Electrolux EW6F1493AD Handleiding

Type
Handleiding
EW6F1493AD
NL Wasautomaat Gebruiksaanwijzing
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................7
4. TECHNISCHE GEGEVENS............................................................................... 9
5. MONTAGE .........................................................................................................9
6. ACCESSOIRES................................................................................................12
7. BEDIENINGSPANEEL..................................................................................... 14
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK...................................................................... 21
9. DE AUTODOSE TECHNOLOGIE (AUTOMATISCH DOSEREN).................... 22
10. PROGRAMMA’S.............................................................................................29
11.
WI-FI - CONNECTIVITEITSINSTELLING................................................. 35
12. DAGELIJKS GEBRUIK...................................................................................38
13. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................42
14. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 44
15. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................51
16. VERBRUIKSWAARDEN.................................................................................56
17. SNELSTARTGIDS......................................................................................... 59
My Electrolux Care app
www.electrolux.com2
WIJ DENKEN AAN JOU
Bedankt voor je aankoop van een Electrolux-apparaat. Je hebt voor een product
gekozen dat decennia aan professionele ervaring en innovatie met zich
meebrengt. Ingenieus en stijlvol en ontworpen met jou in het achterhoofd. Dus
wanneer je het gebruikt, kan je erop rekenen dat je telkens weer geweldige
resultaten krijgt.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
NEDERLANDS 3
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
www.electrolux.com4
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als de droogtrommel bovenop de wasmachine wordt
geplaatst moet u ervoor zorgen de juiste door
ELECTROLUX goedgekeurde montagekit te
gebruiken (zie meer details in hoofdstuk "Accessoires
- Montagekit").
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen
mof met kunststof afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
op plekken waar de temperatuur
onder de 0°C komt of waar het wordt
NEDERLANDS 5
blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
Installeer het apparaat niet direct
boven de vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en
stel het niet bloot aan overmatige
vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Plaats geen gesloten bak om
mogelijke waterlekkage op te vangen
onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum
om te raadplegen welke accessoires
gebruikt mogen worden.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de erkende klantenservice
voor vervanging van de toevoerslang.
Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk om water uit de
afvoerslang te zien stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het
verlengstuk.
Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Was geen stoffen die zwaar bevuild
zijn met olie, vet of andere vettige
substanties. Dit kan rubberen
onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen
met de hand voor, voordat u ze in de
wasmachine stopt.
www.electrolux.com6
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Neem contact op met het service-
centrum om de binnenverlichting te
vervangen.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Bijzondere eigenschappen
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan
alle moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik en
gaat zorgvuldig om met stoffen.
Dankzij de Soft Plus-optie wordt de
wasverzachter gelijkmatiger over het
wasgoed verdeeld en dringt het diep
door tot in de textielvezels voor een
perfecte zachtheid.
Het SensiCare-systeem registreert
binnen 30 seconden de hoeveelheid
wasgoed die bepalend is voor de duur
van het programma. Het
wasprogramma wordt nauwkeurig
afgestemd op de wasbelasting en het
NEDERLANDS 7
type wasgoed zonder meer tijd,
energie en water te verbruiken dan
strikt noodzakelijk is.
Via de WiFi-verbinding kunt u de
status van uw wascyclus op afstand
starten en controleren.
De AutoDose-technologie geeft
automatisch de juiste hoeveelheid
wasmiddel af afhankelijk van de
lading; de lade heeft twee
geïntegreerde tanks
(wasmiddel + wasverzachter of
tweede wasmiddeltype) en twee extra
compartimenten voor handmatige
lading van wasmiddel en additieven.
Het heeft de hoogste flexibiliteit.
3.2 Apparaatoverzicht
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade met AutoDose-tanks
en handmatige compartimenten
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
8
Afvoerslang
9
Aansluiting van de watertoevoerslang
10
Netsnoer
11
Transportbouten
12
Slangensteun
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A),
het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
www.electrolux.com8
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
59,7 cm /84,7 cm /65,8 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste
stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de
laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen
vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belasting Katoen 9 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel‐
heid
1351 rpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Uitpakken
1. Open de deur. Haal al het wasgoed
uit de trommel.
Accessoires die bij het
apparaat worden
geleverd, kunnen per
model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de
vloer achter het apparaat en leg het
voorzichtig op de achterzijde.
Verwijder de
polystyreenbescherming van de
onderkant.
1
2
LET OP!
Leg de wasmachine niet
op zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop.
Verwijder het aansluitsnoer en de
NEDERLANDS 9
afvoerslang van de slanghouders.
WAARSCHUWING!
U kunt het water in de
afvoerslang zien
stromen. Dit komt
doordat de wasmachine
in de fabriek is getest.
4. Verwijder de drie transportbouten en
trek de kunststof afstandhouders
weg.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren
voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing
aantreft, in de openingen.
5.2 Informatie over installatie
Plaatsing en waterpas zetten
Zet het apparaat goed neer om trilling,
lawaai en verplaatsing van het apparaat
tijdens de werking te voorkomen.
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer. Het apparaat moet waterpas
en stabiel staan. Zorg ervoor dat het
apparaat geen wand of andere
onderdelen raakt en dat zich onder het
apparaat luchtcirculatie kan
plaatsvinden.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten. Alle pootjes
moeten stevig op de grond staan.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
De toevoerslang
LET OP!
Zorg ervoor dat de slangen
geen beschadigingen
vertonen en dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
20º20º
45º45º
www.electrolux.com10
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan. Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om
hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet minder
dan 60 cm en niet meer dan 100 cm
worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang
en plaats hem rond de plastic
slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg ervoor dat de kunststof
geleider niet kan bewegen
als het apparaat pompt en
het uiteinde van de
afvoerslang niet in water is
ondergedompeld. Er kan
een vuil water teruglopen in
het apparaat.
3. Als het uiteinde van de afvoerslang er
zo uitziet (zie de afbeelding), dan kunt u
het direct in de standpijp plaatsen.
4. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan
een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet
deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
NEDERLANDS 11
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt
om te voorkomen dat deeltjes uit de
gootsteen in het apparaat komen.
ø16
1
W011
2
Bevestig de afvoerslang aan de
gootsteenafvoer en zet hem vast met
een klem. Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te voorkomen dat
deeltjes uit de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwand en zet vast met een klem.
5.3 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van
de deur van het apparaat en het
hoofdstuk 'Technische gegevens' geven
de benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
6. ACCESSOIRES
6.1 Verkrijgbaar op www.electrolux.com/shop of bij uw
geautoriseerde verkooppunt
Alleen geschikte accessoires die door ELECTROLUX zijn goedgekeurd
waarborgen de veiligheidsnormen van het apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen worden gebruikt, worden alle claims ongeldig
verklaard.
www.electrolux.com12
6.2 Set bevestigingsplaatjes
Als u het apparaat op een plint installeert
die geen accessoire is meegeleverd bij
ELECTROLUX, zet het apparaat dan
vast in de bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
6.3 Tussenstuk
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met
gebruik van het juiste tussenstuk.
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet
onder de wasautomaat.
Controleer of het tussenstuk
compatibel is door de diepte
van uw apparaten op te
meten.
6.4 Voetstuk met de lade
Door uw apparaat op te tillen maakt het
in- en uitladen van wasgoed
eenvoudiger. De lade kan worden
gebruikt voor het opbergen van
wasgoed, zoals handdoeken,
schoonmaakproducten en meer.
NEDERLANDS 13
7. BEDIENINGSPANEEL
7.1 Beschrijving van het bedieningspaneel
1 2 3 4 5 6 7
9 81011121314
Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de
compatibiliteit tussen opties en wasprogramma's in de paragraaf
“AutoDose en opties inzake compatibiliteit met programma's” in het
hoofdstuk “Programma's”. Een optie kan een andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet toe dat je de onverenigbare opties samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.
1
Programma‐
keuzeknop
Voor het selecteren van het gewenste wasprogramma. Raad‐
pleeg het hoofdstuk “Programma's” voor meer informatie.
2
Centrifug. -
Essorage
toets
Als je een programma instelt, kiest het apparaat automatisch
de standaard centrifugeersnelheid.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Wijzig de centrifugeersnelheid. De display toont alleen
de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma
beschikbaar zijn.
Selecteer de optie Niet centrifugeren. Stel deze
optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Het ap‐
paraat voert alleen de pompfase van het gekozen waspro‐
gramma uit. Stel deze optie in voor zeer fijne stoffen. De
spoelfase verbruikt meer water voor sommige waspro‐
gramma’s.
www.electrolux.com14
Door middel van de Centrifug. - Essorage-toets kun je ook het
volgende instellen:
Activeer de optie Spoelstop .
Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt, om te voor‐
komen dat het wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt
met water in de trommel en de laatste centrifugeerfase
wordt niet uitgevoerd.
De display toont het indicatielampje .
De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig
om kreuken te verminderen. U moet het water afvoeren om
de deur te ontgrendelen.
Tik op de toets Start/Pauze - Départ/Pause : het appa‐
raat voert de centrifugeerfase uit en pompt het water weg.
Activeer de optie Stil.
Alle centrifugefasen (tussendoor en de laatste centrifugeer‐
fase) worden overgeslagen en het programma eindigt met
water in de trommel. Zo wordt voorkomen dat de was
kreukt.
Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt voor
nachtelijk gebruik als er goedkopere stroomtarieven be‐
schikbaar zijn. In sommige programma’s worden de spoel‐
gangen met meer water uitgevoerd.
De display toont het indicatielampje
.
De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig
om kreuken te verminderen. U moet het water afvoeren om
de deur te ontgrendelen.
Tik op de Start/Pauze - Départ/Pause-toets -toets: het
apparaat voert alleen de wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur auto‐
matisch uit het apparaat wegpompen.
3
Temp. aan‐
raaktoets
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt je machi‐
ne automatisch een standaardtemperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste tempe‐
ratuur op het display verschijnt.
Als het display de volgende aanduidingen weergeeft, ver‐
warmt het apparaat het water niet.
4
Display
Het verstrekt informatie over het instellingsprogramma. Raad‐
pleeg het hoofdstuk “Display” voor meer informatie.
5
AutoDose Tip‐
toets wasver‐
zachter
Voor het activeren en deactiveren van de automatische lading
van wasverzachter. Raadpleeg het hoofdstuk “The AutoDose
Technology (Automatisch doseren)” voor meer informatie.
NEDERLANDS 15
6
AutoDose Tip‐
toets vloei‐
baar wasmid‐
del
Voor het activeren en deactiveren van de automatische lading
van wasmiddel. Raadpleeg het hoofdstuk “The AutoDose
Technology (Automatisch doseren)” voor meer informatie.
7
Start/Pauze -
Départ/Pause
aanraaktoets
Raak deze toets aan om het apparaat te starten, te pauzeren
of het draaiende programma te onderbreken.
8
Starten op af‐
stand/Startuit‐
stel - Départ
Différé-aan‐
raaktoets
Druk meerdere malen op deze toets om een van de twee of
beide opties te activeren.
Het overeenkomstige controlelampje gaat branden op het dis‐
play.
Starten op afstand
Selecteer deze optie om het apparaat met de app te ver‐
binden.
Raak deze toets aan, op het display gaat het controlelamp‐
je een paar seconden knipperen.
Na het aanraken van de toets Start/Pauze - Départ/Pause
, verschijnt op het display het controlelampje en is
de Starten op afstand bevestigd.
Wanneer je de toets Start/Pauze - Départ/
Pause aanraakt nadat het controlelampje
stopt met knipperen, wordt de Starten
op afstand-functie niet geactiveerd, maar start
het ingestelde programma.
Startuitstel - Départ Différé
Met deze optie kun je het starten van een programma uit‐
stellen naar een handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de gewenste uitsteltijd in
te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten ver‐
hoogd tot 90' en van 2 tot maximaal 20 uur.
Na het aanraken van de toets Start/Pauze - Départ/Pause
verschijnt op het display het controlelampje en de
gekozen uitsteltijd en begint het apparaat af te tellen.
9
Time Manager
aanraaktoets
Met deze optie kun je de programmaduur inkorten. Zie “Time
Manager paragraaf.
10
Strijkvrij - Re‐
passage Faci‐
le aanraak‐
toets
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed voorzichtig
om kreuken te voorkomen.
Het apparaat verlaagt de centrifugeersnelheid, gebruikt meer
water en past de programmaduur aan het type wasgoed aan.
www.electrolux.com16
Kinderslot
Met deze optie kun je voorkomen dat kinderen met het bedie‐
ningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie houd je
de toets Strijkvrij - Repassage Facile ingedrukt totdat het
lampje op het display aan/uit gaat.
Als deze functie wordt ingeschakeld, knippert het lampje van
de toets 3 keer als je op een willekeurige toets drukt.
11
Extra spoelen
- Rinçage Plus
aanraaktoets
Deze optie voegt een paar koude spoelgangen toe aan het
gekozen wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen met wasmiddelallergieën
en een gevoelige huid.
Deze optie kan de duur van het programma ver‐
lengen.
De overeenstemmende indicator boven de tiptoets brandt en
blijft ook voortdurend branden tijdens volgende cycli totdat de‐
ze optie wordt gedeactiveerd.
Permanente Soft
Plus-optie
Kies deze optie om de verdeling van de wasverzachter te opti‐
maliseren en de zachtheid van de was te verbeteren.
Aanbevolen als je wasverzachter gebruikt.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie houd je
de toets Extra spoelen - Rinçage Plus ingedrukt totdat het
lampje op het display aan/uit gaat.
Deze optie kan de duur van het programma ver‐
lengen.
De optie blijft permanent aan tijdens de volgende cycli totdat
het is uitgeschakeld.
NEDERLANDS 17
12
Intensief - In‐
tensif aan‐
raaktoets
Raak deze toets aan om de intensieve fase toe te voegen aan
een programma.
Het bijbehorende indicatielampje boven de aanraakknop
brandt.
Door deze optie in te stellen, verschijnt de indicator dicht bij
het wasmiddelsymbool en zal het apparaat automatisch een
extra hoeveelheid wasmiddel doseren wanneer de automati‐
sche wasmiddeltank is ingeschakeld.
Als de automatische wasmiddeltank is uitgeschakeld, is het
mogelijk om deze optie uit te voeren zoals in de traditionele
wasmachine door het vullen van wasmiddel of additief in het
handmatige compartiment.
Als je op de knop van de wasmiddeltank drukt ter‐
wijl de optie Intensief - Intensif actief is, wordt de
AutoDose-functie uitgeschakeld, maar de optie
Intensief - Intensif blijft actief in de handmatige
modus.
Deze optie kan de duur van het programma ver‐
lengen.
13
Voorwas -
Prélavage
aanraaktoets
Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30 °C toe te
voegen voor de wasfase.
Het bijbehorende indicatielampje boven de aanraakknop
brandt.
Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed,
met name als dit zand, stof, modder en andere vaste deeltjes
bevat.
De extra hoeveelheid wasmiddel wordt automatisch toege‐
voegd in de voorwasfase.
Bij het selecteren van een voorwasfase en als
AutoDose actief is, zal het apparaat het wasmid‐
del automatisch doseren. Als AutoDose uitge‐
schakeld is, doe je het wasmiddel/additief in een
wasbolletje in de trommel.
Deze opties kunnen de duur van het programma
verlengen.
www.electrolux.com18
Geluidssignalen
Dit apparaat is uitgevoerd met verschillende geluidssignalen,
die werken als:
Je het apparaat activeert (speciale korte toon).
Je het apparaat deactiveert (speciale korte toon).
Je een toets aanraakt (klikgeluid).
Je een foutieve keuze maakt (3 korte tonen).
Het programma voltooid is (gedurende 2 minuten opeen‐
volgende geluiden).
Het apparaat met een storing te maken heeft (gedurende 5
minuten opeenvolgende geluiden).
Voor het deactiveren/activeren van de geluidssignalen wan‐
neer het programma voltooid is, raak je gedurende 6 secon‐
den tegelijkertijd toets Voorwas - Prélavage en Intensief - In‐
tensif aan.
Wanneer je de geluidssignalen uitschakelt, blijven
deze werken wanneer het apparaat een storing
heeft.
14
Aan/Uit - Mar‐
che/Arrêt
drukknop
Druk een paar seconden op deze toets te drukken kun je het
apparaat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende ge‐
luiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat automa‐
tisch uitschakelt om het energiegebruik in een
aantal gevallen te beperken, moet je het apparaat
wellicht weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf “Stand-by-optie” in het
hoofdstuk “Dagelijks gebruik” voor meer informa‐
tie.
7.2 Display
Het temperatuurgedeelte:
Controlelampje temperatuur.
Aanduiding koud water.
Controlelampje kinderbeveiliging.
NEDERLANDS 19
Controlelampje Wi-Fi-verbinding.
Controlelampje Starten op afstand.
Controlelampje klep gesloten.
Controlelampje uitgestelde start.
Het controlelampje kan aangeven:
Duur van het programma: bijv. .
Uitsteltijd: bijv. .
Einde cyclus: .
Waarschuwingscode: bijv.
.
Foutindicator: .
Andere instellingen.
Indicatielampje Time Manager.
Het indicatielampje Soft Plus.
Controlelampje trommelreiniging. Dit is een aanbeveling om de
trommelreiniging uit te voeren.
Het centrifugeergebied:
Controlelampje toerental
Controlelampje Niet centrifugeren. Centrifugefase is uit.
Indicatielampje Stil.
Controlelampje Spoelstop.
Controlelampje maximale lading (zie paragraaf “De ladingde‐
tectie van het SensiCare System”).
Knippert als de wasgoedbelading de maximum toege‐
stane belading van het geselecteerde programma overschrijdt.
Controlelampje vloeibare toevoegingen (zie “De AutoDose
Technologie (Automatisch doseren)”).
AutoDose reservoir vloeibaar wasmiddel. Wanneer het brandt,
doseert het apparaat automatisch het wasmiddel.
AutoDose controlelampje reservoir wasverzachter. Wanneer
het brandt, doseert het apparaat automatisch de wasverzach‐
ter.
AutoDose-status controlelampje. Gaat branden als AutoDose-
functie is uitgeschakeld.
