HP Officejet Pro
8600
Gebruikersgids
HP Officejet Pro 8600 e-All-
in-One serie
Gebruikersgids
Copyright informatie
© 2014 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Uitgave 2, 1/2014
Kennisgeving van Hewlett-
Packard Company
De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows
XP zijn in de V.S. gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY
STAR-logo zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de
printerdocumentatie hebt gelezen en
begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit product
reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
7. Zie
Een probleem oplossen als het
product niet naar behoren werkt.
8. Dit product bevat geen door de
gebruiker te onderhouden onderdelen.
Laat onderhoudswerkzaamheden over
aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal
functies die de printer toegankelijk
maken voor gebruikers met bepaalde
handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor
gebruikers met een visuele handicap
of verminderd zicht dankzij de
toegankelijkheidsopties en -functie van
het besturingssysteem. Bovendien zijn
er ondersteunende technieken
beschikbaar voor gebruikers met een
visuele beperking, zoals schermlezers,
braillelezers en
spraakherkenningstechnologie.
Speciaal voor gebruikers die
kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de software
en op het bedieningspaneel van de
printer voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan
aangegeven.
Mobiliteit
Gebruikers met een
mobiliteitsbeperking kunnen de
functies van de printersoftware
uitvoeren door middel van
toetscombinaties. De
toegankelijkheidsopties van Windows
zoals Plaktoetsen, Schakeltoetsen en
Muistoetsen worden ook door de
software ondersteund. De
printerkleppen, knoppen, papierladen
en papiergeleiders kunnen bediend
worden met beperkte kracht en
beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de
toegankelijkheid van dit product en
HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de
website van HP op
www.hp.com/
accessibility.
Voor informatie over de
toegankelijkheid op Mac OS X gaat u
naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
Toegankelijkheid.......................................................................................................................10
Eco............................................................................................................................................11
De onderdelen van de printer kennen......................................................................................12
Vooraanzicht.......................................................................................................................12
Ruimte voor printerbenodigdheden....................................................................................13
Achteraanzicht....................................................................................................................13
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken.......................................................................14
Overzicht knoppen en lampjes...........................................................................................14
HP Officejet Pro 8600...................................................................................................14
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium...................................15
Schermpictogrammen bedieningspaneel...........................................................................16
Printerinstellingen wijzigen.................................................................................................18
De modus selecteren....................................................................................................18
Printerinstellingen wijzigen...........................................................................................19
Het modelnummer van de printer vinden.................................................................................19
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................19
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren.................................................................20
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................21
Tips voor de keuze en het gebruik van media....................................................................22
Een origineel op de glasplaat leggen.......................................................................................23
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen..........................................23
Afdrukmateriaal plaatsen..........................................................................................................24
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen.........................................................25
Enveloppen plaatsen..........................................................................................................26
Kaarten en fotopapier plaatsen..........................................................................................27
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen..........................................................28
Geheugenapparaat plaatsen....................................................................................................29
De accessoires installeren........................................................................................................30
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule)..........30
Lade 2 installeren...............................................................................................................31
Lades configureren.............................................................................................................33
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma.....................................................34
Accessoires inschakelen (Windows)............................................................................34
Accessoires inschakelen (Mac OS X)...........................................................................35
Onderhoud van de printer.........................................................................................................35
De glasplaat van de scanner reinigen................................................................................35
De buitenkant reinigen .......................................................................................................36
De automatische documentinvoer reinigen........................................................................36
De printer bijwerken..................................................................................................................37
De printer uitschakelen.............................................................................................................38
1
2 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................39
Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................40
Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................40
Brochures afdrukken................................................................................................................40
Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................41
Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................41
Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................42
Afdrukken op enveloppen (Windows).................................................................................42
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)...............................................................................43
Foto's afdrukken.......................................................................................................................43
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows).........................................................................43
Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X).......................................................................44
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat ................................................................45
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat................................................................45
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X).....................46
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X).......................................................................46
Documenten zonder rand afdrukken........................................................................................47
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)................................................................47
Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)..........................................................48
HP ePrint..................................................................................................................................48
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)...............................................................49
3Scannen
Een origineel scannen..............................................................................................................51
Scannen naar een computer..............................................................................................52
Scannen naar een geheugenkaart.....................................................................................53
Scannen met Webscan............................................................................................................53
Documenten scannen als bewerkbare tekst.............................................................................54
Documenten scannen als bewerkbare tekst.......................................................................54
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst.................................55
4 HP Digital Solutions
Wat zijn HP Digital Solutions?..................................................................................................57
HP Direct digitaal archief....................................................................................................57
HP Digital Fax.....................................................................................................................57
Vereisten...................................................................................................................................58
Set up HP Digital Solutions......................................................................................................59
Set up HP Direct Digital Filing............................................................................................59
Scannen-naar-netwerkmap instellen............................................................................60
Scannen-naar-e-mail instellen......................................................................................61
Set up HP Digital Fax.........................................................................................................63
De HP Digital Solutions gebruiken...........................................................................................64
HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken.........................................................................64
Naar e-mail scannen gebruiken..........................................................................................64
HP Digital Fax gebruiken....................................................................................................65
5Kopiëren
Documenten kopiëren..............................................................................................................66
Kopieerinstellingen wijzigen.....................................................................................................66
2
6Fax
Een fax verzenden....................................................................................................................68
Een standaardfax verzenden..............................................................................................68
Een standaardfax vanaf de computer verzenden...............................................................69
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon.............................................................70
Een fax verzenden met handsfree kiezen..........................................................................71
Een fax verzenden vanuit het geheugen............................................................................72
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen..................................................................72
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers..................................................................73
Fax verzenden in foutcorrectiemodus................................................................................74
Een fax ontvangen....................................................................................................................74
Een fax handmatig ontvangen............................................................................................75
Backup-faxontvangst instellen............................................................................................75
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken...............................................76
Een fax opvragen voor ontvangst.......................................................................................77
Faxen doorsturen naar een ander nummer........................................................................77
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen.............................................................78
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen.........................................78
Ongewenste faxnummers blokkeren..................................................................................79
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers..................................79
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers................................80
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken......................................................80
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc en
Faxen naar Mac).................................................................................................................80
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac......................................................81
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren...............................................................81
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen..................................81
Snelkiescodes installeren.........................................................................................................82
Snelkiesnummers instellen en wijzigen..............................................................................83
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen................................................................................84
Snelkiesnummers verwijderen............................................................................................84
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken..........................................................................84
Faxinstellingen wijzigen............................................................................................................85
Het faxkopschrift instellen...................................................................................................85
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)....................................................85
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen...............................................86
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen............................................86
Het kiessysteem instellen...................................................................................................87
Opties opnieuw kiezen instellen.........................................................................................87
De faxsnelheid instellen......................................................................................................88
Het faxgeluidsvolume instellen...........................................................................................89
Faxen en digitale telefoonservices...........................................................................................89
Fax over internetprotocol (FoIP)...............................................................................................89
Inhoudsopgave
3
Rapporten gebruiken................................................................................................................90
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken.....................................................................91
Foutrapporten voor faxen afdrukken..................................................................................91
Het faxlogboek afdrukken en bekijken................................................................................92
Het faxlogboek wissen........................................................................................................92
Druk de details van de laatste faxtransactie af...................................................................92
Een rapport beller-ID's afdrukken.......................................................................................93
De belgeschiedenis weergeven..........................................................................................93
7 Webservices
Wat zijn webservices?..............................................................................................................94
HP ePrint............................................................................................................................94
Printer Apps........................................................................................................................94
Webservices configureren........................................................................................................95
Webservices configureren via de printersoftware van HP..................................................95
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer..................................96
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver..............................................96
Werken met webservices..........................................................................................................96
HP ePrint............................................................................................................................96
Afdrukken met behulp van HP ePrint...........................................................................97
Het e-mailadres van de printer opzoeken.....................................................................97
HP ePrint uitschakelen.................................................................................................97
Printer Apps........................................................................................................................98
Printer Apps gebruiken.................................................................................................98
Printer Apps beheren....................................................................................................98
Printer Apps uitschakelen.............................................................................................98
Webservices verwijderen..........................................................................................................98
8 Werken met printcartridges
Informatie over printcartridges en de printkop..........................................................................99
De geschatte inktniveaus bekijken.........................................................................................100
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt........................................................................100
Printcartridges vervangen.......................................................................................................101
Printerbenodigdheden bewaren.............................................................................................103
Gebruik informatieverzameling...............................................................................................103
9 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning...................................................................................................................105
Elektronische ondersteuning krijgen.................................................................................106
Telefonische ondersteuning van HP.................................................................................106
Voordat u belt.............................................................................................................107
Periode voor telefonische ondersteuning...................................................................107
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning...................................................107
Na de periode van telefonische ondersteuning..........................................................108
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen...............................................109
4
Printerproblemen oplossen.....................................................................................................109
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld......................................................................110
Het uitlijnen is mislukt.......................................................................................................110
De printer reageert niet (drukt niet af)..............................................................................110
De printer drukt langzaam af............................................................................................111
De printer maakt onverwachte geluiden...........................................................................112
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt.................................................113
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten..........................................................113
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst..................................................................114
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen...........................................................................114
Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................119
Problemen met het kopiëren oplossen ..................................................................................121
Er kwam geen kopie uit....................................................................................................121
Kopieën zijn blanco..........................................................................................................122
Documenten ontbreken of zijn vervaagd..........................................................................122
Het formaat is verkleind....................................................................................................122
Kopieerkwaliteit is slecht .................................................................................................123
Er verschijnen defecten in de kopieën..............................................................................123
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit............................................124
Papierconflict....................................................................................................................124
Scanproblemen oplossen.......................................................................................................124
Scanner reageerde niet....................................................................................................125
Scannen duurt te lang......................................................................................................125
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst....................................126
Tekst kan niet worden bewerkt.........................................................................................126
Er verschijnen foutmeldingen...........................................................................................127
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht...........................................................127
Er verschijnen defecten in de scans.................................................................................129
Faxproblemen oplossen.........................................................................................................129
De faxtest is mislukt..........................................................................................................130
Problemen met webservices en websites van HP oplossen..................................................145
Problemen met webservices van HP oplossen................................................................145
Problemen met websites van HP oplossen......................................................................146
HP Digital Solutions-problemen oplossen..............................................................................146
Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen.........................................................147
Veelvoorkomende problemen.....................................................................................147
Kan niet scannen naar de netwerkmap......................................................................148
Scannen-naar-e-mail is niet mogelijk.........................................................................148
Dialoogvenster Delen is verschillend nadat u HP Digitaal archief (Windows) hebt
ingesteld.....................................................................................................................149
Problemen met HP Digital Fax oplossen..........................................................................149
Problemen met een geheugenapparaat oplossen..................................................................151
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen...................................151
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen...............................................152
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen.........................................................152
Algemene netwerkproblemen oplossen...........................................................................152
Inhoudsopgave
5
Problemen met draadloze verbindingen oplossen ................................................................153
Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................153
Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt...................................153
Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten.................154
Stap 3 - Test draadloos netwerk afdrukken................................................................154
Geavanceerde draadloze problemen oplossen................................................................154
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk......................154
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten..................................156
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert.....................157
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is...............................157
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)......................................158
Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een
virtueel privé-netwerk (VPN).......................................................................................159
Wanneer de problemen zijn opgelost...............................................................................159
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer...................................................159
Problemen met het printerbeheer oplossen...........................................................................160
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend...................................................161
Installatieproblemen oplossen................................................................................................162
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................162
Suggesties voor de installatie van de HP-software..........................................................163
Netwerkproblemen oplossen............................................................................................163
Het printerstatusrapport begrijpen..........................................................................................165
Onderhoud aan de printkop....................................................................................................166
reinig de printkop..............................................................................................................166
Printkop uitlijnen...............................................................................................................167
De printkop opnieuw plaatsen..........................................................................................168
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen................................................................................169
Storingen verhelpen...............................................................................................................172
Papierstoringen verhelpen................................................................................................172
Papierstoringen voorkomen..............................................................................................175
A Technische informatie
Informatie over de garantie.....................................................................................................177
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard...........................................................178
Inktpatroon garantieinformatie..........................................................................................179
6
Printerspecificaties.................................................................................................................180
Fysieke specificaties.........................................................................................................180
Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................180
Specificaties processor en geheugen...............................................................................181
Systeemvereisten.............................................................................................................181
Netwerkprotocolspecificaties............................................................................................182
Specificaties van de geïntegreerde webserver.................................................................182
Mediaspecificaties............................................................................................................183
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal............................183
Minimummarges instellen...........................................................................................186
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken......................................................................187
Afdrukspecificaties............................................................................................................187
Kopieerspecificaties..........................................................................................................187
Faxspecificaties................................................................................................................188
Scanspecificaties..............................................................................................................188
Specificaties van webservices en website van HP...........................................................188
Specificaties van webservices....................................................................................188
Specificaties voor de website van HP........................................................................189
Omgevingsspecificaties....................................................................................................189
Elektrische specificaties...................................................................................................189
Geluidsspecificaties..........................................................................................................190
Specificaties voor een geheugenapparaat.......................................................................190
Geheugenkaartspecificaties.......................................................................................190
USB-flashstations.......................................................................................................190
Wettelijk verplichte informatie.................................................................................................191
FCC-verklaring..................................................................................................................192
Kennisgeving voor gebruikers in Korea............................................................................192
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan.................................193
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan.....................................................193
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland.........................................................193
Bericht voor de Europese Unie.........................................................................................193
Verklaring over de indicatielampjes..................................................................................194
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland............................................194
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen..........195
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk...................................196
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk........................................196
Australische verklaring over vaste faxen..........................................................................196
Wettelijke informatie inzake draadloze producten............................................................197
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties......................................................197
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië....................................................................197
Kennisgeving voor gebruikers in Canada...................................................................197
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan....................................................................197
Wettelijk verplicht modelnummer......................................................................................198
Inhoudsopgave
7
Programma voor milieubehoud..............................................................................................199
Papiergebruik...................................................................................................................199
Kunststof...........................................................................................................................199
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................199
Kringloopprogramma........................................................................................................199
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen..............................................................199
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................200
Stroomverbruik.................................................................................................................201
Chemische stoffen............................................................................................................201
Batterij-informatie..............................................................................................................201
Afvoer van batterijen in Taiwan..................................................................................201
Gebruikers in Californië let op....................................................................................201
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)......................................................................202
RoHS-kennisgevingen (alleen voor Oekraïne).................................................................202
Licenties van derden..............................................................................................................203
B HP-benodigdheden en accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................212
Benodigdheden......................................................................................................................212
Inktpatronen en printkoppen.............................................................................................212
HP-afdrukmateriaal...........................................................................................................213
C Bijkomende faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)........................................................................214
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor............................................215
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)......................218
Situatie B: De printer configureren voor DSL...................................................................218
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn.......220
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn...........................................220
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn...............................................................................222
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail.......................................................223
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)...............................................................................................224
De printer installeren met een computermodem voor inbellen...................................225
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem......................................226
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem.............227
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen.................................227
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem...................................229
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat..............................231
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat.....................................................................232
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat.............................................................................232
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat................................................................................................235
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail................................................................................................236
Seriële faxinstallatie................................................................................................................238
Installatie testfax.....................................................................................................................239
8
D Netwerkinstallatie
Basisnetwerkinstellingen wijzigen..........................................................................................240
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken..................................................................240
De draadloze radio in- en uitschakelen ...........................................................................240
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen...........................................................................240
De verbindingssnelheid instellen......................................................................................241
IP-instellingen bekijken.....................................................................................................241
IP-instellingen wijzigen.....................................................................................................241
De firewallinstellingen van de printer configureren...........................................................241
Firewallregels maken en gebruiken............................................................................242
De netwerkinstellingen herstellen.....................................................................................243
De printer instellen voor draadloze communicatie..................................................................243
Voorbereiding...................................................................................................................244
Printer op uw draadloze netwerk configureren.................................................................244
Printer configureren via de printersoftware van HP....................................................244
Printer configureren via de wizard Draadloos instellen..............................................245
Printer configureren via WPS (Wi-Fi Protected Setup)...............................................245
Printer configureren via de geïntegreerde webserver (EWS).....................................246
Wijzig het type verbinding.................................................................................................246
De draadloze verbinding testen........................................................................................247
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk.....................247
Overzicht van beveiligingsinstellingen........................................................................247
Hardwareadressen aan een draadloze router toevoegen (MAC-filter).......................248
Overige richtlijnen voor draadloze beveiliging............................................................248
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk ........................249
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw..............................................249
Windows...........................................................................................................................249
Mac OS X.........................................................................................................................250
E Hulpprogramma's printerbeheer
Werkset (Windows).................................................................................................................251
HP-hulpprogramma (Mac OS X).............................................................................................251
Geïntegreerde webserver.......................................................................................................251
Over cookies.....................................................................................................................252
De ingebouwde webserver openen..................................................................................252
Index............................................................................................................................................262
Inhoudsopgave
9
1 Aan de slag
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen
van problemen.
Toegankelijkheid
Eco
De onderdelen van de printer kennen
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Het modelnummer van de printer vinden
Afdrukmateriaal selecteren
Een origineel op de glasplaat leggen
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
Afdrukmateriaal plaatsen
Geheugenapparaat plaatsen
De accessoires installeren
Onderhoud van de printer
De printer bijwerken
De printer uitschakelen
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP
Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Zie
Systeemvereisten voor meer
informatie.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van HP die bij de printer wordt geleverd, is toegankelijk voor gebruikers
met een visuele handicap of verminderd zicht via de toegankelijkheidsopties en -
functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste
technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en spraak-naar-
tekst-toepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van de printer
voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software
worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en
MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen
bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
10 Aan de slag
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar
optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
www.hp.com/
accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van
Apple op
www.apple.com/accessibility.
Eco
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op
hergebruik. Zie
Programma voor milieubehoud voor meer informatie.
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt deze functies om u te helpen letten op manieren waarop u de effecten van uw
afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken.
Ga naar
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
de milieu-initiatieven van HP.
Energiebeheer
Ga als volgt te werk om elektriciteit te besparen:
Schakel de slaapstandfunctie van de printer in en selecteer de optie met de
kortste wachttijd. Als de printer tijdens de duur van deze wachttijd niet is gebruikt,
treedt de stroombesparingsstand in werking. Om deze functie te configureren,
raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan.
Raak daarna Slaapstand aan en daarna de gewenste optie.
Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden
waarop u de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld
instellen dat de printer van maandag t/m vrijdag om 8 uur ´s morgens wordt
ingeschakeld en om 8 uur ´s avonds wordt uitgeschakeld. Op deze manier
bespaart u ´s nachts en tijdens het weekend energie. Om deze functie te
configureren, raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel van de
printer aan. Raak daarna Planning Aan/Uit aan en stel de tijd in voor het in- en
uitschakelen van de printer.
Kies een diminstelling om de helderheid van het scherm aan te passen. Om deze
functie te configureren, raakt u de
(Eco-knop) op het bedieningspaneel
van de printer aan. Raak daarna Schermhelderheid aan en selecteer de
gewenste optie.
Opmerking De printerfuncties Slaapstand en Planning Aan/Uit zijn tijdelijk niet
beschikbaar bij één of meer ontbrekende inktcartridges. De functies zijn weer
beschikbaar nadat u de inktcartridge opnieuw hebt geïnstalleerd.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
Printerbenodigdheden besparen
Eco 11
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende
doen:
Kies een Concept-instelling als afdrukmodus. Bij concepten wordt minder inkt
gebruikt.
Reinig de printkop alleen als dat echt nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de printcartridges.
Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. Als
de printer een accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid) heeft, raadpleegt u
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig
afdrukken). Anders kunt u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s
afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde
pagina’s afdrukken.
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vooraanzicht
Ruimte voor printerbenodigdheden
Achteraanzicht
Vooraanzicht
1
2
10
9
3
6
7
8
11
12
5
4
1 Automatische documentinvoer (ADF)
2 Scannerglasplaat
3 Uitvoerlade
4 USB-poort (universele seriële bus) voorzijde
Hoofdstuk 1
12 Aan de slag
5 Sleuf voor de geheugenkaart
6 Verlengstuk van uitvoerlade
7 Lade 1
8
(Aan/uit-knop)
9 Scherm van het bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit)
10 Bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit)
11 Documentinvoerlade
12 Breedtegeleiders
Ruimte voor printerbenodigdheden
1
4
2
3
1 Toegangsklep inktcartridge
2 Inktcartridges
3 Printkopvergrendeling
4Printkop
Achteraanzicht
1
2
3
4
6 5
(vervolg)
De onderdelen van de printer kennen 13
1 Faxpoort (1-LINE)
2 Faxpoort (2-EXT)
3 Ethernet-netwerkpoort
4 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
5 Stroomaansluiting
6 Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht knoppen en lampjes
Schermpictogrammen bedieningspaneel
Printerinstellingen wijzigen
Overzicht knoppen en lampjes
In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een korte beschrijving
van de functies op het bedieningspaneel voor elk printermodel. Zie
Het modelnummer
van de printer vinden voor meer informatie.
HP Officejet Pro 8600
Label Naam en beschrijving
1 Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2 Scherm van bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
Schermpictogrammen bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op
het scherm worden weergegeven.
3 Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
1 32 4
67 5
9
8
Hoofdstuk 1
14 Aan de slag
Label Naam en beschrijving
4 Toetsenblok: gebruik het toetsenblok om getallen en tekst in te geven.
5 Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze
verbinding 802.11 is ingeschakeld.
6 Knop Annuleren: : hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u de instellingen af.
7 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
8 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
9 Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium
Label Naam en beschrijving
1 Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze
verbinding 802.11 is ingeschakeld.
2 Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
3 Scherm van bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
Schermpictogrammen bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op
het scherm worden weergegeven.
4 Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
5 Knop Pijl naar rechts: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
6 Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u instellingen af.
7 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
8 Knop Pijl naar links: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
1 2
43
8 5
7 6
(vervolg)
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 15
Schermpictogrammen bedieningspaneel
Pictogram Doel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De
signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de
infrastructuurmodus. Zie
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
meer informatie.
Dit pictogram geeft aan dat HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer
informatie.
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt
selecteren.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of
faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of
scaninstellingen te wijzigen.
Hoofdstuk 1
16 Aan de slag
Pictogram Doel
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te
werken. Zie Printer Apps voor meer informatie.
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt
aanpassen.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere
onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm.
Hiermee geeft u het netwerkscherm weer dat u kunt gebruiken voor het
selecteren van netwerkopties.
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de
printer.
HP Officejet Pro 8600
model
modellen HP Officejet
Pro 8600 Plus en HP
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt
weergegeven, waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand
wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u
vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen
tot wanneer u dit wordt gevraagd.
(vervolg)
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 17
Pictogram Doel
Officejet Pro 8600
Premium
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak
Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie De
antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.
Hiermee opent u een scherm met informatie over printerfuncties waarmee u kunt
bijdragen aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen en de effecten van uw
afdrukkeuzes kunt beperken.
Tip U kunt de instellingen van sommige functies ook vanuit dit scherm
configureren.
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en instellingen van de printer te wijzigen,
rapporten af te drukken of hulp op te vragen voor de printer.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen
ook wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HP-
printersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver
(EWS). Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van
deze hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De modus selecteren
Printerinstellingen wijzigen
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi
voor de printer weer.
Opmerking Raak de (linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om de beschikbare
modi te bekijken en raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te
selecteren. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de
taak te voltooien. Het scherm van het bedieningspaneel keert terug naar het
hoofdmenu wanneer de taak is voltooid.
Hoofdstuk 1
(vervolg)
18 Aan de slag
Een andere modus selecteren
Raak de knop
(knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak de
(linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om door de beschikbare modi te bladeren en
raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltoetsen aan om de
beschikbare instellingen te doorlopen. Vervolgens raakt u de instelling aan die u
wilt wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan
Gereed aan.
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties
die beschikbaar zijn in het menu Instellingen:
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de menu's te bladeren.
3. Raak de menu-items aan om menu's of opties te selecteren.
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
Het modelnummer van de printer vinden
Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer
een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met
de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er
beschikbaar zijn voor uw product.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de toegangsklep voor
inktcartridges, in de buurt van de inktcartridges.
Afdrukmateriaal selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen
voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er
grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste
Afdrukmateriaal selecteren 19
afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over
HP-afdrukmateriaal.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het
papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de
hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te
voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig
papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel
papier
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de
productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals
brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen
van bedrijfsrapporten en kalenders.
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is
perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven.
Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende
hoogwaardige uitstraling.
HP Helderwit
inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP-afdrukpapier HP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan
documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en
levendiger kleuren.
HP Office Paper HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled
papier
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok-
technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere
kleuren.
Hoofdstuk 1
20 Aan de slag
HP Premium Plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen - glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Advanced
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in
verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x
6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend
of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
HP Everyday
Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-
glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch and 10x15 cm. Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Iron-On Transfers HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit
textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts
met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio
bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP premium plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen - glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Advanced
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in
verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10x15 cm (4x6
inch), 13x18 cm (5x7 inch), en met twee afwerkingen – glanzend of
zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
(vervolg)
Afdrukmateriaal selecteren 21
HP Everyday
Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-
glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
HP en HP Advanced Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart
en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP
Advanced Photo Papier zijn op elkaar afgestemd zodat de
levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na
afdruk, levendig zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een
vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische
documentinvoer (ADF).
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, moet u de volgende papiersoorten niet in de lades of de ADF
plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt
niet goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Opmerking Om documenten met pagina's die niet conform deze richtlijnen
zijn te scannen, te kopiëren of te faxen, gebruikt u de glasplaat van de
scanner. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
Hoofdstuk 1
(vervolg)
22 Aan de slag
Een origineel op de glasplaat leggen
U kunt originelen van maximaal A4- of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door
ze op de glasplaat te leggen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en
klep niet schoon zijn. Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp
bij het plaatsen van originelen.
3. Sluit de klep.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen
U kunt een enkelzijdig document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4-
of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de automatische
invoerlade te plaatsen.
Let op Geen foto's laden in de ADF; daarmee kunnen uw foto's beschadigd
raken. Gebruik alleen media die door de printer worden ondersteund. Zie
Tips voor
de keuze en het gebruik van media voor meer informatie.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen 23
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten van A4- of Letter-formaat kunnen
worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF. De ADF ondersteunt geen
dubbelzijdige documenten of andere papierformaten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina,
werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de
glasplaat leggen.
De documentinvoerlade kan, afhankelijk van het printermodel, maximaal 35 of 50
vellen standaardpapier van A4- of Letterformaat bevatten.
Een origineel in de documentinvoerlade plaatsen
Gebruik deze stappen om een document te plaatsen in de automatische invoerlade.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde omhoog in de documentinvoerlade.
a. Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats
de pagina's dan zo dat de bovenrand van het document eerst wordt
ingevoerd. Wanneer u een origineel document plaatst in liggende
afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van het document
eerst wordt ingevoerd.
b. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een
pieptoon hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de
geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het laden
van originelen in de automatische documentinvoer.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand
van het medium komen.
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep
van de printer optilt.
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Hoofdstuk 1
24 Aan de slag
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Enveloppen plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Media laden
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
Afdrukmateriaal plaatsen 25
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Enveloppen plaatsen
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
Hoofdstuk 1
26 Aan de slag
2. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de
lade aangeeft.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
Afdrukmateriaal plaatsen 27
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met aangepast formaat laden
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt
ondersteund door de printer. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Plaats alleen standaardafdrukmateriaal in lade 2.
1. Trek Papierlade 1 naar buiten.
Hoofdstuk 1
28 Aan de slag
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst en plaats de lade terug in de printer.
4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Geheugenapparaat plaatsen
Als u een digitale camera hebt waarbij de foto's worden opgeslagen op een
geheugenkaart, kunt u deze geheugenkaart in de printer plaatsen en zo de foto's
afdrukken of opslaan.
Let op Als u een geheugenkaart probeert te verwijderen terwijl deze wordt
gelezen, kan dit de bestanden op de kaart beschadigen. U kunt een kaart alleen
veilig verwijderen als het fotolampje niet knippert. Plaats bovendien nooit meer dan
één geheugenkaart tegelijk omdat ook hierdoor de bestanden op de kaarten
kunnen worden beschadigd.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenkaarten.
Geheugenapparaat plaatsen 29
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over de
ondersteunde geheugenkaarten.
Een geheugenkaart plaatsen
Volg deze stappen om de geheugenkaart in de printer te plaatsen.
1. Houd de geheugenkaart met het etiket naar boven en de contactpunten in de
richting van de printer.
2. Plaats de geheugenkaart in de desbetreffende kaartsleuf.
Een opslagapparaat aansluiten
1. Als u een digitale camera aansluit, moet u de USB-modus van de camera
veranderen in de opslagmodus en vervolgens één uiteinde van de USB-kabel op
de camera aansluiten.
Opmerking Verschillende camera's gebruiken verschillende termen voor de
opslagmodus. Sommige camera's hebben bijvoorbeeld een instelling digitale
camera en een instelling schijfstation. In dat geval is de instelling schijfstation
de instelling voor de opslagmodus. Als opslagmodus niet functioneert voor uw
camera, dient u de firmware van de camera misschien bij te werken. Zie de bij
de camera geleverde documentatie voor meer informatie.
2. Sluit het USB-opslagapparaat of het andere uiteinde van de USB-kabel van de
camera aan op de USB-poort van de printer.
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past
of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u
een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
Zie
Geheugenkaartspecificaties voor meer informatie over ondersteunde USB-
apparaten.
De accessoires installeren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule).
Lade 2 installeren
Lades configureren
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
Installeer het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule).
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan
beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik van de
duplexeenheid.
U installeert u de duplexeenheid als volgt:
Hoofdstuk 1
30 Aan de slag
Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer totdat de eenheid vastklikt.
Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar
gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Lade 2 installeren
Opmerking Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
Lade 2 kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten. Zie HP-benodigdheden en
accessoires voor bestelinformatie.
Lade 2 installeren als volgt.
1. Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar
de voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
2. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
3. Plaats de printer boven op de lade.
Let op Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4. Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
5. Activeer lade 2 in het printerstuurprogramma. Zie
Accessoires inschakelen in het
printerstuurprogramma voor meer informatie.
De accessoires installeren 31
Lade 2 vullen
1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Controleer of de stapel papier overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en
niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade.
Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen.
3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt
geplaatst.
Hoofdstuk 1
32 Aan de slag
4. Plaats de lade voorzichtig terug.
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Lades configureren
Opmerking Lade 2 is een facultatieve accessoire. Zie Afdrukbenodigdheden
online bestellen voor bestelinformatie.
Om de lades te configureren, moet lade 2 geïnstalleerd en ingeschakeld zijn.
Het afdrukmateriaal wordt standaard uit Papierlade 1 ingevoerd. Als Papierlade 1 leeg
is, wordt het afdrukmateriaal uit Papierlade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en voorzien
van afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardwerking wijzigen:
Ladevergrendeling: hiermee kunt u voorkomen dat speciaal afdrukmateriaal,
zoals afdrukmateriaal met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk
wordt gebruikt. Als het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen
materiaal uit een vergrendelde lade gebruikt om de afdruktaak te voltooien.
Standaardlade: Met deze functie kunt u bepalen welke lade als eerste wordt
gebruikt.
Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt
gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de
printersoftware. Als de printer is aangesloten op een netwerk en u een
standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van de printer.
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
De accessoires installeren 33
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de
papierlades kunt gebruiken.
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal
plaatsen en de printer laten overschakelen
naar de tweede lade als de eerste leeg is.
Plaats het afdrukmateriaal in lade 1 en
lade 2. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen
voor meer informatie.
Controleer of de ladevergrendeling is
uitgeschakeld.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals
briefpapier) als gewoon papier in de lades
plaatsen.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade
1 en gewoon papier in lade 2.
Controleer of lade 2 de standaardlade
is.
Controleer of de ladevergrendeling is
ingesteld voor lade 1.
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar
de printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit
een specifieke lade.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade
2.
Controleer of de juiste lade als
standaardlade is ingesteld.
De lades configureren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Raak achtereenvolgens de
(rechterpijl:) aan, Configuratie en Voorkeuren, en
selecteer vervolgens Standaardlade of Ladevergrendeling.
3. Klik na het veranderen van de gewenste lade-instellingen op OK of Toepassen.
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma
Accessoires inschakelen (Windows)
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Accessoires inschakelen (Windows)
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op
Printereigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. Klik op het accessoire dat u wilt
inschakelen, klik in het vervolgmenu op Geïnstalleerd en klik vervolgens op OK.
Hoofdstuk 1
34 Aan de slag
Accessoires inschakelen (Mac OS X)
Mac OS X schakelt in het printerstuurprogramma automatisch alle accessoires in
wanneer u de printersoftware installeert. Neem de volgende stappen als u later een
nieuw accessoire toevoegt:
1. Open Systeemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen of Afdrukken en
scannen.
2. Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op Opties en
benodigdheden.
3. Klik op het tabblad Driver.
4. Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer
optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover
nodig.
De glasplaat van de scanner reinigen
De buitenkant reinigen
De automatische documentinvoer reinigen.
De glasplaat van de scanner reinigen
Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en
een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van
kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Zie
De printer uitschakelen voor meer informatie.
2. Til de scannerklep op.
Onderhoud van de printer 35
3. Reinig het glas en de glasstrip met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht
glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en
pluisvrije doek.
Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een
glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met
schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die
kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan
strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aanbrengen op de
glasplaat. Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de
glasplaat lekken en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken
op de
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het
bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
De automatische documentinvoer reinigen.
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze
geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Hoofdstuk 1
36 Aan de slag
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te
kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
1 1
2
2
3
3
1 Klep van de automatische documentinvoer
2Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de
overtollige vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
De printer bijwerken
HP werkt voortdurend aan verbetering van de prestaties van printers en biedt u de
nieuwste functies. Wanneer de printer is aangesloten op een netwerk en webservices
is ingeschakeld, kunt u controleren op updates voor de printer en deze installeren.
Voer de volgende stappen uit om de printer bij te werken:
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
(HP ePrint) aan, raak
Instellingen aan en raak vervolgens Productupdates aan.
2. Raak Productupdate zoeken aan en volg de instructies op het display.
De printer bijwerken 37
Tip Als u de printer automatisch wilt laten zoeken naar updates, raakt u
achtereenvolgens Instellingen, Productupdates, Automatische update en tot
slot Automatisch aan.
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door op de (Aan/uit-knop) op het apparaat te drukken. Wacht
tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de
printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met
de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
Hoofdstuk 1
38 Aan de slag
2 Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit
wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies
wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen
voor uw documenten, zie
Afdrukmateriaal selecteren.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal
formaat
Documenten zonder rand afdrukken
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten afdrukken (Windows)
Documenten afdrukken (Mac OS X)
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op
elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer
voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
HP
ePrint voor meer informatie.
Afdrukken 39
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op
de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-
wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in
overeenstemming met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Brochures afdrukken (Windows)
Brochures afdrukken (Mac OS X)
Hoofdstuk 2
40 Afdrukken
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op
elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer
voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
HP
ePrint voor meer informatie.
Brochures afdrukken (Windows)
Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd
om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
Hulpprogramma's
printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op
de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-
wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
Brochures afdrukken 41
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
Papiersoort: de juiste soort brochurepapier
Kwaliteit:Normaal of Optimaal
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen
Gebruik geen enveloppen met de volgende kenmerken:
zeer gladde afwerking
zelfklevende randen, sluitingen of vensters.
dik, onregelmatig of gekrulde hoeken
gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde gedeelten
Zorg ervoor dat de vouwen in de enveloppen die u in de printer plaatst, scherp zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de
documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Afdrukken op enveloppen (Windows)
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit de
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2
42 Afdrukken
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op
elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer
voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
HP
ePrint voor meer informatie.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Foto's afdrukken 43
4. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal
het juiste type fotopapier.
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu
Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde
en selecteert u een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's
af te drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in
grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende
patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto´s afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
Papiersoort: Het juiste type fotopapier
Kwaliteit:Optimaal of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
Hoofdstuk 2
44 Afdrukken
7. Wijzig indien nodig de opties voor foto's en kleuren:
a. Klik op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste opties
onder Foto herstellen:
Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherpgesteld; de
scherpte van de afbeelding wordt enigszins aangepast.
b. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op Grijswaarde in het
vervolgkeuzemenu Kleur en selecteert u vervolgens een van de volgende
opties:
Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
Alleen zwarte printcartridge: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te
drukken in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door
verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een
korrelig beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenapparaat
U kunt bovendien een USB-opslagapparaat (zoals een geheugenpen of draagbare
vaste schijf) aansluiten op de USB-poort aan de achterkant van de printer.
Zie
Geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie over het gebruik van
geheugenapparaten.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer
bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat
beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het
statuslampje niet knippert.
Geselecteerde foto's afdrukken
Opmerking Deze functie is alleen beschikbaar als het geheugenapparaat geen
DPOF-inhoud bevat.
1. Plaats het geheugenapparaat in de juiste sleuf van de printer. Op het scherm van
het bedieningspaneel verschijnt het fotoscherm.
2. Raak Weergeven & afdrukken aan. De foto's worden weergegeven.
3. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel voor het selecteren, bewerken en
afdrukken van de foto's.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het
papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een
aangepast papierformaat.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat 45
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Speciale papierformaten definiëren vanuit de
beeldbewerkingssoftware van HP is alleen beschikbaar op Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie
voor instructies
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Pagina-instelling en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd
in het pop-upmenu Formaat voor.
-of-
Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken in het menu Bestand op
Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
Hoofdstuk 2
46 Afdrukken
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu
Papierformaat.
Opmerking Als u geen opties ziet,in het dialoogvenster Afdrukken, klik dan
