecteereerstgrondighetterreinwaaru
demachinegaatgebruikenenverwijderalle
deurmatten,sleeën,boards,dradenenandere
vreemdevoorwerpen.
Alsveiligheidsschermen,veiligheidsvoorzieningen
ofstickersonleesbaarzijn,ontbrekenof
beschadigdzijn,moetudezeherstellenof
vervangenvoordatudemachinegaatgebruiken.
Draaiooklossebevestigingsmaterialenvast.
Pasdehoogtevandeopvangerbehuizingaan
zodatdezegeengrindofkiezelsraakt.
Veiligomgaanmetbrandstof
Brandstofisuitermateontvlambaarenexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
veroorzaken.
Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moetuhet
brandstofvaten/ofdemachinevoordatudetank
vultopdegrondplaatsen,nietopeenvoertuigof
eenanderobject.
Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneerde
motorkoudis.Plaatsdedopvandebrandstoftank
stevigterugenneemgemorstebrandstofop.
Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,enhoud
brandstofuitdebuurtvanopenvuurenvonken.
12
Bewaarbrandstofineengoedgekeurd
brandstofvatenbuitenbereikvankinderen.
Wanneererbrandstofindetankzit,kanteltude
machinealleenopdemanierdieisaangegevenin
deinstructies.
Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.
Brandstoftankvullen
TypeLoodvrijebenzine
Minimaaloctaangetal
87(VS)of91
(researchoctaangetal;buiten
deVS)
Ethanol
Nietmeerdan10%vanhet
volume
Methanol
Geen
MTBE(methyl-tertiair-
butylether)
Nietmeerdan15%vanhet
volume
Olie
Niettoevoegenaande
brandstof
Gebruikuitsluitendschone,versebrandstof(minder
dan30dagenoud)vaneengerespecteerdebron.
VuldebrandstoftankzoalsgetoondinFiguur14;vul
debrandstoftankniethogerdandeonderkantvande
vulbuisvandebrandstoftank.
g216203
Figuur14
Belangrijk:Omdebesteresultatentekrijgen,
moetunietmeerbrandstofaanschaffendanu
naarverwachtingin30dagenzultgebruiken.
Andersmoetustabilizer/conditionertoevoegen
aandeversebrandstofvolgensdevoorschriften
vandefabrikantvandestabilizer/conditioner.
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdensgebruik
Algemeneveiligheid
Zetdemotorafvoordatudemateriaal
verwijdertuitdemachinedatvastiskomen
tezittenengebruikaltijdeenstokofhet
gereedschapomsneeuwteverwijderen(indien
meegeleverd).
Loopachterdehandgrepenenblijfuitdebuurt
vandeuitwerpopeningalsudemachinegebruikt.
Houduwgezicht,handen,voetenenalle
anderelichaamsdelenofkledingsstukken
uitdebuurtvanbewegendeofdraaiende
onderdelen.
Richtdeuitgeworpensneeuwnooitopmensenof
plaatsenwaardesneeuwschadekanaanrichten.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
Letopdatunietuitschuiftofvalt,inhetbijzonder
alsudemachineindeachteruitstandbedient.
Zoekaltijdbetrouwbareplaatsenomtestaanen
houdehandgrepenstevigvast.Loopstapvoets;
nooitrennen.
Gazeervoorzichtigtewerkwanneerudemachine
opeenhellinggebruikt.
Gebruikdemachinenietineenslechtverlichte
omgevingofbijslechtezichtbaarheid.
Kijkachteromenweesvoorzichtigalsude
machineachteruitrijdt.
Wanneerunietactiefsneeuwaanhetruimen
bent,schakeltudeaandrijvingvandewormasuit.
Weesuiterstvoorzichtigbijhetwerkenmet
demachineopofhetkruisenvangrindpaden,
voetpadenofwegen.Hourekeningmet
onverwachtegevarenenverkeer.
Probeernooitaanpassingentemakenterwijlde
motordraait,tenzijditwordtaangegeveninde
instructies.
Alsueenvreemdvoorwerphebtgeraakt,zetude
motoruit,verwijderuhetsleuteltjeencontroleert
udemachineopbeschadiging.Repareer
beschadigdeonderdelenvoordatudemachine
start.
Alsdemachineabnormaalbeginttetrillen,moet
udemotorafzettenenonmiddellijknagaanwat
deoorzaakdaarvanis.
Laatdemotornietbinnenlopen;uitlaatgassenzijn
gevaarlijk.
13
Vermijdoverbelastingvandemachinealsute
snelwiltwerken.
Schakelallekoppelingenuitenzetdeversnelling
indeneutraalstandvoordatudemotorstart.
Schakeldemotoraltijduitalsude
bestuurderspositieverlaat,deopvanger,de
impellerofhetuitwerpkanaalvrijmaakt,enalsu
herstellingen,aanpassingenofcontrolesuitvoert.
Gebruikdemachinenooitmeteenhogesnelheid
opgladdeondergrond.
14
Motorstarten
Elektrischestartgebruiken
Opmerking:Alsudeelektrischestarterwiltgebruiken(uitsluitendvoormodellenmetelektrischstartsysteem),
moetueersteenstroomsnoeraankoppelenophetelektrischestartcontactenhetsnoervervolgensopeen
stopcontactaansluiten.Gebruikeengecerticeerdverlengsnoervan1,3mm²datisaanbevolenvoorgebruik
buitenshuisendatnietlangerisdan15m.
WAARSCHUWING
Hetelektriciteitssnoerkanbeschadigdrakeneneenschokofbrandveroorzaken.
Controleerhetsnoergrondigvoordatudemachinegaatgebruiken.Alshetsnoeris
beschadigd,maguhetnietgebruiken.Repareerofvervanghetbeschadigdesnoer
onmiddellijk.Neemcontactopmeteenerkendeservicedealervoorhulp.
VOORZICHTIG
Alsudemachineachterlaatterwijlzeaangeslotenisopeenstopcontact,kaniemandde
machineonopzettelijkstartenenmensenverwondenofmateriëleschadeveroorzaken.
Koppelhetstroomsnoerafalsunietvanplanbentomdemachinetestarten.
g326803
Figuur15
15
Handstartgebruiken
g254928
Figuur16
Demotorafzetten
g252411
Figuur17
Bedieningvande
tractieaandrijving
VOORZICHTIG
Alsdetractieaandrijvingnietjuistisafgesteld,
kandemachineindeverkeerderichtingrijden
enletselen/ofmateriëleschadeveroorzaken.
Controleerdetractieaandrijvingzorgvuldig
ensteldezeindiennodigopdejuistemanier
af;zie9Dewerkingvandetractieaandrijving
controleren(bladz.10)voormeerinformatie.
Belangrijk:Alsdemachinebeweegtterwijlde
tractiehendelnietbediendwordt,controleerdan
detractiekabel;zieDetractiekabelcontrolerenen
afstellen(bladz.22)ofbrengdemachinenaareen
erkendeservicedealervooronderhoud.
1.Drukdelinkerhendel(tractie)innaarde
handgreepomdetractieaandrijvinginte
schakelen(Figuur18).
g001011
Figuur18
2.Laatdetractiehendellosomdetractieaandrijving
uitteschakelen.
16
Desnelheidskeuzehendel
bedienen
Desnelheidskeuzehendelheeft6voorwaartse
versnellingenen2achteruit.Omteschakelenmoetu
detractiehendelloslatenendesnelheidskeuzehendel
indegewenstestandzetten(Figuur19).Eriseen
inkepingdiedehendelborgtinelkestand.
g322971
Figuur19
Dewormas/impeller
bedienen
1.Omdeaandrijvingvandewormas/impeller
inteschakelen,druktuderechterhendel
(wormas/impeller)tegendehandgreep(Figuur
20).
g001013
Figuur20
2.Omdewormasenimpellertestoppen,laatu
derechterhendellos.
Belangrijk:Alsuzoweldewormas/impel-
lerhendelalsdetractiehendelinschakelt,
vergrendeltdetractiehendeldewor-
mas/impellerhendel.Opdiemanierisuw
rechterhandvrij.Omdebeidehendelsuit
teschakelenlaatugewoondelinkerhendel
(tractie)los.
3.Alsdewormasendeimpellerblijvendraaien
wanneerudewormas/impellerhendellosgelaten
hebt,magudemachinenietgebruiken.
Controleerdekabelvoordewormas/impeller;
zieDekabelvandewormas/impellercontroleren
enafstellen(bladz.22)enstelhemindiennodig
af.Ukuntdemachineooknaareenerkende
servicedealerbrengenvooronderhoud.
WAARSCHUWING
Alsdewormasendeimpeller
blijvendraaienwanneerude
wormas/impellerhendellosgelaten
hebt,kuntuuzelfenanderenernstig
letseltoebrengen.
Gebruikdemachineniet.Brengde
machinenaareenerkendeservicedealer
vooronderhoud.
DeQuickStick®bedienen
Houdeblauwedopvandetrekkernaarbenedenom
deQuickSticktegebruikenenhetuitwerpkanaal
endeuitwerpgeleidertebewegen.Laatdedop
vandetrekkerlosomhetuitwerpkanaalende
uitwerpgeleiderinhunstandteborgen(Figuur21).
g001014
Figuur21
Hetuitwerpkanaalbewegen
Houdeblauwedopvandetrekkeromlaagenbeweeg
deQuickSticknaarlinksomhetuitwerpkanaalnaar
linkstebewegen;beweegdeQuickSticknaarrechts
omhetuitwerpkanaalnaarrechtstebewegen(Figuur
22).
17
g018894
Figuur22
Alshetuitwerpkanaalnietbeweegtziedan
Afstellenvandevergrendelingvanhet
uitwerpkanaal(bladz.26).
Alshetkanaalnietevenvernaarlinkskandraaien
alsnaarrechts,controleerdanofdekabelnaarde
binnenkantvandehandgrepenloopt.Zie1De
bovenstehandgreepbevestigen(bladz.6).
Alshetuitwerpkanaalnietvergrendeldwordtalsu
dedopvandetrekkerloslaatziedanAfstellenvan
devergrendelingvanhetuitwerpkanaal(bladz.
26).
