Husqvarna 317EL, 317 EL, 321EL de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Husqvarna 317EL de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NEDERLANDS
1
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN:
Gebruik geen opgerold verlengsnoer.
Minimum kabeldoorsnede: 1,5mm
²
Maximum kabellengte: 30 m
Spanning: 230 V
WAARSCHUWING!
Motorkettingzagen zijn gevaarlijk!
Onvoorzichtig of onjuist gebruik kan
leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
De emissie van geluid naar de omgeving
voldoet aan de EU-richtlijn. De emissie van de ma-
chine is gespecifi ceerd in «TECHNISCHE SPECIFICA-
TIES» op pag. 3 en op het label.
Haal altijd de stekker uit het stopcon-
tact voor schoonmaak- of onderhoud-
swerkzaamheden.
Visuele inspectie.
Gebruik altijd goedgekeurde
veiligheidshandschoenen.
Maak de zaag regelmatig schoon.
Gebruik een goedgekeurd vizier
of een veiligheidsbril.
WAARSCHUWING!
Motorkettingzagen zijn gevaarlijk! Onvoorzich-
tig of onjuist gebruik kan leiden tot ernstige of
dodelijke verwondingen.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Volg altijd aan de aanbevelingen voor “Veilig gebruik” op pagina 4.
Check of de ketting en het zaagblad juist zijn gemonteerd en afgesteld.
Start de zaag.
Begin pas met zagen als voldoende olie de ketting bereikt heeft.
Een verkeerde kettingspanning leidt tot meer slijtage van de ketting,
het neuswiel en het zaagblad, en kan tot beschadigingen van deze on derdelen leiden.
Onjuist gebruik van de stroomkabel kan tot ernstige motorbeschadigingen leiden.
BELANGRIJK! VOORDAT U DE MOTORKETTINGZAAG GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
De ketting mag op geen enkele wijze en onder geen enkele omstandigheid gewijzigd worden zonder toes-
temming van de producent. Gebruik alleen originele onderdelen. Ongeoorloofde wijzigingen of niet-originele
onderdelen kunnen ernstige of dodelijke verwondingen veroorzaken bij de gebruiker of anderen.
Minimum kabeldoorsnede: 1,5mm
²
Maximum kabellengte: 30 m
Spanning: 230 V
BELANGRIJK!
Gebruik geen opgerold
verlengsnoer!
Lees de gebruiksaanwijzing door en verzeker u
ervan dat u deze goed begrijpt voordat u de zaag in
gebruik neemt.
Gebruik altijd:
• Een goedgekeurde helm
• Goedgekeurde gehoorbescherming
• Een goedgekeurde veiligheidsbril of vizier
De motorkettingzaag is dubbel geïsoleerd.
Dit product voldoet aan de geldende
CE-richtlijnen.
De zaag niet blootstellen aan regen of vocht.
Haal de stekker uit het stopcontact als de stroomk-
abel beschadigd is.
Maximum toegestane lengte van het zaagblad.
SYMBOLEN OP DE MOTORKETTINGZAAG:
Dit product mag niet aangeboden worden als huishoudelijk afval. Het moet ingeleverd worden bij een inzamelpunt voor de verwerking van
elektrische en elektronische apparatuur. Door dit product op de juiste wijze aan te bieden, voorkomt u mogelijke schade aan het milieu en
de menselijke gezondheid als gevolg van een onjuiste verwerking van dit product.
Voor meer informatie over de inzameling en recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw gemeente, uw huisvuilverwerkings-
bedrijf of het verkooppunt waar u dit product hebt gekocht.
NEDERLANDS
2
Symbolen 1
IBelangrijk! Voordat u de motorkettingzaag 1
gebruikt
Inhoud 2
EG-verklaring van overeenstemming 2
Technische speci caties 3
Onderdelen van de motorkettingzaag 4
Veilig gebruik 4
Starten en stoppen 6
Dagelijkse inspectie en onderhoud 6
Voorkomen van terugslag 7
Kettingrem met terugslagbeveiliging 8
- Inspectie van de terugslagbeveiliging 8
- Controle van de werking van de 8
manuele kettingrem
- Controle van het traagheidsmechanisme 8
Monteren van zaagblad en ketting 9
Kettingvanger 10
Rechterhandbescherming 10
INHOUD
Slipkoppeling 10
Bescherming tegen elektronische 10
overbelasting 2000W
Zaaguitrusting 10
Ketting- en zaagbladsmering 11
- Kettingolie 11
- Bijvullen van kettingolie 11
- Controle van de automatische 11
kettingsmering
- Controle van kettingslijtage 11
Slijpen van de ketting 12
Snoeien 12
Zagen 13
Veltechniek 13
- Gevarenzone 14
- Velrichting 14
- Takken verwijderen/Vluchtweg 14
- Vellen 14
Husqvarna Norge AS, N-1708 Sarpsborg, Noorwegen verklaart hierbij dat de motorkettingzagen:
Husqvarna 317 EL en Husqvarna 321 EL, met serienummers vanaf 54000001,
- geproduceerd zijn in overeenstemming zijn met richtlijn 98/37/EG (betreffende machines)
richtlijn 73/23/EEG inclusief amendementen (betreffende lage voltages), richtlijn 89/336/EEC inclusief amendementen (betref-
fende elektromagnetische compatibiliteit) en in overeenstemming zijn met bijlage V van richtlijn 2000/14/EG (betreffende
geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis)
- en in overeenstemming zijn met de volgende geharmoniseerde normen: EN 50144-1, EN 50144-2-13, IEC 60745-1 en IEC
60745-2-13.