Controlelampje van gekoppelde modus. Het licht op wanneer
beide compartimenten zijn gekoppeld en met hetzelfde was‐
middel zijn gevuld. AutoDose-functie voor wasverzachter is uit‐
geschakeld.
www.electrolux.com20
Deze controlelampjes verschijnen naast controlelampjes van
de wasmiddeltank en verzachtertank bij het verhogen
of verlagen van de automatische dosering van het wasmiddel
of de wasverzachter.
7.3 Time Manager
Met deze optie kunt u de
programmaduur verkorten naar gelang
de grootte van de lading en de
bevuilingsgraad
Als u een wasprogramma instelt, toont
het display de standaardduur en
streepjes.
Raak toets Time Manager aan om de
programmaduur naar wens te verkorten.
Het display toont de nieuwe
programmaduur en het aantal streepjes
zal overeenkomstig afnemen:
geschikt voor een volle lading
normaal bevuilde kleding.
een korte cyclus voor een volle
lading weinig bevuilde kleding.
een hele korte cyclus voor een
kleinere lading weinig bevuilde kleding
(max. halve lading aanbevolen)
de kortste cyclus om een kleine
hoeveelheid wasgoed op te frissen.
Time Manager is alleen beschikbaar bij
de programma's in de tabel.
-indicator
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - Synthétiques
1)
1)
Standaardduur voor alle programma's.
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of
voordat u het apparaat voor
het eerst gebruikt, kunt u wat
water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater
dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige
functietest werd uitgevoerd
om te garanderen dat het
apparaat in perfect
functionerende staat aan de
klant wordt geleverd, en is
geen reden voor
ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is en dat de waterkraan openstaat.
3. Zorg ervoor dat je de AutoDose tanks
vult met vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter . Zie “AutoDose
basisinstelling” paragraaf in “De
AutoDose -technologie”.
4. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
NEDERLANDS 21
9. DE AUTODOSE TECHNOLOGIE (AUTOMATISCH
DOSEREN)
Lees dit hoofdstuk
aandachtig.
9.1 Inleiding
De juiste dosering wasmiddel en
wasverzachter zorgt voor een betere
verzorging van de was en zorgt voor
goede wasprestaties.
Te veel wasmiddel beschadigt uw
kleding en te weinig zorgt niet voor
goede wasprestaties.
Dit apparaat is uitgerust met een
automatisch doseersysteem dat
automatisch de juiste dosering
wasmiddel en wasverzachter kan leveren
om de integriteit van de stof en de
kleurhelderheid te behouden.
AutoDose -wasmiddeltank.
AutoDose reservoir wasverzachter.
Het apparaat is door de fabriek vooraf
ingesteld zodat het geschikt is voor
de meeste gebruikersgewoonten.
Zodra het programma is gestart, zal het
apparaat automatisch de juiste
hoeveelheid wasmiddel en verzachter
vrijgeven, afhankelijk van de werkelijke
wasgoedlading, als de controlelampjes
en/of op het display branden.
In sommige programma is
AutoDose UIT (OFF is aan
en de controlelampjes
en/of zijn uit in het
display) omdat er
kledingstukken zijn die
speciale wasmiddelen of
behandelingen vereisen.
Wanneer OFF aan is, giet u
het wasmiddel en andere
behandelingen in het juiste
handmatige
vulcompartiment.
Raadpleeg “AutoDose en
opties compatibiliteit met
programma's” in het
hoofdstuk “Programma's”.
Verdere uitleg over
AutoDose en activering van
geavanceerde instellingen is
beschikbaar bij het
downloaden van de APP.
9.2 Wasmiddellade met
AutoDose-tanks en handmatige
compartimenten
Volg bij het gebruik van
wasmiddelen en andere
behandelingen altijd de
aanwijzingen op de
verpakking van de
wasproducten. Hoe dan ook
adviseren we om het
aangegeven
maximumniveau in elk vakje
niet ( ) te overschrijden.
Als beide AutoDose-tanks zijn
ingeschakeld in het ingestelde
programma, worden het vloeibare
wasmiddel en de wasverzachter
automatisch geladen.
Als een van de AutoDose-tanks of
beide tanks uitgeschakeld zijn (OFF )
in het ingestelde programma, worden het
vloeibare wasmiddel en wasverzachter
automatisch geladen.
www.electrolux.com22
Manual
AutoDose
(Manual)
WAARSCHUWING!
Plaats geen waspoeder in
het AutoDose-
compartment.
AutoDose tanks voor
vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter .
Handmatig compartiment voor
wasfase. waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Zorg er bij gebruik van
vloeibare wasmiddelen
voor dat het speciale
bakje voor vloeibare
wasmiddelen is
geplaatst. Zie de
paragraaf “Wasmiddel en
additieven handmatig
vullen” in dit hoofdstuk.
De container voor
vloeibaar wasmiddel
wordt in de trommel
geleverd.
Manual
Handmatig compartiment voor
vloeibare additieven (wasverzachter,
wasconditioner, stijfsel).
Maximumniveau voor
hoeveelheid wasmiddelen/additieven.
9.3 AutoDose basisinstellingen
De vooraf ingestelde
fabrieksdoseringen voor een grote
lading zijn 90 ml voor wasmiddeltank
en 25 ml voor wasverzachtertank: de
optimale configuratie om aan de
meeste gebruiksomstandigheden te
voldoen. Op basis van deze instelling
berekent het apparaat de exacte
dosering voor elke wasbeurt.
Echter, onder extreme omstandigheden
(zeer zacht of zeer hard water) en met
een bepaald type wasmiddel (zoals
supercompact), raden we aan om de
vooraf ingestelde dosering aan te passen
door de aanduiding op de wasmiddel- en
wasverzachtercontainer te volgen: bij
gebruik van supercompact wasmiddel
kan het nodig zijn om de vooraf
ingestelde dosering aanzienlijk te
verlagen.
Als de wasresultaten niet bevredigend
zijn of er te veel schuim is tijdens het
wassen, moet u deze fabrieksinstelling
mogelijk wijzigen. Lees in de paragraaf
‘AutoDose configuratiemodus’ hoe u de
basisinstelling wijzigt, maar doe eerst de
volgende zaken:
1. Identificeer het
waterhardheidsniveau.
Controleer de waterhardheid in uw
omgeving. De niveaus worden over
het algemeen aangeduid als: zacht,
medium en hard.
Neem indien vereist contact op met
uw plaatselijke waterleidingsbedrijf
voor info over de hardheid in uw
regio.
2. Identificeer de aangepaste
dosering van het wasmiddel.
Controleer het etiket in de
wasmiddel-/wasverzachter-
containers met de suggestie van de
te gebruiken hoeveelheid. Deze
suggestie wordt gemeten door drie
verschillende factoren te combineren:
Waterhardheidsniveau (zie
onderstaande tabel);
Normaal vervuilingsniveau;
NEDERLANDS 23
Nominale capaciteit van het
apparaat (bv. maximaal
laadvermogen 9 kg). Als de
nominale capaciteit op de
productcontainer verwijst naar
apparaten met een lagere
capaciteit, moet de aangepaste
dosering worden verhoogd.
Waterhardheidsniveaus
Niveaus Waterhardheidsklasse
°f
1)
°d
2)
°e
3)
mmol/l ppm
Zacht <15 <8 <10 <1,4 <140
Medium
4)
15 - 25 8 - 14 0 - 17 1,5 - 2,5 150 - 250
Hard >25 >14 >17 >2,5 >250
1)
Franse graden
2)
Duitse graden
3)
Engelse graden
4)
Fabrieksinstelling geschikt voor de meeste gebruiksomstandigheden.
9.4 AutoDose
configuratiemodus
Ga naar de AutoDose-
configuratiemodus voordat u
verder gaat met het instellen
van een programma. De
configuratiemodus kan
mogelijk tijdelijke instellingen
annuleren.
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
2. Wacht circa 10 seconden voor een
interne controle van het apparaat.
3. Om in de configuratiemodus te
komen, houdt u de Temp. en de
Centrifug. - Essorage-knoppen
gedurende een paar seconden
tegelijkertijd ingedrukt totdat op het
display de links in het display
wordt weergegeven en de
controlelampjes van de
wasmiddeltank en de
wasverzachtertank rechts in het
display knipperen.
4. Raak gerelateerde tankknoppen aan
om de functie uit en aan te zetten.
Het display toont UIT wanneer een
tank is uitgeschakeld of toont het
tanklampje wanneer deze is
ingeschakeld.
5. Om de basisdosering in te stellen,
raakt u de bijbehorende tankknoppen
aan totdat de standaarddosering van
wasproduct en twee pijlen onderaan
het scherm verschijnen. Tik
herhaaldelijk op de knop Temp. om
de dosering naar boven aan te
www.electrolux.com24
passen en op de knop Centrifug. -
Essorage om deze naar beneden
aan te passen. Minimale stap is 1 ml.
6. Na ongeveer 10 seconden keert het
display terug naar het programma-
informatiescherm of houd de Temp.
en de Centrifug. - Essorage-knoppen
opnieuw ingedrukt om onmiddellijk af
te sluiten.
9.5 Vullen van het wasmiddel
en additieven in AutoDose-
systeem
Gelieve “Wasmiddelen en
andere behandelingen” te
lezen in het hoofdstuk
"Praktische tips".
We adviseren om het
aangegeven
maximumniveau niet te
overschrijden ( ).