Deuitwerpgeleiderbewegen
Houdeblauwedopvandetrekkernaarbeneden
enbeweegdeQuickSticknaarvorenomde
uitwerpgeleidertelatenzakken;beweegdedopnaar
achterenomdeuitwerpgeleideromhoogtebrengen
(Figuur23).
g001016
Figuur23
Eenverstoptuitwerpkanaal
vrijmaken.
WAARSCHUWING
Alsdewormas/impellerdraaitmaarergeen
sneeuwuithetuitwerpkanaalkomt,ishet
uitwerpkanaalmogelijkverstopt.
Gebruiknooituwhandenomeenverstopt
uitwerpkanaalvrijtemaken.Hierdoorkan
lichamelijkletselontstaan.
Omhetuitwerpkanaalvrijtemaken,laatudelinker
hendel(tractie)losvanuitdebestuurderspositie.
Laatdewormas/impellerdraaienendrukde
handgrepennaarbenedenomdevoorkantvan
demachineenkelecentimetersvandegrondte
tillen.Beweegdehandgrependansnelomhoog
omdevoorkantvandemachineopdegrondte
slaan.Herhaalindiennodigtotersneeuwuithet
uitwerpkanaalkomt.
Alshetnietluktomhetuitwerpkanaalvrijtemaken
doordevoorkantvandemachinetegendegrond
tetikken,schakeldemotordanuit,wacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenengebruikdanhetwerktuigom
sneeuwteverwijderen(Figuur13).
Belangrijk:Alsuhetuitwerpkanaalprobeert
vrijtemakendoordevoorkantvandemachine
tegendegrondtetikken,kunnendeglijders
verschuiven.Steldeglijdersafendraaide
boutenvandeglijdersstevigvast;zieDe
glijdersendeschrapercontrolerenenafstellen
(bladz.21).
18
Tipsvoorbedieningen
gebruik
GEVAAR
Alsdemachineinbedrijfis,draaiende
impellerendewormasenkunnenzehanden
envoetenverwondenofamputeren.
Voordatudemachineafstelt,reinigt,
controleert,hersteltofeenprobleem
oplost,moetudemotoruitschakelenen
wachtentotallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomen.Koppelde
bougiekabelafenhoudezeuitdebuurtvan
debougieomtevoorkomendatiemand
perongelukdemotorstart.
Verwijdereenobstructieuithet
uitwerpkanaal;zieEenverstopt
uitwerpkanaalvrijmaken.(bladz.18).
Gebruikhetwerktuigomsneeuwte
verwijderen(Figuur14),nietuwhanden,
omeenobstructieteverwijderenuithet
uitwerpkanaal.
Loopachterdehandgrepenenblijfuit
debuurtvandeuitwerpopeningalsude
machinegebruikt.
Houduwgezicht,handen,voetenenalle
anderelichaamsdelenofkledingsstukken
uitdebuurtvanweggestopte,bewegende
ofdraaiendeonderdelen.
WAARSCHUWING
Deimpellerkanstenen,speelgoedenandere
vreemdevoorwerpenuitwerpenenuof
omstandersernstigletseltoebrengen.
Houhetterreinwaarusneeuwwiltruimen
vrijvanallevoorwerpendiedoorde
wormaskunnenwordengegrepenen
uitgeworpen.
Houkinderenenhuisdierenweguithet
werkgebied.
SteldegashendelaltijdinopSNELalsu
sneeuwruimt.
Alshettoerentalverlaagttengevolgevande
belastingofalseenwielslipt,schakeldemachine
danineenlagereversnelling.
Alsdevoorkantvandemachineomhoogtrekt,
schakeltudemachineineenlagereversnelling.
Alsdevoorkantnogaltijdomhoogtrekt,tilde
handgrependanomhoog.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Staleenmachinedienogbrandstofindetankheeft
nooitineenruimtemetvuurhaardenzoalsboilers,
verwarmingstoestellenofwasdroogmachines.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimtestalt.
Wanneerudemachinevoorlangerdan30dagen
stalt,raadpleegdanStalling(bladz.26)voor
belangrijkeinformatie.
Laatdemachinenahetsneeuwruimennogenkele
minutenlopenomtevoorkomendatdeopvanger
endeimpellernagebruikbevriezen.
Bevriezingnagebruik
voorkomen
Bijsneeuwvalenkoudetemperaturenkunnen
sommigebedieningselementenenbewegende
onderdelenbevriezen.Gebruiknietteveelkracht
alsubevrorenbedieningselementenprobeert
tegebruiken.Alseenbedieningselementof
onderdeelmoeilijktegebruikenis,startdande
motorenlaatdezeenkeleminutendraaien.
Laatdemotornogenkeleminutendraaiennadat
udemachinegebruikthebt.Zovoorkomtudat
bewegendeonderdelenbevriezen.Schakelde
wormas/impellerinomachtergeblevensneeuwuit
debehuizingteverwijderen.DraaideQuickStick
omtevermijdendatdezebevriest.Schakelde
motoruit,wachttotallebewegendedelenstilstaan
enverwijderijsensneeuwvandemachine.
Terwijldemotoruitgeschakeldis,trektu
meermaalsaandehandstarterendruktueenmaal
opdeelektrischestartknop.Zovoorkomtudatde
handstarterendeelektrischestarterbevriezen.
19
Onderhoud
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste2bedrijfsuren
Controleerdetractiekabelensteldezeafindiennodig.
Controleerdekabelvandewormas/impellerensteldezeafindiennodig.
Nadeeerste5bedrijfsuren
Demotorolieverversen.
Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerhetoliepeilvandemotorenvoegolietoeindiennodig.
Omde100bedrijfsuren
Bougievervangen.
Jaarlijks
Controleerdeglijdersendeschraperstelzeindiennodigaf.
Controleerdetractiekabel;indiennodigafstellenofvervangen.
Controleerdekabelvandewormas/impeller;indiennodigafstellenofvervangen.
Controleerhetoliepeilindetandwielkastvandewormasenvoegolietoeindien
nodig.
Demotorolieverversen.
Smeerdezeshoekigeas.
Jaarlijksofvóórstalling
Controleerdebandenspanningenpompdebandenoptot1,16-1,37bar.
Laatdebrandstofuitlekkenenlaatdemotordraaientotdebrandstoftankende
carburatorleegzijnaanheteindevanhetseizoen.
Laateenerkendeservicedealerdeaandrijfriemvandetractieen/ofvande
wormas/impellervervangenindiennodig.
Demachineveilig
onderhouden
Leesdevolgendeveiligheidsmaatregelenvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenverrichtaandemachine:
Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Draagaltijdoogbeschermingterwijludemachine
afsteltofhersteltomuwogentebeschermentegen
vreemdeobjectendiedemachinekanuitwerpen.
Controleerregelmatigofallebevestigingenvast
zittenenhetveiligisomdemachinetegebruiken.
Veranderdeinstellingenvandemotorniet.
Gebruiktervervanginguitsluitendoriginele
onderdelenenaccessoiresvanT oro.
Vóóronderhoudswerk-
zaamheden
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
3.Koppeldebougiekabelaf.ZieBougievervangen
(bladz.25).
20
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—Controleerhetoliepeilvandemotorenvoegolietoeindien
nodig.
g257528
Deglijdersendeschraper
controlerenenafstellen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks—Controleerde
glijdersendeschraperstelze
indiennodigaf.
Controleerdeglijdersendeschraper;dewormas
magdeverhardeondergrondofhetgrindnietraken.
Steldeglijdersendeschraperafzoalsvereistom
slijtagetecompenseren.
1.Controleerdebandenspanning;zie7
Bandenspanningcontroleren(bladz.9).
2.Draaidemoerenwaarmeedebeideglijdersaan
dezijkantvandewormasbevestigdzijnlostot
deglijdersgemakkelijknaarbovenenbeneden
bewegen.
g019046
Figuur25
1.3mm
Belangrijk:Dewormasbladenmoeten
wordenondersteundbovendegronddoor
deglijders.
3.Zorgervoordatdeschraperzich3mmboven
eenegaaloppervlakbevindtenevenwijdigis
metditoppervlak.
Opmerking:Alsdegrondgebarsten,ruwof
ongelijkis,moetudeglijdersafstellenomde
schraperomhoogtebrengen.Steldeglijdersbij
grindlagerafomtevoorkomendatdemachine
steentjesopneemt.
4.Laatdeglijderszakkentotzetegendegrond
komen.
5.Draaidemoerenwaarmeedeglijdersaande
zijkantvandewormaszittenstevigvast.
21
Opmerking:Omdeglijderssnelaftestellen
alszelosraken,ondersteuntudeschraper
3mmvandegrond,ensteltudandeglijdersaf
naarbenedennaardegrond.
Opmerking:Alsdeglijdersversletenzijn,kunt
uzeomkerenmetdeongebruiktezijdenaar
degrond.
Detractiekabelcontroleren
enafstellen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste2
bedrijfsuren—Controleerde
tractiekabelensteldezeafindien
nodig.
Jaarlijks—Controleerdetractiekabel;indien
nodigafstellenofvervangen.
Alsdemachinenietvooruit-ofachteruitrijdt,ofals
zerijdtterwijludetractiehendelloslaat,moetude
tractiekabelafstellen.
Indiendelinker(tractie)kabelnietgoedisingesteld,
steldezedanin:
1.Draaidecontramoerlos.
2.Schakeldetractiehendelinenhoudezeopzijn
plaats(Figuur26).
g001011
Figuur26
3.Draaidespanmoervasteroflosseromde
lengtevandeveerintestellenop5,5cmzoals
inFiguur27.
g030998
Figuur27
1.Contramoer
3.Veer
2.Spanmoer
4.5,5cm
4.Draaidecontramoervast(Figuur27),verzeker
datdekabelonderenigespanningstaat.
5.Neemcontactopmeteenerkendeservicedealer
alsdetractiekabeljuistisafgesteldmaarhet
probleemvoortduurt.
Dekabelvande
wormas/impeller
controlerenenafstellen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste2
bedrijfsuren—Controleerde
kabelvandewormas/impelleren
steldezeafindiennodig.
