AEG L7WE86CBI Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
L7WE86CBI
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 8
4. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................9
5. MONTAGE ...........................................................................................................9
6. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................19
7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 22
8. PROGRAMMA’S.................................................................................................25
9. INSTELLINGEN.................................................................................................. 34
10. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT......... 34
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN....................................................34
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN.............................................. 39
13. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN................................................... 41
14. PLUISJES OP KLEDING.................................................................................. 42
15. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................43
16. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................45
17. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................52
18. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................56
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
NEDERLANDS 3
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
Keukenruimten van personeel in winkels, kantoren
en andere werkruimten;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker
na installatie toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een
tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door
het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt
geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
www.aeg.com4
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te
worden gewassen met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items
vervuild zijn met industriële chemische
reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met een
rubberen binnenkant en kleding of kussens met een
vulling van schuimrubber dienen niet in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies
van de fabrikant van het product.
NEDERLANDS 5
Verwijder alle voorwerpen van items die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of
lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde
van een droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit
de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat
de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te
zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur
hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet
worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u
het in de ingebouwde structuur
installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Gebruik of installeer het apparaat niet
op plekken waar de temperatuur
onder de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Houd het apparaat tijdens het
verplaatsen altijd verticaal.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
www.aeg.com6
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
2.3 Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
Indien wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, dient er een
extra spoelcyclus te worden
uitgevoerd voordat u gaat drogen.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
Droog uitsluitend textiel dat in het
apparaat mag worden gedroogd. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in
de kleding.
Ga niet op de open deur zitten of
staan
Droog geen druipnatte kledingstukken
in het apparaat.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Verwijder een wasbol (indien gebruikt)
voor het starten van het
droogprogramma.
Gebruik geen wasbol wanneer u een
non-stopprogramma instelt.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Neem contact op met het service-
centrum om de binnenverlichting te
vervangen.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
NEDERLANDS 7
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
2.7 Verwijdering
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
10
11 12
13
21 3
4
7
8
9
5
6
1
Scharniersteunen
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Magnetische plaat
5
Handgreep
6
Typeplaatje
7
Plaat met rubber klopper
8
Filter afvoerpomp
9
Voorvoetjes voor het waterpas zetten
van het apparaat
10
Afvoerslang
11
Netsnoer
www.aeg.com8
12
Aansluiting van de watertoevoerslang
13
Achtervoetjes voor het waterpas
zetten van het apparaat
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam
(A), het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
59.6 cm /81.9 cm /55.3 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2000 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste
stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar
de laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐
gen vocht biedt
IPX4
Watertoevoer
1)
Koud water
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Maximale belading was‐
goed
Katoen 8 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen
Synthetische was
4 kg
3 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeer‐
snelheid
1551 rpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Wees voorbereid op de
installatie
Het is raadzaam dat de
installatie door twee
personen wordt uitgevoerd.
NEDERLANDS 9
5.2 Het toestel is uitgerust
met ...
x1 x2
x1
E
x2
x1 x1
x2
x4 x1 x1
BA C D
F G H L
5.3 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakking en de transportbouten voordat u het apparaat
installeert.
1. Plaats twee
polystyreenverpakkingselementen op de
vloer onder het apparaat.
WAARSCHUWING!
Het is raadzaam dat deze
actie door twee personen
wordt uitgevoerd.
2. Zet het apparaat voorzichtig op zijn
achterkant.
Zorg dat u de slangen niet
beschadigt.
www.aeg.com10
1
2
3. Verwijder de polystyreenbescherming
van de onderkant.
1
2
4. Zet de machine terug in de verticale
positie en verwijder de
polystyreenbescherming.
5. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
U kunt het water in de
afvoerslang zien stromen.
Dit komt doordat het
apparaat in de fabriek met
water is getest.
6. Verwijder de drie bouten, de houders
van de slang en de kunststof
afstandhouders met behulp van de
moersleutel die bij het toestel
meegeleverd werd.
NEDERLANDS 11
F
G
7. Sluit de gaten met de plastic doppen
die u in de handleidingszak van de
gebruiker vindt. Doe de kleinste dop F in
het bovenste gaatje en de twee grotere
doppen G in de onderste gaten.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor
als u het apparaat gaat verplaatsen.
5.4 Plaatsing en waterpas zetten
x4
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde
vloer.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Breng het toestel in de buurt
van de uitsparing van het
meubilair voordat u het
waterpas zet. Raadpleeg de
paragraaf “Inbouwen” voor
meer details.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat
waterpas te zetten.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen van
het apparaat als deze in bedrijf
is.
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen onder
de voeten van het apparaat
om deze waterpas te stellen.
www.aeg.com12
5.5 Slang- en kabelverbinding
1100 mm 1450 mm
960 mm1230 mm
900 mm
1360 mm
max 1000 mm
min. 600 mm
max 1000 mm
min. 600 mm
De toevoerslang
1.Verwijder de inlaatslang van binnen de
trommel.
2. Voor de verbinding van de waterinlaatslang
in de juiste richting en met de juiste helling
dient u de positie van de waterkraan te
controleren voordat u die aansluit op de
achterkant van het toestel.
Zorg ervoor dat de slang niet
geknikt of geplet of gespannen
staat.
3. Sluit de slang aan op de achterkant van het
apparaat. Draai de inlaatslang niet naar
beneden, maar draai die naar links of rechts
afhankelijk van de positie van uw waterkraan.
4. Maak de ringmoer los om hem in de juiste
stand te zetten.
NEDERLANDS 13
5. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4-schroefdraad.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik de bij het apparaat geleverde slang.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact
op met het Geautoriseerde Servicecentrum voor vervanging van de
inlaatslang.
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten:
Op een standpijp met ventilatieopening.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte
van niet minder dan 60 cm (23.6”) en niet
meer dan 100 cm (39.3”).
Het einde van de afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp (min. 40
mm - min. 1.6”) groter moet zijn dan de
buitendiameter van de afvoerslang.
max.
600 mm
Op een gootsteenafvoer
Plaats de afvoerslang in de afvoer en draai
die met de meegeleverde kabelbinder L vast.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om
te voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in
het apparaat komen.
www.aeg.com14
L
Naar een wandpijp
Direct op een ingebouwde afvoerpomp in de
kamerwand en zet vast met de meegeleverde
kabelbinder L.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met
de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
5.6 Inbouwen
600 mm
min.
820 mm
min.
560 mm
16-22 mm
min.
Dit apparaat is ontworpen om in een keuken
ingebouwd te kunnen worden. Zie de
minimale uitsparingsmaten in de tekeningen.
553 mm
596 mm
140 mm
76 mm
50 mm
50 mm
819 mm
Als de slangen achter het
toestel lopen zorg er dan voor
dat niets de kleine uitsparing
afsluit aangeduid met de
afmetingen 50 x 50 mm.
Het toestel is ook uitgerust met een
zelfklevend sponskussen H dat u in de
trommel kunt vinden.