Aangemeld orgaan: 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, SE-754 50 Uppsala, Zweden, heeft:
- een EG typecontrole uitgevoerd in overeenstemming met artikel 8, punt 2c van de richtlijn 98/37/EG betreffende machines
- een bewijs van typecontrole nr 404/04/1038 - Husqvarna 317 EL en 404/04/1037 - Husqvarna 321 EL afgegeven conform
Bijlage IV (4) van de richtlijn 98/37/EG betreffende machines.
De motorkettingzaag komt overeen met het exemplaar dat de EG typecontrole heeft ondergaan.
De gemeten en gegarandeerde geluidsniveaus volgens richtlijn 2000/14/EG worden beschreven onder «Technische specifi caties» in
de gebruiksaanwijzing.
Sarpsborg, 1 oktober 2005
--------------------
Jan Hansen, Directeur
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
NEDERLANDS
3
Motor 1700 2000
Nominale spanning VCA 220-240 230
Nominaal uitgangsvermogen W 1700 2000
Frequentie Hz 50/60 50
Slipkoppeling Ja Ja
Elektronische startcontrole - Ja
Elektronische snelheidscontrole - Ja
Bescherming tegen elektronische overbelasting - Ja
Gewicht
Exclusief zaagblad en ketting kg 4,4 4,4
Met 14” zaagblad en ketting kg 5,1 5,1
Kettingsmering
Volume olietank liter 0.1 0.1
Olieverbruik ong. liter 0.1/20 min. 0.1/20 min.
Oliepomp auto auto
Geluidsniveaus
Equivalent geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker,
gemeten volgens internationale normen dB(A) 95 95
Geluidsemissie
Geluidsvermogenniveau, gemeten LW dB(A) 104 104
Geluidsvermogenniveau, gegarandeerd LWA dB(A) 106 106
Trillingsniveaus
Voorste handvat m/s2 4,4 4,4
Achterste handvat m/s2 5,4 5,4
Ketting/zaagblad
Aanbevolen zaagbladlengte inches/cm 12/30 12/30
inches/cm 14/35 14/35
inches/cm 16/40 16/40
Effectieve zaaglengte inches/cm 12/30 12/30
inches/cm 14/35 14/35
inches/cm 16/40 16/40
Kettingsnelheid, onbelast m/sec. 14,5 (6 tanden) 15,2 (6 tanden)
Kettingsnelheid, nominaal vermogen m/sec. 12,5 (6 tanden) 12,2 (6 tanden)
Kettingsteek inches 3/8 3/8
Dikte van de aandrijfschakel inches /mm .050/1.3 .050/1.3
Aantal aandrijfschakels 12”/14”/16” 45/52/56 45/52/56
TECHNISCHE SPECIFICATIES
(
inches
inches
/mm
inches/mm
inches/mm
inches/cm/schakels
NEDERLANDS
4
1. Achterste handvat
2. Gashendelvergrendeling
3. Voorste handvat
4. Serienummerplaatje
5. Kettingspanner
6. Kettingoliereservoir
7. Afl eesvenster voor kettingoliepeil
8. Ventilatieopeningen
9. Stroomkabel
10. Gashendel
11. Ketting
12. Zaagblad
13. Kettingremontkoppeling
14. Terugslagbescherming
15. Deksel van het kettingaandrijf
-
compartiment
16. Rechterhandbescherming – beschermt de
rechterhand wanneer de ketting breekt of
losraakt
17. Kettingaandrijftandwiel - verborgen achter
het deksel
18. Kettingvanger – vangt de ketting
op wanneer deze breekt of losraakt
19. Zaagbladmoer
20. Neustandwiel
21. Zaagbladbeschermer
22. Combisleutel
23. Gebruiksaanwijzing
ONDERDELEN VAN DE MOTORKETTINGZAAG
Gebruik veilige kleding. Gebruik geen sieraden en loszit-
tende kleding, omdat deze in deze in de bewegende delen
kunnen komen. Goedgekeurde veiligheidshandschoenen
en stevig schoeisel met een goede grip worden aanbevolen
(ook voor helpers).
Persoonlijke veiligheidsuitrusting:
- Een goedgekeurde veiligheidsbril of vizier
- Goedgekeurde gehoorbescherming
- Een goedgekeurde helm
- Goedgekeurde veiligheidslaarzen met zaagbescherming,
een stalen neus en een antislipzool.
- Strakke kleding die uw bewegingen niet belemmeren
- Goedgekeurde handschoenen met zaagbescherming
U moet altijd een EHBO-doos bij de hand hebben!
WAARSCHUWING!
Gebruik een motorkettingzaag nooit met één hand. Dit kan leiden tot ernstige verwondingen
bij de gebruiker, helpers of omstanders. Een elektrische motorkettingzaag is ontworpen voor
gebruik met twee handen.
GEVAAR!
Gebruik van accessoires die niet voldoen aan de aanbevelingen in de gebruiksaanwijzing kan tot
verwondingen leiden.
VEILIG GEBRUIK
NEDERLANDS
5
Zorg ervoor dat anderen afstand houden zo lang de zaag in bedrijf
is. Houd toeschouwers, kinderen en dieren uit de buurt. Vertrouw
de motorkettingzaag of de stroomkabel niet toe aan onervaren per-
sonen.
Zorg voor een overzichtelijk en goed verlicht werkgebied. Gebruik
de zaag niet onder natte of vochtige omstandigheden, in de buurt
van water of bij regen of sneeuw. Binnendringend vocht kan leiden
tot kortsluiting in de motor.