Jaarlijks—Controleerdekabelvande
wormas/impeller;indiennodigafstellenof
vervangen.
1.Draaidecontramoerlos.
2.Schakeldehendelvandewormas/impellerinen
houdezeopzijnplaats(Figuur28).
22
g001013
Figuur28
3.Draaidespanmoervasteroflosseromdelengte
vandeveerintestellenop7cmzoalsinFiguur
29.
g031000
Figuur29
1.Contramoer
3.Veer
2.Spanmoer
4.7cm
4.Draaidecontramoervast(Figuur29),verzeker
datdekabelonderenigespanningstaat.
5.Neemcontactopmeteenerkendeservicedealer
alsdekabelvandewormas/impellerjuist
isafgesteldmaareenprobleemzichblijft
voordoen.
Hetoliepeilinde
tandwielkastvande
wormascontroleren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks—Controleerhet
oliepeilindetandwielkastvande
wormasenvoegolietoeindien
nodig.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Maakschoonronddebuisplug(Figuur30).
g016782
Figuur30
1.Buisplug
3.Verwijderdebuispluguitdetandwielkast.
4.Controleerhetoliepeilindetandwielkast.De
oliemoet9,5mmonderdevulopeningstaan.
5.AlshetoliepeillaagisvoegdanGL-5ofGL-6,
SAE80-90EPtandwielkastolietoeaande
tandwielkast,totdatdeolie9,5mmonderde
vulopeningstaat.
Opmerking:Gebruikgeensynthetischeolie.
6.Brengdebuisplugaanindetandwielkast.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5
bedrijfsuren—Demotorolie
verversen.
Jaarlijks—Demotorolieverversen.
Laatindienmogelijkdemotorgedurendeeenaantal
minutenlopenvlakvoordatudeolieververst.Warme
oliestroomtgemakkelijkerenvoertverontreinigingen
betermee.
Motoroliecapaciteit
0,60l*
Olieviscositeit
ZieFiguur32.
API-classicatieSJofhoger
*Erzitnogresterendeolieinhetcarternadatude
oliehebtlatenuitlekken.Gietnietdevolledigeinhoud
olieinhetcarter.Vulhetcarterbijmetoliezoals
aangegevenindevolgendestappen.
GebruikFiguur32hieronderomtebepalenwatde
besteolieviscositeitisvoorhetverwachtebereikvan
debuitentemperatuur:
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Maakdeomgevingvandeolieaftapplugschoon
(Figuur31).
23
g016496
Figuur31
1.Olieaftapplug
3.Schuifeenopvangbakonderdeaftapbuisen
verwijderdeolieaftapplug.
4.Laatdeolieuitlekken.
Opmerking:Geefdeoudeolieafbijeen
erkendinzamelpunt.
5.Plaatsdeolieaftapplugendraaidezegoedvast.
6.Maakdeomgevingvandeolievulbuis/peilstok
schoon.
7.Schroefdepeilstoklosenverwijderhem.
8.Gietvoorzichtigongeveer¾vandeoliecapaciteit
vandemotorindevulbuis.
GebruikFiguur32omtebepalenwatdebeste
olieviscositeitisvoorhetverwachtebereikvan
debuitentemperatuur:
g011606
Figuur32
9.Wacht3minutentotdeolieindemotorgezakt
is.
10.Veegdepeilstokmeteenschonedoekschoon.
11.Steekdepeilstokindevulbuisenschroefhem
erin.Verwijderdepeilstokdanweer.
12.Leeshetoliepeilafvandepeilstok.
Alshetpeilopdepeilstoktelaagstaat,giet
danvoorzichtigeenkleinehoeveelheidolie
indevulbuis,wacht3minutenenherhaal
stap10totenmet12totdatdepeilstokhet
juistepeilaangeeft.
Alshetoliepeilopdepeilstoktehoogis,tapt
udeovertolligeolieaftotdepeilstokhet
juisteoliepeilaangeeft.
Belangrijk:Alshetoliepeilindemotorte
hoogoftelaagisenulaatdemotortoch
draaien,kuntudezebeschadigen.
13.Plaatsdepeilstokgoedindevulbuis.
Smerenvandezeshoekige
as
Onderhoudsinterval:Jaarlijks—Smeerde
zeshoekigeas.
Smeerdezeshoekigeasjaarlijksmetmotorolie
(Figuur33).
g019018
Figuur33
1.Zeshoekigeas3.Rubberwiel
2.Stalenaandrijfplaat
Belangrijk:Voorkomdaterolieophetrubberwiel
ofdestalenaandrijfplaatkomtomdatde
aandrijvingdanzalslippen(Figuur33).
1.Tapdebrandstofafuitdebrandstoftank.
2.Kanteldemachinenaarvorenopdebehuizing
vandewormas.Zetdezevastmetblokkeno.i.d.
omomvallentevoorkomen.
3.Verwijderdekapaandeachterkant(Figuur34).
24
g019019
Figuur34
1.Schroeven
4.ZetdesnelheidskeuzehendelopstandR2.
5.Steekuwvingerinmotorolieensmeerde
zeshoekigeaslichtjes.
6.Zetdesnelheidskeuzehendelopstand6.
7.Smeerhetandereuiteindevandezeshoekige
as.
8.Beweegdesnelheidskeuzehendelenkelemalen
naarvorenennaarachteren.
9.Monteerdekapopdeachterkantenplaatsde
machineweerindebedrijfsstand.
Bougievervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Bougievervangen.
WAARSCHUWING
Alsudebougievervangtterwijldemotornog
warmis,kanditleidentotbrandwonden.
Wachttotdatdemotorkoudisomdebougie
tevervangen.
GebruikeenTorobougieofeengelijkwaardigebougie
(Champion®RN9YCofNGKBPR6ES).
1.Verwijderdehuls(Figuur35).
g016645
Figuur35
1.Hulsvanbougie
2.Maakschoonronddebasisvandebougie.
g016646
Figuur36
3.Verwijderdeoudebougieengooidezeweg.
Opmerking:Uheefteenratelsleutelmet
verlengstuknodigomdebougieteverwijderen.
4.Steldeafstandtussendeelektrodesinop
0,76mmbijeennieuwebougiezoalsgetoond
inFiguur37.
g001029
Figuur37
1.0,76mm
5.Monteerdenieuwebougie,maakzestevigvast
enbevestigdeontstekingskabelaandebougie.
25
Opmerking:Zorgervoordatde
ontstekingskabelvolledigopzijnplaats
kliktopdebougie.
Afstellenvande
vergrendelingvanhet
uitwerpkanaal
Alshetuitwerpkanaalnietindegewenstepositie
vergrendelt,ofnietloskomtzodatuhetineenandere
standkuntzetten,moetudevergrendelingvanhet
uitwerpkanaalafstellen.
1.Draaideklemmoeropdesteunplaatvanhet
uitwerpkanaallostotdekabelvrijis.
g019021
Figuur38
1.Kabelgeleiding3.Klemmoer
2.Kabelklem
2.Alsdekabelslaphangt,trekdekabelgeleiding
dannaarachteren.
3.Houdekabelopzijnplaatsendraaide
klemmoervast.
Deaandrijfriemen
vervangen
Alsdeaandrijfriemvandewormas/impellerofde
tractieslijtageheeft,dooroliedoordrenktisofop
eenanderemanierbeschadigdis,laatderiemdan
vervangendooreenerkendeservicedealer.
Stalling
Veiligheidtijdensopslag
Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Brandstofdampenzijnuiterstontvlambaar,
explosiefengevaarlijkalszewordeningeademd.
Alsuhetproductstaltineenruimtemeteen
openvuur,kunnendebrandstofdampenworden
ontstokeneneenexplosieveroorzaken.
Staldemachinenietineenhuis(woongedeelte),
kelderofandereruimtewaarontstekingsbronnen
aanwezigkunnenzijn,zoalsboilersen
verwarmingstoestellen,wasdroogmachines,
fornuizenenanderetoestellen.
Kanteldemachinenietnaarvorenofnaar
achterenmetbrandstofindebrandstoftank,
anderskanerbrandstoflekkenuitdemachine.
Staldemachinenietmethaarhandgreepnaar
benedenopdegrondgekanteld;anderskaner
olielekkenindemotorcilinderenopdegronden
demotorzalmisschiennietstarten.
Demachinestallen
1.Alsudetankvoordelaatstekeervanhet
seizoenvult,moetueenstabilizertoevoegen
aandeversebrandstofvolgensdevoorschriften
vandefabrikant.
Belangrijk:Bewaarbrandstofnietlanger
danwordtvoorgestelddoordefabrikantvan
destabilizer.
2.Laatdemotor10minutenlopenomdebrandstof
metdetoegevoegdestabilizer/conditionerdoor
hetbrandstofsysteemteverspreiden.
3.Laatdemotorlopentotdathijgeenbrandstof
meerheeft.
4.Gebruikdehulpstarterenstartdemotor
nogmaals.
5.Laatdemotorlopentothijafslaat.Alsdemotor
nietmeerwilstarten,isdebenzinevoldoende
verbruikt.
6.Laatdemotorafkoelen.
7.Verwijderhetsleuteltje.
8.Reinigdemachinegrondig.
9.Herstelafgeschilferdeverfmetverfvaneen
erkendeservicedealer.Schuurdebetreffende
plaatsenvoordatugaatverven,engebruikeen
26
roestwerendmiddelomtevoorkomendatde
metalenonderdelengaanroesten.
10.Draaiallelosseborgmoeren,boutenen
schroevengoedaan.Vervangofherstel
beschadigdeonderdelen.
11.Dekdemachineafenstalzeopeenschone,
drogeplaatsbuitenhetbereikvankinderen.
Demaaimachineuitde
stallinghalen
Voerdejaarlijkseonderhoudsproceduresinhet
Aanbevolenonderhoudsschemauit;zieOnderhoud
(bladz.20).
27
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Hetstroomsnoerisafgekoppeldaan
hetstopcontactofdemachine.
1.Verbindhetstroomsnoermethet
stopcontacten/ofdemachine.
2.Hetstroomsnoerisversleten,
gecorrodeerdofbeschadigd.
2.Vervanghetstroomsnoer.