Bevestig het aan de bovenkant van het
toestel op de plaats aangegeven in de
tekening.
Bij het waterpas zetten van het toestel onder
het meubilair, mag u het sponskussen NIET
KNIJPEN.
NEDERLANDS 15
Voordat u verdergaat met inbouwen van het
toestel, brengt u het in de buurt van de
uitsparing en legt u de inlaatslang, de
afvoerslang en het netsnoer al op voorhand
op hun plaats.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat ze niet geknikt
of geplet zijn.
5.7 Voorbereiding en montage van de kastdeur
De kastdeur moet de volgende afmetingen hebben:
breedte min. 595 - max. 598 mm;
dikte 16-22 mm.
Fabrieksinstelling
Het apparaat is in de fabriek ingesteld voor
de montage van een kastdeur die van rechts
naar links opent.
De beste oplossing zou zijn
om de bovenste scharnier aan
het bovenste gat van de
bovenplaat en de onderste
scharnier aan het onderste
gat van de bodemplaat vast te
schroeven.
Omkeerbaarheid van de kastdeur
Voer de kastdeuromkeerbaarheid uit voordat
het apparaat volledig ingebouwd is.
www.aeg.com16
M
N
O
Als de kastdeur moet worden geopend van
links naar rechts, keert u de positie om van
het scharniersteunen M met de magnetische
plaat N en laagste plaat O.
M
N
O
Zorg dat de plaat met
magneet zich op de bovenste
positie bevindt.
x
y
y
Voorbereiding kastdeur
Voor het verzinken van de
deur is het raadzaam om een
professional te bellen.
Lijn de kastdeur correct uit met het meubilair.
Meet de afstand X om de hoogte van het gat
vast te zetten om de bovenste scharnier te
verzinken. Het midden van het gat Y moet
zich op dezelfde hoogte van de slag op de
scharniersteun bevinden.
16-22 mm
22±1,5 mm
449
mm
595-598 mm
Ø 35 mm
12,5 - 14 mm
Stel de positie van het onderste gat in met
inachtneming van de afmetingen en
afstanden weergegeven in de tekening (449
mm).
Verzink de gaten.
NEDERLANDS 17
A
Scharnieren
Om de scharnieren te monteren moet u twee
gaten boren (ø 35 mm, diepte 12,5-14 mm
afhankelijk van de diepte van de kastdeur) op
de binnenzijde van de deur.
De scharnieren worden aan de deur
bevestigd door middel van de vier
meegeleverde schroeven A.
max. 105°
Om de deur perfect uit te
lijnen zorgt u ervoor dat de
rand van de kastdeur
evenwijdig is aan de rand van
het apparaat en respecteert u
de juiste openingshoek (max.
105 °).
De deur monteren
Bevestig de scharnieren aan de
scharniersteunen op het toestel door middel
van de twee meegeleverde schroeven B.
De scharnieren kunnen
zodanig worden afgesteld dat
ze eventuele oneffenheden in
de dikte van de deur
compenseren.
2
N
1
E
D
C
Tegenmagneet
Het apparaat is standaard ingesteld voor een
magneetsluiting.
Voor een correcte sluiting:
1. Plaats de schroef C en de tegenmagneet
D op de magnetische plaat N. Leun de
kastdeur tegen de schroef totdat die een
markering achterlaat.
2. Open de kastdeur en schroef de
tegenmagneet D (stalen schijf +
rubberen ring E) met de schroef C in de
binnenkant van de kastdeur vast op de
plaats waar de schroef de markering
heeft achtergelaten zoals beschreven in
de eerste stap.
www.aeg.com18
5.8 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk
'Technische gegevens' geven de
benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
6. BEDIENINGSPANEEL
6.1 Beschrijving bedieningspaneel
13
10 9 8
111214
7
2 3 4 5 6
Eco 40-60
Synthetica
Fijne was
Wol
Stoom
Centrifugeren/PompenSpoelen
Machine clean
Anti-allergie
Sport
Outdoor
Denim
NonStop 60min
Katoen
1
De permanente opties
kunnen worden ingesteld
door de relatieve knop
gedurende ten minste 3
seconden ingedrukt te
houden.
1
Programmakeuzeknop
2
Centrifugeren aanraaktoets
3
Temperatuur aanraaktoets
4
Display
5
Tijd aanraaktoets
6
Automatisch drogen aanraaktoets
NEDERLANDS 19
7
Start/Pauze aanraaktoets
8
Startuitstel aanraaktoets
9
Drogen aanraaktoets en
permanente antikreukoptie
10
Tijdbesparing aanraaktoets en
permanente kinderslotoptie
11
Vlekken aanraaktoets en
permanente Soft Plus-optie
12
Voorspoelen aanraaktoets en
permanente Extra spoelen-optie
13
On/Off drukknop
14
Wassen aanraaktoets
6.2 Display
Het temperatuurgedeelte:
Temperatuuraanduiding.
Indicatielampje voor koud water.
Controlelampje klep gesloten.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Het controlelampje kan aangeven:
Programmaduurtijd (bijv. , was- en/of droogfase).
Uitsteltijd (bijv. ).
Einde cyclus ( ).
Waarschuwingscode (bijv. ).
Foutindicator (
).
Tijdbesparing -indicatielampje.
Tijd -indicatielampje.
www.aeg.com20
Stoomfase-controlelampje.
Automatisch drogen indicatielampje:
Strijkdroog
Kastdroog
Extra droog
Aanduiding wasfase
Extra spoelen-controlelampje.
Soft plus -indicatielampje.
Controlelampje trommelreiniging. Dit is een aanbeveling om de
trommelreiniging uit te voeren. Zie paragraaf "De trommel reinigen"
in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Controlelampje antikreukfase.
Indicatielampje droogfase.
Het centrifugeergedeelte:
Controlelampje toerental
Controlelampje Niet centrifugeren. Centrifugefase is uit.
Controlelampje Spoelstop.
Controlelampje maximale lading (zie paragraaf "De ladingdetectie
van het ProSense System").
Knippert als de wasgoedbelading de maximum toegestane
belading van het geselecteerde programma overschrijdt.
Indicatielampje Items toevoegen. Gaat aan bij het begin van de
wasfase, wanneer het nog mogelijk is om het apparaat te pauze‐
ren en meer wasgoed toe te voegen.
NEDERLANDS 21
7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
7.1 Introductie
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer
de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
7.2 On/Off
Druk een paar seconden op deze knop
om het apparaat in of uit te schakelen. Er
klinken twee verschillende geluiden als
het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
na een aantal minuten automatisch
uitschakelt om energie te besparen,
moet u het apparaat wellicht weer
inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
7.3 Temperatuur
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat
de gewenste temperatuur op het display
verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen
weergeeft, verwarmt
het apparaat het water niet.
