Tamron F013 Handleiding

Type
Handleiding
TLM-EDFSIPNCKRIdSv-F013-T/T-1506
SP45mm F/1.8
Di VC USD
(
for Nikon, Canon
)
SP45mm F/1.8
Di USD
(
for Sony
*Models without the VC
)
Model:
F013
* The Marking is a directive conformity mark of the European Community (EC).
* Das -Zeichen entspricht der EC Norm.
* La marquage est un marquage de conformité à la direcive CEE (CE).
* La marca es marca de conformidad segun directiva de la Comunidad Europea (CE).
* Il marchio attesta la conformita alla directtiva della Comunità Europea (CEE).
* 标志表示符合欧州共同体(EC)指标
The EEC Conformity Report applies to the Council
Directive 98/336/EEC, 92/31/EEC, 93/68/EEC and
is used by Tamron Co., Ltd., manufacturer of this
product.
2
3
1
6
7
8
5
4
Nikon
Sony
Canon
F013: This model is Built-in Motor
12
11
10
9
12
11
10
9
12
11
10
5
5
3
NEDERLANDS
Wij feliciteren u met de aanschaf van dit Tamron-objectief ter uitbreiding van uw foto-uitrusting.
Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken, wordt u verzocht deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de mogelijkheden van het objectief en
kennis te nemen van de fototechnische aanbevelingen, zodat u verzekerd bent van de beste
resultaten. Indien u de nodigde zorgvuldigheid in acht neemt, zult u vele jaren plezier hebben van
uw Tamron-objectief en zult u de prachtigste foto’s kunnen maken.
Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
NAMEN VAN ONDERDELEN (Zie Fig. indien niet vermeld)
Zonnekap Merkteken voor zonnekapaansluiting
Indicator van zonnekapbevestiging Filterring
Bajonetring voor zonnekap Scherpstelring
Afstandsschaal Afstandsindex
VC-knop (Knop trillingscompensatie) AF/MF-schakelaar (Fig. & )
Aansluitingsmerkteken op het objectief Aansluitcontacten/objectiefaansluitcontacten
SPECIFICATIE
F013
Brandpuntsafstand 45 mm
Maximale lensopening F/1,8
Zichthoek 51˚21'
Lensopbouw 8/10
Minimale scherpstelafstand 0,29 m
Maximale vergrotingsverhouding 1:3,4
Filterdiameter ø 67 mm
Lengte/totale lengte 89,2 mm/97,9 mm*
Diameter ø 80,4 mm
Gewicht 520 g*
Zonnekap HF012
* waarden zijn specicaties van Nikon-producten. Lengte: afstand vanaf de uiterste voorzijde van
de lens tot aan de vatting.
Totale lengte: afstand vanaf de uiterste voorzijde van de lens tot aan het achterste uitstekende
uiteinde.
Zowel de eigenschappen als de uitvoering van de objectieven die in deze gebruiksaanwijzing zijn
opgenomen mogen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF
Bevestigen van het objectief
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het Aansluitingsmerkteken op het objectief op
het objectief tegenover het merkteken op de cameravatting en plaats het objectief op de
camera.
Draai het objectief met de klok mee tot het vastklikt. Op Nikon-camera’s dient u het merkteken
op het objectief tegenover de stip op de camera te plaatsen en het objectief tegen de klok in te
draaien tot het vastklikt.
Verwijderen van het objectief
Druk de ontgrendelingsknop op de camera in, draai het objectief tegen de klok in (bij
Nikon-camera’s met de klok mee), en til het objectief van de cameravatting.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld wanneer u het objectief bevestigt of verwijdert.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
SCHERPSTELLEN (Autofocus - AF) en het gebruik van de permanente handmatige functie
In het geval van een Nikon- of Canon-camera, zet u de AF/MF-schakelaar van de lens op AF
(g.