1. Open de wasmiddellade.
2. Til het deksel van AutoDose op.
3.
Giet voorzichtig alleen vloeibaar
wasmiddel in de AutoDose-
wasmiddeltank . Vul tot het
maximaal aangegeven niveau
.
4. Giet voorzichtig alleen vloeibare
wasverzachter in de AutoDose-
wasverzachtertank . Vul tot het
maximaal aangegeven niveau
.
5. Doe het deksel van AutoDose
omlaag.
NEDERLANDS 25
6. Sluit de wasmiddellade voorzichtig,
totdat u die hoort klikken.
9.6 AutoDose indicatie laag
niveau
Vul de AutoDose-tanks niet
bij, tenzij apparaten
aangeven dat één of beide
tanks leeg zijn.
Wanneer de geactiveerde tank een laag
niveau van wasmiddel bereikt, knippert
het bijbehorende controlelampje
langzaam en continu op het display.
Het knippert niet meer wanneer het
compartiment is bijgevuld.
Als de tank niet wordt bijgevuld, stopt het
controlelampje zodra een programma is
gestart met knipperen en blijft het
constant branden. Zodra het programma
klaar is, begint het opnieuw te knipperen.
Tenzij AutoDose is uitgeschakeld (OFF),
wordt de ingestelde dosering voor dat
compartiment, als een compartiment een
laag niveau heeft bereikt, door het
display gedurende een paar seconden
weergegeven telkens wanneer de lade
wordt geopend, om te herinneren dat
navulling nodig is.
Als in beide tanks het wasmiddelniveau
laag is, knipperen beide controlelampjes,
maar wordt alleen de ingestelde dosering
voor het wasmiddel weergegeven.
Als de tanks worden gevuld
voordat het apparaat voor
het eerst wordt
ingeschakeld, zal het
AutoDose-controlelampje
niet knipperen.
LET OP!
De navulling van de tanks
moet worden uitgevoerd met
hetzelfde merk en type
wasmiddel/wasverzachter/
additieven die eerder zijn
gebruikt, anders moeten de
tanks worden gereinigd
voordat ze worden bijgevuld.
9.7 Overschakelen van
AutoDose naar handmatige
dosering
Het is mogelijk om de AutoDose-functie
voor één of beide tanks uit te schakelen
door op het bijbehorende knopsymbool
te drukken.
Voorbeeld:
Om de wasverzachtertank uit te
schakelen, drukt u op de
-knop
totdat het display OFF toont.
Als u een ander wasmiddel moet
gebruiken dan de wasmiddelen die in
AutoDose-tanks aanwezig zijn, kunt u
de reinigingstank uitschakelen door
op de -knop te drukken totdat het
display OFF toont.
www.electrolux.com26
9.8 Uitschakelen van AutoDose
Als u de compartimenten liever gebruikt
voor handmatig vullen als
standaardkeuze, kunt u de AutoDose-
tanks volledig deactiveren.
Zodra u naar de AutoDose-
configuratiemodus bent gegaan door te
drukken op de knoppen Temp. en
Centrifug. - Essorage:
1. Tik op de
-knop of op de -knop
totdat het display toont: de
AutoDose is volledig uitgesloten voor
gerelateerde tank of beide.
2. Na ongeveer 10 seconden keert het
display terug naar het programma-
informatiescherm.
9.9 Wasmiddel en additieven
handmatig vullen
Het kan nodig zijn om een ander
wasmiddel of andere wasverzachter te
gebruiken dan die die in de AutoDose-
tanks gebruikt worden. Zorg er eerst voor
dat de AutoDose-tanks uitgeschakeld
zijn en giet vervolgens het wasmiddel
en/of andere behandelingen in de
handmatige compartimenten.
Overschrijd het aangegeven
maximumniveau niet
( ).
1. Open de wasmiddellade.
2.
Doe het waspoeder in het vakje
.
Zie bij gebruik van vloeibaar
wasmiddel “Vloeibaar wasmiddel
handmatig vullen”.
3. Doe desgewenst een wasverzachter
in het vakje
Manual
.
4. Sluit de wasmiddellade voorzichtig,
totdat u die hoort klikken.
NEDERLANDS 27
Vloeibaar wasmiddel
handmatig vullen
1. Plaats de container voor vloeibaar
wasmiddel.
2. Giet het vloeibare wasmiddel in het
vakje .
3. Sluit de wasmiddellade voorzichtig,
totdat u die hoort klikken.
Als de machine langer dan 4
weken niet wordt gebruikt
met gevulde tanks, kan het
wasmiddel of de verzachter
kleverig worden of uitdrogen.
Het is nodig om de lade te
reinigen zoals aangegeven
in het hoofdstuk 'Verzorging
en reiniging'.
9.10 Aanduiding open lade
Wanneer er een programma bezig is,
moet de wasmiddellade altijd gesloten
zijn.
Een sensor in de lade detecteert of de
lade open is (of niet goed gesloten)
terwijl het programma bezig is. In dat
geval wordt het apparaat onmiddellijk
gepauzeerd.
Als u op de Start/Pauze - Départ/Pause
-knop drukt, hoort u een foutgeluid en
wordt alles op het scherm uitgeschakeld,
behalve de AutoDose-lampjes die enkele
seconden blijven branden. Vervolgens
keert het display terug naar de vorige
gepauzeerde status.
Dat gebeurt zelfs als de gebruiker
AutoDose heeft uitgeschakeld.
Om het programma opnieuw op te
starten, moet u ervoor zorgen dat de
lade goed gesloten is en drukt u op de
knop Start/Pauze - Départ/Pause .
www.electrolux.com28
10. PROGRAMMA’S
10.1 Programmatabel
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
[tpm ]
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60
40ºC
1)
1400 rpm
(1400-
400)
9 kg Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal
vervuilde was. Het energieverbruik daalt en de
duurtijd van het wasprogramma neemt toe,
waardoor goede wasresultaten worden gega‐
randeerd.
Katoen - Co‐
ton
40ºC
90°C - koud
1400 rpm
(1400-
400)
9 kg Wit katoen en bont katoen. Normaal of
zwaar bevuild.
Synthetica -
Synthétiques
40 °C
60 °C - Koud
1200 rpm
(1200 -
400)
4 kg Synthetische of gemengde stoffen. Nor‐
maal vervuilde was.
Fijne was -
Délicats
30 °C
40 °C - Koud
800 rpm
(1200-
400)
2 kg Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge‐
mengde stoffen hebben een milde was‐
beurt nodig. Voor normaal en licht bevuild
wasgoed.
Snel 20 min. -
Rapide 20
min.
30 °C
40 °C - 30 °C
1200 rpm
(1200-
400)
3 kg Synthetische en gemengde stoffen. Licht
vervuilde items en op te frissen items.
Spoelen - Rin‐
çage
1400 rpm
(1400-
400)
9 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Programma voor spoelen en centrifu‐
geren van het wasgoed. De standaard centri‐
fugeersnelheid is de snelheid die voor katoen‐
programma´s wordt gebruikt. Verlaag de cen‐
trifugeersnelheid afhankelijk van het type was‐
goed. Stel indien nodig de Extra spoelen -
Rinçage Plus-optie in om spoelbeurten toe te
voegen. Met een lage centrifugeersnelheid
voert het apparaat behoedzame spoelgangen
uit met kort centrifugeren.
NEDERLANDS 29
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
[tpm ]
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Centrifugeren/
Pompen - Es‐
sorage/Vidan‐
ge
1400 rpm
(1400
-400)
9 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en
het water uit de trommel te pompen.
Anti-allergie
60°C
1400 rpm
(1400 -
400)
9 kg Witte katoenen stoffen. Dit programma ver‐
wijdert micro-organismes dankzij een wasfase
met een temperatuur die gedurende een aan‐
tal minuten boven de 60°C wordt gehouden.
Dit helpt bij het verwijderen van ziektekiemen,
bacteriën, micro-organismen en andere deel‐
tjes. De toevoeging van stoom met een extra
spoelbeurt zorgt voor een juiste verwijdering
van wasmiddelresten en pollen/allergenen en
maakt het geschikt voor de tere en gevoelige
huid.
Dekbed - Du‐
vet
40 °C
60 °C - Koud
800 rpm
(800 - 400)
3 kg Enkele synthetische deken, gevoerde kle‐
ding, dekbedden, donsjassen en soortgelij‐
ke items.
Zijde - Soie
30°C
800 rpm
(800 - 400)
0,5 kg Speciaal programma voor zijde en gemeng‐
de synthetische stoffen.
Wol - Laine
40 °C
40 °C - Koud
1200 rpm
(1200-
400)
1,5 kg Machinewasbestendige wol, handwasbe‐
stendige wol en andere stoffen met «hand‐
was»-symbool
2)
.
Sport
30 °C
40 °C - Koud
1200 rpm
(1200 -
400)
4 kg Sportkleding van gemengde materialen.
Licht vervuilde items of op te frissen items.
www.electrolux.com30
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
[tpm ]
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Outdoor
30 °C
40 °C - Koud
1200 rpm
(1200-
400)
2,5
kg
3)
1 kg
4)
Gebruik geen wasverzachter en
zorg ervoor dat er geen wasver‐
zachter resten in de wasmiddel‐
doseerlade achter zijn gebleven.