Deelektrischestarterdraaitniet(alleen
modellenmetelektrischestarter).
3.Hetstopcontactstaatnietonder
stroom.
3.Laateenerkendeelektricienhet
stopcontactnakijken.
1.Desleutelzitnietinhetcontact.
1.Steekhetcontactsleuteltjeinhet
contact.
2.DechokestaatindeUIT-standende
hulpstartknopisnietingedrukt.
2.BeweegdechokenaardestandAAN
endrukdriekeeropdehulpstartknop.
3.Debrandstofafsluitklepisnietopen.3.Opendebrandstofafsluitklep.
4.DegashendelstaatnietopSNEL.4.ZetdegashendelopSNEL.
5.Brandstoftankleegofoudebenzinein
hetbrandstofsysteem.
5.Laatdebrandstoftankuitlekkenen/of
vuldetankmetversebrandstof(niet
ouderdan30dagen).Neemcontact
opmeteenerkendeservicedealerals
hetprobleemzichblijftvoordoen.
6.Debougiekabelzitlosofisniet
aangesloten.
6.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
7.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
7.Debougiecontrolerenenindiennodig
deelektrodenafstandafstellen.De
bougievervangenalsdezeaangetast,
vuilofgebarstenis.
8.Dedopvandeontluchtingvande
brandstoftankwordtverstopt.
8.Verwijderdeverstoppingin
deontluchtingofvervangde
brandstofdop.
Demotorstartnietofstartmoeilijk.
9.Hetoliepeilinhetcarteristehoogof
telaag.
9.Vuloliebijoflaatdezeuitlekken
tothetoliepeilinhetcartertotde
Volmarkeringopdepeilstokreikt.
1.DechokebevindtzichindestandAAN.1.ZetdechokeindestandUIT.
2.Debrandstofafsluitklepisniethelemaal
open.
2.Opendebrandstofafsluitklep.
3.Debrandstoftankisbijnaleegofbevat
oudebrandstof.
3.Laatdebrandstoftankuitlekkenen
vuldetankmetversebrandstof(niet
ouderdan30dagen).Neemcontact
opmeteenerkendeservicedealerals
hetprobleemzichblijftvoordoen.
4.Debougiekabelislos.
4.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Debougiecontrolerenenindiennodig
deelektrodenafstandafstellen.De
bougievervangenalsdezeaangetast,
vuilofgebarstenis.
Demotorlooptonregelmatig.
6.Hetoliepeilinhetcarteristehoogof
telaag.
6.Vuloliebijoflaatdezeuitlekken
tothetoliepeilinhetcartertotde
Volmarkeringopdepeilstokreikt.
28
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.DegashendelstaatnietopSNELbijhet
sneeuwruimen.
1.ZetdegashendelopSNEL.
2.Demachinegaattesnelomsneeuw
teruimen.
2.Schakeldemachineineenlagere
versnelling.
3.Uprobeertteveelsneeuwper
werkgangteruimen.
3.Ruimmindersneeuwperwerkgang.
4.Uprobeertergzwareofnattesneeuw
teruimen.
4.Overbelastdemachinenietmeterg
zwareofnattesneeuw.
5.Hetuitwerpkanaalisverstopt.5.Maakhetuitwerpkanaalvrij.
6.Deaandrijfriemvande
wormas/impellerzitlosofisvan
depoeliegelopen.
6.Monteerdeaandrijfriemvande
wormas/impelleren/ofsteldeze
af;raadpleegwww.T oro.comvoor
service-informatieofbrengdemachine
naareenerkendeservicedealer.
Demotordraait,maardemachinewerpt
weinigofgeensneeuwuit.
7.Deaandrijfriemvande
wormas/impellerisversletenof
beschadigd.
7.Vervangdeaandrijfriemvan
dewormas/impeller;raadpleeg
www.T oro.comvoorservice-informatie
ofbrengdemachinenaareenerkende
servicedealer.
Hetuitwerpkanaalkannietvergrendeld
wordenofbeweegtniet.
1.Degrendelvanhetuitwerpkanaalis
nietcorrectafgesteld.
1.Degrendelvanhetuitwerpkanaal
afstellen.
1.Deglijdersen/ofschraperzijnnietjuist
afgesteld.
1.Steldeglijdersen/ofdeschraperaf.
Demachinemaaktdeondergrondniet
goedvrijvansneeuw.
2.Debandenspanningindetweebanden
isnietgelijk.
2.Controleerenwijzigdespanningin
éénofbeidebanden.
29
PrivacyverklaringEEA/VK
Toro’sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru
verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer.Torogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele
verplichtingenzoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan
terugroepactiesenvoorlegitiemezakelijkedoeleindenzoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen
dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze
activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We
verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Bewaringvanuwpersoonsgegevens
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke
vereisten.Gelievecontactoptenemenvia[email protected]voormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro’sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar
uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom
ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete
beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaar[email protected].AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw
informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen
bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC

Documenttranscriptie

Form No. 3439-448 Rev A Power Max® 724 OE sneeuwfrees Modelnr.: 38812—Serienr.: 400000000 en hoger Gebruikershandleiding Inleiding Modelnr.: Deze machine is bedoeld voor gebruik door particulieren. De sneeuwfrees is in de eerste plaats ontworpen om sneeuw te verwijderen van verharde ondergronden, zoals opritten, stoepen en andere oppervlakken op privaat of commercieel terrein. Hij is niet ontworpen om ander materiaal dan sneeuw te verwijderen. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Lees deze informatie zorgvuldig door om te leren hoe u uw product correct moet bedienen en onderhouden en om letsel en schade te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het correct en veilig gebruik van uw product. Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. Figuur 1 identificeert de locatie van het model en de serienummers op het product. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Serienr.: Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met het volgende veiligheidssymbool (Figuur 2), dat duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. g000502 Figuur 2 Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Belangrijk: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie. g293243 Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer © 2020—The Toro® Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 Registreer uw product op www.Toro.com.Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in Mexico Alle rechten voorbehouden *3439-448* A Inhoud Dit product voldoet aan alle relevante Europese normen; raadpleeg voor meer informatie de afzonderlijke conformiteitsverklaring van dit product. Inleiding .................................................................... 1 Veiligheid .................................................................. 3 Algemene veiligheid ........................................... 3 Veiligheids- en instructiestickers ........................ 4 Montage .................................................................... 6 1 De bovenste handgreep bevestigen................. 6 2 Monteren van het uitwerpkanaal ...................... 6 3 Monteren van het tractie-verbinding ................. 6 4 De bedieningsstang van het uitwerpkanaal monteren......................................................... 7 5 Monteren van het gereedschap om sneeuwverstoppingen te verwijderen .............. 8 6 Het motoroliepeil controleren ........................... 9 7 Bandenspanning controleren........................... 9 8 De glijders en de schraper controleren ........... 10 9 De werking van de tractieaandrijving controleren.................................................... 10 Algemeen overzicht van de machine ........................11 Specificaties .................................................... 12 Werktuigen/accessoires ................................... 12 Gebruiksaanwijzing ................................................ 12 Voor gebruik ........................................................ 12 Veiligheid vóór gebruik...................................... 12 Brandstoftank vullen ......................................... 13 Tijdens gebruik .................................................... 13 Veiligheid tijdens gebruik .................................. 13 Motor starten .................................................... 15 De motor afzetten ............................................. 16 Bediening van de tractieaandrijving .................. 16 De snelheidskeuzehendel bedienen ................. 17 De wormas/impeller bedienen .......................... 17 De Quick Stick® bedienen ................................ 17 Een verstopt uitwerpkanaal vrijmaken. ............. 18 Tips voor bediening en gebruik ......................... 19 Na gebruik ........................................................... 19 Veiligheid na het werk ....................................... 19 Bevriezing na gebruik voorkomen..................... 19 Onderhoud .............................................................. 20 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 20 De machine veilig onderhouden........................ 20 Vóór onderhoudswerkzaamheden.................... 20 Het motoroliepeil controleren............................ 21 De glijders en de schraper controleren en afstellen ........................................................ 21 De tractiekabel controleren en afstellen ............ 22 De kabel van de wormas/impeller controleren en afstellen ................................................... 22 Het oliepeil in de tandwielkast van de wormas controleren.................................................... 23 Motorolie verversen .......................................... 23 Smeren van de zeshoekige as .......................... 24 Bougie vervangen ............................................ 25 Afstellen van de vergrendeling van het uitwerpkanaal................................................ 26 De aandrijfriemen vervangen............................ 26 Stalling .................................................................... 