Wees voorzichtig, nauwkeurig en gebruik uw gezond verstand. Ge-
bruik de motorkettingzaag niet als u moe bent of onder invloed van
alcohol of drugs, omdat dit uw gezichtsvermogen, uw beoordel-
ingsvermogen of uw lichaamsbeheersing kan beïnvloeden. Houd
alle lichaamsdelen uit de buurt van de ketting zo lang de motor
loopt. Verzeker u er altijd van dat de ketting nergens mee in aanrak-
ing is als u de motorkettingzaag start.
Wees bedacht op een elektrische schok. Voorkom contact met
metalen voorwerpen die ingebed zijn of in verbinding staan met de
grond.
Maak geen misbruik van de stroomkabels. Til de motorkettingzaag
nooit op met de stroomkabel en trek de kabel nooit met een ruk
uit het stopcontact. Houd de kabel uit de buurt van water, olie en
scherpe voorwerpen. Voorkom dat de kabel beklemd raakt in of
tussen deuren, hekken of andere metalen voorwerpen die elektric-
iteit kunnen geleiden.
Controleer de motorkettingzaag en de stroomkabel vóór gebruik.
Gebruik de motorkettingzaag niet als de kabel beschadigd is. Laat
deze repareren bij een erkende servicewerkplaats. Houd de hand-
vaten schoon, droog en vrij van vet en olie.
Zorg ervoor dat alle hulpmiddelen verwijderd zijn van de motorket-
tingzaag voordat u de stroom aansluit.
Zorg ervoor dat het verlengsnoer in goede staat verkeert en
goedgekeurd is voor gebruik buitenshuis. De kabel moet dik
genoeg zijn voor het nominale vermogen van de motorkettingzaag.
Zie de informatie onder «BELANGRIJK! VOODAT U DE MOTOR-
KETTINGZAAG GEBRUIKT» op pagina 1.
Tijdens het dragen moet u de motor afzetten, uw vinger UIT de
buurt van de gashendel houden en de zaag omdraaien met het
zaagblad naar achteren en van u af gericht.
Sluit de motorkettingzaag aan op een stopcontact met een elek-
trisch gestuurde aardsluitingsbeveiliging.
Dubbel geïsoleerd! Uw elektrische motorkettingzaag is dubbel
geïsoleerd voor betere bescherming tegen elektrische schokken.
In een dubbel geïsoleerd elektrisch apparaat bevinden zich twee
aparte “lagen” elektrische isolatie of één dubbeldikke laag isolatie
tussen de gebruiker en de geleidende onderdelen van het apparaat.
Voor dubbel geïsoleerde apparaten zijn geen geaarde stopcontac-
ten nodig en zij kunnen daarom op ieder normaal 220-240 V stop-
contact aangesloten worden. Neem dezelfde voorzorgmaatregelen
als bij andere elektrische apparaten. Dubbele isolatie biedt alleen
extra bescherming bij beschadigde isolatie.
Gebruik de motorkettingzaag alleen om hout te zagen. Probeer niet
metaal, plastic, metselwerk of andere niet-houten bouwmaterialen
te zagen. Gebruik het zaagblad niet om takken, wortels of andere
voorwerpen mee weg te duwen.
Zorg ervoor dat u altijd veilig staat en weg kunt komen. Let
op wortels, stenen, takken, gaten, bulten e.d. als u rondloopt.
Wees extra voorzichtig bij het werken op een helling. Zorg er-
voor dat de stam zich rechts van u en tussen u en het zaag-
blad bevindt. Gebruik de motorkettingzaag altijd met beide
handen en houd hem zo dicht mogelijk bij uw lichaam, om-
dat u er dan de meeste controle over heeft. Als het kan laat u
de boomstam het gewicht van de motorkettingzaag dragen.
Houd de boomstam altijd tussen u en het zaagblad in als u
naar voren beweegt.
Leun niet met uw volle gewicht op de zaag tijdens het zagen.
Als de ketting goed geslepen is, is lichte druk voldoende. Als
u druk uitoefent op de zaag aan het eind van een zaagsnede,
kunt u de controle verliezen als u door de stam heen bent.
Zorg dat korte stukken hout stevig liggen voordat u ze
zaagt.
Wees extra voorzichtig bij het zagen van kleine takken en
zaag geen struiken of meerdere kleine taken in één keer. Kle-
ine takken kunnen plotseling de ketting blokkeren en ern-
stige verwondingen veroorzaken.
Wij raden u aan om geen stam-
men te zagen die dikker zijn dan de
lengte van het zaagblad, zodat u
de INKEPING en de ZAAGSNEDE
met een enkelvoudige snede kunt
uitvoeren. (Zie «Technische specifi -
caties» voor aanbevolen zaagblad-
lengtes voor uw model motorket-
tingzaag).
La catena continuerà a girare per qualche istante dopo aver
rilasciato il grilletto acceleratore (rallentamento).
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoud
pleegt op uw zaag.
Uw motorkettingzaag voldoet aan alle geldende
veiligheidseisen. Reparaties moeten uitgevoerd worden bij
erkende servicewerkplaatsen waar men gebruik maakt van
originele onderdelen.
Inspecteer de zaag grondig voor gebruik, omdat beschad-
igde onderdelen kunnen leiden tot een slechte en onveilige
werking. Verzeker u ervan dat alle bewegende delen goed
gemonteerd en afgesteld zijn. Met uitzondering van de on-
derhoudswerkzaamheden die in deze gebruiksaanwijzing
beschreven worden, moeten beschadigde onderdelen ver-
vangen worden bij een erkende servicewerkplaats. Kapotte
gashendels moeten bij een erkende servicewerkplaats ver-
vangen worden. Gebruik de zaag niet als de gashendel niet
goed werkt.
Bewaar de motorkettingzaag op een droge plaats, buiten
bereik van kinderen, met de stekker uit het stopcontact en
met gebruik van de zaagbladbescherming.