Synthetische sportkleding. Dit programma
is ontwikkeld om moderne buitensportkleding
en ook kleding voor de sportschool, wieler‐
sport of hardlopen e.d. behoedzaam te was‐
sen. De aanbevolen wasgoedlading is 2,5 kg.
Waterdichte en ademende waterdichte
stoffen en waterafstotende items. Dit pro‐
gramma kan ook worden gebruikt als herstel‐
lende cyclus voor waterafstootbaarheid, die bij
uitstek geschikt is voor de behandeling van
kleding met een waterafstotende laag. Ga
voor deze herstelbehandeling van de wateraf‐
stootbaarheid als volgt te werk:
Giet het wasmiddel in het vakje .
Schenk een speciale vloeistof voor water‐
afstootbaarheidherstel in het wasverzach‐
tervak van de la
.
Beperk de wasgoedlading tot 1 kg.
Om de waterafstotende behande‐
ling verder te versterken dien je
het wasgoed te drogen in een
droger op het droogprogramma
Outdoor (indien beschikbaar en
indien het kledingstuk in de dro‐
ger mag worden gedroogd).
NEDERLANDS 31
Programma
Standaard
temperatuur
Temperatuur‐
bereik
Referentie
centrifu‐
geersnel‐
heid
Centrifu‐
geersnel‐
heidsbe‐
reik
[tpm ]
Maxi‐
male
lading
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Denim
30 °C
40 °C - Koud
800 rpm
(1200 -
400)
4 kg Speciaal programma voor spijkerkleding
met behoedzame wasfase om kleurverva‐
ging en vlekken te minimaliseren. Voor be‐
tere verzorging wordt een kleinere lading aan‐
bevolen.
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C
normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in
dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en
andere gegevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over
het algemeen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een lan‐
gere duur.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht waspro‐
ces. Het kan lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor
dit programma.
3)
Wasprogramma.
4)
Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
www.electrolux.com32
Compatibiliteit van programmaopties
Opties
PROGRAMMA
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - Synthétiques
Fijne was - Délicats
Snel 20 min. - Rapide 20 min.
Spoelen - Rinçage
Centrifugeren/Pompen - Essorage/Vidange
Anti-allergie
Dekbed - Duvet
Zijde - Soie
Wol - Laine
Sport
Outdoor
Denim
AutoDose Was‐
middel
AutoDose Was‐
verzachter
Centrifug. - Esso‐
rage
Niet centrifugeren
Spoelstop
Stil
Voorwas - Préla‐
vage
Intensief - Intensif
1)
Extra spoelen -
Rinçage Plus
Soft Plus
Strijkvrij - Repas‐
sage Facile
Time Manager
NEDERLANDS 33
Opties
PROGRAMMA
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - Synthétiques
Fijne was - Délicats
Snel 20 min. - Rapide 20 min.
Spoelen - Rinçage
Centrifugeren/Pompen - Essorage/Vidange
Anti-allergie
Dekbed - Duvet
Zijde - Soie
Wol - Laine
Sport
Outdoor
Denim
Startuitstel - Dé‐
part Différé
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - Synthétiques
Fijne was - Délicats
Snel 20 min. - Rapide 20 min.
Anti-allergie
Dekbed - Duvet
Zijde - Soie
Wol - Laine
Sport
Outdoor
Denim
Universeel
poeder
1)
-- -- -- -- -- -- -- --
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
-- -- -- -- -- --
Vloeistof
voor gekleur‐
de was
-- -- -- -- -- -- --
www.electrolux.com34
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - Synthétiques
Fijne was - Délicats
Snel 20 min. - Rapide 20 min.
Anti-allergie
Dekbed - Duvet
Zijde - Soie
Wol - Laine
Sport
Outdoor
Denim
Fijne was en
wol
-- -- -- -- -- --
Speciaal -- -- -- --
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
10.2 Woolmark Apparel Care - Blauw
De wolwascyclus van de machine is goed‐
gekeurd door Woolmark voor het wassen
van wollen kleding waarvan in het label
staat dat het handwas is, op voorwaarde
dat de kledingstukken worden gewassen
volgens de instructies op het label in het
kledingstuk en die van de fabrikant van de‐
ze wasmachine. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding. M1512
Het Woolmark-symbool is een certifice‐
ringsmerk in vele landen.
11. WI-FI - CONNECTIVITEITSINSTELLING
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u
het smartapparaat moet aansluiten op
het WiFi-netwerk en moet koppelen met
mobiele apparaten.
Met behulp van deze functionaliteit kunt
u meldingen ontvangen en uw apparaat
bedienen en controleren vanaf uw
mobiele apparaten.
Om het apparaat aan te sluiten om zo te
profiteren van het volledige scala van
functies en services die u nodig hebt:
Draadloos netwerk thuis met
ingeschakelde internetverbinding.
Mobiel apparaat dat is verbonden met
een draadloos netwerk.
Frequentie/
Protocol
Wi-Fi: 2,4 GHz / 802,11
a-g-n
Wi-Fi: 5 GHz / 802.11
a-n (alleen voor gebruik
binnenshuis)
Bluetooth Low Energy
5.0: 2.4 GHz / DSSS
NEDERLANDS 35
Maximaal
vermogen
Wi-Fi 2,4 GHz: <20
dBm
Wi-Fi 5 GHz: <23 dBm
Bluetooth Low Energy
5.0: < 20 dBm
Versleute‐
ling
WPA, WPA2
11.1 Installeren en configureren
"My Electrolux"
"My Electrolux" hiermee kunt
u uw wasgoed besturen via
een mobiel apparaat.
Het bevat een groot aantal
programma's, handige
functies en productinformatie
die perfect op het apparaat
zijn afgestemd.
Via de app kunt u de
programma's selecteren die
al beschikbaar zijn via het
bedieningspaneel van het
apparaat, plus extra
programma's ontgrendelen
die alleen beschikbaar zijn
vanaf een mobiel apparaat
Extra programma's kunnen
in de loop van de tijd
veranderen, samen met
nieuwe versies van de app.
Het is gepersonaliseerde
wasservice - allemaal vanaf
uw mobiele apparaat.
Om het apparaat te verbinden met de
toepassing, gaat u er naast staan met uw
smartapparaat.
Zorg ervoor dat uw smartapparaat is
verbonden met het draadloze netwerk.
1. Ga naar de App Store op uw
smartapparaat.
2. Download en installeer de app "My
Electrolux".
3. Zorg ervoor dat u een Wi-Fi-
verbinding met het apparaat heeft.
Als dit niet het geval is, leest u de
volgende paragraaf 'Configureren
van de draadloze verbinding met het
apparaat'.
4. Start de toepassing. Selecteer het
land en de taal en meld u aan met
uw e-mailadres en wachtwoord. Als u
nog geen account hebt, maakt u een
nieuw account aan waarbij u de
instructies volgt in "My Electrolux".
5. Volg de instructies op die de App
aangeeft voor het registreren en
configureren van het apparaat.
11.2 De draadloze verbinding
van de wasmachine
configureren
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen. Wacht
ongeveer 10 seconden voordat je
verdergaat met de draadloze
configuratie.
2. Selecteer een programma door aan
de programmakeuzeknop te draaien.
3. Houd de en -toetsen een paar
seconden tegelijkertijd ingedrukt
totdat er een 'klik' klinkt. Laat de
toetsen los. verschijnt 5
seconden op het display en het
controlelampje begint te
knipperen.
De draadloze module start op.
Zorg ervoor dat je APP klaar
is voor verbinding.
4. Na ongeveer 10 seconden
verschijnt (Access Point) op het
display.
www.electrolux.com36
Het toegangspunt zal gedurende
ongeveer 3 minuten open staan.
Zolang het apparaat is
geactiveerd, blijft het
proberen verbinding te
maken met opgeslagen
toegangsgegevens totdat de
Wi-Fi is gedeactiveerd of de
toegangsgegevens opnieuw
worden ingesteld.
5. Configureer de "My Electrolux"-app
op je smartphone of tablet en volg de
instructies om het apparaat aan te
sluiten op je Wi-Fi-netwerk.
6. Als de connectiviteit is
geconfigureerd, staat de indicator
op het display wanneer het
programmainformatiescherm
terugkeert.
Telkens als je het apparaat
inschakelt, duurt het 10
seconden voordat het
apparaat automatisch op het
netwerk wordt aangesloten.
Wanneer de indicator
stopt met knipperen, is de
verbinding gereed.
Om de draadloze verbinding uit te
schakelen, houd je de en de -
toetsen gedurende een paar seconden
tegelijkertijd ingedrukt tot het eerste
akoestische signaal: verschijnt 5
seconden op het display.
Als je het apparaat uit- en
weer inschakelt, wordt de
draadloze verbinding
automatisch uitgeschakeld.
Om de draadloze toegangsgegevens
te verwijderen, houd je de en de
-toetsen gedurende 10 seconden
tegelijkertijd ingedrukt tot het tweede
akoestische signaal: verschijnt op
het display.
11.3 Starten op afstand
Met de Starten op afstand-functie kun je
een cyclus starten via de
afstandsbediening.
