Tamron B018 Handleiding

Type
Handleiding
TLM-EDFSIPNCKRIdSv-B018-T/C-1506
Sony
18-200mm F/3.5-6.3
Di
II
VC
(
for Nikon, Canon
)
18-200mm F/3.5-6.3
Di
II
(
for Sony
*Models without the VC
)
Model:
B018
1
2
4
6
5
7
9
8
10
3
Nikon
Sony
Canon
B016: This model is Built-in Motor
7
14
1211
13
7
14
1211
13
7
14
12
13
5
2
5
2
3
5
* The Marking is a directive conformity mark of the European Community (EC).
* Das -Zeichen entspricht der EC Norm.
* La marquage est un marquage de conformité à la direcive CEE (CE).
* La marca es marca de conformidad segun directiva de la Comunidad Europea (CE).
* Il marchio attesta la conformita alla directtiva della Comunità Europea (CEE).
* 标志表示符合欧州共同体(EC)指标
The EEC Conformity Report applies to the Council
Directive 98/336/EEC, 92/31/EEC, 93/68/EEC and
is used by Tamron Co., Ltd., manufacturer of this
product.
NEDERLANDS
Wij feliciteren u met de aanschaf van dit Tamron-objectief ter uitbreiding van uw foto-uitrusting.
Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken wordt u verzocht deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de mogelijkheden van het objectief en
kennis te nemen van de fototechnische aanbevelingen, zodat u verzekerd bent van de beste
resultaten. Indien u de nodigde zorgvuldigheid betracht, zult u vele jaren plezier hebben van uw
Tamron-objectief en zult u de prachtigste foto’s kunnen maken.
Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
NAMEN VAN ONDERDELEN (Zie Fig. indien niet vermeld)
Zonnekap Merkteken voor zonnekapaansluiting
Kap-bevestigd- indicator Filter ring
Bajonetring voor zonnekap Zoomring
Zoomringvergrendeling (Fig. & ) Brandpuntsafstandsschaal
Scherptediepte-index Scherpstelring
VC-knop
Schakelaar (AF/MF) voor scherpstelling (Fig. & )
Aansluitingsmerkteken voor objectief Aansluitcontacten/objectiefaansluitcontacten
SPECIFICATIE
B018
Brandpuntsafstand 18-200 mm
Maximale lensopening F/3,5 - 6,3
Zichthoek 75˚33' - 7˚59'
Lensopbouw 14/16
Minimale scherpstelafstand 0,49-0,77 m
Maximale vergrotingsverhouding 1:4 (bij 200 mm)
Filterdiameter ø 62 mm
Lengte/totale lengte 94,1 mm/102,5 mm*
Diameter ø 75 mm
Gewicht 400 g*
Zonnekap HB018
* waarden zijn specicaties van Nikon producten.
Lengte: vanaf de uiterste voorzijde van de lens tot aan de vatting.
Totale lengte: vanaf de uiterste voorzijde van de lens tot aan het achterste uitstekende uiteinde.
Zowel de eigenschappen als de uitvoering van de objectieven die in deze gebruiksaanwijzing zijn
opgenomen mogen zonder voorafgaande inkennisstelling worden gewijzigd.
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF
Bevestigen van het objectief
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het merkteken op het objectief tegenover met
het merkteken op de cameravatting en plaats het objectief op de camera. Draai het objectief
met de klok mee tot het vastklikt. Op Nikon-camera’s dient u het merkteken op het objectief
tegenover de stip op de camera te plaatsen en het objectief tegen de klok in te draaien tot het
vastklikt.
Verwijderen van het objectief
Druk de ontgrendelingsknop op de camera in, draai het objectief tegen de klok in (bij
Nikon-camera's met de klok mee), en til het objectief van de cameravatting.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld wanneer u het objectief bevestigt of verwijdert.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
SCHERPSTELLEN (Autofocus - AF) (Fig. , & )
In het geval van een Nikon- of Canon-camera, zet u de AF/MF-schakelaar van de lens op AF
(g.
). In het geval van een Nikon-camera met een selectieknop voor de scherpstellingsfunctie,
zet u de scherpstellingsfunctie op S, C of A, en zet u vervolgens de AF/MF-schakelaar
van de
lens op AF. Druk de ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u door de zoeker van de camera kijkt; de
lens stelt automatisch scherp. Een scherpstelmarkering licht op wanneer de lens scherpgesteld is
op het hoofdonderwerp. Druk de ontspanknop volledig in om een foto te nemen.