op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op
Details weergeven.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een
naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges
in, indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.
Documenten zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is
ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in
een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat
het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om
de instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop
Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klik
vervolgens op OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten zonder rand afdrukken 47
Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
3.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer een papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende
instellingen:
Papiersoort: De juiste papiersoort
Kwaliteit:Optimaal of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Zorg dat het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naastKleurenopties en selecteer
de juiste Photo Fix-opties:
Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding.
Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherp gesteld; de scherpte van
de afbeelding wordt enigszins aangepast.
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
HP ePrint
Met HP ePrint kunt u overal en op elk gewenst moment afdrukken vanaf mobiele
apparaten met een e-mailverbinding zoals mobiele telefoons en netbooks, andere
mobiele apparaten of traditionele desktops met een e-mailclient. Met de service van uw
mobiele apparaat en de webservices van de printer kunt u documenten afdrukken op
een printer die naast u staat of die zich bijvoorbeeld duizend kilometer verderop
bevindt.
Als u de HP ePrint-service wilt gebruiken, hebt u het volgende nodig:
Een printer waarop HP ePrint is ingeschakeld en die is verbonden met internet
(via een Ethernet-kabel of een draadloze verbinding)
Een apparaat waarmee e-mailberichten kunnen worden verstuurd en ontvangen
Hoofdstuk 2
48 Afdrukken
Volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer om de Webservices van de
printer in te schakelen en in te stellen. Zie
www.hp.com/go/ePrintCenter voor meer
informatie.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Opmerking Voor dubbelzijdig afdrukken moet een accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
Tip U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven genummerde
pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de even
genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie
Installeer het
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). voor meer
informatie.
3. Zorg dat het document is geopend, klik op Afdrukken in het menu Bestand en
selecteer vervolgens onder de opties voor Dubbelzijdig afdrukken op het
tabblad Indeling de optie Over lange zijde omslaan of de optie Over korte
zijde omslaan.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct wordt geplaatst. Zie
Installeer het
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexmodule). voor meer
informatie.
3. Selecteer een papierformaat:
a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Pagina-
instelling.
Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap
4.
b. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
4. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
5. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) 49
6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
aanwezig).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor
dubbelzijdig afdrukken selecteren.
7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden,
en klik op de juiste bindopties voor het document.
-of-
Klik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het
document in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2
50 Afdrukken
3 Scannen
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere
originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een
map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij
de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een
computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via
TWAIN en WIA op computers die werken met MAC OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de door HP
aanbevolen software hebt geïnstalleerd.
Tip Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van
documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een origineel scannen
Scannen met Webscan
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Een origineel scannen
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de
printer of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software
die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken
voordat u scant. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken
voor u scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op
de glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen naar een computer
Scannen naar een geheugenkaart
Scannen 51
Scannen naar een computer
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Opmerking Als uw printer is aangesloten op een netwerk en u scant naar een
Windows-computer moet u, voor u scant vanaf het bedieningspaneel, scannen
vanaf software inschakelen. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start,
selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-
printer en selecteer vervolgens de optie voor uw HP-printer.. Dubbelklik op
Scantaken, dubbelklik op Scannen naar computer en klik vervolgens op
Inschakelen.
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3. Raak Documenttype aan om het documenttype te selecteren dat u wilt opslaan.
Raak Resolutie aan om de instelling van de scanresolutie te wijzigen.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-scansoftware
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer
en selecteer vervolgens HP Scan.
Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP scans 3. U vindt dit pictogram
in de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste
niveau van de harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als
bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren,
plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele
andere documenten bewerken. Zie
Documenten scannen als bewerkbare tekst
voor meer informatie.
Hoofdstuk 3
52 Scannen
Scannen naar een geheugenkaart
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een
geheugenkaart scannen zonder een computer of de HP-software die bij de printer is
geleverd, te gebruiken.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van
de printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Een geheugenkaart plaatsen. Zie
Geheugenapparaat plaatsen voor meer
informatie.
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Zie
Documenten scannen als bewerkbare
tekst voor meer informatie.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en
documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is beschikbaar ook al is er op uw computer geen printersoftware
geïnstalleerd.
Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Opmerking Als u Webscan niet kunt openen in de EWS, is deze optie wellicht
uitgeschakeld door uw netwerkbeheerder. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor meer
informatie.
Een scan maken met Webscan
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig
eventueel de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Zie
Documenten scannen als bewerkbare
tekst voor meer informatie.
Scannen met Webscan 53
Documenten scannen als bewerkbare tekst
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee
kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Text (.txt) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
of
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens
Doorzoekbare PDF (.pdf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
Hoofdstuk 3
54 Scannen
Mac OS X
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu
Indeling.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in
het pop-upmenu Indeling.
7. Klik op Bewaar.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan
converteren:
Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADI-venster schoon is.
Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof
op de glasplaat of het ADI-venster mogelijk ook gescand waardoor de software
het document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADI, moet het
origineel in de ADI worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner,
moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de
rechterkant van de glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
Een origineel
op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed
kan converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
De tekst is te klein.
De structuur van het document is te complex.
Documenten scannen als bewerkbare tekst 55
De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die
door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden
gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld
worden weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare
tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een
optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de
snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac
OS X de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het
oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale
tekst (zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak
uit het oorspronkelijke document, selecteert u Rich Text Format (bijvoorbeeld
Rich Text (.rtf) of RTF) of een doorzoekbare PDF-indeling (Doorzoekbaar PDF
(.pdf) of PDF-doorzoekbaar).
Hoofdstuk 3
56 Scannen
4 HP Digital Solutions
De printer omvat een verzameling digitale oplossingen die u kunnen helpen om uw
werk te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Deze digitale oplossingen omvatten het
volgende:
HP Directe digitale overdracht (inclusief Scannen naar netwerkmap en Naar e-
mail scannen)
HP Digitale fax (inclusief Fax verzenden naar netwerkmap en Fax verzenden
naar e-mail)
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail
worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro
8600 Premium.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Wat zijn HP Digital Solutions?
Vereisten
Set up HP Digital Solutions
De HP Digital Solutions gebruiken
Wat zijn HP Digital Solutions?
HP Digital Solutions zijn hulpprogramma's die worden meegeleverd met deze printer
en die u kunnen helpen om uw productiviteit op kantoor te verbeteren.
HP Direct digitaal archief
HP Directe digitale overdracht biedt krachtige scanmogelijkheden voor kantoor en ook
belangrijke veelzijdige mogelijkheden voor het beheer van documenten voor meerdere
gebruikers via een netwerk. Met HP Directe digitale overdracht kunt u gewoon naar uw
printer lopen, een knop op het bedieningspaneel van de printer aanraken en
documenten rechtstreeks naar een map op de computer scannen of snel delen met
collega's in de vorm van e-mailbijlagen. En dat allemaal zonder dat u extra
scansoftware hoeft te gebruiken.
Deze gescande documenten kunnen naar een gedeelde netwerkmap worden
verzonden voor persoonlijke of groepstoegang, of naar een of meer e-mailadressen
wanneer u ze snel wilt delen. Daarnaast kunt u ook specifieke scaninstellingen
configureren voor elke scanbestemming waardoor u zeker bent dat de beste
instellingen voor iedere specifieke taak worden gebruikt.
HP Digital Fax
Verlies nooit meer belangrijke faxberichten die u hebt misplaatst in een stapel papier!
Met HP Digitale fax kunt u binnenkomende zwart-witfaxen in een computermap in uw
netwerk op de computer opslaan, zodat u gemakkelijk kunt delen en bewaren. Faxen
kunnen ook worden doorgestuurd via e-mail, wat u de mogelijkheid biedt om ook als u
niet op kantoor bent, op elke gewenste locatie belangrijke faxen te ontvangen.
HP Digital Solutions 57
Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee
bespaart u geld op papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval.
Vereisten
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt voordat u HP Digital Solutions instelt:
Voor alle HP Digital Solutions
Een netwerkverbinding
De printer kan zijn verbonden via een draadloze verbinding of met een Ethernet-
kabel.
Opmerking Als de printer is verbonden met een USB-kabel, kunt u
documenten scannen naar een computer of scans als bijlagen aan een e-
mailbericht koppelen met de HP-software. Zie
Een origineel scannen voor
meer informatie. U kunt faxen ontvangen op de computer met Faxen naar pc
of Faxen naar Mac. Zie
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP
Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) voor meer informatie.
De HP-software
HP raadt u aan om HP Digital Solutions te configureren met behulp van de HP-
software die bij de printer is geleverd.
Tip Als u HP Digital Solutions wilt configureren zonder de HP-software te
installeren, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Voor Scannen naar netwerkmap, Fax naar netwerkmap
Een actieve netwerkverbinding. U moet zijn aangesloten op het netwerk.
Een bestaande, gedeelde Windows-map (SMB)
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over
het zoeken van de computernaam.
Het netwerkadres voor de map
Op computers met Windows zijn netwerkadressen gewoonlijk in volgend formaat
geschreven: \\mijnpc\gedeeldemap\
De naam van de computer waarin de map is opgenomen.
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie over
het zoeken van de computernaam.
De juiste bevoegdheden voor de gedeelde map
U moet over de schrijfrechten naar de map beschikken.
Een gebruikersnaam en wachtwoord voor de gedeelde map (indien nodig)
Bijvoorbeeld, de Windows of Mac OS X gebruikersnaam en het wachtwoord dat
wordt gebruikt om zich aan te melden op het netwerk.
Opmerking HP Direct digitaal archief ondersteunt Active Directory niet.
Voor Scannen naar e-mail, Fax naar e-mail
Hoofdstuk 4
58 HP Digital Solutions
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail
worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro
8600 Premium.
Een geldig e-mailadres
Uitgaande SMTP-serverinformatie
Een actieve internetaansluiting.
Als u Scannen naar e-mail of Faxen naar e-mail instelt op een computer waarop
Windows wordt uitgevoerd, kan de installatiewizard automatisch de e-mailinstellingen
voor de volgende e-mailtoepassingen detecteren:
Microsoft Outlook 2003-2007 (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
Outlook Express (Windows XP)
Windows Mail (Windows Vista)
Mozilla Thunderbird (Windows XP, Windows Vista en Windows 7)
Qualcomm Eudora (versie 7.0 and above) (Windows XP en Windows Vista)
Netscape (versie 7.0) (Windows XP)
Als uw e-mailtoepassing hierboven echter niet wordt weergegeven, kunt Scannen naar
e-mail en Faxen naar e-mail nog steeds instellen en gebruiken als uw e-mailtoepassing
voldoet aan de vereisten die in dit onderdeel worden opgesomd.
Set up HP Digital Solutions
U kunt de HP Digital Solutions configureren met de HP-software die bij de printer wordt
geleverd. U kunt daarvoor de wizards gebruiken die u kunt openen vanuit de HP-
printersoftware (Windows) of het HP-hulpprogramma (Mac OS X).
Tip U kunt ook de EWS (geïntegreerde webserver) van de printer gebruiken om
HP Digital Solutions te configureren. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie over het gebruiken van de EWS.
Opmerking Als u de printer gebruikt in een IPv4-netwerkomgeving moet u de
digitale oplossingen met behulp van de EWS installeren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Set up HP Direct Digital Filing
Set up HP Digital Fax
Set up HP Direct Digital Filing
Als u HP Directe digitale overdracht wilt configureren, volgt u de aanwijzingen op die in
uw situatie van toepassing zijn.
Opmerking U kunt deze stappen later ook toepassen voor het wijzigen van
instellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Scannen-naar-netwerkmap instellen
Scannen-naar-e-mail instellen
Set up HP Digital Solutions 59
Scannen-naar-netwerkmap instellen
U kunt maximaal 10 doelmappen configureren voor elke printer.
Opmerking Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map
die u gebruikt op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U
kunt geen map maken vanaf het bedieningspaneel van het HP-apparaat. Zorg er
ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u lees- en schrijftoegang hebt
tot de map. Meer informatie over het aanmaken van mappen op het netwerk en het
instellen van mapvoorkeuren vindt u in de documentatie van het besturingssysteem
van uw computer.
Nadat u Scannen naar netwerkmap hebt geconfigureerd, wordt de configuratie door de
HP-software automatisch op de printer opgeslagen.
Als u Scannen naar netwerkmap wilt configureren, voert u de volgende stappen uit
voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Start de HP-printersoftware. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Scannen naar
netwerkmap.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking Nadat u doelmappen hebt gemaakt, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer gebruiken om de scaninstellingen voor deze mappen aan
te passen. Zorg ervoor dat in het laatste venster van de wizard Scannen naar
netwerkmap het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is
ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in
de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
Geïntegreerde
webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Scannen naar netwerkmap onder het gedeelte Scaninstellingen en
volg de instructies op het scherm.
Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Netwerkmappen instellen.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar
behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Netwerkmap.
Hoofdstuk 4
60 HP Digital Solutions
Scannen-naar-e-mail instellen
U kunt de printer gebruiken om documenten te scannen en deze als bijlagen naar een
of meer e-mailadressen te verzenden, zonder dat u daarvoor extra scansoftware nodig
hebt. U hoeft geen bestanden van uw computer in te scannen en die vervolgens in e-
mailberichten bij te sluiten.
Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Als u de functie Scannen naar e-mail wilt gebruiken, voert u deze voorbereidende
stappen uit:
Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Configureer het e-mailadres dat verschijnt in het gedeelte VAN in het e-mailbericht dat
door de printer wordt verstuurd. U kunt maximaal 10 profielen voor uitgaande e-mail
toevoegen. U kunt de HP-software die op uw computer is geïnstalleerd, gebruiken om
deze profielen te maken.
Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Beheer de lijst van mensen naar wie u e-mailberichten kunt verzenden vanaf de
printer. U kunt maximaal 15 -e-mailadressen van contactpersonen toevoegen, plus de
corresponderende namen. U kunt ook e-mailgroepen maken. Voor het toevoegen van
e-mailadressen moet u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Configureer de overige e-mailopties
U kunt de standaardtekst voor onderwerp en hoofdtekst configureren voor alle e-
mailberichten die vanaf de printer worden verzonden. Voor het configureren van deze
opties moet u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken.
Stap 1: Stel de profielen voor uitgaande e-mail in
Als u het profiel voor uitgaande e-mail wilt instellen dat wordt gebruikt door de printer,
voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Start de HP-printersoftware. Zie
Werkset (Windows) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik daarna op Wizard Scannen naar e-
mail..
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Nadat u het profiel voor uitgaande e-mail hebt ingesteld, kunt u met
de geïntegreerde webserver van de printer meer profielen voor uitgaande e-mail
toevoegen, e-mailadressen aan het e-mailadresboek toevoegen en andere e-
mailopties configureren. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver automatisch
wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard
Scannen naar e-mail het selectievakje Geïntegreerde webserver starten na
voltooiing is ingeschakeld. Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde
webserver in de standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Set up HP Digital Solutions 61
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Scannen-naar-e-mail.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar
behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Profielen voor
uitgaande e-mail.
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Profielen voor uitgaande
e-mail.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op
Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar
behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de Lijst profielen voor
uitgaande e-mail.
Stap 2: Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek
Als u e-mailadressen aan het e-mailadresboek wilt toevoegen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailadresboek.
3. Klik op Nieuw als u één e-mailadres wilt toevoegen.
-Of-
Klik op Groep als u een e-maildistributielijst wilt maken.
Opmerking Voordat u een e-maildistributielijst kunt maken, moet u al ten
minste één e-mailadres aan het e-mailadresboek hebben toegevoegd.
4. Volg de instructies op het scherm. Het item wordt aan het E-mailadresboek
toegevoegd.
Opmerking De namen van contactpersonen verschijnen op het
bedieningspaneel van de printer en in uw e-mailprogramma.
Stap 3: Configureer de overige e-mailopties
Als u de overige e-mailopties wilt configureren (zoals de standaardtekst voor het
onderwerp en het bericht zelf in alle e-mailberichten die worden verzonden vanaf de
Hoofdstuk 4
62 HP Digital Solutions
printer, en de scaninstellingen die worden gebruikt voor het verzenden van e-mail
vanaf de printer), voert u de volgende stappen uit:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailopties.
3. Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
Set up HP Digital Fax
Met HP Digital Fax ontvangt de printer automatisch faxen, die vervolgens rechtstreeks
worden opgeslagen in een netwerkmap (Fax naar netwerkmap) of worden
doorgestuurd als e-mailbijlagen (Fax naar e-mail).
Opmerking U kunt HP Digitale fax configureren voor het gebruik van Fax
verzenden naar netwerkmap of van Fax naar e-mail. You cannot use both at the
same time.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF- (Tagged Image File Format) of PDF-
bestanden.
Let op HP Digital Fax is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwart-
witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van opgeslagen.
Windows
1. Start de HP-printersoftware.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking Nadat u HP Digital Fax hebt ingesteld, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer gebruiken om de instellingen van HP Digital Fax te
bewerken. Als u wilt dat de geïntegreerde webserver automatisch wordt gestart,
moet u ervoor zorgen dat in het laatste venster van de wizard Digital Fax Setup het
selectievakje Geïntegreerde webserver starten na voltooiing is ingeschakeld.
Wanneer u op Voltooien klikt, wordt de geïntegreerde webserver in de
standaardbrowser van uw computer weergegeven. Zie
Geïntegreerde webserver
voor meer informatie over de geïntegreerde webserver.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Digitaal faxarchief.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om
te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
Set up HP Digital Solutions 63
Ingebouwde webserver (EWS)
1. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Fax naar e-mail/
netwerkmap.
2. Volg de instructies op het scherm.
3. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om
te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
De HP Digital Solutions gebruiken
Als u de HP Digital Solutions wilt gebruiken die beschikbaar zijn voor de printer, volgt u
de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn.
HP Scannen-naar-netwerkmap gebruiken
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en raak vervolgens Netwerkmap aan.
3. Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de naam van de map die u
wilt gebruiken.
4. Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5. Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het
netwerkverkeer en de verbindingssnelheid.
Naar e-mail scannen gebruiken
Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en raak vervolgens E-mail aan.
3. Op het scherm van het bedieningspaneel selecteert u de naam die
correspondeert met het profiel voor uitgaande e-mail dat u wilt gebruiken.
4. Voer de pincode in indien dit wordt gevraagd.
5. Selecteer het AAN-adres (de e-mailontvanger) of voer een e-mailadres in.
6. Voer het ONDERWERP voor het e-mailbericht in of wijzig het.
7. Pas eventueel scaninstellingen aan en druk dan op Start scannen.
Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het
netwerkverkeer en de verbindingssnelheid.
Hoofdstuk 4
64 HP Digital Solutions
HP Digital Fax gebruiken
Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt,
standaard afgedrukt en vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming.
Hiervoor wordt de door u opgegeven netwerkmap of het door u opgegeven e-mailadres
gebruikt:
Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, wordt dit proces op de
achtergrond uitgevoerd. HP Digital Fax meldt u niet wanneer faxen worden
opgeslagen in de netwerkmap.
Als u gebruik maakt van Fax naar e-mail en als uw e-mailprogramma u meldt
wanneer er nieuwe berichten zijn in uw postvak IN, kunt u zien wanneer u nieuwe
faxberichten hebt ontvangen.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
De HP Digital Solutions gebruiken 65
5Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei
papiersoorten- en formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het
kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen
verminderen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen
Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal
plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats uw origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of met de
bedrukte kant omhoog in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat
van de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die
wordt aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Zie
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
5. Raak Start, Zwart of Start, Kleur aan om de kopieertaak te starten.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de functie Start, Zwart een
zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Start, Kleur geeft een
kleurenkopie van het kleurenorigineel.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
Aantal kopieën
Kopieerformaat
Soort kopieerpapier
Kopieersnelheid en kwaliteit
66 Kopiëren
Instellingen lichter/donkerder
Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de
instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Breng wijzigingen aan in de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen
aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Als standaard instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
Kopieerinstellingen wijzigen 67
6Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief
kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en
snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar
veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal
faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de
faxen die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint
met faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het
bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het
bedieningspaneel uit te voeren. Zie
Installatie testfax voor meer informatie over de
faxtest.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een fax verzenden
Een fax ontvangen
Snelkiescodes installeren
Faxinstellingen wijzigen
Faxen en digitale telefoonservices
Fax over internetprotocol (FoIP)
Rapporten gebruiken
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel
van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook
handmatig een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze
wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een standaardfax verzenden
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Een fax verzenden vanuit het geheugen
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in
kleuren van een of meer pagina's verzenden.
68 Fax
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn
verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van
handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze
functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt
betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u *
herhaaldelijk aan totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax
wijzigen.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te
drukken en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden,
maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding
of uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een
werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het
installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of
als kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Printereigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing
heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer
of Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Een fax verzenden 69
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig
eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De
printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer met “(Fax)” in de naam.
4. Selecteer Faxgegevens in het pop-upmenu.
Opmerking Indien u het pop-upmenu niet kunt vinden, probeer dan op het
blauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5. Voer het faxnummer en andere gegevens in de desbetreffende vakjes in.
Tip Als u een kleurenfax wilt versturen, selecteert u Faxopties in het pop-
upmenu en klikt u daarna op Kleur.
6. Selecteer eventuele andere gewenste faxopties en klik vervolgens op Fax. Het
faxnummer wordt gedraaid en het document wordt gefaxt.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax
verzendt. Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax
wilt toesturen voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig
verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via
de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart
gebruiken voor het verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de
ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als
een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de
fax verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het
apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de
ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer
is aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het
bedieningspaneel van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U
moet het toetsenbord op de telefoon gebruiken om het nummer van de
ontvanger te kiezen.
Hoofdstuk 6
70 Fax
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat
u de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de
faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om
de fax te verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start
kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt
u tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende
faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op
dat moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met
uw gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel
van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax
verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische
aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt
u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Als u een belkaart gebruiken en u de pincode van de belkaart niet snel
genoeg invoert, begint de printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden,
waardoor uw pincode niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval
is, kunt u een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan.
Zie
Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel
van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is
geplaatst, hoort u een kiestoon.
Een fax verzenden 71
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord
op het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw
pincode als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram
(Snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het
snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het
geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te
bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in
het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot
stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Als de pagina's door de printer in
het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade van de
documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
5. Raak Fax starten aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als
het ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de
fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de
gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
Hoofdstuk 6
72 Fax
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok, raak AM of PM aan en
selecteer vervolgens Gereed.
5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
6. Raak Fax starten aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm
weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
- OF -
Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een
groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat leggen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan en selecteer vervolgens
de groep ontvangers.
3. Raak Start, Zwart aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep
snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de
fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is,
wordt de fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer
bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor
Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord.
Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende
nummer gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Een fax verzenden 73
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen
door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te
verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten
blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen
verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de
gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM
uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor
lagere kosten kunt accepteren.
Als u ECM uitschakelt, moet u met het volgende rekening houden. Als u ECM
uitschakelt:
De kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen worden
beïnvloed.
•De Faxsnelheid wordt automatisch ingesteld op Normaal.
U kunt geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Ga naar het beginscherm, raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer vervolgens
Installatie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Selecteer Foutcorrectiemodus.
4. Selecteer Aan of Off (Uitschakelen).
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch
antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie
Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal
keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard
instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de
printer niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht
automatisch verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie
Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee
pagina's af.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is
voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Een fax handmatig ontvangen
Backup-faxontvangst instellen
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Een fax opvragen voor ontvangst
Faxen doorsturen naar een ander nummer
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
Hoofdstuk 6
74 Fax
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
Ongewenste faxnummers blokkeren
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc
en Faxen naar Mac)
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er
faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is
geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen
gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden
uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen
beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender
dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt
te werk:
a. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of
aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Backup-faxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle
ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de
printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te
slaan.
Voor back-upfaxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar:
Aan Dit is de standaardinstelling. Als Backup-faxontvangst Aan is, slaat de
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u
tot acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog
in het geheugen zijn opgeslagen.
Een fax ontvangen 75
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste,
afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen.
Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer
gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen
opgeslagen.
Alleen bij fouten Faxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen
als de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken
(bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De printer blijft
faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het
geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van
inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen
die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en
vervolgens uit het geheugen verwijderd.
Off (Uitschakelen) Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille
van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan
afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt,
worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder
eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl
de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de
afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het
Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek
wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak Aan, Alleen bij fouten of Off (Uitschakelen) aan.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen
faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout
is op het apparaat.
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen
overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen
faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas
ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het
kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen
wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatste
ontvangen berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan
Hoofdstuk 6
(vervolg)
76 Fax
bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt
bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
3. Raak Hulpprogramma's of Faxhulpprogramma's aan en selecteer
vervolgensFaxen in het geheugen opnieuw afdrukken.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn
ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen,
raakt u de knop
(knop Annuleren) aan.
Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te
verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst
gebruikt, wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het
faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen
en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven
van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een
beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg
dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de
standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet
ontvangen.
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxinstellingen of Andere methoden.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander
faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt
een werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het
faxapparaat de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Kies Installatie.
2. Raak Faxinstellingen of Fax instellen aan en selecteer vervolgens
Geavanceerde faxinstellingen.
3. Raak Fax doorsturen aan.
Een fax ontvangen 77
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te
sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het
opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax
afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van
foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee
de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk
van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd,
einddatum en eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het
telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor
het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te
selecteren in het menu Fax doorsturen.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde
papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een
fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een
foutbericht op het scherm. Plaats papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak
vervolgens OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel
van de printer
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax
binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is
standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien
mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is
uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede
pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat
ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Hoofdstuk 6
78 Fax
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning,
kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die
afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de
printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te
stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een
nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het
maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund. Als de
functie niet wordt ondersteund in uw land/regio, komt de optie
Faxnummerblokkering niet voor in het menu Faxopties of Faxinstellingen.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt
verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de
telefoonmaatschappij.
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde
faxnummers toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Raak Configuratie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen
te blokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's,
selecteert u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of -
Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw
nummer invoeren aan.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het
scherm van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het
kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen
verschillend zijn.
Een fax ontvangen 79
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit
de lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering of
Faxnummerblokkering instellen aan.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde
ongewenste faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en raak vervolgens Lijst ongewenste faxen
aan.
Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc
en Faxen naar Mac)
Als de printer op uw computer is aangesloten met een USB-kabel, kunt u HP Digital
Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te
ontvangen en faxen direct op uw computer op te slaan. Met Fax naar pc en Fax naar
Mac kunt u eenvoudig digitale versies van uw faxen opslaan en hebt u niet meer met
grote stapels papier te maken.
Opmerking Als de printer is verbonden met een netwerk via een Ethernet-kabel
of draadloze verbinding, kunt u in plaats daarvan HP Digital Fax gebruiken. Zie
HP
Digital Solutions voor meer informatie.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax
is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map
waarin de fax is opgeslagen.
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt:
XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de
datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
Opmerking Fax naar pc en Fax naar Mac is alleen beschikbaar voor het
ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van
opgeslagen op de computer.
Hoofdstuk 6
80 Fax
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
De beheerderscomputer (waarmee de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac
is geactiveerd), moet altijd aan staan. Er kan maar één computer fungeren als de
beheerderscomputer voor Fax naar pc of Fax naar Mac.
De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan
staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als
de computer in de slaapstand staat.
Er moet papier in de invoerlade zijn geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de Digital Fax Setup
Wizard gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u
het HP-hulpprogramma gebruiken.
Faxen naar pc instellen (Windows)
1. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP printer.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van
HP.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment
bijwerken vanuit de Digital Fax Setup Wizard. U kunt de instellingen voor het faxen
naar de Mac bijwerken vanaf het HP-hulpprogramma.
Een fax ontvangen 81
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen,
uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens
Faxen naar pc aan.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is
geconfigureerd om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Faxen naar
pc of Faxen naar Mac in te schakelen.
Disable Fax Print (Afdrukken van faxen uitschakelen): Kies deze optie als
u faxen wilt afdrukken zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken
uitschakelt, worden kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP printer.
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard.
3. Volg de instructies op het scherm.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op Toepassingen op de werkbalk van het HP hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens
Faxen naar pc aan.
3. Raak Uitschakelen aan.
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Zo kunt u snel
nummers via het bedieningspaneel van de printer kiezen.
Hoofdstuk 6
82 Fax
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het
bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die
beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt
geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie
Hulpprogramma's
printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
Snelkiesnummers verwijderen
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens een niet-
gebruikt nummer aan.
4. Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens het
snelkiesnummer aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u
Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
5. Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en
raakt u vervolgens Gereed aan.
Snelkiescodes installeren 83
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de (rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
4. Raak de snelkiesnummers aan die u in de snelkiesgroep wilt opnemen en raak
vervolgens OK aan.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Selecteer Snelkiesgroep en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen,
raakt u de snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u
vervolgens OK aan.
5. Als u de naam van de snelkiesgroep wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en
raakt u vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers verwijderen
Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
3. Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt
verwijderen en raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
Opmerking Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke
snelkiesnummers niet verwijderd.
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
Hoofdstuk 6
84 Fax
3. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan.
4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan.
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt
u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties
configureren.
Het faxkopschrift instellen
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Het kiessysteem instellen
Opties opnieuw kiezen instellen
De faxsnelheid instellen
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt
boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door
de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel
ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift
wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Klaar aan.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden
beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen
automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door
de printer beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt
ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
Faxinstellingen wijzigen 85
De antwoordmodus instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en raak vervolgens Aan of Uit aan.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel
belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is
aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de
telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor
beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal
belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen.
(Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling
beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de
printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht
opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de
(pijl omhoog) of de (pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te
wijzigen.
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één
telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen
specifieke rinkelsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan
elk telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor
het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een
faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het
specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax
ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent
de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke
belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Hoofdstuk 6
86 Fax
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle
beltonen.
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel
met het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te
beantwoorden.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
3. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan
om verder te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen.
-of-
Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het
bedieningspaneel van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan
detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt
het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer
oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling
is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met
toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en raak vervolgens Toon- of pulskiezen aan.
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet
antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Faxinstellingen wijzigen 87
instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen
gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is
Aan.
Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De
fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen aan
en selecteer de gewenste opties.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
Een Internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over Internet-protocol (FoIP)
Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en
ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel v.34 (33600 baud)
Normaal v.17 (14400 baud)
Langzaam v.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Faxsnelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Hoofdstuk 6
88 Fax
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te
maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3. Raak Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende
services:
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw
printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over
Internet-protocol (FoIP) genoemd. Zie
Fax over internetprotocol (FoIP) voor meer
informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele
analoge telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals
DSL/ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de
conversie van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of
providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters
voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen
rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-opties
zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de
mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet.
Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt
aangeboden) als u:
samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook
analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Fax over internetprotocol (FoIP) 89
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die
is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem
is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u
proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error
Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus
echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meet verzenden of ontvangen. Zie
De
faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden
nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking Vanuit het bedieningspaneel of de software van HP kunt u de
geschatte inktniveaus controleren als de rapporten niet leesbaar zijn. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkop en inktcartridges in goede staat verkeren en
goed zijn geïnstalleerd. Zie
Werken met printcartridges voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Foutrapporten voor faxen afdrukken
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
Het faxlogboek wissen
Druk de details van de laatste faxtransactie af.
Een rapport beller-ID's afdrukken
De belgeschiedenis weergeven
Hoofdstuk 6
90 Fax
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u
onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat
verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Off (Uitschakelen). Dit betekent dat de
geen bevestigingsrapport afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het
bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax
verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant
om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen
gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
Off
(Uitschakelen)
Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten
verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax
verzenden)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Aan (Fax
ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
ontvangt.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Faxrapporten aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt
als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
Rapporten gebruiken 91
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Off
(Uitschakelen)
Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax
verzenden)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de
standaardinstelling.
Aan (Fax
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en
verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en raak vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxlogboek aan.
Het faxlogboek wissen
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen
zijn opgeslagen, verwijderd.
Het faxlogboek wissen
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak Hulpprogramma's aan.
-of-
Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxhulpprogramma's aan.
3. Raak Faxlogboek wissen aan.
Druk de details van de laatste faxtransactie af.
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie.
Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Laatste transactie aan.
Hoofdstuk 6
92 Fax
Een rapport beller-ID's afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna Configuratie.
2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Rapport Beller-ID's aan.
De belgeschiedenis weergeven
Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te
geven.
Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt de
geschiedenis alleen weergeven op het scherm van het bedieningspaneel van de
printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Raak de
(rechterpijl:) aan en raak daarna Fax aan.
2.
Raak
(Belgeschiedenis) aan.
Rapporten gebruiken 93
7 Webservices
De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang
krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder
rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet
verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze
webfuncties niet gebruiken als de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Wat zijn webservices?
Webservices configureren
Werken met webservices
Webservices verwijderen
Wat zijn webservices?
De printer bevat de volgende webservices:
HP ePrint
Printer Apps
HP ePrint
HP ePrint is een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie
documenten kunt afdrukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint. Het is zo
eenvoudig als een e-mail sturen naar het e-mailadres dat is toegekend aan uw printer
wanneer u Webservices op de printer activeert. Er zijn geen speciale
stuurprogramma's of software nodig. Als u een e-mail kunt versturen, kunt u met HP
ePrint vanaf elke locatie documenten afdrukken.
Zodra u zich hebt geregistreerd voor een account op ePrintCenter kunt u zich
aanmelden om uw HP ePrint taakstatus te bekijken, uw HP ePrint printerwachtrij te
beheren, in te stellen wie uw e-mailadres voor de HP ePrint printer mag gebruiken om
af te drukken en hulp voor HP ePrint te krijgen.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken,
rechtstreeks via uw printer. U kunt ook uw documenten digitaal scannen en opslaan op
internet.
Printer Apps bevatten een grote variëteit aan inhoud, van winkelbonnen tot
familieactiviteiten, nieuws, reizen, sport, recepten, foto's, en nog veel meer. U kunt ook
online afbeeldingen bekijken en afdrukken vanaf populaire fotosites.
Bij bepaalde Printer Apps kunt u ook de levering van de Apps-inhoud naar uw printer
plannen.
94 Webservices
Dankzij vooraf opgemaakte inhoud die specifiek voor uw printer is ontworpen, krijgt u
geen afdrukken waarbij stukken tekst of afbeeldingen zijn afgesneden of extra pagina's
met slechts één regel tekst. Bij sommige printers kunt u ook instellingen voor papier en
afdrukkwaliteit kiezen in het afdrukvoorbeeldvenster.
En dit alles zonder zelfs uw computer aan te zetten!
Webservices configureren
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren.
Opmerking Controleer voordat u webservices gaat configureren of u met internet
bent verbonden via een vaste (Ethernet) of draadloze verbinding.
Webservices configureren via de printersoftware van HP
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver
Webservices configureren via de printersoftware van HP
Met de printersoftware van HP die bij uw printer is geleverd, kunt u niet alleen de
belangrijkste printerfuncties inschakelen, maar ook de webservices configureren. Als u
de webservices niet hebt geconfigureerd toen u de software van HP op de computer
hebt geïnstalleerd, kunt u de webservices alsnog met de software configureren.
Voert de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem als u webservices wilt
configureren:
Windows
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, klik op de map voor uw HP printer en selecteer
vervolgens het pictogram met de printernaam.
2. Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint
configureren.
De ingebouwde webserver van de printer wordt geopend.
3. Klik op het tabblad Webservices op Configureren in het gedeelte Instellingen
voor webservices.
4. Klik op Gebruiksvoorwaarden accepteren en webservices inschakelen en
klik vervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja zodat automatisch op updates voor de printer wordt gecontroleerd en
productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
6. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
Mac OS X
Met de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) kunt u webservices in Mac
OS X configureren en beheren. Zie
Webservices configureren via de
geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Webservices configureren 95
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u webservices eenvoudig configureren en
beheren.
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
(Apps) of (HP ePrint) aan.
3. Klik op Accepteren om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te
accepteren en deze in te schakelen.
4. Klik in het scherm Automatische update op Ja zodat automatisch op updates
voor de printer wordt gecontroleerd en productupdates automatisch worden
geïnstalleerd.
5. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in:
a. Raak Proxy invoeren aan.
b. Voer de instellingen van de proxyserver in en raak vervolgens Klaar aan.
6. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
Webservices configureren via de geïntegreerde webserver
Met de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) kunt u webservices
configureren en beheren.
Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Webservices op Configureren in het gedeelte Instellingen
voor webservices.
3. Klik op Gebruiksvoorwaarden accepteren en webservices inschakelen en
klik vervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja zodat automatisch op updates voor de printer wordt gecontroleerd en
productupdates automatisch worden geïnstalleerd.
5. Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op het informatieblad voor webservices om de installatie te
voltooien.
Werken met webservices
Hierna wordt beschreven hoe u webservices gebruikt en configureert.
HP ePrint
Printer Apps
HP ePrint
HP ePrint biedt de mogelijkheid om op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten
af te drukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint.
Hoofdstuk 7
96 Webservices
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt om HP ePrint te kunnen gebruiken:
Een computer of mobiel apparaat met internet- en e-mailfuncties
Een printer met HP ePrint waarop webservices is ingeschakeld
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van HP ePrint
instellingen en over de nieuwste functies bezoekt u ePrintCenter
(
www.eprintcenter.com).
Afdrukken met behulp van HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met behulp van HP ePrint:
1. Open uw e-mailtoepassing op uw computer of mobiele apparaat.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de toepassing
voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing op uw
computer of mobiele apparaat.
2. Maak een nieuw e-mailbericht en voeg vervolgens het bestand bij dat u wilt
afdrukken. Zie
Specificaties van webservices en website van HP voor een lijst
met bestanden die kunnen worden afgedrukt met behulp van HP ePrint en de te
volgen richtlijnen bij het gebruik van HP ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in op de regel 'Aan' van het e-mailbericht en
selecteer de optie om het e-mailbericht te verzenden.
Opmerking Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer het enige adres
is op de regel 'Aan' van het e-mailbericht. Als er andere e-mailadressen staan
op de regel 'Aan' worden de bijlagen die u verstuurt, mogelijk niet afgedrukt.
Het e-mailadres van de printer opzoeken
Voer de volgende stappen uit voor het weergeven van het e-mailadres van de HP
ePrint printer:
1.
Ga naar het beginscherm en raak
(HP ePrint) aan.
2. Het e-mailadres van de printer verschijnt op het display.
Tip Druk op Afdrukken om het e-mailadres af te drukken.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.
Ga naar het beginscherm, raak
(HP ePrint) aan en raak vervolgens
Instellingen aan.
2. Raak ePrint aan en raak vervolgens Uit aan.
Opmerking Zie Webservices verwijderen voor het verwijderen van alle
webservices.
Werken met webservices 97
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken,
rechtstreeks via uw printer.
Printer Apps gebruiken
Om de Printer Apps te gebruiken op uw printer, raakt u op het bedieningspaneel van
de printer Apps aan. Raak daarna de Printer App aan die u wilt gebruiken.
Ga voor meer informatie over afzonderlijke Printer Apps naar (
www.eprintcenter.com).
Printer Apps beheren
U kunt uw Printer Apps beheren via ePrintCenter. U kunt Printer Apps toevoegen,
configureren of verwijderen, of de volgorde wijzigen waarin deze op het display van de
printer worden weergegeven.
Opmerking Als u de Printer Apps wilt beheren via ePrintCenter, maakt u een
account bij ePrintCenter en voegt u uw printer toe. Zie voor meer informatie
(
www.eprintcenter.com.
Printer Apps uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om Printer Apps uit te schakelen:
1.
Ga naar het beginscherm, raak
(HP ePrint) aan en raak vervolgens
Instellingen aan.
2. Raak Apps aan en raak vervolgens Uit aan.
Opmerking Zie Webservices verwijderen voor het verwijderen van alle
webservices.
Webservices verwijderen
Voer de volgende stappen uit om webservices te verwijderen:
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer
(HP ePrint) aan en raak
vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Webservices verwijderen aan.
Hoofdstuk 7
98 Webservices
8 Werken met printcartridges
Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet
u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u
richtlijnen voor het hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van
printcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Tip Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen als u problemen hebt met het
kopiëren van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over printcartridges en de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt
Printcartridges vervangen
Printerbenodigdheden bewaren
Gebruik informatieverzameling
Informatie over printcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-
printcartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
printcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te
vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of
schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als
een of meer printcartridges ontbreken.
Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig
hebt.
Zorg ervoor dat u de printer op de juiste manier uitschakelt. Zie
De printer
uitschakelen voor meer informatie.
Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
printcartridges hebben een langere levensduur.
Werken met printcartridges 99
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de
(Aan/uit-knop). Schakel
de printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort. Zie
De printer
uitschakelen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat u de printcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Verwante onderwerpen
De geschatte inktniveaus bekijken
Onderhoud aan de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het
bedieningspaneel van de printer. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer en Het
bedieningspaneel van de printer gebruiken voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma's. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie
Het printerstatusrapport begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de printer hierom vraagt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de
printer en de cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan
de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed
blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is
gebruikt. Raadpleeg
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt
Voor normaal gebruik is dit product niet ontworpen om af te drukken met alleen de
zwarte cartridge wanneer er geen inkt meer zit in de kleurencartridges.
Uw printer is echter ontworpen om u zolang mogelijk te laten afdrukken wanneer uw
cartridges zonder inkt komen te zitten.
Hoofdstuk 8
100 Werken met printcartridges
Wanneer er voldoende inkt in de printkop zit, zal de printer u aanbieden om enkel
zwarte inkt te gebruiken wanneer een of meer van de kleurencartridges zonder inkt
zitten, en enkel gekleurde inkt wanneer de zwarte cartridge zonder inkt zit.
De hoeveelheid die u kunt afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt is
beperkt, dus houd vervangende inktcartridges gereed wanneer u afdrukt met
enkel zwarte of gekleurde inkt.
Wanneer er niet langer voldoende inkt is om af te drukken, zult u een melding
krijgen dat een of meer cartridges leeg zijn, en zult u de lege cartridges moeten
vervangen voordat u verdergaat met afdrukken.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer
worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn
geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of
meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als u
onlangs een cartridge gedurende een lange tijd uit de printer hebt gelaten, of als
onlangs het papier vastzat en u een slechte afdrukkwaliteit hebt opgemerkt, reinig
dan de printkop. Zie
reinig de printkop voor meer informatie.
Printcartridges vervangen
Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende printcartridges voor de printer hebt, zie dan Inktpatronen
en printkoppen.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit als een of meer
printcartridges ontbreken.
Gebruik deze stappen om de printcartridges te vervangen.
U vervangt de printcartridges als volgt:
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder
gaat.
Printcartridges vervangen 101
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder
deze vervolgens uit de sleuf.
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de printcartridge in de lege
sleuf tot deze stevig vastzit.
Let op Trek niet aan de vergrendelingsgreep van de inktcartridge om de
inktcartridge te installeren. Hierdoor kan de printkop of de inktcartridge
verkeerd geplaatst raken, wat kan leiden tot fouten of problemen met de
afdrukkwaliteit. De vergrendeling moet neerwaarts blijven voor een correcte
installatie van de inktcartridges.
Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde
kleur als de kleur die u installeert.
Hoofdstuk 8
102 Werken met printcartridges
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke printcartridge die u wilt vervangen.
7. Sluit de toegangsklep voor de inktcartridges.
Verwante onderwerpen
Inktpatronen en printkoppen
Printerbenodigdheden bewaren
Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de
toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste
wijze uitschakelen. Zie
De printer uitschakelen voor meer informatie.
Gebruik informatieverzameling
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die
de werking van de printer ondersteunt.
Bovendien wordt in deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid gegevens
verzameld over het gebruik van de printer, waaronder: de datum waarop de cartridge
voor het eerst werd geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd
gebruikt, het aantal pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking,
de gebruikte afdrukstanden, eventuele afdrukfouten en het printermodel. Aan de hand
van deze informatie kan HP in de toekomst betere printers ontwerpen voor de
afdrukbehoeften van klanten.
De gegevens die door de cartridgegeheugenchip worden verzameld, bevatten geen
informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of de
printer te identificeren.
HP verzamelt samples uit de geheugenchips van cartridges die worden teruggestuurd
naar het HP-programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP Planet Partners:
www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze samples worden gelezen en
bestudeerd om toekomstige printers van HP te verbeteren. HP-partners die helpen bij
het recyclen van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een buitenstaander die de cartridge heeft, kan wellicht de anonieme informatie op de
geheugenchip lezen. Als u niet wilt dat deze informatie toegankelijk is, kunt u de chip
onklaar maken. Nadat u de geheugenchip onklaar hebt gemaakt, kan de cartridge niet
meer worden gebruikt in een printer van HP.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze
informatie ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip uit te
schakelen om gebruiksinformatie van de printer te verzamelen.
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
2. Selecteer Voorkeuren en selecteer vervolgens Informatie cartridgechip.
3. Raak OK aan om het verzamelen van gebruiksinformatie uit te schakelen.
Gebruik informatieverzameling 103
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HP-
printer gebruiken.
Hoofdstuk 8
104 Werken met printcartridges
9 Een probleem oplossen
Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen.
Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben
opgelost, probeer dan om een van de volgende ondersteunende services te gebruiken
voor ondersteuning.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
Printerproblemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Problemen met de papierinvoer oplossen
Problemen met het kopiëren oplossen
Scanproblemen oplossen
Faxproblemen oplossen
Problemen met webservices en websites van HP oplossen
HP Digital Solutions-problemen oplossen
Problemen met een geheugenapparaat oplossen
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer
Problemen met het printerbeheer oplossen
Installatieproblemen oplossen
Het printerstatusrapport begrijpen
Onderhoud aan de printkop
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Storingen verhelpen
HP-ondersteuning
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Ga naar de HP-website voor online-ondersteuning op
www.hp.com/go/
customercare. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van
pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen. De
online ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP-
ondersteuning is de meest betrouwbare bron van actuele printerinformatie en
deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen:
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
HP-software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
Een probleem oplossen 105
Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende
problemen
Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert
Zie
Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning
verschillen per printer, land/regio en taal. Zie
Telefonische ondersteuning van HP
voor meer informatie.
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP
gaan op
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en
hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke
printerproblemen. Selecteer uw land/regio wanneer hierom wordt gevraagd en klik
vervolgens op Neem contact op met HP als u contact wilt opnemen met de
technische ondersteuning.
Op deze website vindt u ook technische ondersteuning, stuurprogramma's,
benodigdheden, bestelinformatie en andere opties zoals:
Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
Verstuur HP een e-mailbericht en u krijgt direct antwoord op uw vragen.
On line met een technicus van HP spreken.
Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-software voor Windows of Mac OS X,
die eenvoudige, stapsgewijze oplossingen biedt voor veelvoorkomende
afdrukproblemen. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en
taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld,
zijn van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die
vanaf een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing op
mobiele telefoons.
Zie
www.hp.com/go/customercare voor de meest recente lijst van HP met
ondersteuningstelefoonnummers en informatie over de gesprekskosten. Op deze
website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het
oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP
Klantenondersteuningscentrum.
Hoofdstuk 9
106 Een probleem oplossen
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor Linux-printing. U vindt
alle ondersteuning op volgende website:
https://launchpad.net/hplip. Klik op de
knop Stel een vraag om te beginnen met het ondersteuningsproces.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Ga naar
www.hp.com/go/customercare als u deze besturingssystemen gebruikt. Op deze
website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het
oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voordat u belt
Periode voor telefonische ondersteuning
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Na de periode van telefonische ondersteuning
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit. Zorg dat u de volgende
informatie kunt geven:
Modelnummer
Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
Antwoorden op de volgende vragen:
Doet dit probleem zich vaker voor?
Kunt u het probleem reproduceren?
Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort
voordat dit probleem zich begon voor te doen?
Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaande aan deze
toestand (was er een onweersbui of is de printer verplaatst)?
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille
Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode.
Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
HP-ondersteuning 107
Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers
voor ondersteuning. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van
pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
$IULFD(QJOLVKVSHDNLQJ 
$IULTXHIUDQFRSKRQH 