NEDERLANDS
6
DAGELIJKSE INSPECTIE EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING!
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u schoonmaak- of onderhoud-
swerkzaamheden uitvoert.
Hier volgen een aantal algemene aanwijzingen voor het onder-
houd van uw zaag. Als u in twijfel bent over één van onder-
staande punten, neem dan contact op met uw servicewerk-
plaats.
1. Inspecteer de stroomkabel en de stekker op mankementen.
Een beschadigde stroomkabel of stekker moet vervangen
worden.
2. Maak de ventilatieopeningen schoon en houd deze open.
3. Maak de kettingrem schoon en controleer of deze goed
werkt.
4. Controleer de automatische kettingsmering.
5. Draai het zaagblad regelmatig om, zodat de slijtage aan
beide kanten gelijk blijft. Controleer of de olieleiding vrij is.
Maak de groef van het zaagblad schoon.
6. Controleer de kettingspanning, slijp de snijtanden en ver-
zeker u ervan dat de ketting soepel ronddraait.
7. Controleer het neustandwiel op abnormale slijtage en
vervang het indien nodig.
8. Verwijder eventuele bramen van de randen van het
zaagblad.
STARTEN EN STOPPEN
Starten
Pak het voorste handvat stevig vast met uw linker hand.
Pak het achterste handvat stevig vast met uw rechter hand.
Druk de gashendelvergrendeling met de binnenkant van uw hand in
terwijl u de gashendel met uw wijsvinger induwt.
Stoppen
Stop de zaag door de gashendel los te laten. Als de zaag niet stopt kunt u
de kettingrem activeren en de stroomkabel loskoppelen.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat u altijd stevig staat en dat de
ketting alleen in aanraking komt met het hout dat
u wilt zagen.
Houd omstanders op afstand.
NEDERLANDS
7
Gebruik de zaag nooit boven schouderhoogte en zaag
nooit met de neus van het zaagblad. Gebruik een motorket-
tingzaag nooit met één hand!
Geef vol gas tijdens het zagen.
Wees extra voorzichtig als u met de bovenkant van de ket-
ting zaagt (vanaf de onderkant). De kracht van de ketting
duwt de zaag naar achteren, en als de gebruiker de con-
trole verliest, kan de terugslagsector de zaagsnede inget-
rokken worden en een terugslag veroorzaken. Als u met de
onderkant van de zaag zaagt (vanaf de bovenkant), wordt
de zaag naar voren getrokken. Hierdoor komt de druk op
de boomstam te liggen, waardoor de gebruiker een goede
ondersteuning krijgt en een betere controle over de zaag en
daarmee ook over de terugslagsector.
Volg de onderhouds- en slijpaanwijzingen voor de ketting
en het zaagblad. Als u de ketting en het zaagblad vervangt,
gebruik dan alleen door ons aanbevolen combinaties. Zie
«Technische specifi caties» op pagina 3.
Hoe kleiner het neustandwiel, hoe
kleiner ook de terugslagsector, en
dus ook de kans op terugslag.
Door snijuitrusting met een laag terugslagrisico te gebrui-
ken en door de snijtanden scherp te houden, kan de kracht
van een terugslag fors beperkt worden.
VOORKOMEN VAN TERUGSLAG
GEVAAR!
Terugslagen kunnen plotseling en onaangekondigd plaatsvinden. Een terugslag kan zo krachtig
zijn dat de motorkettingzaag teruggeketst wordt naar de gebruiker. Een draaiende ketting kan
tot ernstige of zelfs dodelijke verwondingen leiden. Gebruikers moeten daarom bekend zijn met
de oorzaken van terugslagen zodat zij de juiste voorzorgmaatregelen en zaagtechniek kunnen
toepassen om terugslagen te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Slecht geslepen snijtanden of de verkeerde combinatie van ketting en zaagblad verhogen de kans
op terugslag. Zie «Technische speci caties» op pagina 3.
WAARSCHUWING!
Laat de ketting niet in aanraking komen met de grond of andere voorwerpen. Kettingen en staal-
draad in hekwerk veroorzaken vaak terugslag.
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht om terugslag en
andere ongevallen die tot verwondingen kunnen leiden te
voorkomen.
Een terugslag is een plotselinge reactie waarbij de ketting
teruggeslagen wordt omdat het bovenste deel van de neus
van het zaagblad, de terugslagsector, ergens mee in aan-
raking komt.
De richting van de terugslag is altijd in hetzelfde vlak als het
zaagblad. De meest gebruikelijke reactie is dat het zaag-
blad en de zaag teruggeslagen worden in de richting van
de gebruiker. De zaag kan ook in een andere richting terug-
geslagen worden, afhankelijk van de positie van de zaag op
het moment van de terugslag.
Basisregels
Als u de aard en de oorzaak van terugslag begrijpt, kunt u
het verrassingselement verkleinen of elimineren. Verrass-
ingen verhogen de kans op een ongeluk. De meeste ter-
ugslagen zijn licht, maar sommigen zijn krachtig, en een
terugslag is altijd bliksemsnel.
Houd de zaag altijd stevig vast met duim en vingers rond
de handvaten, de rechterhand op het achterste handvat en
de linkerhand op het voorste handvat. Alle gebruikers, zow-
el links- als rechtshandige, moeten deze greep gebruiken,
omdat hierdoor de gevolgen van een terugslag het kleinst
zijn en de zaag beter te controleren is.
Laat de handvaten van de motorkettingzaag niet los!