In het geval van een Sony-camera, zet u de AF/MF-schakelaar
van de lens op AF (g. ) en zet
u de scherpstellingsfunctie van de camera op automatische scherpstelling (AF). Druk de
ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u door de zoeker van de camera kijkt; de lens stelt automatisch
scherp. Een scherpstelmarkering licht op wanneer de lens scherpgesteld is op het
hoofdonderwerp. Druk de ontspanknop volledig in om een foto te nemen.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
SCHERPSTELLEN (handmatig scherpstellen - MF) (Fig. , & )
In het geval van een Nikon- of Canon-camera, zet u de AF/MF-schakelaar van de lens op MF
(g.
). In het geval van een Nikon-camera met een selectieknop voor de scherpstellingsfunctie,
zet u de scherpstellingsfunctie op M, en zet u vervolgens de AF/MF-schakelaar
van de lens op
MF. Stel handmatig scherp met de scherpstelring
terwijl u door de zoeker van de camera kijkt
(g.
). Wanneer het te fotograferen onderwerp scherp is in de zoeker, is de lens correct
scherpgesteld.
In het geval van een Sony-camera, zet u de AF/MF-schakelaar
van de lens op MF (g. ) en
zet u de scherpstellingsfunctie van de camera op handmatige scherpstelling (MF). Stel handmatig
scherp met de scherpstelring
terwijl u door de zoeker van de camera kijkt (g. ). Wanneer
het te fotograferen onderwerp scherp is in de zoeker, is de lens correct scherpgesteld.
Als u in de stand MF de scherpstelring draait terwijl u de ontspanknop gedeeltelijk indrukt, gaat het
scherpstel-hulplampje branden wanneer het beeld is scherpgesteld.
Stel scherp op het verste onderdeel van het te fotograferen onderwerp. Het beschikt over een zekere
exibiliteit waardoor ook andere onderdelen binnen het scherpgestelde gedeelte scherp worden
weergegeven.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
VC-MECHANISME (Fig. , & ) (Bevestigd voor Nikon- en Canonmodellen)
De VC (Trillingscompensatie) is een mechanisme dat maakt dat foto’s minder onscherp
verschijnen bij het maken van foto's zonder gebruik van statief.
Hoe het VC-mechanisme gebruiken
1) Actieveer de VC-knop .
*Deactiveer de VC wanneer u deze niet gaat gebruiken.
2) Druk de sluiterknop tot de helft in om het effect van de VC te controleren.
Na het indrukken van de sluiterknop tot de helft van zijn bereik duurt het ongeveer 1
seconde vooraleer de VC een stabiel beeld produceert.
De VC is voornamelijk nuttig voor het nemen van foto’s in de volgende
omstandigheden:
Plaatsen met beperkte verlichting
Plaatsen waar het gebruik van een itser verboden is
Situaties waarbij de fotograaf het evenwicht moeizaam kan handhaven
Panoramische opnames maken van een bewegend object
De VC kan niet volledig effectief zijn in de volgende gevallen:
Wanneer een foto vanuit een voertuig is genomen dat hevig beweegt.
Fotograferen wanneer de camera bijzonder veel beweegt.
Schakel de VC uit als u foto’s maakt met lange belichtingstijden. Als de VC hierbij geactiveerd
is, kunnen er fouten optreden.
Om wille van het werkingsprincipe van de VC zal het beeld op de display trillen onmidellijk na het
indrukken van de sluiterknop. Dit is geen toestelfout.
Wanneer de VC geactiveerd is, verbruikt de camera energie en er kunnen dus minder opnames
gemaakt worden.
Het zoekerbeeld beweegt wanneer de camera in en uit wordt geschakeld. Dit is geen toestelfout.
Wanneer u een opname maakt met een statief, schakelt u het apparaat in om over de compositie te
beslissen.
Zet de VC-schakelaar op OFF wanneer u een statiefgondel gebruikt.
Het duurt nog ongeveer twee seconden na het loslaten van de sluiterknop vooraleer de VC stopt
met bewegen en het blokkeringsmechanisme in werking treedt.
Wanneer de VC in de OFF-stand staat, is het VC-objectief elektromagnetisch vergrendeld in het
midden en wordt op dat moment nog steeds energie verbruikt. Daarom kan het afhankelijk van de
gebruikte fotosoftware gebeuren dat de EXIF-gegevens "VC ON" vermelden, ook al werd de
opname gemaakt bij "VC OFF".