ﺮﺋﺍﺰﺠﻟﺍ
$UJHQWLQD%XHQRV$LUHV 
$OJ«ULH 
$UJHQWLQD 
$XVWUDOLD 
$XVWUDOLDRXWRIZDUUDQW\ 
VWHUUHLFK 
ﻦﻳﺮﺤﺒﻟﺍ
%HOJL 
3HDN+RXUV೼SP
/RZ+RXUV೼SP
%HOJLTXH 
3HDN+RXUV೼P/RZ+RXUV
೼P
%UDVLO6DR3DXOR 
%UDVLO 
&DQDGD KS
LQYHQW
&HQWUDO$PHULFD7KH
&DULEEHDQ
&KLOH 
ѣള

ѣള

&RORPELD%RJRW£ 
&RORPELD 
&RVWD5LFD 
ÎHVN£UHSXEOLND 
'DQPDUN 
(FXDGRU$QGLQDWHO 

(FXDGRU3DFLILWHO 

ﺮﺼﻣ
(O6DOYDGRU 
(VSD³D 
)UDQFH 
'HXWVFKODQG

˃˨˨˙ˡ˞ 
ˈ˺˭ˮˬ˯ 
*XDWHPDOD 
俏⑥⢯࡛㺂᭵ॶ

,QGLD

,QGLD

,QGRQHVLD

ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ﻕﺍﺮﻌﻟﺍ
ﺖﻳﻮﻜﻟﺍ
ﻥﺎﻨﺒﻟ
ﺮﻄﻗ
ﻦﻤﻴﻟﺍ
,UHODQG

ZZZKSFRPVXSSRUW

뼑霢 
/X[HPERXUJ)UDQ©DLV 
/X[HPEXUJ'HXWVFK 
0DOD\VLD 
0DJ\DURUV]£J 
0DGDJDVFDU 
0DXULWLXV 
0«[LFR&LXGDGGH0«[LFR 
0«[LFR 
0DURF 
1HGHUODQG 
1HZ=HDODQG 
1LJHULD 
1RUJH 
ZZZKSFRPVXSSRUW

3DQDP£ 
3DUDJXD\ 
3HU¼ 
3KLOLSSLQHV 
3ROVND 
3RUWXJDO 
3XHUWR5LFR 
5HS¼EOLFD'RPLQLFDQD 
5HXQLRQ 
5RP¤QLD 

̷͕͘͘͏ͦ̳͕͉͇͑͘ 
̷͕͘͘͏ͦ̸͇͔͙͑̶͙͈͚͌͌͗͗͊ 
ZZZKSFRPVXSSRUW 
6LQJDSRUH 
6ORYHQVN£UHSXEOLND 
6RXWK$IULFD56$ 
6XRPL 
6YHULJH 
6ZLW]HUODQG 
&+)PLQ
㠰⚙
ރ䋱
ࡷࡎ࡙ 
ZZZKSFRPVXSSRUW 
7ULQLGDG7REDJR 
7XQLVLH 
7¾UNL\HòVWDQEXO$QNDUD
ò]PLU%XUVD

<HUHOQXPDUD
̺͇͔͇͑͗ͭ 
ZZZKSFRPVXSSRUW
8QLWHG.LQJGRP 
8QLWHG6WDWHV 
8UXJXD\ 
9HQH]XHOD&DUDFDV 
9HQH]XHOD 
9L¬W1DP 
GRSSHOWHU2UWVWDULI
೼SP
&DOOVFRVW&RVWFHQWSHDN
FHQWRIISHDNSHUPLQXWH
೼0LQ
+8)SHUFYH]HW«NHVWHOHIRQUD
NUPLQ
eSP
&=1PLQ
೼PLQ
೼0LQ
VWDUWHUS§.USHUPLQ
GHUHWWHU.USHUPLQ
೼0LQDXVGHPGHXWVFKHQ
)HVWQHW]EHL$QUXIHQDXV
0RELOIXQNQHW]HQN¸QQHQDQGHUH
3UHLVHJHOWHQ
.RV]WSRĄÇF]HQLD]WHO
VWDFMRQDUQHJRMDN]DLPSXOVZJ
WDU\I\RSHUDWRUD]WHO
NRPµUNRZHJRZJWDU\I\RSHUDWRUD
)UDPRELOWHOHIRQJMHOGHU
PRELOWHOHIRQWDNVWHU
2SNDOGNUSUPLQ
3UPLQPDQOºU
3UPLQºYULJHWLGVSXQNWHU
,WDOLD 

FRVWRWHOHIRQLFRORFDOH
&XVWRF¬QWLPRVQRSULPHLUR
PLQXWRHF¬QWLPRVUHVWDQWHV
PLQXWRV
ﻥﺩﺭﻷﺍ
ZZZKSFRPVXSSRUWNRUHD
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSKXVXSSRUWFF
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSQOVXSSRUWFF
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSQRVXSSRUWFF
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSSOZVSDUFLHFF
ZZZKSSWVXSRUWHFF
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSURVXSSRUWFF
ZZZKSUXVXSSRUWFF
ZZZKSUXVXSSRUWFF
ﺔﻴﺑﻮﻌﺴﻟﺍ
ZZZKSFRPVXSSRUWVLQJDSRUH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRP]DVXSSRUWFF
ZZZKSILWXNLFF
ZZZKSVHVXSSRUWFF
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUWWDLZDQ
ZZZKSFRPVXSSRUW
ﺲﻧﻮﺗ
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPWUGHVWHNFF
ZZZKSXDVXSSRUWFF
ﺓﺪﺤﺘﻤﻟﺍ ﺔﻴﺑﺮﻌﻟﺍ ﺕﺍﺭﺎﻣﻹﺍ
ZZZKSFRPXNVXSSRUWFF
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
-DPDLFD
www.hp.com/support
㡴㦻

ZZZKSFRPDIUVXSSRUWFFHQ
ZZZKSFRPDIUVXSSRUWFFIU
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUWDXVWUDOLD
ZZZKSFRPVXSSRUWDXVWUDOLD
ZZZKSFRPDWVXSSRUWFF

ZZZKSEHVXSSRUWFFQO
ZZZKSEHVXSSRUWFFIU
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUWFKLQD
ZZZKSFRPVXSSRUWFKLQD
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSF]VXSSRUWFF
ZZZKSGNVXSSRUWFF
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPODVRSRUWH

ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSHVVRSRUWHFF
ZZZKSFRPIUVXSSRUWFF
ZZZKSFRPGHVXSSRUWFF
ZZZKSFRPJUVXSSRUWFF
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUWKRQJNRQJ
ZZZKSFRPVXSSRUWLQGLD
ZZZKSFRPVXSSRUWLQGLD
ZZZKSFRPVXSSRUW