26 Belangrijk: Als u deze machine voor een doorlopende periode gebruikt op een hoogte boven 1500 meter, moet u ervoor zorgen dat de set voor grote hoogte is gemonteerd zodat de motor voldoet aan de CARB-/EPA-emissierichtlijnen. De set voor grote hoogte verbetert de prestatie van de motor en voorkomt verontreiniging van de bougie, moeilijk starten en verhoogde uitstoot. Bevestig het label voor grote hoogte naast het plaatje met het serienummer op de machine zodra u de set heeft gemonteerd. Neem contact op met een erkende Toro service dealer om de juiste set voor grote hoogte en het label voor grote hoogte voor uw machine te verkrijgen. Om een dealer in uw buurt te vinden, kunt u kijken op onze website www.Toro.com of contact opnemen met onze Toro Customer Care Departement op het nummer dat is opgegeven in de garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem. Verwijder de set van de motor en herstel de motor naar zijn oorspronkelijke fabrieksconfiguratie wanneer u de motor gebruikt op een hoogte onder 1500 meter. Gebruik een motor die is ingesteld voor gebruik op grote hoogte niet op lagere hoogtes, anders kan de motor oververhit raken en worden beschadigd. Als u niet zeker bent of uw machine is ingesteld voor gebruik op grote hoogte, moet u zoeken naar het volgende label (Figuur 3). decal127-9363 Figuur 3 2 Veiligheid tijdens opslag ................................... 26 De machine stallen ........................................... 26 De maaimachine uit de stalling halen ................ 27 Problemen, oorzaak en remedie ............................. 28 Veiligheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de specificaties van EN ISO 8437. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor start. Zorg dat iedereen die dit product gebruikt de waarschuwingen begrijpt en weet hoe de machine te gebruiken en snel de motor uit te schakelen. • Schakel de motor altijd uit wanneer u de bestuurderspositie om wat voor reden ook verlaat. • Houd handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen van de machine. • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet werken. • Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen. Houd omstanders, in het bijzonder kleine kinderen, uit de buurt van het werkgebied. • Laat kinderen nooit de machine bedienen. 3 Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende veiligheidsstickers. 1 Bestelnummer 138-8487 2 x3 3 4 5 120-9805 decal120-9805 120-9805 1. Steek het sleuteltje in het contact. 2. Druk drie maal op de hulpstartknop. 3. Schakel de choke in. 4. Trek aan het startkoord. 5. Schakel de choke uit zodra de motor loopt. decal121-6823 121-6823 1. Snel 3. Langzaam 2. Snelheid vooruit 4. Snelheid achteruit decal121-6817 121-6817 decal131-6487 131-6487 1. Handen of voeten kunnen worden verwond/geamputeerd, impeller en wormas – houd omstanders uit de buurt. 1. Motor – uitschakelen 2. Langzaam 4 3. Snel decal137-6198 137-6198 1. Handen of vingers kunnen worden verwond/geamputeerd, impeller – steek uw hand niet in het uitwerpkanaal. 2. Waarschuwing – schakel de motor uit voordat u een verstopping van het uitwerpkanaal met het gereedschap verwijdert. Bestelnummer 138-8487 decal121-1240 121-1240 1. Tractieaandrijving - hendel indrukken om in te schakelen; hendel loslaten om uit te schakelen. 4. Handen kunnen worden verwond/geamputeerd, impeller – blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermingen en afschermingen op hun plaats zitten; verwijder het contactsleuteltje en lees de Gebruikershandleiding voordat u onderhoud uitvoert. 2. Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding. 5. De machine kan voorwerpen uitwerpen – houd omstanders op afstand. 3. Handen kunnen worden verwond/geamputeerd, impeller – steek uw hand niet in het uitwerpkanaal; schakel de motor uit voordat u de bedieningsplek verlaat; verwijder verstoppingen in afvoertunnel met het speciale gereedschap. 6. Aandrijving van de wormas/impeller – hendel indrukken om in te schakelen; hendel loslaten om uit te schakelen. 5 Montage 1 De bovenste handgreep bevestigen Geen onderdelen vereist Procedure g263892 2 Monteren van het uitwerpkanaal Geen onderdelen vereist Procedure g252568 6 3 Monteren van het tractie-verbinding Geen onderdelen vereist Procedure g252391 7 4 De bedieningsstang van het uitwerpkanaal monteren Geen onderdelen vereist Procedure g257848 8 5 Monteren van het gereedschap om sneeuwverstoppingen te verwijderen Geen onderdelen vereist Procedure g252394 6 Het motoroliepeil controleren Geen onderdelen vereist Procedure Opmerking: Uw machine wordt geleverd met olie in het carter. Voordat u de motor start, moet u het oliepeil controleren en indien nodig olie bijvullen. Zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 21). 9 7 Bandenspanning controleren Geen onderdelen vereist Procedure g252396 8 9 De glijders en de schraper controleren De werking van de tractieaandrijving controleren Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure Zie De glijders en de schraper controleren en afstellen (bladz. 21). VOORZICHTIG Als de tractieaandrijving niet juist is afgesteld, kan de machine in de verkeerde richting rijden en letsel en/of materiële schade veroorzaken. Controleer aandachtig de tractieaandrijving en stel deze indien nodig juist af. 10 1. Start de motor, zie Motor starten (bladz. 15). 2. Zet de snelheidskeuzehendel op stand R1; zie De snelheidskeuzehendel bedienen (bladz. 17). 3. Druk de linker hendel (tractie) naar de handgreep (Figuur 10). Algemeen overzicht van de machine g001011 Figuur 10 De machine moet naar achteren rijden. Als de machine niet beweegt of vooruitrijdt, doe dan het volgende: A. Laat de tractiehendel los en schakel de motor uit. B. Koppel de draaipen los van de snelheidskeuzehendel. C. Draai de draaipen naar beneden (rechtsom) op de bedieningsstang van de snelheidskeuzehendel. D. Koppel de draaipen vast aan de snelheidskeuzehendel. 4. Laat de tractiehendel los. 5. Zet de snelheidskeuzehendel op stand 1; zie De snelheidskeuzehendel bedienen (bladz. 17). 6. Druk de linker hendel (tractie) naar de handgreep (Figuur 10). g264798 Figuur 11 1. Handgreep (2) De machine moet vooruitrijden. Als de machine niet beweegt of achteruitrijdt, doe dan het volgende: A. B. Koppel de draaipen los van de snelheidskeuzehendel. C. Draai de draaipen naar boven (linksom) op de bedieningsstang van de snelheidskeuzehendel. D. 7. Laat de tractiehendel los en schakel de motor uit. 10. Schraper 3. Snelheidskeuzehendel 4. Quick Stick® regelaar uitwerpkanaal 11. Wormas 12. Glijder (2) 5. Tractiehendel 13. Elektrische startknop 6. Dop van brandstoftank 14. Elektrisch startcontact 7. Vulbuis/peilstok 15. Gereedschap om sneeuwverstoppingen te verwijderen 8. Uitwerpgeleider Koppel de draaipen vast aan de snelheidskeuzehendel. Als u aanpassingen gemaakt hebt, herhaal dan deze stappen tot er geen aanpassingen meer nodig zijn. Belangrijk: Als de machine beweegt terwijl de tractiehendel niet bediend wordt, controleer dan de tractiekabel; zie De tractiekabel controleren en afstellen (bladz. 22) of breng de machine naar een erkende servicedealer voor onderhoud. 11 9. Uitwerpkanaal 2. Wormas/impellerhendel Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Voor gebruik Veiligheid vóór gebruik g016500 Figuur 12 1. Hulpstartknop 5. Gashendel Algemene veiligheid 2. Sleutel 6. Aftapplug • Uitsluitend voor modellen met elektrisch 3. Choke 7. Handgreep van startkoord startsysteem: Gebruik verlengsnoeren en stopcontacten zoals omschreven in de handleiding. Onderzoek het elektriciteitssnoer voordat u het in een stopcontact steekt. Indien het snoer is beschadigd, moet u het vervangen. Koppel het stroomsnoer af als u niet van plan bent om de machine te starten. 4. Brandstofafsluitklep • Draag geschikte kleding en uitrusting, g004217 zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los, steek losse kledingstukken goed vast en draag geen bungelende juwelen. Figuur 13 1. Gereedschap om sneeuwverstoppingen te verwijderen (aan de handgreep bevestigd) • Inspecteer eerst grondig het terrein waar u de machine gaat gebruiken en verwijder alle deurmatten, sleeën, boards, draden en andere vreemde voorwerpen. Specificaties Model 38812 Gewicht 79,4 kg Lengte 142 cm Breedte 66 cm Hoogte • Als veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen 117 cm of stickers onleesbaar zijn, ontbreken of beschadigd zijn, moet u deze herstellen of vervangen voordat u de machine gaat gebruiken. Draai ook losse bevestigingsmaterialen vast. Werktuigen/accessoires • Pas de hoogte van de opvangerbehuizing aan Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. zodat deze geen grind of kiezels raakt. Veilig omgaan met brandstof Brandstof is uitermate ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden veroorzaken. • Om te voorkomen dat een statische lading de Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen. brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u het brandstofvat en/of de machine voordat u de tank vult op de grond plaatsen, niet op een voertuig of een ander object. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Plaats de dop van de brandstoftank stevig terug en neem gemorste brandstof op. • Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd brandstof uit de buurt van open vuur en vonken. 12 Tijdens gebruik • Bewaar brandstof in een goedgekeurd brandstofvat en buiten bereik van kinderen. • Wanneer er brandstof in de tank zit, kantelt u de Veiligheid tijdens gebruik machine alleen op de manier die is aangegeven in de instructies. Algemene veiligheid • Als u brandstof morst op uw kleding dient u zich onmiddellijk om te kleden. • Zet de motor af voordat u de materiaal Brandstoftank vullen Type Loodvrije benzine Minimaal octaangetal 87 (VS) of 91 (researchoctaangetal; buiten de VS) Ethanol Niet meer dan 10% van het volume Methanol Geen MTBE (methyl-tertiairbutylether) Niet meer dan 15% van het volume Olie Niet toevoegen aan de brandstof • • • Gebruik uitsluitend schone, verse brandstof (minder dan 30 dagen oud) van een gerespecteerde bron. • Vul de brandstoftank zoals getoond in Figuur 14; vul de brandstoftank niet hoger dan de onderkant van de vulbuis van de brandstoftank. • • • • g216203 Figuur 14 • • Belangrijk: Om de beste resultaten te krijgen, moet u niet meer brandstof aanschaffen dan u naar verwachting in 30 dagen zult gebruiken. Anders moet u stabilizer/conditioner toevoegen aan de verse brandstof volgens de voorschriften van de fabrikant van de stabilizer/conditioner. • • • • 13 verwijdert uit de machine dat vast is komen te zitten en gebruik altijd een stok of het gereedschap om sneeuw te verwijderen (indien meegeleverd). Loop achter de handgrepen en blijf uit de buurt van de uitwerpopening als u de machine gebruikt. Houd uw gezicht, handen, voeten en alle andere lichaamsdelen of kledingsstukken uit de buurt van bewegende of draaiende onderdelen. Richt de uitgeworpen sneeuw nooit op mensen of plaatsen waar de sneeuw schade kan aanrichten. Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd. Let op dat u niet uitschuift of valt, in het bijzonder als u de machine in de achteruitstand bedient. Zoek altijd betrouwbare plaatsen om te staan en hou de handgrepen stevig vast. Loop stapvoets; nooit rennen. Ga zeer voorzichtig te werk wanneer u de machine op een helling gebruikt. Gebruik de machine niet in een slecht verlichte omgeving of bij slechte zichtbaarheid. Kijk achterom en wees voorzichtig als u de machine achteruitrijdt. Wanneer u niet actief sneeuw aan het ruimen bent, schakelt u de aandrijving van de wormas uit. Wees uiterst voorzichtig bij het werken met de machine op of het kruisen van grindpaden, voetpaden of wegen. Hou rekening met onverwachte gevaren en verkeer. Probeer nooit aanpassingen te maken terwijl de motor draait, tenzij dit wordt aangegeven in de instructies. Als u een vreemd voorwerp hebt geraakt, zet u de motor uit, verwijder u het sleuteltje en controleert u de machine op beschadiging. Repareer beschadigde onderdelen voordat u de machine start. Als de machine abnormaal begint te trillen, moet u de motor afzetten en onmiddellijk nagaan wat de oorzaak daarvan is. Laat de motor niet binnen lopen; uitlaatgassen zijn gevaarlijk. • Vermijd overbelasting van de machine als u te snel wilt werken. • Schakel alle koppelingen uit en zet de versnelling in de neutraalstand voordat u de motor start. • Schakel de motor altijd uit als u de bestuurderspositie verlaat, de opvanger, de impeller of het uitwerpkanaal vrijmaakt, en als u herstellingen, aanpassingen of controles uitvoert. • Gebruik de machine nooit met een hoge snelheid op gladde ondergrond. 14 Motor starten Elektrische start gebruiken Opmerking: Als u de elektrische starter wilt gebruiken (uitsluitend voor modellen met elektrisch startsysteem), moet u eerst een stroomsnoer aankoppelen op het elektrische startcontact en het snoer vervolgens op een stopcontact aansluiten. Gebruik een gecertificeerd verlengsnoer van 1,3 mm² dat is aanbevolen voor gebruik buitenshuis en dat niet langer is dan 15 m. WAARSCHUWING Het elektriciteitssnoer kan beschadigd raken en een schok of brand veroorzaken. Controleer het snoer grondig voordat u de machine gaat gebruiken. Als het snoer is beschadigd, mag u het niet gebruiken. Repareer of vervang het beschadigde snoer onmiddellijk. Neem contact op met een erkende servicedealer voor hulp. VOORZICHTIG Als u de machine achterlaat terwijl ze aangesloten is op een stopcontact, kan iemand de machine onopzettelijk starten en mensen verwonden of materiële schade veroorzaken. Koppel het stroomsnoer af als u niet van plan bent om de machine te starten. g326803 Figuur 15 15 Handstart gebruiken g254928 Figuur 16 De motor afzetten g252411 Figuur 17 Bediening van de tractieaandrijving 1. Druk de linker hendel (tractie) in naar de handgreep om de tractieaandrijving in te schakelen (Figuur 18). VOORZICHTIG Als de tractieaandrijving niet juist is afgesteld, kan de machine in de verkeerde richting rijden en letsel en/of materiële schade veroorzaken. Controleer de tractieaandrijving zorgvuldig en stel deze indien nodig op de juiste manier af; zie 9 De werking van de tractieaandrijving controleren (bladz. 10) voor meer informatie. g001011 Figuur 18 Belangrijk: Als de machine beweegt terwijl de tractiehendel niet bediend wordt, controleer dan de tractiekabel; zie De tractiekabel controleren en afstellen (bladz. 22) of breng de machine naar een erkende servicedealer voor onderhoud. 2. 16 Laat de tractiehendel los om de tractieaandrijving uit te schakelen. De snelheidskeuzehendel bedienen af. U kunt de machine ook naar een erkende servicedealer brengen voor onderhoud. WAARSCHUWING De snelheidskeuzehendel heeft 6 voorwaartse versnellingen en 2 achteruit. Om te schakelen moet u de tractiehendel loslaten en de snelheidskeuzehendel in de gewenste stand zetten (Figuur 19). Er is een inkeping die de hendel borgt in elke stand. Als de wormas en de impeller blijven draaien wanneer u de wormas/impellerhendel losgelaten hebt, kunt u uzelf en anderen ernstig letsel toebrengen. Gebruik de machine niet. Breng de machine naar een erkende servicedealer voor onderhoud. De Quick Stick® bedienen Hou de blauwe dop van de trekker naar beneden om de Quick Stick te gebruiken en het uitwerpkanaal en de uitwerpgeleider te bewegen. Laat de dop van de trekker los om het uitwerpkanaal en de uitwerpgeleider in hun stand te borgen (Figuur 21). g322971 Figuur 19 De wormas/impeller bedienen 1. Om de aandrijving van de wormas/impeller in te schakelen, drukt u de rechter hendel (wormas/impeller) tegen de handgreep (Figuur 20). g001014 Figuur 21 Het uitwerpkanaal bewegen g001013 Figuur 20 2. Hou de blauwe dop van de trekker omlaag en beweeg de Quick Stick naar links om het uitwerpkanaal naar links te bewegen; beweeg de Quick Stick naar rechts om het uitwerpkanaal naar rechts te bewegen (Figuur 22). Om de wormas en impeller te stoppen, laat u de rechter hendel los. Belangrijk: Als u zowel de wormas/impellerhendel als de tractiehendel inschakelt, vergrendelt de tractiehendel de wormas/impellerhendel. Op die manier is uw rechterhand vrij. Om de beide hendels uit te schakelen laat u gewoon de linker hendel (tractie) los. 3. Als de wormas en de impeller blijven draaien wanneer u de wormas/impellerhendel losgelaten hebt, mag u de machine niet gebruiken. Controleer de kabel voor de wormas/impeller; zie De kabel van de wormas/impeller controleren en afstellen (bladz. 22) en stel hem indien nodig 17 Een verstopt uitwerpkanaal vrijmaken. WAARSCHUWING Als de wormas/impeller draait maar er geen sneeuw uit het uitwerpkanaal komt, is het uitwerpkanaal mogelijk verstopt. Gebruik nooit uw handen om een verstopt uitwerpkanaal vrij te maken. Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan. • Om het uitwerpkanaal vrij te maken, laat u de linker hendel (tractie) los vanuit de bestuurderspositie. Laat de wormas/impeller draaien en druk de handgrepen naar beneden om de voorkant van de machine enkele centimeters van de grond te tillen. Beweeg de handgrepen dan snel omhoog om de voorkant van de machine op de grond te slaan. Herhaal indien nodig tot er sneeuw uit het uitwerpkanaal komt. g018894 Figuur 22 • Als het uitwerpkanaal niet beweegt zie dan Afstellen van de vergrendeling van het uitwerpkanaal (bladz. 26). • Als het niet lukt om het uitwerpkanaal vrij te maken • Als het kanaal niet even ver naar links kan draaien door de voorkant van de machine tegen de grond te tikken, schakel de motor dan uit, wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en gebruik dan het werktuig om sneeuw te verwijderen (Figuur 13). als naar rechts, controleer dan of de kabel naar de binnenkant van de handgrepen loopt. Zie 1 De bovenste handgreep bevestigen (bladz. 6). • Als het uitwerpkanaal niet vergrendeld wordt als u de dop van de trekker loslaat zie dan Afstellen van de vergrendeling van het uitwerpkanaal (bladz. 26). Belangrijk: Als u het uitwerpkanaal probeert vrij te maken door de voorkant van de machine tegen de grond te tikken, kunnen de glijders verschuiven. Stel de glijders af en draai de bouten van de glijders stevig vast; zie De glijders en de schraper controleren en afstellen (bladz. 21). De uitwerpgeleider bewegen Hou de blauwe dop van de trekker naar beneden en beweeg de Quick Stick naar voren om de uitwerpgeleider te laten zakken; beweeg de dop naar achteren om de uitwerpgeleider omhoog te brengen (Figuur 23). g001016 Figuur 23 18 Na gebruik Tips voor bediening en gebruik Veiligheid na het werk GEVAAR Algemene veiligheid Als de machine in bedrijf is, draaien de impeller en de wormas en kunnen ze handen en voeten verwonden of amputeren. • Voordat u de machine afstelt, reinigt, controleert, herstelt of een probleem oplost, moet u de motor uitschakelen en wachten tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. Koppel de bougiekabel af en hou deze uit de buurt van de bougie om te voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start. • Verwijder een obstructie uit het uitwerpkanaal; zie Een verstopt uitwerpkanaal vrijmaken. (bladz. 18). Gebruik het werktuig om sneeuw te verwijderen (Figuur 14), niet uw handen, om een obstructie te verwijderen uit het uitwerpkanaal. • Loop achter de handgrepen en blijf uit de buurt van de uitwerpopening als u de machine gebruikt. • Houd uw gezicht, handen, voeten en alle andere lichaamsdelen of kledingsstukken uit de buurt van weggestopte, bewegende of draaiende onderdelen. • Stal een machine die nog brandstof in de tank heeft nooit in een ruimte met vuurhaarden zoals boilers, verwarmingstoestellen of wasdroogmachines. Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt. • Wanneer u de machine voor langer dan 30 dagen stalt, raadpleeg dan Stalling (bladz. 