De meeste ongelukken veroorzaakt door terugslag vinden
plaats tijdens het snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat
en dat er geen voorwerpen in de buurt zijn waarover u kunt
struikelen of die u uit balans kunnen brengen. Als u niet
voorzichtig bent, kan de terugslagsector een tak, een an-
dere boom of een ander voorwerp raken en een terugslag
veroorzaken.
NEDERLANDS
8
- Als de terugslag krachtig genoeg is, en de linkerhand te ver
verwijderd is van de terugslagbeveiliging, wordt de kettin-
grem geactiveerd door de TRAAGHEID van de kettingrem
ten opzichte van de kracht van de terugslag.
- Bij lichtere terugslagen, of als de linkerhand in de buurt van
de terugslagbescherming is, kan de kettingrem handmatig
geactiveerd worden met de linkerhand.
Als de motorkettingzaag schuin wordt gehouden en de ge-
bruiker de zijkant van het voorste handvat vasthoudt, zal de
terugslagbescherming niet de linkerhand raken in het geval
van een terugslag en dus ook niet de kettingrem activeren.
In een dergelijke situatie is traagheid het enige dat de ket-
tingrem kan activeren, maar net als bij handmatig activeren
zal dit niet in iedere situatie plaatsvinden.
Inspectie van de terug-
slagbescherming
Inspecteer de terugslagbescherming op zichtbare gebrek-
en, zoals scheurtjes.
Schuif de terugslagbescherming naar voren en achteren
zodat u er zeker van bent dat hij vrij kan bewegen zonder
dat hij echter te los zit.
Controle van de werking van de
handmatige kettingrem
Controleer de kettingrem dagelijks of iedere keer dat de
zaag gebruikt wordt. U houdt de lopende zaag stevig vast
met uw linkerhand op het voorste handvat en de rechter-
hand op het achterste handvat, ondertussen draait u uw
linker pols zodat u de terugslagbescherming aanduwt die
de kettingrem activeert, zonder dat u hierbij het voorste
handvat loslaat. De ketting moet nu onmiddellijk stoppen.
Als de kettingrem niet goed werkt, laat deze dan naki-
jken bij een erkende servicewerkplaats.
Controle van het traagheidsmecha-
nisme
Houd de lopende zaag horizontaal met het zaagblad op on-
geveer 45 cm boven een boomstronk of een ander stevig
stuk hout.
Ontkoppel de gashendelvergrendeling.
• Laat het voorste handvat
los, waardoor de motorket-
tingzaag voorover kantelt
en het zaagblad de boom-
stronk raakt. De rem moet
geactiveerd worden zodra
de neus van het zaagblad de
stronk raakt.
Uw motorkettingzaag is uitgerust met een kettingrem die de
ketting onmiddellijk moet stoppen in het geval van een terug-
slag. Een kettingrem kan de kans op een ongeluk verkleinen,
maar alleen de gebruiker kan ervoor zorgen dat er geen onge-
lukken gebeuren. Wees uiterst voorzichtig als u de motorket-
tingzaag gebruikt en laat de terugslagsector nergens mee in
aanraking komen.
De kettingrem (A) wordt manueel geactiveerd (met de link-
erhand) of door het traagheidsmechanisme (de traagheid
van de terugslagbescherming die de beweging van de
zaag als gevolg van de terugslag compenseert). Ongeacht
de activeringswijze werkt de terugslagbescherming in de
tegenovergestelde richting als de kracht van de terugslag.
De zaag heeft ook een slipkoppeling die bescherming biedt
tegen overbelasting. Als de ketting stopt terwijl de motor
nog loopt, is de zaag overbelast. Verminder de druk op de
zaag totdat de ketting weer begint te lopen. Als de zaag
vast komt te zitten in de boomstam, moet u onmiddellijk de
zaag stoppen en de ketting vrijmaken.
De kettingrem wordt ook geactiveerd als de terugslagbes-
cherming (B) naar voren wordt geduwd. Dit ontkoppelt een
met veer gespannen mechanisme dat de remband strak om
de remtrommel spant.
De functie van de terugslagbescherming is niet alleen het
activeren van de kettingrem. Een andere belangrijke functie
is het beperken van de gevolgen als de gebruiker in aan-
raking komt met de ketting nadat hij de controle over de
voorste handgreep is verloren.
Gebruik de kettingrem als een «handrem» als u de zaag
vervoert of voor korte tijd ergens neerlegt! De kettingrem
wordt automatisch geactiveerd bij terugslag, maar hij kan
ook handmatig geactiveerd worden en hij moet geactiveerd
worden bij ieder onachtzaam contact met een roterende
ketting.
Een geactiveerde kettingrem kan weer ontkoppeld worden
door de terugslagbescherming naar achteren in de richting
van het voorste handvat te trekken.
Zoals vermeld op pagina 7 kan een terugslag bijzonder
krachtig en bliksemsnel zijn. De meeste terugslagen zijn li-
cht en activeren de kettingrem niet. In deze gevallen is het
belangrijk dat u de zaag stevig vasthoudt en niet loslaat.
De kettingrem kan handmatig of door het traagheidsmech-
anisme geactiveerd worden, afhankelijk van de kracht van
de terugslag en de positie van de zaag ten opzichte van
het voorwerp waarmee de terugslagsector in aanraking is
gekomen.
KETTINGREM MET TERUGSLAGBESCHERMING
NEDERLANDS
9
6. Plaats het deksel van de kettingaandrijving terug en draai de
moer met de hand vast.
7. Span de ketting door de ketting-
spannerschroef met de klok mee
vast te draaien met behulp van de
schroevendraaier op de combisleu-
tel.
8. Span de ketting strak, maar niet zo strak dat u de ketting
niet langer eenvoudig met de hand rond kunt draaien. Druk
op de knop om de kettingrem te ontkoppelen. Gebruik hand-
schoenen om de ketting rond te draaien, zodat uw handen niet
in contact komen met de ketting.