7.4 Centrifugeren
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in,
behalve voor programma Denim. Met
deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
de centrifugeersnelheid te
verminderen. Het display toont alleen
de centrifugeersnelheden die voor het
ingestelde programma beschikbaar
zijn.
Extra centrifugeeropties Niet
centrifugeren .
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen uit te schakelen.
Het apparaat voert alleen de
pompfase van het gekozen
wasprogramma uit. Stel deze optie in
voor fijne was. De spoelfase verbruikt
meer water voor sommige
wasprogramma’s
Activeer de optie Spoelstop .
De laatste centrifugeerfase wordt niet
uitgevoerd. Het laatste spoelwater
wordt niet weggepompt, om te
voorkomen dat het wasgoed kreukt.
Het wasprogramma eindigt met water
in de trommel.
Het indicatielampje verschijnt op
het display. De deur blijft vergrendeld
en de trommels draait regelmatig om
kreuken te vermijden. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Als u de knop Start/Pauze
aanraakt, voert het apparaat de
centrifugeerfase uit en pompt het
water weg.
Het apparaat zal het
water na circa 18 uur
automatisch uit het
apparaat wegpompen.
7.5 Wassen
Met deze toets kunt u de wasmodus
activeren of deactiveren. Wanneer de
wasmodus geactiveerd wordt, gaat het
lampje van de toets aan.
7.6 Voorspoelen
Met deze optie kunt u een voorwasfase
toevoegen aan een wasprogramma.
De overeenkomstige aanduiding boven
de aanraakknoppen brandt.
www.aeg.com22
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met in het
bijzonder zand, stof, modder en
andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur van
het programma verlengen.
7.7 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie houdt u de Voorspoelen toets
ingedrukt gedurende 3 seconden
totdat het lampje op het display
aan/uit gaat.
Wanneer het wordt geactiveerd, zal het
apparaat standaard op deze optie
ingesteld zijn nadat u het uitschakelt of
het programma wijzigt/reset.
Deze optie verlengt de duur
van het programma.
7.8 Vlekken
Raak deze toets aan om de vlekkenfase
toe te voegen aan een programma.
De overeenkomstige aanduiding boven
de aanraakknoppen brandt.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
vlekken die moeilijk te verwijderen zijn.
Als u deze optie instelt, doet u
vlekkenverwijderaar in het vakje .
Deze optie verlengt de duur
van het programma.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan
40 °C.
7.9 Permanent Soft plus
Kies deze optie om de verdeling van de
wasverzachter te optimaliseren en de
zachtheid van de was te verbeteren.
Aanbevolen als u wasverzachter
gebruikt.
Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie houdt u de Vlekken toets
ingedrukt gedurende 3 seconden totdat
het lampje op het display aan/uit
gaat.
Wanneer het wordt geactiveerd, zal het
apparaat standaard op deze optie
ingesteld zijn nadat u het uitschakelt of
het programma wijzigt/reset.
Deze optie verlengt de duur
van het programma.
7.10 Tijdbesparing
Met deze optie kunt u de
programmaduur verkorten naar gelang
de grootte van de lading en de
bevuilingsgraad
Als u een wasprogramma instelt, toont
het display de standaardduur en
streepjes.
Raak toets Tijdbesparing
aan om de
programmaduur naar wens te verkorten.
Het display toont de nieuwe
programmaduur en het aantal streepjes
zal overeenkomstig afnemen:
geschikt voor een volle lading
normaal bevuilde kleding.
een korte cyclus voor een volle
lading weinig bevuilde kleding.
een hele korte cyclus voor een
kleinere lading weinig bevuilde kleding
(max. halve lading aanbevolen)
de kortste cyclus om een kleine
hoeveelheid wasgoed op te frissen.
Tijdbesparing is alleen beschikbaar bij de
programma's in de tabel.
NEDERLANDS 23
-indicator
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
1)
1)
Standaardduur voor alle programma's.
Tijdbesparing met stoomprogramma's
Bij het instellen van een
stoomprogramma stelt deze knop u in
staat om drie stoomniveaus te kiezen en
de duur van het programma wordt
dienovereenkomstig verminderd:
: maximum.
: medium.
: minimum.
7.11 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie houdt u de Tijdbesparing
toets
ingedrukt totdat het lampje op
het display
aan/uit gaat.
Wanneer het wordt geactiveerd, zal het
apparaat standaard op deze optie
ingesteld zijn nadat u het uitschakelt of
het programma wijzigt/reset. Als u op
eender welke knop drukt, knippert het
indicatielampje om aan te geven dat
de knoppen uitgeschakeld zijn.
7.12 Drogen
Met deze toets kunt u de droogmodus
activeren of deactiveren. Wanneer de
droogmodus geactiveerd wordt, gaat het
lampje van de toets aan.
7.13 Permanente
antikreukbeveiliging
Deze optie voegt een korte antikreukfase
toe aan het einde van het programma.
Deze fase vermindert de kreuken in de
stoffen en vereenvoudigt het strijken.
Voor het inschakelen/uitschakelen van
deze optie houdt u de Drogen toets
ingedrukt gedurende 3 seconden totdat
het lampje op het display aan/uit
gaat.
Wanneer het wordt geactiveerd, zal het
apparaat standaard op deze optie
ingesteld zijn nadat u het uitschakelt of
het programma wijzigt/reset.
Deze optie kan de duur van
het programma verlengen.
7.14 Automatisch drogen
Druk op deze toets als u een van de
automatische droogheidsniveaus
voorgesteld door het toestel wilt instellen.
Op het display gaat de relevante
droogindicator branden:
Strijkdroog: wasgoed dat moet
worden gestreken.
Kastdroog: wasgoed dat moet
worden weggeborgen.
Extra droog: wasgoed dat volledig
gedroogd moet worden.
U kunt niet alle niveaus
voor alle stofsoorten
automatisch instellen.
7.15 Tijd
Druk op deze toets om op basis van de
stofsoort in te stellen hoe lang de was
moet drogen (raadpleeg tabel
"Tijddrogen"). De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
www.aeg.com24
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden
voor de verschillende
stofsoorten instellen.
7.16 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
loopt op in stappen van 1 uur tot 20 uren.
De overeenkomstige aanduiding boven
de aanraakknoppen brandt.
Op het display verschijnt de
geselecteerde uitsteltijd. Na het
aanraken van de toets
Start/Pauze
begint het apparaat af te tellen en wordt
de deur vergrendeld.
7.17 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het
apparaat te starten, te pauzeren of het
draaiende programma te onderbreken.
8. PROGRAMMA’S
8.1 Programmatabel
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60 (Al‐
leen wassen-
modus)
40°C
1)
60 °C
2)
- 30 °C
1600 rpm
1600 rpm -
400 rpm
8 kg
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal ver‐
vuilde was. ì
Eco 40-60 +
Kastdroogni‐
veau (modus
Wassen en dro‐
gen)
40°C
3)
60 °C - 30 °C
1600 rpm
1600
rpm -
400 rpm
4 kg
Eco 40-60 +
Kastdroogni‐
veau (Alleen
drogen-mo‐
dus)
4)
4 kg Wit katoen en kleurvast katoen.
