Electrolux WE170P Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding
157037210-A-512020
Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
WE170P
Vertaling van originele instructies.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................8
3. TECHNISCHE GEGEVENS................................................................................ 10
4. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................ 12
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT................. 14
6. PROGRAMMA’S................................................................................................14
7. OPTIES..............................................................................................................17
8. INSTELLINGEN..................................................................................................18
9. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 19
10. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................ 23
11. ONDERHOUD EN REINIGING......................................................................... 25
12. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................29
13. NOODDEUROPENING.................................................................................... 32
14. VERBRUIKSWAARDEN................................................................................... 33
WIJ DENKEN AAN JOU
Bedankt voor je aankoop van een Electrolux-apparaat. Je hebt voor een product
gekozen dat decennia aan professionele ervaring en innovatie met zich meebrengt.
Ingenieus en stijlvol en ontworpen met jou in het achterhoofd. Dus wanneer je het
gebruikt, kan je erop rekenen dat je telkens weer geweldige resultaten krijgt.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke
plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te
worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Installatie
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk en
commercieel gebruik.
NEDERLANDS 3
Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met
het apparaat.
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het
apparaat verplaatst moet worden in de toekomst,
moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel
te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het
is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Zorg ervoor dat het apparaat stabiel staat tijdens het
vervoer.
Zorg dat het apparaat tijdens installatie, onderhoud en
reparatie van het stroomnet is losgekoppeld en niet
wordt aangesloten totdat al het werk is uitgevoerd.
Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar
de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan weersomstandigheden.
Zorg dat aan alle gezondheids- en veiligheidsnormen
wordt voldaan als het apparaat wordt geïnstalleerd in
een commerciële/openbare ruimte.
Installeer het apparaat niet op een bewegende
ondergrond (bijv. op een schip).
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het
apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en
schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan
circuleren.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het
apparaat en de vloerbedekking te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet
helemaal open kan.
Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te
vangen onder het apparaat. Neem contact op met het
4
geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
1.3 Elektrische aansluiting
Dit apparaat moet op juiste wijze geaard worden. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor de consequenties
die voortvloeien uit een ongeschikt aardingssysteem.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje
overeenkomen met elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en
verlengkabels.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwaliceerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie
is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte
handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Alleen voor het VK en Ierland: Het apparaat heeft een
stekker van 13 ampère. Als het noodzakelijk is om de
zekering in de stekker te verwisselen, gebruik dan een
13 amp. ASTA (BS1362) zekering.
1.4 Aansluiting aan de waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
NEDERLANDS 5
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties
hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn
geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten
stromen tot het schoon en helder is.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn
tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
1.5 Gebruik
De specicatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het
wasmiddel op.
Respecteer het maximale laadvermogen van 8 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig
zijn door ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed
verwijdert.
Raak het glas van de deur niet aan als een programma
in werking is. Het glas kan heet worden.
1.6 Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
6
1.7 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten,
zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet geschikt voor
verlichting in huishoudelijke ruimten.
Zichtbare ledstraling, niet rechtstreeks in de straal
kijken.
Neem contact op met het service-centrum om de
binnenverlichting te vervangen.
1.8 Service
Neem contact op met de erkende servicedienst voor
reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de
veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar
gedurende 10 jaar nadat het model is stopgezet: motor-
en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel,
pompen, schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers
en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen,
leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, lters en aquastops, printplaten,
elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten
en sensoren, software en rmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen,
andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage,
NEDERLANDS 7
plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
1.9 Verwijdering
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het
apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het
weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat
kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen
te zitten.
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
2.1 Apparaatoverzicht
3
1 2
5
6
7
8
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Binnenverlichting
6
Typeplaatje
7
Afvoerpomplter en nooddeuropening
8
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A), het
productnummer (B), de elektrische classicaties
(C) en het serienummer (D).
8
2.2 Accessoires
1
45
2 3
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwderen.
2
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van een
gootsteen te bevestigen.
3
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan de
achterzde van het apparaat nadat u de
transportbouten hebt verwderd.
4
Watertoevoerslangen
Het apparaat aansluiten op de koud- en
heetwaterkraan: slang met blauwe kap
voor koud water en met rode kap voor heet
water.
5
Klep voor vloeibaar wasmiddel
Om de stroom van het vloeibare wasmiddel
af te remmen.
2.3 Verkrijgbaar bij uw erkende
leverancier
Alleen geschikte accessoires
die door Electrolux zijn
goedgekeurd waarborgen de
veiligheidsnormen van het
apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden alle
claims ongeldig verklaard.