9. Draai de moer met de combisleutel aan terwijl u de neus van
het zaagblad omhoog houdt.
De spanning van een nieuwe ketting moet regelmatig ge-
controleerd worden totdat deze is ingelopen. Controleer ook
daarna af en toe de spanning, omdat een goede spanning de
werking van de ketting verbetert en de levensduur verlengt.
Door slijtage wordt een ketting altijd losser. Regelmatig ops-
pannen is belangrijk om deze slijtage te compenseren.
Controleer de kettingspanning ten minste iedere keer als u het
kettingoliereservoir bijvult.
1. Trek de terugslagbescherming naar het voorste handvat toe
om de kettingrem uit te schakelen.
2. Schroef de zaagbladmoer los en verwijder het deksel van
de kettingaandrijving.
3. Leg de ketting rond de neus van het zaagblad met de sni-
jtanden naar voren gericht.
4. Houd de ketting rond de neus van het zaagblad, plaats de
achterkant van het zaagblad tegen het aandrijftandwiel in
een hoek van 45º ten opzichte van de aandrijfmotor. Leg
het losse eind van de ketting rond het aandrijftandwiel,
draai het zaagblad op zijn plaats over de zaagbladbout en
tegen de aandrijfmotor, en leg de ketting in de groef van het
zaagblad.
5. Plaats de zaagbladafstelpen in de opening in het zaagblad.
MONTEREN VAN ZAAGBLAD EN KETTING
WAARSCHUWING!
Haal altijd de stekker uit het stopcontact als u schoonmaak- of onderhoudswerkzaam-
heden uitvoert.
WAARSCHUWING!
Een losse ketting kan uit de groef springen tijdens het zagen en ernstige of zelfs dodelijke
verwondingen veroorzaken.
2
8
NEDERLANDS
10
Zorg ervoor dat de snijtanden altijd goed
geslepen zijn! Volg onze aanwijzingen en
gebruik de aanbevolen vijlmal. Een ket-
ting die beschadigd is of niet goed is onder-
houden verhoogt de kans op een ongeluk.
Zorg voor de juiste tanddiepte. Te grote
tanddiepte verhoogt de kans op terugslag.
Houd de ketting op de juiste span-
ning! Een losse ketting schiet sneller uit
de groef en leidt tot grotere slijtage van
het zaagblad, de ketting en het aandrijf-
tandwiel.
Zorg ervoor dat de automatische
smering goed werkt en dat de
zaaguitrusting goed wordt onderhouden.
KETTINGVANGER
De kettingvanger is ontworpen om de ketting op te vangen als deze breekt of uit de
groef springt. Dit probleem kan meestal voorkomen worden als de ketting juist ges-
pannen is (zie het hoofdstuk «Monteren van zaagblad en ketting» op pagina 9) en de
ketting en het zaagblad goed onderhouden worden.
Verzeker u ervan dat de KETTINGVANGER onbeschadigd is.
RECHTERHANDBESCHERMING
De rechterhandbescherming beschermt de rechterhand in het geval de ketting
breekt of uit de groef springt, en voorkomt bovendien dat twijgen en takken uw
greep op het handvat hinderen.
Verzeker u ervan dat de RECHTERHANDBESCHERMING onbeschadigd is.
SLIPKOPPELING
De motorkettingzaag heeft ook een slipkoppeling die bescherming biedt tegen
overbelasting.De slipkoppeling moet na verloop van tijd schoongemaakt worden.
Neem contact op met uw servicewerkplaats in het geval de slipkoppeling slecht
werkt.
BESCHERMING TEGEN ELEKTRONISCHE OVERBELASTING 2000W
De 2000W elektrische motorkettingzaag is uitgerust met een elektronische bescherming tegen overbelasting.
Als de overbelastingsbescherming geactiveerd wordt, stopt de zaag.
Ontkoppel de gashendelvergrendeling. Verzeker u ervan dat de ketting niet vast zit.
Druk de gashendel in.
ZAAGUITRUSTING
Hier wordt uitgelegd hoe u door goed onderhoud en door ge-
bruik te maken van de juiste zaaguitrusting:
De kans op terugslag kunt verkleinen
Het aantal gevallen van een losrakende of gebroken
ketting kunt verminderen
Het maximale zaagvermogen uit uw zaag kunt halen
De levensduur van de ketting kunt verlengen
De vijf basisregels
Gebruik alleen de aanbevolen zaaguit-
rusting! Zie «Technische specifi caties» op
pagina 3.
NEDERLANDS
11
Controle van kettingslijtage
Inspecteer de ketting dagelijks op:
- Zichtbare scheurtjes in klinken en schakels
- Stijfheid
- Abnormale slijtage van klinken en schakels
- Min. 3 mm (1/8”) horizontale snijtandlengte
Iedere afwijking van bovenstaande richtlijnen betekent dat de
ketting versleten is en vervangen moet worden.
- Controleer het oliekanaal van het
zaagblad en maak dit eventueel
schoon.
- Controleer de groef van het zaag-
blad en maak deze eventueel
schoon.
- Verzeker u ervan dat het neustand-
wiel soepel loopt en niet verstopt
is. Eventueel schoonmaken en
invetten.
Kettingsmeerolie
• De ketting en het zaagblad worden automatisch gesmeerd.
Wij raden u aan alleen kettingsmeerolie te gebruiken die
goede hechtings- en vloei-eigenschappen heeft bij zowel
warm als koud weer. Het is echter belangrijk om een vis-
cositeit te kiezen die past bij het jaargetijde. Olie wordt dik-
ker bij vorst en dit kan de oliepomp overbelasten en ertoe
leiden dat onderdelen stuk gaan.