NEDERLANDS 25
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Katoen
40°C
90 °C - koud
1600 rpm
(1600- 400
rpm)
8 kg Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en
licht bevuild wasgoed.
Synthetica
40°C
60 °C - koud
1200 rpm
(1200 - 400
rpm)
3 kg Synthetische of gemengde stoffen. Normaal
vervuilde was.
Fijne was
30 °C
40 °C - koud
1200 rpm
(1200- 400
rpm)
2 kg Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemeng‐
de stoffen hebben een milde wasbeurt nodig.
Voor normaal en licht bevuild wasgoed.
Wol
40°C
40 °C - koud
1200 rpm
(1200 - 400
rpm)
1,5 kg Machinewasbestendige wol, handwasbesten‐
dige wol en andere stoffen met «handwas»-
symbool
5)
.
Stoomprogramma
Stoomprogramma´s kunnen worden gebruikt voor het verminderen van kreuken en geu‐
ren
6)
uit kleding die alleen maar opgefrist hoeven te worden, om wassen te voorkomen.
De stofvezels worden versoepeld waardoor strijken daarna moeiteloos gaat. Haal het was‐
goed nadat het programma is voltooid snel uit de trommel
7)
. Stoomprogramma's hebben
geen hygiënische cyclus. Stel dit programma niet in met het volgende soort items:
Items die niet geschikt zijn voor drogen in de wasdroger.
Artikelen met label "Alleen chemisch reinigen".
Stoom
-
1 kg Katoen, synthetisch, fijne was. Kort en be‐
hoedzaam stoomprogramma om zelfs uw fijnste
kleding op te frissen, waaronder zeer fijne items
met lovertjes, kant, enz. Bij de behandeling van
kleinere ladingen kan de programmaduur met de
optie Tijdbesparing nog verder worden verkort.
WAARSCHUWING!
Gebruik dit programma niet met
wollen kleding en kleding waar‐
van het waslabel zegt dat deze
alleen chemisch mag worden ge‐
reinigd.
www.aeg.com26
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Centrifugeren/
Pompen
1600 rpm
(1600 - 400
rpm)
8 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en het
water uit de trommel te pompen.
Spoelen
1600 rpm
(1600- 400
rpm)
8 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Programma voor spoelen en centrifuge‐
ren van het wasgoed. De standaardcentrifugeer‐
snelheid is de snelheid die voor katoenprogram‐
ma´s wordt gebruikt. Verlaag de centrifugeer‐
snelheid afhankelijk van het type wasgoed. Stel
indien nodig de optie Extra spoeling in om spoel‐
beurten toe te voegen. Met een lage centrifu‐
geersnelheid voert het apparaat behoedzame
spoelgangen uit met kort centrifugeren.
Machine Clean
60 °C
1200 rpm
(1200 - 400
rpm)
-
Onderhoudscyclus met heet water om de trom‐
mel te reinigen en op te frissen en resten te ver‐
wijderen die geuren kunnen veroorzaken. Ge‐
bruik deze cyclus voor de beste resultaten een‐
maal per maand. Verwijder voordat u deze cy‐
clus laat draaien alle voorwerpen uit de trommel.
Zet in het wasfasevak van het wasmiddeldoseer‐
bakje de flap van het vak recht omhoog. Schenk
in het wasfasevakje een kop bleekmiddel of was‐
machinereiniger. NIET beide tegelijkertijd gebrui‐
ken.
Na het reinigen van de trommel
moet nog een spoelcyclus met
een lege trommel zonder wasmid‐
del worden gedraaid om enige
resten van bleekmiddel te verwij‐
deren.
Als u dit programma instelt met de Drogen, voert
het apparaat de antipluiswerking uit. Zie hoofd‐
stuk “Pluis in de stoffen”.
NEDERLANDS 27
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Anti-allergie
60 °C
1600 rpm
(1600 - 400
rpm)
8 kg Witte katoenen items. Dit programma verwijdert
micro-organismes dankzij een wasfase met een
temperatuur die gedurende een aantal minuten
boven de 60°C wordt gehouden. Dit helpt ziekte‐
kiemen, bacteriën, micro-organismen en andere
deeltjes de verwijderen. Een extra spoelbeurt
zorgt voor een juiste verwijdering van wasmid‐
delresten en pollen/allergie veroorzakende stof‐
fen. Op deze manier is de was effectiever.
Sport
30 °C
40 °C - koud
1200 rpm
(1200- 400
rpm)
3 kg Synthetische sportkleding. Dit programma is
ontwikkeld om moderne buitensportkleding en
ook kleding voor de sportschool, wielersport of
hardlopen e.d. behoedzaam te wassen.
Outdoor
30 °C
40 °C - koud
1200 rpm
(1200- 400
rpm)
2 kg
Gebruik geen wasverzachter en
zorg ervoor dat er geen wasver‐
zachter resten in de wasmiddel‐
doseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkle‐
ding, waterbestendige en ademende jassen,
jassen met een verwijderbare fleecelaag of
binnenvoering.
Door een gecombineerd was- en
droogprogramma te draaien,
dient de droogfase ook als een
hersteller van de waterafstoot‐
baarheid. Zorg ervoor dat het
verzorgingsetiket aangeeft dat
het kledingstuk mag worden
gedroogd in de wasdroger.
Denim
30 °C
40 °C - koud
1200 rpm
(1200 - 400
rpm)
3 kg Speciaal programma voor spijkerkleding met
behoedzame wasfase om kleurvervaging en
vlekken te minimaliseren. Voor betere verzor‐
ging wordt een kleinere lading aanbevolen.
NonStop 60min
30 °C
40 °C - 30 °C
1200 rpm 1 kg Gemengde stoffen (katoen en synthetische
stoffen). Compleet kort programma om maxi‐
maal 1 kg wasgoed in een keer te wassen en
drogen. Het duurt maar 1 uur.
www.aeg.com28
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Resetstand. Het display geeft alleen streepjes weer.
1)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 8 kg, is in
staat normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde
cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Katoen Eco-programma. Dit programma op 60 ºC met een lading van 8 kg is het referentieprogram‐
ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60.
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het
wasprogramma wordt verlengd.
3)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 4 kg
en Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal be‐
vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de
droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
4)
Dit programma is het droogreferentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, in
overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitge‐
voerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121)
door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Eco 40-60. De TWEEDE droogla‐
ding met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KAST‐
DROOG voor Eco 40-60.