). In het geval van een Nikon-camera met een selectieknop voor de scherpstellingsfunctie,
zet u de scherpstellingsfunctie op S, C of A, en zet u vervolgens de AF/MF-schakelaar
van de
lens op AF. Druk de ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u door de zoeker van de camera kijkt; de
lens stelt automatisch scherp. Een scherpstelmarkering licht op wanneer de lens scherpgesteld is
op het hoofdonderwerp. Druk de ontspanknop volledig in om een foto te nemen.
In het geval van een Sony-camera, zet u de AF/MF-schakelaar
van de lens op AF (g. ) en zet
u de scherpstellingsfunctie van de camera op automatische scherpstelling (AF). Druk de
ontspanknop gedeeltelijk in terwijl u door de zoeker van de camera kijkt; de lens stelt automatisch
scherp. Een scherpstelmarkering licht op wanneer de lens scherpgesteld is op het
hoofdonderwerp. Druk de ontspanknop volledig in om een foto te nemen.
De permanente handmatige functie gebruiken
F013 is voorzien van een permanente handmatige functie.
De permanente handmatige functie is een functie waarbij de focus handmatig jn kan worden
scherpgesteld zonder de AF/MF instelling te veranderen als foto’s met autofocus worden
gemaakt.
De permanente handmatige functie gebruiken
Stel eerst de focus in op de "AF"-modus.
U kunt de focus handmatig instellen door de focusring in de ontspanknop te draaien terwijl
deze laatste licht ingedrukt is.
De afstandsschaal wordt aangegeven als referentie. Het eigenlijke brandpunt kan lichtjes
verschillen van de afstand die op de brandpuntsafstandindex wordt weergegeven.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
SCHERPSTELLEN (handmatig scherpstellen - MF) (Fig. , & )
In het geval van een Nikon- of Canon-camera, zet u de AF/MF-schakelaar van de lens op MF
(g.
). Stel handmatig scherp met de scherpstelring terwijl u door de zoeker van de camera
kijkt (g.
). Wanneer het te fotograferen onderwerp scherp is in de zoeker, is de lens correct
scherpgesteld.
In het geval van een Sony-camera, zet u de AF/MF-schakelaar
van de lens op MF (g. ) en
zet u de scherpstellingsfunctie van de camera op handmatige scherpstelling (MF). Stel handmatig
scherp met de scherpstelring
terwijl u door de zoeker van de camera kijkt (g. ). Wanneer
het te fotograferen onderwerp scherp is in de zoeker, is de lens correct scherpgesteld.
Als u in de stand MF de scherpstelring draait terwijl u de ontspanknop gedeeltelijk indrukt, gaat het
scherpstel-hulplampje branden wanneer het beeld is scherpgesteld.
Stel scherp op het verste onderdeel van het te fotograferen onderwerp. Het beschikt over een zekere
exibiliteit waardoor ook andere onderdelen binnen het scherpgestelde gedeelte scherp worden
weergegeven.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
VC-MECHANISME (Fig. , & ) (Bevestigd voor Nikon- en Canonmodellen)
De VC (Trillingscompensatie) is een mechanisme dat maakt dat foto’s minder onscherp
verschijnen bij het maken van foto’s zonder gebruik van statief.
Het VC-mechanisme gebruiken
1) Activeer de VC-knop .
*Deactiveer de VC wanneer u deze niet gaat gebruiken.
2) Druk de sluiterknop tot de helft in om het effect van de VC te controleren.
Na het indrukken van de sluiterknop tot de helft van zijn bereik duurt het ongeveer 1
seconde voordat de VC een stabiel beeld produceert.
De VC is voornamelijk nuttig voor het nemen van foto’s in de volgende
omstandigheden.
Plaatsen met beperkte verlichting
Plaatsen waar het gebruik van een itser verboden is
Situaties waarbij de fotograaf het evenwicht moeizaam kan handhaven
Panoramische opnames maken van een bewegend object
De VC kan niet volledig doeltreffend zijn in de volgende gevallen:
Wanneer een foto vanuit een voertuig is genomen dat hevig beweegt.
Fotograferen wanneer de camera bijzonder veel beweegt.