Als producent van motorkettingzagen hebben wij de ideale
kettingsmeerolie ontwikkeld, die volledig biologisch af-
breekbaar is omdat hij gebaseerd is op plantaardige oliën.
Wij adviseren u onze olie te gebruiken voor de bescherming
van uw ketting, uw zaagblad en het milieu.
Als kettingsmeerolie niet verkrijgbaar is, kunt u EP 90 trans-
missieolie gebruiken.
Bij vragen over kettingsmeerolie, kunt u contact opnemen
met uw servicewerkplaats.
Gebruik nooit afgewerkte motorolie! Afgewerkte motorolie
bevat deeltjes die de oliepomp, het zaagblad en de ketting
kunnen beschadigen.
BIJVULLEN VAN KETTINGSMEEROLIE
Al onze motorkettingzagen hebben automatische kettings-
mering.
Controle van de automatische kettingsmering.
Start de motorkettingzaag
en richt het zaagblad op een
vast, lichtgekleurd voorwerp
op een afstand van ongeveer
20 cm. Nadat de zaag een
minuut gelopen heeft, moet
een streep oliespetters du-
idelijk te zien zijn op de lich-
tgekleurde oppervlakte.
KETTING- EN ZWAARDSMERING
WAARSCHUWING!
Onvoldoende smering kan leiden tot een slecht werkende zaaguitrusting en tot ernstige of
dodelijke verwondingen.
• Een vol reservoir is voldoende voor 20 minuten aaneenges-
loten gebruik.
Als de kettingsmering niet lijkt te werken, en de ondersta-
ande stappen niet helpen, breng uw zaag dan naar uw
servicewerkplaats.
NEDERLANDS
12
Zie «Technische specifi caties» voor de gegevens voor uw
model motorkettingzaag. Het is erg moeilijk om een ketting
correct te slijpen zonder dat u beschikt over de juiste hulp-
middelen. Wij raden u aan een vijlmal te gebruiken voor een
zo goed mogelijk werkende zaag met de minste kans op ter-
ugslag.
Slijpen van de snijtand
Om snijtanden correct te slijpen heeft
u een RONDE VIJL en een VIJLMAL
nodig. Zie «Technische specifi caties»
voor de juiste diameter van de vijl en
vijlmal voor uw zaag en ketting.
Slijp alleen als de ketting op
de juiste spanning is. Een lo-
szittende ketting wiebelt en is
moeilijk te slijpen.
Slijp altijd vanaf de binnenkant van
iedere snijtand naar de buitenkant.
Til de vijl op tijdens het terugtrek-
ken.
Slijp eerst alle snijtanden aan één
kant. Draai daarna de zaag om en
slijp de snijtanden aan de andere
kant.
Zorg ervoor dat alle snijtanden
dezelfde lengte hebben. Als de hori-
zontale lengte 3 mm (1/8”) bedraagt,
is de ketting versleten en moet hij ver-
vangen worden.
Algemene aanwijzigen over snijtanden
• Zaag nooit hout met een botte ketting. Als u hard moet du-
wen is dit een teken dat de ketting bot is, hetzelfde geldt als
de houtsnippers erg klein zijn. Een botte ketting produceert
meer zaagsel dan houtsnippers.
Een scherpe ketting geeft grote houtsnippers en de zaag
eet zich als het ware vanzelf door het hout heen.
Het deel van de ketting dat zaagt
heet SNIJSCHAKEL, en bestaat uit
een SNIJTAND (A) en een DIEPT-
ESTELLERNOK (B). Het hoogtever-
schil tussen deze twee bepaalt de
diepte van de snede.
Als u een zaag vijlt moet u goed letten op:
VIJLHOEK
SNIJHOEK
HORIZONTALE VIJLPOSITIE
DIAMETER VAN DE VIJL
VIJLDIEPTE
SLIJPEN VAN DE KETTING
WAARSCHUWING!
Verkeerd geslepen snijtanden verho-
gen de kans op terugslag!
SNOEIEN
WAARSCHUWING!
De meeste terugslagongelukken gebeuren tijdens het snoeien. Let extra goed op de
terugslagsector tijdens het zagen van takken die onder spanning staan!
Alle principes die gelden voor het vellen gelden ook bij het zagen van dikke takken.
Zaag moeilijke takken in stukken af.
Zorg ervoor dat u altijd stevig staat, of u nu rondloopt of op één plaats staat. Zorg ervoor dat de
boomstam zich altijd rechts van u bevindt. Voor een zo goed mogelijke controle houdt u de zaag
zo dicht mogelijk op uw lichaam.
NEDERLANDS
13
Het zagen van een boomstam die aan één kant onder-
steund is. De kans op slijten is erg groot als de stam recht
wordt doorgezaagd van boven naar beneden.
- Zaag eerst van onderen af ongeveer 1/3 van de stam
door.
- Zaag daarna verder van boven af.
Het zagen van een boomstam die aan beide kanten onder-
steund is. De kans dat de zaag vastraakt in de zaagsnede is
erg groot als de stam recht wordt doorgezaagd van boven naar
beneden.
- Zaag eerst van boven af tot ongeveer 1/3 van de stam
door.
- Zaag daarna verder van onderen af.
Het zagen van een boomstam die op de grond ligt. Het
risico dat de zaag vast gaat zitten of de stam splijt is klein,
maar het is moeilijk te voorkomen dat de zaag de grond
raakt als u door de stam heen bent.
Zaag de stam recht door. Wees voorzichtig aan het eind,
om contact met de grond te vermijden. Laat de zaag op
volle snelheid lopen, maar wees alert als de zaag bijna door
de stam heen is.