5)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
6)
Stoomprogramma´s verwijderen geen zeer intensieve geuren
7)
Na de stoombehandeling kan het wasgoed vochtig zijn. Hang items een aantal minuten uit
NEDERLANDS 29
Compatibiliteit programma-opties
Programma
Centrifugeren
Niet centrifugeren
1)
Voorspoelen
2)
Vlekken
Tijdbesparing
Startuitstel
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
Stoom
Centrifugeren/
Pompen
3)
Spoelen
Machine Clean
Anti-allergie
Sport
Outdoor
Denim
www.aeg.com30
Programma
Centrifugeren
Niet centrifugeren
1)
Voorspoelen
2)
Vlekken
Tijdbesparing
Startuitstel
NonStop 60min
1)
Deze optie omvat niet de optie.
2)
Voorspoelen en Vlekken kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd.
3)
Als u ook de optie Niet centrifugeren instelt, dan voert het apparaat alleen de pompcyclus uit.
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
Fijne was -- -- --
Wol -- -- --
Anti-allergie -- --
Sport -- --
Outdoor -- -- --
Denim -- --
NonStop
60min
-- -- --
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
▲ = Aanbevolen
-- = Niet aanbevolen
NEDERLANDS 31
8.2 Woolmark Apparel Care -
Blauw
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor het
wassen van wollen kleding waarvan in
het label staat dat het “handwas” is,
op voorwaarde dat de kledingstukken
worden gewassen volgens de
instructies op het label in het
kledingstuk en die van de fabrikant
van deze wasmachine. Volg de
instructies op het wasvoorschrift in de
kleding. M1380
De droogcyclus voor wol van deze
machine is goedgekeurd door "The
Woolmark Company" voor het drogen
van wollen kleding met het label "met
de hand wassen", mits de kleding
wordt gedroogd volgens de instructies
die door de fabrikant van deze
machine uitgegeven werden. Volg het
label voor zorgvuldigheid van kleding
voor andere instructies met betrekking
tot de was. M1381
Het symbool "Woolmark" is een
certificatieteken in verschillende landen.
8.3 Automatisch drogen
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 4 kg
Denim kleding tot 3 kg
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 4 kg
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde‐
ngoed)
tot 3 kg
Delicate stoffen
(acryl, viscose en fijne ge‐
mengde stoffen)
tot 2 kg
Wollen items
(wollen truien)
tot 1 kg
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische en
sportkleding, waterproof en
ademende jassen, jacks)
tot 2 kg
Denim kleding tot 3 kg
Sport tot 3 kg
www.aeg.com32
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestre‐
ken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over‐
hemden, etc.)
tot 4 kg
8.4 Ingestelde droogtijd
Droogheidsni‐
veau
Soort stof La‐
ding
(kg)
Centri‐
fuge‐
snel‐
heid
(rpm)
Voorgestelde
duur (min)
Extra droog
Artikelen van
badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
4 1600 170 - 190
2 1600 110 - 120
1 1600 65 - 75
Denim kleding 3 1200 165 - 175
1 1200 75 - 85
Kastdroog
Voor spullen die
opgeruimd wor‐
den
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
4 1600 160 - 180
2 1600 100 - 110
1 1600 55 - 65
Synthetische en gemengde stoffen
(truien, blouses, ondergoed, huishoud‐
linnen en beddengoed)
3 1200 135 - 150
1 1200 45 - 55
Fijnwas
(acryl, viscose en fijne gemengde stof‐
fen)
2 1200 155 - 165
1 1200 95 - 105
Wol
(wollen truien)
1 1200 80 - 100
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische en sportkle‐
ding, waterproof en ademende jassen,
jacks)
2 1200 110 - 120
1 1200 95 - 105
Denim kleding 3 1200 155 - 165
1 1200 65 - 75
Sport 3 1200 130 - 150
1 1200 70 - 80
NEDERLANDS 33
Droogheidsni‐
veau
Soort stof La‐
ding
(kg)
Centri‐
fuge‐
snel‐
heid
(rpm)
Voorgestelde
duur (min)
Strijkdroog
Geschikt voor
artikelen die ge‐
streken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhemden, etc.)
4 1600 110 - 125
2 1600 65 - 75
1 1600 40 - 50
9. INSTELLINGEN
9.1 Geluidssignalen
Dit apparaat is uitgevoerd met
verschillende geluidssignalen, die
werken als:
u het apparaat activeert (speciale
korte toon).
u het apparaat deactiveert (speciale
korte toon).
u een toets aanraakt (klikgeluid).
u een ongeldige keuze maakt (3 korte
tonen).
Het programma voltooid is
(gedurende 2 minuten opeenvolgende
geluiden).
Het apparaat een storing ondergaat
(gedurende 5 minuten opeenvolgende
geluiden).
Voor het activeren/deactiveren van de
geluidssignalen raakt u gedurende 2
seconden tegelijkertijd toets en
aan. Het display toont On of Off.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
10. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
2. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
Deze handeling activeert het
afvoersysteem.
3. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
4. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
www.aeg.com34
3. Druk een paar seconden op de knop
On/Off om het apparaat in te
schakelen.
Er klinkt een korte toon.
11.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Maak de zakken leeg en zorg ervoor
dat de items niet opgevouwen zijn
voordat u ze in het apparaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
Doe niet te veel wasgoed in de trommel.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg dat er geen wasgoed
tussen de deur klemt om het
risico op waterlekkage en
schade aan het wasgoed te
voorkomen.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
11.3 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
- Vakje voor voorwasmiddel, week‐
programma of vlekkenverwijderaar.
- Vakje voor wasfase.
- Vakje voor wasverzachter en andere
vloeibare behandelingen (stoffenconditio‐
ner, stijfsel).
- Maximaal niveau voor vloeibare
toevoegingen.
- Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid
zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
11.4 De stand van de
wasmiddelklep controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
NEDERLANDS 35
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
De vloeibarewasmiddeldosis die
op de klep staat aangeduid niet
overschrijden.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
11.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma.
Het indicatielampje van de knop Wassen
licht op.
Het indicatielampje van de knop Start/
Pauze knippert.
Het display toont een geschatte
programmaduur en de maximale lading.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt
u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens
branden in het display en de
aangegeven informatie wijzigt.
Indien een keuze niet
mogelijk is, klinkt er een
geluidssignaal en toont het
display .
11.6 Een programma starten
Raak de Start/Pauze toets aan om
het programma te starten. Het is niet
mogelijk om het programma te starten
wanneer het indicatielampje van de knop
uitgeschakeld is en niet knippert (bijv.
wanneer de deur open is).
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
11.7 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
www.aeg.com36
2. Druk op de knop Start/Pauze . De
deur van het apparaat vergrendelt en
het aftellen van de uitgestelde start
begint. Op het display verschijnt het
indicatielampje .
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt
het programma automatisch gestart.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze
om
het apparaat te pauzeren. Het
bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel totdat het display
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk
te starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om
het apparaat te pauzeren. Het
bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
11.8 De ProSense System
ladingdetectie
De programmaduur in het
display is van toepassing op
een middelmatige/grote
lading.