De afstandsbediening wordt
automatisch geactiveerd
wanneer je op de Start/
Pauze - Départ/Pause -
toets drukt om het
programma te starten, maar
het is ook mogelijk om op
afstand een wasprogramma
te starten.
Wanneer de app is geïnstalleerd en de
draadloze verbinding is voltooid, kun je
de Starten op afstand-functie activeren:
1. Tik op de Starten op afstand -toets
en het controlelampje
verschijnt een paar seconden op het
display.
2. Tik op de Start/Pauze - Départ/Pause
-toets om de functie “Starten op
afstand” te activeren voordat het
controlelampje stopt met
knipperen.
De controlelampjes en
verschijnen op het
programmaoverzichtsscherm en de deur
wordt vergrendeld. Nu is het mogelijk om
het programma op afstand te starten.
NEDERLANDS 37
Wanneer je de toets Start/
Pauze - Départ/Pause
aanraakt nadat het
controlelampje stopt
met knipperen, wordt de
Starten op afstand-functie
niet geactiveerd, maar start
het ingestelde programma.
Om de Starten op afstand-functie te
verwijderen, tik je op de Starten op
afstand -toets en bevestig je dit door
op de Start/Pauze - Départ/Pause
-
toets te drukken.
De resetpositie
deactiveert de Starten op
afstand-functie.
11.4 Over-the-air-update
De app kan een update voorstellen voor
uw apparaat.
De update wordt alleen via de app
geaccepteerd.
Als er een programma loopt, meldt de
app dat de update aan het einde van het
programma start.
Tijdens de update verschijnt op het
apparaat op het display.
Schakel het apparaat niet uit of trek de
stekker niet uit het stopcontact tijdens
het bijwerken.
Het apparaat zal weer bruikbaar zijn aan
het einde van de update, zonder enige
kennisgeving over een succesvolle
update.
Als er een fout optreedt, verschijnt op het
apparaat
op het display: druk op
een willekeurige knop of draai aan de
knop om terug te keren naar normaal
gebruik.
12. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Maak de zakken leeg en zorg ervoor
dat de items niet opgevouwen zijn
voordat u ze in het apparaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
Doe niet te veel wasgoed in de trommel.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg dat er geen wasgoed
tussen de deur klemt om het
risico op waterlekkage en
schade aan het wasgoed te
voorkomen.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
www.electrolux.com38
Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
12.3 Een programma kiezen
Als je de automatische
dosering van het wasmiddel
of de wasverzachter wilt
wijzigen, ga je naar de
AutoDose-
configuratiemodus voordat je
verder gaat met het instellen
van een programma. De
configuratiemodus kan
mogelijk tijdelijke instellingen
annuleren. Raadpleeg de
paragraaf “AutoDose-
configuratiemodus” in het
hoofdstuk “De AutoDose
Technologie (Automatisch
doseren)”.
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma.
Het controlelampje van de knop Start/
Pauze - Départ/Pause knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raak je
de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens
branden in het display en de
aangegeven informatie wijzigt.
Indien een keuze niet
mogelijk is, klinkt er een
geluidssignaal en toont het
display .
12.4 Een programma starten
Controleer of het
afwasmiddeldoseerbakje
goed gesloten is. Anders
begint het programma niet.
Raak de toets Start/Pauze - Départ/
Pause aan om het programma te
starten. Het is niet mogelijk om het
programma te starten wanneer het
indicatielampje van de knop
uitgeschakeld is en niet knippert (bijv.
programmawijzer op een foute positie).
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Het programma start, de deur is
vergrendeld. De display toont het
indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
12.5 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel - Départ Différé totdat het
display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
Op het display verschijnt het
indicatielampje .
2. Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause
. De deur van het apparaat
vergrendelt en het aftellen van de
uitgestelde start begint. Op het display
verschijnt het indicatielampje .
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt
het programma automatisch gestart.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het apparaat te pauzeren.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel - Départ Différé totdat
het display weergeeft en het
indicatielampje uitgaat.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
- Départ/Pause
om het
programma onmiddellijk te starten.
NEDERLANDS 39
Het wijzigen van de uitgestelde
start als het afstellen is
begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het apparaat te pauzeren.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel - Départ Différé totdat
het display de gewenste uitsteltijd
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
- Départ/Pause
om het aftellen
opnieuw te laten beginnen.
12.6 De SensiCare System
ladingdetectie
De programmaduur in het
display is van toepassing op
een middelmatige/grote
lading.
Na aanraking van de toets Start/Pauze -
Départ/Pause
gaat de aanduiding
voor de maximaal bepaalde lading uit en
begint het SensiCare System met
detectie van het wasgoed:
1. Het apparaat zal de lading nu
gedurende 30 seconden waarnemen.
In de programma's waar Time
Manager beschikbaar is, spelen de
Time Manager balken
onder de
tijdcijfers tijdens deze fase een
eenvoudige animatie af. De trommel
draait kort.
2. De programmaduur kan
overeenkomstig worden aangepast
en kan worden verlengd of verkort.
En na 30 seconden gaat de
watertoevoer stromen.
Aan het einde van de ladingdetectie, bij
overbelasting trommel, het
indicatielampje knippert op het
display: in dit geval is het gedurende 30
seconden mogelijk om het apparaat te
pauzeren en de overtreffende
kledingstukken te verwijderen.
Raak, na eenmaal de overtollige kleding
te hebben verwijderd, de toets Start/
Pauze - Départ/Pause aan om het
programma weer te starten. De
SensiCare-fase kan tot driemaal toe
worden herhaald (zie punt 1).
Belangrijk! Als het wasgoed niet wordt
verminderd, gaat het wasprogramma
ondanks teveel lading toch van start. In
dit geval kun je niet de beste
wasresultaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
weer worden aangepast.
De SensiCare-detectie wordt
uitsluitend uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
en als de programmaduur
niet verkort is met de Time
Manager-toets.
12.7 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als er een programma bezig is
maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze -
Départ/Pause .
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op de toets Start/
Pauze - Départ/Pause
.
Het wasprogramma gaat verder.
Om het programma te
beginnen zorgt u ervoor dat
de programmawijzer juist
gepositioneerd op het
onderbroken programma en
dat de indicator van de toets
Start/Pauze - Départ/Pause
knippert.
www.electrolux.com40
12.8 Actief programma
annuleren
1. Druk op de toets Aan/Uit - Marche/
Arrêt om het programma te
annuleren en om het apparaat uit te
schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit -
Marche/Arrêt om het apparaat in te
schakelen.
Als het SensiCare-systeem
voltooid is en het vullen van
water al begonnen is, begint
het nieuwe programma
zonder het SensiCare-
systeem te herhalen. Het
water en wasmiddel worden
niet afgepompt om
verspilling te voorkomen.
Het display toont de
maximumduur van het
programma die circa 20
minuten na de start van het
nieuwe programma wordt
bijgewerkt.
Er bestaat ook een andere manier om te
annuleren:
1. Draai de programmakiezer naar
de ”Reset”-stand .
2. Wacht vervolgens 1 seconde Op het
display verschijnt .
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
12.9 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, mag u de deur
niet openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld. Op het display
verschijnt het controlelampje .
1. Druk op de knop Start/Pauze -
Départ/Pause .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen. Sluit de deur en druk op
de toets Start/Pauze - Départ/Pause
.
Het programma of startuitstel gaat
verder.
12.10 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn). Op het display verschijnt
Het lampje van Start/Pauze - Départ/
Pause toets gaat uit.
De deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de toets Aan/Uit - Marche/
Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het voorgaande
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
NEDERLANDS 41
12.11 Water afvoeren na het
einde van de cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Het tijdveld toont
en het display
toont de vergrendelde deur .
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
Je moet het water afvoeren om de
deur te openen:
1. Raak indien nodig de toets Centrifug.
- Essorage aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2. Druk op de toets Start/Pauze -
Départ/Pause.
Indien u Spoelstop
heeft
ingesteld, pompt het apparaat het
water weg en gaat centrifugeren.
Als u het volgende heeft ingesteld
Stil , pompt het apparaat alleen
het water weg
De optie-indicator Spoelstop en
Stil verdwijnt.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het symbool deur vergrendeld uit
en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de toets
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat uit te schakelen.
12.12 Stand-byfunctie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
u het apparaat gedurende 5 minuten
niet gebruikt en er geen programma
draait.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit -
Marche/Arrêt om het apparaat in te
schakelen.
5 minuten na beëindiging van het
wasprogramma.
Druk opnieuw op de Aan/Uit - Marche/
Arrêt-toets om het apparaat in te
schakelen.
De tijd van het laatste programma
wordt weergegeven op het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als de keuzeknop naar de 'Reset'-stand
wordt gedraaid, gaat het apparaat na
30 seconden automatisch uit.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet
gedeactiveerd door de
stand-by-functie om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
De afstandsbediening
verhindert de stand-by-optie,
maar na 15 minuten schakelt
het apparaat naar stand-by
van het netwerk en toont het
display alleen het
indicatielampje .
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
www.electrolux.com42
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze -
Départ/Pause. De
centrifugeerfase gaat door.
Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
13.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
NEDERLANDS 43
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
Bij het gebruik van
wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u
ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
13.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen:
Normaal vuile waskanzonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma
voordat u uw was droogt in een
wasdroger. Dit bespaart energie
tijdens het drogen!