ZZZKSFRPLHVXSSRUWFF
ZZZKSFRPLWVXSSRUWFF
ZZZKSFRPODVRSRUWH
ZZZKSFRPVXSSRUWMDSDQ
ZZZKSFRPVXSSRUW
ZZZKSFRPVXSSRUW
ﻥﺎﻤ ُ
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de telefonische ondersteuningsperiode kunt u voor ondersteuning tegen
een vergoeding terecht bij HP. Er is mogelijk ook hulp beschikbaar op de HP-website
voor online-ondersteuning.
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan
informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen. Neem contact op met uw HP-leverancier of bel het
ondersteuningsnummer voor uw land/regio voor meer informatie over
ondersteuningsmogelijkheden.
Hoofdstuk 9
108 Een probleem oplossen
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van
problemen
Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u
de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software
die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HP-
ondersteuningswebsite
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan
informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van
veel gebruikelijke printerproblemen.
Controleer het volgende voor u problemen begint op te sporen:
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
•Zie
Storingen verhelpen voor papierstoringen.
•Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met
de papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
(Aan/uit-knop): lampje is aan en knippert niet. Wanneer de printer voor de
eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 12 minuten om te initialiseren
nadat de printcartridges zijn geïnstalleerd.
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer
zijn aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend
wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie
Elektrische specificaties voor
spanningsvereisten.
Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
vastgelopen.
Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows
stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u
dit als standaard instellen in het gedeelte Afdrukken & Faxen of Afdrukken&
Scannen van de Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de
computer voor meer informatie.
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit
de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de
taak opnieuw afdrukt.
Printerproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
Het uitlijnen is mislukt
Printerproblemen oplossen 109
De printer reageert niet (drukt niet af)
De printer drukt langzaam af
De printer maakt onverwachte geluiden
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom-
stopcontact. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Het uitlijnen is mislukt
Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier
in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de printer gekleurd papier
in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat u de printkop moet
reinigen of dat de sensor defect is. Raadpleeg
reinig de printkop om de printkop te
reinigen.
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de printkop hebt gereinigd, neemt u
contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/go/customercare. Op deze
website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het
oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen. Selecteer desgevraagd uw land of
regio en klik vervolgens op Neem contact op met HP als u contact wilt opnemen met
HP voor technische ondersteuning.
De printer reageert niet (drukt niet af)
Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij
Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer
opnieuw op. Probeer te printen nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het Help-
systeem voor het besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer de printerinstellingen
Raadpleeg
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer
informatie.
De installatie van de HP-software controleren
Als de printer is uitgezet tijdens het afdrukken, verschijnt er op uw computer een
waarschuwing. Gebeurt dat niet, dan is de meegeleverde HP-printersoftware wellicht
niet juist geïnstalleerd. U kunt dit oplossen door de HP-software volledig van uw
computer te verwijderen en de HP-software vervolgens opnieuw te installeren. Zie
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw voor meer informatie.
Hoofdstuk 9
110 Een probleem oplossen
Controleer de kabelaansluitingen
Controleer of beide uiteinden van de Ethernet-/USB-kabel goed zijn aangesloten.
Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer
brandt.
Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de
printer.
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De Pindividuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer
beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de
computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de
printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft
voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt.
Schakel de firewall weer in.
De printer drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als de printer erg langzaam afdrukt.
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing: Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit. Beste en Maximum dpi
bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt
de hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Printerproblemen oplossen 111
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau
bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over
een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Let op Printcartridges worden weliswaar niet beschadigd wanneer ze buiten
de printer worden bewaard, maar voor de printkop hoeven niet alle cartridges
te allen tijde te zijn geplaatst nadat de printer is geconfigureerd en in gebruik.
Een of meer lege cartridgesleuven langere tijd leeglaten, kan echter leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en mogelijke schade aan de printkop. Als u
onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden of een
papierstoring hebt gehad, en daarna een slechte afdrukkwaliteit hebt
geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen. Zie
reinig de printkop
voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en
hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
De printer maakt onverwachte geluiden
U hoort wellicht enkele onverwachte geluiden uit de printer. Dit zijn de
onderhoudsgeluiden die u hoort als er automatische onderhoudsfuncties in de printer
worden uitgevoerd om de printkop in goede staat te houden.
Opmerking Mogelijke schade aan de printer voorkomen:
Schakel de printer nooit uit als er onderhoud wordt uitgevoerd. Wacht bij het
uitschakelen van de printer tot de printer volledig tot stilstand is gekomen voordat u
de
(Aan/uit-knop) gebruikt. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
Ga na of alle printcartridges zijn geplaatst. Als een van de printcartridges ontbreekt,
wordt er extra onderhoud uitgevoerd om de printkop te beschermen.
Hoofdstuk 9
112 Een probleem oplossen
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
reinig de printkop
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Zie
reinig de printkop voor
meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer verkeerd
werd uitgeschakeld.
Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte
pagina's. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen. U kunt
dit probleem echter voorkomen door de printer op de juiste manier uit te schakelen.
Schakel de printer altijd uit door op
(Aan/uit-knop) op de printer te drukken.
Wacht tot het lampje van de
(Aan/uit-knop) uitgaat voor u de stekker uit het
stopcontact trekt of de schakelaar omzet.
Controleer de materiaalinstellingen
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor
afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de lades.
Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met
de breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie.
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren
Druk een pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit af. Op basis hiervan kunt u beter
bepalen of het nodig is om onderhoudsprogramma's uit te voeren om de kwaliteit van
uw afdrukken te verbeteren. Zie
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen voor meer
informatie.
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
Printerproblemen oplossen 113
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-
kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het
afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is
geplaatst. Ga voor meer informatie naar
Afdrukmateriaal plaatsen.
Controleer het papierformaat
De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het
document groter is dan het gebruikte papier.
Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in de printerdriver overeenkomt
met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als de tekst of de afbeeldingen van de randen van de pagina wegvallen, moet u
nagaan of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer
misschien overschrijden. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in de printerdriver. Raadpleeg
Afdrukken voor meer informatie.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-
kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, wordt het probleem mogelijk
veroorzaakt doordat de toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren.
Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de
documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Als uw afdruk een van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit vertoont,
probeert u de oplossingen in dit gedeelte.
Hoofdstuk 9
114 Een probleem oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing 3: controleer het papier dat in de invoerlade zit
Oplossing 4: Controleer de papiersoort
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing 6: Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oplossing 7: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Oplossing: Controleer of uw inktcartridges originele HP-inktcartridges zijn.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Originele HP-inktcartridges zijn
ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer schitterende
resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet
van HP is, niet garanderen. Onderhoud of reparaties van de printer als gevolg
van het gebruik van benodigdheden van andere fabrikanten dan HP, vallen
niet onder de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 115
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau
bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen tot het moment
waarop u dit wordt gevraagd.
Let op Printcartridges worden weliswaar niet beschadigd wanneer ze buiten
de printer worden bewaard, maar voor de printkop hoeven niet alle cartridges
te allen tijde te zijn geplaatst nadat de printer is geconfigureerd en in gebruik.
Een of meer lege cartridgesleuven langere tijd leeglaten, kan echter leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en mogelijke schade aan de printkop. Als u
onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt gehouden of een
papierstoring hebt gehad, en daarna een slechte afdrukkwaliteit hebt
geconstateerd, moet u de printkop wellicht reinigen. Zie
reinig de printkop
voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer het papier dat in de invoerlade zit
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet
gekreukt of te dik is.
Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden. Als u bijvoorbeeld glanzend
fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar
beneden.
Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet gekreukt is. Als
het papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er
vegen ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg
dik papier (zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen.
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke
andere papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLok-
logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van
betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren
met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal
eenvoudig papier.
Hoofdstuk 9
116 Een probleem oplossen
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced
Photo Paper voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als
u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken.
Stop al het papier dat u niet hebt gebruikt terug in de plastic zak wanneer u klaar
bent met afdrukken. Hierdoor krult het fotopapier niet.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw
inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop
te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in
grijswaarden te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde
kleurinstellingen zoals verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn
ingesteld om de weergave van kleuren te wijzigen.
Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in de printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit als de
kleuren in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een
kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Advanced
Photo Paper in de invoerlade is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders
worden weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat
geval is er niets mis met de printer, de afdrukinstellingen of de printcartridges.
U hoeft verder geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 117
Oplossing 6: Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oplossing:
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
Bedieningspaneel: Raak eerst de
(rechterpijl:) aan en daarna
Configuratie, selecteer Rapporten en selecteer daarna
Afdrukkwaliteitrapport.
Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Extra, klik op Werkset
afdrukkwaliteit onderHulpprogramma's en klik daarna op de knop
Afdrukkwaliteitsrapport.
HP-hulpprogramma (Mac OS X): Klik in de sectie Informatie en
ondersteuning op Diagnostiek van afdrukkwaliteit en klik daarna op
Afdrukken.
Als u defecten constateert in het Diagnoserapport afdrukkwaliteit voert u de
onderstaande stappen uit:
1. Als op het Diagnoserapport afdrukkwaliteit vervaagde, gedeeltelijke,
streperige of ontbrekende gekleurde balken of patronen staan, controleert u
of de printcartridges leeg zijn en vervangt u de cartridge die overeenkomt
met de defecte gekleurde balk of het defecte kleurenpatroon. Als geen van
de printcartridges leeg is, verwijdert u alle printcartridges en plaatst ze
allemaal terug om er zeker van te zijn dat ze correct zijn geplaatst. Vervang
de lege printcartridge pas als u beschikt over een nieuwe printcartridge die
u kunt installeren. Zie
Printcartridges vervangen voor informatie over het
plaatsen van nieuwe inktcartridges.
2. Lijn de printkop uit. Zie
Printkop uitlijnen voor meer informatie.
Hoofdstuk 9
118 Een probleem oplossen
3. Reinig de printkop. Zie reinig de printkop voor meer informatie.
4. Als geen van de vorige stappen heeft geholpen, neemt u contact op met
ondersteuning van HP om de printkop te vervangen. Zie
HP-ondersteuning
voor meer informatie.
Oorzaak: Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben:
software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem
zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een
Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om vast te stellen of het
printsysteem goed werkt.
Oplossing 7: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en
hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Problemen met de papierinvoer oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund door de printer en de gebruikte
lade. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal
voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier
weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
Problemen met de papierinvoer oplossen 119
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit
Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade volledig is uitgetrokken. Als dit
niet het geval is, kunnen afgedrukte pagina's uit de printer vallen.
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal
vellen bevatten.
Pagina's worden scheef ingevoerd
Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt.
Indien nodig trekt u de lades uit de printer, plaatst u het afdrukmateriaal correct
terug in de lade en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
Plaats alleen afdrukmateriaal in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
Verwijder het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule) en plaats het terug.
Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide
zijden en verwijder de eenheid.
Plaats de duplexeenheid in de printer terug.
Hoofdstuk 9
120 Een probleem oplossen
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd
Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade
volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar
is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier
van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden
makkelijker opgenomen als de lade vol is.)
Bij gebruik van dikke speciale dragers (zoals brochurepapier) moet u de dragers
zodanig laden dat de lade tussen 1/4 en 3/4 vol is. Plaats de dragers indien nodig
bovenop ander papier met hetzelfde formaat, zodat de hoogte van de stapel in
die grootteorde is.
Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en
efficiency.
Problemen met het kopiëren oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Er kwam geen kopie uit
Kopieën zijn blanco
Documenten ontbreken of zijn vervaagd
Het formaat is verkleind
Kopieerkwaliteit is slecht
Er verschijnen defecten in de kopieën
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit
Papierconflict
Er kwam geen kopie uit
Controleer de voeding
Controleer of het netsnoer goed is verbonden en dat de printer aanstaat.
Controleer de status van de printer
De printer is mogelijk bezig met een andere taak. Controleer het scherm
van het bedieningspaneel voor informatie over de status van taken. Wacht
tot iedere lopende taak is voltooid.
De printer is mogelijk vastgelopen. Controleer op papierstoringen. Zie
Storingen verhelpen.
Controleer de lades
Zorg dat er afdrukmateriaal is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
Problemen met het kopiëren oplossen 121
Kopieën zijn blanco
Controleer het afdrukmateriaal
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Mediaspecificaties
voor meer informatie.
Controleer de instellingen
Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Raak op het bedieningspaneel van de
printer Kopie aan, raak Lichter Donkerder aan en gebruik vervolgens de
pijltjestoetsen om donkerdere kopieën in te stellen.
Controleer de lades
Als u kopieën maakt vanuit de automatische documentinvoer (ADI), moet u
ervoor zorgen dat de originelen correct zijn geplaatst. Zie
Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Documenten ontbreken of zijn vervaagd
Controleer het afdrukmateriaal
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Mediaspecificaties
voor meer informatie.
Controleer de instellingen
De kwaliteitsinstelling Snel (wat kopieën van conceptkwaliteit oplevert) kan
verantwoordelijk zijn voor ontbrekende of vervaagde documenten. Wijzig de
instelling naar Normaal of Beste.
Controleer het origineel
De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de kwaliteit en
afmetingen van het origineel. Pas de helderheid van de kopie in met het
menu Kopiëren. Als het origineel te licht is, kan dit mogelijk in de kopie niet
worden gecompenseerd, zelfs niet als u het contrast aanpast.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond of de achtergrond kan in een andere tint verschijnen.
Als u een origineel zonder randen kopieert, plaats dan het origineel op de
glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade. Zie
Een origineel op
de glasplaat leggen voor meer informatie.
Als u een foto wilt kopiëren, moet u de foto op de glasplaat van de scanner
plaatsen op de manier die wordt aangegeven op de scanner.
Het formaat is verkleind
De functie verkleinen/vergroten en andere kopieerfuncties kunnen worden
ingesteld vanaf het bedieningspaneel van de printer om de gescande afbeelding
te verkleinen. Controleer de instellingen voor de kopieertaak om zeker te zijn dat
ze van normaal formaat zijn.
De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen.
Wijzig indien nodig de instellingen. Volg de help op het scherm van de HP-
software voor meer informatie.
Hoofdstuk 9
122 Een probleem oplossen
Kopieerkwaliteit is slecht
Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren
Gebruik goede originelen.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed
is geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk
worden. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen.
Controleer de printer
Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht.
De glasplaat of de klep van de scanner dienen misschien te worden
gereinigd. Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Mogelijk moet de automatische documentinvoer (ADI) worden gereinigd. Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Om problemen met de afdrukkwaliteit te verhelpen, drukt u een Diagnosepagina
afdrukkwaliteit af en volgt u de instructies op de pagina. Zie
Problemen met de
afdrukkwaliteit oplossen voor meer informatie.
Er verschijnen defecten in de kopieën
Verticale witte of vervaagde strepen
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Mediaspecificaties
voor meer informatie.
Te licht of te donker
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Ongewenste lijnen
De glasplaat van de scanner, de binnenkant van de klep of het kader dienen
misschien te worden gereinigd. Zie
Onderhoud van de printer voor meer
informatie.
Zwarte punten of vegen
Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de glasplaat
van de scanner of de binnenkant van de klep. Probeer de printer te reinigen. Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Kopie is verdraaid of scheef
Als u gebruik maakt van de automatische documentinvoer (ADI), controleert u het
volgende:
Zorg ervoor dat de ADF-invoerlade niet te vol zit.
Zorg ervoor dat de breedteregelaars stevig tegen de randen van het papier
aanzit.
Onduidelijke tekst
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te
passen.
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de
taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te
verbeteren. Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Problemen met het kopiëren oplossen 123
Onvolledige gevulde tekst of afbeeldingen
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Grote, zwarte lettertypes zien er vlekkering (niet egaal) uit
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren.
Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Horizontale, korrelige of witte banden in de licht- en middelgrijze zones
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren.
Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit
Controleer de printcartridges
Ga na of de juiste printcartridges zijn geplaatst en of de printcartridges nog voldoende
inkt bevatten. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer en Het printerstatusrapport begrijpen
voor meer informatie.
HP kan de kwaliteit van printcartridges die niet van HP zijn niet garanderen.
Papierconflict
Controleer de instellingen
Controleer of het papierformaat en -type van het geladen afdrukmateriaal
overeenkomen met de instellingen op het bedieningspaneel.
Scanproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Scanner reageerde niet
Scannen duurt te lang
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst
Tekst kan niet worden bewerkt
Er verschijnen foutmeldingen
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht
Er verschijnen defecten in de scans
Hoofdstuk 9
124 Een probleem oplossen
Scanner reageerde niet
Controleer het origineel
Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie
Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen of Een origineel op de glasplaat
leggen voor meer informatie.
Controleer de printer
De printer start mogelijk na een periode inactiviteit op vanuit de slaapstand,
waardoor de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht tot de printer het
beginscherm weergeeft.
De HP-software controleren
Zorg ervoor dat de HP-software die bij de printer is geleverd, correct is
geïnstalleerd.
Scannen duurt te lang
Controleer de instellingen
Als de resolutie te hoog is ingesteld, duurt de scantaak langer en zijn de
resulterende bestanden groter. Gebruik voor goede resultaten een resolutie
die niet hoger is dan nodig. U kunt de resolutie verlagen om sneller te
kunnen scannen.
Als u een TWAIN-afbeelding ophaalt, kunt u de instellingen wijzigen zodat
het origineel in zwart-wit wordt gescand. Zie de Help op het scherm voor het
TWAIN-programma voor informatie.
Controleer de status van de printer
Als u een afdruktaak of kopieertaak hebt verzonden voordat u probeerde te
scannen, start het scannen als de scanner niet bezig is. Bij de afdruk- en
scanprocedures wordt het geheugen echter gedeeld, dus het scannen kan
langzamer gaan.
Scanproblemen oplossen 125
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst
Controleer het origineel
Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Zie
Een origineel op de
glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
Als het document vanaf de ADF is gescand, moet u proberen het document
rechtstreeks van de glasplaat van de scanner te scannen. Zie
Een origineel
op de glasplaat leggen voor meer informatie.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel
gaat scannen of probeer de afbeelding duidelijker te maken nadat het
origineel is gescand.
Controleer de instellingen
Zorg ervoor dat het papierformaat groot genoeg is voor het origineel dat u
probeert te scannen.
Als u de HP-printersoftware gebruikt, zijn de standaardinstellingen daarvan
mogelijk automatisch ingesteld om een andere specifieke taak uit te voeren
dan die u wilt uitvoeren. Zie de Help op het scherm voor de HP-
printersoftware over het wijzigen van de eigenschappen.
Tekst kan niet worden bewerkt
Controleer de instellingen
Controleer of OCR is geïnstalleerd.
Windows: Klik op het bureaublad van uw computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, klik op HP, selecteer de printernaam
en klik op Printerinstelling en software. Klik op Software toevoegen, klik
op Softwareselecties aanpassen en controleer of de OCR-optie is
geselecteerd.
Mac OS X: Als u de minimuminstallatie van de software van HP hebt
geselecteerd, is de OCR-software wellicht niet geïnstalleerd. Open het
hulpprogramma van HP om deze software te installeren. (Zie
HP-
hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie.) Klik op het pictogram
Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van HP, dubbelklik
op HP Apparaatbeheer en volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het origineel scant, zorg er dan voor dat u in de software een
documenttype selecteert dat bewerkbare tekst produceert. Als tekst als
afbeelding werd geclassificeerd, wordt deze niet in tekst omgezet.
Hoofdstuk 9
126 Een probleem oplossen
Als u een afzonderlijk OCR-programma gebruikt, kan het OCR-programma
zijn gekoppeld aan een tekstverwerker die geen OCR-taken uitvoert. Zie de
documentatie bij het OCR-programma voor meer informatie.
Controleer of u een OCR-taal hebt geselecteerd die overeenkomt met de
taal van het document dat u wilt scannen. Zie de documentatie bij het OCR-
programma voor meer informatie.
Controleer de originelen
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst, moet het origineel in
de scanlade worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar beneden. Zorg er ook voor dat het document niet scheef
komt te liggen. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer
informatie.
Het is mogelijk dat de software tekst met dicht op elkaar staande letters niet
herkent. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is
omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie
van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De nauwkeurigheid van de software is afhankelijk van de kwaliteit van de
afbeelding, de tekstafmetingen en de structuur van het origineel en van de
kwaliteit van de scan zelf. Zorg ervoor dat het origineel een kwalitatief
goede afbeelding is.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond.
Er verschijnen foutmeldingen
De TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd of Er is een fout opgetreden
tijdens het ophalen van de afbeelding
Indien u een afbeelding van een ander toestel ophaalt, zoals een digitale
camera of een andere scanner, controleer dan of het andere toestel werkt
met TWAIN. Apparaten die niet werken met TWAIN, werken ook niet met de
HP-software die bij de printer is geleverd.
Als u een USB-aansluiting gebruikt, zorg er dan voor dat de USB-kabel van
het apparaat op de juiste poort op de achterkant van de computer is
aangesloten.
Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-
bron in de HP-software door Scanner selecteren te kiezen in het menu
Bestand.
Plaats document opnieuw en start taak opnieuw
Raak OK aan op het bedieningspaneel van de printer en plaats de resterende
documenten opnieuw in de ADF. Zie
Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht
Het origineel is een kopie van een foto of afbeelding
Opnieuw afgedrukte foto's, zoals foto's in kranten of tijdschriften, worden afgedrukt met
kleine inktpuntjes die een interpretatie geven van de originele foto. De kwaliteit van de
foto gaat hierbij achteruit. Vaak vormen de inktpunten ongewenste patronen die
kunnen worden gedetecteerd als de afbeelding wordt gescand of afgedrukt of als de
Scanproblemen oplossen 127
afbeelding op het scherm verschijnt. Als de volgende suggesties het probleem niet
verhelpen, moet u waarschijnlijk een betere versie van het origineel gebruiken.
Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de afbeelding na het scannen
te verkleinen.
Druk de gescande afbeelding af om te zien of de kwaliteit is verbeterd.
Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleur juist zijn voor het type
scantaak.
Voor de beste resultaten scant u beter met de scannerglasplaat dan met de ADF.
Teksten of afbeeldingen aan de achterzijde van een tweezijdig bedrukt origineel
verschijnen op de scan
Tweezijdige originelen kunnen tekst of afbeeldingen van de achterzijde naar de scan
"lekken" als de originelen op te dun of te transparant papier zijn afgedrukt.
De gescande afbeelding is scheef
Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Gebruik steeds de papiergeleiders
wanneer u de originelen in de ADF plaatst. Zie
Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Voor de beste resultaten scant u beter met de scannerglasplaat dan met de ADF.
Is de kwaliteit van de afbeelding beter als deze wordt afgedrukt
De afbeelding die op het scherm verschijnt, is niet altijd een accurate weergave van de
kwaliteit van de scan.
Probeer de instellingen van uw monitor aan te passen zodat meer kleuren (of
grijswaarden) worden weergegeven. In Windows wordt deze aanpassing
gewoonlijk uitgevoerd door Beeldscherm te selecteren in het
configuratiescherm.
Probeer de instellingen voor resolutie en kleuren aan te passen.
De gescande afbeelding vertoont vegen, lijnen en verticale, witte strepen of
andere defecten
Als de glasplaat van de scanner vuil is, heeft de resulterende afbeelding niet de
optimale helderheid. Zie
Onderhoud van de printer voor instructies over het
reinigen.
Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet
geproduceerd door het scannen.
Afbeeldingen zien er anders uit dan het origineel
Scannen op een hogere resolutie.
Opmerking Scannen op een hogere resolutie kan lang duren, alsook veel ruimte
op uw computer in beslag nemen.
Stappen waarmee u de scankwaliteit kunt verbeteren
Scant met het glas in plaats van met de ADF.
Gebruik originelen van goede kwaliteit.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het papier niet goed op de
glasplaat is geplaatst, kan dit scheeftrekken, wat onduidelijke afbeeldingen
oplevert. Zie
Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
Pas de instellingen in de HP-software aan op basis van de manier waarop u de
gescande pagina wilt gebruiken.
Hoofdstuk 9
128 Een probleem oplossen
Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen.
Reinig de glasplaat van de scanner. Zie
De glasplaat van de scanner reinigen
voor meer informatie.
Er verschijnen defecten in de scans
Blanco pagina's
Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Plaats het originele document met
de voorkant naar beneden op de flatbedscanner en met de linkerbovenhoek van
het document in de rechterbenedenhoek van de glasplaat van de scanner.
Te licht of te donker
Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat u de juiste
instellingen gebruikt voor resolutie en kleuren.
De originele afbeelding kan zeer licht of donker zijn, of kan op gekleurd
papier gedrukt zijn.
Ongewenste lijnen
Er zit mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op de glasplaat van de scanner.
Probeer het probleem te verhelpen door de glasplaat van de scanner te reinigen.
Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Zwarte punten of vegen
Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de
glasplaat van de scanner, het kan vuil of gekrast zijn of de binnenkant van
de klep kan vuil zijn. Probeer het probleem te verhelpen door de glasplaat
van de scanner en de binnenkant van het deksel te reinigen. Zie
Onderhoud
van de printer voor meer informatie. Als reinigen het probleem niet oplost, is
het mogelijk dat de glasplaat van de scanner of de binnenkant van de klep
moeten worden vervangen.
Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet
geproduceerd door het scannen.
Onduidelijke tekst
Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat de instellingen voor
resolutie en kleuren correct zijn.
Formaat is kleiner geworden
De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen.
Raadpleeg de Help van de HP-printersoftware voor meer informatie over het
wijzigen van de instellingen.
Faxproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van problemen met de faxinstallatie
voor de printer. Indien de printer niet goed is geïnstalleerd voor faxen, ondervindt u
mogelijk problemen bij het verzenden en/of ontvangen van faxen.
Indien u faxproblemen ondervindt, kunt u een faxtestrapport afdrukken om de status
van de printer te controleren. De test mislukt als de printer niet goed is ingesteld voor
faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen. Zie
Installatie
testfax voor meer informatie.
Faxproblemen oplossen 129
Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor informatie over het oplossen van de
aangetroffen problemen. Raadpleeg
De faxtest is mislukt voor meer informatie.
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
De faxtest is mislukt
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
De printer heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd, is niet lang genoeg
Faxen in kleur worden niet afgedrukt
De computer kan geen faxen ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
De faxtest is mislukt
Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is
mislukt. Als u gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het testrapport
welk onderdeel van de test is mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit gedeelte het
desbetreffende onderwerp met mogelijke oplossingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De faxhardwaretest is mislukt
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is
mislukt
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax
is mislukt
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
De kiestoondetectietest is mislukt
De faxlijnconditietest is mislukt
De faxhardwaretest is mislukt
Oplossing:
Schakel de printer uit door te drukken op de
(Aan/uit-knop) op het
bedieningspaneel van de printer, en koppel vervolgens het netsnoer los van
de achterkant van de printer. Steek het netsnoer na enkele seconden weer
in en druk op de
(Aan/uit-knop). Voer de test nogmaals uit. Als de test
opnieuw mislukt, zoekt u verder in de informatie over het oplossen van
problemen in dit gedeelte.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er
waarschijnlijk niets aan de hand.
Hoofdstuk 9
130 Een probleem oplossen
Als u de test vanuit de wizard Faxconfiguratie (Windows) of HP
Hulpconfiguratieprogramma (Mac OS X) uitvoert, controleert u of de
printer niet met een andere taak bezig is, zoals het ontvangen van een fax
of het maken van een kopie. Controleer of op het scherm van de een
bericht wordt weergegeven met de melding dat de printer bezet is. Als het
apparaat bezig is, wacht u totdat het apparaat niet meer actief is en alle
bewerkingen zijn voltooid en voert u de test opnieuw uit.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de
Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met het faxen, neemt u
contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/go/customercare. Op
deze website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen. Selecteer desgevraagd uw
land of regio en klik vervolgens op Neem contact op met HP als u contact wilt
opnemen met HP voor technische ondersteuning.
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is
mislukt
Oplossing:
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en
de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer
aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Zie
Bijkomende faxinstallatie
voor meer informatie over het instellen van de printer voor faxen.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Faxproblemen oplossen 131
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te
sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de
printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort,
neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn
te controleren.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er
waarschijnlijk niets aan de hand.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen.
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax
is mislukt
Oplossing: Steek het telefoonsnoer in de juiste poort.
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer
aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking Indien u de 2-EXT-poort gebruikt om de printer aan te
sluiten op de telefoonaansluiting op de wand, kunt u geen faxen
verzenden of ontvangen. De 2-EXT-poort moet alleen worden gebruikt
om andere apparatuur aan te sluiten, zoals een antwoordapparaat.
Afbeelding 9-1 Achteraanzicht van de printer
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de
faxtest nogmaals uit om te controleren of de printer klaar is om te faxen.
3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Hoofdstuk 9
132 Een probleem oplossen
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
Oplossing:
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer
moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de
printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de
afbeelding is aangegeven.
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt
u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een
dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer
nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in
huis hebt.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en
de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Faxproblemen oplossen 133
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
De kiestoondetectietest is mislukt
Oplossing:
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en
voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt
veroorzaakt door andere apparatuur. Als de Kiestoondetectie wel slaagt
als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt
door een of meer onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen
een voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk
onderdeel het probleem veroorzaakt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te
sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de
printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort,
neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn
te controleren.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer
aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals het geval is
bij sommige PBX-systemen, kan de test mislukken. Dit veroorzaakt geen
probleem bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een testfax te
verzenden of ontvangen.
Controleer of de instelling voor land/regio op de juiste wijze is ingesteld voor
uw land/regio. Als de instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld,
kan de test mislukken en zult u mogelijk problemen hebben met het
verzenden en ontvangen van faxen.
Hoofdstuk 9
134 Een probleem oplossen
Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders
kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw
telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en
luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de
telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op
een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de test
Beltoondetectie blijft mislukken, vraagt u de telefoonmaatschappij om uw
telefoonlijn te controleren.
De faxlijnconditietest is mislukt
Oplossing:
Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders
kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw
telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en
luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de
telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op
een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en
de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer
aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de
poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en
voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt
veroorzaakt door andere apparatuur.
Als de Faxllijnconditietest wel slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer
onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een
toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het
probleem veroorzaakt.
Als de Faxllijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, sluit u de printer aan op een werkende telefoonlijn en
zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit
deel.
Faxproblemen oplossen 135
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de test
Toestand faxlijn blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, vraagt u de
telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
Oplossing: U gebruikt het verkeerde type snoer. Zorg dat u het snoer gebruikt
dat bij de printer werd geleverd om de printer aan te sluiten op de telefoonlijn. Als
het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een
verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Oplossing: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde
telefoonlijn als de printer. Zorg dat extensietoestellen (telefoontoestellen op
dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of andere apparatuur
van de haak liggen of niet in gebruik zijn. U kunt de printer bijvoorbeeld niet
gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt
van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om
te e-mailen of te surfen op internet.
De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Oplossing: Controleer of de printer aanstaat. Bekijk het scherm van de printer.
Als het scherm leeg is en het lampje van de
(Aan/uit-knop) niet brandt, is de
printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer
en een stopcontact. Druk op de
(Aan/uit-knop) om de printer in te schakelen.
Nadat u de printer hebt ingeschakeld, raadt HP u aan vijf minuten te wachten
voordat u een fax verzendt of ontvangt. De printer kan geen faxen verzenden of
ontvangen tijdens het initialisatieproces dat wordt uitgevoerd wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld.
Hoofdstuk 9
136 Een probleem oplossen
Oplossing: Als Faxen naar pc of Faxen naar Mac is ingeschakeld, kunt u
mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen als het faxgeheugen vol is (beperkt
door printergeheugen).
Oplossing:
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer
moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de
printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de
afbeelding is aangegeven.
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt
u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een
dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer
nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in
huis hebt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te
sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de
printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort,
neemt u contact op met de telefoonmaatschappij voor service.
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn
als de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als
de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-
mailen of te surfen op internet.
Faxproblemen oplossen 137
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer
of op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven
met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen.
In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of
ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost.
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de
geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een
telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is
van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de
Foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen. Zie
Fax
verzenden in foutcorrectiemodus voor informatie over het wijzigen van de
foutcorrectiemodus (ECM). Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw telefoonmaatschappij.
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een
DSL-filter gebruiken om goed te kunnen faxen. Zie
Situatie B: De printer
configureren voor DSL voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de printer niet is verbonden met een telefoonaansluiting die
is ingesteld voor digitale telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn
digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u
naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk bedoeld voor digitale telefoons.
Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network)
gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de
adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/regio (als dat
mogelijk is). Zie
Situatie C: De printer configureren met een PBX-
telefoonsysteem of een ISDN-lijn voor meer informatie.
Hoofdstuk 9
138 Een probleem oplossen
De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-
modem is mogelijk niet correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is
geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken. Telefoonlijnen met
een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. U
kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u
storingen of ander ruis hoort. Als u storingen of ruis hoort, schakelt u de
DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens 15 minuten uit het
stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister
opnieuw naar de kiestoon.
Opmerking Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op
de telefoonlijn. Herhaal het proces als de printer geen faxen meer
verzendt en ontvangt.
Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij. Neem contact op met de DSL-aanbieder voor
informatie over het uitschakelen van de DSL-modem.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
De printer heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar
een tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met de
printer: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia,
Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika,
Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië,
Singapore, Spanje, Taiwan, Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Zorg dat de telefoon waarmee u de faxverbinding tot stand brengt
rechtstreeks op de printer is aangesloten. Als u handmatig een fax wilt
Faxproblemen oplossen 139
verzenden, moet de telefoon rechtstreeks zijn aangesloten op de poort 2-
EXT op de printer, zoals in de afbeelding aangegeven.
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
3 Telefoon
Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is
aangesloten op de printer, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op
de telefoon. U kunt het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer
niet gebruiken.
Opmerking Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de
telefoon direct met de kabel op de printer aansluiten met de
seriestekker.
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Oplossing:
Als u geen service voor speciale belsignalen gebruikt, controleert u of de
functie Specifiek belsignaal op de printer is ingesteld op Alle beltonen.
Zie
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer
informatie.
•Indien Automatisch antwoorden is ingesteld op Off (Uitschakelen), moet
u handmatig faxen ontvangen, anders kan de printer de fax niet ontvangen.
Raadpleeg
Een fax handmatig ontvangen voor informatie over het
handmatig ontvangen van faxen.
Hoofdstuk 9
140 Een probleem oplossen
Als u een voicemail-service gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook
faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig en niet
automatisch ontvangen. Dit houdt in dat u binnenkomende faxen alleen
persoonlijk kunt aannemen. Zie
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met
voicemail voor informatie over het installeren van de printer als u een
voicemaildienst gebruikt. Raadpleeg
Een fax handmatig ontvangen voor
informatie over het handmatig ontvangen van faxen.
Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als de printer,
moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op
het automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch
overgenomen. In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen,
zodat de printer geen faxoproepen kan ontvangen.
Als u naast de printer een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde
telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voordoen:
Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor de
printer.
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of
te luid zijn, waardoor de printer geen faxtonen kan detecteren en het
verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt.
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor de
printer geen faxtonen kan detecteren. Dit probleem komt het vaakst
voor bij digitale antwoordapparaten.
De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze
problemen:
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde
telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks
met de printer te verbinden, zoals is beschreven in
Situatie I:
Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat.
Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te
ontvangen. Raadpleeg
Een fax ontvangen voor meer informatie over
het instellen van de printer voor het automatisch ontvangen van faxen.
Controleer of de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon is ingesteld
op een groter aantal beltonen dan het antwoordapparaat. Raadpleeg
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen voor meer
informatie.
Faxproblemen oplossen 141
Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een
faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het
antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het
antwoordapparaat.
Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw
in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het
opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard
volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het
gesproken bericht. Laat geen achtergrondgeluid toe tijdens het
opnemen van deze stilte. Probeer opnieuw een fax te ontvangen.
Opmerking Sommige digitale antwoordapparaten nemen de
opgenomen stilte aan het eind van uw uitgaande bericht niet op.
Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
Als de printer de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals een
antwoordapparaat, een computermodem of een schakelkast met meerdere
poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het faxsignaal kan ook
minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren aansluit om het
bereik van de telefoon te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan problemen
met de ontvangst van faxen veroorzaken.
Als u wilt weten of andere apparatuur een probleem veroorzaakt, koppelt u
alles van de telefoonlijn los behalve de printer en probeert u opnieuw een
fax te ontvangen. Indien u zonder de andere apparatuur goed faxen kunt
ontvangen, worden de problemen veroorzaakt door een of meer andere
apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en ontvang na elk
toegevoegd onderdeel een fax, totdat u kunt vaststellen welk apparaat het
probleem veroorzaakt.
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de
service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij), moet u
ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op de printer
overeenkomt. Zie
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen
wijzigen voor meer informatie.
Hoofdstuk 9
142 Een probleem oplossen
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
Oplossing:
De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u
pauzes invoegen in de nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet
kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het
toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang
krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen:
9-555-5555. Raak herhaaldelijk de knop hekje (#) aan tot er een streepje (-)
op het scherm verschijnt als u een pauze wilt toevoegen aan het
faxnummer dat u invoert.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de
telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf
bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest. Raadpleeg
Een fax verzenden met handsfree kiezen voor meer informatie.
Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de
juiste indeling of er zijn problemen met het faxapparaat dat de fax moet
ontvangen. U kunt dit controleren door het desbetreffende faxnummer te
bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort. Als
u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat mogelijk niet
ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een voicemailservice de
communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook de ontvanger
vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het ontvangende
faxapparaat.
Faxproblemen oplossen 143
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Oplossing:
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn,
kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met de printer te
verbinden, zoals is beschreven in
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/
fax met antwoordapparaat. Als u het antwoordapparaat niet op de
aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat
faxtonen opneemt.
Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal
belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het
antwoordapparaat. Als het antwoordapparaat en de printer zijn ingesteld op
hetzelfde aantal keren rinkelen om te antwoorden, zullen beide toestellen
de oproep beantwoorden en worden faxtonen opgenomen op het
antwoordapparaat.
Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal belsignalen en de printer
op het hoogste aantal belsignalen dat is toegestaan. (Het maximum aantal
belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het
antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer
faxsignalen detecteert, ontvangt de printer de fax. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende
bericht opnemen. Zie
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen
instellen voor meer informatie.
Het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd, is niet lang genoeg
Oplossing: Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg
is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een
dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Tip Als de printer is geleverd met een tweeaderige telefoonsnoeradapter,
kunt u een vieraderig telefoonsnoer gebruiken als u het snoer wilt verlengen.
Zie de meegeleverde documentatie voor informatie over het gebruik van de
adapter voor het tweeaderige telefoonsnoer.
Het telefoonsnoer verlengen
1. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen het verbindingsstuk en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van de printer.
2. Verbind een ander telefoonsnoer met de open poort op het verbindingsstuk
en de telefoonaansluiting, zoals hieronder wordt weergegeven.
Faxen in kleur worden niet afgedrukt
Oorzaak: De optie Inkomende faxen afdrukken is uitgeschakeld.
Hoofdstuk 9
144 Een probleem oplossen
Oplossing: Als u faxen in kleur wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de
optie Inkomende faxen afdrukken op het bedieningspaneel van de printer is
ingeschakeld.
De computer kan geen faxen ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
Oorzaak: De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is
uitgeschakeld.
Oplossing: Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van
faxen, altijd is ingeschakeld.
Oorzaak: Er zijn verschillende computers configureerd voor de installatie en het
ontvangen van faxen, waarvan er een mogelijk is uitgeschakeld.
Oplossing: Als de computer die faxen ontvangt niet dezelfde is als de
computer voor de installatie, moeten beide computers altijd zijn ingeschakeld.
Oorzaak: Faxen naar pc of Faxen naar Mac is niet geactiveerd of de computer
is niet geconfigureerd om faxen te ontvangen.
Oplossing: Activeer Faxen naar pc of Faxen naar Mac en zorg ervoor dat de
computer is geconfigureerd om faxen te ontvangen.
Problemen met webservices en websites van HP oplossen
In dit gedeelte worden oplossingen gegeven voor problemen bij het gebruik van
webservices en websites van HP.
Problemen met webservices van HP oplossen
Problemen met websites van HP oplossen
Problemen met webservices van HP oplossen
Controleer het volgende als u problemen hebt met het gebruik van webservices van
HP, zoals ePrint of printerapps:
Controleer of de printer is aangesloten op internet via een Ethernet-verbinding of
draadloze verbinding.
Opmerking U kunt deze webfuncties niet gebruiken als de printer is
aangesloten met een USB-kabel.
Zorg ervoor dat de laatste productupdates zijn geïnstalleerd op de printer. Zie De
printer bijwerken voor meer informatie.
Controleer of webservices is ingeschakeld op de printer. Zie
Webservices
configureren via het bedieningspaneel van de printer voor meer informatie.
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
Problemen met webservices en websites van HP oplossen 145
Als u de printer aansluit met een Ethernet-kabel, moet u controleren of u geen
telefoonsnoer of cross-kabel gebruikt om de printer met het netwerk te verbinden
en of de Ethernet-kabel goed op de printer is aangesloten. Zie
Problemen met
het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor meer informatie.
Als u de printer met het netwerk verbindt via een draadloze verbinding, moet u
controleren of het draadloze netwerk goed functioneert. Zie
Problemen met
draadloze verbindingen oplossen voor meer informatie.
Controleer het volgende als u HP ePrint gebruikt:
Controleer of het e-mailadres van de printer juist is.
Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer het enige adres is op de
regel 'Aan' van het e-mailbericht. Als er andere e-mailadressen staan op de
regel 'Aan' worden de bijlagen die u verstuurt, mogelijk niet afgedrukt.
Controleer of u documenten verzendt die voldoen aan de vereisten van HP
ePrint. Zie
Specificaties van webservices voor meer informatie.
Als in uw netwerk proxy-instellingen worden gebruikt om verbinding te maken met
internet, controleert u of de proxy-instellingen die u invoert, geldig zijn:
Controleer de instellingen die worden gebruikt door uw webbrowser (zoals
Internet Explorer, Firefox of Safari).
Neem hiervoor contact op met uw IT-beheerder of met de persoon die uw
firewall heeft geïnstalleerd.
Als de proxy-instellingen voor uw firewall zijn gewijzigd, moet u deze
instellingen ook op het bedieningspaneel van de printer bijwerken. Als deze
instellingen niet worden bijgewerkt, kunt u webservices niet gebruiken.
Zie
Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer voor
meer informatie.
Tip Ga voor extra hulp bij het configureren en gebruiken van webservices
naar ePrintCenter (
www.eprintcenter.com).
Problemen met websites van HP oplossen
Als u problemen hebt bij het gebruik van websites van HP vanaf uw computer,
controleert u het volgende:
Controleer of de computer die u gebruikt, is verbonden met internet.
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie
Specificaties voor de website van HP voor meer informatie.
Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met
internet, probeert u deze instellingen uit te schakelen. Raadpleeg de
documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie.
HP Digital Solutions-problemen oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Hoofdstuk 9
146 Een probleem oplossen
Dit gedeelte behandelt de volgende onderwerpen:
Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen
Problemen met HP Digital Fax oplossen
Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Veelvoorkomende problemen
Kan niet scannen naar de netwerkmap
Scannen-naar-e-mail is niet mogelijk
Dialoogvenster Delen is verschillend nadat u HP Digitaal archief (Windows) hebt
ingesteld
Veelvoorkomende problemen
Gescande afbeeldingen zijn niet goed bijgesneden bij het scannen met
Automatic-papierformaat
Gebruik het juiste papierformaat indien dit beschikbaar is, en gebruik Automatic alleen
voor klein afdrukmateriaal/kleine foto's.
De printer is niet correct in het netwerk geïnstalleerd
Controleer of de printer op de juiste wijze is geconfigureerd en is verbonden met het
netwerk:
Probeer een document af te drukken met de printer.
Controleer de netwerkinstellingen voor de printer en controleer of de printer een
geldig IP-adres heeft.
PING de printer en controleer of deze reageert. Zie de gebruikersdocumentatie
bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Als u de printer aansluit met een Ethernet-kabel, moet u controleren of u geen
telefoonsnoer of cross-kabel gebruikt om de printer met het netwerk te verbinden
en of de Ethernet-kabel goed op de printer is aangesloten. Zie
Problemen met
het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor meer informatie.
Als u de printer met het netwerk verbindt via een draadloze verbinding, moet u
controleren of het draadloze netwerk goed functioneert. Zie
Problemen met
draadloze verbindingen oplossen voor meer informatie.
De naam van de server kan niet worden gevonden of omgezet
Verbinding met de server lukt niet als de servernaam die bij de installatie werd
opgegeven niet naar een specifiek IP-adres kan worden omgezet.
Probeer het IP-adres van de server te gebruiken.
Wanneer u DNS gebruikt, let dan goed op het volgende:
Probeer uitsluitend volledige DNS-namen te gebruiken.
Zorg ervoor dat de DNS-server correct op de printer is geïnstalleerd.
Tip Als u onlangs de DNS-instellingen hebt gewijzigd, schakelt u de printer uit en
weer in.
HP Digital Solutions-problemen oplossen 147
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft
ingesteld voor meer informatie.
Kan niet scannen naar de netwerkmap
Opmerking HP Direct digitaal archief ondersteunt Active Directory niet.
De computer waarin de netwerkmap is opgenomen, is uitgeschakeld
Controleer of de computer waarop de netwerkmap wordt bewaard is ingeschakeld en
aangesloten op het netwerk.
De netwerkmap is niet correct geïnstalleerd
Controleer of de map op de server is aangemaakt. Zie de
gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer of de map wordt gedeeld en dat gebruikers de map zowel kunnen
lezen als ernaar schrijven. Als u een Macintosh-computer gebruikt, zorg dan dat
SMB delen is ingeschakeld. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw
besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer of de naam van de map enkel letters of tekens gebruikt die
ondersteund worden door het besturingssysteem. Zie de documentatie bij het
besturingssysteem voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de mapnaam met de juiste notatie in de HP-software wordt
ingevoerd. Zie de informatie in de wizard of de setup assistant voor meer
informatie.
Controleer of de geldige gebruikersnaam en het wachtwoord ingevoerd zijn. Zie
de informatie in de wizard of de setup assistant voor meer informatie.
De schijf is vol
Controleer of er nog voldoende schijfruimte beschikbaar is op de server met de
netwerkmap.
De printer kan geen unieke bestandsnaam maken met het toegewezen voor- en
achtervoegsel, of het voorvoegsel van de bestandsnaam is niet goed ingesteld
De printer kan maximaal 9999 bestanden aanmaken met hetzelfde voor- en
achtervoegsel. Wijzig het voorvoegsel als u veel bestanden naar een folder hebt
gescand.
Controleer of het voorvoegsel van de bestandsnaam uitsluitend letters of tekens
gebruikt die door het besturingssysteem worden ondersteund. Zie de
documentatie bij het besturingssysteem voor meer informatie.
Scannen-naar-e-mail is niet mogelijk
Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Hoofdstuk 9
148 Een probleem oplossen
Het e-mailprofiel is niet correct ingesteld
Controleer of er in de HP-software geldige instellingen zijn opgegeven voor de
uitgaande SMTP-server. Raadpleeg de documentatie die u van uw e-mailleverancier
hebt ontvangen voor meer informatie over SMPT-serverinstellingen.
E-mailberichten worden verzonden naar bepaalde ontvangers, maar niet naar
iedereen wanneer u naar meerdere ontvangers verzendt.
De e-mailadressen zijn misschien niet juist, of worden niet herkend door de e-
mailserver. Controleer of de e-mailadressen voor alle e-mailontvangers correct zijn
ingevoerd in de HP-software. Controleer of uw Postvak IN berichten van de e-
mailserver bevat over mislukte verzendingen.
Grote e-mailberichten verzenden
Sommige e-mailservers zijn geconfigureerd voor het verwerpen van e-mailberichten
die groter zijn dan een bepaald vooraf vastgesteld formaat. Om na te gaan of uw e-
mailserver limiet voor de bestandsgrootte heeft, raadpleegt u de documentatie van uw
e-mailserverleverancier. Als de e-mailserver dergelijke limiet niet heeft, wijzigt u de
maximumgrootte van de e-mailbijlagen voor uitgaande e-mailprofielen naar een
waarde die kleiner is dan die van de e-mailserver.
Dialoogvenster Delen is verschillend nadat u HP Digitaal archief (Windows) hebt
ingesteld
Als u een computer met Windows XP gebruikt, kunt u mappen instellen met Simple
File Sharing (SFS). De instelling van een map op basis van SFS wordt anoniem
gedeeld: Controleer of de map wordt gedeeld en dat gebruikers de map zowel kunnen
lezen als ernaar schrijven. Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om delen in te
schakelen is ook verschillend van het standaard Windows-dialoogvenster voor delen.
Om ervoor te zorgen dat gegevens die worden verzonden vanaf de printer beveiligd
zijn, wordt SFS niet ondersteund door de Wizard Scannen naar netwerkmap en wordt
op de computer het standaarddialoogvenster voor delen weergegeven in plaats van
het SFS-dialoogvenster. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor
meer informatie.
Problemen met HP Digital Fax oplossen
Opmerking Fax naar netwerkmap ondersteunt Active Directory niet.
Opmerking De functie Fax naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP
Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
De computer waarin de netwerkmap is opgenomen, is uitgeschakeld
Als u een Fax naar netwerkmap gebruikt, zorg dan dat de computer die is geselecteerd
voor het ontvangen van faxen, altijd is ingeschakeld en aangesloten op het netwerk.
HP Digital Solutions-problemen oplossen 149
De netwerkmap is niet correct geïnstalleerd
Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, controleer dan het volgende:
Controleer of de map op de server is aangemaakt. Zie de
gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer of de map wordt gedeeld en dat gebruikers de map zowel kunnen
lezen als ernaar schrijven. Als u een Macintosh-computer gebruikt, zorg dan dat
SMB delen is ingeschakeld. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw
besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer of de naam van de map enkel letters of tekens gebruikt die
ondersteund worden door het besturingssysteem. Zie de documentatie bij het
besturingssysteem voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de mapnaam met de juiste notatie in de HP-software wordt
ingevoerd. Zie de informatie in de wizard of de setup assistant voor meer
informatie.
Controleer of de geldige gebruikersnaam en het wachtwoord ingevoerd zijn. Zie
de informatie in de wizard of de setup assistant voor meer informatie.
Fouten veroorzaken conflicten met HP Digital Fax
Als de printer is geconfigureerd om binnenkomende faxen af te drukken maar het
papier op is, plaats dan papier in de invoerlade of los de fouttoestand op. Nadat de
binnenkomende faxen zijn afgedrukt, worden ze opgeslagen in de netwerkmap of
doorgestuurd naar het toegewezen e-mailadres.
Het interne geheugen is vol
Als het interne geheugen van de printer vol is, kunt u geen faxen verzenden of
ontvangen. Als het geheugen vol is omdat er teveel onbewaarde faxen zijn
opgeslagen, volg dan de instructies op het bedieningspaneel van de printer.
Let op Door het faxlogboek en het interne geheugen te wissen worden
onbewaarde faxen die in het geheugen van de printer zijn opgeslagen verwijderd.
Foutieve datum en tijd in faxen
Als u zich bevindt in een land/regio waar het zomeruur wordt toegepast, geven de
datum en tijd voor faxen niet altijd de juiste tijd voor uw lokale tijdzone aan. Dit kan ook
invloed hebben op de standaardbestandsnaam van faxen die worden gearchiveerd
(deze bestandsnaam bevat de tijd).
Druk het faxlogboek af vanuit het bedieningspaneel van de printer om de juiste tijden te
zien waarop faxen zijn ontvangen.
Hoofdstuk 9
150 Een probleem oplossen
Gebruik de EWS om de tijdzone gebruikt door de printer handmatig te wijzigen naar de
tijdzone die de juiste tijd weergeeft, om de juiste tijd op faxen weer te geven tijdens de
zomertijd:
Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
De ingebouwde webserver openen
voor meer informatie.
Klik op het tabblad Instellingen en vervolgens onder Voorkeuren op Tijdzone
Selecteer de tijdzone die overeenkomt met het juiste tijdstip (normaal gezien een
tijdzone die een uur later valt dan uw tijdzone).
Opmerking Wanneer uw land/regio terug naar Standaardtijd wordt omgezet,
wijzigt u de tijdzone opdat uw tijdzone zou worden weergegeven.
Problemen met een geheugenapparaat oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Opmerking Als u vanaf een computer met een geheugenapparaat gaat werken,
raadpleegt u de Help bij de software voor informatie over het oplossen van
problemen.
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen
Controleer het geheugenapparaat
Zorg ervoor dat het geheugenapparaat een ondersteund type
geheugenapparaat is. Zie
Specificaties voor een geheugenapparaat voor
meer informatie.
Bepaalde geheugenapparaten hebben een schakelaar waarmee u kunt
bepalen hoe het apparaat wordt gebruikt. Zorg ervoor dat de schakelaar zo
staat dat het geheugenapparaat kan worden gelezen.
Problemen met een geheugenapparaat oplossen 151
Inspecteer de uiteinden van het geheugenapparaat op vuil of materiaal dat
een gaatje afsluit of een metalen contactpunt beschadigt. Reinig de
contactpunten met een pluisvrije doek en een beetje isopropylalcohol.
Controleer of het geheugenapparaat goed werkt door het te testen op
andere apparaten.
Controleer de sleuf waarin het geheugenapparaat moet worden geplaatst
Controleer of het geheugenapparaat helemaal in de juiste sleuf is gestoken.
Zie
Geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie.
Verwijder de geheugenkaart (wanneer het lampje niet knippert) en schijn
met een zaklamp in de lege sleuf. Kijk of er kleine pinnen aan de
binnenkant zijn gebogen. Wanneer de printer is uitgeschakeld, kunt u
gebogen pinnen voorzichtig rechtbuigen met het puntje van een dunne,
ingetrokken balpen. Indien een pin zo is gebogen dat hij een andere pin
aanraakt, vervang dan de geheugenkaartlezer of voer onderhoud uit aan de
printer. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie. Op deze website staan
informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen
van veel gebruikelijke printerproblemen.
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen
Controleer het geheugenapparaat
Misschien is het geheugenapparaat beschadigd.
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Als u de printer niet kunt aansluiten op uw vaste (Ethernet-)netwerk, voer dan een of
meer van de volgende taken uit.
Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt getroffen, moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Algemene netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
Indien u de HP-software die bij de printer is geleverd, niet kunt installeren, controleert u
of:
Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
Het netwerk is operationeel en de hub, switch of router van het netwerk is
ingeschakeld.
Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's en
firewalls.
De printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de computers die
gebruikmaken van de printer.
Hoofdstuk 9
152 Een probleem oplossen
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer
informatie.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van eventuele problemen met het
aansluiten van de printer op het draadloze netwerk.
Volg deze suggesties in de aangegeven volgorde en begin met de suggesties onder
´Algemene tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken´. Als de
problemen blijven bestaan, volgt u de suggesties in het gedeelte ´Geavanceerde tips
voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken´.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Draadloze basisproblemen oplossen
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Wanneer de problemen zijn opgelost...
Tip Ga voor meer informatie over het oplossen van problemen met draadloos
afdrukken naar
www.hp.com/go/wirelessprinting.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, biedt HP een tool genaamd HP
Home Network Diagnostic Utility, dat u helpt bij het ophalen van deze informatie
voor sommige systemen. Om deze tool te gebruiken gaat u naar het HP Draadloos
afdrukcentrum
www.hp.com/go/wirelessprinting, en klikt u op Diagnostisch
netwerkhulpprogramma in de sectie Quick Links. (Deze tool is momenteel nog
niet beschikbaar in alle talen).
Opmerking Volg de aanwijzingen in Wanneer de problemen zijn opgelost... nadat
u het probleem hebt opgelost.
Draadloze basisproblemen oplossen
Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit.
Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt
Als het blauwe lampje bij de draadloze knop van de printer niet brandt, zijn de
draadloze functies mogelijk niet ingeschakeld.
Om de draadloze functies in te schakelen, raakt u achtereenvolgens de
(rechterpijl:),
Configuratie, Netwerk en Draadloze radio aan en selecteert u Ja.
Opmerking Als uw printer Ethernet-netwerken ondersteunt, controleer dan of er
geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. Als er een Ethernet-kabel wordt
aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer
uitgeschakeld.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 153
Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten
Schakel de router en de printer uit en zet ze vervolgens weer aan in deze volgorde:
eerst de router en dan de printer. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken,
schakel de router, de printer en uw computer dan uit. Soms wordt een
netwerkcommunicatieprobleem opgelost door de printer uit en weer in te schakelen.
Stap 3 - Test draadloos netwerk afdrukken
Voer de ´Test Draadloos netwerk afdrukken´ uit, voor problemen met draadloze
netwerken.
Om een draadloze netwerktestpagina af te drukken, raakt u achtereenvolgens de
(rechterpijl:), Configuratie en Netwerk aan en selecteert u Test Draadloos
netwerk afdrukken of Draadloze netwerktest. Als er een probleem wordt
gedetecteerd, worden er in het afgedrukte testrapport aanbevelingen gedaan die het
probleem kunnen helpen oplossen.
Tip Als de Test draadloos netwerk afdrukken aangeeft dat het signaal zwak is,
probeer dan de printer dichter bij de draadloze router te plaatsen.
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Als u de suggesties in het gedeelte Draadloze basisproblemen oplossen hebt
geprobeerd en uw printer nog steeds niet kunt aansluiten op het draadloze netwerk,
probeert u de volgende suggesties in de onderstaande volgorde:
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)
Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een
virtueel privé-netwerk (VPN).
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk
Controleer of uw computer is verbonden met uw netwerk (een vast (Ethernet)-netwerk
of draadloos netwerk). Als de printer niet is aangesloten op het netwerk kunt u de
printer niet via het netwerk gebruiken.
Een vaste (Ethernet-) aansluiting controleren
Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waarop de Ethernet-kabel is
aangesloten. Met deze kabel is de router op de computer aangesloten. Gewoonlijk zijn
er twee indicatielampjes, waarvan de ene brandt en de andere knippert. Als er op uw
computer indicatielampjes aanwezig zijn, controleert u of deze lampjes aan zijn. Zijn de
lampjes niet aan, koppel de Ethernet-kabel dan los en sluit deze opnieuw aan op de
computer en de router. Als de lampjes nog steeds niet aan zijn, is er mogelijk een
probleem met de router, de Ethernet-kabel of uw computer.
Hoofdstuk 9
154 Een probleem oplossen
Opmerking Macintosh-computers hebben geen indicatielampjes. Als u de
Ethernet-verbinding op een Macintosh-computer wilt controleren, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op Netwerk. Als de
Ethernet-verbinding goed werkt, wordt Ingebouwd Ethernet in de lijst met
verbindingen weergegeven, met het bijbehorende IP-adres en andere
statusinformatie. Als Ingebouwd Ethernet niet in de lijst wordt weergegeven, is er
mogelijk een probleem met de router, de Ethernet-kabel of uw computer. Klik op de
Help-knop in het venster voor meer informatie.
Een draadloze aanlsluiting controleren
1. Controleer of de draadloze communicatie op uw computer is ingeschakeld. (Zie
de Help die bij uw computer is geleverd voor meer informatie.)
2. Als u geen unieke draadloze netwerknaam (SSID) gebruikt, is het mogelijk dat uw
draadloze computer is aangesloten op een netwerk in de buurt dat niet van u is.
Met behulp van de volgende stappen kunt u vaststellen of uw computer is aangesloten
op uw netwerk:
Windows
a. Klik op Start, Configuratiescherm, wijs Netwerkverbindingen aan en klik
vervolgens op Netwerkstatus en -taken weergeven.
-of-
Klik op Start, selecteer Instellingen, klik op Bedieningspaneel, dubbelklik
op Netwerkverbindingen, klik op het menu Bekijken en selecteer
vervolgens Details.
Laat het netwerkdialoogvenster open terwijl u verdergaat naar de volgende
stap.
b. Haal de stekker van het netsnoer van de draadloze router uit het
stopcontact. De verbindingsstatus van uw computer moet nu veranderen in
Geen verbinding.
c. Steek de stekker van het netsnoer van de draadloze router weer in het
stopcontact. De verbindingsstatus van uw computer moet nu veranderen in
Verbonden.
Mac OS X
Klik op het pictogram van AirPort in de menubalk boven aan het scherm. In
het menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of AirPort is ingeschakeld en
met welk draadloos netwerk de computer is verbonden.
Opmerking Als u uitgebreidere informatie wilt over uw AirPort-
verbinding, klikt u op Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u
vervolgens op Netwerk. Als de draadloze verbinding goed werkt,
verschijnt er in de lijst met verbindingen een groene stip naast AirPort.
Klik op de Help-knop in het venster voor meer informatie.
Als u uw computer niet op het netwerk kunt aansluiten, neem dan contact op met de
persoon die uw netwerk heeft ingesteld of met de fabrikant van uw router, omdat er
een probleem met de hardware van uw router of computer kan zijn.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 155
Tip Als u wel toegang kunt krijgen tot internet en een computer gebruikt waarop
Windows wordt uitgevoerd, hebt u ook toegang tot het programma HP
Netwerkassistent voor hulp bij het configureren van een netwerk. Ga naar
www.hp.com/sbso/wireless/tools-setup.html?jumpid=reg_R1002_USEN om dit
programma te gebruiken. (Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.)
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten
Als uw printer niet is aangesloten op hetzelfde netwerk als uw computer, kunt u de
printer niet over het netwerk gebruiken. Volg de stappen die in dit hoofdstuk
beschreven staan om erachter te komen of uw printer actief is verbonden met het juiste
netwerk.
Opmerking Als uw draadloze router of Apple AirPort Base Station een verborgen
SSID gebruikt, kan uw printer het netwerk niet automatisch detecteren.
A: Controleer of de printer met het netwerk verbonden is.
1. Als de printer Ethernet-netwerken ondersteunt en is verbonden met een Ethernet-
netwerk, controleer dan of er geen Ethernet-kabel is aangesloten aan de
achterkant van de printer. Als aan de achterkant een Ethernet-kabel is
aangesloten, wordt draadloze connectiviteit uitgeschakeld.
2. Als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
3. Controleer nadat de pagina is afgedrukt de Netwerkstatus en URL:
Netwerkstatus
Als de Netwerkstatus Gereed is, is
de printer actief met een netwerk
verbonden.
Als de Netwerkstatus Offline is, is de
printer niet met een netwerk
verbonden. Voer de Test draadloos
netwerk afdrukken uit (aan de hand
van de aanwijzingen aan het begin
van deze sectie) en volg eventuele
aanbevelingen op.
URL De URL die hier wordt weergegeven is het
netwerkadres dat door uw router is
toegekend aan de printer. Deze hebt u
nodig om verbinding te maken met de
geïntegreerde webserver (EWS).
Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor informatie over het
aansluiten van de printer op een draadloos netwerk.
B: Controleer of u toegang kunt krijgen tot de EWS
Nadat u hebt vastgesteld dat de computer en de printer allebei actieve verbindingen
met een netwerk hebben, kunt u controleren of ze zich in hetzelfde netwerk bevinden
door de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer te openen. Zie
Geïntegreerde
webserver voor meer informatie.
Hoofdstuk 9
156 Een probleem oplossen
Naar de EWS gaan
1. Open de EWS op uw computer. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
Opmerking Als u in de browser een proxyserver gebruikt, moet u deze
mogelijk uitschakelen om naar de EWS te kunnen gaan.
2. Als u de EWS kunt openen, probeert u de printer via het netwerk te gebruiken
(bijvoorbeeld door af te drukken) om te zien of de netwerkconfiguratie is gelukt.
Als u de EWS niet kunt openen of nog steeds problemen ondervindt wanneer u de
printer via het netwerk gebruikt, gaat u verder met het volgende hoofdstuk over
firewalls.
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert
Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS en zeker weet dat de computer en de
printer actieve verbindingen hebben met hetzelfde netwerk, kan het zijn dat de
beveiligingssoftware van de firewall de communicatie blokkeert. Schakel de firewall-
beveiligingssoftware die mogelijk op uw computer wordt uitgevoerd, tijdelijk uit en
probeer EWS opnieuw te openen. Als u de EWS kunt openen, probeert u de printer te
gebruiken (om af te drukken).
Als u de geïntegreerde webserver (EWS) kunt openen en u uw printer gebruikt terwijl
de firewall is uitgeschakeld, moet u de firewall-instellingen opnieuw configureren zodat
de computer en de printer met elkaar kunnen communiceren via het netwerk. Zie
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer voor meer informatie.
Als u de EWS kunt openen, maar de printer nog steeds niet kunt gebruiken, zelfs met
de firewall uitgeschakeld, probeert u of de firewall-software de printer herkent. Zie de
documentatie bij uw firewall-software voor meer informatie.
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is
Als de HP-software is geïnstalleerd, kunt u op uw computer de status van de printer
controleren om na te gaan of de printer in de pauzestand staat of offline is, waardoor u
het apparaat niet kunt gebruiken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem om de status van de printer te
controleren:
Windows
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave
Details, dan klikt u op het menu Bekijken en vervolgens op Details.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 157
3. Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus:
a. Als de printer Offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en
klikt u op Printer online gebruiken.
b. Als de printer Onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer
en klikt u op Afdrukken hervatten.
4. Probeer de printer over het netwerk te gebruiken.
Mac OS X
1. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken &
faxen of Afdrukken & scannen.
2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Afdrukwachtrij openen.
3. Als de afdruktaak is onderbroken, klikt u op Hervatten.
4. Als de printer in de pauzestand staat, klikt u op Printer hervatten.
Als u de printer kunt gebruiken nadat u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd
maar merkt dat de symptomen aanhouden als u de printer blijft gebruiken, kan het zijn
dat uw firewall hindert. Zie
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer
voor meer informatie.
Als u de printer nog steeds niet over het netwerk kunt gebruiken, gaat u verder naar
het volgende hoofdstuk voor bijkomende hulp bij het oplossen van problemen.
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)
Als u de HP-software opnieuw installeert, maakt de installer mogelijk een tweede
versie van het printerstuurprogramma in uw map Printers of Printers en
faxapparaten of Apparaten en printers. Als u problemen hebt met het afdrukken of
aansluiten op de printer, controleer dan of de juiste versie van het stuurprogramma van
de printer als de standaardinstelling is ingesteld.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Stel vast of de versie van het printerstuurprogramma in de map Printers of
Printers en faxen of Apparaten en printers draadloos is aangesloten:
a. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Printereigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b. Zoek op het tabblad Poorten naar een poort die in de lijst is aangevinkt. Bij
de aangevinkte versie van het printerstuurprogramma dat draadloos is
verbonden, staat als poortbeschrijving HP network re-discovery port
monitor.
3. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van de
printerdriver die draadloos is verbonden en selecteer Instellen als
standaardprinter.
Hoofdstuk 9
158 Een probleem oplossen
Opmerking Als de map voor de printer meerdere pictogrammen bevat, klikt u met
de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden en selecteert u Instellen als
standaardprinter.
Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een
virtueel privé-netwerk (VPN).
Een virtueel privé-netwerk is een computernetwerk dat gebruikmaakt van internet om
een externe, veilige verbinding met het netwerk van een organisatie te bieden. Bij de
meeste VPN-services is toegang tot lokale apparaten (zoals uw printer) op het lokale
netwerk niet toegestaan terwijl uw computer is verbonden met het VPN.
Koppel de verbinding met het VPN dus los om de printer aan te sluiten.
Tip U kunt de printer wel gebruiken terwijl u verbonden bent met het VPN als u de
printer op uw computer aansluit met een USB-kabel. Op de printer kan tegelijkertijd
een USB- en een netwerkverbinding worden gebruikt.
Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon
die het draadloze netwerk heeft geïnstalleerd.
Wanneer de problemen zijn opgelost...
Wanneer u eventuele problemen hebt opgelost en u de verbinding tussen de printer en
het draadloze netwerk tot stand hebt gebracht, voert u de volgende stappen voor uw
besturingssysteem uit:
Windows
1. Klik op het bureaublad van uw computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, selecteer de printernaam en klik op
Printerinstelling en software.
2. Klik op Een nieuwe printer aansluiten en selecteer het type verbinding dat u wilt
gebruiken.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van
HP, dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg de aanwijzingen op het scherm.
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer
Een persoonlijke firewall, die beveiligingssoftware op uw computer uitvoert, kan de
netwerkcommunicatie tussen uw printer en uw computer blokkeren.
Als u problemen ondervindt zoals:
Printer niet gevonden bij het installeren van HP-software
Kan niet afdrukken, afdruktaak zit vast in de wachtrij of de printer gaat offline
Fouten met scancommunicatie of berichten dat de scanner bezig is
Kan printerstatus op uw computer niet zien
Firewallsoftware configureren om te werken met de printer 159
Dan voorkomt de firewall mogelijk dat uw printer computers op uw netwerk laat weten
waar het kan worden gevonden.
Als u de HP-software op een computer met Windows gebruikt en deze de HP-printer
tijdens de installatie niet detecteert (en u weet dat de HP-printer zich in het netwerk
bevindt), of als u de HP-software al hebt geïnstalleerd en problemen ondervindt,
probeert u het volgende:
Als u de HP software net hebt geïnstalleerd, schakelt u zowel de printer als de
computer uit en schakelt u beide apparaten opnieuw in.
Houd uw beveiligingssoftware actueel. Veel leveranciers van beveiligingssoftware
leveren updates waarmee bekende problemen kunnen worden verholpen en
bieden de allernieuwste verdediging tegen nieuwe beveiligingsbedreigingen.
Als uw firewall de beveiligingsinstellingen Hoog, Gemiddeld of Laag heeft,
gebruikt u de instelling Gemiddeld wanneer uw computer is aangesloten op uw
netwerk.
Als u veranderingen hebt aangebracht in de standaardfirewall-instellingen,
probeert u de standaardinstellingen te herstellen.
Als uw firewall een instelling 'vertrouwde zone' heeft, gebruikt u deze instelling
wanneer uw computer is aangesloten op uw netwerk.
Als uw firewall een instelling 'waarschuwingsberichten niet weergeven' heeft,
schakelt u deze uit. Bij het installeren van de HP-software en het gebruik van de
HP-printer ziet u wellicht waarschuwingsberichten van uw firewall-software die
opties biedt als 'toestaan' of 'deblokkeren'. Sta alle HP-software toe die een
waarschuwing veroorzaakt. Als de melding de optie 'deze actie onthouden' of
'een regel hiervoor maken' bevat, selecteert u deze. Zo leert de firewall wat er
kan worden vertrouwd op uw netwerk.
Schakel niet meer dan één firewall tegelijk op uw computer in. Bijvoorbeeld zowel
de Windows-firewall die van het besturingssysteem als een firewall van derden
die zijn ingeschakeld op hetzelfde moment. Met meer dan een ingeschakelde
firewall op hetzelfde moment wordt uw computer niet veiliger. Wel kan dit
problemen veroorzaken.
Ga naar
www.hp.com/go/wirelessprinting voor meer informatie over het gebruik van uw
printer in combinatie met een persoonlijke firewall en klik op Hulp bij firewalls onder
HULP NODIG BIJ HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN?.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van deze website niet beschikbaar in
alle talen.
Problemen met het printerbeheer oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Dit gedeelte biedt oplossingen voor veelvoorkomende problemen met betrekking tot
het beheren van de printer. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Hoofdstuk 9
160 Een probleem oplossen
Opmerking Om van de geïntegreerde webserver (EWS) gebruik te kunnen
maken, moet de printer zijn verbonden met een netwerk via een Ethernet-
verbinding of een draadloze verbinding. U kunt de geïntegreerde webserver niet
gebruiken als de printer is aangesloten op een computer met een USB-kabel.
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-overkabel hebt gebruikt om
de printer aan te sluiten op het netwerk.
Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met de printer.
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Opmerking Om de EWS te gebruiken, moet de printer zijn aangesloten op een
netwerk met een Ethernet- of een draadloze verbinding. U kunt de geïntegreerde
webserver niet gebruiken als de printer is aangesloten op een computer met een
USB-kabel.
Controleer de webbrowser
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie
Specificaties van de geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met
internet, probeert u deze instellingen uit te schakelen. Zie de documentatie bij uw
webbrowser voor meer informatie.
Controleer of JavaScript en cookies zijn ingeschakeld in uw webbrowser. Zie de
documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie.
Problemen met het printerbeheer oplossen 161
Controleer het IP-adres van de printer
Om het IP-adres van de printer te controleren, kunt u het IP-adres verkrijgen door
een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Raak de
(rechterpijl:) aan,
selecteer Configuratie, selecteer Netwerk en selecteer Netwerkinstellingen
afdrukken.
Ping de printer met het IP-adres vanaf de commandolijn (Windows) of vanuit het
netwerkhulpprogramma (Mac OS X). (U vindt het netwerkhulpprogramma in de
map Hulpprogramma's onder Toepassingen op het hoogste niveau van de
harde schijf.)
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u op de commandolijn
(Windows):
C:\Ping 123.123.123.123
– Of –
Klik in het netwerkhulpprogramma (Mac OS X) op het tabblad Ping, typ het adres
123.123.123.123 in het vak en klik op Ping.
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.
Installatieproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij
het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
Suggesties voor hardware-installatie
Suggesties voor de installatie van de HP-software
Netwerkproblemen oplossen
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer de printer
Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de
printer zijn verwijderd.
Zorg dat er papier in de printer is geladen.
Controleer of er geen lampjes branden of knipperen behalve het lampje Gereed,
dat hoort te branden. Controleer op berichten op het bedieningspaneel van de
printer als het waarschuwingslampje knippert.
Controleer de hardwareverbindingen
Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
Controleer of het netsnoer stevig met de printer en met een werkend stopcontact
is verbonden.
Hoofdstuk 9
162 Een probleem oplossen
Controleer de printkop en printcartridges
Controleer of de printkop en alle inktcartridges goed vastzitten in de juiste met
kleuren gecodeerde sleuven. De printer kan niet werken als ze niet allemaal zijn
geïnstalleerd.
Zorg dat de printkopvergrendeling goed is gesloten.
Suggesties voor de installatie van de HP-software
Controleer het computersysteem
Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt. Zie
Systeemvereisten voor meer informatie.
Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Zie
Systeemvereisten voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de USB-stuurprogramma´s niet zijn uitgeschakeld in
Apparaatbeheer van Windows.
Als u een computer met Windows gebruikt en de computer de printer niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd). Hiermee wordt het printerstuurprogramma
volledig verwijderd. Start de computer opnieuw op en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste HP-software voor uw
besturingssysteem gebruikt.
Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de HP-software
installeert.
Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
Als de computer de installatie-cd in de cd-rom-drive niet herkent, bekijk dan of de
installatie-cd is beschadigd. U kunt het printerstuurprogramma downloaden van
de HP-website (
www.hp.com/go/customercare).
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het installatieprogramma
opnieuw uitvoeren.
Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
Als u de HP-software niet kunt installeren, moet u het volgende controleren:
Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
Het netwerk is operationeel en de hub, switch of router van het netwerk is
ingeschakeld.
Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers
met Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's,
antispywareprogramma's en firewalls.
Installatieproblemen oplossen 163
Zorg ervoor dat de printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die gebruikmaken van de printer.
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van de printer zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van de printer:
Druk de netwerkconfiguratiepagina van de printer af. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies
Printereigenschappen en open het tabblad Poorten.
Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer en klik dan op Poort
configureren.
Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het
overeenkomt met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-
adressen niet overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in
het adres op de netwerkconfiguratiepagina.
Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters
te sluiten.
Problemen met een vaste netwerkverbinding
Als het verbindingslampje Link op de netwerkaansluiting niet brandt, controleert
u of aan alle voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen" is
voldaan.
Het is niet aan te raden de printer een vast IP-adres te geven, maar desondanks
kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een
firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
De netwerkinstellingen voor de printer opnieuw instellen
1. Raak de
(rechterpijl:) aan, raak Configuratie aan en raak vervolgens Netwerk
aan. Raak Standaardinstellingen netwerk herstellen aan en selecteer
vervolgens Ja. Een bericht verschijnt waarin staat dat de standaardinstellingen
van het netwerk zijn hersteld.
2. Raak de
(rechterpijl:) aan, raak Configuratie aan, selecteer Rapporten en
selecteer vervolgens Netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de
netwerkconfiguratiepagina af te drukken en te controleren of de
netwerkinstellingen opnieuw zijn ingesteld.
Hoofdstuk 9
164 Een probleem oplossen
Het printerstatusrapport begrijpen
Gebruik het printerstatusrapport om de huidige printerinformatie en de status van de
inktcartridges te bekijken. Gebruik het printerstatusrapport ook als hulp bij het oplossen
van problemen met de printer.
Het printerstatusrapport bevat ook een log met recente gebeurtenissen.
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken.
Het printerstatusrapport begrijpen 165
1. Informatie over de printer: Toont printerinformatie (zoals printernaam,
modelnummer, serienummer en versienummer van de firmware), de accessoires
die zijn geïnstalleerd (zoals de accessoire voor dubbelzijdig afdrukken of de
duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires wordt
afgedrukt.
2. Informatie over het inktsysteem: de geschatte inktniveaus (grafisch
voorgesteld met behulp van meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van
de inktcartridges.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven
alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon
aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op
is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet
te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
3. Bijkomende hulp: informatie over waar u meer informatie over de printer kunt
vinden, plus informatie over het instellen van een faxtekst en het uitvoeren van
een Test draadloos netwerktest afdrukken.
Het printerstatusrapport afdrukken
Ga naar het beginscherm, raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer vervolgens
Configuratie. Raak Rapporten aan en selecteer vervolgens Statusrapport printer.
Onderhoud aan de printkop
Als er zich problemen voordoen tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de
printkop. U moet de procedures in de volgende hoofdstukken alleen uitvoeren als u
hiertoe opdracht krijgt om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
De uitlijn- en reinigingsprocedures onnodig uitvoeren kan inkt verspillen en de
levensduur van de cartridges verkorten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
reinig de printkop
Printkop uitlijnen
De printkop opnieuw plaatsen
reinig de printkop
Als uw afdruk streperig is, of ontbreekt, of verkeerde of ontbrekende kleuren heeft,
moet de printkop mogelijk worden gereinigd.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase duurt ongeveer twee minuten en er wordt één
vel papier en tamelijk veel inkt gebruikt. Controleer na elke fase de kwaliteit van de
afgedrukte pagina. U start de volgende reinigingsfase alleen als de afdrukkwaliteit
slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeert u de
printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na het uitlijnen en
reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. Zie
HP-ondersteuning voor
meer informatie.
Hoofdstuk 9
166 Een probleem oplossen
Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkop daarom uitsluitend wanneer
dit noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt een paar minuten in beslag. Dit
proces kan wat geluid produceren. Plaats gewoon papier voordat u de printkop
reinigt. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Als de printer niet correct wordt uitgeschakeld, kan dit problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken. Zie
De printer uitschakelen voor meer informatie.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie.
3. Raak Extra aan en selecteer Printkop reinigen.
De printkop reinigen vanuit de werkset (Windows)
1. Open de werkset. Zie
De werkset openen voor meer informatie.
2. Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen
reinigen.
3. Volg de instructies op het scherm.
De printkop reinigen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik in de sectie Informatie en ondersteuning op Printkoppen reinigen.
3. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op.
De printkop reinigen vanaf de geïntegreerde webserver
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
De ingebouwde webserver openen
voor meer informatie.
2. Klik op het tabblad Extra en klik daarna op Werkset afdrukkwaliteit in de sectie
Hulpprogramma's.
3. Klik op Printkop reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Printkop uitlijnen
Tijdens de eerste installatie wordt de printkop van de printer automatisch uitgelijnd.
U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatuspagina strepen of witte
lijnen door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de
afdrukkwaliteit van uw afdrukken.
De printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de
(rechterpijl:) aan en
daarna Configuratie.
3. Raak Extra aan en selecteer Printer uitlijnen.
Onderhoud aan de printkop 167
De printkop uitlijnen vanuit de werkset (Windows)
1. Open de werkset. Zie
De werkset openen voor meer informatie.
2. Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen
uitlijnen.
3. Volg de instructies op het scherm.
De printkop uitlijnen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik in de sectie Informatie en ondersteuning op Printkop uitlijnen.
3. Klik op Uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
De printkop uitlijnen vanaf de geïntegreerde webserver
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
De ingebouwde webserver openen
voor meer informatie.
2. Klik op het tabblad Extra en klik daarna op Werkset afdrukkwaliteit in de sectie
Hulpprogramma's.
3. Klik op Printkop uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
De printkop opnieuw plaatsen
Opmerking Voer deze procedure alleen uit als het bericht De printkop ontbreekt
of is defect verschijnt. Probeer eerst de printer uit en weer in te schakelen om het
probleem op te lossen. Als het bericht blijft verschijnen, probeert u deze procedure.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer is ingeschakeld.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges.
3. Breng de vergrendelingshendel omhoog op de wagen met de printcartridges.
Hoofdstuk 9
168 Een probleem oplossen
4. Verwijder de printkop door deze voorzichtig op te tillen en uit de printer te
trekken.
5. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
6. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat u
de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de veiligheidspal omhoog laat, kan
dit ertoe leiden dat de printcartridges niet juist zijn geplaatst, wat problemen
bij het afdrukken kan geven. De vergrendelingsgreep moet omlaag blijven om
de printcartridges juist te plaatsen.
7. Sluit de toegangsklep voor de inktcartridges.
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina
afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken. U kunt de
netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen 169
lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u
belt.
1
2
3
4
4
5
1. Algemene informatie: informatie over de huidige status en het type actieve
verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de
geïntegreerde webserver.
2. 802.3 vast: Informatie over de actieve vaste netwerkverbinding, zoals het IP-
adres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de
printer.
3. 802.11 Draadloos (bepaalde modellen) Informatie over de uw draadloze
netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de
standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
Hoofdstuk 9
170 Een probleem oplossen
4. Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen.
Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort
9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort
voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als
HP-standaardpoort).
LPD: Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de
programma’s voor spooling-services voor de line-printer die op
verschillende TCP/IP systemen geïnstalleerd kunnen worden.
Opmerking De LPD-functionaliteit kan gebruikt worden met elke host-
implementatie van LPD die in overeenstemming is met het RFC 1179-
document. Het proces voor de configuratie van printerspoolers kan
echter verschillen. Raadpleeg uw systeemdocumentatie voor informatie
over de configuratie van deze systemen.
Bonjour: Bonjour-services (waarbij gebruik wordt gemaakt van mDNS
oftewel Multicast Domain Name System) worden meestal gebruikt bij kleine
netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353) als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
SLP: Service Location Protocol (SLP) is een standaard internet-
netwerkprotocol dat een kader biedt waarmee netwerktoepassingen het
bestaan, de locatie en de configuratie van netwerkservices in
bedrijfsnetwerken kunnen ontdekken. Dit protocol vereenvoudigt detectie en
gebruik van netwerkbronnen, zoals printers, webservers, faxapparaten,
videocamera's, bestandssystemen, back-upapparaten (tapestations),
databases, adreslijsten, mailservers en agenda's.
Microsoft-webservices: Hiermee kunnen de protocollen voor WS-detectie
(Microsoft Web Services Dynamic Discovery) of WSD-afdrukservices
(Microsoft Web Services for Devices) die worden ondersteund op de printer,
worden in- of uitgeschakeld. Ongebruikte afdrukservices uitschakelen om
toegang via die services te voorkomen.
Opmerking Bezoek www.microsoft.com voor meer informatie over
WS-detectie en WSD-afdrukservices.
SNMP: SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt door
netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. De printer
ondersteunt SNMPv1-protocol op IP-netwerken.
WINS: Als u een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) in uw
netwerk hebt, haalt de printer automatisch het IP-adres van die server op en
registreert de printer de naam van die server bij elke dynamische
naamservice die voldoet aan RFC 1001 en 1002, zolang voor de WINS-
server (Windows Internet Naming Service) een IP-adres is gespecificeerd.
5. Verbonden pc('s): In deze lijst worden de computers weergegeven die met deze
printer zijn verbonden en wordt aangegeven wanneer deze computers voor het
laatst met de printer hebben gecommuniceerd.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Ga naar het beginscherm, raak de
(rechterpijl:) aan en selecteer vervolgens
Configuratie. Raak Rapporten aan en selecteer Netwerkconfiguratiepagina.
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen 171
Storingen verhelpen
Soms loopt het afdrukmateriaal tijdens een afdruktaak vast.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papierstoringen verhelpen
Papierstoringen voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Een papierstoring kan optreden aan beide zijden van de printer of in de automatische
documentinvoer.
Let op Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u
papierstoringen zo snel mogelijk oplossen.
Tip Wanneer u merkt dat de afdrukkwaliteit achteruitgaat moet u de printkop
reinigen. Zie
reinig de printkop voor meer informatie.
Gebruik deze stappen om een papierstoring te verhelpen.
Een papierstoring binnenin de printer oplossen
1. Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van de printer op te
lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Los
papierstoringen altijd op via de accessoire voor het automatisch dubbelzijdig
afdrukken (duplexeenheid).
2. Controleer de duplexeenheid.
a. Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide
zijden en verwijder de eenheid.
b. Wanneer u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pakt u het
papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
c. Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, drukt u op de grendel
boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken.
Hoofdstuk 9
172 Een probleem oplossen
Wanneer u het vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het
voorzichtig uit de printer. Sluit de klep.
d. Plaats de duplexeenheid in de printer terug.
3. Open de bovenklep en verwijder vuil.
4. Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd,
trekt u de lade uit en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier. Zo
niet, doe dan het volgende:
a. Controleer of de printer is uitgeschakeld en verwijder de stekker uit het
stopcontact.
b. Licht de printer op van lade 2.
c. Haal het vastgelopen materiaal onder uit de printer of uit Lade 2.
d. Zet de printer weer boven op Lade 2.
5. Open de toegangsklep van de printcartridges. Als er papier is achtergebleven in
de printer, controleert u of de afdrukkop geheel rechts in de printer staat,
verwijdert u papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het
afdrukmateriaal boven uit de printer.
Waarschuwing Kom niet met uw handen in de printer als de printer
aanstaat en de wagen vastzit. Als u de toegangsklep voor inktcartridges
opent, moet de wagen terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit
niet gebeurt, schakelt u de printer uit voordat u het vastgelopen papier
verwijdert.
6. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens
zet u de printer aan (als u de printer had uitgezet) en verzendt u de afdruktaak
opnieuw.
Storingen verhelpen 173
Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen
1. Til de kap van de automatische documentinvoer omhoog.
2. Til het lipje op de voorste rand van de automatische documentinvoer op.
-of-
Druk op het groene lipje in het midden van de automatische documentinvoer.
3. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u
de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die mogelijk in
de printer zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer
verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen.
Hoofdstuk 9
174 Een probleem oplossen
4. Als u in stap 2 op het groene lipje hebt gedrukt, trekt u dit nu weer op zijn plaats.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een
hersluitbare verpakking te bewaren.
Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer
informatie naar
Afdrukmateriaal plaatsen.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen
of gescheurd zijn.
Plaats niet teveel papier in de documentinvoerlade. Zie
Mediaspecificaties voor
informatie over het maximale aantal vellen dat de automatische documentinvoer
kan bevatten.
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al
het papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak
tegen het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade
niet buigen.
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst
leeg is voordat u papier toevoegt. Probeer geen papier bij te vullen terwijl de
printer bezig is een vel te pakken.
Storingen verhelpen 175
Druk geen sterk verzadigde beelden op lichtgewicht papier af als u afdrukt op
beide zijden van een pagina.
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie
Onderhoud van de printer voor meer
informatie.
Hoofdstuk 9
176 Een probleem oplossen
A Technische informatie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over de garantie
Printerspecificaties
Wettelijk verplichte informatie
Programma voor milieubehoud
Licenties van derden
Informatie over de garantie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
Inktpatroon garantieinformatie
Technische informatie 177
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
A
. Duur van beperkte garantie
1. Hewlett-Packard (HP) garandeert de eindgebruiker dat bovenstaande HP-producten vrij van materiaal- en fabricagedefecten
zijn gedurende de hierboven aangegeven periode, die begint op de datum van aankoop door de klant. De klant moet een
bewijs van de datum van aankoop kunnen overleggen.
2. Met betrekking tot softwareproducten is de beperkte garantie van HP uitsluitend geldig voor het niet kunnen uitvoeren van
programmeringsinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een product ononderbroken of vrij van fouten is.
3. De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat van een normaal gebruik van het
product en is niet van toepassing in de volgende gevallen:
a. onjuist of onvoldoende onderhoud of wijziging van het product;
b. software, interfaces, afdrukmateriaal, onderdelen of benodigdheden die niet door HP worden geleverd of ondersteund;
c. gebruik dat niet overeenstemt met de specificaties van het product;
d. onrechtmatige wijzigingen of verkeerd gebruik.
4. Voor HP-printerproducten is het gebruik van een cartridge die niet door HP is geleverd of een nagevulde cartridge niet van
invloed op de garantie aan de klant of een contract voor ondersteuning dat met de klant is gesloten. Als echter een defect of
beschadiging van de printer toegewezen kan worden aan het gebruik van een cartridge die niet van HP afkomstig is, een
nagevulde cartridge of een verlopen inktcartridge, brengt HP de gebruikelijke tijd- en materiaalkosten voor het repareren van
de printer voor het betreffende defect of de betreffende beschadiging in rekening.
5. Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een softwareproduct, in
afdrukmateriaal of in een inktproduct dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP vervangen. Als
HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een hardwareproduct dat
onder de garantie van HP valt, wordt naar goeddunken van HP het defecte product door HP gerepareerd of vervangen.
6. Als het defecte product niet door HP respectievelijk gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het
defecte product dat onder de garantie valt, terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP kennisgeving van het defect
heeft ontvangen.
7. HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling tot de klant het defecte product aan HP geretourneerd heeft.
8. Een eventueel vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn, vooropgesteld dat het ten minste dezelfde functionaliteit
heeft als het product dat wordt vervangen.
9. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's waar het gegarandeerde product door HP wordt gedistribueerd,
met uitzondering van het Midden-Oosten, Afrika, Argentinië, Brazilië, Mexico, Venezuela en de tot Frankrijk behorende
zogenoemde "Départements d'Outre Mer". Voor de hierboven als uitzondering vermelde landen/regio's, is de garantie
uitsluitend geldig in het land/de regio van aankoop. Contracten voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van
de klant, zijn verkrijgbaar bij elk officieel HP-servicekantoor in landen/regio's waar het product door HP of een officiële
importeur wordt gedistribueerd.
10. Er wordt geen garantie gegeven op HP-inktcartridges die zijn nagevuld, opnieuw zijn geproduceerd, zijn opgeknapt en
verkeerd zijn gebruikt of waarmee op enigerlei wijze is geknoeid.
B. Garantiebeperkingen
IN ZOVERRE DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, BIEDEN NOCH HP, NOCH LEVERANCIERS
(DERDEN) ANDERE UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN MET BETREKKING
TOT DE PRODUCTEN VAN HP EN WIJZEN ZIJ MET NAME DE STILZWIJGENDE GARANTIES EN VOORWAARDEN
VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF.
C. Beperkte aansprakelijkheid
1. Voor zover bij de plaatselijke wetgeving toegestaan, zijn de verhaalsmogelijkheden in deze beperkte garantie de enige en
exclusieve verhaalsmogelijkheden voor de klant.
2. VOORZOVER DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE
VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN LEVERANCIERS (DERDEN) ONDER GEEN BEDING
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, OF DIT NU
GEBASEERD IS OP CONTRACT, DOOR BENADELING OF ENIGE ANDERE JURIDISCHE THEORIE, EN ONGEACHT OF HP
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
D. Lokale wetgeving
1. Deze garantieverklaring verleent de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de V.S.
van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en elders van land tot land of van regio tot regio kunnen verschillen.
2. In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wetgeving, zal deze garantieverklaring als
aangepast en in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wetgeving worden beschouwd. Krachtens een dergelijke
plaatselijke wetgeving is het mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant
van toepassing zijn. Sommige staten in de Verenigde Staten en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten (inclusief
provincies in Canada) kunnen bijvoorbeeld:
a. voorkomen dat de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring de wettelijke rechten van een klant beperken
(bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk);
b. op andere wijze de mogelijkheid van een fabrikant beperken om dergelijke niet-aansprakelijkheidsverklaringen of
beperkingen af te dwingen;
c. de klant aanvullende garantierechten verlenen, de duur van de impliciete garantie bepalen waarbij het niet mogelijk is dat de
fabrikant zich niet aansprakelijk verklaart of beperkingen ten aanzien van de duur van impliciete garanties niet toestaan.
3. DE IN DEZE VERKLARING GESTELDE GARANTIEVOORWAARDEN VORMEN, BEHALVE IN DE WETTELIJK
TOEGESTANE MATE, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF WIJZIGING VAN, MAAR EEN AANVULLING OP DE
VERPLICHTE EN WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN
HP-PRODUCTEN.
HP Fabrieksgarantie
A
ls bijlage ontvangt u hierbij een lijst met daarop de naam en het adres van de HP vestiging in uw land waar u terecht kunt voor de
HP fabrieksgarantie.
Nederland: Hewlett-Packard Nederland BV, Startbaan 16, 1187 XR Amstelveen
België: Hewlett-Packard, BVBA/SPRL, P.O.
Naast deze fabrieksgarantie kunt u op basis van nationale wetgeving ten opzichte van uw verkoper rechten ontlenen aan
de verkoopovereenkomst. De HP-fabrieksgarantie laat de wettelijke rechten onder de toepasselijke nationale wetgeving ongemoeid.
HP-product Duur van beperkte garantie
Softwaremedia 90 dagen
Printer 1 jaar
Print- of inktcartridges Tot het HP-cartridge leeg is of de "einde garantie"-datum
(vermeld op de inktcartridge) is bereikt, afhankelijk van wat het
eerst van toepassing is. Deze garantie dekt geen
HP-inktproducten die opnieuw zijn gevuld, opnieuw zijn
gefabriceerd of zijn gerepareerd, noch HP-inktproducten die op
verkeerde wijze zijn gebruikt of behandeld.
Printkoppen (geldt alleen voor producten met printkoppen 1 jaar
die door de klant kunnen worden vervangen)
Accessoires 1 jaar tenzij anders vermeld
Bijlage A
178 Technische informatie
Inktpatroon garantieinformatie
De HP-cartridgegarantie is van toepassing wanneer het product gebruikt wordt in de aangewezen
HP-printer. Deze garantie is niet van toepassing op HP-inktproducten die opnieuw zijn gevuld, die
zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt of waarmee is geknoeid.
Tijdens de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet op is en het einde van de
garantieperiode niet is bereikt. Het einde van de garantiedatum, in JJJJ-MM-formaat , vindt als
volgt op het product terug:
Informatie over de garantie 179
Printerspecificaties
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Fysieke specificaties
Productkenmerken en -mogelijkheden
Specificaties processor en geheugen
Systeemvereisten
Netwerkprotocolspecificaties
Specificaties van de geïntegreerde webserver
Mediaspecificaties
Afdrukspecificaties
Kopieerspecificaties
Faxspecificaties
Scanspecificaties
Specificaties van webservices en website van HP
Omgevingsspecificaties
Elektrische specificaties
Geluidsspecificaties
Specificaties voor een geheugenapparaat
Fysieke specificaties
Printerformaat (breedte x hoogte x diepte)
HP Officejet Pro 8600: 494 x 300 x 460 mm (19,4 x 11,8 x 18,1 inches)
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium: 494 x 315 x 460 mm (19,4 x
12,4 x 18,1 inches)
Met lade 2: De printer is hiermee 82 mm (2,6 inch) hoger
Printerlampjes
Het vermelde printergewicht omvat de printerbenodigdheden, de accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) of Lade 2 niet.
HP Officejet Pro 8600: 10,67 kg (23.6 lb)
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium: 11,58 kg (25.5 lb)
Met lade 2: 2,96 kg (6,5 lb) zwaarder
Met accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid):0,63 kg (1,4
lb) zwaarder
Productkenmerken en -mogelijkheden
Functie Capaciteit
Verbindingsmogelijkheden USB 2.0-compatibel met hoge snelheid
USB 2.0-hostpoort met hoge snelheid
Draadloos 802.11b/g/n*
Vast 802.3-netwerk (Ethernet)
Afdrukmethode Drop-on-demand thermische inkjettechnologie
Inktpatronen Vier inktpatronen (een voor zwart, cyaan,
magenta en geel)
Bijlage A
180 Technische informatie
Functie Capaciteit
Opmerking Niet alle cartridges worden in
alle landen/regio's ondersteund.
Printkoppen Eén printkop
Levensduur benodigdheden Bezoek
www.hp.com/go/learnaboutsupplies/
voor meer informatie over de geschatte
levensduur van printcartridges.
Printertalen HP PCL 3
Ondersteunde lettertypen Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG
Times Italic, Universe, Universe Italic, Courier,
Courier Italic, Letter Gothic, Letter Gothic
Italic.
Werkbelasting Maximaal 25,000 pagina's per maand
Taal ondersteuning bedieningspaneel printer
Beschikbare talen verschillen per land/regio.
Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans,
Grieks, Hongaars, Italiaans, Japans,
Koreaans, Kroatisch, Nederlands, Noors,
Pools, Portugees, Roemeens, Russisch,
Slovaaks, Sloveens, Spaans, Traditioneel
Chinees, Tsjechisch, Turks, Vereenvoudigd
Chinees, Zweeds.
* De printer ondersteunt de frequentieband 802.11n 2,4 GHz.
Specificaties processor en geheugen
Printerprocessor
ARM R4
Printergeheugen
HP Officejet Pro 8600: 64 MB ingebouwde RAM
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium: 128 MB ingebouwde RAM
Systeemvereisten
Opmerking Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen en
systeemvereisten gaat u naar
www.hp.com/go/customercare Op deze website staan
informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel
gebruikelijke printerproblemen.
Compatibiliteit besturingssysteem
Windows XP Service Pack 3, Windows Vista, Windows 7
Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7
Linux (zie
http://hplipopensource.com/hplip-web/index.html voor meer informatie)
Minimale systeemvereisten
Microsoft® Windows® 7: 1 GHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor; 2 GB ruimte op de
harde schijf, cd-rom-/dvd-station of internetverbinding, USB-poort; Internet Explorer
Microsoft Windows Vista®: 800 MHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor; 2 GB ruimte
op de harde schijf, cd-rom-/dvd-station of internetverbinding, USB-poort; Internet Explorer
(vervolg)
Printerspecificaties 181
Microsoft Windows XP Service Pack 3 of hoger (alleen 32-bits): Intel® Pentium® II ,
Celeron® of compatibele processor; 233 MHz of hoger; cd-rom-/dvd-station of
internetverbinding, USB-poort, Internet Explorer 6.0 of hoger
Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7: PowerPC G4, G5 of Intel Core-processor; 900 MB vrije
ruimte op de harde schijf, cd-rom-/dvd-station of internetverbinding, USB-poort
Netwerkprotocolspecificaties
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen
Windows XP (32-bits) (Professional en Home Edities), Windows Vista 32-bits en 64-bits
(Ultimate Edition, Enterprise Edition en Business Edition), Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Small Business Server 2003 32-bits en 64-bits, Windows 2003 Server 32-bits en
64-bits, Windows 2003 Server R2 32-bits en 64-bits (Standard Edition, Enterprise Edition)
Windows Small Business Server 2008 64-bits, Windows 2008 Server 32-bits en 64-bits,
Windows 2008 Server R2 64-bits (Standard Edition, Enterprise Edition)
Citrix XenDesktop 4
Citrix XenServer 5.5
Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.5
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix XenApp 5.0
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Metaframe XP met Feature
Release 3
Microsoft Windows 2003 Small Business Server Terminal Services
Microsoft Windows Server 2008 Terminal Services
Microsoft Windows Small Business Server 2008 Terminal Services
Microsoft Windows 2008 Server Terminal Services met Citrix XenApp 5.0
Novell Netware 6.5, Open Enterprise Server 2
Compatibele netwerkprotocollen
TCP/IP
Networkbeheer
Geïntegreerde webserver (mogelijkheid om op afstand netwerkprinters te configureren en
beheren)
Specificaties van de geïntegreerde webserver
Vereisten
Een TCP/IP-netwerk (IPX/SPX-netwerken worden niet ondersteund)
Een webbrowser (Microsoft Internet Explorer 7.0 of hoger, Mozilla Firefox 3.0 of hoger,
Safari 3.0 of hoger of Google Chrome 3.0 of hoger)
Een netwerkverbinding (u kunt geen geïntegreerde webserver gebruiken die rechtstreeks is
verbonden met een USB-kabel)
Een internetverbinding (vereist voor sommige functies)
Opmerking U kunt de geïntegreerde webserver openen zonder verbinding te hebben
met het internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
Opmerking De geïntegreerde webserver moet zich aan dezelfde kant van een firewall
bevinden als de printer.
Bijlage A
182 Technische informatie
Mediaspecificaties
Gebruik deze tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw
printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Minimummarges instellen
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Gebruik de tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw
printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
Ondersteunde formaten kennen
Informatie over ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen
Ondersteunde formaten kennen
Opmerking Papierlade 2 is als optie verkrijgbaar.
Papierformaat Lade 1 Lade 2 Duplexeenhei
d
ADF
Standaardformaten
afdrukmateriaal
10 x 15 cm*
2L
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x
11 inch)*
8,5 x 13 inch (216 x 330 mm)
+
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5
x 14 inch)*
+
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x
11,7 inch)*
U.S. Executive (184 x 267 mm;
7,25 x 10,5 inches)
U.S. Statement (140 x 216 mm;
5,5 x 8,5 inch)
+
B5 (JIS) (182 x 257 mm; 7,17
x 10,12 inch)*
+
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x
8,3 inch)*
6 x 8 inch
+
Edge-to-Edge A4*
Edge-to-Edge Letter*
Enveloppen
Printerspecificaties 183
Papierformaat Lade 1 Lade 2 Duplexeenhei
d
ADF
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm;
4,12 x 9,5 inch)
Monarch-envelop (98 x 191 mm;
3,88 x 7,5 inches)
Envelopkaart (111 x 152 mm; 4,4
x 6 inch)
Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37
x 5,75 inches)
Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x
8,7 inches)
Envelop C5 (162 x 229 mm; 6,4 x
9 inches)
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x
6,4 inch)
Japanse envelop Chou #3 (120 x
235 mm; 4,7 x 9,3 inch)
Japanse envelop Chou #4 (90 x
205 mm; 3,5 x 8,1 inch)
Kaarten
Systeemkaart (76.2 x 127 mm; 3 x
5 inch)
Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x
6 inch)
Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x
8 inch)
Kaart A6 (105 x 148,5 mm; 4,13 x
5,83 inches)*
A4 indexkaart (210 x 297 mm; 8,3
x 11,7 inches)*
Hagaki (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8
inch) *
**
Ofuku Hagaki** (200 x 148 mm;
7,8 x 5,8 inches)
Systeemkaart Letter (216 x 279
mm)
Fotoafdrukmateriaal
Fotopapier (76.2 x 127 mm; 3 x 5
inches)
Fotoafdrukmateriaal (102 x 152
mm; 4 x 6 inches)*
Bijlage A
(vervolg)
184 Technische informatie
Papierformaat Lade 1 Lade 2 Duplexeenhei
d
ADF
Fotoafdrukmateriaal (12,7 x 17,8
cm)*
Fotoafdrukmateriaal (8 x 10 inch)*
Fotopapier (8.5 x 11 inches)
Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch)
Foto 2L (127 x 178 mm)*
13 x 18 cm*
Ander afdrukmateriaal
Opmerking Speciale
papierformaten definiëren vanuit
de beeldbewerkingssoftware van
HP is alleen beschikbaar op Mac
OS X.
Speciaal papierformaat van 76,2
tot 216 mm breed en 127 tot 356
mm lang (3 tot 8,5 inches breed
en 5 tot 14 inches lang)
Aangepast afdrukmateriaal (ADF)
met een breedte tussen 127 en
216 mm en een lengte van 127 tot
355 mm (5 tot 8,5 inch breed en 5
tot 14 inch lang)
+
* Deze formaten kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder rand.
** De printer is alleen compatibel met gewoon papier en inktjet hagaki papier van Japan Post. Het
is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
+
De ADF ondersteunt alleen enkelzijdig scannen en kopiëren.
Informatie over ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen
Opmerking Lade 2 is beschikbaar bij sommige modellen.
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Lade 1 Papier
60 tot 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Maximaal 250 vellen
gewoon papier
(25 mm of 1 inch
gestapeld)
Afdrukmateriaal voor foto's
280 g/m
2
(75 lb bankpost)
Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Enveloppen
75 tot 90 g/m
2
(envelop met 20 to 24
lb bankpost)
Maximaal 30 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
(vervolg)
Printerspecificaties 185
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Kaarten
Maximaal 200 g/m
2
(steekkaart 110 lb)
Maximaal 80 kaarten
Lade 2 Alleen gewoon papier
60 tot 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Maximaal 250 vellen
gewoon papier
(25 mm of 1.0 inch
gestapeld)
Duplexeen
heid
Standaard en brochure
60 tot 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Niet van toepassing
Uitvoerlade Alle ondersteunde
afdrukmaterialen
Maximaal 150 vellen
gewoon papier (tekst
afdrukken)
Automatisc
he
documentin
voer
Alle ondersteunde
afdrukmaterialen behalve
fotopapier
60 tot 90 g/m
2
(16 tot 24 lb bankpost)
alleen langvezelig
afdrukmateriaal
HP Officejet Pro 8600:
Tot 35 vellen normaal
papier (in een stapel
van 5 mm)
HP Officejet Pro 8600
Plus en HP Officejet
Pro 8600 Premium: Tot
50 vellen normaal
papier (in een stapel
van 11 mm)
Minimummarges instellen
De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in
de oriëntatie Staand.
1 2
2
3
4
1
3
4
Bijlage A
(vervolg)
186 Technische informatie
Afdrukmateriaal (1)
Linkermarge
(2)
Rechtermarg
e
(3)
Bovenmarge
(4)
Ondermarge
U.S. Letter
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
U.S. Statement
8,5 x 13 inch
B5
A5
Kaarten
Speciaal papierformaat
Afdrukmateriaal voor foto's
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
Windows: 3,3
mm (0,13
inch),
Macintosh en
Linux: 12 mm
(0,47 inch)
Enveloppen 3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
16,5 mm
(0,65 inch)
16,5 mm
(0,65 inch)
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Stel opties in voor dubbelzijdig afdrukken in uw toepassing of in het printerstuurprogramma.
Bedruk nooit beide zijden van enveloppen, fotopapier, glanzend afdrukmateriaal of papier
dat lichter is dan 60 g/m
2
of zwaarder dan 105 g/m
2
. Bij deze materiaaltypen kunnen
papierstoringen optreden.
Voor verschillende soorten afdrukmateriaal is een specifieke afdrukstand vereist wanneer u
op beide zijden van een pagina afdrukt. Dit is onder meer zo voor briefhoofden, voorgedrukt
papier en papier met watermerken en gaten. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de
voorkant van het afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Plaats het afdrukmateriaal met de
afdrukzijde naar beneden.
Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken, wanneer één kant van het afdrukmateriaal is
afgedrukt, wordt het materiaal in de printer vastgehouden om de inkt te laten drogen. Zodra
de inkt is opgedroogd, wordt het afdrukmateriaal weer in de printer ingevoerd en wordt de
tweede zijde bedrukt. Zodra het afdrukken is voltooid, wordt het afdrukmateriaal in de
uitvoerlade geplaatst. Pak het materiaal niet vast voordat het bedrukken is voltooid.
U kunt op beide zijden van ondersteunde aangepaste papierformaten afdrukken door het
papier om te draaien en opnieuw in de printer in te voeren. Zie
Mediaspecificaties voor
meer informatie.
Afdrukspecificaties
Resolutie (zwart)
600 x 600 dpi met zwarte inkt op pigmentbasis
Resolutie (kleur)
Max. 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor afdrukken op HP Advanced Photo Paper met 1200 x
1200 invoer-dpi.
Kopieerspecificaties
Digitale beeldverwerking
Tot 99 kopieën van origineel (varieert per model)
Printerspecificaties 187
Digitale zoom: van 25 tot 400% (verschilt per model)
Aan pagina aanpassen, voorbeeldkopie
Faxspecificaties
Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat.
Maximaal 110 snelkiesnummers (verschilt per model).
Geheugen van maximaal 120 pagina's (verschilt per model, volgens ITU-T-testafbeelding
nr. 1 bij standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vragen meer tijd en
geheugen.
Fax handmatig verzenden en ontvangen.
Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model).
Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model).
Bevestigings- en activiteitenrapporten.
CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
33,6 Kbps overdracht.
Snelheid van 4 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij
standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en
nemen meer geheugen in beslag.
Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi)
Zwart 196 x 203 (8-bits
grijstinten)
300 x 300 196 x 203 196 x 98
Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200
Specificaties voor Fax naar pc
Ondersteund bestandstype: Ongecomprimeerde TIFF
Ondersteunde faxtypen: zwart-witfaxen
Scanspecificaties
Geïntegreerde OCR-software zet gescande tekst automatisch om in bewerkbare tekst
Twain-compatibele interface (alleen voor Windows)
Resolutie: 4800 x 4800 ppi optisch
Color (Kleur): 24-bits kleuren, 8-bits grijsschaal (256 grijstinten)
Maximale scanformaat vanaf de glasplaat:
HP Officejet Pro 8600: 216 x 297 mm
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium: 216 x 356 mm
Maximaal scanformaat vanaf de ADI: 216 x 356 mm
Specificaties van webservices en website van HP
Specificaties van webservices
Specificaties voor de website van HP
Specificaties van webservices
Een internetverbinding via een vaste (Ethernet)-verbinding of draadloze verbinding.
HP ePrint
Maximale grootte voor e-mailberichten en e-mailbijlagen: 5 MB
Maximum aantal bijlagen: 10
Bijlage A
188 Technische informatie
Opmerking Het e-mailadres van de printer moet het enige adres zijn op de regel 'Aan' van
het e-mailbericht.
Ondersteunde bestandstypen:
PDF
HTML
Standaard bestandsindelingen voor tekst
Microsoft Word, PowerPoint
Afbeeldingsbestanden, zoals PNG, JPEG, TIFF, GIF, BMP
Opmerking Mogelijk kunt u nog andere bestandstypen gebruiken in combinatie met HP
ePrint. Maar daarvan kan HP niet garanderen dat ze correct zullen functioneren samen met
de printer omdat ze niet volledig zijn getest.
Print apps
Voor bepaalde print apps moet u wellicht een account instellen bij een partnerwebsite. Ga voor
meer informatie naar
www.eprintcenter.com.
Specificaties voor de website van HP
Een webbrowser (Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger, Mozilla Firefox 2.0 of hoger,
Safari 3.2.3 of hoger of Google Chrome 3.0) met de Adobe Flash-plugin (versie 10 of
hoger).
Een internetverbinding
Omgevingsspecificaties
Werkomgeving
Werktemperatuur: 5° tot 40°C
Vochtigheidsgraad in bedrijf: 15 tot 80% RV, niet condenserend
Aanbevolen bedrijfstemperatuur: 15° tot 32°C
Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80% RV (niet condenserend)
Verzendomgeving
Maximale temperatuur bij transport: -40° tot 60°C
Maximaal transportvochtigheid: 5 tot 90% RV, niet condenserend
Elektrische specificaties
Stroomvoorziening
Universele netadapter (intern)
Stroomvereisten
Ingangsspanning: 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Uitvoervoltage: +32V/+12V bij 1095 mA/170 mA
Stroomverbruik
34 Watt afdrukken (snelle conceptmodus); 36 Watt faxen of kopiëren (snelle conceptmodus)
Printerspecificaties 189
Geluidsspecificaties
Snel afdrukken, geluidsniveaus per ISO 7779
HP Officejet Pro 8600
Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAm 57 (dBA) (mono Draft print)
Geluidsvermogen
LwAd 7,1 (BA)
HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium
Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAm 56 (dBA) (mono Draft print)
Geluidsvermogen
LwAd 7,0 (BA)
Specificaties voor een geheugenapparaat
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Geheugenkaartspecificaties
USB-flashstations
Geheugenkaartspecificaties
Specificaties
Aanbevolen maximum aantal bestanden op een geheugenkaart: 2,000
Aanbevolen maximumgrootte van de afzonderlijke bestanden: 12 megapixel maximum, 8
MB maximum (TIFF-bestanden: 50 MB maximum)
Aanbevolen maximumgrootte van de geheugenkaart: 64 GB (alleen solid state)
Opmerking Bij benadering van de aanbevolen maximumwaarden voor een
geheugenkaart kunnen de prestaties van de printer onder de verwachting blijven.
Ondersteunde typen geheugenkaarten
Secure Digital (SD), Mini SD, Micro SD
High Capacity Secure Digital
USB-flashstations
HP heeft de volgende USB-flashstations volledig getest op de printer:
Kingston: Data Traveler 100 USB 2.0 flashstation (4 GB, 8 GB en 16 GB)
Lexar JumpDrive Traveller: 1 GB
Imation: 1 GB USB Swivel
Sandisk: Ultra Titanium plus USB-flashstation 4 GB
HP: 8 GB HI.SPEED USB flash drive v100w
Opmerking Andere USB-flashstations kunnen mogelijk ook in combinatie met de printer
worden gebruikt. Maar daarvan kan HP niet garanderen dat ze correct zullen functioneren
samen met de printer omdat ze niet volledig zijn getest.
Bijlage A
190 Technische informatie
Wettelijk verplichte informatie
De printer voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
FCC-verklaring
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland
Bericht voor de Europese Unie
Verklaring over de indicatielampjes
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk
Australische verklaring over vaste faxen
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
Wettelijk verplicht modelnummer
Wettelijk verplichte informatie 191
FCC-verklaring
FCC statement
The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified
that the following notice be brought to the attention of users of this product.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital
device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reason-
able protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications.
However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can
be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
Reorient the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the
receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
For further information, contact:
Manager of Corporate Product Regulations
Hewlett-Packard Company
3000 Hanover Street
Palo Alto, Ca 94304
(650) 857-1501
Modifications (part 15.21)
The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to this
device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the
equipment.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following
two conditions: (1) this device may not cause harmful interference, and (2) this device must
accept any interference received, including interference that may cause undesired
operation.
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
Bijlage A
192 Technische informatie
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland
Geräuschemission
LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19
Bericht voor de Europese Unie
Producten voorzien van het CE-logo zijn conform onderstaande EG-richtlijnen:
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EMC-richtlijn 2004/108/EG
Richtlijn met betrekking tot het ecologisch ontwerp 2009/125/EG, indien van toepassing
De EG-conformiteit van dit product is alleen geldig indien het wordt gebruikt samen met de CE-
gemarkeerde AC-adapter die door HP is geleverd.
Indien het product is uitgerust met telecommunicatiemogelijkheden, is het eveneens conform met
de verplichte eisen vermeld in de volgende EG-richtlijn:
R&TTE-richtlijn 1999/5/EG
Naleving van deze richtlijnen impliceert conformiteit aan de toepasselijke geharmoniseerde
Europese normen (Europese normen) die zijn opgenomen in de EU-verklaring van
overeenstemming, afgegeven door HP voor dit product of deze productreeks en beschikbaar
(alleen in het Engels) hetzij in de productdocumentatie of op de volgende website :
www.hp.com/
go/certificates (typ het productnummer in het zoekvak).
Wettelijk verplichte informatie 193
De conformiteit wordt aangegeven door een van onderstaande conformiteitmarkeringen op het
product:
Voor producten zonder
telecommunicatiefunctionaliteit en
voor producten met EG-
geharmoniseerde
telecommunicatiefunctionaliteit zoals
Bluetooth® met een
vermogensklasse onder 10mW.
Voor niet EG-geharmoniseerde
telecommunicatieproducten (indien
van toepassing wordt een 4-cijferig
identificatienummer van de
erkenningsinstantie gevoegd tussen
het CE-merkteken en een !).
Raadpleeg het regulerende label op het product.
De telecommunicatiefunctionaliteit van dit product mag worden gebruikt in de volgende EG- en
EFTA-landen: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, de Tsjechische republiek, Denemarken,
Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland,
Liechtenstein, Lithouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië,
de Slovaakse republiek, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
De telefoonverbinding (niet aanwezig op alle producten) is bedoeld voor aansluiting op een
analoog telefoonnetwerk.
Producten met draadloze LAN-apparatuur
In sommige landen gelden speciale verplichtingen of speciale vereisten over het gebruik van
draadloze LAN-netwerken. Ze mogen bijvoorbeeld alleen binnenshuis worden gebruikt of er
gelden beperkingen met betrekking tot de beschikbare kanalen. Zorg ervoor dat de landinstelling
van het draadloze netwerk correct is.
Frankrijk
Voor gebruik van dit product met 2.4-GHz draadloos LAN gelden bepaalde beperkingen: Dit
product mag binnenshuis worden gebruikt over de volledige frequentieband 2400-2483.5 MHz
(kanalen 1-13). Voor gebruik buitenshuis mag alleen de frequentieband 2400-MHz tot 2454-MHz
(kanalen 1 tot 7) worden gebruikt. Voor de nieuwste voorwaarden, zie
www.art-telecom.fr.
Contactpunt voor regulatoire informatie:
Hewlett-Packard GmbH, Dept./MS: HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen,
GERMANY
Verklaring over de indicatielampjes
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland
Bijlage A
194 Technische informatie
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that
contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent
Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone
company.
An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment. This
equipment is designed to be connected to the telephone network or premises wiring using
a compatible modular jack which is Part 68 compliant. This equipment connects to the
telephone network through the following standard network interface jack: USOC
RJ-11C.
The REN is useful to determine the quantity of devices you may connect to your telephone
line and still have all of those devices ring when your number is called. Too many devices
on one line might result in failure to ring in response to an incoming call. In most, but not
all, areas the sum of the RENs of all devices should not exceed five (5). To be certain of the
number of devices you may connect to your line, as determined by the REN, you should call
your local telephone company to determine the maximum REN for your calling area.
If this equipment causes harm to the telephone network, your telephone company might
discontinue your service temporarily. If possible, they will notify you in advance. If advance
notice is not practical, you will be notified as soon as possible. You will also be advised of
your right to file a complaint with the FCC. Your telephone company might make changes
in its facilities, equipment, operations, or procedures that could affect the proper operation
of your equipment. If they do, you will be given advance notice so you will have the
opportunity to maintain uninterrupted service. If you experience trouble with this equipment,
please contact the manufacturer, or look elsewhere in this manual, for warranty or repair
information. Your telephone company might ask you to disconnect this equipment from the
network until the problem has been corrected or until you are sure that the equipment is not
malfunctioning.
This equipment may not be used on coin service provided by the telephone company.
Connection to party lines is subject to state tariffs. Contact your state public utility commis-
sion, public service commission, or corporation commission for more information.
This equipment includes automatic dialing capability. When programming and/or making
test calls to emergency numbers:
Remain on the line and explain to the dispatcher the reason for the call.
Perform such activities in the off-peak hours, such as early morning or late evening.
Note The FCC hearing aid compatibility rules for telephones are not applicable
to this equipment.
The Telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to use a
computer or other electronic device, including fax machines, to send any message unless
such message clearly contains in a margin at the top or bottom of each transmitted page
or on the first page of transmission, the date and time it is sent and an identification of the
business, other entity, or other individual sending the message and the telephone number
of the sending machine or such business, other entity, or individual. (The telephone number
provided might not be a 900 number or any other number for which charges exceed local
or long-distance transmission charges.) In order to program this information into your fax
machine, you should complete the steps described in the software.
Wettelijk verplichte informatie 195
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk
Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique
canadien/Notice to users of the Canadian telephone network
Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux
d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
L’abréviation IC qui précède le numéro d’enregistrement indique que l’enregistrement a été
effectué dans le cadre d’une Déclaration de conformité stipulant que les spécifications
techniques d’Industrie Canada ont été respectées. Néanmoins, cette abréviation ne signifie
en aucun cas que l’appareil a été validé par Industrie Canada.
Pour leur propre sécurité, les utilisateurs doivent s’assurer que les prises électriques reliées
à la terre de la source d’alimentation, des lignes téléphoniques et du circuit métallique
d’alimentation en eau sont, le cas échéant, branchées les unes aux autres. Cette précaution
est particulièrement importante dans les zones rurales.
Remarque Le numéro REN (Ringer Equivalence Number) attribué à chaque
appareil terminal fournit une indication sur le nombre maximal de terminaux qui
peuvent être connectés à une interface téléphonique. La terminaison d’une
interface peut se composer de n’importe quelle combinaison d’appareils, à
condition que le total des numéros REN ne dépasse pas 5.
Basé sur les résultats de tests FCC Partie 68, le numéro REN de ce produit est 0.0B.
This equipment meets the applicable Industry Canada Terminal Equipment Technical
Specifications. This is confirmed by the registration number. The abbreviation IC before the
registration number signifies that registration was performed based on a Declaration of
Conformity indicating that Industry Canada technical specifications were met. It does not
imply that Industry Canada approved the equipment.
Users should ensure for their own protection that the electrical ground connections of the
power utility, telephone lines and internal metallic water pipe system, if present, are
connected together. This precaution might be particularly important in rural areas.
Note The REN (Ringer Equivalence Number) assigned to each terminal device
provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be
connected to a telephone interface. The termination on an interface might consist
of any combination of devices subject only to the requirement that the sum of the
Ringer Equivalence Numbers of all the devices does not exceed 5.
The REN for this product is 0.0B, based on FCC Part 68 test results.
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk
Hinweis für Benutzer des deutschen Telefonnetzwerks
Dieses HP-Fax ist nur für den Anschluss eines analogen Public Switched Telephone Network
(PSTN) gedacht. Schließen Sie den TAE N-Telefonstecker, der im Lieferumfang des
HP All-in-One enthalten ist, an die Wandsteckdose (TAE 6) Code N an. Dieses HP-Fax kann
als einzelnes Gerät und/oder in Verbindung (mit seriellem Anschluss) mit anderen zugelass-
enen Endgeräten verwendet werden.
Australische verklaring over vaste faxen
In Australia, the HP device must be connected to Telecommunication Network through a line
cord which meets the requirements of the Technical Standard AS/ACIF S008.
Bijlage A
196 Technische informatie
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten:
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië
Kennisgeving voor gebruikers in Canada
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties
Exposure to radio frequency radiation
Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio
frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner
that the potential for human contact during normal operation is minimized. This
product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such
a manner to minimize the potential for human contact during normal operation. In
order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure
limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20 cm (8 inches)
during normal operation.
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië
Aviso aos usuários no Brasil
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra
interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência
a sistemas operando em caráter primário. (Res.ANATEL 282/2001).
Kennisgeving voor gebruikers in Canada
Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs canadiens
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise
emissions from the digital apparatus set out in the Radio Interference Regulations of the
Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS
210 and RSS GEN of Industry Canada.
Utiliser à l'intérieur. Le présent appareil numérique n'émet pas de bruit radioélectrique
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de la classe B prescrites dans
le Règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le ministère des Communications
du Canada. Le composant RF interne est conforme a la norme RSS-210 and RSS GEN
d'Industrie Canada.
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan
Wettelijk verplichte informatie 197
Wettelijk verplicht modelnummer
Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer
toegewezen. Het wettelijk verplichte modelnummer van uw product is SNPRC-1101-01. Het
wettelijk verplichte modelnummer moet niet worden verward met de marketingnaam (HP Officejet
Pro 8600 e-All-in-One serie) of het productnummer.
Bijlage A
198 Technische informatie
Programma voor milieubehoud
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het
aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit
en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen
worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken
en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat
deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden.
Raadpleeg de HP-website over de betrokkenheid van HP bij het milieu op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papiergebruik
Kunststof
Veiligheidsinformatiebladen
Kringloopprogramma
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie
Stroomverbruik
Chemische stoffen
Batterij-informatie
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)
RoHS-kennisgevingen (alleen voor Oekraïne)
Papiergebruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en
EN 12281:2002.
Kunststof
Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende
normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde
van de levensduur van het product worden gerecycled.
Veiligheidsinformatiebladen
MSDS (material safety data sheets - veiligheidsinformatiebladen) zijn verkrijgbaar op de website
van HP website op:
www.hp.com/go/msds
Kringloopprogramma
HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's.
Daarnaast werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van
elektronische onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door
een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het
recyclen van HP producten naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
HP zet zich in voor de bescherming van het milieu. Het programma voor hergebruik van HP-
inkjetbenodigdheden is in een groot aantal landen/regio's beschikbaar. Hiermee kunt u
printcartridges kosteloos hergebruiken. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
Programma voor milieubehoud 199
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie
European Union Battery Directive
This product contains a battery that is used to maintain data integrity of real time clock or product settings and is designed to last the life of the
product. Any attempt to service or replace this battery should be performed by a qualified service technician.
Directive sur les batteries de l'Union Européenne
Ce produit contient une batterie qui permet de maintenir l'intégrité des données pour les paramètres du produit ou l'horloge en temps réel et qui a
été conçue pour durer aussi longtemps que le produit. Toute tentative de réparation ou de remplacement de cette batterie doit être effectuée par un
technicien qualifié.
Batterie-Richtlinie der Europäischen Union
Dieses Produkt enthält eine Batterie, die dazu dient, die Datenintegrität der Echtzeituhr sowie der Produkteinstellungen zu erhalten, und die für die
Lebensdauer des Produkts ausreicht. Im Bedarfsfall sollte das Instandhalten bzw. Austauschen der Batterie von einem qualifizierten Servicetechniker
durchgeführt werden.
Direttiva dell'Unione Europea relativa alla raccolta, al trattamento e allo smaltimento di batterie e accumulatori
Questo prodotto contiene una batteria utilizzata per preservare l'integrità dei dati dell'orologio in tempo reale o delle impostazioni del prodotto e
la sua durata si intende pari a quella del prodotto. Eventuali interventi di riparazione o sostituzione della batteria devono essere eseguiti da un
tecnico dell'assistenza qualificato.
Directiva sobre baterías de la Unión Europea
Este producto contiene una batería que se utiliza para conservar la integridad de los datos del reloj de tiempo real o la configuración del producto
y está diseñada para durar toda la vida útil del producto. El mantenimiento o la sustitución de dicha batería deberá realizarla un técnico de
mantenimiento cualificado.
Směrnice Evropské unie pro nakládání s bateriemi
Tento výrobek obsahuje baterii, která slouží k uchování správných dat hodin reálného času nebo nastavení výrobku. Baterie je navržena tak, aby
vydržela celou životnost výrobku. Jakýkoliv pokus o opravu nebo výměnu baterie by měl provést kvalifikovaný servisní technik.
EU's batteridirektiv
Produktet indeholder et batteri, som bruges til at vedligeholde dataintegriteten for realtidsur- eller produktindstillinger og er beregnet til at holde i
hele produktets levetid. Service på batteriet eller udskiftning bør foretages af en uddannet servicetekniker.
Richtlijn batterijen voor de Europese Unie
Dit product bevat een batterij die wordt gebruikt voor een juiste tijdsaanduiding van de klok en het behoud van de productinstellingen. Bovendien is
deze ontworpen om gedurende de levensduur van het product mee te gaan. Het onderhoud of de vervanging van deze batterij moet door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus worden uitgevoerd.
Euroopa Liidu aku direktiiv
Toode sisaldab akut, mida kasutatakse reaalaja kella andmeühtsuse või toote sätete säilitamiseks. Aku on valmistatud kestma terve toote kasutusaja.
Akut tohib hooldada või vahetada ainult kvalifitseeritud hooldustehnik.
Euroopan unionin paristodirektiivi
Tämä laite sisältää pariston, jota käytetään reaaliaikaisen kellon tietojen ja laitteen asetusten säilyttämiseen. Pariston on suunniteltu kestävän laitteen
koko käyttöiän ajan. Pariston mahdollinen korjaus tai vaihto on jätettävä pätevän huoltohenkilön tehtäväksi.
Οδηγία της Ευρωπαϊκής Ένωσης για τις ηλεκτρικές στήλες
Αυτό το προϊόν περιλαμβάνει μια μπαταρία, η οποία χρησιμοποιείται για τη διατήρηση της ακεραιότητας των δεδομένων ρολογιού πραγματικού
χρόνου ή των ρυθμίσεων προϊόντος και έχει σχεδιαστεί έτσι ώστε να διαρκέσει όσο και το προϊόν. Τυχόν απόπειρες επιδιόρθωσης ή αντικατάστασης
αυτής της μπαταρίας θα πρέπει να πραγματοποιούνται από κατάλληλα εκπαιδευμένο τεχνικό.
Az Európai unió telepek és akkumulátorok direktívája
A termék tartalmaz egy elemet, melynek feladata az, hogy biztosítsa a valós idejű óra vagy a termék beállításainak adatintegritását. Az elem úgy
van tervezve, hogy végig kitartson a termék használata során. Az elem bármilyen javítását vagy cseréjét csak képzett szakember végezheti el.
Eiropas Savienības Bateriju direktīva
Produktam ir baterija, ko izmanto reālā laika pulksteņa vai produkta iestatījumu datu integritātes saglabāšanai, un tā ir paredzēta visam produkta
dzīves ciklam. Jebkura apkope vai baterijas nomaiņa ir jāveic atbilstoši kvalificētam darbiniekam.
Europos Sąjungos baterijų ir akumuliatorių direktyva
Šiame gaminyje yra baterija, kuri naudojama, kad būtų galima prižiūrėti realaus laiko laikrodžio veikimą arba gaminio nuostatas; ji skirta veikti
visą gaminio eksploatavimo laiką. Bet kokius šios baterijos aptarnavimo arba keitimo darbus turi atlikti kvalifikuotas aptarnavimo technikas.
Dyrektywa Unii Europejskiej w sprawie baterii i akumulatorów
Produkt zawiera baterię wykorzystywaną do zachowania integralności danych zegara czasu rzeczywistego lub ustawień produktu, która
podtrzymuje działanie produktu. Przegląd lub wymiana baterii powinny być wykonywane wyłącznie przez uprawnionego technika serwisu.
Diretiva sobre baterias da União Européia
Este produto contém uma bateria que é usada para manter a integridade dos dados do relógio em tempo real ou das configurações do produto e
é projetada para ter a mesma duração que este. Qualquer tentativa de consertar ou substituir essa bateria deve ser realizada por um técnico
qualificado.
Smernica Európskej únie pre zaobchádzanie s batériami
Tento výrobok obsahuje batériu, ktorá slúži na uchovanie správnych údajov hodín reálneho času alebo nastavení výrobku. Batéria je skonštruovaná
tak, aby vydržala celú životnosť výrobku. Akýkoľvek pokus o opravu alebo výmenu batérie by mal vykonať kvalifikovaný servisný technik.
Direktiva Evropske unije o baterijah in akumulatorjih
V tem izdelku je baterija, ki zagotavlja natančnost podatkov ure v realnem času ali nastavitev izdelka v celotni življenjski dobi izdelka. Kakršno koli
popravilo ali zamenjavo te baterije lahko izvede le pooblaščeni tehnik.
EU:s batteridirektiv
Produkten innehåller ett batteri som används för att upprätthålla data i realtidsklockan och produktinställningarna. Batteriet ska räcka produktens
hela livslängd. Endast kvalificerade servicetekniker får utföra service på batteriet och byta ut det.
Директива за батерии на Европейския съюз
Този продукт съдържа батерия, която се използва за поддържане на целостта на данните на часовника в реално време или настройките за
продукта, създадена на издържи през целия живот на продукта. Сервизът или замяната на батерията трябва да се извършва от квалифициран
техник.
Directiva Uniunii Europene referitoare la baterii
Acest produs conţine o baterie care este utilizată pentru a menţine integritatea datelor ceasului de timp real sau setărilor produsului şi care este
proiectată să funcţioneze pe întreaga durată de viaţă a produsului. Orice lucrare de service sau de înlocuire a acestei baterii trebuie efectuată de
un tehnician de service calificat.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortugsSlovenčinaSlovenščinaSvenskaБългарскиRomână
Bijlage A
200 Technische informatie
Stroomverbruik
Afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur van Hewlett-Packard met het ENERGY STAR®-logo
voldoet aan de ENERGY STAR-vereisten van de Environmental Protection Agency van de VS
voor beeldbewerkingsapparatuur. Op beeldbewerkingsproducten met de kwalificatie ENERGY
STAR wordt het volgende merk weergeven:
Energy Star is een in de VS gedeponeerd dienstmerk van de Amerikaanse EPA. Als partner in het
Energy Star programma heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit product voldoet aan
de Energy Star richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Meer informatie over beeldbewerkingsproducten met de ENERGY STAR-kwalificatie is te vinden
op:
www.hp.com/go/energystar
Chemische stoffen
HP zet zich ervoor in om klanten te informeren over chemische stoffen in onze producten, om te
voldoen aan de wettelijke bepalingen, zoals REACH (EG-richtlijn 1907/2006 van het Europees
parlement en de Raad). Een rapport met de chemische informatie over dit product vindt u hier:
www.hp.com/go/reach
Batterij-informatie
De printer bevat interne batterijen die de printerinstellingen bijhouden als de printer wordt
uitgeschakeld. Deze batterijen moet wellicht op speciale wijze worden behandeld en afgevoerd.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afvoer van batterijen in Taiwan
Gebruikers in Californië let op
Afvoer van batterijen in Taiwan
Gebruikers in Californië let op
De batterij die bij dit product wordt geleverd, bevat mogelijk perchloormateriaal. Mogelijk dient dit
materiaal op een speciale manier worden behandeld of verwerkt. Ga voor meer informatie naar de
volgende website: www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate.
Programma voor milieubehoud 201
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
RoHS-kennisgevingen (alleen voor Oekraïne)
Bijlage A
202 Technische informatie
Licenties van derden
LICENSE.aes-pubdom--crypto
---------------------
/* rijndael-alg-fst.c
*
* @version 3.0 (December 2000)
*
* Optimised ANSI C code for the Rijndael cipher (now AES)
*
* @author Vincent Rijmen <vin[email protected]>
* @author Antoon Bosselaers <[email protected]>
* @author Paulo Barreto <pa[email protected]>
*
* This code is hereby placed in the public domain.
*
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE AUTHORS ''AS IS'' AND ANY EXPRESS
* OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
* WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE
* ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR CONTRIBUTORS BE
* LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
* CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
* SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR
* BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
* WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
* OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE,
* EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
*/
LICENSE.expat-mit--expat
---------------------
Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd
Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining
a copy of this software and associated documentation files (the
"Software"), to deal in the Software without restriction, including
without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish,
distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to
permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to
the following conditions:
The above copyright notice and this permission notice shall be included
in all copies or substantial portions of the Software.
Licenties van derden 203
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND,
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT.
IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY
CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT,
TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE
SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE.
LICENSE.hmac-sha2-bsd--nos_crypto
---------------------
/* HMAC-SHA-224/256/384/512 implementation
* Last update: 06/15/2005
* Issue date: 06/15/2005
*
* Copyright (C) 2005 Olivier Gay ([email protected])
* All rights reserved.
*