Tussenstuk
Het tussenstuk kan alleen
worden gebruikt met de in
de folder gespeciceerde
droogautomaten. Zie bge-
voegde folder.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
Voetstuk met de lade
Om het apparaat hoger te plaatsen op het
niveau dat het vullen met en het
verwijderen van het wasgoed helpt
vergemakkelijken.
NEDERLANDS 9
De lade kan worden gebruikt voor het
opbergen van wasproducten bijv.:
handdoeken, wasmiddelen enz.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
Verankeringskit
4x
Als u het apparaat op een betonnen
ondergrond installeert, zorg er dan voor
dat u de juiste verankeringskit bestelt.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
Extern wasmiddeldoseerbakje
Het vloeibare wasmiddel kan door middel
van een extern wasmiddeldoseerbakje
automatische worden geladen.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
59.7 cm /84.7 cm /64.6 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste
stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de
laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen
vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Warm water
2)
Maximale belasting Katoen 8 kg
10
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel-
heid
1351 rpm
1)
Sluit de waterinlaatslangen aan op een waterkraan met een 3/4" -schroefdraad.
2)
Verzeker u ervan dat de temperatuur van uw aangesloten warmwaterleiding niet hoger is
dan 60 °C.
Het apparaat werkt ook door de leiding voor alleen koud water aan te sluiten. Zie
'Warm en koud' in het hoofdstuk Opties.
3.1 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk
'Technische gegevens' geven de
benodigde elektrische waarden aan. Zorg
ervoor dat ze compatibel zijn met de
netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met ons
geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
NEDERLANDS 11
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving bedieningspaneel
1 2 3
45678910
1
Auto Off toets
2
Programmaknop
3
Scherm
4
toets
5
Delay start toets
6
No softener toets
7
Spin time toets
8
Extra rinse toets
9
Pre wash toets
10
Sluice toets
4.2 Display
A B
FG E
DC
Op het display verschijnt:
12
A
Het kinderslot is ingeschakeld.
Het kinderslot is uitgeschakeld.
B
Extra rinse-symbool. is het symbool dat de spoelfase aangeeft
en + gaat branden als de Extra rinse is geselecteerd.
C
Spin time-indicatielampje en -symbool. Het cfer geeft de minuten
en seconden aan.
D
Delay start-indicatielampje.
Programmatd
Als het programma start, neemt de programmatd in stappen van
1 minuut af. Het cfer geeft de uren en minuten aan.
Uitgestelde start
Als u op de toets Startuitstel drukt, toont het display de uitgestelde
starttd
Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes
op het display weergegeven. Raadpleeg 'Probleemoplossing'.
De display toont dit bericht enkele seconden wanneer:
u met dit wasprogramma geen functie kunt instellen
u het wasprogramma probeert te wzigen als het in werking is.
Als het programma is voltooid.
E
Symbool voor wasverzachter: het apparaat pakt gewoonlk was-
verzachter.
No softenersymbool: het apparaat pakt geen wasverzachter.
F
De fasesymbolen
Als een programma is ingesteld, gaan alle symbolen die verband houden met
dat programma aan.
Als het programma is begonnen, wordt alleen het symbool van de werkende fa-
se getoond.
Als de fase voltooid is, blft het symbool voortdurend branden.
Pre wash-fase
Wasfase
Spoelgangfase
Centrifugefase
NEDERLANDS 13
G
Sluice-symbool
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
1. Zorg dat alle transportbouten zijn
verwijderd.
2. Zorg dat de aansluitingen voor
elektriciteit en water toegankelijk zijn.
3. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de
wasfase. Dit activeert het
afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op
de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma. Dit
verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
6. PROGRAMMA’S
6.1 Programmatabel
Programma
Temperatuurbereik
1)
Maximale
lading
2)
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geertijd
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60
40 °C
3)
8 kg
1400 rpm
540 secon-
den - 5 se-
conden
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuil-
de kledingstukken. Het energieverbruik daalt en
de duurtd van het wasprogramma neemt toe,
waardoor goede wasresultaten worden gegaran-
deerd.
Koud
4 kg
1200 rpm
120 secon-
den - 5 se-
conden
Licht vervuilde katoenen en synthetische kle‐
dingstukken of voor kledingstukken die slechts
één keer gedragen zn.
Katoen
8 kg
1400 rpm
360 secon-
den - 5 se-
conden
Wit katoen Normaal vervuild en licht vervuild.