Na aanraking van de toets Start/Pauze
gaat de aanduiding voor de
maximaal bepaalde lading uit en begint
het ProSense System met detectie van
het wasgoed:
1. Het apparaat zal de lading nu
gedurende 30 seconden waarnemen.
In de programma's waar
Tijdbesparing beschikbaar is, spelen
de Tijdbesparing balken onder
de tijdcijfers tijdens deze fase een
eenvoudige animatie af. De trommel
draait kort.
2. De programmaduur kan
overeenkomstig worden aangepast
en kan worden verlengd of verkort.
En na 30 seconden gaat de
watertoevoer stromen.
In het geval er na de ladingdetectie een
overladen trommel blijkt te zijn, zal het
lampje op het display knipperen:
In dit geval is het gedurende 30
seconden mogelijk het apparaat te
pauzeren en de overtollige
kledingstukken te verwijderen.
Raak na eenmaal de overtollige kleding
te hebben verwijderd de toets Start/
Pauze aan om het programma weer
te starten. De ProSense fase kan tot
driemaal toe worden herhaald (zie punt
1).
Belangrijk! Als het wasgoed niet wordt
verminderd, gaat het wasprogramma
ondanks teveel lading toch van start. In
dit geval kunt u niet de beste
wasresulaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
weer worden aangepast.
De ProSense-detectie wordt
uitsluitend uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
en als de programmaduur
niet verkort is met de
Tijdbesparing toets.
NEDERLANDS 37
11.9 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als er een programma bezig is
maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze
.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
.
Het wasprogramma gaat verder.
11.10 Een actief programma
stoppen
1. Druk op de On/Off toets om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de On/Off toets om
het apparaat in te schakelen.
Als het ProSense System
voltooid is en het vullen van
water al begonnen is, begint
het nieuwe programma
zonder het ProSense
System te herhalen. Het
water en wasmiddel worden
niet weggepompt om
verspilling te voorkomen. De
display toont de
maximumduur van het
programma en werkt dit 20
minuten na de start van het
nieuwe programma bij.
Er bestaat ook een andere manier om te
annuleren:
1. Draai de programmakiezer naar
de ”Reset”-stand .
2. Wacht vervolgens 1 seconde Op het
display verschijnt .
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
11.11 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, mag u de deur
niet openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld. Op het display
verschijnt het controlelampje .
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen. Sluit de deur en druk op
de toets Start/Pauze .
Het programma of startuitstel gaat
verder.
11.12 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn). Op het display verschijnt
Het lampje van Start/Pauze toets
gaat uit.
De deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de toets On/Off om het
apparaat uit te schakelen.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het voorgaande
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
www.aeg.com38
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
11.13 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Het tijdveld toont en het display
toont de vergrendelde deur
.
Het lampje van de knop Start/Pauze
begint te knipperen.
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets
Centrifugeren aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze : het
apparaat voert het water af en
centrifugeert.
De optie indicator Spoelstop
verdwijnt.
Als u Niet centrifugeren
hebt geselecteerd,
dan zal het apparaat alleen
het water afvoeren.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
On/Off om het apparaat uit te
schakelen.
11.14 Stand-byfunctie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
u het apparaat gedurende 5 minuten
niet gebruikt en er geen programma
draait.
Druk opnieuw op de toets On/Off om
het apparaat in te schakelen.
5 minuten na beëindiging van het
wasprogramma.
Druk opnieuw op de On/Off-toets om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatste programma
wordt weergegeven op het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als de keuzeknop naar de 'Reset'-stand
wordt gedraaid, gaat het apparaat na
30 seconden automatisch uit.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet
gedeactiveerd door de
stand-by-functie om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
12.1 Volledige was&droog-
programma
Automatische non-stop-
programma of -programma's
Afhankelijk van het model kan het toestel
worden uitgerust met één of meer
NEDERLANDS 39
NonStop 60min-programma’s,
automatische one-go-programma’s
waarbij het niet nodig is om de Drogen in
te stellen.
Ga als volgt te werk:
1. Houd na het laden van het wasgoed
en het wasmiddel de On/Off toets
enkele seconden ingedrukt om het
apparaat in te schakelen.
2. Stel het NonStop 60min programma
in met behulp van de
programmakeuzeknop. De lampjes
en verschijnen op het display.
3. Raak de Start/Pauze -toets aan
om het programma te starten.
Niet-automatische
was&droog-programma's
In sommige wasprogramma’s kunt u
Wassen en Drogen combineren om een
volledig was&droog-programma uit te
voeren.
Ga als volgt te werk:
1. Houd de On/Off-knop enkele
seconden ingedrukt om het apparaat
in te schakelen.
2. Steek de was een voor een in het
apparaat.
3. Vul de bakjes met wasmiddel en
additieven.
4. Draai de programmaknop op het
wasprogramma. Het apparaat staat
standaard ingesteld op de “Alleen
wassen”-modus en het lampje van de
Wassen toets is aan. Op het display
verschijnt de standaard temperatuur
en centrifugesnelheid. Indien nodig
aanpassen aan uw wasgoed. Het
display toont ook de maximaal
aanbevolen lading voor de wasfase.
5. Stel de gewenste opties in als die
beschikbaar zijn.
6. Tik op de Drogen toets om ook de
droogfunctie te activeren. Beide
lampjes van de Wassen en Drogen
toetsen zijn aan. De lampjes en
verschijnen op het display. Het
display geeft ook de maximaal
aanbevolen lading aan voor een was-
en droogprogramma (bijv. 4 kg voor
katoen).
12.2 Wassen en drogen -
automatische niveaus
1. Tik de toets Automatisch drogen
herhaaldelijk aan tot het display de
gewenste droogte weergeeft. De
lampjes in het display branden als
volgt:
a. Strijkdroog: voor katoenen
items;
b.
Kastdroog: voor katoenen en
synthetische items;
c.
Extra droog: voor katoenen
items.
De tijdswaarde op het display is de
duur van de was- en droogfasen,
berekend aan de hand van een
standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging met
verbruik van minder energie
in een kortere tijd laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Tik op de knop Start/Pauze om
het programma te starten. De
ProSense-schatting gaat van start.
In het display gaat het
deurvergrendelingssymbool aan.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
12.3 Wassen en op tijd
drogen
1. Tik herhaaldelijk op de knop Tijd
om de gewenste tijd in te stellen (zie
de "Drogen op tijd"-tabel in het
hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en het indicatielampje
gaat aan.
Telkens als u deze toets aantikt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de
display verschijnt de nieuwe ingestelde
tijdwaarde.
2. Raak de Start/Pauze toets aan
om het programma te starten. De
ProSense-schatting gaat van start.
www.aeg.com40
In het display gaat het
deurvergrendelingssymbool aan.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
12.4 Aan het einde van het
droogprogramma
Het apparaat stopt vanzelf.
De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
In het display gaat aan.
Het lampje van Start/Pauze toets
gaat uit. De deur vergrendeld
gaat uit.