* Redistribution and use in source and binary forms, with or without
* modification, are permitted provided that the following conditions
* are met:
* 1. Redistributions of source code must retain the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer.
* 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
* documentation and/or other materials provided with the distribution.
* 3. Neither the name of the project nor the names of its contributors
* may be used to endorse or promote products derived from this software
* without specific prior written permission.
*
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND
* ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
* IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE
* ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE PROJECT OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
* FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL
* DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS
* OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
* HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT
* HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT
* LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
* OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF
* SUCH DAMAGE.
*/
LICENSE.md4-pubdom--jm_share_folder
---------------------
Bijlage A
204 Technische informatie
LibTomCrypt is public domain. As should all quality software be.
All of the software was either written by or donated to Tom St Denis for the purposes
of this project. The only exception is the SAFER.C source which has no known
license status (assumed copyrighted) which is why SAFER,C is shipped as disabled.
Tom St Denis
LICENSE.md5-pubdom--jm_share_folder
---------------------
LibTomCrypt is public domain. As should all quality software be.
All of the software was either written by or donated to Tom St Denis for the purposes
of this project. The only exception is the SAFER.C source which has no known
license status (assumed copyrighted) which is why SAFER,C is shipped as disabled.
Tom St Denis
LICENSE.open_ssl--open_ssl
---------------------
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young ([email protected])
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written
by Eric Young ([email protected]).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as
the following conditions are aheared to. The following conditions
apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA,
lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation
included with this distribution is covered by the same copyright terms
except that the holder is Tim Hudson ([email protected]).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in
the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or
in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions
are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
Licenties van derden 205
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by
Eric Young ([email protected])"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson ([email protected])"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND
ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE
ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL
DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS
OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT
LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF
SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence
[including the GNU Public Licence.]
====================================================================
Copyright (c) 1998-2001 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions
are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in
the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
Bijlage A
206 Technische informatie
3. All advertising materials mentioning features or use of this
software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to
endorse or promote products derived from this software without
prior written permission. For written permission, please contact
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written
permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY
EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL,
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;
LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
====================================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
([email protected]). This product includes software written by Tim
====================================================================
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions
are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright
Licenties van derden 207
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in
the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this
software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to
endorse or promote products derived from this software without
prior written permission. For written permission, please contact
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written
permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY
EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL,
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;
LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
====================================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
([email protected]). This product includes software written by Tim
====================================================================
Bijlage A
208 Technische informatie
Copyright 2002 Sun Microsystems, Inc. ALL RIGHTS RESERVED.
ECC cipher suite support in OpenSSL originally developed by
SUN MICROSYSTEMS, INC., and contributed to the OpenSSL project.
LICENSE.sha2-bsd--nos_crypto
---------------------
/* FIPS 180-2 SHA-224/256/384/512 implementation
* Last update: 02/02/2007
* Issue date: 04/30/2005
*
* Copyright (C) 2005, 2007 Olivier Gay <[email protected]>
* All rights reserved.
*
* Redistribution and use in source and binary forms, with or without
* modification, are permitted provided that the following conditions
* are met:
* 1. Redistributions of source code must retain the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer.
* 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
* documentation and/or other materials provided with the distribution.
* 3. Neither the name of the project nor the names of its contributors
* may be used to endorse or promote products derived from this software
* without specific prior written permission.
*
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND
* ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
* IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE
* ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE PROJECT OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
* FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL
* DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE
GOODS
* OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
* HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT
* LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
* OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF
* SUCH DAMAGE.
*/
LICENSE.unicode--jm_share_folder
---------------------
/*
* Copyright 2001-2004 Unicode, Inc.
Licenties van derden 209
*
* Disclaimer
*
* This source code is provided as is by Unicode, Inc. No claims are
* made as to fitness for any particular purpose. No warranties of any
* kind are expressed or implied. The recipient agrees to determine
* applicability of information provided. If this file has been
* purchased on magnetic or optical media from Unicode, Inc., the
* sole remedy for any claim will be exchange of defective media
* within 90 days of receipt.
*
* Limitations on Rights to Redistribute This Code
*
* Unicode, Inc. hereby grants the right to freely use the information
* supplied in this file in the creation of products supporting the
* Unicode Standard, and to make copies of this file in any form
* for internal or external distribution as long as this notice
* remains attached.
*/
LICENSE.zlib--zlib
---------------------
zlib.h -- interface of the 'zlib' general purpose compression library
version 1.2.3, July 18th, 2005
Copyright (C) 1995-2005 Jean-loup Gailly and Mark Adler
This software is provided 'as-is', without any express or implied
warranty. In no event will the authors be held liable for any damages
arising from the use of this software.
Permission is granted to anyone to use this software for any purpose,
including commercial applications, and to alter it and redistribute it
freely, subject to the following restrictions:
1. The origin of this software must not be misrepresented; you must not
claim that you wrote the original software. If you use this software
in a product, an acknowledgment in the product documentation would be
appreciated but is not required.
2. Altered source versions must be plainly marked as such, and must not be
misrepresented as being the original software.
3. This notice may not be removed or altered from any source distribution.
Jean-loup Gailly Mark Adler
Bijlage A
210 Technische informatie
The data format used by the zlib library is described by RFCs (Request for
Comments) 1950 to 1952 in the files http://www.ietf.org/rfc/rfc1950.txt
(zlib format), rfc1951.txt (deflate format) and rfc1952.txt (gzip format).
Licenties van derden 211
B HP-benodigdheden en
accessoires
Dit hoofdstuk biedt informatie over HP-benodigdheden en -accessoires voor de printer. De
informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP
(
www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Open de HP-software die bij uw printer is geleverd en klik op Winkelen om online benodigdheden
te bestellen of om een boodschappenlijstje te maken dat u kunt afdrukken. Selecteer Online
toebehoren kopen. De HP-software uploadt, met uw toestemming, informatie over de printer,
waaronder modelnummer, serienummer en geschatte inktniveaus. De HP-benodigdheden die in
uw printer werken worden voorgeselecteerd. U kunt hoeveelheden aanpassen, items toevoegen
of verwijderen, en de lijst vervolgens afdrukken of online kopen bij de HP-winkel of bij andere
online verkopers (opties verschillen per land/regio). Cartridgegegevens en links naar online
shopping worden ook weergegeven op waarschuwingsberichten met betrekking tot inkt.
U kunt ook online bestellen door te gaan naar
www.hp.com/buy/supplies. Selecteer desgevraagd
uw land of regio en volg daarna de aanwijzingen om uw printer te selecteren en vervolgens het
toebehoren dat u nodig hebt.
Opmerking Online printcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel
landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een
boodschappenlijstje afdrukken. Verder kunt u de optie "Hoe kopen" selecteren bovenaan de
pagina
www.hp.com/buy/supplies om informatie te krijgen over het kopen van HP-producten
in uw land.
Benodigdheden
Inktpatronen en printkoppen
HP-afdrukmateriaal
Inktpatronen en printkoppen
Online printcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter
informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje
afdrukken. Verder kunt u de optie "Hoe kopen" selecteren bovenaan de pagina
www.hp.com/buy/
supplies om informatie te krijgen over het kopen van HP-producten in uw land.
212 HP-benodigdheden en accessoires
Vervang alleen door cartridges met hetzelfde nummer als de inktcartridges die u wilt vervangen.
Het nummer van de cartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen:
In de geïntegreerde webserver als u klikt op het tabblad Hulpprogramma 's en u
vervolgens onder Productinformatie klikt op Inktmeter. Zie Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
In het printerstatusrapport (zie
Het printerstatusrapport begrijpen).
Op het label van de inktcartridge die u gaat vervangen.
Op een sticker aan de binnenkant van de printer.
Let op De installatie-inktcartridge die bij de printer is geleverd, is niet afzonderlijk te
koop. U vindt het juiste cartridgenummer via de EWS, in het printerstatusrapport of op
de sticker aan de binnenkant van de printer.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het
moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het
afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt
gevraagd.
HP-afdrukmateriaal
Als u afdrukmateriaal wilt bestellen, zoals HP Premium Papier gaat u naar www.hp.com.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Alle
papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest
om te voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid
en afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere,
levendige kleuren, donkerder zwart, die sneller drogen dan
andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier met het
ColorLok-logo dat bestaat in verscheidene formaten en
gewichten en gemaakt wordt door verschillende fabrikanten.
Benodigdheden 213
C Bijkomende faxinstallatie
Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp
van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte
gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
In dit gedeelte leest u hoe u de printer zo kunt instellen dat u een fax kunt verzenden zonder dat
er problemen ontstaan met de reeds aanwezige apparatuur en services die van dezelfde
telefoonlijn gebruikmaken als het apparaat.
Tip U kunt ook de Faxinstallatiewizard (Windows) of het HP Apparaatbeheer (Mac OS X)
gebruiken om snel een aantal belangrijke faxopties in te stellen, zoals de antwoordmodus en
de informatie van de faxkopregel. U kunt toegang krijgen tot deze tools via de HP-software
die u met de printer hebt geïnstalleerd. Nadat u deze tools hebt uitgevoerd, moet u de
procedures in dit deel volgen om de faxinstallatie te voltooien.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)
Seriële faxinstallatie
Installatie testfax
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)
Voordat u begint met het instellen van de printer voor het uitvoeren van faxtaken, moet u
vaststellen wat voor soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De instructies voor het
instellen van de fax verschillen afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel
telefoonsysteem hebt.
Als uw land of regio niet in de tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk een serieel
telefoonsysteem. Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type connector op uw
gedeelde apparatuur voor telefonie (modems, telefoon en antwoordapparaten) niet fysiek
worden aangesloten op de 2-EXT-poort op de printer. In dit geval moet alle apparatuur
worden aangesloten op de telefoonaansluiting.
Opmerking In sommige landen/regio's waar seriële telefoonsystemen worden
gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij de printer is meegeleverd soms voorzien van een
extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op dezelfde
telefoonaansluiting aansluiten waarop ook de printer is aangesloten.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Als uw land of regio in de tabel voorkomt, hebt u waarschijnlijk een parallel
telefoonsysteem. Als u een parallel telefoonsysteem gebruikt, kunt u gedeelde apparatuur
voor telefonie aansluiten op de telefoonlijn via de poort "2-EXT" aan de achterzijde van de
printer.
Opmerking Wij raden u in dat geval aan om het apparaat aan te sluiten op de
telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Tabel C-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem
Argentinië Australië Brazilië
Canada Chili China
214 Bijkomende faxinstallatie
Colombia Griekenland India
Indonesië Ierland Japan
Korea Latijns-Amerika Maleisië
Mexico Filippijnen Polen
Portugal Rusland Saoedi-Arabië
Singapore Spanje Taiwan
Thailand V.S. Venezuela
Vietnam
Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat
navragen bij uw telefoonmaatschappij.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Situatie B: De printer configureren voor DSL
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen
binnen)
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en
een antwoordapparaat
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor
inbellen en voicemail
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor
Om goed te faxen, moet u weten welke apparatuur en diensten (indien van toepassing) dezelfde
telefoonlijn delen met de printer. Dit is belangrijk omdat u mogelijk een deel van uw bestaande
kantoorapparatuur direct op de printer moet aansluiten en ook mogelijk faxinstellingen moet
wijzigen voordat u goed kunt faxen.
1. Bepaal of uw telefoonsysteem serieel of parallel is. Zie
Faxen instellen (parallelle
telefoonsystemen).
a. Serieel telefoonsysteem - zie Seriële faxinstallatie.
b. Parallel telefoonsysteem - ga naar stap 2.
2. Selecteer de combinatie van apparatuur en diensten die uw faxlijn deelt.
DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: U hebt een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange) of een ISDN-
systeem (Integrated Services Digital Network).
Abonnement op specifieke belsignalen: Een abonnement op specifieke belsignalen
bij uw telefoonmaatschappij biedt meerdere telefoonnummers met verschillende
belpatronen.
Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg)
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 215
Gespreksoproepen: Gespreksoproepen worden ontvangen op hetzelfde
telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met de
printer.
Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde
telefoonlijn als de printer. Als u een van de volgende vragen met Ja beantwoordt,
maakt u gebruik van een computermodem:
Kunt u rechtstreeks vanuit computertoepassingen faxberichten verzenden en
ontvangen via een inbelverbinding?
Verzendt en ontvangt u e-mailberichten op uw computer via een
inbelverbinding?
Maakt u verbinding met Internet door middel van een inbelverbinding?
Antwoordapparaat: Een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op
hetzelfde telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op
de printer.
Voicemail-service: Een voice-mailservice bij uw telefoonmaatschappij op hetzelfde
nummer dat u gebruikt voor faxoproepen op de printer.
3. Selecteer in volgende tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw
kantoor wordt gebruikt. Zoek vervolgens de aanbevolen faxinstelling. Voor elke situatie
vindt u in de volgende gedeelten stapsgewijze instructies.
Opmerking Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de
printer in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is
meegeleverd in de doos aan op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met
het label 1-LINE achter op de printer. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk
problemen ondervinden met het verzenden en ontvangen van faxen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen Aanbevolen
installatiemethode
fax
DSL PBX Abonne
ment
op
specifie
ke
belsign
alen
Gespr
eksop
roepe
n
Computer
modem
voor
inbellen
Antwoord
apparaat
Voicem
ailservi
ce
Situatie A: Aparte
faxlijn (er worden
geen
gespreksoproepen
ontvangen)
Situatie B: De printer
configureren voor
DSL
Situatie C: De printer
configureren met een
PBX-
telefoonsysteem of
een ISDN-lijn
Situatie D: Fax met
een specifiek
Bijlage C
216 Bijkomende faxinstallatie
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen Aanbevolen
installatiemethode
fax
DSL PBX Abonne
ment
op
specifie
ke
belsign
alen
Gespr
eksop
roepe
n
Computer
modem
voor
inbellen
Antwoord
apparaat
Voicem
ailservi
ce
belsignaal op
dezelfde lijn
Situatie E: Gedeelde
telefoon-/faxlijn
Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail
Situatie G: Gedeelde
faxlijn met
computermodem (er
komen geen
gespreksoproepen
binnen)
Situatie H: Gedeelde
lijn voor gespreks-
en faxoproepen met
computermodem
Situatie I: Gedeelde
lijn voor gesprekken/
fax met
antwoordapparaat
Situatie J: Gedeelde
lijn voor zowel
gespreks- als
faxoproepen, een
computermodem en
een
antwoordapparaat
Situatie K: Gedeelde
lijn voor gespreks-
en faxoproepen met
een computermodem
voor inbellen en
voicemail
(vervolg)
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 217
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere
apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt
beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
De printer instellen met een aparte faxlijn
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
4. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Situatie B: De printer configureren voor DSL
Als u een DSL-service hebt via uw telefoonmaatschappij en geen apparatuur op de printer
aansluit, volg dan de instructies in dit gedeelte om een DSL-filter aan te sluiten tussen de
telefoonaansluiting en de printer. Het DSL-filter verwijdert het digitale signaal dat de printer kan
Bijlage C
218 Bijkomende faxinstallatie
verstoren, zodat de printer goed kan communiceren met de telefoonlijn. (DSL wordt in uw land/
regio mogelijk ADSL genoemd.)
Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met de
printer geen faxberichten verzenden en ontvangen.
Achteraanzicht van de printer
1
32
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer
3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
De printer installeren met een DSL-lijn
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
open poort op de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de
printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-filter aan te sluiten op de
printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
Aangezien er slechts één telefoonsnoer wordt geleverd, hebt u voor deze installatie
mogelijk extra snoeren nodig.
3. Maak met een extra telefoonsnoer een verbinding van de DSL-filter naar de
wandcontactdoos.
4. Voer een faxtest uit.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 219
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen:
Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX-
of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is
ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
Opmerking Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor
specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een
telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds
problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/telefoonpoort van uw
ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele
poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
Als u gebruik maakt van een telefooncentrale (PBX), stelt u de wisselgesprektoon in op 'uit'.
Opmerking Vele digitale PBX-systemen hebben een wachttoon die standaard op
"aan" is ingesteld. De wachttoon verstoort de overdracht van faxen, waardoor u geen
faxen kunt verzenden of ontvangen met de printer. Raadpleeg de documentatie die bij
uw PBX-telefoonsysteem is geleverd voor instructie over hoe u de wachttoon kunt
uitschakelen.
Als u een PBX-telefooncentrale hebt, draait u het nummer van een buitenlijn voordat u het
faxnummer draait.
Zorg ervoor dat u het meegeleverde snoer gebruikt om de verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de printer. Anders kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
Indien het meegeleverde telefoonsnoer te kort is, kunt u een verlengsnoer kopen bij uw
plaatselijke elektronicahandel.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw
telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers
waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
Bijlage C
220 Bijkomende faxinstallatie
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon dat de
telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend.
Opmerking De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden.
Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is
toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel
telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de
printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon
bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen. Zie Antwoorden
op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer informatie.
4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
5. Voer een faxtest uit.
De printer beantwoordt automatisch inkomende oproepen met het belpatroon dat u hebt
geselecteerd (de instelling Specifiek belsignaal) na het aantal belsignalen dat u hebt
geselecteerd (de instelling Hoe vaak overgaan). De printer begint tonen voor het ontvangen van
een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 221
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen andere
kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in
dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
3 Telefoon (optioneel)
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met
het label 2-EXT achter op de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze
poort.
Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de
printerkabel aansluiten met de seriestekker.
Bijlage C
222 Bijkomende faxinstallatie
3. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden:
automatisch of handmatig:
Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt
het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten
automatisch. De printer kan in dit geval geen onderscheid maken tussen fax- en
gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u
antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt. Stel de printer in op
automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden in te schakelen.
Als u de printer instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om
de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de printer anders geen faxen
kan ontvangen. Stel de printer in op het handmatig beantwoorden van
binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden uit te schakelen.
4. Voer een faxtest uit.
Als u de telefoon opneemt voordat de printer reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat
dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u via uw
telefoonmaatschappij bent geabonneerd op een voicemailservice, stelt u de printer in zoals in dit
deel wordt beschreven.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen
gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen,
wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw
telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om
een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Achteraanzicht van de printer
1
2
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 223
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de poort 1-LINE.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
Instellen van de printer met voicemail
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
3. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de
printer geen faxen ontvangen. U moet de handmatige fax starten voordat de voicemail opneemt.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop wel een
computermodem is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit gedeelte is beschreven.
Opmerking Indien u een inbelmodem hebt op uw computer, deelt deze de telefoonlijn met
de printer. U kunt niet tegelijkertijd uw modem en de printer gebruiken. U kunt bijvoorbeeld
niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-
mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
De printer installeren met een computermodem voor inbellen
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
Bijlage C
224 Bijkomende faxinstallatie
De printer installeren met een computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze
aanwijzingen om de printer te installeren.
Achteraanzicht van de printer
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de poort 1-LINE.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
3 Computer met modem
De printer instellen met een computermodem voor inbellen
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 225
6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
Als u een DSL-lijn hebt en die gebruikt om te faxen, volg dan deze aanwijzingen om uw fax te
installeren.
1
4
2 53
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
Sluit een uiteinde van de telefoonaansluiting die bij de printer was
meegeleverd aan op de 1-LINE-poort aan de achterkant van de printer.
Sluit het andere ruiteinde van het snoer aan op het DSL-/ADSL-filter.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
4 Computer
5 DSL/ADSL-computermodem
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten
aan de achterzijde.
Bijlage C
226 Bijkomende faxinstallatie
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-filter aan te sluiten op de
achterkant van de printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
3. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
4. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
5. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
6. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde lijn faxt en telefoongesprekken maakt, volg dan deze aanwijzingen voor het
installeren van de fax.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 227
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
Achteraanzicht van de printer
5
4
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met
de 1-LINE-poort.
3 Parallelle splitter
4 Computer met modem
5 Telefoon
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
Bijlage C
228 Bijkomende faxinstallatie
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
6. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden:
automatisch of handmatig:
Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt
het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten
automatisch. De printer kan in dit geval geen onderscheid maken tussen fax- en
gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u
antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt. Stel de printer in op
automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden in te schakelen.
Als u de printer instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om
de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de printer anders geen faxen
kan ontvangen. Stel de printer in op het handmatig beantwoorden van
binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden uit te schakelen.
7. Voer een faxtest uit.
Als u de telefoon opneemt voordat de printer reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat
dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Als u op uw telefoonlijn gesprekken voert, faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg
dan deze aanwijzingen om de fax te installeren.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem
Volg deze instructies als uw computer beschikt over een DSL/ADSL-modem
1
1
7
5
4
2
3
7
3
6
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 229
4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de
achterzijde van de printer.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
5DSL/ADSL-modem
6 Computer
7 Telefoon
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten
aan de achterzijde.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen
met de DSL-dienst, moeten met extra DSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens
telefoongesprekken te voorkomen.
2. Met het bij de printer geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met de DSL-filter
en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-filter aan te sluiten op de
printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
3. Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het
label 2-EXT achter op de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort.
4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Bijlage C
(vervolg)
230 Bijkomende faxinstallatie
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de
printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
3 4
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de
achterzijde van de printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
3 Antwoordapparaat
4 Telefoon (optioneel)
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de poort
met het label 2-EXT achter op de printer.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit,
worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen
door het antwoordapparaat en kunt u mogelijk geen faxberichten ontvangen met de
printer.
3. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 231
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u
voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat,
kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het
antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze
verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor
de printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.)
8. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
computermodem en een antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de
printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Opmerking Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de
modem en de printer niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken
om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te
surfen op internet.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en
een antwoordapparaat
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een
antwoordapparaat
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
Bijlage C
232 Bijkomende faxinstallatie
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
Achteraanzicht van de printer
1
3
2
7
6 5 4
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Computer met modem
7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met
de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting op de wand en sluit het
apparaat aan op de poortuitgang achter op de computer (het computerinbelmodem).
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 233
4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u
voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat,
kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het
antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze
verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
7. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
9. Wijzig de instelling Beltonen voor overgaan op de printer en stel het maximale aantal
belsignalen in dat door uw apparaat wordt ondersteund. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.)
10. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Bijlage C
234 Bijkomende faxinstallatie
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat
1
1
8
8
3
3
7
2
6
5
4
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
4 Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan
de achterzijde van de printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
5DSL/ADSL-modem
6 Computer
7 Antwoordapparaat
8 Telefoon (optioneel)
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten
aan de achterzijde.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 235
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider.
Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen
met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis
tijdens telefoongesprekken te voorkomen.
2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
DSL-/ADSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-/ADSL-filter aan te sluiten op
de printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
3. Verbind de DSL/ADSL-filter met de splitter.
4. Koppel het antwoordapparaat los van de wandcontactdoos en sluit het aan op de poort met
het label 2-EXT achter op de printer.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit,
worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen
door het antwoordapparaat en kunt u mogelijk geen faxberichten ontvangen met de
printer.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
8. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor
de printer mogelijk is.
Opmerking Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.
9. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze
aanwijzingen om de fax te installeren.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail
Stel de printer in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als
faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten
en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld.
Bijlage C
236 Bijkomende faxinstallatie
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen
gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen,
wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw
telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om
een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de modem en de printer
niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de
computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler)
aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft
een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de printer als volgt
configureren:
Achteraanzicht van de printer
1
4
2
3
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 237
3 Computer met modem
4 Telefoon
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de
achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
6. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
7. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de
printer geen faxen ontvangen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Seriële faxinstallatie
Raadpleeg de faxconfiguratiewebsite voor uw land/regio voor informatie over hoe u het apparaat
installeert om te faxen met een serieel telefoonsysteem.
Oostenrijk
www.hp.com/at/faxconfig
Duitsland
www.hp.com/de/faxconfig
Zwitserland (Frans)
www.hp.com/ch/fr/faxconfig
Zwitserland (Duits)
www.hp.com/ch/de/faxconfig
Verenigd Koninkrijk
www.hp.com/uk/faxconfig
Finland
www.hp.fi/faxconfig
Denemarken
www.hp.dk/faxconfig
Zweden
www.hp.se/faxconfig
Noorwegen
www.hp.no/faxconfig
Bijlage C
238 Bijkomende faxinstallatie
Nederland www.hp.nl/faxconfig
België (Nederlands)
www.hp.be/nl/faxconfig
België (Franstalig)
www.hp.be/fr/faxconfig
Portugal
www.hp.pt/faxconfig
Spanje
www.hp.es/faxconfig
Frankrijk
www.hp.com/fr/faxconfig
Ierland
www.hp.com/ie/faxconfig
Italië
www.hp.com/it/faxconfig
Installatie testfax
U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de
instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor
faxen. De test controleert het volgende:
Test de faxhardware
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op de printer
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten
Controleert de aanwezigheid van een kiestoon
Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
De printer drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport
voor informatie over het oplossen van het probleem en voert u de test opnieuw uit.
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer
1. Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op
kantoor.
2. Zorg ervoor dat de printcartridges zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in de
invoerlade zijn geplaatst voor u met de test begint.
3. Raak op het bedieningspaneel van de printer de
(rechterpijl:) aan en selecteer
Configuratie.
4. Selecteer Tools en selecteer vervolgens Faxtest uitvoeren.
De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van
problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de
aangetroffen problemen.
(vervolg)
Installatie testfax 239
D Netwerkinstallatie
U kunt de netwerkinstellingen voor de printer beheren via het bedieningspaneel van de printer,
zoals is beschreven in het volgende gedeelte. Voor geavanceerde instellingen kunt u de
geïntegreerde webserver gebruiken. De geïntegreerde webserver is een configuratie- en
statushulpmiddel dat u kunt openen via een bestaande netwerkverbinding met de printer. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Basisnetwerkinstellingen wijzigen
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen
De printer instellen voor draadloze communicatie
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw
Basisnetwerkinstellingen wijzigen
Met de opties van het bedieningspaneel kunt u een draadloze verbinding instellen en beheren en
verschillende netwerkbeheertaken uitvoeren. Deze taken omvatten onder meer het bekijken van
de netwerkinstellingen, het herstellen van de standaardwaarden van het netwerk, het inschakelen
van de draadloze radio en het wijzigen van de netwerkinstellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken
De draadloze radio in- en uitschakelen
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken
U kunt een overzicht van de netwerkinstellingen weergeven op het bedieningspaneel van de
printer of in de HP-software die bij de printer is geleverd. U kunt een meer gedetailleerde
netwerkconfiguratiepagina afdrukken waarop alle belangrijke netwerkinstellingen worden
weergegeven, zoals het IP-adres, de verbindingssnelheid, DNS en mDNS. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
De draadloze radio in- en uitschakelen
De draadloze radio staat standaard ingeschakeld, zoals het blauwe lampje aan de voorkant van
de printer aangeeft. De radio moet zijn ingeschakeld om de verbinding met een draadloos netwerk
te behouden. Als de printer echter is verbonden met een vast netwerk of als u een USB-
aansluiting gebruikt, wordt de radio niet gebruikt. In dit geval wilt u de radio mogelijk uitschakelen.
1. Raak de
(rechterpijl:) aan, raak Configuratie aan en raak vervolgens Netwerk aan.
2. Raak Draadloos aan en raak Aan aan om de radio in te schakelen of Uit om de radio uit te
schakelen.
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen
Let op De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden.
Tenzij u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze
instellingen niet te wijzigen (zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway
en firewallinstellingen).
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De verbindingssnelheid instellen
IP-instellingen bekijken
IP-instellingen wijzigen
240 Netwerkinstallatie
De firewallinstellingen van de printer configureren
De netwerkinstellingen herstellen
De verbindingssnelheid instellen
U kunt de snelheid wijzigen waarmee gegevens via het netwerk worden verzonden. De
standaardinstelling is Automatisch.
1. Raak de
(rechterpijl:) aan, raak Configuratie aan en raak vervolgens Netwerk aan.
2. Raak Geavanceerde installatie aan en vervolgens Verbindingssnelheid.
3. Raak het getal naast de verbindingssnelheid van uw netwerkhardware aan.
IP-instellingen bekijken
Het IP-adres van de printer bekijken:
Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
-Of-
Open in Windows de software van HP, dubbelklik op Geschatte inktniveaus en klik
vervolgens op het tabblad Apparaatinformatie. Het IP-adres staat in het gedeelte
Netwerkinformatie.
IP-instellingen wijzigen
De standaard IP-instelling is Automatisch (het IP-adres wordt automatisch ingesteld). Als u een
ervaren gebruiker bent, wilt u misschien echter de instellingen, zoals het IP-adres, het
subnetmasker of de standaardgateway, handmatig wijzigen.
Let op Let op wanneer u handmatig een IP-adres toekent. Als u een ongeldig IP-adres
ingeeft tijdens de installatie, kunnen uw netwerkonderdelen geen verbinding maken met de
printer.
1. Raak de (rechterpijl:) aan, raak Configuratie aan en raak vervolgens Netwerk aan.
2. Raak Geavanceerde instellingen aan en raak vervolgens IP-instellingen aan.
3. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-
adres wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan.
4. Automatisch is standaard geselecteerd. Als u de instellingen handmatig wilt wijzigen, raakt
u Handmatig aan en voert u de juiste gegevens in voor de volgende instellingen:
IP-adres
Subnet-masker
Standaard-gateway
DNS-adres
5. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan.
De firewallinstellingen van de printer configureren
Firewallfuncties bieden beveiliging op netwerkniveau aan zowel IPv4- als IPv6-netwerken. Via de
firewall hebt u controle over de IP-adressen die toegang krijgen.
Opmerking Naast de firewallbeveiliging op netwerkniveau biedt de printer ook
ondersteuning voor open SSL-standaarden (Secure Sockets Layer) op transportniveau voor
de beveiliging van client-servertoepassingen, zoals client-serververificatie of HTTPS-
webbrowsen.
Voor bediening van de firewall via de printer moet u een firewallbeleid configureren voor
toepassing op specifiek IP-verkeer. Pagina´s voor firewallbeleid zijn bereikbaar via de EWS en
verschijnen in uw webbrowser.
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen 241
Nadat u een beleid hebt geconfigureerd, wordt dit pas geactiveerd als u klikt op Toepassen in de
EWS.
Firewallregels maken en gebruiken
Via de firewallregels kunt u het IP-verkeer controleren. U gebruikt de firewallregels om IP-verkeer
toe te staan of te verbieden op basis van IP-adressen en services.
U kunt tot tien regels invoeren, waarbij u op elke regel hostadressen en services opgeeft, plus de
gewenste actie voor deze adressen en services.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een firewallregel maken
De prioriteit van firewallregels wijzigen
Firewallopties wijzigen
Firewallinstellingen herstellen
Beperkingen voor regels, sjablonen en services
Een firewallregel maken
Voer de volgende stappen uit om een firewallregel te maken:
1. Open de geïntegreerde webserver. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2. Klik op het tabblad Instellingen en daarna op Firewallregels.
3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Nadat u hebt geklikt op Toepassen, kan de verbinding met de EWS tijdelijk
even worden onderbroken. Als het IP-adres niet is gewijzigd, wordt de EWS-verbinding weer
geactiveerd. Als het IP-adres echter wel is gewijzigd, gebruikt u het nieuwe IP-adres om de
EWS te openen.
De prioriteit van firewallregels wijzigen
Voer de volgende stappen uit om de prioriteit waarmee een firewallregel wordt gebruikt, te
wijzigen:
1. Open de geïntegreerde webserver. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2. Klik op het tabblad Instellingen en daarna op Prioriteit firewallregels.
3. Selecteer de prioriteit waarmee u de regel wilt gebruiken in de lijst Regelprioriteit, waarbij
10 de hoogste prioriteit is en 1 de laagste.
4. Klik op Toepassen.
Firewallopties wijzigen
Voer de volgende stappen uit om de firewallopties van de printer te wijzigen:
1. Open de geïntegreerde webserver. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
2. Klik op het tabblad Instellingen en daarna op Firewallopties.
3. Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
Opmerking Nadat u hebt geklikt op Toepassen, kan de verbinding met de EWS tijdelijk
even worden onderbroken. Als het IP-adres niet is gewijzigd, wordt de EWS-verbinding weer
geactiveerd. Als het IP-adres echter wel is gewijzigd, gebruikt u het nieuwe IP-adres om de
EWS te openen.
Firewallinstellingen herstellen
Om de firewallinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen, herstelt u de
netwerkinstellingen van de printer. Zie
Netwerkproblemen oplossen voor meer informatie.
Bijlage D
242 Netwerkinstallatie
Beperkingen voor regels, sjablonen en services
Houd bij het maken van firewallregels rekening met de volgende beperkingen voor regels,
sjablonen en services.
Nummer Limiet
Maximum aantal regels. 10 (één standaardregel)
Maximum aantal adressjablonen. 12
Maximum aantal door de gebruiker
gedefinieerde adressjablonen.
5
Maximum aantal services dat kan worden
toegevoegd aan een door de gebruiker
gedefinieerde servicesjabloon.
Opmerking Deze limiet geldt niet voor het
vooraf gedefinieerde sjabloon Alle services,
dat alle services bevat die worden
ondersteund door de printserver.
40
Maximum aantal services dat kan worden
toegevoegd aan het beleid.
Voor een bepaalde regel kan slechts één
adressjabloon en één servicesjabloon worden
toegevoegd.
40
Maximum aantal servicesjablonen in het
beleid.
10
Maximum aantal door de gebruiker
gedefinieerde aangepaste servicesjablonen.
5
De netwerkinstellingen herstellen
Als u de oorspronkelijke waarden voor het beheerderswachtwoord en de netwerkinstellingen wilt
herstellen, voert u de volgende stappen uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de
(rechterpijl:) en
Configuratie aan en vervolgens Netwerk.
2. Raak Standaardinstellingen netwerk herstellen aan en selecteer vervolgens Ja.
Een bericht verschijnt waarin staat dat de standaardinstellingen van het netwerk zijn
hersteld.
Opmerking Druk de netwerkconfiguratiepagina af en controleer of de netwerkinstellingen
zijn hersteld. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Opmerking Als u de netwerkinstellingen van de printer herstelt, worden ook de
firewallinstellingen van de printer hersteld. Raadpleeg
De firewallinstellingen van de printer
configureren voor meer informatie over het configureren van de firewallinstellingen van de
printer.
De printer instellen voor draadloze communicatie
U kunt de printer configureren voor draadloze communicatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorbereiding
Printer op uw draadloze netwerk configureren
Wijzig het type verbinding
De printer instellen voor draadloze communicatie 243
De draadloze verbinding testen
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk
Opmerking Zie Problemen met draadloze verbindingen oplossen als er problemen optreden
bij het maken van verbinding met de printer.
Tip Voor meer informatie over het draadloos configureren en gebruiken van de printer
bezoekt u het Draadloos afdrukcentrum van HP (
www.hp.com/go/wirelessprinting).
Voorbereiding
Controleer het volgende voordat u de draadloze verbinding gaat configureren:
De printer mag niet via een netwerkkabel op het netwerk zijn aangesloten.
Het draadloze netwerk is geconfigureerd en werkt goed.
De printer en de computers die gebruikmaken van de printer moeten zich allemaal op
hetzelfde netwerk (subnet) bevinden.
Tijdens het maken van verbinding met de printer wordt u mogelijk gevraagd de naam van het
draadloze netwerk (SSID) en een draadloos wachtwoord in te voeren:
De naam van het draadloze netwerk is de naam van uw draadloze netwerk.
Met het draadloze wachtwoord voorkomt u dat anderen zonder toestemming verbinding
maken met uw draadloze netwerk. Afhankelijk van het benodigde beveiligingsniveau wordt
op uw draadloze netwerk een WPA-toegangscode of een WEP-wachtwoord gebruikt.
Als u de netwerknaam of de beveiligingscodesleutel sinds de installatie van het draadloze netwerk
niet hebt gewijzigd, kunt u deze soms op de achter- of zijkant van de draadloze router vinden.
Als u de netwerknaam of beveiligingscodesleutel niet kunt vinden of deze gegevens bent
vergeten, raadpleegt u de documentatie bij uw computer of de draadloze router. Neem contact op
met uw netwerkbeheerder of met de persoon die het draadloze netwerk heeft geïnstalleerd als u
deze informatie nog steeds niet kunt vinden.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, biedt HP een tool genaamd HP Home
Network Diagnostic Utility, dat u helpt bij het ophalen van deze informatie voor sommige
systemen. Om deze tool te gebruiken gaat u naar het HP Draadloos afdrukcentrum
www.hp.com/go/wirelessprinting, en klikt u op Diagnostisch netwerkhulpprogramma in de
sectie Quick Links. (Deze tool is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen).
Printer op uw draadloze netwerk configureren
Configureer de printer op uw draadloze netwerk met behulp van een van de volgende methoden:
Printer configureren via de printersoftware van HP (aanbevolen)
Printer configureren via de wizard Draadloos instellen
Printer configureren via WPS (Wi-Fi Protected Setup)
Printer configureren via de geïntegreerde webserver (EWS)
Opmerking Als u de printer al hebt gebruikt met een ander type verbinding, zoals een USB-
verbinding, volgt u de instructies in
Wijzig het type verbinding voor het configureren van de
printer op uw draadloze netwerk.
Printer configureren via de printersoftware van HP
Met de printersoftware van HP die bij uw printer is geleverd, kunt u niet alleen de belangrijkste
printerfuncties inschakelen, maar ook de draadloze communicatie configureren.
Als u de printer al hebt gebruikt met een ander type verbinding, zoals een USB-verbinding, volgt u
de instructies in Wijzig het type verbinding voor het configureren van de printer op uw draadloze
netwerk.
Bijlage D
244 Netwerkinstallatie
Printer configureren via de wizard Draadloos instellen
De wizard Draadloze installatie biedt u een eenvoudige methode voor het installeren en het
beheren van een draadloze verbinding met de printer via het bedieningspaneel van het apparaat.
1. Installeer de printerhardware. Raadpleeg de beknopte gebruikershandleiding of de
installatieposter die bij uw printer is geleverd.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de
(rechterpijl:) en
Configuratie aan en vervolgens Netwerk.
3. Raak Draadloos aan, raak Wizard Draadloze installatie aan en raak vervolgens OK aan.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Als u de draadloze netwerknaam (SSID) en het draadloze wachtwoord (WPA-
sleutel of WEP-code) niet kunt vinden, gaat u naar
Voorbereiding.
Printer configureren via WPS (Wi-Fi Protected Setup)
Met WPS (Wi-Fi Protected Setup kunt u de printer snel configureren op uw draadloze netwerk,
zonder de naam van het draadloze netwerk (SSID), het draadloze wachtwoord (WPA-
toegangscode, WEP-code) of andere draadloze instellingen te hoeven invoeren.
Opmerking Configureer alleen draadloos via WPS als uw draadloze netwerk gebruikmaakt
van WPA-gegevensversleuteling. Maakt uw draadloze netwerk gebruik van WEP of geen
enkele vorm van versleuteling, gebruik dan een van de andere methoden in dit gedeelte voor
het configureren van de printer op uw draadloze netwerk.
Opmerking Controleer voor het gebruik van WPS of uw draadloze router of draadloze
toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS. Routers met ondersteuning voor WPS bevatten
vaak een knop
(WPS) of een knop met de naam “WPS”.
U kunt de printer met een van de volgende methoden configureren via WPS:
Eén druk op de knop: Gebruik de knop (WPS) of WPS op uw router, indien aanwezig.
PIN: Voer de pincode in die door de printer in de configuratiesoftware van de router wordt
gegenereerd.
Printer aansluiten met één druk op de knop
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de
(rechterpijl:) en
Configuratie aan en vervolgens Netwerk.
2. Raak Wi-Fi Protected Setup aan en volg de aanwijzingen op het scherm.
3. Raak als hierom wordt gevraagd Knop aan.
4. Houd de knop WPS op de draadloze router of het draadloze toegangspunt drie seconden
ingedrukt.
Wacht ongeveer twee minuten. Als de printer verbinding heeft gemaakt, stopt het lampje
Draadloos met knipperen en blijft branden.
Printer aansluiten met een PIN
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de
(rechterpijl:) en
Configuratie aan en vervolgens Netwerk.
Onder aan de pagina wordt een WPS-pincode afgedrukt.
2. Raak Wi-Fi Protected Setup aan en volg de aanwijzingen op het scherm.
De printer instellen voor draadloze communicatie 245
3. Raak wanneer hierom wordt gevraagd Pincode aan.
De WPS-pincode verschijnt op het display.
4. Open het configuratiehulpprogramma voor de draadloze router of het draadloze
toegangspunt, en voer de WPS-pincode in.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de router of het
toegangspunt voor meer informatie over het gebruik van het configuratieprogramma.
Wacht ongeveer twee minuten. Als de printer verbinding heeft gemaakt, stopt het lampje
Draadloos met knipperen en blijft branden.
Printer configureren via de geïntegreerde webserver (EWS)
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de draadloze communicatie ook configureren
via de geïntegreerde webserver (EWS).