Wanneer de lens van de camera afgenomen wordt, terwijl VC geactiveerd is, is het mogelijk dat de lens
een klikgeluid maakt als de lens aan een schok blootgesteld wordt. Dit is geen toestelfout. Breng het
objectief opnieuw aan op de camera en schakel de camera aan. Het geluid zou nu moeten verdwijnen.
De VC is in werking wanneer de sluiterknop voor de helft ingedrukt is (en blijft in werking tot een tweetal
seconden nadat de sluiterknop losgelaten wordt.)
De VC kan worden gebruikt in modus AF of MF.
ZOOMEN (Fig. & )
Draai de zoomring van het objectief terwijl u de camera d.m.v. de zoeker op het onderwerp
richt en kader het onderwerp uit bij de gekozen brandpuntsafstand.
ZOOMVERGRENDELINGSKNOP (Fig. , & )
De Modellen B018 zijn voorzien van een zoomvergrendelingsmechanisme dat voorkomt dat het
objectief door zijn eigen gewicht gaat 'uitzakken' wanneer de camera aan de schouderriem wordt
meegevoerd. De objectieven worden op 18mm vastgezat om spontaan uitdraaien te voorkomen.
De zoomvergrendelingsknop activeren
1) Vergrendelen: stel het objectief in op 18mm. Beweeg de knop in de richting van de
camera tot de indexlijnen tegenover elkaar staan. Het objectief is nu vergrendeld en kan niet
door zijn eigen gewicht 'uitzakken'.
2) Ontgrendelen: beweeg de knop van de camera af. Het objectief is nu ontgrendeld en klaar
om in te zoomen.
De schakelaar kan niet worden bediend wanneer het objectief niet op 18mm is ingesteld.
Forceer de schakelaar niet en probeer niet in te zoomen w anneer - het objectief is vergrendeld.
Het vergrendelingsmechanisme is bedoeld om het 'uitzakken' van het objectief tegen te gaan
wanneer de camera aan de schouderriem wordt meegevoerd. Als de lens in een lage of hoge
hoekpositie wordt gebruikt, kan de lens tijdens een lange belichting zijn brandpuntafstand
veranderen.
Het objectief is in vergrendelde toestand op 18mm te gebruiken.
ZONNEKAP (Fig. , - )
Als standaard-accessoire wordt een zonnekap met bajonetaansluiting (hieronder "zonnekap"
genoemd) meegeleverd. Het is aan te bevelen deze kap altijd bij daglicht te gebruiken, daar deze
de nadelige invloeden van strooilicht voorkomt. Wanneer u itsopnames maakt met een
ingebouwde its wordt het gebruik van de zonnekap afgeraden (mogelijke schaduwvorming in het
kader).
Het bevestigen van de zonnekap (Fig. & )
Zorg ervoor dat Merkteken voor zonnekapaansluiting op de zonnekap tegenover het
corresponderende indexteken
op het objectief staat en schuif ze tegen elkaar. Draai de
zonnekap en druk deze gelijkmatig in de bajonetvatting (Fig.
) en draai deze vervolgens met
de klok mee (Fig.
). Draai de zonnekap totdat het merkteken "TAMRON " naar boven wijst
(Fig.
) en op zijn plaats vastklikt. Bij het aanbrengen van de zonnekap dient u de scherpstel-
en zoomring vast te houden zodat ze niet verdraaien.
Zie er in het bijzonder bij groothoekopnames (35mm of minder) op toe dat de zonnekap op de
juiste wijze is aangebracht.
Bij onjuist gebruik kan het voorkomen dat de hoeken van uw opname van een schaduw worden
voorzien.
Opbergen van de zonnekap (Fig. )
1) Keer de zonnekap om. Richt het objectief op de opening en plaatst vervolgens het
merkteken voor de zonnekap op het objectief
tegenover het merkteken (TAMRON ) op
de zonnekap.
2) Draai de zonnekap met de klok mee totdat het merkteken (•) naar boven wijst. (Fig.