Het apparaat zet gedurende circa 30
minuten of langer de werking voort
met de antikreukfase als de
antikreukoptie werd ingesteld.
De antikreukfase vermindert kreuken.
U kunt het wasgoed uit de machine
halen voordat deze fase is voltooid.
Wij adviseren u voor de beste
resultaten het wasgoed pas te
verwijderen als de fase bijna of
volledig is voltooid. Het lampje
blijft aan.
Houd de On/Off toets enkele
seconden ingedrukt om het apparaat
uit te schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de
trommel, de pakking en de
binnenkant van de deur met
een natte doek.
13. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
13.1 Voorbereiding op het
drogen
1. Houd de On/Off toets enkele
seconden ingedrukt om het apparaat
in te schakelen.
2. Steek de was een voor een in het
apparaat.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed. Het
apparaat staat standaard ingesteld
op de “Alleen wassen”-modus en het
lampje van de Wassen toets is aan.
4. Tik op de Drogen toets en dan op de
Wassen toets om alleen drogen uit te
voeren. Het lampje van de Drogen
toets gaat aan en het lampje van de
Wassen toets gaat uit. De lampjes
en verschijnen op het display
en het lampje verdwijnt.
Bij het drogen van veel
wasgoed moet u er voor
goede droogprestaties voor
zorgen dat het wasgoed niet
is opgerold en dat het
gelijkmatig in de trommel
verdeeld is.
13.2 Drogen - automatische
niveaus
1. Tik de toets Automatisch drogen
herhaaldelijk aan tot het display de
gewenste droogte weergeeft. De
lampjes in het display branden als
volgt:
a.
Strijkdroog: voor katoenen
items;
b.
Kastdroog: voor katoenen en
synthetische items;
c.
Extra droog: voor katoenen
items.
Het display geeft de duur van het
droogprogramma weer.
NEDERLANDS 41
2. Raak de Start/Pauze toets aan
om het programma te starten.
In het display gaat het
deurvergrendelingssymbool aan.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
13.3 Ingesteld tijddrogen
1. Tik herhaaldelijk op de knop Tijd
om de gewenste tijd in te stellen (zie
de "Drogen op tijd"-tabel in het
hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en het indicatielampje
gaat aan.
Telkens als u deze toets aantikt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de
display verschijnt de nieuwe ingestelde
tijdwaarde.
2. Tik op Start/Pauze om het
programma te starten.
In het display gaat het
deurvergrendelingssymbool aan.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
13.4 Aan het einde van het
droogprogramma
Het apparaat stopt vanzelf.
De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
In het display gaat aan.
Het lampje van Start/Pauze toets
gaat uit. De deur vergrendeld
gaat uit.
Het apparaat zet gedurende circa 30
minuten of langer de werking voort
met de antikreukfase als de
antikreukoptie werd ingesteld.
De antikreukfase vermindert kreuken.
U kunt het wasgoed uit de machine
halen voordat deze fase is voltooid.
Wij adviseren u voor de beste
resultaten het wasgoed pas te
verwijderen als de fase bijna of
volledig is voltooid. Het lampje
blijft aan.
Houd de On/Off toets enkele
seconden ingedrukt om het apparaat
uit te schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de
trommel, de pakking en de
binnenkant van de deur met
een natte doek.
14. PLUISJES OP KLEDING
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen
kleven.
Dit nadeel verergert bij technische
stoffen.
Ter voorkoming van pluisjes in uw
wasgoed, bevelen wij u het volgende
aan:
Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichtgekleurde
stoffen (handdoeken, wol en
sweaterstof) en vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst
gewassen zijn.
Reinig het afvoerfilter.
Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
Voor het verwijderen van pluisjes in
de trommel, stelt u een speciaal
programma in:
Maak de trommel leeg.
Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
Stel het Machine Clean-programma
en Drogen tegelijkertijd in om de
antipluisjeswerking te activeren.
www.aeg.com42
Raak de Start/Pauze toets aan
om het programma te starten.
Gebruik als het apparaat
veelvuldig wordt gebruikt
regelmatig het
reinigingsprogramma.
15. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
15.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op
kledingstukken in de buurt van het
apparaat, omdat het corrosief is voor de
plastic onderdelen.
NEDERLANDS 43
15.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau (
)
te overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
Bij het gebruik van
wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u
ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
15.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen:
Normaal vuile waskanzonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde programma om energie
te besparen tijdens de droogfase!
15.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
www.aeg.com44
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
15.6 De droogfase
voorbereiden
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
15.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
Synthetische gordijnen.
Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
Nylon kousen.
Dekbedden.
Bedspreien.
Dekbedovertrekken.
Anoraks.
Slaapzakken.
Stoffen met restjes haarspray,
nagellakremover of iets dergelijks.
Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
15.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
= Droogprogramma op lage
temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
15.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
snelheid van de laatste keer
centrifugeren
droogheidsniveau
soort wasgoed
het gewicht van het wasgoed
15.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken en krimpen te
voorkomen dient u het
wasgoed niet te lang te
drogen.
15.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel "Droogprogramma's"
om de gemiddelde droogtijden op te
zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan
naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe
lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma dient
u het wasgoed meteen uit de trommel te
halen.
16. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 45
16.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐
gen
Iedere twee maan‐
den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
den
Pluis in de trommel
verwijderen
Twee keer per
maand
1)
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Iedere twee maan‐
den
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
Twee keer per jaar
1)
raadpleegt u het hoofdstuk ''Pluis in de stoffen''.
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
16.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
16.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
16.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
16.5 Onderhoudswasbeurt
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik
van programma´s bij lage temperaturen
kunnen er wasmiddelresten en pluizen
achterblijven en kan er bacteriëngroei in
www.aeg.com46
de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan
slechte geurtjes en meeldauw
veroorzaken. Draai om deze resten te
verwijderen en de binnenkant van het
apparaat te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand).
Raadpleeg de paragraaf
“Trommelreiniging”.
16.6 Deurafdichting met val
met dubbele lip
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
16.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan
voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door
leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
Maak de trommel niet
schoon met zure
ontkalkingsmiddelen,
schuurmiddelen die chloor of
ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Voer het Machine Clean
-
programma uit. Raadpleeg de
wasprogrammatabel voor meer
details.
3. Voeg een kleine hoeveelheid
waspoeder toe aan de lege trommel
om achtergebleven resten weg te
spoelen.
Het display kan soms aan
het einde van een cyclus het
pictogram weergeven: dit
is een aanbeveling om de
“reiniging van de trommel”
uit te voeren. Zodra de
trommelreiniging is
uitgevoerd, verdwijnt het
pictogram.
16.8 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
NEDERLANDS 47
2. Verwijder het bovenste gedeelte van
het vak voor toevoegingen om het
reinigen te vereenvoudigen en spoel
het af onder de kraan met warm
water om resten van opgehoopt
wasmiddel te verwijderen. Plaats het
bovenste gedeelte na reiniging terug
op zijn plek.