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
2. Klik op het tabblad Thuis op de Wizard Draadloze installatie in het vak Configuratie.
3. Volg de instructies op het scherm.
Tip U kunt de draadloze communicatie ook configureren door afzonderlijke draadloze
instellingen in te voeren of te wijzigen. Als u deze instellingen wilt wijzigen, klikt u op het
tabblad Netwerk op Geavanceerd links onder Draadloos (802.11). Wijzig de draadloze
instellingen en klik vervolgens op Toepassen.
Wijzig het type verbinding
Nadat u de software van HP hebt geïnstalleerd en de printer hebt verbonden met uw computer of
met een netwerk, kunt u het verbindingstype wijzigen met behulp van de software van HP
(bijvoorbeeld van een USB-verbinding naar een draadloze verbinding).
Opmerking Als u overschakelt op een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat er
geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. Als er een Ethernet-kabel wordt
aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer
uitgeschakeld.
Tijdens het installatieproces wordt u mogelijk gevraagd om tijdelijk een USB-kabel aan te
sluiten.
Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de
(rechterpijl:) en
Configuratie aan en vervolgens Netwerk.
2. Raak Draadloos aan, raak Wizard Draadloze installatie aan en raak vervolgens OK aan.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Als u de draadloze netwerknaam (SSID) en het draadloze wachtwoord
(WPA-sleutel of WEP-code) niet kunt vinden, gaat u naar
Voorbereiding.
USB-aansluiting wijzigen in een draadloze verbinding
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Klik op het bureaublad van uw computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, klik op HP, selecteer de printernaam en klik op Printerinstelling en
software.
2. Klik op Een nieuwe printer aansluiten en klik vervolgens op Een via USB verbonden
printer omzetten in draadloos.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Bijlage D
246 Netwerkinstallatie
Mac OS X
1. Open HP hulpprogramma. Zie
HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van HP.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm.
Ethernet-verbinding wijzigen in een USB- of Ethernet-verbinding
Als u een draadloze verbinding wilt wijzigen in een USB- of een Ethernet-verbinding sluit u de
USB- of Ethernet-kabel aan op de printer.
Opmerking Als u een computer met Mac OS X gebruikt, voegt u de printer toe aan de
afdrukwachtrij. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock, klik op Afdrukken& Faxen of
Afdrukken & Scannen in de sectie Hardware, klik op + en selecteer vervolgens de printer.
De draadloze verbinding testen
Druk de draadloze testpagina af voor informatie over de draadloze verbinding van de printer. De
draadloze testpagina biedt informatie over de status van de printer, het hardwareadres (MAC) en
het IP-adres. Als de printer is aangesloten op een netwerk, geeft de testpagina details weer over
de netwerkinstellingen.
Draadloze testpagina afdrukken
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de
(rechterpijl:) en
Configuratie aan en vervolgens Netwerk.
2. Raak Draadloos aan en raak vervolgens Test draadloos netwerk afdrukken aan.
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
Aan de hand van de volgende informatie beveiligt u uw draadloze netwerk en de draadloze printer
tegen gebruik door onbevoegden.
Ga voor meer informatie naar
www.hp.com/go/wirelessprinting.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht van beveiligingsinstellingen
Hardwareadressen aan een draadloze router toevoegen (MAC-filter)
Overige richtlijnen voor draadloze beveiliging
Overzicht van beveiligingsinstellingen
Ter verbetering van de beveiliging van het draadloze netwerk en het voorkomen van
ongeautoriseerde toegang, ondersteunt de printer veel voorkomende soorten netwerkverificatie,
waaronder WEP, WPA en WPA2.
WEP: biedt beveiliging door codering van gegevens die via radiogolven van het ene
draadloze apparaat naar het andere worden verzonden. Apparaten in een WEP-netwerk
maken gebruik van zogenoemde WEP-sleutels om gegevens te coderen. Als uw netwerk
van WEP gebruikmaakt, moet u weten welke WEP-sleutel(s) worden gebruikt.
WPA: maakt het verzenden van gegevens en de toegang tot bestaande en toekomstige
draadloze netwerken veiliger. Alle bekende zwakke punten van WEP, het originele
landelijke beveiligingsmechanisme in de 802.11-standaard, worden hiermee verholpen.
WPA maakt voor codering gebruik van Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) en maakt
gebruik van 802.1X-verificatie met een van de standaardtypen Extensible Authentication
Protocol (EAP) die momenteel beschikbaar zijn.
WPA2: biedt bedrijven en consumenten die Wi-Fi gebruiken een hoge mate van zekerheid
dat alleen geautoriseerde gebruikers toegang kunnen krijgen tot hun draadloze netwerken.
WPA2 levert een nieuw coderingsschema, de Advanced Encryption Standard (AES). AES
wordt gedefinieerd in CCM (counter cipher-block chaining)-modus en ondersteunt de
Independent Basic Service Set (IBSS) voor betere beveiliging tussen clientnetwerken die
draadloos verbinding maken zonder een draadloze router (zoals een draadloze router van
Linksys of Apple AirPort Base Station).
De printer instellen voor draadloze communicatie 247
Hardwareadressen aan een draadloze router toevoegen (MAC-filter)
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloze router of draadloos toegangspunt
(WAP) wordt geconfigureerd met een lijst met hardwareadressen (ook wel MAC-adressen
genoemd) van apparaten die via de router toegang mogen krijgen tot het netwerk.
Als de router hardwareadressen filtert, moet het hardwareadres van de printer aan de routerlijst
met geaccepteerde hardwareadressen worden toegevoegd. Als de router niet over het
hardwareadres beschikt van een printer die toegang tot het netwerk probeert te krijgen, wordt de
toegang tot het netwerk door de router geweigerd.
Let op Deze methode wordt echter niet aanbevolen, omdat uw MAC-adressen eenvoudig
kunnen worden gelezen en vervalst door ongewenste gebruikers buiten uw netwerk.
Hardwareadressen aan een draadloze router of draadloos toegangspunt (WAP) toevoegen
1. Druk de netwerkconfiguratiepagina af om het hardwareadres van de printer te vinden. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Opmerking De printer bevat aparte hardwareadressen voor de Ethernet-verbinding
en voor de draadloze verbinding. Beide hardwareadressen staan op de
netwerkconfiguratiepagina van de printer.
2. Open het configuratieprogramma voor de draadloze router of het draadloze toegangspunt
en voeg het hardwareadres van de printer toe aan de lijst met geaccepteerde
hardwareadressen.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de router of het toegangspunt
voor meer informatie over het gebruik van het configuratieprogramma.
Overige richtlijnen voor draadloze beveiliging
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
Gebruik een draadloos wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een draadloos
WPA-wachtwoord kunt u maximaal 64 tekens gebruiken.
Vermijd in een draadloos wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters en
kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
Verander het standaard draadloos wachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee
de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige
routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de
router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen
wilt doorvoeren.
Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met Extern
bureaublad kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer die achter de
router werkt en configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale computer waartoe u via
internet toegang hebt.
Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van anderen,
schakelt u de instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt gemaakt met niet-
gekozen netwerken. Deze optie is in Windows XP standaard uitgeschakeld.
Bijlage D
248 Netwerkinstallatie
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk
De volgende tips helpen de kans op storing in een draadloos netwerk te verminderen:
Houd de draadloze apparatuur verwijderd van grote metalen voorwerpen zoals
archiefkasten en van elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze
telefoons, omdat deze radiosignalen kunnen verstoren.
Gebruik de draadloze apparatuur niet in de buurt van grote gebouwen en objecten, omdat
deze radiogolven kunnen absorberen en de signalen kunnen verzwakken.
Plaats het draadloze toegangspunt (WAP) of de draadloze router op een centrale locatie
die zichtbaar is vanaf de draadloze apparatuur op het netwerk.
Houd alle draadloze apparaten op het netwerk onderling binnen bereik.
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw
U moet de HP-software die bij de printer is geleverd mogelijk verwijderen en opnieuw installeren
als de installatie onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er
een bericht is weergegeven waarin u wordt gevraagd om de USB-kabel op de computer aan te
sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van de printer niet zomaar van de computer.
Verwijder ze op de juiste manier met het hulpprogramma voor het verwijderen van de software,
dat voorzien is toen u de HP-software installeerde.
Windows
Mac OS X
Windows
Software verwijderen, methode 1
1. Koppel de printer los van de computer. Sluit de printer niet aan op de computer tot u de HP-
software opnieuw hebt geïnstalleerd.
2. Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, klik op HP, selecteer de naam van de printer en klik vervolgens op
Verwijderen.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Als u wordt gevraagd of u gedeelde bestanden wilt verwijderen, klikt u op Nee.
Andere programma's die deze bestanden gebruiken, kunnen namelijk slecht gaan
functioneren als deze bestanden worden verwijderd.
5. Start de computer opnieuw op.
6. Als u de HP-software opnieuw wilt installeren, plaatst u de HP-software-cd in het cd-
romstation van uw computer en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
7. Sluit de printer aan als de HP-software u vraagt het op de computer aan te sluiten.
8.
Druk op de
(Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten.
Nadat u de printer hebt aangesloten en ingeschakeld, kan het zijn dat u enkele minuten
moet wachten totdat alle Plug and Play-gebeurtenissen zijn voltooid.
9. Volg de instructies op het scherm.
Software verwijderen, methode 2
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu Start
van Windows.
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw 249
1. Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Instellingen, klik op
Configuratiescherm en klik vervolgens op Software.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's en
functies.
2. Selecteer de naam van de printer en klik op Wijzigen/Verwijderen of Installatie ongedaan
maken/Wijzigen.
Volg de instructies op het scherm.
3. Koppel de printer los van de computer.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u de printer loskoppelt voordat u uw computer
opnieuw opstart. Sluit de printer niet aan op de computer tot u de HP-software opnieuw
hebt geïnstalleerd.
5. Plaats de HP-software-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
6. Volg de instructies op het scherm.
Mac OS X
Software verwijderen van een Macintosh-computer
1. Dubbelklik op het pictogram HP Uninstaller (in de map Hewlett-Packard onder
Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf, en klik vervolgens op Doorgaan.
2. Als u daarom wordt gevraagd, voert u de juiste beheerdersnaam plus het wachtwoord in en
klikt u op OK.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Als de HP Uninstaller is voltooid, start u de computer opnieuw.
Bijlage D
250 Netwerkinstallatie
E Hulpprogramma's printerbeheer
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Werkset (Windows)
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
Geïntegreerde webserver
Werkset (Windows)
De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer.
Opmerking De werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer
voldoet aan de systeemvereisten.
De werkset openen
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, klik op HP, klik op de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens het
pictogram met de printernaam.
2. Dubbelklik op Printervoorkeuren en dubbelklik daarna op Onderhoudstaken.
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
Het HP-hulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het
kalibreren van de printer, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van
helpinformatie op internet.
Opmerking Welke functies beschikbaar zijn in het HP-hulpprogramma, hangt af van de
geselecteerde printer.
De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor
planningsdoelen. Als u een melding over een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een
vervangende cartridge klaar om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de
cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Open Hulpprogramma's van HP
Het HP-hulpprogramma openen
Dubbelklik op het pictogram Hulpprogramma van HP. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
Geïntegreerde webserver
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de startpagina van de printer (geïntegreerde
webserver of EWS)gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en
het apparaat vanaf de computer te beheren.
Opmerking Zie Specificaties van de geïntegreerde webserver voor een overzicht van
systeemvereisten voor de ingebouwde webserver.
Voor het weergeven of wijzigen van bepaalde instellingen hebt u mogelijk een wachtwoord
nodig.
U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met
internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
Hulpprogramma's printerbeheer 251
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Over cookies
De ingebouwde webserver openen
Over cookies
De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde
schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer
herkennen bij uw volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de EWS-taal hebt geconfigureerd, helpt
een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen zodat de volgende keer dat u de EWS opent,
de pagina's in die taal worden weergegeven. Hoewel sommige cookies aan het einde van elke
sessie worden gewist (zoals de cookie die de geselecteerde taal opslaat), worden andere (zoals
de cookie die klantspecifieke voorkeuren opslaat) op de computer opgeslagen tot u ze handmatig
verwijdert.
U kunt uw browser configureren zodat alle cookies worden aanvaard, of u kunt hem configureren
zodat u wordt gewaarschuwd telkens wanneer een cookie wordt aangeboden waardoor u cookie
per cookie kunt beslissen of u ze al dan niet aanvaardt. U kunt uw browser ook gebruiken om
ongewenste cookies te verwijderen.
Opmerking Naargelang uw printer, schakelt u een of meerdere van de volgende
eigenschappen uit als u cookies uitschakelt:
Beginnen waar u de toepassing hebt verlaten (vooral handig wanneer u Installatiewizards
gebruikt)
De taalinstelling van de EWS-browser onthouden
De EWS-startpagina personaliseren
Zie de documentatie die beschikbaar is bij uw webbrowser voor informatie over hoe u uw privacy-
en cookie-instellingen kunt wijzigen en hoe u cookies kunt bekijken of verwijderen.
De ingebouwde webserver openen
Opmerking De printer moet op een netwerk zijn aangesloten en een IP-adres hebben. Het
IP-adres en de hostnaam voor de printer worden weergegeven op het statusrapport. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres of de hostnaam die aan de
printer is toegewezen.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser:
http://123.123.123.123
Tip Als de geïntegreerde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de
favorieten zodat u er eenvoudig naartoe kunt gaan.
Tip Als u de Safari-webbrowser gebruikt in MacOS X, kunt u ook de Bonjour-bladwijzer
gebruiken om de EWS te openen zonder het IP-adres te hoeven typen. Om de Bonjour-
bladwijzer te gebruiken opent u Safari en klikt u in het menu Safari op Voorkeuren. Op het
tabblad Bladwijzers in de Bladwijzerbalk selecteert u Bonjour opnemen. Sluit daarna het
venster. Klik op de bladwijzer Bonjour en selecteer de netwerkprinter om de EWS te openen.
Bijlage E
252 Hulpprogramma's printerbeheer
F Hoe kan ik?
Aan de slag
Afdrukken
Scannen
Kopiëren
Fax
HP Digital Solutions
Werken met printcartridges
Een probleem oplossen
Hoe kan ik? 253
G Fouten (Windows)
Faxgeheugen vol
Als Back-up van faxontvangst of HP Digital Fax (Faxen naar pc of Faxen naar Mac) is
ingeschakeld en de printer een probleem heeft (zoals een papierstoring), bewaart de printer
binnenkomende faxen in het geheugen totdat het probleem is opgelost. Het geheugen van de
printer kan echter vol raken met faxen die nog niet zijn afgedrukt of nog niet naar de computer zijn
overgebracht.
Los de problemen met de printer op om dit probleem op te lossen.
Zie
Faxproblemen oplossen voor meer informatie.
Printer is niet verbonden
De computer kan niet met de printer communiceren omdat zich een van de volgende
gebeurtenissen heeft voorgedaan:
De printer is uitgeschakeld.
De kabel waarmee de printer is aangesloten, zoals een USB-kabel of een netwerkkabel
(Ethernet), is losgekoppeld.
Als de printer is verbonden met een draadloos netwerk, is de draadloze verbinding
verbroken.
Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen:
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het lampje van de
(Aan/uit-knop) brandt.
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn
aangesloten.
Controleer of het netsnoer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom-stopcontact.
Als de printer met een netwerk is verbonden, controleert u of het netwerk correct werkt. Zie
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor meer informatie.
Als de printer met een draadloos netwerk is verbonden, controleert u of het draadloze
netwerk goed werkt. Zie
Problemen met draadloze verbindingen oplossen voor meer
informatie.
Inkt bijna op
De inktcartridge geïdentificeerd in het bericht is bijna leeg.
De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor
planningsdoelen. Op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, kunt overwegen
om een nieuwe cartridge aan te schaffen zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft
de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Zie
Printcartridges vervangen voor informatie over het vervangen van inktcartridges. Zie
Afdrukbenodigdheden online bestellen voor informatie over het bestellen van inktcartridges. Zie
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer informatie over het recyclen van
gebruikte inkten.
Opmerking Tijdens het afdrukproces wordt de inkt van de inktcartridges op verschillende
manieren gebruikt, onder meer voor de initialisatieprocedure waarmee de printer en de
inktcartridges worden voorbereid op het afdrukken. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge
achter nadat deze is gebruikt. Zie
www.hp.com/go/lnkusage voor meer informatie.
254 Fouten (Windows)
Printkop probleem
De printkop ontbreekt, is niet gedetecteerd, niet goed geplaatst of niet compatibel.
Probeer de volgende oplossingen als deze fout tijdens het installeren van de printer.
Oplossing 1: Plaats de printkop opnieuw.
Zie voor instructies
De printkop opnieuw plaatsen
Let op De printkoppen bevatten elektrische contactpunten die gemakkelijk kunnen worden
beschadigd.
Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem zich blijft voordoen nadat u de cartridge
opnieuw hebt geplaatst. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie.
Als deze fout zich voordoet nadat de printer een tijdje is gebruikt, probeert u de volgende
oplossingen.
Oplossing 1: Schakel de printer uit en weer in.
Zet de printer uit en vervolgens weer aan.
Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud of vervanging als het probleem zich blijft
voordoen. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie.
Probleem met de cartridge
De inktcartridge die is geïdentificeerd in het bericht ontbreekt, is beschadigd, niet-compatibel of is
in de verkeerde sleuf van de printer geplaatst.
Opmerking Als de cartridge in het bericht wordt aangeduid als een incompatibele cartridge,
raadpleegt u
Afdrukbenodigdheden online bestellen voor informatie over het aanschaffen van
cartridges voor de printer.
Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen. De oplossingen staan in
volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet
oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: Schakel de printer uit en weer in.
Oplossing 2: Installeer de inktcartridges op de juiste wijze.
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten.
Oplossing 4: Vervang de inktpatroon.
Oplossing 1: Schakel de printer uit en weer in
Zet de printer uit en vervolgens weer aan.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan de volgende oplossing.
Oplossing 2: Installeer de printcartridges juist
Zorg ervoor dat alle printcartridges juist in de printer zijn geplaatst:
1. Trek de toegangsklep voor inktcartridges voorzichtig open.
2. Haal de inktcartridge uit de printer door deze vast te pakken en met enige kracht naar u toe
te trekken.
3. Plaats de cartridge in de sleuf. Druk de cartridge goed aan om te zorgen dat er goed
contact wordt gemaakt.
4. Sluit de klep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht is verdwenen.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan de volgende oplossing.
Probleem met de cartridge 255
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
De elektrische contactpunten in de printer reinigen
1. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of flessenwater.
2. Reinig de elektrische contactpunten in de printer door met het doekje van boven naar onder
te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig totdat er geen inkt meer op het
doekje zit.
3. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat met de volgende
stap.
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Vervang de aangegeven printcartridge. Zie
Printcartridges vervangen voor meer informatie.
Opmerking Als uw cartridge nog steeds onder garantie staat, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor onderhoud of vervanging. Zie de garantie-informatie van de inktcartridge
voor meer informatie over de garantie die geldt voor de cartridge. Als het probleem zich blijft
voordoen nadat u de cartridge hebt vervangen, neem dan contact op met HP-ondersteuning.
Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie.
Verkeerd papier
Het papierformaat of papiertype (papiersoort) dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd,
komt niet overeen met dat van het papier dat in de printer is geplaatst. Zorg ervoor dat het juiste
papier is geladen in de printer en druk vervolgens het document opnieuw af. Zie Afdrukmateriaal
plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Als het papier dat in de printer is geplaatst, het gewenste formaat heeft, wijzigt
u het geselecteerde papierformaat in het printerstuurprogramma en drukt u het document
opnieuw af.
De cartridgehouder kan niet bewegen
De wagen van de inktcartridge (het deel van de printer waarin de inktcartridges zitten) wordt door
iets geblokkeerd.
U kunt de blokkade verhelpen door op de
(Aan/uit-knop) te drukken om de printer uit te
schakelen en vervolgens de printer te controleren op blokkades.
Zie
Storingen verhelpen voor meer informatie.
Vastgelopen papier
Papier is vastgelopen in de printer.
Controleer voordat u de storing probeert te verhelpen het volgende:
Zorg ervoor dat u papier hebt geplaatst dat aan de specificaties voldoet en dat niet
gekreukeld, gevouwen of beschadigd is. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Zie Afdrukmateriaal
plaatsen voor meer informatie.
Voor instructies om storingen te verhelpen, en meer informatie over hoe u storingen kunt
vermijden, zie
Storingen verhelpen.
De printer heeft geen papier meer
De standaard lade is leeg.
Plaats meer papier en raak vervolgens OK aan.
Bijlage G
256 Fouten (Windows)
Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Printer offline
De printer is momenteel offline. Als de printer offline is, kan de printer niet worden gebruikt.
Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of Apparaten en
printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers in het dialoogvenster niet worden weergegeven in de detailweergave, klikt u
in het menu Beeld op Details.
3. Als de printer offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op Printer
online gebruiken.
4. Probeer de printer opnieuw te gebruiken.
Printer onderbroken
De printer is momenteel onderbroken. Bij onderbreking worden nieuwe taken aan de rij
toegevoegd, maar niet afgedrukt.
Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of Apparaten en
printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers in het dialoogvenster niet worden weergegeven in de detailweergave, klikt u
in het menu Beeld op Details.
3. Als de printer onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op
Afdrukken hervatten.
4. Probeer de printer opnieuw te gebruiken.
Document afdrukken mislukt
De printer kan het document niet afdrukken omdat er een probleem is opgetreden in het
afdruksysteem.
Zie
Printerproblemen oplossen voor informatie over het oplossen van afdrukproblemen.
Printerfout
Er is een probleem opgetreden met de printer. Meestal kunt u dergelijke problemen oplossen door
de volgende stappen uit te voeren:
1.
Druk op de (Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten.
2. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan.
3.
Druk op de
(Aan/uit-knop) om de printer in te schakelen.
Als het probleem zich blijft voordoen, noteer dan de foutcode die in de melding wordt gegeven en
neem vervolgens contact op met HP-ondersteuning. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie
over contact opnemen met HP-ondersteuning.
Deur of klep open
Voordat de printer documenten kan afdrukken, moeten alle deuren en kleppen gesloten zijn.
Deur of klep open 257
Tip Bij de meeste deuren en kleppen is een klik hoorbaar als ze volledig worden gesloten.
Als het probleem blijft bestaan nadat u alle deuren en kleppen goed hebt dichtgedaan, neemt u
contact op met HP-ondersteuning. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie.
Er is een gebruikte inktcartridge geplaatst
De inktcartridge die in het bericht wordt genoemd, is al eerder in een andere printer gebruikt.
U kunt inktcartridges in verschillende printers gebruiken, maar als de cartridge langere tijd buiten
de printer wordt bewaard, kan de afdrukkwaliteit van uw documenten afnemen. Als u
inktcartridges gebruikt die in een andere printer zijn gebruikt, is bovendien de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of niet beschikbaar.
Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u die proberen te verbeteren door de printkop te
reinigen. Zie
reinig de printkop voor meer informatie.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal verschillende
manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de printer en de cartridges
worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan de printkop, dat ervoor zorgt dat
de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in
de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Raadpleeg www.hp.com/go/inkusage voor meer
informatie.
Zie Benodigdheden voor meer informatie over het bewaren van inktcartridges.
Inktcartridges zijn leeg
De cartridges die in het bericht worden aangeduid, moeten worden vervangen om door te kunnen
gaan met afdrukken. HP raadt aan om de inktcartridges niet te verwijderen voordat u beschikt
over vervangende inktcartridges.
Zie Printcartridges vervangen voor meer informatie.
Probleem met de inktcatrtride
De cartridges die in het bericht worden aangeduid, zijn beschadigd of werken niet.
Zie
Printcartridges vervangen.
Upgrade printerbenodigdheden
De cartridge die in het bericht wordt aangeduid, kan alleen worden gebruikt om één printer te
upgraden. Klik op OK om de cartridge op deze printer te gebruiken. Als u niet wilt doorgaan met
het upgraden van de benodigdheden voor deze printer, klikt u op Annuleren en verwijdert u de
cartridge.
Upgrade printerbenodigdheden gelukt
De upgrade van printerbenodigdheden is geslaagd. De cartridges die in het bericht worden
vermeld, kunnen nu in de printer worden gebruikt.
Upgrade printerbenodigdheden mislukt
De upgrade van printerbenodigdheden is mislukt. De cartridges die in het bericht worden vermeld,
kunnen nog steeds in deze printer worden gebruikt. Vervang de upgradecartridge. Zie
Printcartridges vervangen voor meer informatie.
Bijlage G
258 Fouten (Windows)
Geplaatste cartridge is niet van HP
HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen.
Onderhoud of reparaties van de printer als het gevolg van het gebruik van benodigdheden van
andere fabrikanten dan HP, vallen niet onder de garantie. Als u gelooft dat u originele HP-
inktcartridges had gekocht, gaat u naar de HP-website op
www.hp.com/go/anticounterfeit voor
meer informatie of om fraude te melden.
Originele HP-cartridges bieden voordelen
HP beloont trouwe klanten die originele HP-toebehoren gebruiken. Klik op de knop onder het
bericht om online de beloning te zien. De beloning is mogelijk niet in alle regio's beschikbaar.
Advies omtrent nagemaakte cartridges
De geïnstalleerde cartridge is geen nieuwe, originele HP-cartridge. Neem contact op met de
winkel waar u deze cartridge hebt gekocht. Als u een vermoeden van fraude wilt melden, gaat u
naar www.hp.com/go/anticounterfeit. Als u de cartridge verder wilt gebruiken, klikt u op Doorgaan.
Gebruikte, opnieuw gevulde of nagemaakte cartridge gevonden
De oorspronkelijke HP-inkt in de cartridge is op. U kunt dit probleem oplossen door de
inktcartridge te vervangen of te klikken op OK om de cartridge verder te gebruiken. Zie
Printcartridges vervangen voor meer informatie. HP beloont trouwe klanten die originele HP-
toebehoren gebruiken. Klik op de knop onder het bericht om online de beloning te zien. De
beloning is mogelijk niet in alle regio's beschikbaar.
Waarschuwing De garantie van HP op de inktcartridges dekt geen inkt of cartridges die niet
van HP zijn. De garantie van HP op de printer van HP dekt geen reparaties of onderhoud als
gevolg van het gebruik van inkt of cartridges die niet van HP zijn. HP kan de kwaliteit of
betrouwbaarheid van inkt die niet van HP is, niet garanderen. Er is geen informatie
beschikbaar over het inktniveau.
Gebruik SETUP-cartridges
Gebruik voor de printerinitialisatie de SETUP-cartridges die bij de printer zijn geleverd. U moet de
cartridge vervangen door de SETUP-cartridge om dit bericht te wissen. Zie
Printcartridges
vervangen voor meer informatie.
Gebruik geen SETUP-cartridges
Nadat de printer is geïnitialiseerd, kunt u geen nieuwe SETUP-cartridges meer plaatsen. Plaats
normale vervangende cartridges. Zie
Printcartridges vervangen voor meer informatie.
Waarschuwing: inkt voor nieuwe printkop
De gebruikte cartridges die in het bericht worden vermeld, hebben mogelijk onvoldoende inkt om
de eenmalige opstartprocessen te voltooien.
Oplossing: Plaats nieuwe cartridges die met uw vervangkop werden meegeleverd of klik op
Doorgaan om de reeds geïnstalleerde cartridges te gebruiken.
Als het opstartproces niet kan worden voltooid met de geplaatste cartridges, moet u nieuwe
cartridges plaatsen. Zie
Printcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe
inktcartridges.
Waarschuwing: inkt voor nieuwe printkop 259
Alleen zwarte inkt gebruiken?
De cartridges die in het bericht worden vermeld, zijn bijna leeg.
Oplossingen: Als u in kleur wilt afdrukken, vervangt u de lege cartridges. Zie
Printcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Als u tijdelijk alleen met zwarte inkt wilt afdrukken, klikt u op Alleen zwart. De printer vervangt de
kleuren dan door grijswaarden. De lege cartridges moeten binnenkort worden vervangen.
Let op Verwijder de lege printcartridge niet om alleen in zwart/wit af te drukken.
Alleen kleureninkt gebruiken?
De zwarte cartridge is bijna leeg.
Oplossingen: Als u tijdelijk zwart wilt vervangen door kleuren, klikt u op Alleen kleuren. De kleur
zwart wordt gesimuleerd. De kwaliteit van de afgedrukte tekst en foto's verschilt van de kwaliteit
bij gebruik van alle inktcartridges. De zwarte cartridge moet binnenkort worden vervangen.
Let op Verwijder de lege printcartridge niet om alleen in kleur af te drukken.
Als u met zwart wilt afdrukken, vervangt u de zwarte inktcartridge. Zie Printcartridges vervangen
voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
incompatibele inktcartridges
De inktcartridge is niet compatibel met uw printer.
Oplossing: Verwijder deze cartridge onmiddellijk en plaats een compatibele inktcartridge. Zie
Printcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Waarschuwing inktsensor
De inktsensor meldt een onverwachte situatie. De oorzaak kan liggen bij de cartridge of bij een
sensorfout. Als de sensor niet meer werkt, kan deze niet meer detecteren dat de cartridges leeg
raken. Als u afdrukt met een lege cartridge komt er lucht in het inktsysteem, wat een slechte
afdrukkwaliteit oplevert. Om deze situatie te verhelpen, worden er grote hoeveelheden inkt
gebruikt, waardoor alle cartridges leeg zullen raken.
Oplossing: Klik op OK om door te gaan met afdrukken, of vervang de cartridge. Zie
Printcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Probleem met printeronderhoud
De printerklok werkt niet goed, zodat de inkt niet goed wordt verwerkt. Het geschatte inktniveau
van de inktmeter is mogelijk onjuist.
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Als deze onvoldoende is, kunt u dit
mogelijk verhelpen door de reinigingsprocedure voor de printkop uit te voeren. U vindt deze in de
werkset. Zie
reinig de printkop voor meer informatie over het reinigen van de printkop.
Kleureninktpatroon vrijwel leeg
De cartridges die in het bericht worden vermeld, zijn bijna leeg.
Oplossingen: Als u in kleur wilt afdrukken, vervangt u de lege cartridges. Zie Printcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Bijlage G
260 Fouten (Windows)
Als u tijdelijk alleen met zwarte inkt wilt afdrukken, klikt u op Annuleren en verzendt u de
afdruktaak opnieuw. Voordat de afdruktaak begint, verschijnt het bericht Alleen zwarte inkt
gebruiken? De lege cartridges moeten binnenkort worden vervangen.
Let op Verwijder de lege printcartridge niet om alleen in zwart/wit af te drukken.
Zwarte inktpatroon vrijwel leeg
De zwarte cartridge is bijna leeg.
Oplossingen: Vervang de zwarte inktcartridge. Zie
Printcartridges vervangen voor informatie over
het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Als u tijdelijk zwart wilt vervangen door kleur, klikt u op Annuleren en verzendt u de afdruktaak
opnieuw. Voordat de afdruktaak begint, verschijnt het bericht Alleen kleureninkt gebruiken?. De
zwarte cartridge moet binnenkort worden vervangen.
Let op Verwijder de lege printcartridge niet om alleen in kleur af te drukken.
Klep van de automatische documentinvoer is open
Sluit de klep van de automatische documentinvoer om door te gaan.
Inktsensorfout
De inktsensor is defect en de printer kan niet meer afdrukken.
Neem contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie.
Probleem met inktsysteem
Verwijder de inktcartridges en onderzoek ze op tekenen van lekkage. Neem contact op met HP
als inktcartridges lekken. Gebruik geen inktcartridges die lekken.
Plaats de inktcartridges terug als ze niet lekken en sluit de klep van de printer. Zet de printer uit
en weer aan. Neem contact op met HP als dit bericht een tweede keer verschijnt.
Probleem met inktsysteem 261
Index
A
aangepast papierformaat
Mac OS X 46
aansluitingen, locatie 13
accessoires
garantie 178
installeren 30
in stuurprogramma in- en
uitschakelen 34
printerstatusrapport 166
achterpaneel
illustratie 13
ADF (automatische
documentinvoer
originelen plaatsen 23
ADSL, fax configureren met
parallelle
telefoonsystemen 218
afbeeldingen
onvolledig gevulde
kopieën 124
zien er anders uit dan de
originele scan 128
afdrukinstellingen
afdrukkwaliteit 114
afdrukken
afdrukkwaliteitrapport 118
details laatste fax 92
dubbelzijdig 49
faxen 76
faxen vanuit het
geheugen 76
faxlogs 92
faxrapporten 90
foto's vanaf
geheugenapparaten 45
langzaam, problemen
oplossen 111
printerstatusrapport 166
problemen oplossen 109
testpagina 118
afdrukken, aan beide zijden
49
Afdrukken op envelop 42
Afdrukken op enveloppen
Mac OS X 43
Afdrukken zonder randen
Windows 47
afdrukkwaliteitrapport 118
afdrukmateriaal
afdrukken op speciaal
formaat 45
dubbelzijdig afdrukken 49
HP, bestellen 213
invoerproblemen
oplossen 119
lade 2 vullen 32
lades vergrendelen 33
lade vullen 24
specificaties 183
storingen verhelpen 172
afdrukmateriaal laden 25
afdrukmateriaal met aangepast
formaat laden 28
afdrukmateriaal van speciaal
formaat
afdrukken 45
afdrukmaterialen
ondersteunde types en
gewichten 185
afgesneden pagina's,
problemen oplossen 114
annuleren
geplande fax 73
Annuleren, knop 15
antwoordapparaat
configuratie met fax en
modem 232
installatie met fax (parallelle
telefoonsystemen) 231
opgenomen faxtonen 144
automatische documentinvoer
capaciteit 24
automatische documentinvoer
(ADF)
capaciteit 24
invoerproblemen,
problemen oplossen 36
origineel plaatsen 23
schoonmaken 36
automatisch fax verkleinen 78
B
backup fax 75
bedieningspaneel
Knoppen 14
lampjes 14
statuspictogrammen 16
bedieningspaneel van de
printer
locatie 12
belpatroon beantwoorden
parallelle
telefoonsystemen 220
beltonen voor opnemen 86
beltoon beantwoorden
wijzigen 86
benodigdheden
levensduur 181
online bestellen 212
printerstatusrapport 166
beveiliging
draadloze communicatie
247
bevestigingsrapporten, fax 91
bewerken
tekst in OCR-programma
54
blanco, problemen oplossen
afdrukken 113
blanco pagina's, problemen
oplossen
kopiëren 122
scannen 129
Brochures afdrukken
afdrukken 41
C
camera's
plaatsen van
geheugenkaarten 29
capaciteit
ADF 24
lades 185
clear (wissen)
faxlogboeken 92
262
computermodem
gedeeld met fax (parallelle
telefoonsystemen) 224
gedeeld met fax en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 232
gedeeld met fax en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 236
gedeeld met lijn voor
gesprekken en modem
(parallelle
telefoonsystemen) 227
configuratie
DSL (parallelle
telefoonsystemen) 218
ISDN-lijn (parallelle
telefoonsystemen) 220
PBX-systeem (parallelle
telefoonsystemen) 220
Configureren
firewall 159
D
digitale camera's
plaatsen van
geheugenkaarten 29
donkere afbeeldingen,
problemen oplossen
kopieën 123
scans 129
draadloze communicatie
beveiliging 247
draadloze basisproblemen
oplossen 153
geavanceerde draadloze
problemen oplossen
154
instellen 243
radio, inschakelen 240
storing verminderen 249
wettelijke informatie 197
draadloze verbinding,
testrapport
afdrukken 247
DSL, fax configureren met
parallelle
telefoonsystemen 218
dubbelzijdig afdrukken 49
duplexeenheid
in stuurprogramma in- en
uitschakelen 34
ondersteunde formaten van
afdrukmateriaal 183
ondersteunde types en
gewichten van
afdrukmaterialen 185
storingen verhelpen 172
E
ECM. zie foutcorrectiemodus
elektrische specificaties 189
enveloppen
lade die ondersteunt 185
ondersteunde formaten
183
EWS. zie geïntegreerde
webserver
F
fax
antwoordapparaat,
problemen oplossen
144
antwoordapparaat en
modem, gedeeld met
(parallelle
telefoonsystemen) 232
backup-faxontvangst 75
beltonen voor opnemen
86
details laatste transactie
afdrukken 92
geluidsvolume 89
handsfree kiezen 73
Internet-protocol, over 89
ISDN-lijn, configureren
(parallelle
telefoonsystemen) 220
log, afdrukken 92
logboek, wissen 92
modem en
antwoordapparaat,
gedeeld met (parallelle
telefoonsystemen) 232
opvragen voor ontvangst
77
PBX-systeem, configureren
(parallelle
telefoonsystemen) 220
plannen 72
snelheid 88
soorten instellingen 215
telefoonaansluiting testen,
mislukt 131
testen soort telefoonsnoer
mislukt 133
voicemail, installeren
(parallelle
telefoonsystemen) 223
faxen
antwoordapparaat,
installatie (parallelle
telefoonsystemen) 231
aparte geïnstalleerde lijn
(parallelle
telefoonsystemen) 218
automatisch antwoorden
85
bevestigingsrapporten 91
doorsturen 77
DSL, configureren
(parallelle
telefoonsystemen) 218
foutcorrectiemodus 74
foutrapporten 91
gedeelde
telefoonlijninstallatie
(parallelle
telefoonsystemen) 222
handmatig ontvangen 75
handsfree kiezen 71
installatie specifiek
belsignaal (parallelle
telefoonsystemen) 220
installatie test 239
instellingen wijzigen 85
kiessysteem, instellen 87
kiestoontest, mislukt 134
kopschrift 85
lijnconditietest, mislukt
135
lijn voor gesprekken en
modem, gedeeld met
(parallelle
telefoonsystemen) 227
modem, gedeeld met
(parallelle
telefoonsystemen) 224
modem and voicemail,
gedeeld met (parallelle
telefoonsystemen) 236
nummers blokkeren 79
ontvangen 74
ontvangen, problemen
oplossen 136, 140
Index
263
opnieuw afdrukken 76
opties opnieuw kiezen 87
papierformaat 78
parallelle
telefoonsystemen 214
problemen oplossen 129
rapporten 90
specificaties 188
specifieke beltoon, patroon
wijzigen 86
telefoonsnoer te kort 144
test is mislukt 130
test van de verbinding van
het telefoonsnoer,
mislukt 132
verkleining 78
verzenden 68
verzenden, problemen
oplossen 136, 139, 143
faxen, testen
installatie 239
faxen doorsturen 77
faxen ontvangen
aantal beltonen voor
opnemen 86
automatisch 74
doorsturen 77
faxnummers blokkeren 79
handmatig 75
modus automatisch
antwoorden 85
problemen oplossen 136,
140
faxen rondzenden
verzenden 73
faxen verzenden
gewone fax 68
handmatig 70
handsfree kiezen 71
problemen oplossen 136,
139, 143
fax opvragen voor ontvangst
77
Faxscherm 16
Firewall
configureren 159
firewallinstellingen 241, 242
firewalls, problemen oplossen
111
FoIP 89
formaat
kopieerproblemen
oplossen 122
scans, problemen
oplossen 129
Foto´s afdrukken
Mac OS X 44
foto's
afdrukken vanaf
geheugenapparaten 45
plaatsen van
geheugenkaarten 29
problemen met
geheugenapparaten
oplossen 152
Foto's afdrukken
Windows 43
fotoafdrukmateriaal
ondersteunde formaten
184
Fotoscherm 17
foutcorrectiemodus 74
foutmeldingen
de TWAIN-bron kan niet
worden geactiveerd
127
foutrapporten, fax 91
G
garantie 178
geblokkeerde faxnummers
installeren 79
geheugen
faxberichten opslaan 75
faxen opnieuw afdrukken
76
specificaties 181
geheugenapparaten
bestanden afdrukken 45
problemen oplossen 151
geheugenkaart
invoegen 29
geheugenkaarten
invoegen 29
specificaties 190
geïntegreerde webserver
info 251
problemen oplossen, kan
niet worden geopend
161
systeemvereisten 182
Webscan 53
gekleurde tekst en OCR 54
geluidsdruk 190
geluidsinformatie 190
geluidsproductie 190
glasplaat, scanner
locatie 12
glasplaat van de scanner
origineel laden 23
glasplaat van scanner
reinigen 35
H
handmatig faxen
ontvangen 75
verzenden 70, 71
handsfree kiezen 71, 73
hardware, faxinstallatietest
130
Help 17
HP-hulpprogramma (Mac OS
X)
openen 251
HP-software
software verwijderen uit
Windows 249
HP-software verwijderen
Windows 249
I
identificatiecode van de
abonnee 85
inbelmodem
gedeeld met fax (parallelle
telefoonsystemen) 224
gedeeld met fax en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 236
gedeeld met lijn voor fax en
gesprekken (parallelle
telefoonsystemen) 227
informatie is onjuist of
ontbreekt, problemen
oplossen 113
ingebouwde webserver
openen 252
inktcartridges
garantie 178
levensduur 181
plaatsen 13
inktniveaupictogrammen 17
inktniveaus controleren 100
264
inktpatronen
onderdeelnummers 212
ondersteund 180
installatie
accessoires 30
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 231
aparte faxlijn (parallelle
telefoonsystemen) 218
computermodem (parallelle
telefoonsystemen) 224
computermodem en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 236
faxen, met parallelle
telefoonsystemen 214
gedeelde telefoonlijn
(parallelle
telefoonsystemen) 222
lade 2 31
lijn voor computermodem
en gesprekken (parallelle
telefoonsystemen) 227
module voor dubbelzijdig
afdrukken 30
problemen oplossen 162
specifiek belsignaal
(parallelle
telefoonsystemen) 220
specifieke beltoon 86
suggesties voor hardware-
installatie 162
suggesties voor installatie
van HP-software 163
testfax 239
voicemail en
computermodem
(parallelle
telefoonsystemen) 236
Installatie 17
installeren
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 223
instellen
antwoordapparaat en
modem (parallelle
telefoonsystemen) 232
computermodem en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 232
instellen, opties opnieuw
kiezen 87
instellingen
faxscenario's 215
netwerk 240
snelheid, fax 88
Instellingen
kopie 66
volume, fax 89
Internet Protocol
(internetprotocol)
fax, gebruiken 89
invoer van meerdere pagina's
tegelijk 121
IP-adres
printer opsporen 162
IP-instellingen 241
ISDN-lijn, configureren met fax
parallelle
telefoonsystemen 220
J
juiste poort testen, fax 132
K
kaarten
lade die ondersteunt 185
ondersteunde formaten
184
kennisgeving van Hewlett-
Packard Company 3
kiessysteem, instellen 87
kiestoontest, mislukt 134
klantenondersteuning
elektronisch 106
kleurenkopie 66
Knop Annuleren 15
knoppen, bedieningspaneel
14
kop 166
kopie
Instellingen 66
kwaliteit 123
kopieerinstellingen
kopie 67
kopiëren
problemen oplossen 121
specificaties 187
Kopiëren 16
kopschrift, fax 85
korrelige of witte banden op
kopieën, problemen
oplossen 124
kwaliteit, problemen oplossen
kopie 123
scannen 127
L
lade 1
capaciteit 185
ondersteunde
papierformaten 183
ondersteunde types en
gewichten van
afdrukmaterialen 185
lade 2
afdrukmateriaal plaatsen
32
capaciteit 185
installatie 31
in stuurprogramma in- en
uitschakelen 34
ondersteunde
papierformaten 183
ondersteunde types en
gewichten van
afdrukmaterialen 185
laden
capaciteiten 185
foto 27
lade 26
laden, enveloppen 26
laden, kaarten 27
lades
afdrukmateriaal plaatsen
24
illustratie van
papiergeleiders 12
installatie lade 2 31
in stuurprogramma in- en
uitschakelen 34
invoerproblemen
oplossen 119
locatie 12
ondersteunde types en
gewichten van
afdrukmaterialen 185
papierformaten 183
standaard instellen 33
storingen verhelpen 172
vergrendelen 33
lades vergrendelen 33
lampjes, bedieningspaneel 14
Index
265
lettertypen, ondersteunde 181
lichte afbeeldingen, problemen
oplossen
kopieën 123
scans 129
lijnconditietest, fax 135
lijnen
kopieën, problemen
oplossen 123
scans, problemen
oplossen 128, 129
log, fax
afdrukken 92
luchtvochtigheidspecificaties
189
M
Mac OS
aangepast papierformaat
46
accessoires in- en
uitschakelen in
stuurprogramma 34
afdrukinstellingen 40
Foto´s afdrukken 44
Zonder rand afdrukken 48
Mac OS X
Hulpprogramma van HP
251
marges
instellen, specificaties 186
media
Capaciteit invoerlade 24
selecteren 22
specificaties 183
milieubeschermingsprogramm
a 199
modelnummer 166
modem
gedeeld met fax (parallelle
telefoonsystemen) 224
gedeeld met fax en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 232
gedeeld met fax en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 236
gedeeld met lijn voor fax en
gesprekken (parallelle
telefoonsystemen) 227
modemsnelheid 88
modem voor inbellen
gedeeld met fax en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 232
module voor dubbelzijdig
afdrukken
installatie 30
N
na de ondersteuningsperiode
108
netaansluiting, locatie 13
netwerken
afdrukinstellingen
weergeven en
afdrukken 240
draadloze instellingen 169
firewallinstellingen 241,
242
firewalls, problemen
oplossen 111
geavanceerde
instellingen 240
illustratie van aansluiting
13
instellingen, wijzigen 240
instellingen draadloze
communicatie 243
IP-instellingen 241
ondersteunde
besturingssystemen
182
ondersteunde protocollen
182
problemen op te lossen
163
verbindingssnelheid 241
networken
systeemvereisten 182
O
OCR
gescande documenten
bewerken 54
problemen oplossen 126
omgevingsspecificaties 189
onderhoud
afdrukkwaliteitrapport 118
controleren van
inktniveaus 100
printcartridges vervangen
101
printkop 166
printkop reinigen 166
printkop uitlijnen 167
testpagina 118
onderhouden
printkop 166
ondersteunde
besturingssystemen 181
ondersteuning 105
ongewenste-faxmodus 79
ontvangen van faxen
opvragen 77
opslaan
faxberichten in geheugen
75
opslagapparaten
ondersteunde USB-
flashstations 190
originelen
scannen 51
P
pagina's per maand
(werkbelasting) 181
papier
formaat instellen voor fax
78
ondersteunde formaten
183
scheve invoer 120
storingen 172, 175
papierstoringen
papiersoorten die u niet
moet gebruiken 22
parallelle telefoonsystemen
aparte geïnstalleerde lijn
218
DSL-configuratie 218
gedeelde lijninstallatie 222
installatie
antwoordapparaat 231
installatie modem en
voicemail 236
installatie specifiek
belsignaal 220
ISDN-configuratie 220
landen/regio's met 214
modem en
antwoordapparaat,
configuratie 232
266
modem gedeeld met
lijninstallatie voor
gesprekken 227
modeminstallatie 224
PBX-configuratie 220
soorten instellingen 215
patronen. zie inktpatronen
PBX-systeem, configureren met
fax
parallelle
telefoonsystemen 220
PCL 3 ondersteuning 181
periode telefonische
ondersteuning
periode voor
ondersteuning 107
pictogrammen draadloze
verbinding 16
plaatsen
Goot 25
plannen van fax 72
poorten, specificaties 180
Printcartridges
controleren van
inktniveaus 100
onderdeelnummers 166
online bestellen 212
status 166
Tips 99
vervaldatums garantie 166
vervangen 101
printcartridges vervangen 101
printerbedieningspaneel
faxen verzenden 69
netwerkinstellingen 240
scannen vanaf 51
printersoftware (Windows)
openen 251
over 251
printerstatusrapport
afdrukken 166
informatie over 165
printerstuurprogramma
garantie 178
instellingen accessoires
34
printkop
schoonmaken 166
printkop, uitlijnen 167
printkoppen
ondersteund 181
online bestellen 212
printkop uitlijnen 167
printkopvergrendeling,
plaatsing 13
probleemoplossing
problemen met draadloze
verbindingen 153
tips 109
problemen met de papierinvoer,
problemen oplossen 119
problemen oplossen
afdrukken 109
afdrukmateriaal wordt niet
uit een lade ingevoerd
119
afgesneden pagina's,
verkeerde plaatsing van
tekst of afbeeldingen
114
algemene
netwerkproblemen
oplossen 152
antwoordapparaten 144
blanco pagina's afgedrukt
113
drukt niet af 110
faxen 129
faxen ontvangen 136, 140
faxen verzenden 136,
139, 143
faxhardwaretest is mislukt
130
faxkiestoontest mislukt
134
faxlijntest is mislukt 135
faxtesten 130
firewalls 111
geheugenapparaten 151
geïntegreerde webserver
161
installatieproblemen 162
kopieerkwaliteit 123
kopiëren 121
meerdere pagina's tegelijk
opgenomen 121
netwerkconfiguratiepagin
a 169
netwerkproblemen
oplossen 163
ontbrekende of onjuiste
informatie, problemen
oplossen 113
printerstatusrapport 165
problemen met de
papierinvoer 119
scankwaliteit 127
scannen 124
scheve invoer 120
scheve kopieën 123
storingen, papier 175
suggesties voor hardware-
installatie 162
suggesties voor installatie
van HP-software 163
telefoonaansluiting van de
fax testen, mislukt 131
testen soort fax/
telefoonsnoer mislukt
133
test van de verbinding van
het fax/telefoonsnoer
mislukt 132
vast (bekabeld) netwerk
152
voeding 110
processorspecificaties 181
pulskeuze 87
punten, problemen oplossen
scannen 129
punten of vegen, problemen
oplossen
kopieën 123
R
radio, uitschakelen 240
radiointerferentie
wettelijke informatie 197
radiostoring
verminderen 249
rapport
test draadloze verbinding
247
rapporten
afdrukkwaliteit 118
bevestiging, fax 91
diagnose 118
faxtest is mislukt 130
fout, fax 91
printkop 166
rechternavigatieknop 15
recycling
cartridges 199
reinigen
glasplaat van scanner 35
Index
267
S
scannen
foutmeldingen 127
kwaliteit 127
langzaam 125
OCR 54
problemen oplossen 124
scanscherm 16
scanspecificaties 188
vanaf het
printerbedieningspanee
l51
vanaf Webscan 53
scanner, glasplaat
originelen laden 23
reinigen 35
scannerglasplaat
locatie 12
scanscherm 16
scans verzenden
problemen oplossen 124
voor OCR 54
scheef, problemen oplossen
afdrukken 120
kopiëren 123
scannen 128
schoonmaken
automatische
documentinvoer 36
buitenkant 36
printkop 166
Secure Digital-geheugenkaart
invoegen 29
seriële telefoonsystemen
landen/regio's met 214
soorten instellingen 215
serienummer 166
snelheid
scannerproblemen
oplossen 125
snelkiezen
fax verzenden 68
software
garantie 178
instellingen accessoires
34
OCR 54
Webscan 53
spanningsspecificaties 189
speciaal papierformaat
ondersteunde formaten
185
specificatie
processor en geheugen
181
specificaties
afdrukmateriaal 183
elektrisch 189
fysieke 180
geluidsproductie 190
media 183
netwerkprotocollen 182
systeemvereisten 181
verzendomgeving 189
werkomgeving 189
specificaties
verzendomgeving 189
specificaties werkomgeving
189
specifiek belsignaal
parallelle
telefoonsystemen 220
specifieke beltoon
wijzigen 86
standaardinstellingen
kopiëren 67
status
netwerkconfiguratiepagin
a 169
printerstatusrapport 166
statuspictogrammen 16
storingen
papier 172, 175
verhelpen 172
strepen op scans, problemen
oplossen 128
stroom
specificaties 189
stuurprogramma
garantie 178
instellingen accessoires
34
systeemvereisten 181
T
taal, printer 181
technische gegevens
faxspecificaties 188
geheugenkaartspecificatie
s 190
kopieerspecificaties 187
scanspecificaties 188
tekst
kan niet worden bewerkt na
het scannen, problemen
oplossen 126
niet volledig gevulde
kopieën 124
onduidelijke kopieën,
problemen oplossen
123
onduidelijke scans 129
ontbreekt van de scan,
problemen oplossen
126
problemen oplossen 114
vlekkerig op kopieën 124
telefonische ondersteuning
106
telefoon, faxen vanaf
ontvangen 75
verzenden 70
verzenden, 70
telefoonaansluiting, fax 131
telefoonaansluiting testen,
fax 131
telefoonlijn, belpatroon
beantwoorden 86
telefoonsnoer
testen juiste soort mislukt
133
test van de verbinding met
de juiste poort mislukt
132
verlengen 144
temperatuurspecificaties 189
testen, fax
faxlijnconditie 135
hardware, mislukt 130
kiestoon, mislukt 134
mislukt 130
poortverbinding, mislukt
132
telefoonaansluiting 131
testen soort fax/
telefoonsnoer mislukt
133
testpagina 118
toegangsklep voor
inktcartridges, plaatsing 13
toegangspaneel aan de
achterkant
storingen verhelpen 172
toegankelijkheid 3, 10
toonkeuze 87
268
TWAIN
de bron kan niet worden
geactiveerd 127
tweezijdig afdrukken 49
type verbinding
wijzigen 246
U
uitvoerlade
locatie 12
ondersteunde
afdrukmaterialen 186
USB-flashstations 190
USB-verbinding
poort, locatie 12, 13
specificaties 180
V
vegen, problemen oplossen
kopieën 123
scannen 129
verbindingssnelheid, instellen
241
verkleinen van fax 78
verticale strepen op kopieën,
problemen oplossen 123
vervaagde kopieën 122
vervaagde strepen op kopieën,
problemen oplossen 123
verzenden, faxen
geheugen, vanuit 72
handsfree kiezen 73
plannen 72
voeding
problemen oplossen 110
voicemail
installatie met fax en
computermodem
(parallelle
telefoonsystemen) 236
installeren met fax
(parallelle
telefoonsystemen) 223
volume
faxgeluiden 89
vullen
lade 2 32
W
Webscan 53
websites
benodigdheden en
accessoires bestellen
212
informatieblad levensduur
benodigheden 181
informatie over
toegankelijkheid 3, 11
klantenondersteuning 106
milieuprogramma's 199
weergeven
netwerkinstelllingen 240
werkbelasting 181
wettelijke informatie 197
wettelijk verplichte informatie
191
wettelijk verplicht
modelnummer 198
Windows
accessoires in- en
uitschakelen in
stuurprogramma 34
afdrukinstellingen 40
brochures afdrukken 41
Foto's afdrukken 43
HP-software verwijderen
249
minimale
systeemvereisten 47
systeemvereisten 181
witte banden of strepen,
problemen oplossen
kopieën 124
scans 128
witte banen of strepen,
problemen oplossen
kopieën 123
X
xD-Picture-geheugenkaart
invoegen 29
Z
Zonder rand afdrukken
Mac OS X 48
zwarte punten of vegen,
problemen oplossen
kopieën 123
scannen 129
zwart-wit pagina’s
fax 68
kopie 66
Index
269
270
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276