26) voor belangrijke informatie. • Laat de machine na het sneeuwruimen nog enkele minuten lopen om te voorkomen dat de opvanger en de impeller na gebruik bevriezen. Bevriezing na gebruik voorkomen • Bij sneeuwval en koude temperaturen kunnen sommige bedieningselementen en bewegende onderdelen bevriezen. Gebruik niet te veel kracht als u bevroren bedieningselementen probeert te gebruiken. Als een bedieningselement of onderdeel moeilijk te gebruiken is, start dan de motor en laat deze enkele minuten draaien. • Laat de motor nog enkele minuten draaien nadat u de machine gebruikt hebt. Zo voorkomt u dat bewegende onderdelen bevriezen. Schakel de wormas/impeller in om achtergebleven sneeuw uit de behuizing te verwijderen. Draai de Quick Stick om te vermijden dat deze bevriest. Schakel de motor uit, wacht tot alle bewegende delen stilstaan en verwijder ijs en sneeuw van de machine. WAARSCHUWING De impeller kan stenen, speelgoed en andere vreemde voorwerpen uitwerpen en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. • Hou het terrein waar u sneeuw wilt ruimen vrij van alle voorwerpen die door de wormas kunnen worden gegrepen en uitgeworpen. • Hou kinderen en huisdieren weg uit het werkgebied. • Terwijl de motor uitgeschakeld is, trekt u meermaals aan de handstarter en drukt u eenmaal op de elektrische startknop. Zo voorkomt u dat de handstarter en de elektrische starter bevriezen. • Stel de gashendel altijd in op SNEL als u • • sneeuwruimt. Als het toerental verlaagt ten gevolge van de belasting of als een wiel slipt, schakel de machine dan in een lagere versnelling. Als de voorkant van de machine omhoog trekt, schakelt u de machine in een lagere versnelling. Als de voorkant nog altijd omhoog trekt, til de handgrepen dan omhoog. 19 Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Controleer de tractiekabel en stel deze af indien nodig. • Controleer de kabel van de wormas/impeller en stel deze af indien nodig. Na de eerste 5 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • Controleer het oliepeil van de motor en voeg olie toe indien nodig. Om de 100 bedrijfsuren Jaarlijks Jaarlijks of vóór stalling • Bougie vervangen. • • • • Controleer de glijders en de schraper stel ze indien nodig af. Controleer de tractiekabel; indien nodig afstellen of vervangen. Controleer de kabel van de wormas/impeller; indien nodig afstellen of vervangen. Controleer het oliepeil in de tandwielkast van de wormas en voeg olie toe indien nodig. • De motorolie verversen. • Smeer de zeshoekige as. • Controleer de bandenspanning en pomp de banden op tot 1,16-1,37 bar. • Laat de brandstof uitlekken en laat de motor draaien tot de brandstoftank en de carburator leeg zijn aan het einde van het seizoen. • Laat een erkende servicedealer de aandrijfriem van de tractie en/of van de wormas/impeller vervangen indien nodig. Vóór onderhoudswerkzaamheden De machine veilig onderhouden Lees de volgende veiligheidsmaatregelen voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht aan de machine: 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. 3. Koppel de bougiekabel af. Zie Bougie vervangen (bladz. 25). • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. • Draag altijd oogbescherming terwijl u de machine afstelt of herstelt om uw ogen te beschermen tegen vreemde objecten die de machine kan uitwerpen. • Controleer regelmatig of alle bevestigingen vast zitten en het veilig is om de machine te gebruiken. • Verander de instellingen van de motor niet. Gebruik ter vervanging uitsluitend originele onderdelen en accessoires van Toro. 20 Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het oliepeil van de motor en voeg olie toe indien nodig. g257528 De glijders en de schraper controleren en afstellen Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Controleer de glijders en de schraper stel ze indien nodig af. Controleer de glijders en de schraper; de wormas mag de verharde ondergrond of het grind niet raken. Stel de glijders en de schraper af zoals vereist om slijtage te compenseren. 1. Controleer de bandenspanning; zie 7 Bandenspanning controleren (bladz. 9). 2. Draai de moeren waarmee de beide glijders aan de zijkant van de wormas bevestigd zijn los tot de glijders gemakkelijk naar boven en beneden bewegen. g019046 Figuur 25 1. 3 mm Belangrijk: De wormasbladen moeten worden ondersteund boven de grond door de glijders. 3. Zorg ervoor dat de schraper zich 3 mm boven een egaal oppervlak bevindt en evenwijdig is met dit oppervlak. Opmerking: Als de grond gebarsten, ruw of ongelijk is, moet u de glijders afstellen om de schraper omhoog te brengen. Stel de glijders bij grind lager af om te voorkomen dat de machine steentjes opneemt. 21 4. Laat de glijders zakken tot ze tegen de grond komen. 5. Draai de moeren waarmee de glijders aan de zijkant van de wormas zitten stevig vast. Opmerking: Om de glijders snel af te stellen als ze los raken, ondersteunt u de schraper 3 mm van de grond, en stelt u dan de glijders af naar beneden naar de grond. Opmerking: Als de glijders versleten zijn, kunt u ze omkeren met de ongebruikte zijde naar de grond. De tractiekabel controleren en afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 2 bedrijfsuren—Controleer de tractiekabel en stel deze af indien nodig. Jaarlijks—Controleer de tractiekabel; indien nodig afstellen of vervangen. g030998 Figuur 27 Als de machine niet vooruit- of achteruitrijdt, of als ze rijdt terwijl u de tractiehendel loslaat, moet u de tractiekabel afstellen. 1. Contramoer 2. Spanmoer Indien de linker (tractie) kabel niet goed is ingesteld, stel deze dan in: 1. Draai de contramoer los. 2. Schakel de tractiehendel in en hou deze op zijn plaats (Figuur 26). 3. Veer 4. 5,5 cm 4. Draai de contramoer vast (Figuur 27), verzeker dat de kabel onder enige spanning staat. 5. Neem contact op met een erkende servicedealer als de tractiekabel juist is afgesteld maar het probleem voortduurt. De kabel van de wormas/impeller controleren en afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 2 bedrijfsuren—Controleer de kabel van de wormas/impeller en stel deze af indien nodig. g001011 Figuur 26 3. Jaarlijks—Controleer de kabel van de wormas/impeller; indien nodig afstellen of vervangen. Draai de spanmoer vaster of losser om de lengte van de veer in te stellen op 5,5 cm zoals in Figuur 27. 22 1. Draai de contramoer los. 2. Schakel de hendel van de wormas/impeller in en hou deze op zijn plaats (Figuur 28). g001013 Figuur 28 g016782 3. Draai de spanmoer vaster of losser om de lengte van de veer in te stellen op 7 cm zoals in Figuur 29. Figuur 30 1. Buisplug 3. Verwijder de buisplug uit de tandwielkast. 4. Controleer het oliepeil in de tandwielkast. De olie moet 9,5 mm onder de vulopening staan. 5. Als het oliepeil laag is voeg dan GL-5 of GL-6, SAE 80-90 EP tandwielkastolie toe aan de tandwielkast, totdat de olie 9,5 mm onder de vulopening staat. Opmerking: Gebruik geen synthetische olie. 6. Breng de buisplug aan in de tandwielkast. Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren—De motorolie verversen. g031000 Figuur 29 1. Contramoer 2. Spanmoer Jaarlijks—De motorolie verversen. 3. Veer 4. 7 cm 4. Draai de contramoer vast (Figuur 29), verzeker dat de kabel onder enige spanning staat. 5. Neem contact op met een erkende servicedealer als de kabel van de wormas/impeller juist is afgesteld maar een probleem zich blijft voordoen. Laat indien mogelijk de motor gedurende een aantal minuten lopen vlak voordat u de olie ververst. Warme olie stroomt gemakkelijker en voert verontreinigingen beter mee. 2. Maak schoon rond de buisplug (Figuur 30). Olieviscositeit Zie Figuur 32. API-classificatie SJ of hoger Gebruik Figuur 32 hieronder om te bepalen wat de beste olieviscositeit is voor het verwachte bereik van de buitentemperatuur: Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Controleer het oliepeil in de tandwielkast van de wormas en voeg olie toe indien nodig. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 0,60 l* *Er zit nog resterende olie in het carter nadat u de olie hebt laten uitlekken. Giet niet de volledige inhoud olie in het carter. Vul het carter bij met olie zoals aangegeven in de volgende stappen. Het oliepeil in de tandwielkast van de wormas controleren 1. Motoroliecapaciteit 23 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Maak de omgeving van de olieaftapplug schoon (Figuur 31). • Als het peil op de peilstok te laag staat, giet dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal stap 10 tot en met 12 totdat de peilstok het juiste peil aangeeft. • Als het oliepeil op de peilstok te hoog is, tapt u de overtollige olie af tot de peilstok het juiste oliepeil aangeeft. Belangrijk: Als het oliepeil in de motor te hoog of te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen. g016496 Figuur 31 13. Plaats de peilstok goed in de vulbuis. 1. Olieaftapplug 3. Schuif een opvangbak onder de aftapbuis en verwijder de olieaftapplug. 4. Laat de olie uitlekken. Smeren van de zeshoekige as Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Smeer de zeshoekige as. Opmerking: Geef de oude olie af bij een erkend inzamelpunt. 5. Plaats de olieaftapplug en draai deze goed vast. 6. Maak de omgeving van de olievulbuis/peilstok schoon. 7. Schroef de peilstok los en verwijder hem. 8. Giet voorzichtig ongeveer ¾ van de oliecapaciteit van de motor in de vulbuis. Smeer de zeshoekige as jaarlijks met motorolie (Figuur 33). Gebruik Figuur 32 om te bepalen wat de beste olieviscositeit is voor het verwachte bereik van de buitentemperatuur: g019018 Figuur 33 1. Zeshoekige as 3. Rubber wiel 2. Stalen aandrijfplaat Belangrijk: Voorkom dat er olie op het rubberwiel of de stalen aandrijfplaat komt omdat de aandrijving dan zal slippen (Figuur 33). g011606 1. Tap de brandstof af uit de brandstoftank. 2. Kantel de machine naar voren op de behuizing van de wormas. Zet deze vast met blokken o.i.d. om omvallen te voorkomen. 3. Verwijder de kap aan de achterkant (Figuur 34). Figuur 32 9. Wacht 3 minuten tot de olie in de motor gezakt is. 10. Veeg de peilstok met een schone doek schoon. 11. Steek de peilstok in de vulbuis en schroef hem erin. Verwijder de peilstok dan weer. 12. Lees het oliepeil af van de peilstok. 24 g016645 Figuur 35 g019019 1. Huls van bougie Figuur 34 1. Schroeven 4. Zet de snelheidskeuzehendel op stand R2. 5. Steek uw vinger in motorolie en smeer de zeshoekige as lichtjes. 6. Zet de snelheidskeuzehendel op stand 6. 7. Smeer het andere uiteinde van de zeshoekige as. 8. Beweeg de snelheidskeuzehendel enkele malen naar voren en naar achteren. 9. Monteer de kap op de achterkant en plaats de machine weer in de bedrijfsstand. 