)
AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJK
Het optisch ontwerp van de Di II houdt rekening met de diverse eigenschappen van digitale
spiegelreex camera’s. Echter, als gevolg van het ontwerp van digitale spiegelreexcamera’s,
kan zelfs als de nauwkeurigheid van de AF-scherpstelling binnen de specicaties ligt, het
brandpunt iets voor of achter het optimale punt liggen wanneer u onder bepaalde
omstandigheden met behulp van automatische scherpstelling foto’s neemt.
De beeldcirkels van Di II-lenzen zijn ontworpen om te passen bij de digitale SLR-camera’s die
beeldsensoren gebruiken die gelijkwaardig zijn aan APS-C (approx. 15,5
23,2mm). Gebruik
geen Di II-lenzen met cameraÅfs die beeldsensoren gebruiken die groter zijn dan APS-C. Het
gebruik van Di II-lenzen met zulke camera’s kan vignetteren op het beeld tot gevolg hebben.
Het Tamron-objectief dat hier wordt beschreven, maakt gebruik van een inwendig
scherpstellingssysteem (IF-systeem). De eigenschappen van dit optische systeem maken dat de
gezichtshoek (m.u.v. de stand oneindig) breder is dan die van objectieven die gebruik maken van
een conventioneel scherpstelsysteem.
Wanneer de ingebouwde its van uw camera wordt gebruikt, kan het voorkomen dat
onregelmatige belichting plaatsvindt, in het bijzonder bij groothoekopnames. Dit is te wijten aan
het beperkte bereik van de its en/of de plaatsing van de its t.o.v. het objectief
(schaduwvorming). Het is aan te bevelen een andere its te gebruiken. Voor nadere informatie
verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Bepaalde camera’s vermelden de minimale en maximale lensopening in afgeronde getallen. Dit
wijst niet noodzakelijkerwijs op een fout.
Wanneer u een speciaal lter gebruikt, zoals een PL-lter, gebruik dan lage proellters. De
dikke rand van een normaal lter kan vervloeiende randen veroozraken.
HET BEHOUD VAN UW OBJECTIEF
Raak nooit het lenselement of oculair aan met uw vingers. Om stof te verwijderen kunt u een
zacht objectiefkwastje gebruiken. Als het objectief niet in gebruik is voorziet u het van
lensdoppen.
Om hardnekkig vuil of vingerafdrukken van glasoppervlakken te verwijderen kunt u een
druppeltje lenscleaner op een lenstissue doen en vanuit het midden met een draaiende
beweging het geheel reinigen.
Siliconendoekjes zijn uitsluitend geschikt voor reiniging van de niet-glazen onderdelen van het
objectief.
Vochtinwerking is de grootste vijand van uw objectief. Maak de lens altijd schoon en droog nadat
u op vochtige locaties heeft gefotografeerd. Berg uw objectief schoon, koel en droog op. Als u
het objectief in een paraattas opbergt, voeg dan een zakje silicaatgel bij om vochtinwerking
tegen te gaan. Als blijkt dat het inwendige van het objectief condensvorming vertoont, dient u het
naar een erkende reparateur te brengen.
Raak de aansluitcontacten nooit aan; stof, vuil en/of oxidatie kan een slecht contact tussen
camera en objectief tot gevolg hebben.
Als u uw uitrusting in sterk wisselende temperaturen wenst te gebruiken, berg deze dan in een
fototas of plasticzak en las een acclimatisatieperiode in. Hiermee voorkomt u mogelijke
storingen aan toestel en objectief.
HOE VERMIJD IK HET BEWEGEN VAN DE
CAMERA
Wanneer u met de telelens fotografeert, dient u ervoor te zorgen dat de
camera niet wordt bewogen. Activeer de functie VC (Trillingscompensatie)
voor het verminderen van de trillingen.
Om de vervorming van de foto te reduceren zonder VC, moet u volgende
stappen volgen:
Om het bewegen van de camera te vermijden, stelt u hogere ISO-waarden
in bij digitale fotocamera’s, en bij lmcamera’s gebruikt u lm met hogere
ISO-waarden om een hogere sluitersnelheid te krijgen. Het gebruik van een
statief is ook doeltreffend.
Wanneer u met de camera vanuit de hand fotografeert, sta dan stil en
zet de benen enigszins uit elkaar, houdt de ellebogen stevig tegen de
borst en de camera stevig tegen het gezicht. Indien mogelijk, leun ergens
tegenaan om uzelf te steunen of plaats de camera ergens op om beter
houvast te krijgen. U fotografeert ook beter vanuit de hand wanneer u uw
adem inhoudt, terwijl u de sluiter langzaam en stevig indrukt.