- Als u de stam om kunt draaien, zaagt u de stam eerst
tot 2/3 door .
- U draait de stam rond en zaagt het laatste stuk van
boven af.
ZAGEN
WAARSCHUWING!
Als de ketting vast komt te zitten in de
zaagsnede, DE ZAAG STOPZETTEN!
Probeer niet om de zaag los te trekken.
U kunt gewond raken door de ketting
als de zaag plotseling losschiet.
Gebruik liever een hefboom om de
zaag los te krijgen.
VELLEN
WAARSCHUWING!
Voor het vellen van een boom is ervaring nodig. Probeer niet een boom te vellen als u geen
ervaring heeft. VOER GEEN TAKEN UIT WAARVOOR U ZICH NIET GEKWALIFICEERD VOELT!
WAARSCHUWING!
Beginnende motorkettingzaaggebruikers moeten ervaring opdoen door stammen op een zaag-
bok o.i.d. te zagen.
WAARSCHUWING!
Wij raden gebruikers zonder voldoende ervaring aan om geen bomen te vellen met een diam-
eter die groter is dan de lengte van het zaagblad.
NEDERLANDS
14
Gevarenzone
De gevarenzone rond een boom bedraagt een afstand van 2
1/2 keer de hoogte van de boom. Zorg ervoor dat niemand
zich in deze zone bevindt als u een boom velt.
Velrichting
Bij het vellen van een boom probeert u hem altijd zo terecht
te laten komen dat het snoeien en zagen niet gehinderd wordt
door voorwerpen of moeilijk terrein. U moet er veilig kunnen
gaan en staan.
Het is ook belangrijk te voorkomen dat de boom in een an-
dere boom blijft hangen. Een vastgeraakte boom brengt veel
gevaar met zich mee.
Nadat u bepaald hebt waar u de boom terecht wilt laten ko-
men, moet u beoordelen wat de natuurlijke valrichting is. Dit
wordt beïnvloedt door de rechtheid en groeihoek van de boom,
de windrichting, de verdeling van de takken en de hoeveelheid
sneeuw die op de boom ligt.
Na beoordeling van al deze factoren kan het zijn dat u de boom
in zijn natuurlijke valrichting moet vellen, omdat de richting van
uw voorkeur niet haalbaar is.
Een andere belangrijke factor voor uw veiligheid, hoewel deze
niets te maken heeft met de valrichting, is de aanwezigheid
van dode takken die af kunnen breken tijdens het vellen van
de boom.
Takken verwijderen/Vluchtweg
Verwijder alle takken aan de onder-
kant van de boom die in de weg
kunnen zitten bij het vellen. Het
veiligste is om van boven naar
beneden te werken waarbij de
stam zicht tussen u en de lopende
zaag bevindt. Zaag nooit takken
af boven schouderhoogte. Verwijder de vegetatie rond de
boom en bepaal uw vluchtroute, waarbij u rekening houdt met
hindernissen (stenen, takken, gaten enz.). Uw vluchtweg moet
in een hoek van ongeveer 135º ten opzichte van de valrichting
liggen (schuin naar achteren).
Maak daarna de ONDERSTE INKEPING,
waarbij u ervoor zorgt dat deze precies
onderaan de BOVENSTE INKEPING uit-
komt.
De diepte van de inkeping moet ongeveer
¼ van de doorsnede van de boom bedra-
gen en de hoek moet ongeveer 45º zijn.
De lijn die wordt bepaald door de bin-
nenhoek van de inkeping moet helemaal
horizontaal zijn en de richting van de val
aangeven.
Zaagsnede
De zaagsnede wordt aangebracht vanaf
de andere kant van de boom en is ook
volkomen horizontaal. Met de boom aan
uw linkerzijde zaagt u met de onderkant
van het zaagblad (trekkende ketting).
Breng de ZAAGSNEDE ongeveer 3-5
cm (11/2 - 2”) boven de ONDERSTE
INKEPING aan.
Zaag op volle snelheid en laat de zaag
zich langzaam door de boom heen eten.
Let op dat de boom niet de verkeerde
kant op beweegt. Plaats een BREEKIJZ-
ER of VELWIG in de ZAAGSNEDE zodra
de diepte van de zaagsnede dit toelaat.
Uiteindelijk moet de ZAAGSNEDE even-
wijdig liggen aan de inkeping waarbij een
dun SCHARNIERSTUK van minstens
1/10 van de doorsnede van de boom ont-
staat.
Dit SCHARNIERSTUK fungeert als een
scharnier die de richting van de val
bepaalt.
Als het SCHARNIERSTUK te
klein is, doorgezaagd is, of als
de inkeping en de zaagsnede
niet goed geplaatst zijn, verliest
u de controle over de boom.
Zodra de zaagsnede in de buurt komt
van de inkeping, moet de boom begin-
nen te vallen, hetzij vanzelf, hetzij met
behulp van een BREEKIJZER of een
VELWIG.
Vellen
Het vellen vindt plaats met drie sneden. De «BOVENSTE
INKEPING» en de «ONDERSTE INKEPING» of de RECHTE
INKEPING» vormen samen de «INKEPING», die de valrichting
bepaalt. De laatste snede is de «ZAAGSNEDE», waardoor de
boom omvalt.
Inkeping
Om een INKEPING te maken begint u
met de BOVENSTE INKEPING. Zaag
met de onderkant van het zaagblad
(trekkende ketting) in een hoek van 45º
van boven naar beneden aan de kant
van de valrichting.
Geplande valrichting
Gevarenzone
Vluchtweg Vluchtweg
Gevarenzone
1/88