Wanneer u foto’s neemt met een statiefgondel.
Schakel de VC uit als u foto’s maakt met lange belichtingstijden. Als de VC hierbij geactiveerd
is, kunnen er fouten optreden.
Omwille van het werkingsprincipe van de VC zal het beeld op de display trillen onmiddellijk na het
indrukken van de sluiterknop. Dit is geen toestelfout.
Wanneer de VC geactiveerd is, verbruikt de camera energie en er kunnen dus minder opnames
gemaakt worden.
Wanneer de VC in werking is, zal er onmiddellijk na het half indrukken van de sluiterknop of een
tweetal seconden na het loslaten van de sluiterknop een klikgeluid optreden. Dit is het in werking
treden van het blokkeringsmechanisme en is geen toestelfout.
Zet de VC-schakelaar op OFF wanneer u een statiefgondel gebruikt.
Wanneer de lens van de camera wordt afgenomen, terwijl VC geactiveerd is, is het mogelijk dat de lens
een klikgeluid maakt als de lens aan een schok wordt blootgesteld. Dit is geen toestelfout.
De VC is in werking wanneer de sluiterknop voor de helft ingedrukt is. (en blijft in werking tot een tweetal
seconden nadat de sluiterknop wordt losgelaten)
De VC kan worden gebruikt in AF- of MF-modus.
ZONNEKAP (Fig. , - )
Als standaard-accessoire wordt een zonnekap met bajonetaansluiting (hieronder "zonnekap"
genoemd) meegeleverd. Het is aan te bevelen deze kap altijd bij daglicht te gebruiken, daar deze
de nadelige invloeden van strooilicht voorkomt. Wanneer u itsopnames maakt met een
ingebouwde its, wordt het gebruik van de zonnekap afgeraden (mogelijke schaduwvorming in
het kader).
Het bevestigen van de zonnekap (Fig. & )
Zorg ervoor dat het merkteken voor zonnekapaansluiting op de zonnekap tegenover het
corresponderende indexteken
op het objectief staat en schuif ze tegen elkaar. Draai de
zonnekap en druk deze gelijkmatig in de bajonetvatting (Fig.
) en draai deze vervolgens met
de klok mee (Fig.
). Draai de zonnekap totdat het merkteken naar boven wijst (Fig. ) en op
zijn plaats vastklikt. Bij het aanbrengen van de zonnekap dient u de scherpstel- en zoomring
vast te houden zodat ze niet verdraaien.
Zie er in het bijzonder bij groothoekopnames (35 mm of minder) op toe dat de zonnekap op de
juiste wijze is aangebracht.
Bij onjuist gebruik kan het voorkomen dat de hoeken van uw opname van een schaduw worden
voorzien.
Opbergen van de zonnekap (Fig. )
1) Keer de zonnekap om. Richt het objectief op de opening en plaatst vervolgens het
merkteken voor de zonnekap
op het objectief tegenover het merkteken op de indicator
van zonnekapbevestiging
.
2) Draai de zonnekap met de klok mee totdat het merkteken (•) naar boven wijst. (Fig.
)
VOORZORGEN BIJ DE OPNAME
Het optisch ontwerp van de Di houdt rekening met de diverse eigenschappen van digitale
spiegelreexcamera’s. Echter, als gevolg van het ontwerp van digitale spiegelreexcamera’s kan,
zelfs als de nauwkeurigheid van de AF-scherpstelling binnen de specicaties ligt, het brandpunt
iets voor of achter het optimale punt liggen, wanneer u onder bepaalde omstandigheden met
behulp van automatische scherpstelling foto’s neemt.
Het Tamron-objectief dat hier wordt beschreven, maakt gebruik van een inwendig
scherpstellingssysteem (IF-systeem). De eigenschappen van dit optische systeem maken dat de
gezichtshoek (m.u.v. de stand oneindig) breder is dan die van objectieven die gebruik maken van
een conventioneel scherpstelsysteem.