2. Maak schoon rond de basis van de bougie. Bougie vervangen g016646 Figuur 36 Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Bougie vervangen. 3. WAARSCHUWING Verwijder de oude bougie en gooi deze weg. Opmerking: U heeft een ratelsleutel met verlengstuk nodig om de bougie te verwijderen. Als u de bougie vervangt terwijl de motor nog warm is, kan dit leiden tot brandwonden. 4. Wacht totdat de motor koud is om de bougie te vervangen. Stel de afstand tussen de elektrodes in op 0,76 mm bij een nieuwe bougie zoals getoond in Figuur 37. Gebruik een Toro bougie of een gelijkwaardige bougie (Champion® RN9YC of NGK BPR6ES). 1. Verwijder de huls (Figuur 35). g001029 Figuur 37 1. 0,76 mm 5. 25 Monteer de nieuwe bougie, maak ze stevig vast en bevestig de ontstekingskabel aan de bougie. Stalling Opmerking: Zorg ervoor dat de ontstekingskabel volledig op zijn plaats klikt op de bougie. Veiligheid tijdens opslag Afstellen van de vergrendeling van het uitwerpkanaal • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje Als het uitwerpkanaal niet in de gewenste positie vergrendelt, of niet loskomt zodat u het in een andere stand kunt zetten, moet u de vergrendeling van het uitwerpkanaal afstellen. 1. en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. Brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar, explosief en gevaarlijk als ze worden ingeademd. Als u het product stalt in een ruimte met een open vuur, kunnen de brandstofdampen worden ontstoken en een explosie veroorzaken. Stal de machine niet in een huis (woongedeelte), kelder of andere ruimte waar ontstekingsbronnen aanwezig kunnen zijn, zoals boilers en verwarmingstoestellen, wasdroogmachines, fornuizen en andere toestellen. Kantel de machine niet naar voren of naar achteren met brandstof in de brandstoftank, anders kan er brandstof lekken uit de machine. Stal de machine niet met haar handgreep naar beneden op de grond gekanteld; anders kan er olie lekken in de motorcilinder en op de grond en de motor zal misschien niet starten. • Draai de klemmoer op de steunplaat van het uitwerpkanaal los tot de kabel vrij is. • • • De machine stallen 1. g019021 Figuur 38 1. Kabelgeleiding Belangrijk: Bewaar brandstof niet langer 3. Klemmoer dan wordt voorgesteld door de fabrikant van de stabilizer. 2. Kabelklem 2. Als de kabel slap hangt, trek de kabelgeleiding dan naar achteren. 3. Hou de kabel op zijn plaats en draai de klemmoer vast. Als u de tank voor de laatste keer van het seizoen vult, moet u een stabilizer toevoegen aan de verse brandstof volgens de voorschriften van de fabrikant. De aandrijfriemen vervangen Als de aandrijfriem van de wormas/impeller of de tractie slijtage heeft, door olie doordrenkt is of op een andere manier beschadigd is, laat de riem dan vervangen door een erkende servicedealer. 26 2. Laat de motor 10 minuten lopen om de brandstof met de toegevoegde stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem te verspreiden. 3. Laat de motor lopen totdat hij geen brandstof meer heeft. 4. Gebruik de hulpstarter en start de motor nogmaals. 5. Laat de motor lopen tot hij afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de benzine voldoende verbruikt. 6. Laat de motor afkoelen. 7. Verwijder het sleuteltje. 8. Reinig de machine grondig. 9. Herstel afgeschilferde verf met verf van een erkende servicedealer. Schuur de betreffende plaatsen voordat u gaat verven, en gebruik een roestwerend middel om te voorkomen dat de metalen onderdelen gaan roesten. 10. Draai alle losse borgmoeren, bouten en schroeven goed aan. Vervang of herstel beschadigde onderdelen. 11. Dek de machine af en stal ze op een schone, droge plaats buiten het bereik van kinderen. De maaimachine uit de stalling halen Voer de jaarlijkse onderhoudsprocedures in het Aanbevolen onderhoudsschema uit; zie Onderhoud (bladz. 20). 27 Problemen, oorzaak en remedie Probleem De elektrische starter draait niet (alleen modellen met elektrische starter). De motor start niet of start moeilijk. Mogelijke oorzaak 1. Het stroomsnoer is afgekoppeld aan het stopcontact of de machine. 1. Verbind het stroomsnoer met het stopcontact en/of de machine. 2. Het stroomsnoer is versleten, gecorrodeerd of beschadigd. 3. Het stopcontact staat niet onder stroom. 2. Vervang het stroomsnoer. 3. Laat een erkende elektricien het stopcontact nakijken. 1. De sleutel zit niet in het contact. 1. Steek het contactsleuteltje in het contact. 2. De choke staat in de UIT-stand en de hulpstartknop is niet ingedrukt. 3. De brandstofafsluitklep is niet open. 4. De gashendel staat niet op SNEL. 5. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 2. Beweeg de choke naar de stand AAN en druk drie keer op de hulpstartknop. 3. Open de brandstofafsluitklep. 4. Zet de gashendel op SNEL. 5. Laat de brandstoftank uitlekken en/of vul de tank met verse brandstof (niet ouder dan 30 dagen). Neem contact op met een erkende servicedealer als het probleem zich blijft voordoen. 6. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 6. De bougiekabel zit los of is niet aangesloten. 7. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 8. De dop van de ontluchting van de brandstoftank wordt verstopt. 9. Het oliepeil in het carter is te hoog of te laag. De motor loopt onregelmatig. Remedie 7. De bougie controleren en indien nodig de elektrodenafstand afstellen. De bougie vervangen als deze aangetast, vuil of gebarsten is. 8. Verwijder de verstopping in de ontluchting of vervang de brandstofdop. 9. Vul olie bij of laat deze uitlekken tot het oliepeil in het carter tot de Volmarkering op de peilstok reikt. 1. De choke bevindt zich in de stand AAN. 1. Zet de choke in de stand UIT. 2. De brandstofafsluitklep is niet helemaal open. 3. De brandstoftank is bijna leeg of bevat oude brandstof. 2. Open de brandstofafsluitklep. 4. De bougiekabel is los. 5. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 6. Het oliepeil in het carter is te hoog of te laag. 28 3. Laat de brandstoftank uitlekken en vul de tank met verse brandstof (niet ouder dan 30 dagen). Neem contact op met een erkende servicedealer als het probleem zich blijft voordoen. 4. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 5. De bougie controleren en indien nodig de elektrodenafstand afstellen. De bougie vervangen als deze aangetast, vuil of gebarsten is. 6. Vul olie bij of laat deze uitlekken tot het oliepeil in het carter tot de Volmarkering op de peilstok reikt. Probleem De motor draait, maar de machine werpt weinig of geen sneeuw uit. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De gashendel staat niet op SNEL bij het sneeuwruimen. 1. Zet de gashendel op SNEL. 2. De machine gaat te snel om sneeuw te ruimen. 3. U probeert te veel sneeuw per werkgang te ruimen. 4. U probeert erg zware of natte sneeuw te ruimen. 5. Het uitwerpkanaal is verstopt. 6. De aandrijfriem van de wormas/impeller zit los of is van de poelie gelopen. 2. Schakel de machine in een lagere versnelling. 3. Ruim minder sneeuw per werkgang. 7. De aandrijfriem van de wormas/impeller is versleten of beschadigd. 4. Overbelast de machine niet met erg zware of natte sneeuw. 5. Maak het uitwerpkanaal vrij. 6. Monteer de aandrijfriem van de wormas/impeller en/of stel deze af; raadpleeg www.Toro.com voor service-informatie of breng de machine naar een erkende servicedealer. 7. Vervang de aandrijfriem van de wormas/impeller; raadpleeg www.Toro.com voor service-informatie of breng de machine naar een erkende servicedealer. Het uitwerpkanaal kan niet vergrendeld worden of beweegt niet. 1. De grendel van het uitwerpkanaal is niet correct afgesteld. 1. De grendel van het uitwerpkanaal afstellen. De machine maakt de ondergrond niet goed vrij van sneeuw. 1. De glijders en/of schraper zijn niet juist afgesteld. 1. Stel de glijders en/of de schraper af. 2. De bandenspanning in de twee banden is niet gelijk. 2. Controleer en wijzig de spanning in één of beide banden. 29 Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer. Toro gebruikt deze informatie om te voldoen aan contractuele verplichtingen – zoals het registreren van uw garantie, het behandelen van uw garantieclaim of om contact met u op te nemen in het geval van terugroepacties – en voor legitieme zakelijke doeleinden – zoals klanttevredenheid meten, onze producten verbeteren of u productinformatie verschaffen die van belang kan zijn. Toro kan uw informatie delen met onze dochterondernemingen, verdelers of andere zakenpartners in verband met deze activiteiten. We kunnen ook persoonlijke informatie vrijgeven van rechtswege of in verband met de verkoop, aankoop of fusie van een bedrijf. We verkopen uw persoonsgegevens nooit aan andere bedrijven voor marketingdoeleinden. Bewaring van uw persoonsgegevens Toro bewaart uw persoonlijke informatie zolang deze relevant is voor de bovengenoemde doeleinden en in overeenstemming is met de wettelijke vereisten. Gelieve contact op te nemen via [email protected] voor meer informatie over de bewaarperiodes die van toepassing zijn. Toro’s engagement inzake veiligheid Uw persoonlijke informatie kan behandeld worden in de VS of een ander land dat mogelijk soepelere databeschermingswetten heeft dan het land waar u verblijft. Indien we uw informatie overdragen naar een ander land dan het land waar u verblijft, nemen wij de wettelijk verplichte maatregelen om ervoor te zorgen dat de informatie op gepaste wijze wordt beschermd en veilig wordt behandeld. Toegang en correctie U hebt het recht om uw persoonlijke gegevens te corrigeren of te raadplegen, of zich te verzetten tegen de verwerking van uw gegevens of deze te beperken. Om deze rechten uit te oefenen, gelieve een e-mail te sturen naar [email protected]. Als u zich zorgen maakt over de manier waarop Toro uw informatie heeft behandeld, vragen wij u om deze direct ten aanzien van ons te uiten. Europese burgers hebben het recht om een klacht in te dienen bij hun gegevensbeschermingsautoriteit. 374-0282 Rev C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Toro Power Max 724 OE Snowthrower Handleiding

Type
Handleiding