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke
reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
www.electrolux.com44
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter
maand
Deurafdichting rei‐
nigen
Iedere twee maan‐
den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
den
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Iedere twee maan‐
den
Het wasmiddeldo‐
seerbakje en de
AutoDose-tanks
reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de
toevoerslang en
de klepfilter reini‐
gen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
14.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
14.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
14.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.5 Onderhoudswasbeurt
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik
van programma´s bij lage temperaturen
kunnen er wasmiddelresten en pluizen
achterblijven en kan er bacteriëngroei in
de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan
slechte geurtjes en meeldauw
veroorzaken. Draai om deze resten te
verwijderen en de binnenkant van het
apparaat te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand).
Raadpleeg de paragraaf
“Trommelreiniging”.
14.6 Deurafdichting met val met
dubbele lip
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
NEDERLANDS 45
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan
voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door
leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
Maak de trommel niet
schoon met zure
ontkalkingsmiddelen,
schuurmiddelen die chloor of
ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Deactiveer AutoDose -functie voor
wasmiddel en verzachter.
3. Voer een Katoen - Coton-programma
uit op de hoogste temperatuur.
4. Voeg handmatig een kleine
hoeveelheid waspoeder of een
specifiek product toe aan de lege
trommel om achtergebleven resten
weg te spoelen.
Het display kan soms aan
het einde van een cyclus het
pictogram weergeven: dit
is een aanbeveling om de
“reiniging van de trommel”
uit te voeren. Zodra de
trommelreiniging is
uitgevoerd, verdwijnt het
pictogram.
14.8 De wasmiddellade en de
AutoDose-tanks reinigen
LET OP!
Verander niet van merk of
type wasmiddel,
wasverzachter of
additieven in de tanks
zonder beide tanks vooraf
te reinigen.
Zorg er vóór het reinigen
voor dat alle vakken leeg
zijn.
Om mogelijke afzetting van opgedroogde
wasmiddelen, aangekoekte
wasverzachter, vorming van schimmel in
de wasmiddellade en/of geklonterde
vloeistofadditieven in de AutoDose-
tanks, te voorkomen, dient de
volgende reinigingsprocedure
regelmatig te worden gevolgd:
1. Open de wasmiddellade. Druk de pal
in volgens de afbeelding en trek de
wasmiddellade uit.
2. Verwijder het inzetstuk van de
ontharder en, indien geplaatst, het
vakje voor vloeibaar wasmiddel.
www.electrolux.com46
3. Open de aftappluggen van elke tank
en maak ze leeg in een gootsteen.
4. Druk de pal aan de achterkant in
zoals aangegeven in de afbeelding
en til het bovenste deksel op om
deze te verwijderen.
5.
Reinig de lade en alle inzetstukken
onder stromend water.
LET OP!
Gebruik geen scherpe of
metalen borstels en
sponzen.
6. Draai de dispenser zijwaarts naar
beneden en open het onderste
deksel zoals aangegeven in de
afbeelding.
7. Zorg ervoor dat achtergebleven
wasmiddel volledig is verwijderd uit
het transporttraject. Gebruik alleen
zachte vochtige kleding.
8. Plaats het onderste deksel terug in
zijn positie door de gaten op de
ladehaken uit te lijnen zoals
NEDERLANDS 47
aangegeven in de afbeelding. Sluit
het tot u "klik" hoort.
LET OP!
Druk op het onderste
deksel zoals aangegeven
op de afbeelding. Zorg
ervoor dat dit volledig
gesloten is.
WAARSCHUWING!
Reinig pompen of
sensoren die aan de
achterkant van de
wasmiddellade gelegen
zijn, niet met scherpe en
metalen borstels of
gereedschap. Gebruik
indien nodig alleen zachte
vochtige kleding.
WAARSCHUWING!
Als er resten achterblijven
op de achterzijde van tanks,
moet u de wasmiddellade in
warm water weken. Gebruik
geen gereedschap om het
schoon te maken. Verwijder
voor het weken de
handgreep door op de rode
knop te drukken en schuif de
handgreep zoals
aangegeven in de
afbeelding.
9. Zorg ervoor dat achtergebleven
wasmiddel volledig is verwijderd uit
het bovenste en onderste gedeelte
van de holte. Gebruik een klein
borsteltje om de holte te reinigen.
www.electrolux.com48
10. Hermonteer de lade als volgt:
a. Plaats de handgreep indien die
gedemonteerd werd.
b. Plaats het onderste deksel en
druk tot u "klik" hoort.
c. Plaats het bovenste deksel op
het tankcompartiment en druk
totdat u "klik" hoort.
d. Vervang onderdelen in het
handmatige compartiment.
11. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit deze voorzichtig
totdat u "klik" hoort. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
de trommel.
Om de functionaliteit te
herstellen, vult u de tanks
met wasmiddel en
verzachter. Als u verkeerde
additieven in de tanks
plaatst, kunt u deze
gemakkelijk verzamelen met
behulp van de aftapplug aan
beide zijden van de lade.
Voordat u aftappluggen
opent, moet u onder de lade
een kom of geschikte
containers plaatsen om de
vloeistof op te vangen. Zorg
ervoor dat u de pluggen
goed sluit voordat u bijvult.
14.9 De afvoerpomp reinigen
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
de machine geen water wegpompt,
de trommel niet ronddraait,
het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door de blokkering van de
afvoerpomp.
Op het display wordt de alarmcode weergegeven
.
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder het filter niet als het apparaat in werking is.
Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot
het water afgekoeld is.
Herhaal stap 3 verschillende keren door de klep te openen en te
sluiten totdat er geen water meer uitloopt.
Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen
opvegen als u het filter verwijdert.
NEDERLANDS 49
Voor reiniging van de pomp gaat u als volgt te werk:
1.
1
2
2.
3.
180˚
4.
2
1
5. 6.
7.
2
1
8.
2
1
1
WAARSCHUWING!
Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze
niet roteert: neem contact op met onze servicedienst. Zorg er ook voor dat
u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.
www.electrolux.com50
14.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1
2
3
45°
20°
14.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals die is beschreven in de
paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
14.12 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0 °C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 51
15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact
trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en
kan de Start/Pauze - Départ/Pause -knop continu knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
Controleer of de waterkraan geopend is.
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag
is. Neem voor deze informatie contact op met je plaatselij‐
ke waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten
in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang
correct is.
Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter
van de klep niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en
reiniging'.
De machine pompt
geen water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten
heeft.
Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het
filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct
is.
Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt
zonder afvoerfase. Als het afvoerprogramma niet beschik‐
baar is in het programmakeuzewiel, kan het worden inge‐
steld via de app.
Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die ein‐
digt met water in de kuip.
De deur is open of
niet goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
de elektronische ele‐
menten van het ap‐
paraat.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is
te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je con‐
tact op met een erkende servicedienst.
www.electrolux.com52
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
: Frequentie van de voedingsbron is buiten bereik.
: Voedingsspanning is te hoog.
: Voedingsspanning is te laag.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat
uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met
de erkende servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval
van een ander probleem met de wasmachine.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcon‐
tact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zeke‐
ringenkastje is.
Verzeker je ervan dat Start/Pauze - Départ/Pause be‐
diend is.
Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je
de instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
Controleer of het afwasmiddeldoseerbakje goed gesloten
is.
Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
Controleer de stand van de knop op het gekozen program‐
ma.
Het apparaat wordt
met water gevuld,
maar dat wordt on‐
middellijk afgetapt.
Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be‐
vindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-
instructies'.
De centrifugeerfase
werkt niet of de was‐
fase duurt langer dan
normaal.
Stel het centrifugeprogramma in. Als het afvoerprogram‐
ma niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan
het worden ingesteld via de app.
Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het
filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de cen‐
trifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroor‐
zaakt door problemen met de balans.
Er is water op de
vloer.
Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslan‐
gen stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de af‐
voerslang niet beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoe‐
veelheid gebruikt.
NEDERLANDS 53
Probleem Mogelijke oplossing
Je kunt de deur van
het apparaat niet
openen.
Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen
dat eindigt met water in de trommel.
Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in
als er water in de trommel zit. Als de centrifugeer- en af‐
voerprogramma's niet beschikbaar zijn in de programma‐
keuzeknop, kunnen deze worden ingesteld via de app.
Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in
het apparaat. Neem contact op met de erkende service‐
dienst.
Zorg ervoor dat de x niet is ingeschakeld. Schakel het uit.
De display geeft de
aanduiding voor het
draadloze netwerk
niet weer .
Controleer het draadloze signaal.
Zorg dat de draadloze verbinding aanstaat. Raadpleeg pa‐
ragraaf 'Configureren van de draadloze verbinding van de
wasmachine' in hoofdstuk 'Wifi - instelling connectiviteit'.
Controleer je thuisnetwerk en router.
Herstart de router.
Neem contact op met de aanbieder van je draadloze servi‐
ce als je nog meer problemen met het draadloze netwerk
ondervindt.
De app kan geen ver‐
binding maken met
het apparaat.
Controleer het draadloze signaal.
Controleer of je smartapparaat is verbonden met het
draadloze netwerk.
Controleer je thuisnetwerk en router.
Herstart de router.
Neem contact op met je aanbieder van je draadloze servi‐
ce als je problemen met het draadloze netwerk heeft.