HET GEBRUIK VAN HET INGEBOUWDE
FLITSAPPARAAT
Wanneer u de ingebouwde its van de camera gebruikt, realiseer u dan
dat de lenskap of het lenshuis het licht kan blokkeren en vignetteren
van het beeld tot gevolg hebben. Gebruik geen lenskap wanneer u de
ingebouwde its gebruikt. Zelfs zonder een lenskap kan vignetteren
(boogvormige schaduw) plaatsvinden wanneer het licht geblokkeerd wordt
door het lenshuis. Het is dus aan te raden een optisch itsapparaat te
gebruiken (bevestiging op voet of beugel op camera). De condities, zoals
de brandpuntsafstand en de scherpstelling, die vignettering veroorzaken
variëren afhankelijk van het type camera. Het is aanbevolen om dit uit te
proberen voor elke brandpuntsafstand en scherpstelling.
Suggesties voor betere foto's met Tamron zoomlenzen
Met het oog op een veilige bediening dient u alvorens de lens
te gebruiken de gebruiksaanwijzing en de volgende instructies
zorgvuldig door te lezen. Bewaar deze na lezing op een plaats
waar ze, zonodig, gemakkelijk kunnen worden ingezien. In
deze gebruiksaanwijzing zijn de veiligheidsinstructies
ingedeeld in de volgende twee categorieën:
WAARSCHUWING:
Wanneer de aanwijzingen die op deze manier worden
aangegeven niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot ernstig
letsel of de dood.
INSTRUCTIE:
Wanneer de aanwijzingen die op deze manier worden
aangegeven niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot
lichamelijk letsel of fysieke schade.
WAARSCHUWING
(1) Kijk met de lens niet direct in de zon.
Dit kan resulteren in blindheid.
(2) Houd de lens buiten het bereik van jonge kinderen.
De lens kan vallen, waardoor het kind mogelijk letsel
oploopt. De riem kan zich om de nek van het kind
wikkelen, met eventuele verstikking tot gevolg.
INSTRUCTIE
(1) Laat de lens niet achter op plaatsen die blootstaan aan direct
zonlicht.
Het licht dat door de lens wordt gereflecteerd kan zich
richten op een object dat zich in de omgeving bevindt,
waardoor brand kan ontstaan. Haal de lenskap van de lens
wanneer hij niet in gebruik is.
Belangrijk bij het gebruik van Tamron lenzen
(2) Zorg ervoor dat u de lens goed bevestigt en vergrendelt
wanneer u hem op de camera zet. Als de lens niet goed
bevestigd is, kan hij vast komen te zitten, en wanneer hij
niet goed vergrendeld is, kan hij van de camera vallen.
Hierdoor kunnen de lens en de camera beschadigd worden
of kan er lichamelijk letsel ontstaan.
(3) Breng geen veranderingen of wijzigingen aan de lens aan.
Hieroor kan de lens of de camera beschadigd raken.
(4) Tijdens het maken van foto’s dient de lenskap op de lens
bevestigd te zijn, zodat deze beschermd is tegen schadelijke
lichtstralen.
* De kap kan niet worden bevestigd wanneer bepaalde
filters op de lens zijn geplaatst.
* Verwijder de kap wanneer hij bij het gebruik van flitslicht
schaduwen aan de rand van het beeld veroorzaakt.
(5) Belast de lens niet te zwaar wanneer hij op de camera is
geplaatst. Hierdoor kan het bevestigingsgedeelte van de
lens en de camera beschadigd raken. Grote lenzen kunnen
een zware belasting vormen voor het bevestigingsgedeelte.
Houd de lens daarom altijd vast bij het bedienen en
bewegen van de camera.
(6) Tijdens de werking van de auto focus draait de focusring
rond. Zorg ervoor dat hij vrij kan draaien en forceer de ring
niet door er met de hand aan te draaien wanneer de camera
in de auto focus modus staat. Hierdoor kan de lens of het
binnenwerk van de camera beschadigd raken.
(7) Gebruik de lens uitsluitend om te fotograferen.
Fotografeergebied
Schaduw die door lenskap en lenshuis
wordt veroorzaakt
Door itslicht verlicht gebied
Het gebruik van het
ingebouwde itsapparaat
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Tamron B018 Handleiding

Type
Handleiding