3. Zorg ervoor dat achtergebleven
wasmiddel volledig is verwijderd het
bovenste en onderste gedeelte van
de holte. Gebruik een klein borsteltje
om de holte te reinigen.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit de lade. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
de trommel.
16.9 Maak de afvoerpomp
schoon
WAARSCHUWING!
Haal de netstekker uit het
stopcontact.
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
Het apparaat pompt geen water weg.
de trommel niet ronddraait.
het apparaat een ongebruikelijk geluid
maakt door een blokkade in de
afvoerpomp.
Op het display verschijnt de
alarmcode .
WAARSCHUWING!
Verwijder het filter niet als
het apparaat in gebruik
is.
Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld
www.aeg.com48
Voor reiniging van de pomp gaat u als
volgt te werk:
1
2
1. Open het pompdeksel.
2. Plaats een geschikte bak onder de
afvoerpompopening om het afgepompte water
op te vangen.
Houd altijd een oude doek bij de hand om het
eventueel gemorste water te kunnen opvegen
als u het filter verwijdert.
180˚
3. Draai het filter 180 graden naar links om het
te openen, zonder verwijdering. Laat het water
wegstromen.
4. Als de bak vol is met water, draait u het filter
terug en leegt u de bak.
5. Herhaal stappen 3 en 4 totdat er geen water
meer uitloopt.
NEDERLANDS 49
1
2
6. Draai het filter naar links om het te
verwijderen.
7. Verwijder indien noodzakelijk pluizen en
andere voorwerpen uit de filterholte.
Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als hij niet
roteert: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
8. Reinig het filter onder de waterkraan.
2
1
9. Zet het filter terug in de speciaal geleidingen
door hem met de klok mee te draaien. Zorg
ervoor dat u het filter goed vastdraait om
lekkage te voorkomen.
www.aeg.com50
1
2
10. Sluit het pompdeksel.
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem opnieuw te
activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te voeren.
16.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1
2
3
45°
20°
16.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals die is beschreven in de
paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren.
NEDERLANDS 51
16.12 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0 °C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
17. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
17.1 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Gevaar voor
brandwonden! Zorg ervoor
dat de watertemperatuur
niet te hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Gevaar voor letsel! Zorg
ervoor dat de trommel niet
draait. Wacht indien nodig
tot de trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in een
noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop On/Off om het
apparaat uit te schakelen.
2. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
3. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek er
nogmaals aan, houd hem gespannen
en open in de tussentijd de deur van
het apparaat. De ontgrendeltrigger
voor noodsituaties is gelegen waar
aangegeven door de volgende
afbeelding.
www.aeg.com52
4. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
17.2 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de Start/Pauze
-knop continu knipperen:
Als de machine te vol geladen is, moet u een aantal items uit de trommel
verwijderen en/of tegen de deur duwen en tegelijkertijd op de toets Start/
Pauze drukken totdat het controlelampje stopt met knipperen (zie de
onderstaande afbeelding).
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐
selijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers‐
lang aanwezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep
niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
NEDERLANDS 53
Het apparaat pompt
geen water weg.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af‐
voerfase instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
elektronische elemen‐
ten van de machine.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met
een erkend servicecentrum.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
Het beschermingssys‐
teem tegen waterlek‐
kage is aan.
Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als
het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander
probleem met de wasmachine.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐
brand.
Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie
of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich
met water en pompt dit
direct weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
www.aeg.com54
Probleem Mogelijke oplossing
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfa‐
se duurt langer dan
normaal.
Stel het centrifugeerprogramma in.
Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de
centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor‐
zaakt door problemen met de balans.
Er ligt water op de
vloer.
Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit‐
ten en dat er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be‐
schadigd zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge‐
bruikt.
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt
met water in de trommel.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water
in de trommel bevindt.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van
het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen‐
trum.
Als u de deur moet openen, lees dan zorgvuldig “Nooddeuro‐
pening”.
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in‐
structies'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd
zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐
dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐
lijks gebruik'.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het
wasgoed gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐
gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
NEDERLANDS 55
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat droogt
niet of droogt niet
goed.
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is.
Haal wat wasgoed uit de trommel.
Zorg ervoor dat u de juiste cyclus ingesteld hebt. Indien nodig,
stel een kortere droogtijd in.
Het wasgoed zit vol
met pluisjes van ver‐
schillende kleuren.
De stof gewassen in de vorige cyclus heeft pluisjes met een an‐
dere kleur afgegeven:
De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Laat bij veel pluizen in de trommel het speciale reinigingspro‐
gramma lopen (zie “Pluisjes op kleding” voor meer details).
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd
servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
18. VERBRUIKSWAARDEN
18.1 Inleiding
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen om
een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere te
bevorderen:
Verordening 96/60/EC, geldig tot 28 februari 2021, heeft betrekking op
een energielabel met de energie-efficiëntieklassen van A tot G voor
was- en droogcycli.
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft
betrekking op een energielabel dat de energie-efficiëntieklassen
rapporteert, als dubbele schaal van A tot G, voor de volledige was- en
droogcyclus en alleen voor de wascyclus, zoals vastgesteld in
Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over
het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt
een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter
referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die
u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.
www.aeg.com56
18.2 Legenda
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnel‐
heid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van
de wascyclus.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
18.3 Volgens Verordening
(EU) 2019/2023 van de
Commissie
Alleen wassen
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 8 1.085 60 3:30 50 46 1551
Halve belading 4 0.675 45 2:40 50 40 1551
Kwartbelading 2 0.375 35 2:40 54 33 1551
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Was- en droogcyclus
Eco 40-60 pro‐
gramma en kast‐
droogniveau
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 4 3.215 68 6:15 0 41 1551
Halve belading 2 1.825 48 4:35 0 37 1551
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde start
(W)
0,30 0,30 4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
NEDERLANDS 57
18.4 Overeenkomstig
Richtlijn 96/60/EG
Katoen Eco-programma Lading
(kg)
Energiever‐
bruik (kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
Gemiddelde
program‐
maduur
(minuten)
Eco 40-60 bij 60 °C 8 0.97 56 285
18.5 Veelvoorkomende
programma's - Alleen wassen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen
2)
90°C
8 1.75 85 3:45 44 85 1600
Katoen
60°C
8 0.75 80 3:30 44 55 1600
Katoen
3)
20°C
8 0.25 80 2:50 44 20 1600
Synthetica
40°C
3 0.65 75 2:20 35 40 1200
Fijne was
4)
30°C
2 0.30 50 00:50 35 30 1200
Wol
30°C
1,5 0.25 60 1:05 30 30 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
www.aeg.com58
18.6 Veelvoorkomende
programma's - Wassen en
drogen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Synthetica
40°C
3 2.0 75 4:00 1 40 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
19. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 59
www.aeg.com/shop
157020701-A-252020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

AEG L7WE86CBI Handleiding

Type
Handleiding