Het apparaat, het smart-toestel of beide dienen nogmaals
te worden geconfigureerd, omdat er een nieuwe router is
geïnstalleerd of omdat de routerconfiguratie is gewijzigd.
De app kan niet fre‐
quent verbinding ma‐
ken met het appa‐
raat.
Zorg ervoor dat het draadloze signaal het apparaat be‐
reikt. Probeer de thuisrouter zo dicht als mogelijk naar het
apparaat te verplaatsen of overweeg een versterker van
het draadloze bereik aan te schaffen.
Zorg ervoor dat het draadloze signaal niet wordt verstoord
door een magnetron. Schakel de magnetron uit. Vermijd
het gelijktijdige gebruik van de magnetron en de afstands‐
bediening.
Op het display ver‐
schijnt . Alle
toetsen zijn inactief,
behalve de Aan/Uit -
Marche/Arrêt .
Het apparaat downloadt beschikbare updates. Wacht tot‐
dat het updateproces is voltooid. Als je het apparaat tij‐
dens de update deactiveert, wordt deze hervat wanneer je
het apparaat opnieuw activeert.
www.electrolux.com54
Probleem Mogelijke oplossing
De machine maakt
abnormale geluiden
en trilt.
Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg
'Montage-instructies'.
Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transport‐
bouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mo‐
gelijk te klein.
De programmaduur
neemt toe of af tij‐
dens het draaien van
het programma.
Het SensiCare System kan de duur van het programma
aanpassen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie
'Beladingsdetectie SensiCare System' onder het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De wasresultaten zijn
niet bevredigend.
Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander
wasmiddel.
Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te
verwijderen voordat je het wasgoed wast.
Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
Verminder de wasgoedlading.
Zorg er bij het gebruik van AutoDose-tanks voor dat ze
niet leeg zijn.
Verifieer bij gebruik van AutoDose-tanks de vooraf inge‐
stelde dosering wasmiddel/wasverzachter. Raadpleeg de
paragraaf 'Basisinstellingen' in het hoofdstuk 'De AutoDo‐
se-technologie'.
Zorg ervoor dat je de AutoDose-tanks hebt gereinigd voor‐
dat je een ander merk en type reinigingsmiddel, wasver‐
zachter of andere additieven gebruikt.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Verifieer bij gebruik van AutoDose-tanks de vooraf inge‐
stelde dosering wasmiddel/wasverzachter. Raadpleeg de
paragraaf 'Basisinstellingen' in het hoofdstuk 'De AutoDo‐
se-technologie'.
Het wasmiddel/
wasverzachter-ni‐
veau daalt niet in de
AutoDose-tanks na
het wassen.
Dit is normaal: tanks zijn vrij groot en het verbruik van
wasmiddelen is mogelijk niet zo duidelijk.
Na de wascyclus is
er wat wasmiddel
achtergebleven in de
wasmiddellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMH‐
OOG voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmid‐
del).
Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt
volgens de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een
erkende servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
NEDERLANDS 55
16. VERBRUIKSWAARDEN
16.1 Inleiding
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee
verschillende tabellen om een geleidelijke overgang
van een verordening naar de andere te bevorderen:
Verordening EU 1061/2010, geldig tot 28 februari
2021, heeft betrekking op de energie-
efficiëntieklassen van A+++ tot D,
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart
2021, heeft betrekking op de energie-
efficiëntieklassen van A tot G vastgesteld door
Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat
wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie
gerelateerd aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel
ter referentie samen met de gebruikershandleiding
en alle andere documenten die bij dit apparaat
worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die u vindt op het typeplaatje van
het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
16.2 Legenda
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de cen‐
trifugeersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
www.electrolux.com56
16.3 Volgens Verordening (EU)
2019/2023 van de Commissie
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige bela‐
ding
9 0.960 60 3:40 52 37 1351
Halve belading 4,5 0.720 47 2:45 52 38 1351
Kwartbelading 2,5 0.350 40 2:45 54 28 1351
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde
start (W)
Netwerkge‐
bonden
stand-by
(W)
0,30 0,30 4,00
2,00
1)
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
1)
Het energieverbruik van de aangesloten functie is ongeveer 17,5 kWh per jaar. Raad‐
pleeg het hoofdstuk 'Wifi - Connectiviteitsinstellingen' om deze functie los te koppelen.
16.4 In overeenstemming met
Verordening 1061/2010
Standaard katoenpro‐
gramma's.
Lading
(kg)
Energie‐
verbruik
(kWh)
Water‐
verbruik
(liter)
Gemid‐
delde
program‐
maduur
(minuten)
Reste‐
rend
vocht
(%)
1)
Voor standaard 60°C ka‐
toen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
9 0.82 55 265 52
Voor standaard 60°C ka‐
toen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
4,5 0.57 40 255 52
Voor standaard 40°C ka‐
toen:
Stel Eco 40-60 in op 30°C
4,5 0.57 40 255 52
1)
Aan het einde van de centrifugeerfase.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0,30 0,30
NEDERLANDS 57
Stroomverbruik in door netwerk ver‐
bonden stand-by (W)
Tijd van tot netwerk verbonden stand-
by (min.)
2,00 15
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening
1015/2010 tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG en verordening 1275/2008 van
de Europese Commissie.
16.5 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen - Coton
2)
90°C
9 2.75 85 4:00 52 85 1400
Katoen - Coton
60°C
9 1.65 80 3:30 52 55 1400
Katoen 20° - Co‐
ton 20°
3)
20°C
9 0.35 80 3:00 52 20 1400
Synthetica - Syn‐
thétiques
40°C
4 0.85 75 2:30 35 40 1200
Fijne was - Déli‐
cats
4)
30°C
2 0.35 60 1:25 35 30 1200
Wol - Laine
30°C
1,5 0.30 70 1:05 30 30 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
www.electrolux.com58
17. SNELSTARTGIDS
17.1 Dagelijks gebruik
1 2
3
5
4
Steek de stekker in het stopcontact.
Open de waterkraan.
Beladen met wasgoed.
Plaats het wasmiddel en andere
behandelmiddelen in de juiste vakken
van het wasmiddeldoseerbakje.
Bij gebruik van AutoDose-tanks
worden het wasmiddel en de
wasverzachter automatisch geüpload.
Zorg ervoor dat de tanks niet leeg zijn.
Bij gebruik van handmatige
compartimenten giet je het wasmiddel
en andere behandelingen in het juiste
compartiment.
Bij gebruik van een vloeibaar
wasmiddel in het
handmatige compartiment,
plaats je de container voor
vloeibaar wasmiddel.
1. Druk op de toets Aan/Uit - Marche/
Arrêt om het apparaat in te
schakelen.
2. Draai de programmaknop om het
gewenste wasprogramma in te
stellen.
3. Stel de gewenste opties in met de
overeenkomstige tiptoetsen.
4. Om het programma te starten, druk
je op de toets Start/Pauze - Départ/
Pause .
5. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma
het wasgoed eruit.
Druk op de toets Aan/Uit - Marche/Arrêt
om het apparaat uit te schakelen.
NEDERLANDS 59
17.2 Reinigen van het filter van de afvoerpomp
1 32
180˚
2
1
Reinig het filter regelmatig en in het
bijzonder als de alarmcode op het
display verschijnt.
17.3 Programma’s
Programma’s Belading Productbeschrijving
Eco 40-60 9 kg
Wit en bont katoen. Normaal vervuilde kle‐
dingstukken.
Katoen - Coton 9 kg Wit en bont katoen.
Synthetica - Synthéti‐
ques
4 kg Synthetische of gemengde stoffen.
Fijne was - Délicats 2 kg
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en po‐
lyester.
Snel 20 min. - Rapide
20 min.
3 kg
Synthetische en gemengde weefsels. Licht
vervuilde en op te frissen kleding.
Spoelen - Rinçage 9 kg
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Programma voor spoelen en centri‐
fugeren.
Centrifugeren/Pompen
- Essorage/Vidange
9 kg
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Programma voor centrifugeren en
wegpompen van water.
Anti-allergie
9 kg
Witte katoenen kleding. Dit programma
helpt met het verwijderen van ziektekiemen
en bacteriën.
Dekbed - Duvet 3 kg
Eenpersoons synthetische deken, bedde‐
nsprei, dekbed.
Zijde - Soie
0,5 kg
Speciaal programma voor zijde en ge‐
mengde synthetische stoffen.
Wol - Laine
1,5 kg
Machinewasbare wol, handwasbare wol en
fijne was.
Sport 4 kg Sportkleding.
www.electrolux.com60
Programma’s Belading Productbeschrijving
Outdoor
2,5 kg
1)
1 kg
2)
Moderne outdoorsportkleding.
Denim 4 kg Spijkerkleding.
1)
Wasprogramma.
2)
Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 61
My Electrolux Care app
The software in this product contains components that are based on free and open source software. Electrolux
gratefully acknowledges the contributions of the open software and robotics communities to the development project.
To access the source code of these free and open source software components whose license conditions require
publishing, and to see their full copyright information and applicable license terms, please visit:
http://electrolux.opensoftwarerepository.com (folder NIU5)
www.electrolux.com/shop
192908211-A-092021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Electrolux EW6F1493AD Handleiding

Type
Handleiding