Wanneer de ingebouwde its van uw camera wordt gebruikt, kan het voorkomen dat
onregelmatige belichting plaatsvindt, in het bijzonder bij close-upopnames. Dit is te wijten aan
het beperkte bereik van de ingebouwde its en/of de relatieve positie van de its t.o.v. de rand
van het objectief of zonnekap, wat schaduwen op het beeld veroorzaakt. Gebruik steeds de
ingebouwde its met de zonnekap verwijderd. Het is aan te bevelen een andere its te gebruiken
die door de producent wordt geleverd voor alle omstandigheden waarin u foto’s wilt maken met
its, zelfs als u de camera gebruikt met de zonnekap verwijderd. Voor nadere informatie
verwijzen wij naar het artikel over de "ingebouwde its" in de gebruiksaanwijzing van uw
camera.
Bepaalde camera’s vermelden de minimale en maximale lensopening in afgeronde getallen. Dit
wijst niet noodzakelijkerwijs op een fout.
Het gebruik van de camera met een spiegelloze verwisselbare objectief wordt niet
gegarandeerd.
VOOR EEN LANGE TEVREDENHEID
Raak nooit het lenselement of oculair aan met uw vingers. Om stof te verwijderen kunt u een
zacht objectiefkwastje gebruiken. Als het objectief niet in gebruik is, voorziet u het van
lensdoppen.
Om hardnekkig vuil of vingerafdrukken van glasoppervlakken te verwijderen kunt u een
druppeltje lenscleaner op een lenstissue doen en vanuit het midden met een draaiende
beweging het geheel reinigen.
Siliconendoekjes zijn uitsluitend geschikt voor reiniging van de niet-glazen onderdelen van het
objectief.
Vochtinwerking is de grootste vijand van uw objectief. Maak de lens altijd schoon en droog nadat
u op vochtige locaties heeft gefotografeerd. Berg uw objectief schoon, koel en droog op. Als u
het objectief in een lenstas opbergt, voeg dan een zakje silicaatgel bij om vochtinwerking tegen
te gaan. Als blijkt dat het inwendige van het objectief condensvorming vertoont, dient u het naar
een erkende reparateur te brengen.
Raak de aansluitcontacten nooit aan; stof, vuil en/of oxidatie kan een slecht contact tussen
camera en objectief tot gevolg hebben.
Als u uw uitrusting in sterk wisselende temperaturen wenst te gebruiken, berg deze dan in een
fototas of plasticzak en las een acclimatisatieperiode in. Hiermee voorkomt u mogelijke
storingen aan toestel en objectief.
HOE VERMIJD IK HET BEWEGEN VAN DE
CAMERA
Wanneer u met de telelens fotografeert, dient u ervoor te zorgen dat de
camera niet wordt bewogen. Activeer de functie VC (Trillingscompensatie)
voor het verminderen van de trillingen.
Om de vervorming van de foto te reduceren zonder VC, moet u volgende
stappen volgen:
Om het bewegen van de camera te vermijden, stelt u hogere ISO-waarden
in bij digitale fotocamera’s, en bij lmcamera’s gebruikt u lm met hogere
ISO-waarden om een hogere sluitersnelheid te krijgen. Het gebruik van een
statief is ook doeltreffend.
Wanneer u met de camera vanuit de hand fotografeert, sta dan stil en
zet de benen enigszins uit elkaar, houdt de ellebogen stevig tegen de
borst en de camera stevig tegen het gezicht. Indien mogelijk, leun ergens
tegenaan om uzelf te steunen of plaats de camera ergens op om beter
houvast te krijgen. U fotografeert ook beter vanuit de hand wanneer u uw
adem inhoudt, terwijl u de sluiter langzaam en stevig indrukt.