4)
Katoen
8 kg
1400 rpm
360 secon-
den - 5 se-
conden
Bont katoen Normaal vervuild en licht vervuild.
5)
14
Programma
Temperatuurbereik
1)
Maximale
lading
2)
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geertijd
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Mild 4 kg
1200 rpm
120 secon-
den - 5 se-
conden
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde
stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Voor
normaal en licht bevuild wasgoed.
Handwas 2 kg
1200 rpm
120 secon-
den - 5 se-
conden
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en andere stoffen met «handwas»-symbool
6)
.
Synthetisch
4 kg
1200 rpm
120 secon-
den - 5 se-
conden
Synthetische of gemengde stoffen.. Normaal ver-
vuilde kledingstukken.
Microvezel
85
8 kg
1400 rpm
240 secon-
den - 5 se-
conden
Programma voor zwabbers, werkspullen en spe‐
ciaal programma voor microvezels. Het program-
ma voert een automatische voorspoelfase uit.
Spoelen & afzuigen 8 kg
1400 rpm
540 secon-
den - 5 se-
conden
Het wasgoed spoelen en centrifugeren. Alle stof‐
fen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Verlaag
de centrifugeersnelheid afhankelk van het type
wasgoed.
NEDERLANDS 15
Programma
Temperatuurbereik
1)
Maximale
lading
2)
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geertijd
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Desinfectie
80
8 kg
1400 rpm
360 secon-
den - 5 se-
conden
Dit programma verwdert stofmt en soortgelke
micro-organismen.
Het programma voert een automatische voorwas-
fase uit.
1)
Heet water, indien aangesloten, wordt alleen gebruikt in de programma's Normal Eco, Ka-
toen, Synthetisch, Microvezel en Desinfectie als de temperatuur wordt ingesteld op 40°C of
hoger.
2)
Voor een optimaal resultaat wordt de maximale lading die is aangegeven voor elk program-
ma aanbevolen.
3)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma b 40°C nor-
maal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard b 40°C of 60°C, samen in dezelfde
cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en
andere gegevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efciënte programma's op het gebied van energieverbruik zn over het
algemeen programma's die presteren b lagere temperaturen en een langere
duur.
4)
Er dient een wasmiddel met bleekmiddel te worden gebruikt.
5)
Er moet een wasmiddel zonder bleekmiddel worden gebruikt.
6)
Tdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces.
Het kan lken alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit pro-
gramma.
Programmaopties compatibiliteit
Programma
Sluice
Pre wash
Extra rinse
Spin time
No softenerr
Delay start
Eco 40-60
Katoen
Mild 30°C
16
Programma
Sluice
Pre wash
Extra rinse
Spin time
No softenerr
Delay start
Handwas
Synthetisch 40° - 60°C
Microvezel
1)
Spoelen & afzuigen
Desinfectie
1)
1)
Deze optie wordt automatisch uitgevoerd en kan niet uit het programma verwderd worden.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Programma Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
-- -- --
Katoen -- --
Mild
-- -- --
Handwas -- -- --
Synthetisch
-- --
Microvezel -- -- -- --
Desinfectie -- --
1)
B een temperatuur hoger dan 60°C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
= Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
7. OPTIES
7.1 Sluice
Druk op deze knop om voor het wassen
een voorspoelfase zonder wasmiddel uit
te voeren.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.2 Pre wash
Met deze optie kunt u een voorwasfase
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde
kleding.
NEDERLANDS 17
Als u deze optie instelt neemt de
programmaduur toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.3 Extra rinse
Met deze optie kunt u spoelingen
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.4 Spin time
Door op deze toets te drukken kunt u de
centrifugeersnelheid verlagen. Als u
eenmaal de minimumtijd (5 seconden)
heeft bereikt begint hij weer overnieuw
vanaf de maximumtijd.
Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden.
7.5 No softener
Druk op deze knop om geen
wasverzachter te gebruiken.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Als u deze knop nogmaals indrukt wordt
de wasverzachter weer gewoon gebruikt.
Het bijbehorende indicatielampje
gaat
branden.
7.6 Delay start
Met deze optie kun je de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
24 uur.
Het display toont het bijbehorende
indicatielampje
.
8. INSTELLINGEN
8.1 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
U het apparaat inschakelt.
U selecteer een programma.
U het apparaat uitschakelt.
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op
en gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel als
er een storing optreedt.
8.2 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Als u deze optie wilt activeren/
deactiveren, drukt u gelijktijdig op de
knoppen en totdat het
overeenkomstige indicatielampje op de
display gaat branden:
: Kinderslot geactiveerd.
