10
•
1VOORSTELLING VAN DE OVEN
ACCESSOIRES
Veiligheidsrooster tegen omslaan (fig.
A)
U kan ermee toasten, bruinen of grillen.
Het rooster mag in geen geval met andere
metalen recipiënten gebruikt worden in de
volgende functies: microgolf, grill + micro-
golf of hetelucht + microgolf.
U kan echter voedsel verwarmen in een
aluminiumschaaltje door het met een bord
van het rooster te isoleren.
Glazen druippan (fig. B).
Ze kan half gevuld met water gebruikt wor-
den voor bain marie in de functie
hetelucht. Ze kan als braadslee gebruikt
worden.
Let op:
Plaats de druippan goed in het cen-
trum in de zijroosters om de luchtcircu-
latie niet te wijzigen.
Rooster + glazen druippan (fig.C)
om te roosteren en de jus te recupereren
plaatst u het rooster op de druippan.
Inkepingen (fig.D)
Met 2 in te haken inkepingen kan u het roos-
ter op 3 niveaus gebruiken.
Draaiplateau (fig. E)
Het draaiplateau zorgt voor homogeen
koken van de voeding zonder deze aan te
raken.
Het draait in beide richtingen. Indien het
niet draait, controleer dat alle onderdelen
goed geplaatst zijn.
Het kan als braadslee gebruikt worden.
Om het uit de oven te halen, neem het
vast met de toegangszones die in de
holte voorzien zijn.
Het dragerelement zorgt ervoor dat het
glazen dienblad kan draaien.
Indien u het dragerelement verwijdert,
moet u ervoor zorgen dat er geen water in
het gat van de motoras binnendringt.
Vergeet het dragerelement, de wieltjes-
drager en het glazen draaiplateau niet
terug te zetten.
Probeer het glazen plateau niet met de
hand te doen draaien, u zou het aandrijf-
mechanisme kunnen beschadigen. Bij
slechte rotatie, vergewis er u van dat er
geen vreemde voorwerpen onder het blad
zitten.
Het plateau in stoppositie maakt het moge-
lijk om grote borden over het volledige op-
pervlak van de oven te gebruiken. In dit
geval is het noodzakelijk het recipiënt te
draaien of de inhoud ervan halverwege het
programma te mengen.
WERKINGSPRINCIPE
De microgolven die voor het koken gebruikt
worden, zijn elektromagnetische golven. Ze
komen gewoonlijk in onze omgeving voor
zoals radio-elektrische golven, licht of infra-
roodstralen.
Hun frequentie ligt in de band van 2450
MHz.
Hun gedrag:
• Ze worden door de metalen weer-
kaatst.
• Ze gaan door alle andere materialen.
• Ze worden geabsorbeerd door water-
, vet- en suikermoleculen.
Wanneer er voedsel aan microgolven wordt
blootgesteld, volgt er een snelle beweging
van de moleculen wat tot opwarming leidt.
De doordringingsdiepte van de stralen in de
voeding bedraagt ongeveer 2,5 cm, als het
voedsel dikker is, zal het koken tot in de kern
via geleiding gebeuren zoals in het traditio-
nele koken.
Het is goed om weten dat de microgolven
een eenvoudig thermisch verschijnsel binne-
nin de voeding veroorzaken en dat ze niet
schadelijk zijn voor de gezondheid.
2