HET GEBRUIK VAN HET INGEBOUWDE
FLITSAPPARAAT
Wanneer u de ingebouwde its van de camera gebruikt, realiseer u dan
dat de lenskap of het lenshuis het licht kan blokkeren en vignetteren
van het beeld tot gevolg hebben. Gebruik geen lenskap wanneer u de
ingebouwde its gebruikt. Zelfs zonder een lenskap kan vignetteren
(boogvormige schaduw) plaatsvinden wanneer het licht geblokkeerd wordt
door het lenshuis. Het is dus aan te raden een optisch itsapparaat te
gebruiken (bevestiging op voet of beugel op camera). De condities, zoals
de brandpuntsafstand en de scherpstelling, die vignettering veroorzaken
variëren afhankelijk van het type camera. Het is aanbevolen om dit uit te
proberen voor elke brandpuntsafstand en scherpstelling.
Suggesties voor betere foto's met Tamron zoomlenzen
Met het oog op een veilige bediening dient u alvorens de lens
te gebruiken de gebruiksaanwijzing en de volgende instructies
zorgvuldig door te lezen. Bewaar deze na lezing op een plaats
waar ze, zonodig, gemakkelijk kunnen worden ingezien. In
deze gebruiksaanwijzing zijn de veiligheidsinstructies
ingedeeld in de volgende twee categorieën:
WAARSCHUWING:
Wanneer de aanwijzingen die op deze manier worden
aangegeven niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot ernstig
letsel of de dood.
INSTRUCTIE:
Wanneer de aanwijzingen die op deze manier worden
aangegeven niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot
lichamelijk letsel of fysieke schade.
WAARSCHUWING
(1) Kijk met de lens niet direct in de zon.
Dit kan resulteren in blindheid.
(2) Houd de lens buiten het bereik van jonge kinderen.
De lens kan vallen, waardoor het kind mogelijk letsel
oploopt. De riem kan zich om de nek van het kind
wikkelen, met eventuele verstikking tot gevolg.
INSTRUCTIE
(1) Laat de lens niet achter op plaatsen die blootstaan aan direct
zonlicht.
Het licht dat door de lens wordt gereflecteerd kan zich
richten op een object dat zich in de omgeving bevindt,
waardoor brand kan ontstaan. Haal de lenskap van de lens
wanneer hij niet in gebruik is.
Belangrijk bij het gebruik van Tamron lenzen
(2) Zorg ervoor dat u de lens goed bevestigt en vergrendelt
wanneer u hem op de camera zet. Als de lens niet goed
bevestigd is, kan hij vast komen te zitten, en wanneer hij
niet goed vergrendeld is, kan hij van de camera vallen.
Hierdoor kunnen de lens en de camera beschadigd worden
of kan er lichamelijk letsel ontstaan.
(3) Breng geen veranderingen of wijzigingen aan de lens aan.
Hieroor kan de lens of de camera beschadigd raken.
(4) Tijdens het maken van foto’s dient de lenskap op de lens
bevestigd te zijn, zodat deze beschermd is tegen schadelijke
lichtstralen.
* De kap kan niet worden bevestigd wanneer bepaalde
filters op de lens zijn geplaatst.
* Verwijder de kap wanneer hij bij het gebruik van flitslicht
schaduwen aan de rand van het beeld veroorzaakt.
(5) Belast de lens niet te zwaar wanneer hij op de camera is
geplaatst. Hierdoor kan het bevestigingsgedeelte van de
lens en de camera beschadigd raken. Grote lenzen kunnen
een zware belasting vormen voor het bevestigingsgedeelte.
Houd de lens daarom altijd vast bij het bedienen en
bewegen van de camera.
(6) Tijdens de werking van de auto focus draait de focusring
rond. Zorg ervoor dat hij vrij kan draaien en forceer de ring
niet door er met de hand aan te draaien wanneer de camera
in de auto focus modus staat. Hierdoor kan de lens of het
binnenwerk van de camera beschadigd raken.
(7) Gebruik de lens uitsluitend om te fotograferen.
Fotografeergebied
Schaduw die door lenskap en lenshuis
wordt veroorzaakt
Door itslicht verlicht gebied
Het gebruik van het
ingebouwde itsapparaat
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Tamron F013 Handleiding

Type
Handleiding