: Kinderslot gedeactiveerd.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op heeft gedrukt: worden
de opties en de programmaknop
vergrendeld.
Voordat u op heeft gedrukt: kan
het apparaat niet starten.
Als het apparaat is
aangesloten op een
muntenmachine, wordt het
kinderslot 5 minuten na het
starten van het programma
automatisch geactiveerd.
18
8.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie, drukt u tegelijkertijd op
en tot het indicatielampje aan/uit
gaat.
9. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Wasgoed in de machine
doen
1. Trek aan de hendel om de deur van
het apparaat te openen
2. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Sluit de vuldeur.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd wasgoed
ontstaan.
9.2 Installeren van de klep voor
vloeibaar wasmiddel
Open de wasmiddellade.
Installeer de klep voor vloeibaar
wasmiddel in het vak .
9.3 Wasmiddel en toevoegingen
gebruiken
1. Meet het wasmiddel en wasverzachter
af.
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de compartimenten.
3. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
NEDERLANDS 19
9.4 Wasmiddeldoseerbakjes
LET OP!
Gebruik alleen wasmiddel voor wasmachines.
Volg altd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
Wasmiddelbakje voor voorwasfase.
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stfsel).
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
9.5 Vloeibaar wasmiddel of
poeder
Positie A voor poederwasmiddel
(fabrieksinstelling).
Positie B voor vloeibaar wasmiddel.
Wanneer u vloeibaar
wasmiddel gebruikt:
Gebruik geen
gelatineachtige of dikke
vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer
vloeibaar wasmiddel dan
het maximale niveau.
Stel de voorwasfase niet
in.
Stel de startuitstelfunctie
niet in.
1.
A
2.
20
3.
B
4.
9.6 Het apparaat inschakelen
Druk op de toets om het apparaat in te
schakelen. Er klinkt een toon (indien
geactiveerd).
9.7 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het programma in te stellen:
Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden. Er klinkt een toon
(indien geactiveerd).
Het indicatielampje van toets
knippert.
De duur van het programma en de
indicatielampjes van de
programmafasen worden op het
display weergegeven.
2. Wijzig indien nodig de centrifugeertijd
en voeg beschikbare opties toe. Als u
een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt,
toont het display de melding
.
9.8 Een programma starten
Druk op de knop .
Het indicatielampje van de knop
stopt met knipperen en blijft
branden.
Het indicatielampje van de actieve
fase begint te knipperen op de
display.
Het programma start en de deur
wordt vergrendeld.
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt met
water.
Na ongeveer 15 minuten na
de start van het programma:
Het apparaat kan de
programmaduur
automatisch aanpassen
afhankelijk van de lading.
De display toont de
nieuwe eindtijd.
9.9 Een programma starten met
een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op Delay start tot
op het display het gewenste
startuitstel verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden op het display .
2. Druk op :
De machine begint de tijd af te
tellen.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma
automatisch gestart.
NEDERLANDS 21
U kunt de instelling van het
startuitstel annuleren of
wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start
annuleren:
Druk op om het
apparaat op pauze te
zetten.
Druk op Delay start tot
op het ' verschijnt.
Druk weer op om
het programma direct
te starten.
9.10 De uitgestelde start
annuleren
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op om het apparaat op
pauze te zetten.
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op Delay start tot
het display staat.
3. Druk weer op om het programma
direct te starten.
9.11 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op
.
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op .
Het wasprogramma gaat verder.
Als het apparaat is
aangesloten op een
muntenmachine, kunt u een
programma maar tot 5
minuten nadat het
programma is gestart
onderbreken. Na deze tijd
wordt het kinderslot
automatisch geactiveerd.
9.12 Actief programma
annuleren
1. Druk een paar seconden op de toets
om het programma te annuleren
en om het apparaat uit te schakelen.
WAARSCHUWING!
Als er al water in het apparaat
is geladen, blijft de deur
gesloten.
2. Druk weer op dezelfde toets om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
9.13 Aan het einde van het
programma.
Stopt het apparaat automatisch.
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets gaat uit.
De deur wordt ontgrendeld.
1. Open de deur.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Draai de waterkraan dicht.
4. Druk een paar seconden op de knop
om het apparaat uit te schakelen.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangename
luchtjes te voorkomen.
9.14 AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING-optie
De AUTOMATISCHE UITSCHAKELING-
optie schakelt het apparaat automatisch
uit om stroom te besparen als:
Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt.
Druk opnieuw op de toets om het
apparaat in te schakelen.
22
5 minuten na aoop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets om het
apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op het
display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Beladen met wasgoed
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, jne was en wol.
Volg de wasinstructies op de waslabels
van het wasgoed.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt. We
raden je aan om ze de eerste keer
apart te wassen.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Was en behandel zware vlekken met
een geschikt wasmiddel voordat je het
wasgoed in de trommel doet.
Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken en plaats de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugel-bh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
- onderbreek het programma en open
de deur (raadpleeg hoofdstuk
'Dagelijks gebruik');
-herverdeel de lading met de hand
zodat de items gelijkmatig over de
trommel zijn verdeeld;
- druk op de -toets . De
centrifugeerfase gaat door.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haken en drukknopen. Bind riemen,
koorden, veters, linten en andere losse
elementen vast.
Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
10.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op
kledingstukken in de buurt van het
apparaat, omdat het corrosief is voor de
plastic onderdelen.
NEDERLANDS 23
10.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel.
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst deze
algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van jne
was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel of de andere
toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau (
) te
overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten
of -pods, plaatst u ze altijd in de
trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
10.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen:
Normaal vuile was kan zonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt het
energie- en waterverbruik verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de
waterhardheid van uw huishoudelijk
systeem. Zie "Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheid in voor het
geselecteerde wasprogramma voordat
u uw was droogt in een wasdroger. Dit
bespaart energie tijdens het drogen!
10.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
24
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de levensduur
van uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas-
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting rei-
nigen
Iedere twee maan-
den
Trommel reinigen Iedere twee maan-
den
Wasmiddeldoseer-
bakje reinigen
Iedere twee maan-
den
De lter van de af-
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De lter van de toe-
voerslang en de
kleplter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd
hoe u elk onderdeel moet reinigen.
11.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn vastgebonden
voordat u uw cyclus uitvoert.
Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals
metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u
kunt vinden in de deurafdichting, de lters
en de trommel. Raadpleeg de paragrafen
'Deurafdichting met dubbele lip', 'De
trommel reinigen', 'De afvoerpomp
reinigen' en 'De lter van de toevoerslang
en de kleplter reinigen'. Neem indien
nodig contact op met een erkend
servicecentrum.
11.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Gebruik de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
11.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen.
NEDERLANDS 25
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het wassen
van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van
het product.
11.5 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is
het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelmatig
een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt
te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
11.6 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
11.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik
alleen speciale producten om roestdeeltjes
uit de trommel te verwijderen.
Wij adviseren u:
1. Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
2. Start een kort programma voor katoen
op de maximale temperatuur met een
kleine hoeveelheid wasmiddel.
11.8 Het wasmiddelbakje reinigen
1.
2.
26
3. 4.
11.9 Het afvoerlter schoonmaken
Reinig het afvoerlter niet als het water in de machine heet is.
Controleer het lter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
1.
2.
180°
3.
1
2
4.
1
2
NEDERLANDS 27
5. 6.
7.
1
2
8.
1
2
11.10 De lters van de
toevoerslang en de kleplters
reinigen
Reinig regelmatig de beide toevoerslangen
(voor heet en koud water) en beide
kleplters.
1.
1
2
3
2.
28
3. 4.
45°
20°
11.11 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (9)
uit van 'Het afvoerlter reinigen'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren
11.12 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u
de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0 °C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade
die door lage temperaturen is
veroorzaakt.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start niet of stopt tdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
NEDERLANDS 29
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan
de -knop continu knipperen:
Probleem Mogelke oplossing
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
Controleer of de waterkraan geopend is.
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contact op met je plaatselke
waterleidingbedrf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg ervoor dat de lters van de toevoerslangen en de lters
van de kleppen niet verstopt zn. Raadpleeg 'Onderhoud en
reiniging'.
Verzeker je ervan dat de waterinlaatslang geen knikken, be-
schadigingen of bochten heeft.
Zorg ervoor dat de aansluitingen van de watertoevoerslan-
gen correct zn.
De machine pompt
geen water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
Zorg ervoor dat het afvoerlter niet verstopt is. Reinig het l-
ter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die ein-
digt met water in de kuip.
De deur is open of
niet goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
de elektronische ele-
menten van het appa-
raat.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je con-
tact op met een erkende servicedienst.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit
en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de
erkende servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelke oplossingen in geval van
een ander probleem met de wasmachine.
30
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
Verzeker je ervan dat bediend is.
Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je
de instelling of wacht je tot het aftellen voorb is.
Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
Controleer de stand van de knop op het gekozen program-
ma.
Het apparaat wordt
met water gevuld,
maar dat wordt on-
middellk afgetapt.
Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be-
vindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-in-
structies'.
De centrifugeerfase
werkt niet of de was-
fase duurt langer dan
normaal.
Zorg ervoor dat het afvoerlter niet verstopt is. Reinig het l-
ter indien nodig. Raadpleeg “Onderhoud en reiniging”.
Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centri-
fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt
door problemen met de balans.
Er is water op de
vloer.
Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen
stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoers-
lang niet beschadigd zn.
Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoe-
veelheid gebruikt.
Je kunt de deur van
het apparaat niet ope-
nen.
Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen
dat eindigt met water in de trommel.
Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
De machine maakt
abnormale geluiden
en trilt.
Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Mon-
tage-instructies'.
Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbou-
ten verwderd zn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mo-
gelk te klein.
De cyclus is korter
dan de weergegeven
td.
Het apparaat berekent een nieuwe td in overeenstemming
met de wasgoedlading.
De wasresultaten zn
niet bevredigend.
Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander
wasmiddel.
Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te ver-
wderen voordat je het wasgoed wast.
Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
Verminder de wasgoedlading.
NEDERLANDS 31
Probleem Mogelijke oplossing
Te veel schuim in de
trommel tdens de
wascyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel ach-
tergebleven in de
wasmiddellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt
volgens de instructies in deze gebruiksaanwzing.
De trommelverlichting
gaat niet aan.
Verzeker je ervan dat het ledlampje niet doorgebrand is.
Neem voor vervanging contact op met een erkend service-
centrum.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een
erkende servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
13. NOODDEUROPENING
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het wasprogramma
gaat verder als er weer stroom is. Als de
deur door een storing vergrendeld blijft, is
het mogelijk om de deur te openen met
een noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur en het
wasgoed niet heet zijn.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Zorg ervoor dat de trommel
niet draait. Wacht indien
nodig tot de trommel stopt
met draaien.
Zorg ervoor dat het waterpeil
in de trommel niet te hoog is.
Voer indien nodig een
noodafvoerprocedure uit (zie
"Water afvoeren in een
noodgeval" in het hoofdstuk
"Onderhoud en reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop om het apparaat
uit te schakelen.
2. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
3. Open de klep van de lter.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek die
nogmaals naar beneden, houd hem
gespannen en open in de tussentijd
de deur van het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
32
14. VERBRUIKSWAARDEN
14.1 Inleiding
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat b het apparaat
wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de
informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen
met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die b dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelk om dezelfde informatie in EPREL
te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de
modelnaam en het productnummer die u vindt op het
typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het
hoofdstuk 'Productbeschrving' voor de positie van
het typeplaatje.
14.2 Legenda
kg
Wasgoed.
h:mm
Duur programma
(kWh)
Energieverbruik
(°C)
Temperatuur in de was.
liter
Waterverbruik.
rpm
Centrifugeersnelheid.
%
Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifu-
geersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelk van
verschillende omstandigheden (bv. kamertemperatuur, watertemperatuur en
-druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de
standaardinstelling van een programma wzigt.
14.3 In overeenstemming met
Verordening van de Commissie
(EU) 2019/2023
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg (kWh) liter h:mm % (°C)
rpm
1)
Volledige lading 8 1.040 60 3:30 52 42 1351
Halve belading 4 0.680 45 2:45 52 36 1351
NEDERLANDS 33
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg (kWh) liter h:mm % (°C)
rpm
1)
Kwartbelading 2 0.420 35 2:45 54 28 1351
1)
Maximale centrifugesnelheid.
14.4 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zn slechts indicatief.
Programma
kg (kWh) liter h:mm % (°C)
rpm
1)
Katoen
2)
95 °C
8 2.79 80 2:10 52 85 1400
Katoen
60°C
8 1.46 70 1:35 52 52 1400
Katoen
3)
20 °C
8 0.19 70 1:10 52 20 1400
Synthetisch
40 °C
4 0.43 35 1:00 35 40 1200
Mild
4)
30 °C
4 0.18 50 0:50 35 30 1200
Handwas
30 °C
2 0.28 55 0:55 30 30 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
15. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
34
(OHFWUROX[3URIHVVLRQDO6S$
9LDOH7UHYLVR3RUGHQRQH
,WDO\
ZZZHOHFWUROX[SURIHVVLRQDOFRP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Electrolux WE170P Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding