HP Officejet 6700 Premium e-All-in-One Printer series - H711 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

HP Officejet
6700
Gebruikershandleiding
HP Officejet 6700 e-All-in-
One series
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2014 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Uitgave 2, 1/2014
Kennisgeving van Hewlett-
Packard Company
De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows
XP zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY
STAR-logo zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de
printerdocumentatie hebt gelezen en
begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit product
reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren
werkt, raadpleeg dan
Een probleem
oplossen.
8. Dit product bevat geen door de
gebruiker te onderhouden onderdelen.
Laat onderhoudswerkzaamheden over
aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal
functies die de printer toegankelijk
maken voor gebruikers met bepaalde
handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor
personen met een visuele handicap of
verminderd zicht dankzij de
toegankelijkheidsopties en -functies
van uw besturingssysteem. Bovendien
zijn er ondersteunende technieken
beschikbaar voor gebruikers met een
visuele beperking, zoals schermlezers,
braillelezers en
spraakherkenningstechnologie.
Speciaal voor gebruikers die
kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de software
en op het bedieningspaneel van de
printer voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan
aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met
mobiliteitsproblemen kunnen de
functies van de printersoftware worden
uitgevoerd via toetsenbordopdrachten.
De software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows
zoals StickyKeys, ToggleKeys,
FilterKeys en MouseKeys. De
printerkleppen, knoppen, papierladen
en papiergeleiders kunnen bediend
worden met beperkte kracht en
beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de
toegankelijkheid van dit product en
HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de
website van HP op
www.hp.com/
accessibility .
Voor informatie over de
toegankelijkheid op Mac OS X gaat u
naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility .
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
Toegankelijkheid.........................................................................................................................9
Eco............................................................................................................................................10
De onderdelen van de printer kennen......................................................................................11
Vooraanzicht.......................................................................................................................11
Gedeelte met afdrukbenodigdheden..................................................................................12
Achteraanzicht....................................................................................................................12
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken.......................................................................13
Overzicht knoppen en lampjes...........................................................................................13
Schermpictogrammen bedieningspaneel...........................................................................14
Printerinstellingen wijzigen.................................................................................................15
De modus selecteren....................................................................................................15
Een andere modus selecteren......................................................................................15
De instellingen van een modus wijzigen.......................................................................15
Printerinstellingen wijzigen...........................................................................................16
Het modelnummer van de printer vinden.................................................................................16
HP Digital Solutions..................................................................................................................16
Scannen naar computer.....................................................................................................16
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac).............................................................................16
Afdrukmateriaal selecteren.......................................................................................................17
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren.................................................................17
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................18
Tips voor de keuze en het gebruik van media....................................................................19
Een origineel op de glasplaat plaatsen.....................................................................................20
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen..........................................21
Afdrukmateriaal plaatsen..........................................................................................................22
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen.........................................................22
Enveloppen plaatsen..........................................................................................................23
Kaarten en fotopapier plaatsen..........................................................................................24
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen..........................................................25
Geheugenapparaat plaatsen....................................................................................................25
Onderhoud van de printer.........................................................................................................26
De glasplaat van de scanner reinigen................................................................................26
De buitenkant reinigen .......................................................................................................27
De automatische documentinvoer reinigen........................................................................27
De printer updaten....................................................................................................................28
De printer uitschakelen.............................................................................................................29
2 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................30
Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................31
Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................31
1
Brochures afdrukken................................................................................................................31
Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................32
Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................32
Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................33
Afdrukken op enveloppen (Windows).................................................................................33
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)...............................................................................34
Foto's afdrukken.......................................................................................................................34
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows).........................................................................34
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X).......................................................................35
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat................................................................36
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X).....................36
Documenten zonder rand afdrukken........................................................................................37
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)................................................................38
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)..............................................................38
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)...............................................................39
3Scannen
Een origineel scannen..............................................................................................................41
Scannen naar een computer..............................................................................................42
Scannen naar geheugenapparaat......................................................................................43
Scannen met Webscan............................................................................................................43
Documenten scannen als bewerkbare tekst.............................................................................44
Documenten scannen als bewerkbare tekst.......................................................................44
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst.................................45
4Kopiëren
Documenten kopiëren..............................................................................................................47
Kopieerinstellingen wijzigen.....................................................................................................47
5Fax
Een fax verzenden....................................................................................................................49
Een standaardfax verzenden..............................................................................................49
Een standaardfax vanaf de computer verzenden...............................................................50
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon.............................................................51
Een fax verzenden met handsfree kiezen..........................................................................52
Een fax verzenden vanuit het geheugen............................................................................53
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen..................................................................53
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers..................................................................54
Fax verzenden in foutcorrectiemodus................................................................................55
2
Een fax ontvangen....................................................................................................................55
Een fax handmatig ontvangen............................................................................................56
Backup-faxontvangst instellen............................................................................................56
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken...............................................57
Een fax opvragen voor ontvangst.......................................................................................58
Faxen doorsturen naar een ander nummer........................................................................58
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen.............................................................59
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen.........................................59
Ongewenste faxnummers blokkeren..................................................................................60
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers..................................60
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers................................61
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken......................................................61
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)............................................................................................................................61
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac......................................................62
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren...............................................................62
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen..................................62
Snelkiescodes installeren.........................................................................................................63
Snelkiesnummers instellen en wijzigen..............................................................................64
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen................................................................................65
Snelkiesnummers verwijderen............................................................................................65
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken..........................................................................65
Faxinstellingen wijzigen............................................................................................................66
Het faxkopschrift instellen...................................................................................................66
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)....................................................66
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen...............................................67
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen............................................67
Het kiessysteem instellen...................................................................................................68
Opties opnieuw kiezen instellen.........................................................................................68
De faxsnelheid instellen......................................................................................................69
Het faxgeluidsvolume instellen...........................................................................................70
Faxen en digitale telefoonservices...........................................................................................70
Fax over internetprotocol (FoIP)...............................................................................................70
Rapporten gebruiken................................................................................................................71
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken.....................................................................72
Foutrapporten voor faxen afdrukken..................................................................................73
Het faxlogboek afdrukken en bekijken................................................................................73
Het faxlogboek wissen........................................................................................................73
De details van de laatste faxtransactie afdrukken..............................................................74
Een rapport beller-ID's afdrukken.......................................................................................74
De belgeschiedenis weergeven..........................................................................................74
6 Webservices
Wat zijn webservices?..............................................................................................................75
HP ePrint............................................................................................................................75
Printer Apps........................................................................................................................75
Webservices instellen...............................................................................................................76
Stel Webservices in door middel van de HP-printersoftware. ...........................................76
Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer.........................................76
Webservices instellen via de geïntegreerde webserver.....................................................77
Inhoudsopgave
3
Webservices gebruiken............................................................................................................77
HP ePrint............................................................................................................................77
Afdrukken met HP ePrint..............................................................................................78
Het-emailadres van de printer zoeken..........................................................................78
HP ePrint uitschakelen.................................................................................................78
Printer Apps........................................................................................................................78
Printer Apps gebruiken.................................................................................................79
Printer Apps beheren....................................................................................................79
Printer Apps uitschakelen.............................................................................................79
Webservices verwijderen..........................................................................................................79
7 Werken met inktcartridges
Informatie over inktcartridges en de printkop...........................................................................80
De geschatte inktniveaus bekijken...........................................................................................81
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt..........................................................................81
Inktcartridges vervangen..........................................................................................................82
Printerbenodigdheden bewaren...............................................................................................84
Gebruik informatieverzameling.................................................................................................84
8 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning.....................................................................................................................85
Elektronische ondersteuning krijgen...................................................................................86
Telefonische ondersteuning van HP...................................................................................86
Voordat u belt...............................................................................................................87
Periode voor telefonische ondersteuning.....................................................................87
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning.....................................................87
Na de periode van telefonische ondersteuning............................................................89
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen.................................................89
Printerproblemen oplossen.......................................................................................................90
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld........................................................................90
De printer maakt onverwachte geluiden.............................................................................90
Het uitlijnen is mislukt.........................................................................................................90
De printer reageert niet (drukt niet af)................................................................................91
De printer drukt langzaam af..............................................................................................91
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt...................................................93
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten............................................................93
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst....................................................................94
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen.............................................................................95
Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................102
Problemen met het kopiëren oplossen ..................................................................................104
Er komt geen kopie uit......................................................................................................104
Kopieën zijn blanco..........................................................................................................105
Documenten ontbreken of zijn vervaagd..........................................................................105
Het formaat is verkleind....................................................................................................105
Kopieerkwaliteit is slecht .................................................................................................106
Er verschijnen defecten in de kopieën..............................................................................106
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit............................................107
Papierconflict....................................................................................................................107
4
Scanproblemen oplossen.......................................................................................................107
Scanner reageert niet.......................................................................................................108
Scannen duurt te lang......................................................................................................108
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst....................................108
Tekst kan niet worden bewerkt.........................................................................................109
Er verschijnen foutmeldingen...........................................................................................110
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht...........................................................110
Er verschijnen defecten in de scans.................................................................................111
Faxproblemen oplossen.........................................................................................................112
De faxtest is mislukt..........................................................................................................113
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices en HP-websites ......................................128
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices...........................................................128
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites...........................................................129
Problemen met een geheugenapparaat oplossen..................................................................129
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen...................................130
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen...............................................130
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen.........................................................130
Algemene netwerkproblemen oplossen...........................................................................131
Problemen met draadloze verbindingen oplossen ................................................................131
Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................132
Geavanceerde draadloze problemen oplossen................................................................132
Stap 1: Controleer of de computer verbinding heeft met het netwerk........................133
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten..................................134
Stap 3: Controleer of de firewall-software de communicatie blokkeert.......................135
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is...............................136
Stap 5: Controleer of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)......................................137
Stap 6: Zorg ervoor dat uw computer niet is aangesloten op uw netwerk via een
Virtual Private Network (VPN)....................................................................................137
Na het oplossen van de problemen ...........................................................................138
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer..............................................138
Problemen met het printerbeheer oplossen...........................................................................139
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend...................................................139
Installatieproblemen oplossen................................................................................................140
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................141
Suggesties voor de installatie van de HP-software..........................................................141
Netwerkproblemen oplossen............................................................................................142
Het printerstatusrapport begrijpen..........................................................................................143
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen................................................................................144
Storingen verhelpen...............................................................................................................145
Papierstoringen verhelpen................................................................................................146
Papierstoringen voorkomen..............................................................................................149
A Technische informatie
Informatie over de garantie.....................................................................................................150
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard...........................................................151
Garantie-informatie inktcartridge......................................................................................152
Inhoudsopgave
5
Printerspecificaties.................................................................................................................153
Fysieke specificaties.........................................................................................................153
Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................153
Specificaties processor en geheugen...............................................................................154
Systeemvereisten.............................................................................................................154
Netwerkprotocolspecificaties............................................................................................154
Specificaties van de geïntegreerde webserver.................................................................155
Mediaspecificaties............................................................................................................155
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal............................155
Minimummarges instellen...........................................................................................159
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken......................................................................159
Afdrukspecificaties............................................................................................................160
Kopieerspecificaties..........................................................................................................160
Faxspecificaties................................................................................................................160
Scanspecificaties..............................................................................................................161
Specificaties Webservices................................................................................................161
HP ePrint....................................................................................................................161
Printer Apps................................................................................................................161
HP-websitespecificaties....................................................................................................161
Omgevingsspecificaties....................................................................................................162
Elektrische specificaties...................................................................................................162
Geluidsspecificaties..........................................................................................................162
Specificaties voor een geheugenapparaat.......................................................................162
USB-flashstations.......................................................................................................162
Wettelijk verplichte informatie.................................................................................................163
Voorgeschreven modelnummer:......................................................................................163
FCC-verklaring..................................................................................................................164
Kennisgeving voor gebruikers in Korea............................................................................164
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan.................................165
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan.....................................................165
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland.........................................................165
Verklaring over de indicatielampjes..................................................................................165
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland............................................165
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen..........166
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk...................................167
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk........................................167
Australische verklaring over vaste faxen..........................................................................167
Bericht voor de Europese Unie.........................................................................................168
Producten met externe AC-adapters..........................................................................168
Producten met draadloze functionaliteit.....................................................................168
Verklaring Europees telefoonnetwerk (modem/fax)...................................................168
Wettelijke informatie inzake draadloze producten............................................................168
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties......................................................169
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië....................................................................169
Kennisgeving voor gebruikers in Canada...................................................................169
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan....................................................................170
6
Programma voor milieubeheer...............................................................................................171
Papiergebruik...................................................................................................................171
Kunststof...........................................................................................................................171
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................171
Recyclingprogramma........................................................................................................171
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen..............................................................172
Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers................................................172
Stroomverbruik.................................................................................................................172
Chemische stoffen............................................................................................................172
Wegwerpen van batterijen in Taiwan...............................................................................173
Accuvoorschriften in Brazilië............................................................................................173
Afvalverwijdering van elektronische apparatuur in Brazilië..............................................173
Bericht aan gebruikers in Californië..................................................................................173
EU-batterijrichtlijn..............................................................................................................174
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)......................................................................175
RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne)...............................................................175
Beperking voor gevaarlijke producten (India)...................................................................175
Licenties van derden..............................................................................................................176
B HP-benodigdheden en -accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................184
Benodigdheden......................................................................................................................184
inktcartridges....................................................................................................................184
HP-afdrukmateriaal...........................................................................................................185
C Bijkomende faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)........................................................................186
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor............................................187
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)......................190
Situatie B: De printer configureren voor DSL...................................................................191
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn.......192
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn...........................................193
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn...............................................................................194
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail.......................................................195
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)...............................................................................................196
De printer installeren met een computermodem voor inbellen...................................197
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem......................................198
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem.............199
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen.................................199
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem...................................202
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat..............................203
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat.....................................................................205
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat.............................................................................205
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat................................................................................................207
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail................................................................................................208
Seriële faxinstallatie................................................................................................................210
Inhoudsopgave
7
Test Faxinstallatie...................................................................................................................211
D Netwerkinstallatie
De printer instellen voor draadloze communicatie..................................................................212
Voordat u begint...............................................................................................................212
De printer instellen op uw draadloos netwerk...................................................................213
De printer instellen door middel van de HP printersoftware (Aanbevolen).......................213
De printer aansluiten met de wizard Draadloze installatie................................................213
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS).........................................213
De printer aansluiten door middel van de drukknopmethode.....................................214
De printer aansluiten met de PIN-methode................................................................214
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)........................................214
De verbindingsmethode wijzigen......................................................................................214
De draadloze verbinding testen........................................................................................215
Richtlijnen om de beveiliging van het draadloos netwerk te garanderen.........................215
Overzicht beveiligingsinstellingen...............................................................................216
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren)..................216
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen......................................................................217
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk.........................217
Basisnetwerkinstellingen wijzigen..........................................................................................217
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken..................................................................217
De draadloze radio in- en uitschakelen ...........................................................................218
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen...........................................................................218
De verbindingssnelheid instellen......................................................................................218
IP-instellingen bekijken.....................................................................................................218
IP-instellingen wijzigen.....................................................................................................218
De netwerkinstellingen herstellen.....................................................................................219
De HP-software volledig verwijderen en opnieuw installeren.................................................219
E Hulpprogramma's printerbeheer
Werkset (Windows).................................................................................................................221
HP-hulpprogramma (Mac OS X).............................................................................................221
Geïntegreerde webserver.......................................................................................................221
Over cookies.....................................................................................................................222
De geïntegreerde webserver openen...............................................................................222
Index............................................................................................................................................231
8
1 Aan de slag
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen
van problemen.
Toegankelijkheid
Eco
De onderdelen van de printer kennen
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Het modelnummer van de printer vinden
HP Digital Solutions
Afdrukmateriaal selecteren
Een origineel op de glasplaat plaatsen
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
Afdrukmateriaal plaatsen
Geheugenapparaat plaatsen
Onderhoud van de printer
De printer updaten
De printer uitschakelen
Opmerking Indien u de printer gebruikt met een computer onder Windows XP
Starter Edition, Windows Vista Starter Edition of Windows 7 Starter Edition, zijn
bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg
Systeemvereisten voor
meer informatie.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De HP-software die bij de printer is geleverd, is geschikt voor gebruikers met een
visuele handicap of verminderd zicht door gebruik van de toegankelijkheidsopties en -
functies van uw besturingssysteem. Ook ondersteunt de software de meeste
technologische hulpprogramma's zoals schermlezers, braillelezers en
spraak-naar-tekst-toepassingen. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de
gekleurde knoppen en tabbladen in de HP-software en op het bedieningspaneel van
de printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met mobiliteitsproblemen kunnen de functies van de HP-software
worden uitgevoerd via toetsenbordopdrachten. De HP-software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows zoals StickyKeys, ToggleKeys, FilterKeys en
MouseKeys. De printerkleppen, knoppen, papierladen en papiergeleiders kunnen
bediend worden met beperkte kracht en beperkt bereik.
Ondersteuning
Aan de slag 9
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
www.hp.com/accessibility .
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van
Apple op
www.apple.com/accessibility .
Eco
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op
recycling. Raadpleeg
Programma voor milieubeheer voor meer informatie.
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt deze Eco-tips, zodat u zich kunt richten op manieren om de impact vast te
stellen en te verminderen die uw afdrukkeuzen op het milieu hebben.
Ga naar
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
de milieu-initiatieven van HP.
Stroom beheren
Ga als volgt te werk om elektriciteit te besparen:
Schakel de slaapstandfunctie van de printer in en selecteer de optie met de
kortste wachttijd. Als de printer tijdens de duur van deze wachttijd niet is gebruikt,
treedt de stroombesparingsstand in werking. Om deze functie te configureren,
raakt u
(de Eco-knop) op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak
daarna Slaapstand aan en vervolgens de gewenste optie.
Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden
waarop u de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld de
printer instellen om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20
uur van maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht
en de weekends. Om deze functie te configureren, raakt u
(de Eco-knop)
op het bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna Planning Aan / Uit
aan en stel de tijd in voor het in- en uitschakelen van de printer.
Kies een diminstelling om de helderheid van het scherm aan te passen. Om deze
functie te configureren, raakt u de knop
(Eco-knop) op het
bedieningspaneel van de printer aan. Raak daarna Schermhelderheid aan en
selecteer de gewenste optie.
Opmerking De printerfuncties Slaapstand en Planning Aan/Uit zijn tijdelijk niet
beschikbaar bij één of meer ontbrekende inktcartridges. Nadat de cartridge
opnieuw is geïnstalleerd, zijn de functies opnieuw beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
Afdrukbenodigdheden besparen
Hoofdstuk 1
10 Aan de slag
Om afdrukbenodigdheden zoals inkt en papier te besparen, probeert u het volgende:
Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen
verbruiken minder inkt.
Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de inktcartridges.
Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken.
Raadpleeg
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer
informatie. Anders kunt u eerst alleen de oneven genummerde pagina’s
afdrukken, de pagina’s omdraaien en vervolgens alleen de even genummerde
pagina’s afdrukken.
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vooraanzicht
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
Achteraanzicht
Vooraanzicht
1
2
3
5
6
8
4
9
7
10
11
1 Automatische documentinvoer (ADF)
2 Scannerglasplaat
3 Uitvoerlade
4 USB-poort (Universal Serial Bus) voorzijde
5 Verlengstuk van uitvoerlade
6 Invoerlade
7 Aan/uit-knop
8 Venster van het bedieningspaneel
De onderdelen van de printer kennen 11
9 Bedieningspaneel
10 Documentinvoerlade
11 Breedtegeleiders
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
h
2
3
1
1 Toegangsklep voor de inktcartridge
2 Inktcartridges
3Printkop
Opmerking De printerbenodigdheden moeten in de printer blijven, om mogelijke
problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen.
Verwijder de benodigdheden geen langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer
een cartridge ontbreekt.
Achteraanzicht
1
2
3
5
4
Hoofdstuk 1
(vervolg)
12 Aan de slag
1 Ethernet-netwerkpoort
2 Faxpoort (1-LINE)
3 Faxpoort (2-EXT)
4 Stroomaansluiting
5 USB-poort (Universal Serial Bus) achterzijde
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht knoppen en lampjes
Schermpictogrammen bedieningspaneel
Printerinstellingen wijzigen
Overzicht knoppen en lampjes
In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een kort overzicht van
de functies op het bedieningspaneel van de printer.
?
1
2
3
5
6
7
4
8
Label Naam en beschrijving
1 Knop Beginscherm: brengt u vanuit elk ander scherm terug naar het beginscherm.
2 Scherm van bedieningspaneel: raak het scherm aan om menuopties te selecteren. Zie
Schermpictogrammen bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op
het scherm worden weergegeven.
3 Knop Help: hiermee wordt het helpmenu geopend.
4 Knop Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 13
Label Naam en beschrijving
5 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
6 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
7 Lampje draadloos: Het lampje brandt als de functie voor draadloze verbinding 802.11 is
ingeschakeld.
8 Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
Schermpictogrammen bedieningspaneel
Pictogram Doel
Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De
signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de
infrastructuurmodus. Zie
De printer instellen voor draadloze communicatie voor
meer informatie.
Dit pictogram toont een scherm waarin u meer ontdekt over de printerfuncties die
u helpen om energie en grondstoffen te sparen om zo de impact van uw
printerkeuzes op het milieu te beperken.
Tip U kunt de instellingen configureren voor bepaalde functies van dit venster.
Geeft aan dat HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie.
Hiermee opent u een scherm waar u kopieën kunt maken of andere opties kunt
selecteren.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te maken of
faxinstellingen te kiezen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om te scannen of
scaninstellingen te wijzigen.
Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te
werken.
Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt
aanpassen.
Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere
onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm.
Met dit pictogram geeft u meer informatie weer over de mogelijkheden van de
printer.
Hiermee geeft u een scherm weer waarop informatie over de inktcartridges wordt
weergegeven, waaronder de vulniveaus. Dit pictogram heeft een rode rand
wanneer een inktcartridge aandacht vereist.
Hoofdstuk 1
(vervolg)
14 Aan de slag
Pictogram Doel
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u
vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen
tot u dit wordt gevraagd.
Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak
Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie De
antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie.
Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en de instellingen van de printer te
wijzingen, afdrukrapporten af te drukken of het helpgedeelte van de printer te
raadplegen.
Tip Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de printerinstellingen
ook wijzigen met HP-softwarehulpprogramma's op de computer, zoals de HP-
printersoftware, het HP-hulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver
(EWS). Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van
deze hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De modus selecteren
Een andere modus selecteren
De instellingen van een modus wijzigen
Printerinstellingen wijzigen
De modus selecteren
Het hoofdmenu van het scherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi
voor de printer weer.
Raak de
(pijl links) of de (pijl rechts) aan om de beschikbare modi te bekijken en
raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. Volg de
opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de taak te voltooien. Het
scherm van het bedieningspaneel keert terug naar het hoofdmenu wanneer de taak is
voltooid.
Een andere modus selecteren
Raak
(de knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak (pijl
links) of
(pijl rechts) aan om door de beschikbare modi te bladeren en raak
vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren.
De instellingen van een modus wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltjestoetsen aan om door de
beschikbare instellingen te bladeren. Vervolgens raakt u de instelling aan die u
wilt wijzigen.
2. Volg de opdrachten op het scherm om de instellingen te wijzigen en raak dan
Gereed aan.
(vervolg)
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 15
Opmerking Raak de knop (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige
menu.
Printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties
die beschikbaar zijn in het scherm Instellingen:
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de schermen te scrollen.
3. Raak de schermitems aan om de schermen of opties te selecteren.
Opmerking Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
Het modelnummer van de printer vinden
Naast de modelnaam die op de voorkant van de printer verschijnt, heeft deze printer
een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken als u contact opneemt met
de klantenservice en om te bepalen welke benodigdheden en accessoires er
beschikbaar zijn voor uw product.
Het modelnummer staat op een label aan de binnenkant van de toegangsklep voor
inktcartridges, in de buurt van de inktcartridges.
HP Digital Solutions
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het
vereenvoudigen en stroomlijnen van uw werk.
Scannen naar computer
Bij gebruik van deze printer kunt u gewoon naar het apparaat stappen, een knop op
het bedieningspaneel van de printer aanraken en documenten rechtstreeks naar een
computer scannen of ze snel als e-mailbijlagen delen met zakenpartners.
Raadpleeg
Scannen voor meer informatie.
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
Verlies nooit meer belangrijke faxen in een stapel papier!
Gebruik Faxen naar pc en Faxen naar Mac om automatisch uw faxen op uw computer
te ontvangen en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u
gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer
met stapels papieren bestanden. Daarnaast kunt u het afdrukken van faxen helemaal
uitzetten - dit bespaart papier- en inktkosten en helpt papierverbruik en -afval te
verminderen.
Raadpleeg
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en
Faxen naar Mac) voor meer informatie.
Hoofdstuk 1
16 Aan de slag
Afdrukmateriaal selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen
voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er
grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste
afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op
www.hp.com voor meer informatie over
HP-afdrukmateriaal.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het
papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de
hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te
voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig
papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel
papier
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de
productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals
brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen
van bedrijfsrapporten en kalenders.
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is
perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven.
Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende
hoogwaardige uitstraling.
HP Helderwit
inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP-afdrukpapier HP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan
documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en
levendiger kleuren.
Afdrukmateriaal selecteren 17
HP Office Paper HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled
papier
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok-
technologie voor minder vlekken, scherper zwart en intensere
kleuren.
HP Premium Plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Advanced
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is
beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch,
10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee
afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday
Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-
glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch and 10x15 cm. Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP T-shirt transfers HP T-shirt transfers (voor gekleurde stoffen of voor lichtgekleurde of
witte stoffen) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-
shirts met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio
bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Premium Plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
Hoofdstuk 1
(vervolg)
18 Aan de slag
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Geavanceerd
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is
beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch,
10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee
afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday
Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-
glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
HP en HP Geavanceerd fotopapier bevatten waardoor u tijd bespaart
en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP
Geavanceerd fotopapier zijn op elkaar afgestemd zodat de
levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na
afdruk, levendig zijn. Zeer geschikt voor het afdrukken van een
vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner en papier
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties.
Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische
documentinvoer (ADF).
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen of
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF
plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
(vervolg)
Afdrukmateriaal selecteren 19
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt
niet goed absorbeert
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Opmerking Gebruik de glasplaat van de scanner om documenten met
pagina's die niet conform deze richtlijnen zijn te scannen, te kopiëren of te
faxen. Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat plaatsen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op
de glasplaat te plaatsen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en
klep niet schoon zijn. Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde voorbeelden langs de glasplaat voor meer
hulp bij het plaatsen van originelen.
3. Sluit de klep.
Hoofdstuk 1
20 Aan de slag
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen
U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de automatische
documentinvoer (ADF) te plaatsen.
Let op Plaats geen foto's in de ADF; als u dat wel doet kunnen uw foto's
beschadigd raken. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat door de printer wordt
ondersteund. Raadpleeg
Tips voor de keuze en het gebruik van media voor meer
informatie.
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten kunnen worden gescand, gekopieerd
of gefaxt met de ADF. ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina,
werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de
glasplaat leggen.
Een origineel in de ADF plaatsen
Gebruik deze stappen om een document in de ADF te plaatsen.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
a. Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats
de pagina's dan zo dat de bovenrand van het document eerst wordt
ingevoerd. Wanneer u een origineel document plaatst in liggende
afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van het document
eerst wordt ingevoerd.
b. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een
pieptoon hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de
geplaatste pagina's zijn gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de ADF voor hulp bij het laden van originelen
in de documentinvoerlade.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen 21
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand
van het medium komen.
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep
van de printer optilt.
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Enveloppen plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de
voorste rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg
ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de
lijnmarkering in de lade niet overschrijdt.
h
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
Hoofdstuk 1
22 Aan de slag
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Enveloppen plaatsen
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleiders in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de
lade aangeeft.
Opmerking Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken
is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen
raken.
Afdrukmateriaal plaatsen 23
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de
voorste rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg
ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de
lijnmarkering in de lade niet overschrijdt. Als het fotopapier een tab langs de rand
heeft, zorg er dan voor dat de tab naar de voorkant van de printer wijst.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Hoofdstuk 1
24 Aan de slag
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies.
Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt
ondersteund door de printer. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de
voorste rand van de invoerlade dan uit.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade. Zorg
ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de
lijnmarkering in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Geheugenapparaat plaatsen
Gebruik de USB-poort vooraan de printer, u kunt een USB-opslagapparaat aansluiten.
U kunt ook bestanden van het opslagapparaat overbrengen naar uw computer of
bestanden scannen van het geheugenapparaat naar de printer.
Let op Als u een geheugenapparaat probeert te verwijderen terwijl de printer
bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op het apparaat
beschadigd raken. U kunt een geheugenkaart alleen veilig verwijderen als het
statuslampje niet knippert.
Opmerking De printer ondersteunt geen gecodeerde geheugenapparaten.
Geheugenapparaat plaatsen 25
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer info over de
geheugenapparaten die u met de printer kunt gebruiken.
Opslagapparaat aansluiten
Gebruik deze instructies om een opslagapparaat aan te sluiten
Plaats een USB-opslagapparaat
Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past
of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u
een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
Onderhoud van de printer
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer
optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover
nodig.
De glasplaat van de scanner reinigen
De buitenkant reinigen
De automatische documentinvoer reinigen.
De glasplaat van de scanner reinigen
Opmerking Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de
scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en
een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van
kopieën aan een bepaald paginaformaat.
De glasplaat van de scanner reinigen
1. Zet de printer uit. Raadpleeg
De printer uitschakelen voor meer informatie.
2. Til de scannerklep op.
Hoofdstuk 1
26 Aan de slag
3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht
glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en
pluisvrije doek.
Let op Reinig de glasplaat van de scanner alleen met een
glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met
schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die
kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan
strepen achterlaten op de glasplaat.
Let op Breng het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aan op de glasplaat.
Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat
lekken en de scanner beschadigen.
4. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voordat u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken
op
(Aan/uit-knop). Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het
bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
De automatische documentinvoer reinigen.
Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze
geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
Onderhoud van de printer 27
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te
kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep.
De rollers of het scheidingskussen reinigen
1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader.
2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1).
Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3).
1
2
3
1 Klep van de automatische documentinvoer
2Rollen
3 Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de
overtollige vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
De printer updaten
HP werkt er altijd aan om de prestaties van zijn printers te verbeteren en u de laatste
functies te bezorgen. Als de printer is aangesloten op een netwerk en als Webservices
is ingeschakeld, kunt u controleren op printerupdates en deze installeren.
Voer de volgende stappen uit om de printer te updaten:
1.
Op het bedieningspaneel van de printer raakt u
(HP ePrint) aan. Dan raakt
u Instellingen aan en vervolgens raakt u Productupdates aan.
2. Raak Productupdate zoeken aan, en volg dan de instructies op het scherm.
Hoofdstuk 1
28 Aan de slag
Tip Om de printer automatisch naar updates te laten zoeken, raakt u Instellingen
aan, dan raakt u Productupdates aan, vervolgens raakt u Auto Update aan, en
tenslotte raakt u Automatisch aan.
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door te drukken op de knop (Aan/uit) op de printer. Wacht tot
het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de inktcartridges
mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de
inktcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
De printer uitschakelen 29
2 Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit
wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies
wilt gebruiken. Zie voor meer informatie over het selecteren van de beste
afdrukmaterialen voor uw documenten
Afdrukmateriaal selecteren.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal
formaat
Documenten zonder rand afdrukken
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten afdrukken (Windows)
Documenten afdrukken (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
HP ePrint
voor meer informatie.
30 Afdrukken
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op
de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-
wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in
overeenstemming met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Brochures afdrukken (Windows)
Brochures afdrukken (Mac OS X)
Brochures afdrukken 31
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
HP ePrint
voor meer informatie.
Brochures afdrukken (Windows)
Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd
om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie
Hulpprogramma's
printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op
de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-
wit af te drukken.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Brochures afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
Hoofdstuk 2
32 Afdrukken
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
Papiersoort: Het juiste type brochurepapier
Kwaliteit: Normaal of Beste
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen
Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
Zeer gladde afwerking
Plakbanden, sluitingen of vensters
Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
Opmerking Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de
documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Afdrukken op enveloppen (Windows)
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit de
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen 33
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Kies het gewenste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat en
klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer in het pop-upmenu Papierformaat het juiste envelopformaat (indien
beschikbaar).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie
HP ePrint
voor meer informatie.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer te openen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Hoofdstuk 2
34 Afdrukken
5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal
het juiste type fotopapier.
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu
Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde
en selecteert u een van de volgende opties:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's
af te drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
Alleen zwarte inkt: gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te drukken in
grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door verschillende
patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een korrelig beeld.
8. Klik op OK, en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
Papiersoort: Het juiste type fotopapier
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
Foto's afdrukken 35
7. Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties:
a. Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor
Foto verbeteren:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de
scherpte van het beeld enigszins aan.
b. Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het pop-
upmenu Kleur. Kies hier een van deze opties:
Hoge kwaliteit: Gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze
schakeringen.
Alleen zwarte printcartridge: Gebruikt zwarte inkt om uw foto's af te
drukken in grijstinten. De grijze schakeringen worden gecreëerd door
verschillende patronen van zwarte stippen, wat kan leiden tot een
korrelig beeld.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het
papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op een
aangepast papierformaat.
Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer.
Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Opmerking Aangepaste afdrukformaten kunnen alleen worden gedefinieerd in de
HP-afdruksoftware in Mac OS X.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Afdrukken op speciaal papier of een aangepast papierformaat (Mac OS X)
Opmerking Voordat u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het
aangepaste formaat instellen in de HP-software die bij de printer is geleverd. Zie
voor instructies
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
Hoofdstuk 2
36 Afdrukken
1. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
3. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papierverwerking.
7. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Aangepaste formaten instellen (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-indeling en
controleer vervolgens of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
- of -
Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en
controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu
Papierformaat.
Opmerking Als u geen opties ziet,in het dialoogvenster Afdrukken, klik dan
op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op
Details weergeven.
4. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een
naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
5. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges
in, indien u die wilt aanpassen.
6. Klik op OK.
Documenten zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Documenten zonder rand afdrukken 37
Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is
ingesteld op Normaal papier.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in
een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat
het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
Documenten zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop
Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klik
vervolgens op de knop OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer een beschikbaar papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
Hoofdstuk 2
38 Afdrukken
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
Papiersoort: de juiste papiersoort
Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naastKleurenopties en selecteer
de juiste Photo Fix-opties:
Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte
van het beeld enigszins aan.
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de
accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Opmerking Voor dubbelzijdig afdrukken moet een accessoire voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd.
Opmerking U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven
genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de
even genummerde pagina’s af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken (Windows)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
2. Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd.
3. Zorg dat het document is geopend, klik op Afdrukken in het menu Bestand en
selecteer vervolgens onder de opties voor Dubbelzijdig afdrukken op het
tabblad Indeling de optie Omslaan over lange zijde of de optie Omslaan over
korte zijde.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X)
1. Gebruik de geschikte afdrukmaterialen. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
2. Controleer of de duplexmodule goed is geïnstalleerd.
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) 39
3. Selecteer een papierformaat:
a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan
naar stap 4.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op
OK.
4. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
5. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor
dubbelzijdig afdrukken selecteren.
7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden,
en klik op de juiste bindopties voor het document.
- of -
Klik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het
document in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast
het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2
40 Afdrukken
3 Scannen
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere
originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een
map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij
de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een
computer.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via
TWAIN en WIA op computers die werken met Mac OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de door HP
aanbevolen software hebt geïnstalleerd.
Tip Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van
documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een origineel scannen
Scannen met Webscan
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Een origineel scannen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de
printer of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software
die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken
voordat u scant. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken
voor u scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op
de glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
Scannen naar een computer
Scannen naar geheugenapparaat
Scannen 41
Scannen naar een computer
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Opmerking Als uw printer is aangesloten op een netwerk en u scant naar een
Windows-computer moet u, voor u scant vanaf het bedieningspaneel, scannen
vanaf software inschakelen. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start,
selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-
printer en selecteer vervolgens de optie voor uw HP-printer.. Dubbelklik op
Scantaken, dubbelklik op Scannen naar computer en klik vervolgens op
Inschakelen.
Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen.
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
3. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
4. Raak Scan starten aan.
Een origineel scannen vanuit de HP-scansoftware
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer
en selecteer vervolgens HP Scan.
Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in
de map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau
van de harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als
bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren,
plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele
andere documenten bewerken. Raadpleeg
Documenten scannen als bewerkbare
tekst voor meer informatie.
Hoofdstuk 3
42 Scannen
Scannen naar geheugenapparaat
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een
geheugenapparaat, zoals een USB-flashstation, scannen zonder een computer of de
HP-software die bij de printer is geleverd, te gebruiken.
Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van
de printer
Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen.
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Plaats een geheugenapparaat Raadpleeg
Geheugenapparaat plaatsen voor
meer informatie.
3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat.
4. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
5. Raak Scan starten aan.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Raadpleeg
Documenten scannen als
bewerkbare tekst voor meer informatie.
Scannen met Webscan
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en
documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt
geïnstalleerd.
Opmerking Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw
netwerkbeheerder mogelijk uitgeschakeld. Neem voor meer informatie contact op
met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld.
Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Een scan maken met Webscan
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg
Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig
eventueel de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Raadpleeg
Documenten scannen als
bewerkbare tekst voor meer informatie.
Scannen met Webscan 43
Documenten scannen als bewerkbare tekst
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee
kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Text (.txt) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Of:
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens
Doorzoekbare PDF (.pdf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
Hoofdstuk 3
44 Scannen
Mac OS X
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Na het scannen klikt u op de knop Opslaan in de werkbalk HP Scan.
7. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu
Indeling.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in
het pop-upmenu Indeling.
8. Klik op Opslaan.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan
converteren:
Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADF-venster schoon is.
Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof
op de glasplaat of het ADF-venster mogelijk ook gescand waardoor de software
het document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet het
origineel in de ADF worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner,
moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de
rechterkant van de glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie
Een origineel
op de glasplaat plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed
kan converteren:
De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
De tekst is te klein.
De structuur van het document is te complex.
Documenten scannen als bewerkbare tekst 45
De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die
door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden
gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld
worden weergegeven als "m".
De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare
tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een
optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de
snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac
OS X de voorinstelling Documenten.
Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het
oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale
tekst (zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak
uit het oorspronkelijke document, selecteert u een Rich Text Format (zoals Rich
Text (.rtf) of RTF) of een doorzoekbaar PDF-formaat (Doorzoekbare PDF (.pdf)
of PDF-doorzoekbaar).
Hoofdstuk 3
46 Scannen
4Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei
papiersoorten- en formaten.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het
kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen
verminderen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Documenten kopiëren
Kopieerinstellingen wijzigen
Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Plaats het origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of plaats
originelen in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel
in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat
van de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die
wordt aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
3. Raak Kopiëren aan.
4. Wijzig de extra instellingen. Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
5. Om de kopieeropdracht te starten raakt u Start Zwrt of Start Kleur aan.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de kopieerfunctie Start Zwrt
een zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie Start Kleur biedt
een kleurenkopie van het kleurenorigineel.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer, waaronder:
Aantal kopieën
Kopieerformaat
Soort kopieerpapier
Kopieersnelheid en kwaliteit
Kopiëren 47
Instellingen lichter/donkerder
Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de
instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
De kopieerinstellingen voor een eenmalige taak wijzigen
1. Raak Kopiëren aan.
2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen.
3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Raak Kopiëren aan.
2. Breng wijzigingen aan in de kopieerinstellingen en raak vervolgens Instellingen
aan.
3. Raak de
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Als nieuwe
standaardinstellingen instellen.
4. Raak Ja, standaardinstellingen wijzigen aan en selecteer vervolgens Klaar.
Hoofdstuk 4
48 Kopiëren
5Fax
U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief
kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en
snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar
veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal
faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de
faxen die u verzendt.
Opmerking Zorg ervoor dat u de printer correct hebt ingesteld voordat u begint
met faxen. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het
bedieningspaneel of de HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt
controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het
bedieningspaneel uit te voeren. Zie
Test Faxinstallatie voor meer informatie over de
faxtest.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een fax verzenden
Een fax ontvangen
Snelkiescodes installeren
Faxinstellingen wijzigen
Faxen en digitale telefoonservices
Fax over internetprotocol (FoIP)
Rapporten gebruiken
Een fax verzenden
U kunt op verschillende manieren een faxbericht verzenden. Via het bedieningspaneel
van de printer kunt u een zwart-wit- of kleurenfaxbericht verzenden. U kunt ook
handmatig een faxbericht verzenden vanaf een verbonden telefoon. U kunt op deze
wijze eerst met de ontvanger spreken voordat u het faxbericht verzendt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Een standaardfax verzenden
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Een fax verzenden vanuit het geheugen
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Een standaardfax verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in
kleuren van een of meer pagina's verzenden.
Fax 49
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn
verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden.
Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van
handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze
functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt
betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer dat u invoert, raakt u *
herhaaldelijk aan totdat er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
4. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax
wijzigen.
Een standaardfax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te
drukken en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden,
maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding
of uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een
werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het
installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of
als kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft
deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Hoofdstuk 5
50 Fax
6. Klik op Afdrukken of OK.
7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig
eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De
printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen.
Mac OS X
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3. Selecteer de printer met “Fax” in de naam.
4. Selecteer Faxontvangers in het vervolgkeuzemenu onder de instelling
Afdrukstand.
Opmerking Indien u het pop-upmenu niet kunt vinden, probeer dan op het
blauwe weergavedriehoekje naast de Printerselectie te klikken.
5. Geef het faxnummer en andere informatie op in de bijbehorende velden en klik
vervolgens op Toevoegen aan bestemmelingen.
6. Selecteer de Faxmodus en eventuele andere gewenste faxopties en klik
vervolgens op Fax nu verzenden. Het faxnummer wordt gedraaid en het
document wordt gefaxt.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax
verzendt. Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax
wilt toesturen voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig
verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via
de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart
gebruiken voor het verzenden van een fax.
Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de
ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als
een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de
fax verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het
apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
2. Raak Fax aan.
3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer
is aangesloten.
Opmerking Vermijd het gebruik van het toetsenblok op het
bedieningspaneel van de printer wanneer u handmatig een fax verzendt. U
moet het toetsenbord op de telefoon gebruiken om het nummer van de
ontvanger te kiezen.
Een fax verzenden 51
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat
u de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de
faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om
de fax te verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start
kleur aan.
Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt
u tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende
faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op
dat moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wilt gaan met
uw gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen
Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel
van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax
verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische
aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt
u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Als u een belkaart gebruikt en u de pincode van de belkaart niet snel genoeg
invoert, begint de printer de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor
uw pincode niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u
een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan. Zie
Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel
van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
2. Raak Fax aan en raak vervolgens Start zwart-wit of Start kleur aan.
Als de printer een origineel detecteert dat in de automatische documentinvoer is
geplaatst, hoort u een kiestoon.
Hoofdstuk 5
52 Fax
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord
op het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw
pincode als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram
(Snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het
snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het
geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te
bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in
het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot
stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Als de pagina's door de printer in
het geheugen zijn gescand, kunt u de originelen direct uit de lade van de
documentinvoerlade of van de glasplaat van de scanner halen.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
3. Raak Scannen en faxen aan.
4. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
5. Raak Fax starten aan.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als
het ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de
fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de
gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
Een fax verzenden 53
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
3. Raak Fax later verzenden aan.
4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok
(pijl omhoog) en (pijl
omlaag) raak AM of PM aan en selecteer vervolgens Gereed.
5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak
(Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt
geselecteerd of ontvangen.
6. Raak Fax starten aan.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm
weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
– OF –
Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen.
2. Raak Geplande fax annuleren aan.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een
groepssnelkiescode
1. Laad de originelen. Raadpleeg
Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een
origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer
informatie.
2.
Raak Fax aan, raak het pictogram
(Snelkiezen) aan en selecteer vervolgens
de groep ontvangers.
3. Raak Start, Zwart aan.
Als de printer een origineel detecteert in de automatische documentinvoer,
verzendt de printer het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers.
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep
snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de
fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is,
wordt de fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer
bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor
Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord.
Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende
nummer gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Hoofdstuk 5
54 Fax
Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen
door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te
verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten
blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen
verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de
gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM
uitsluitend uit als de telefoonkosten sterk stijgen en als u slechtere kwaliteit in ruil voor
lagere kosten kunt accepteren.
Denk aan het volgende voordat u ECM uitschakelt. Als u ECM uitschakelt:
worden de kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen
beïnvloed.
wordt de Faxsnelheid automatisch ingesteld op Normaal.
kunt u geen kleurenfaxen meer verzenden of ontvangen.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel
1. Ga naar het beginscherm, raak
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens
Installatie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Selecteer Foutcorrectiemodus.
4. Selecteer Aan of Uit.
Een fax ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch
antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie
Automatisch antwoorden inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt de
printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal
keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De standaard
instelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.)
Als u een faxbericht op papier van het formaat Legal of groter ontvangt, terwijl de
printer niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht
automatisch verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie
Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee
pagina's af.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is
voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Een fax handmatig ontvangen
Backup-faxontvangst instellen
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Een fax opvragen voor ontvangst
Faxen doorsturen naar een ander nummer
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
Een fax ontvangen 55
Ongewenste faxnummers blokkeren
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)
Een fax handmatig ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er
faxtonen weerklinken.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is
geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen
gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden
uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen
beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender
dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt
te werk:
a. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Start zwart-wit of Start kleur.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of
aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Backup-faxontvangst instellen
Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle
ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de
printer door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te
slaan.
Voor back-upfaxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar:
Aan Dit is de standaardinstelling. Als Backup-faxontvangst Aan is, slaat de
printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u
tot acht van de laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog
in het geheugen zijn opgeslagen.
Hoofdstuk 5
56 Fax
Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste,
afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen.
Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer
gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen
opgeslagen.
Alleen bij fouten Faxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen
als de printer de faxberichten door een fout niet kan afdrukken
(bijvoorbeeld als het papier in de printer op is). De printer blijft
faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het
geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van
inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen
die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en
vervolgens uit het geheugen verwijderd.
Uit Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan
bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille
van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan
afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer
met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt,
worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder
eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl
de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de
afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het
Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek
wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Backup-faxontvangst aan.
4. Raak Aan, Alleen bij fouten of Uit aan.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken
Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden de ontvangen
faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout
is op het apparaat.
Opmerking Als het geheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxen
overschreven als nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen
faxberichten in de printer zijn afgedrukt, worden nieuwe faxberichtenen pas
ontvangen als u de faxberichten in het geheugen hebt afgedrukt of verwijderd. Het
kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen
wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatst
ontvangen berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan
(vervolg)
Een fax ontvangen 57
bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt
bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Raak de
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
3. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Faxhulpmiddelen en dan Fax
in geheugn opn. afdr.
De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn
ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen,
raakt u
(de knop Annuleren) aan.
Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te
verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst
gebruikt, wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het
faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen
en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven
van polling. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een
beveiligingscode geven aan de opgevraagde printer om de fax te ontvangen. Zorg
dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde printer (of dat de
standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de fax niet
ontvangen.
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen.
2. Raak Opvragen voor ontvangst aan.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
4. Raak Fax starten aan.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander
faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt
een werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het
faxapparaat de faxen kan doorsturen naar dit nummer.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Fax doorsturen aan.
Hoofdstuk 5
58 Fax
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te
sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het
opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax
afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van
foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee
de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Voer voor elk
van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd,
einddatum en eindtijd.
6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het
telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor
het doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te
selecteren in het menu Fax doorsturen.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde
papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een
fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een
foutbericht op het scherm. Plaats papier van Letter-, A4- of Legal-formaat en raak
vervolgens OK aan om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel
van de printer
1. Raak
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Papierformaat fax aan en selecteer vervolgens een optie.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax
binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is
standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien
mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is
uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede
pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat
ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Een fax ontvangen 59
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak de
(pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning,
kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die
afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de
printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te
stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een
nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het
maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund. Indien
niet ondersteund in uw land / regio, verschijnt Faxnummerblokkering verschijnt
niet in het menu Faxopties of Faxinstellingen.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt
verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de
telefoonmaatschappij.
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde
faxnummers toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen
te blokkeren. Raak OK aan om verder te gaan.
5. Raak Nummers toevoegen aan.
6. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's,
selecteert u Selecteren uit geschiedenis Beller-ID.
- of -
Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, raakt u Nieuw
nummer invoeren aan.
7. Nadat u een faxnummer hebt ingevoerd om te blokkeren, raakt u Gereed aan.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het
scherm van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het
kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen
verschillend zijn.
Hoofdstuk 5
60 Fax
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit
de lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Nummers verwijderen aan.
5. Raak het nummer aan dat u wilt verwijderen en raak vervolgens OK aan.
Een rapport van Ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde
ongewenste faxnummers.
Een rapport van Ongewenste faxnummers afdrukken
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxnummerblokkering aan.
4. Raak Rapporten afdrukken aan en selecteer en vervolgens Lijst met
geblokkeerde nummers.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)
Als de printer is aangesloten op uw computer met een USB-kabel, kunt u HP Digital
Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te
ontvangen en rechtstreeks op uw computer te bewaren. Met Faxen naar pc en Faxen
naar Mac kunt u gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook
geen gedoe meer met stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax
is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map
waarin de fax is opgeslagen.
Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt:
XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de
datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen.
Opmerking Faxen naar pc en Faxen naar Mac zijn alleen beschikbaar voor het
ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van op de
computer te worden opgeslagen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
Een fax ontvangen 61
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen
naar Mac heeft geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer
kan de beheerdercomputer voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn.
De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan
staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als
de computer in de slaapstand staat.
Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de wizard Digitale fax
instellen gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u
het HP-hulpprogramma gebruiken.
Fax naar pc installeren (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP-printer..
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax
instellen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
voor meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-
hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment
bijwerken vanuit de Wizard Digitale fax instellen. U kunt de Fax naar Mac-instellingen
bijwerken met het HP-hulpprogramma.
Hoofdstuk 5
62 Fax
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen,
uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens
Faxen naar pc aan.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
PC-hostnaam bekijken: Bekijk de naam van de computer die is
geconfigureerd om Faxen naar pc en Faxen naar Mac te beheren.
Uitschakelen: Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen.
Opmerking Gebruik de HP-software op uw computer om Fax naar pc
of Fax naar Mac in te schakelen.
Afdrukken van faxen uitschakelen: Kies deze optie als u faxen wilt
afdrukken zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden
kleurenfaxen nog wel afgedrukt.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP-printer..
2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Digitale fax
instellen.
3. Volg de instructies op het scherm.
Instellingen wijzigen vanuit de HP-software (Mac OS X)
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
voor meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-
hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
Faxen naar pc of Faxen naar Mac uitschakelen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan, raak Basisinstallatiemenu Fax aan en vervolgens
Faxen naar pc aan.
3. Raak Uitschakelen aan.
Snelkiescodes installeren
U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Zo kunt u snel
nummers via het bedieningspaneel van de printer kiezen.
Snelkiescodes installeren 63
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het
bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die
beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt
geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Raadpleeg
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
Snelkiesnummers verwijderen
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Snelkiesnummers instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelkiesnummers opslaan.
Snelkiescodes installeren
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens een niet-
gebruikt nummer aan.
4. Typ het faxnummer en raak Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan en raak vervolgens het
snelkiesnummer aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u het faxnummer wilt wijzigen, typt u het nieuwe nummer en raakt u
Volgende aan.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
5. Als u de naam van het snelkiesnummer wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en
raakt u vervolgens Gereed aan.
Hoofdstuk 5
64 Fax
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen.
Snelkiesgroepen instellen
Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één
snelkiesnummer hebben ingesteld.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
4. Raak de snelkiesnummers aan die u in de snelkiesgroep wilt opnemen en raak
vervolgens OK aan.
5. Typ de naam voor het snelkiesnummer en raak vervolgens Gereed aan.
Snelkiesgroepen wijzigen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Selecteer Snelkiesgroep en raak vervolgens het item aan dat u wilt wijzigen.
4. Als u snelkiesnummers wilt toevoegen aan de groep of daaruit wilt verwijderen,
raakt u de snelkiesnummers aan die u wilt opnemen of verwijderen en raakt u
vervolgens OK aan.
5. Als u de naam van de snelkiesgroep wilt wijzigen, typt u de nieuwe naam en
raakt u vervolgens Gereed aan.
Snelkiesnummers verwijderen
Als u snelkiesnummers of snelkiesgroepen wilt verwijderen, voert u de volgende
stappen uit:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
3. Raak Snelkiesnummer verwijderen aan, raak het item aan dat u wilt
verwijderen en raak vervolgens Ja aan om de bewerking te bevestigen.
Opmerking Als u een snelkiesgroep verwijdert, worden de afzonderlijke
snelkiesnummers niet verwijderd.
Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
Snelkiescodes installeren 65
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen.
4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan.
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt
u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties
configureren.
Het faxkopschrift instellen
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Het kiessysteem instellen
Opties opnieuw kiezen instellen
De faxsnelheid instellen
Het faxgeluidsvolume instellen
Het faxkopschrift instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt
boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door
de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel
ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift
wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Faxkop aan.
4. Geef uw naam of uw bedrijfsnaam op en raak vervolgens Gereed aan.
5. Voer uw faxnummer in en raak vervolgens Gereed aan.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden
beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen
automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door
de printer beantwoord.
Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt
ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
Hoofdstuk 5
66 Fax
De antwoordmodus instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Automatisch beantwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel
belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is
aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de
telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet. Het aantal belsignalen voor
beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal
belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen.
(Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling
beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de
printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht
opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Aantal belsignalen voor het antwoorden aan.
4. Raak de
(pijl omhoog) of (pijl omlaag) aan om het aantal belsignalen te
wijzigen.
5. Raak Gereed aan om de instelling te accepteren.
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één
telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen
specifieke belsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk
telefoonnummer een ander belsignaal toegekend. U kunt de printer instellen voor het
beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belsignaal hebben.
Als u de printer aansluit op een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de
telefoonmaatschappij verzoeken om twee verschillende belsignalen toe te wijzen aan
binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. HP raadt aan om voor een
faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het
specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax
ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent
de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke
belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Faxinstellingen wijzigen 67
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle
beltonen.
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel
met het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te
beantwoorden.
2. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
3. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie.
4. Raak Specifiek belsignaal aan.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Raak Ja aan
om verder te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak het belpatroon aan dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen.
-of-
Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het
bedieningspaneel van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan
detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt
het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer
oproepen via een extern nummer.
Het kiessysteem instellen
Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling
is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met
toonkeuze.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak
(pijl omlaag) aan en selecteer vervolgens Toon- of pulskiezen.
4. Raak aan om Toon of Puls te selecteren.
Opties opnieuw kiezen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet
antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Hoofdstuk 5
68 Fax
instellingen van de opties Opnieuw verzenden bij in gesprek en Opnieuw verzenden bij
geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
Opnieuw verzenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, verzendt de
printer automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze
optie is AAN.
Opnieuw verzenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt
de printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt.
De fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen aan
en selecteer de gewenste opties.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
Een Internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over Internet-protocol (FoIP)
Een ISDN-service
Probeer een lagere Faxsnelheid als u problemen ondervindt bij het verzenden en
ontvangen van faxen. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel v.34 (33600 baud)
Normaal v.17 (14400 baud)
Langzaam v.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Faxsnelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Faxinstellingen wijzigen 69
Het faxgeluidsvolume instellen
Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te
maken.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax.
3. Raak Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
Faxen en digitale telefoonservices
Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende
services:
DSL: Een DSL-aansluiting (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network)
FoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw
printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over
Internet-protocol (FoIP) genoemd. Raadpleeg
Fax over internetprotocol (FoIP)
voor meer informatie.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele
analoge telefoonservices. Als u met een systeem voor digitaal telefoneren werkt (zoals
DSL/ADSL, PBX of ISDN), moet u mogelijk filters of converters gebruiken voor de
conversie van digitaal naar analoog als u wilt faxen.
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of
providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters
voor conversie van digitaal naar analoog. U wordt aangeraden om in alle gevallen
rechtstreeks met het telefoonbedrijf te bespreken wat de juiste configuratie-opties
zijn op basis van de services die het bedrijf levert.
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt zich mogelijk abonneren op een goedkope telefoonservice die u de
mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet.
Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt
aangeboden) als u:
samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook
analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Hoofdstuk 5
70 Fax
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die
is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem
is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u
proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error
Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus
echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen. Zie
De
faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie
Fax verzenden in foutcorrectiemodus voor meer informatie over de
foutcorrectiemodus (ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Rapporten gebruiken
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden
nuttige systeeminformatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus
controleren vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Raadpleeg
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges
niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Opmerking Controleer of de printkoppen en inktcartridges in goede staat
verkeren en goed zijn geïnstalleerd. Zie
Werken met inktcartridges voor meer
informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Foutrapporten voor faxen afdrukken
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
Het faxlogboek wissen
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Rapporten gebruiken 71
Een rapport beller-ID's afdrukken
De belgeschiedenis weergeven
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u
onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat
verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen).
De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit. Dit betekent dat de geen
bevestigingsrapport afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden
van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het
bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax
verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant
om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen
gebruikt.
Faxbevestiging inschakelen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxbevestiging aan.
4. Raak een van de volgende opties aan om te selecteren.
Uit Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten
verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Aan (Fax
verzenden)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Aan (Fax
ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
ontvangt.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt of ontvangt.
Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxbevestiging aan.
3. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen) aan.
4. Raak Faxbevestiging met afbeelding aan.
Hoofdstuk 5
72 Fax
Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt
als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxfoutrapport aan.
4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Uit Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax
verzenden)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de
standaardinstelling.
Aan (Fax
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en
verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Faxlogboek aan.
Het faxlogboek wissen
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen
zijn opgeslagen, verwijderd.
Het faxlogboek wissen
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Raak Hulpprogramma's aan.
-of-
Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxhulpmiddelen aan.
3. Raak Faxlogboek wissen aan.
Rapporten gebruiken 73
De details van de laatste faxtransactie afdrukken
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie.
Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Laatste transactie aan.
Een rapport beller-ID's afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan.
3. Raak Rapport Beller-ID's aan.
De belgeschiedenis weergeven
Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te
geven.
Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt de
geschiedenis alleen weergeven op het scherm van het bedieningspaneel van de
printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Fax aan.
2.
Raak
(Belgeschiedenis) aan.
Hoofdstuk 5
74 Fax
6 Webservices
De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang
krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder
rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet
verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze
webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Wat zijn webservices?
Webservices instellen
Webservices gebruiken
Webservices verwijderen
Wat zijn webservices?
De printer bevat volgende webservices:
HP ePrint
HP ePrint is een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie
documenten kunt afdrukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint. Het is zo
eenvoudig als een e-mail sturen naar het e-mailadres dat is toegekend aan uw printer
wanneer u Webservices op de printer activeert. Er zijn geen speciale
stuurprogramma's of software nodig. Als u een e-mail kunt versturen, kunt u met HP
ePrint vanaf elke locatie documenten afdrukken.
Eenmaal u een account hebt aangemaakt op het ePrintCenter, kunt u zich aanmelden
om uw HP ePrint-taakstatus te bekijken, uw HP ePrint-printerwachtrij te beheren, de
personen die het HP ePrint e-mailadres van uw printer gebruiken om af te drukken te
controleren en om hulp te vragen voor HP ePrint.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en
afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer. U kunt uw documenten ook digitaal scannen
en opslaan op het web.
Printer Apps bieden een waaier van inhoud, van bonnen tot gezinsactiviteiten, nieuws,
reizen, sport, koken, foto's en nog veel meer. U kunt zelfs uw onlineafbeeldingen
bekijken en afdrukken van populaire fotosites
Met bepaalde Printer Apps kunt u de levering van de appinhoud plannen voor uw
printer.
Vooraf opgemaakte inhoud specifiek ontworpen voor uw printer betekent geen tekst of
afbeeldingen die wegvallen en geen extra pagina's met slechts een tekstregel. Op
sommige printers kunt u ook de instellingen van papier en afdrukkwaliteit kiezen op het
scherm afdrukvoorbeeld.
Webservices 75
Dit alles zonder uw computer te moeten opzetten!
Webservices instellen
Voer de volgende stappen uit om Webservices te installeren.
Opmerking Zorg ervoor dat u vast (Ethernet) of draadloos bent verbonden met
het internet voordat u Webservices instelt.
Stel Webservices in door middel van de HP-printersoftware.
Naast het activeren van de hoofdfucties van de printer, kunt u de HP-printersoftware
die bij uw printer is geleverd, gebruiken om Webservices in te stellen. Als u
Webservices niet hebt ingesteld bij het installeren van de HP-software op uw
computer, kunt u de software nog steeds gebruiken om Webservices in te stellen.
Voer de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem om Webservices in te
stellen:
Windows:
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer
vervolgens het pictogram met de naam van uw printer.
2. Dubbelklik op Internetoplossingen en dubbelklik vervolgens op ePrint setup.
De geïntegreerde webserver van de printer wordt geopend.
3. In het tabblad Webservices klikt u op Set-up in de sectie Instellingen
Webservices.
4. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en
klik vervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates
en deze installeert.
6. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
Mac OS X:
Om Webservices in te stellen en te beheren in Mac OS X, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer (EWS) gebruiken. Zie
Webservices instellen via de
geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer.
Het bedieningspaneel van de printer biedt een gemakkelijke manier om Webservices in
te stellen en te beheren.
Hoofdstuk 6
76 Webservices
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2.
Raak op het bedieningspaneel van de printer de knop
(Apps) aan of de
knop
(HP ePrint).
3. Raak Ja aan om akkoord te gaan met de Gebruiksvoorwaarden en om de
Webservices in te schakelen.
4. Klik in het venster Auto Update op Ja om toe te staan dat de printer automatisch
zoekt naar productupdates en deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, voert u deze instellingen in:
a. Raak Proxy invoeren aan.
b. Voer de proxyserverinstellingen in en raak dan Gereed aan.
6. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
Webservices instellen via de geïntegreerde webserver
U kunt de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken om Webservices
in te stellen en te beheren.
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg
Geïntegreerde webserver
voor meer informatie.
2. In het tabblad Webservices klikt u op Set-up in de sectie Instellingen
Webservices.
3. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en
klik vervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates
en deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
Webservices gebruiken
De volgende sectie beschrijft hoe u Webservices gebruikt en instelt.
HP ePrint
HP ePrint biedt de mogelijkheid om op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten
af te drukken met uw printer voorbereid voor HP ePrint.
Zorg ervoor dat u over het volgende beschikt om HP ePrint te gebruiken:
Een computer of mobiel toestel met internet en e-mail.
Een printer met HP ePrint waarop Webservices is geactiveerd.
Webservices gebruiken 77
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van de HP ePrint-
instellingen en om meer te weten over de laatste functies, gaat u naar het
ePrintCenter (
www.eprintcenter.com).
Afdrukken met HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met HP ePrint:
1. Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
Opmerking Voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing
op uw computer of mobiel toestel, raadpleegt u de documentatie die bij de
toepassing is geleverd.
2. Maak een nieuw e-mailbericht aan en voeg het bestand toe dat u wilt afdrukken.
Zie
Webservices en HP-websitespecificaties voor een lijst met bestanden die
kunnen worden afgedrukt met HP ePrint en richtlijnen voor het gebruik van HP
ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in in de regel "Naar" van het e-mailbericht en
selecteer vervolgens "Verzenden".
Opmerking Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt
weergegeven in de regel "Naar". Als er nog een ander e-mailadres staat in de regel
"Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt.
Het-emailadres van de printer zoeken
Om het ePrint-e-mailadres van uw printer te tonen moet u volgende stappen
doorlopen:
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
(HP ePrint) aan.
Het e-mailadres voor de printer verschijnt op het beeldscherm.
Tip Om het e-mailadres af te drukken raakt u Afdrukken aan.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1.
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
(HP ePrint) aan en vervolgens
Instellingen.
2. Raak ePrint aan en vervolgens Uit.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
Printer Apps
Met Printer Apps kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en
afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer.
Hoofdstuk 6
78 Webservices
Printer Apps gebruiken
Om Printer Apps op uw printer te gebruiken moet u Apps aanraken op het
bedieningspaneel op het printerbeeldscherm en vervolgens de Print App aanraken die
u wilt gebruiken.
Voor meer info over individuele Printer Apps surft u naar
www.eprintcenter.com.
Printer Apps beheren
U kunt uw Printer Apps met ePrinterCenter beheren. U kunt Printer Apps toevoegen,
configureren of verwijderen en de volgorde waarin ze op het printerbeeldscherm
voorkomen instellen.
Opmerking Printer Apps beheren van het ePrintCenter: maak een account aan
op ePrintcenter en voeg uw printer toe. Voor meer informatie, ga naar
www.eprintcenter.com.
Printer Apps uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om Printer Apps uit te schakelen:
1.
Vanuit het beginscherm raakt u de knop
(HP ePrint) aan en vervolgens
Instellingen.
2. Raak Apps aan en vervolgens Uit.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
Webservices verwijderen
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1.
Vanuit het bedieningspaneel van de printer raakt u de knop
(HP ePrint) aan
en vervolgens Instellingen.
2. Raak Webservices verwijderen aan.
Webservices verwijderen 79
7 Werken met inktcartridges
Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet
u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u
richtlijnen voor het hanteren van inktcartridges, instructies voor het vervangen van
inktcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Tip Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen als u problemen hebt met het
kopiëren van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over inktcartridges en de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt
Inktcartridges vervangen
Printerbenodigdheden bewaren
Gebruik informatieverzameling
Informatie over inktcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges
als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
inktcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie
De printer uitschakelen voor meer
informatie.
Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
inktcartridges hebben een langere levensduur.
80 Werken met inktcartridges
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop
(Aan/uit). Schakel
de printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort. Raadpleeg
De
printer uitschakelen voor meer informatie.
Zorg ervoor dat u de inktcartridges in de printer laat.
De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
Verwante onderwerpen
De geschatte inktniveaus bekijken
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het
bedieningspaneel van de printer. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer en Het
bedieningspaneel van de printer gebruiken voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma's. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie
Het printerstatusrapport begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de printer hierom vraagt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde inktcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de
printer en de cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan
de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed
blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is
gebruikt. Raadpleeg
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt
Voor normaal gebruik is dit product niet ontworpen om af te drukken met alleen de
zwarte cartridge wanneer er geen inkt meer zit in de kleurencartridges.
Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt 81
Uw printer is echter ontworpen om u zolang mogelijk te laten afdrukken wanneer uw
cartridges zonder inkt komen te zitten.
Wanneer er voldoende inkt in de printkop zit, zal de printer u aanbieden om enkel
zwarte inkt te gebruiken wanneer een of meer van de kleurencartridges zonder inkt
zitten, en enkel gekleurde inkt wanneer de zwarte cartridge zonder inkt zit.
De hoeveelheid die u kunt afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt is
beperkt, dus houd vervangende inktcartridges gereed wanneer u afdrukt met
enkel zwarte of gekleurde inkt.
Wanneer er niet langer voldoende inkt is om af te drukken, zult u een melding
krijgen dat een of meer cartridges leeg zijn, en zult u de lege cartridges moeten
vervangen voordat u verdergaat met afdrukken.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de printer
worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn
geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of
meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot
problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen. Als u
onlangs een cartridge gedurende een lange tijd uit de printer hebt gelaten, of als
onlangs het papier vastzat en u een slechte afdrukkwaliteit hebt opgemerkt, reinig
dan de printkop. Zie
De printkop reinigen voor meer informatie.
Inktcartridges vervangen
Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende inktcartridges voor de printer hebt, zie dan HP-
benodigdheden en -accessoires.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Let op HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het
inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges
ontbreken.
U vervangt de inktcartridges als volgt:
Gebruik deze stappen om de inktcartridges te vervangen.
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de inktcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder
gaat.
Hoofdstuk 7
82 Werken met inktcartridges
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder
deze vervolgens uit de sleuf.
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf
tot deze stevig vastzit.
Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde
kleur als de kleur die u installeert.
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen.
7. Sluit de toegangsklep van de wagen met inktcartridges.
Verwante onderwerpen
HP-benodigdheden en -accessoires
Inktcartridges vervangen 83
Printerbenodigdheden bewaren
Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de
toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste
wijze uitschakelen. Raadpleeg
De printer uitschakelen voor meer informatie.
Gebruik informatieverzameling
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die
de werking van de printer ondersteunt.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het
gebruik van de printer, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd
geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal
pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte
afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het printermodel. Deze informatie helpt HP
om printers in de toekomst zo te ontwerpen dat deze aan de afdrukbehoeften van onze
klanten voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen
informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun
printer te identificeren.
HP verzamelt een steekproef uit de geheugenchips van cartridges die worden
teruggestuurd naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP
Planet Partners:
www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden
gelezen en bestudeerd om toekomstige HP-printers te verbeteren. HP-partners die
helpen bij de recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze
gegevens.
Een derde die de cartridge in zijn bezit heeft, kan mogelijk toegang hebben tot de
anonieme informatie op de geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft tot deze
informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken. Door de geheugenchip onbruikbaar te
maken, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-printer.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze
informatie ontoegankelijk maken door de mogelijkheid van de geheugenchip om
gebruiksinformatie van de printer te verzamelen, uit te schakelen.
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
2. Selecteer Voorkeuren en raak danInformatie cartridgechip aan.
3. Raak OK aan om het verzamelen van gebruiksinformatie uit te schakelen.
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HP-
printer gebruiken.
Hoofdstuk 7
84 Werken met inktcartridges
8 Een probleem oplossen
Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen.
Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben
opgelost, probeer dan om een van de volgende ondersteunende services te gebruiken
voor ondersteuning.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
Printerproblemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Problemen met de papierinvoer oplossen
Problemen met het kopiëren oplossen
Scanproblemen oplossen
Faxproblemen oplossen
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices en HP-websites
Problemen met een geheugenapparaat oplossen
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer
Problemen met het printerbeheer oplossen
Installatieproblemen oplossen
Het printerstatusrapport begrijpen
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Storingen verhelpen
HP-ondersteuning
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op
www.hp.com/go/
customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. De online ondersteuning van
HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP-ondersteuning is de meest
betrouwbare bron van actuele printerinformatie en deskundige hulp, en biedt de
volgende voordelen:
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
HP-software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende
problemen
Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert
Een probleem oplossen 85
Raadpleeg Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning
verschillen per printer, land/regio en taal. Raadpleeg
Telefonische ondersteuning
van HP voor meer informatie.
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP
gaan op
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Selecteer uw land/regio wanneer hierom wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, stuurprogramma's, benodigdheden,
bestelinformatie en andere opties zoals:
Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
Verstuur HP een e-mailbericht en u krijgt direct antwoord op uw vragen.
Online met een technicus van HP spreken.
Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-software voor Windows of Mac OS X,
die eenvoudige, stapsgewijze oplossingen biedt voor veelvoorkomende
afdrukproblemen. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en
taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld,
zijn van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die
vanaf een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing op
mobiele telefoons.
Zie
www.hp.com/go/customercare voor de meest recente lijst van HP met
ondersteunende telefoonnummers en informatie over de gesprekskosten.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP
Klantenondersteuningscentrum.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor afdrukken in Linux.
Alle ondersteuning wordt online geboden op de volgende website:
https://
launchpad.net/hplip. Klik op de knop Een vraag stellen om het
ondersteuningsproces op te starten.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u
deze besturingssystemen gebruikt, gaat u naar
www.hp.com/go/customercare.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voordat u belt
Periode voor telefonische ondersteuning
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Na de periode van telefonische ondersteuning
Hoofdstuk 8
86 Een probleem oplossen
Voordat u belt
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit. Zorg dat u de volgende
informatie kunt geven:
Modelnummer (zie
Het modelnummer van de printer vinden voor meer
informatie)
Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer)
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
Antwoorden op de volgende vragen:
Doet dit probleem zich vaker voor?
Kunt u het probleem reproduceren?
Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort
voordat dit probleem zich begon voor te doen?
Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaand aan deze
toestand (was er een onweersbui of is de printer verplaatst)?
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille
Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Op vele locaties biedt HP gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode.
Sommige ondersteuningsnummers zijn echter niet gratis.
HP-ondersteuning 87
Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers
voor ondersteuning. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
$IULFD(QJOLVKVSHDNLQJ 
$IULTXHIUDQFRSKRQH 

ﺮﺋﺍﺰﺠﻟﺍ
$UJHQWLQD%XHQRV$LUHV 
$OJ«ULH 
$UJHQWLQD 
$XVWUDOLD 
$XVWUDOLDRXWRIZDUUDQW\ 
VWHUUHLFK 

ﻦﻳﺮﺤﺒﻟﺍ
%HOJL 
3HDN+RXUV೼SP
/RZ+RXUV೼SP
%HOJLTXH 
3HDN+RXUV೼P/RZ+RXUV
೼P
%UDVLO6DR3DXOR 
%UDVLO 
&DQDGD KS
LQYHQW
&HQWUDO$PHULFD7KH
&DULEEHDQ
ZZZKSFRPODVRSRUWH
&KLOH 
ѣള

ѣള

&RORPELD%RJRW£ 
&RORPELD 
&RVWD5LFD 
ÎHVN£UHSXEOLND 
'DQPDUN 
(FXDGRU$QGLQDWHO 

(FXDGRU3DFLILWHO 


ﺮﺼﻣ
(O6DOYDGRU 
(VSD³D 
)UDQFH 
'HXWVFKODQG

˃˨˨˙ˡ˞ 
ˈ˺˭ˮˬ˯ 
*XDWHPDOD 
俏⑥⢯࡛㺂᭵ॶ

,QGLD

,QGLD

,QGRQHVLD


ﻕﺍﺮﻌﻟﺍ

ﺖﻳﻮﻜﻟﺍ

ﻥﺎﻨﺒﻟ

ﺮﻄﻗ

ﻦﻤﻴﻟﺍ
,UHODQG


ﻥﺩﺭﻷﺍ
뼑霢 
/X[HPERXUJ)UDQ©DLV 
/X[HPEXUJ'HXWVFK 
0DOD\VLD 
0DJ\DURUV]£J 
0DGDJDVFDU 
0DXULWLXV 
0«[LFR&LXGDGGH0«[LFR 
0«[LFR 
0DURF 
1HGHUODQG 
1HZ=HDODQG 
1LJHULD 
1RUJH 

ﻥﺎﻤ ُ
3DQDP£ 
3DUDJXD\ 
3HU¼ 
3KLOLSSLQHV 
3ROVND 
3RUWXJDO 
3XHUWR5LFR 
5HS¼EOLFD'RPLQLFDQD 
5HXQLRQ 
5RP¤QLD 

̷͕͘͘͏ͦ̳͕͉͇͑͘ 
̷͕͘͘͏ͦ̸͇͔͙͑̶͙͈͚͌͌͗͗͊ 

ﺔﻴﺑﻮﻌﺴﻟﺍ
6LQJDSRUH 
6ORYHQVN£UHSXEOLND 
6RXWK$IULFD56$ 
6XRPL 
6YHULJH 
6ZLW]HUODQG 
&+)PLQ
㠰⚙
ރ䋱
ࡷࡎ࡙ 

ﺲﻧﻮﺗ
7ULQLGDG7REDJR 
7XQLVLH 
7¾UNL\HòVWDQEXO$QNDUD
ò]PLU%XUVD

<HUHOQXPDUD
̺͇͔͇͑͗ͭ 

ﺓﺪﺤﺘﻤﻟﺍ ﺔﻴﺑﺮﻌﻟﺍ ﺕﺍﺭﺎﻣﻹﺍ
8QLWHG.LQJGRP 
8QLWHG6WDWHV 
8UXJXD\ 
9HQH]XHOD&DUDFDV 
9HQH]XHOD 
9L¬W1DP 
www.hp.com/support
GRSSHOWHU2UWVWDULI
೼SP
&DOOVFRVW&RVWFHQWSHDN
FHQWRIISHDNSHUPLQXWH
೼0LQ
+8)SHUFYH]HW«NHVWHOHIRQUD
NUPLQ
eSP
&=1PLQ
೼PLQ
೼0LQ
VWDUWHUS§.USHUPLQ
GHUHWWHU.USHUPLQ
೼0LQDXVGHPGHXWVFKHQ
)HVWQHW]EHL$QUXIHQDXV
0RELOIXQNQHW]HQN¸QQHQDQGHUH
3UHLVHJHOWHQ
.RV]WSRĄÇF]HQLD]WHO
VWDFMRQDUQHJRMDN]DLPSXOVZJ
WDU\I\RSHUDWRUD]WHO
NRPµUNRZHJRZJWDU\I\RSHUDWRUD
)UDPRELOWHOHIRQJMHOGHU
PRELOWHOHIRQWDNVWHU
2SNDOGNUSUPLQ
3UPLQPDQOºU
3UPLQºYULJHWLGVSXQNWHU
,WDOLD 

FRVWRWHOHIRQLFRORFDOH
&XVWRF¬QWLPRVQRSULPHLUR
PLQXWRHF¬QWLPRVUHVWDQWHV
PLQXWRV
-DPDLFD
㡴㦻

Hoofdstuk 8
88 Een probleem oplossen
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische
ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. U kunt ook Help-
informatie verkrijgen op de HP-website voor online ondersteuning:
www.hp.com/go/
customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Neem contact op met uw HP-
leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer
informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van
problemen
Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u
de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software
die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HP-
ondersteuningswebsite
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt
verhelpen.
Controleer het volgende voor u problemen begint op te sporen:
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
•Zie
Storingen verhelpen voor papierstoringen.
•Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over problemen met
de papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
Het lampje van de
(knop Aan/uit) is aan en knippert niet. Wanneer de printer
voor de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 9 minuten om te
initialiseren nadat de inktcartridges zijn geïnstalleerd.
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer
zijn aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend
wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie
Elektrische specificaties voor
spanningsvereisten.
Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
vastgelopen.
Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows
stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u
dit als standaard instellen in het gedeelte Afdrukken en Faxen of Afdrukken en
Scannen van de Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de
computer voor meer informatie.
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit
de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de
taak opnieuw afdrukt.
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen 89
Printerproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
De printer maakt onverwachte geluiden
Het uitlijnen is mislukt
De printer reageert niet (drukt niet af)
De printer drukt langzaam af
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
De printer maakt onverwachte geluiden
U hoort wellicht enkele onverwachte geluiden uit de printer. Dit zijn
onderhoudsgeluiden wanneer de printer automatische onderhoudsfuncties uitvoert om
de printkoppen in goede staat te houden.
Opmerking Om mogelijke schade aan uw printer te voorkomen:
Schakel de printer nooit uit als er onderhoud wordt uitgevoerd. Als u de printer
uitschakelt, wacht dan totdat de printer volledig is gestopt voordat u deze
uitschakelt met de knop
(Aan/uit) gebruikt. Raadpleeg De printer uitschakelen
voor meer informatie.
Ga na of alle inktcartridges zijn geplaatst. Als een van de inktcartridges ontbreekt,
voert de printer extra onderhoud uit om de printkoppen te beschermen.
Het uitlijnen is mislukt
Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier
in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de inktcartridges gekleurd
papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
Als het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, kan het zijn dat u de printkop moet
reinigen of dat de sensor defect is. Zie
De printkop reinigen om de printkop te reinigen.
Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het
reinigen van de printkop. Ga naar
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt
verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op
Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
Hoofdstuk 8
90 Een probleem oplossen
De printer reageert niet (drukt niet af)
Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij
Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer
opnieuw op. Probeer af te drukken nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het
Help-systeem voor het besturingssysteem voor meer informatie.
Controleer de printerinstellingen
Raadpleeg
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer
informatie.
De installatie van de HP-software controleren
Als de printer is uitgezet tijdens het afdrukken, verschijnt er op uw computer een
waarschuwing. Gebeurt dat niet, dan is de meegeleverde HP-printersoftware wellicht
niet juist geïnstalleerd. U kunt dit oplossen door de HP-software volledig van uw
computer te verwijderen en de HP-software vervolgens opnieuw te installeren. Zie
De
HP-software volledig verwijderen en opnieuw installeren voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
Controleer of beide uiteinden van de Ethernet-/USB-kabel goed zijn aangesloten.
Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer
brandt.
Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de
printer.
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De individuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer
beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de
computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de
printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft
voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt.
Schakel de firewall weer in.
De printer drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als de printer heel traag afdrukt.
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
Oplossing: Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit. Beste en Maximum dpi
bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt
de hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Printerproblemen oplossen 91
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Controleer het inktniveau van de inktcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau
bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over
een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te
vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de
printer worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd
zijn geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen.
Een of meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan
leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk
beschadigen. Als u onlangs langere tijd een cartridge uit de printer hebt
gehouden en een slechte afdrukkwaliteit hebt geconstateerd, moet u de
printkop wellicht reinigen. Raadpleeg
De printkop reinigen voor meer
informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
Hoofdstuk 8
92 Een probleem oplossen
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De printkop reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. De printkop moet mogelijk
worden gereinigd als de printer verkeerd werd uitgeschakeld.
Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte
paginas. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen. U kunt
dit probleem echter voorkomen door de printer op de juiste manier uit te schakelen.
Schakel de printer altijd uit door op
(Aan/uit-knop) op de printer te drukken.
Wacht tot het lampje van de
(Aan/uit-knop) uitgaat voor u de stekker uit het
stopcontact trekt of de schakelaar omzet.
Controleer de materiaalinstellingen
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor
afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de laden.
Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met
de breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen
van problemen met de papiertoevoer.
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren
Druk een pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit af. Op basis hiervan kunt u beter
bepalen of het nodig is om onderhoudsprogramma's uit te voeren om de kwaliteit van
uw afdrukken te verbeteren. Zie
Het printerstatusrapport begrijpen voor meer
informatie.
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
Printerproblemen oplossen 93
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-
kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Controleer het papierformaat
Zorg ervoor dat het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het papierformaat
dat in de printer is geplaatst.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het
afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is
geplaatst. Ga voor meer informatie naar
Afdrukmateriaal plaatsen.
Controleer het papierformaat
De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het
document groter is dan het gebruikte papier.
Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in het printerstuurprogramma
overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als de tekst of de afbeeldingen van de randen van de pagina wegvallen, moet u
nagaan of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer
misschien overschrijden. Zie
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de instelling van de paginastand
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginastand in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma.
Raadpleeg
Afdrukken voor meer informatie.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-
kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, wordt het probleem mogelijk
veroorzaakt doordat de toepassing de printerinstellingen niet goed kan interpreteren.
Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de
documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor
online-ondersteuning op
www.hp.com/go/customercare raadplegen. Deze website
biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen
kunt verhelpen.
Hoofdstuk 8
94 Een probleem oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Probeer de oplossingen in dit gedeelte om de problemen met de afdrukkwaliteit in uw
afdruk op te lossen.
Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing 3: controleer het papier in de invoerlade
Oplossing 4: controleer de papiersoort
Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing 6: druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oplossing 7: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Oplossing: Controleer of uw inktcartridges originele HP-inktcartridges zijn.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Originele HP-inktcartridges zijn
ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer schitterende
resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet
van HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die
nodig zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door
de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden inktcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de inktniveaus
Oplossing: Het inktniveau van de inktcartridges controleren.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 95
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau
bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te
vermijden. U hoeft de inktcartridges pas te vervangen als u wordt gevraagd
dit te doen.
Let op Hoewel de inktcartridges niet beschadigen wanneer ze buiten de
printer worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd
zijn geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen.
Een of meerdere cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan
leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk
beschadigen. Als u onlangs een cartridge gedurende een lange tijd uit de
printer hebt gelaten, of als onlangs het papier vastzat en u een slechte
afdrukkwaliteit hebt opgemerkt, reinig dan de printkop. Raadpleeg
De printkop
reinigen voor meer informatie.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer het papier in de invoerlade
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet
gekreukt of te dik is.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar onder. Als u bijvoorbeeld
glanzend fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde
naar beneden.
Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet is gekreukt. Als
het papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er
vegen ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg
dik papier (zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal plaatsen
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke
andere papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLok-
logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van
betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren
met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal
eenvoudig papier.
Hoofdstuk 8
96 Een probleem oplossen
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP
Geavanceerd fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als
u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken.
Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de
plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw
inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de inktcartridges te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in
grijswaarden te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde
kleurinstellingen zoals verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn
ingesteld om het uitzicht van kleuren te wijzigen.
Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in de printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de
kleuren in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een
kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd
fotopapier in de invoerlade is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders
worden weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat
geval is er niets mis met de printer, de afdrukinstellingen of de inktcartridges.
U hoeft verder geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 97
Oplossing 6: druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oplossing:
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
Bedieningspaneel: Raak
(pijl rechts)aan, vervolgens Configuratie,
Rapporten en dan Rapport afdrukkwaliteit.
Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Extra, klik op Werkset
afdrukkwaliteit onder Hulpmiddelen, en klik op de knop Rapport
afdrukkwaliteit.
HP-hulpprogramma (Mac OS X): Klik in het gedeelte Informatie en
ondersteuning op Diagnose afdrukkwaliteit en klik vervolgens op
Afdrukken.
Hoofdstuk 8
98 Een probleem oplossen
6700
6700
Volg de onderstaande stappen als er defecten blijken uit het diagnoserapport
voor de Afdrukkwaliteit:
1. Lijn de printer uit als de lijnen in Testpatroon 1 niet recht en aaneengesloten
zijn. Zie
Printkop uitlijnen voor meer informatie.
2. Reinig de printkop als u witte lijnen ziet in een van de kleurenblokken in
Testpatroon 2. Zie
De printkop reinigen voor meer informatie.
3. Lijn de printer uit als u witte of donkere lijnen ziet waar de pijlen wijzen in
Testpatroon 3. Zie
Printkop uitlijnen voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 99
Oorzaak: Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben:
software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem
zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een
Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om u te helpen vaststellen of
het printsysteem goed werkt.
Oplossing 7: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Tip Als u een computer gebruikt met Windows, kunt u de online
ondersteuningswebsite van HP bezoeken op
www.hp.com/go/customercare.
Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Onderhoud aan de printkop
Als er zich problemen voordoen tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de
printkop. U moet de procedures in de volgende hoofdstukken alleen uitvoeren als u
hiertoe opdracht krijgt om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
De uitlijn- en reinigingsprocedures onnodig uitvoeren kan inkt verspillen en de
levensduur van de cartridges verkorten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printkop reinigen
Printkop uitlijnen
De printkop reinigen
Als uw afdruk streperig is, of ontbreekt, of verkeerde of ontbrekende kleuren heeft,
moet de printkop mogelijk worden gereinigd.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase duurt ongeveer twee minuten en er wordt één
vel papier en tamelijk veel inkt gebruikt. Controleer na elke fase de kwaliteit van de
afgedrukte pagina. U start de volgende reinigingsfase alleen als de afdrukkwaliteit
slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeert u de
printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na het uitlijnen en
reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. Raadpleeg
HP-
ondersteuning voor meer informatie.
Hoofdstuk 8
100 Een probleem oplossen
Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkop daarom uitsluitend wanneer
dit noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt een paar minuten in beslag. Dit
proces kan wat geluid produceren. Plaats gewoon papier voordat u de printkop
reinigt. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Als de printer niet correct wordt uitgeschakeld, kan dit problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken. Raadpleeg
De printer uitschakelen voor meer
informatie.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Raak
(pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan.
3. Raak Extra, en dan Printkop reinigen aan.
De printkop reinigen vanaf de Werkset (Windows)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Open de Werkset. Raadpleeg
De Werkset openen voor meer informatie.
3. Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen
reinigen.
4. Volg de instructies op het scherm.
De printkop reinigen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
voor meer informatie.
3. Klik in het gedeelte Informatie en ondersteuning op Printkoppen reinigen.
4. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op.
De printkop reinigen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg
De geïntegreerde
webserver openen voor meer informatie.
3. Klik op het tabblad Extra en klik vervolgens op Werkset afdrukkwaliteit in het
gedeelte Hulpprogramma's.
4. Klik op Printkop reinigen en volg de instructies op het scherm.
Printkop uitlijnen
De printer lijnt de printkop tijdens de eerste installatie automatisch uit.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 101
U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatuspagina strepen of witte
lijnen door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de
afdrukkwaliteit van uw afdrukken.
De printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak
vervolgens Installatie aan.
3. Raak Extra aan en selecteer Printer uitlijnen.
De printkop uitlijnen vanaf de Werkset (Windows)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Open de Werkset. Raadpleeg
De Werkset openen voor meer informatie.
3. Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen
uitlijnen.
4. Volg de instructies op het scherm.
De printkop uitlijnen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
voor meer informatie.
3. Klik in de sectie Informatie en ondersteuning op Printkop uitlijnen.
4. Klik op Uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
De printkop uitlijnen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade. Raadpleeg
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg
De geïntegreerde
webserver openen voor meer informatie.
3. Klik op het tabblad Extra en klik vervolgens op Werkset afdrukkwaliteit in het
gedeelte Hulpprogramma's.
4. Klik op Printkop uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
Problemen met de papierinvoer oplossen
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Hoofdstuk 8
102 Een probleem oplossen
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund door de printer en de gebruikte
lade. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal
voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier
weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit
Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade volledig is uitgetrokken. Als dit
niet het geval is, kunnen afgedrukte pagina's uit de printer vallen.
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal
vellen bevatten.
Pagina's worden scheef ingevoerd
Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt.
Indien nodig trekt u de lades uit de printer, plaatst u het afdrukmateriaal correct
terug in de lade en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
Plaats alleen afdrukmateriaal in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
Verwijder het accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexmodule) en plaats het terug.
Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide
zijden en verwijder de eenheid.
Problemen met de papierinvoer oplossen 103
Plaats de duplexeenheid in de printer terug.
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd
Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en
efficiency.
Problemen met het kopiëren oplossen
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer
informatie over HP-ondersteuning.
Er komt geen kopie uit
Kopieën zijn blanco
Documenten ontbreken of zijn vervaagd
Het formaat is verkleind
Kopieerkwaliteit is slecht
Er verschijnen defecten in de kopieën
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit
Papierconflict
Er komt geen kopie uit
Controleer de voeding
Controleer of het netsnoer goed is verbonden en dat de printer aanstaat.
Controleer de status van de printer
De printer is mogelijk bezig met een andere taak. Controleer het scherm
van het bedieningspaneel voor informatie over de status van taken. Wacht
tot iedere lopende taak is voltooid.
De printer is mogelijk vastgelopen. Controleer op papierstoringen. Zie
Storingen verhelpen.
Controleer de lades
Zorg dat er afdrukmateriaal is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen
voor meer informatie.
Hoofdstuk 8
104 Een probleem oplossen
Kopieën zijn blanco
Controleer het afdrukmateriaal
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Controleer de instellingen
Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Raak op het bedieningspaneel van de
printer Kopie aan, raak Lichter Donkerder aan en gebruik vervolgens de
pijltjestoetsen om donkerdere kopieën in te stellen.
Controleer de lades
Als u kopieën maakt vanuit de automatische documentinvoer (ADF), moet u
ervoor zorgen dat de originelen correct zijn geplaatst. Zie
Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Documenten ontbreken of zijn vervaagd
Controleer het afdrukmateriaal
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Controleer de instellingen
De kwaliteitsinstelling Snel (wat kopieën van conceptkwaliteit oplevert) kan
verantwoordelijk zijn voor ontbrekende of vervaagde documenten. Wijzig de
instelling naar Normaal of Beste.
Controleer het origineel
De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de kwaliteit en
afmetingen van het origineel. Pas de helderheid van de kopie in met het
menu Kopiëren. Als het origineel te licht is, kan dit mogelijk in de kopie niet
worden gecompenseerd, zelfs niet als u het contrast aanpast.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond of de achtergrond kan in een andere tint verschijnen.
Als u een origineel zonder randen kopieert, plaats dan het origineel op de
glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade. Zie
Een origineel op
de glasplaat plaatsen voor meer informatie.
Als u een foto wilt kopiëren, moet u de foto op de glasplaat van de scanner
plaatsen op de manier die wordt aangegeven op de scanner.
Het formaat is verkleind
De functie verkleinen/vergroten en andere kopieerfuncties kunnen worden
ingesteld vanaf het bedieningspaneel van de printer om de gescande afbeelding
te verkleinen. Controleer de instellingen voor de kopieertaak om zeker te zijn dat
ze van normaal formaat zijn.
De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen.
Wijzig indien nodig de instellingen. Raadpleeg de schermhulp van de HP-
Software voor meer informatie.
Problemen met het kopiëren oplossen 105
Kopieerkwaliteit is slecht
Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren
Gebruik goede originelen.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed
is geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk
worden. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen.
Controleer de printer
Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht.
De glasplaat of de klep van de scanner moeten misschien worden
gereinigd. Raadpleeg
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Mogelijk moet de automatische documentinvoer (ADF) worden gereinigd.
Raadpleeg
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Druk een Diagnostiekpagina Afdrukkwaliteit af en volg de instructie op het
scherm om problemen met slechte kopieerkwaliteit op te lossen. Raadpleeg
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen voor meer informatie.
Er verschijnen defecten in de kopieën
Verticale witte of vervaagde strepen
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Te licht of te donker
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Ongewenste lijnen
De glasplaat van de scanner, de binnenkant van de klep of het kader moeten
misschien worden gereinigd. Raadpleeg
Onderhoud van de printer voor meer
informatie.
Zwarte punten of vegen
Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de glasplaat
van de scanner of de binnenkant van de klep. Probeer de printer te reinigen.
Raadpleeg
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Kopie is verdraaid of scheef
Als u gebruik maakt van de automatische documentinvoer (ADF), controleert u
het volgende:
Zorg ervoor dat de ADF-invoerlade niet te vol zit.
Zorg ervoor dat de breedteregelaars stevig tegen de randen van het papier
aanzit.
Raadpleeg
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
Hoofdstuk 8
106 Een probleem oplossen
Onduidelijke tekst
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te
passen.
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de
taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te
verbeteren. Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Onvolledige gevulde tekst of afbeeldingen
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Grote, zwarte lettertypes zien er vlekkering (niet egaal) uit
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren.
Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Horizontale, korrelige of witte banden in de licht- en middelgrijze zones
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren.
Raadpleeg
Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit
Controleer de inktcartridges
Ga na of de juiste inktcartridges zijn geplaatst en of de inktcartridges nog voldoende
inkt bevatten. Zie
Hulpprogramma's printerbeheer en Het printerstatusrapport begrijpen
voor meer informatie.
HP kan de kwaliteit van inktcartridges die niet van HP zijn niet garanderen.
Papierconflict
Controleer de instellingen
Controleer of het papierformaat en -type van het geladen afdrukmateriaal
overeenkomen met de instellingen op het bedieningspaneel.
Scanproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Scanner reageert niet
Scannen duurt te lang
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst
Tekst kan niet worden bewerkt
Er verschijnen foutmeldingen
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht
Er verschijnen defecten in de scans
Scanproblemen oplossen 107
Scanner reageert niet
Controleer het origineel
Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
voor meer informatie.
Controleer de printer
De printer start mogelijk op uit de Slaapstand na een periode inactiviteit,
waardoor de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht tot de printer het
beginscherm weergeeft.
Controleer de HP-software
Controleer of de HP-software die bij de printer is geleverd goed is geïnstalleerd.
Scannen duurt te lang
Controleer de instellingen
Als de resolutie te hoog is ingesteld, duurt de scantaak langer en zijn de
resulterende bestanden groter. Gebruik voor goede resultaten een resolutie
die niet hoger is dan nodig. U kunt de resolutie verlagen om sneller te
kunnen scannen.
Als u een TWAIN-afbeelding ophaalt, kunt u de instellingen wijzigen zodat
het origineel in zwart-wit wordt gescand. Zie de Help op het scherm voor het
TWAIN-programma voor informatie.
Controleer de status van de printer
Als u een afdruktaak of kopieertaak hebt verzonden voordat u probeerde te
scannen, start het scannen als de scanner niet bezig is. Bij de afdruk- en
scanprocedures wordt het geheugen echter gedeeld, dus het scannen kan
langzamer gaan.
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst
Controleer het origineel
Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Zie
Een origineel op de
glasplaat plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer
(ADF) plaatsen voor meer informatie.
Als het document vanaf de ADF is gescand, moet u proberen het document
rechtstreeks van de glasplaat van de scanner te scannen. Raadpleeg
Een
origineel op de glasplaat plaatsen voor meer informatie.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel
gaat scannen of probeer de afbeelding duidelijker te maken nadat het
origineel is gescand.
Controleer de instellingen
Zorg ervoor dat het papierformaat groot genoeg is voor het origineel dat u
probeert te scannen.
Als u de HP-printersoftware gebruikt, zijn de standaardinstellingen daarvan
mogelijk automatisch ingesteld om een andere specifieke taak uit te voeren
dan die u wilt uitvoeren. Zie de Help op het scherm voor de HP-
printersoftware over het wijzigen van de eigenschappen.
Hoofdstuk 8
108 Een probleem oplossen
Tekst kan niet worden bewerkt
Zorg ervoor dat de OCR werd geïnstalleerd:
Zorg ervoor dat de OCR werd geïnstalleerd:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle Programma's, klik op HP, selecteer uw printernaam
en klik op Software en Printerinstellingen. Klik op Meer software
toevoegen, en vervolgens op Softwareselecties aanpassen, en zorg
ervoor dat de OCR optie is geselecteerd.
Mac OS X:Als u de HP-software hebt geïnstalleerd met de Minimum
installatieoptie, kan de OCR-software niet zijn geïnstalleerd. Om deze
software te installeren, plaatst u de HP software-cd in de computer,
dubbelklik op het HP-installatiepictogram op de software-cd en als het wordt
gevraagd, selecteert u de optie HP Aanbevolen software.
Wanneer u het origineel scant, moet u ervoor zorgen dat u een
documenttype selecteert dat bewerkbare tekst aanmaakt. Als tekst als
afbeelding werd geclassificeerd, wordt deze niet in tekst omgezet.
Indien u een afzonderlijk OCR-programma (optical character recognition)
gebruikt, kunt u dit verbinden met een tekstverwerker die geen OCR-taken
uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij het OCR-
programma.
Zorg ervoor dat u een OCR-taal hebt geselecteerd die overeenkomt met de
taal die u hebt gebruikt voor het document dat u scant. Raadpleeg voor
meer informatie de documentatie bij het OCR-programma.
Controleer de originelen
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet
het origineel in de ADF worden geplaatst met de bovenrand naar voren en
de te scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van
de scanner, moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de
bovenrand naar de rechterkant van de glasplaat. Zorg er ook voor dat het
document niet scheef komt te liggen. Zie
Een origineel op de glasplaat
plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF)
plaatsen voor meer informatie.
De software herkent mogelijk geen tekst die dicht op elkaar staat. Hierdoor
kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens
ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens
"rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
De nauwkeurigheid van de software is afhankelijk van de beeldkwaliteit,
tekstgrootte en structuur van het origineel en de scankwaliteit zelf. Zorg
ervoor dat uw origineel goede beeldkwaliteit heeft.
De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond.
Scanproblemen oplossen 109
Er verschijnen foutmeldingen
De TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd of Er is een fout opgetreden
tijdens het ophalen van de afbeelding
Indien u een afbeelding van een ander toestel ophaalt, zoals een andere
scanner, controleer dan of het andere toestel werkt met TWAIN. Toestellen
die niet werken met TWAIN, werken ook niet met de HP-software die bij de
printer is geleverd.
Als u een USB-aansluiting gebruikt, zorg er dan voor dat de USB-kabel van
het apparaat op de juiste poort op de achterkant van de computer is
aangesloten.
Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-
bron in de HP-software door Scanner selecteren te kiezen in het menu
Bestand.
Plaats het document opnieuw en start de taak opnieuw
Raak OK aan op het bedieningspaneel van de printer en plaats de resterende
documenten opnieuw in de ADF. Zie
Een origineel in de automatische
documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht
Het origineel is een kopie van een foto of afbeelding
Herdrukte foto's, zoals foto's in kranten of tijdschriften, worden afgedrukt met kleine
inktpuntjes die een interpretatie geven van de originele foto. De kwaliteit van de foto
gaat hierbij achteruit. Vaak vormen de inktpunten ongewenste patronen die kunnen
worden gedetecteerd als de afbeelding wordt gescand of afgedrukt of als de afbeelding
op het scherm verschijnt. Als de volgende suggesties het probleem niet verhelpen,
moet u waarschijnlijk een betere versie van het origineel gebruiken.
Probeer de afbeelding na het scannen te verkleinen om deze patronen te
verwijderen.
Druk de gescande afbeelding af om te zien of de kwaliteit is verbeterd.
Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleur juist zijn voor het type
scantaak.
Voor de beste resultaten kunt u beter scannen met de scannerglasplaat dan met
de ADF.
Teksten of afbeeldingen aan de achterzijde van een tweezijdig bedrukt origineel
verschijnen op de scan
Tweezijdige originelen kunnen tekst of afbeeldingen van de achterzijde naar de scan
"overlopen" als de originelen op te dun of te transparant papier zijn afgedrukt.
De gescande afbeelding is scheef
Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Gebruik steeds de papiergeleiders
wanneer u de originelen in de ADF plaatst. Raadpleeg
Een origineel in de
automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Voor de beste resultaten kunt u beter scannen met de scannerglasplaat dan met de
ADF.
Hoofdstuk 8
110 Een probleem oplossen
De kwaliteit van de afbeelding is beter als deze wordt afgedrukt
De afbeelding die op het scherm verschijnt, is niet altijd een goede weergave van de
kwaliteit van de scan.
Probeer de instellingen van uw monitor aan te passen zodat meer kleuren (of
grijswaarden) worden weergegeven. Op Windows-computers wordt deze
aanpassing gewoonlijk uitgevoerd door Beeldscherm te selecteren in het
configuratiescherm.
Probeer de instellingen voor resolutie en kleuren aan te passen.
De gescande afbeelding vertoont vegen, lijnen en verticale, witte strepen of
andere defecten
Als de glasplaat van de scanner vuil is, heeft de resulterende afbeelding niet de
optimale helderheid. Zie
Onderhoud van de printer voor instructies over het
reinigen.
Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet
geproduceerd door het scannen.
Afbeeldingen zien er anders uit dan het origineel
Scan op een hogere resolutie.
Opmerking Scannen op een hogere resolutie kan lang duren en neemt veel
ruimte op uw computer in beslag.
Stappen waarmee u de scankwaliteit kunt verbeteren
Scant met het glas in plaats van met de ADF.
Gebruik originelen van goede kwaliteit.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het papier niet goed op de
glasplaat is geplaatst, kan dit scheeftrekken, wat onduidelijke afbeeldingen
oplevert. Ga voor meer informatie naar
Een origineel op de glasplaat plaatsen.
Pas de instellingen in de HP-software aan op basis van de manier waarop u de
gescande pagina wilt gebruiken.
Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen.
Reinig de glasplaat van de scanner. Raadpleeg
De glasplaat van de scanner
reinigen voor meer informatie.
Er verschijnen defecten in de scans
Blanco pagina's
Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Plaats het originele document met
de voorkant naar beneden op de flatbedscanner en met de linkerbovenhoek van
het document in de rechterbenedenhoek van de glasplaat van de scanner.
Te licht of te donker
Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat u de juiste
instellingen gebruikt voor resolutie en kleuren.
De originele afbeelding kan zeer licht of donker zijn, of kan op gekleurd
papier gedrukt zijn.
Ongewenste lijnen
Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een andere ongewenste stof op de
glasplaat van de scanner. Probeer het probleem te verhelpen door de glasplaat
Scanproblemen oplossen 111
van de scanner te reinigen. Raadpleeg Onderhoud van de printer voor meer
informatie.
Zwarte punten of vegen
Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een andere ongewenste stof op
de glasplaat van de scanner. de glasplaat is mogelijk vuil of bekrast; of de
binnenkant van de klep kan vuil zijn. Probeer het probleem te verhelpen
door de glasplaat van de scanner en de binnenkant van het deksel te
reinigen. Raadpleeg
Onderhoud van de printer voor meer informatie. Als
reinigen het probleem niet oplost, is het mogelijk dat de glasplaat van de
scanner of de binnenkant van de klep moeten worden vervangen.
Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet
geproduceerd door het scannen.
Onduidelijke tekst
Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat de instellingen voor
resolutie en kleuren correct zijn.
Formaat is kleiner geworden
De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen.
Raadpleeg de Help van de HP-printersoftware voor meer informatie over het
wijzigen van de instellingen.
Faxproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van problemen met de faxinstallatie
voor de printer. Indien de printer niet goed is geïnstalleerd voor faxen, ondervindt u
mogelijk problemen bij het verzenden en/of ontvangen van faxen.
Indien u faxproblemen ondervindt, kunt u een faxtestrapport afdrukken om de status
van de printer te controleren. De test mislukt als de printer niet goed is ingesteld voor
faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen. Zie
Test
Faxinstallatie voor meer informatie.
Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor informatie over het oplossen van de
aangetroffen problemen. Raadpleeg
De faxtest is mislukt voor meer informatie.
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
De faxtest is mislukt
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
De printer heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd, is niet lang genoeg
Faxen in kleur worden niet afgedrukt
De computer kan geen faxen ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
Hoofdstuk 8
112 Een probleem oplossen
De faxtest is mislukt
Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is
mislukt. Als u gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het testrapport
welk onderdeel van de test is mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit gedeelte het
desbetreffende onderwerp met mogelijke oplossingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De faxhardwaretest is mislukt
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is
mislukt
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax
is mislukt
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
De kiestoondetectietest is mislukt
De faxlijnconditietest is mislukt
De faxhardwaretest is mislukt
Oplossing:
Schakel de printer uit door te drukken op de
(Aan/uit) op het
bedieningspaneel van de printer, en koppel vervolgens het netsnoer los van
de achterkant van de printer. Sluit het netsnoer na enkele seconden weer
aan en schakel de printer vervolgens in. Voer de test nogmaals uit. Als de
test opnieuw mislukt, zoekt u verder in de informatie over het oplossen van
problemen in dit gedeelte.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er
waarschijnlijk niets aan de hand.
Als u de test vanuit de wizard Faxinstallatie (Windows) of HP
Hulpconfiguratieprogramma (Mac OS X) uitvoert, controleert u of de
printer niet met een andere taak bezig is, zoals het ontvangen van een fax
of het maken van een kopie. Controleer of op het scherm een bericht wordt
weergegeven met de melding dat de printer bezet is. Als het apparaat bezig
is, wacht u totdat het apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn
voltooid en voert u de test opnieuw uit.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de
Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met het faxen, neemt u
contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/go/customercare. Deze
Faxproblemen oplossen 113
website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt
gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over
het aanvragen van technische ondersteuning.
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is
mislukt
Oplossing:
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en
de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting.
Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van de printer. Zie Bijkomende faxinstallatie voor meer
informatie over het instellen van de printer voor faxen.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te
sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de
printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort,
neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn
te controleren.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er
waarschijnlijk niets aan de hand.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen.
Hoofdstuk 8
114 Een probleem oplossen
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax
is mislukt
Oplossing: Steek het telefoonsnoer in de juiste poort.
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van de printer.
Opmerking Indien u de 2-EXT-poort gebruikt om de printer aan te
sluiten op de telefoonaansluiting op de wand, kunt u geen faxen
verzenden of ontvangen. De 2-EXT-poort moet alleen worden gebruikt
om andere apparatuur aan te sluiten, zoals een antwoordapparaat.
Afbeelding 8-1 Achteraanzicht van de printer
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de
faxtest nogmaals uit om te controleren of de printer klaar is om te faxen.
3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Faxproblemen oplossen 115
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
Oplossing:
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer
moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de
printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de
afbeelding is aangegeven.
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt
u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een
dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer
Hoofdstuk 8
116 Een probleem oplossen
nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in
huis hebt.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en
de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
De kiestoondetectietest is mislukt
Oplossing:
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en
voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt
veroorzaakt door andere apparatuur. Als de Kiestoondetectie wel slaagt
als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt
door een of meer onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen
een voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk
onderdeel het probleem veroorzaakt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te
sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de
printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort,
neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn
te controleren.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting.
Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van de printer.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals het geval is
bij sommige PBX-systemen, kan de test mislukken. Dit veroorzaakt geen
probleem bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een testfax te
verzenden of ontvangen.
Controleer of de instelling voor land/regio op de juiste wijze is ingesteld voor
uw land/regio. Als de instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld,
kan de test mislukken en zult u mogelijk problemen hebben met het
verzenden en ontvangen van faxen.
Faxproblemen oplossen 117
Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders
kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw
telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en
luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de
telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op
een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de test
Beltoondetectie blijft mislukken, vraagt u de telefoonmaatschappij om uw
telefoonlijn te controleren.
De faxlijnconditietest is mislukt
Oplossing:
Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders
kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw
telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en
luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de
telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op
een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en
de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting.
Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van de printer.
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en
voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt
veroorzaakt door andere apparatuur.
Als de Faxlijnconditietest wel slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer
onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een
toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het
probleem veroorzaakt.
Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, sluit u de printer aan op een werkende telefoonlijn en
zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit
deel.
Hoofdstuk 8
118 Een probleem oplossen
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de
printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de
Faxlijnconditietest blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, vraagt u
de telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
Oplossing: U gebruikt het verkeerde type snoer. Zorg dat u het snoer gebruikt
dat bij de printer werd geleverd om de printer aan te sluiten op de telefoonlijn. Als
het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een
verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Oplossing: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde
telefoonlijn als de printer. Zorg dat extensietoestellen (telefoontoestellen op
dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of andere apparatuur
van de haak liggen of niet in gebruik zijn. U kunt de printer bijvoorbeeld niet
gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt
van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om
te e-mailen of te surfen op internet.
De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Oplossing: Controleer of de printer aanstaat. Bekijk het scherm van de printer.
Als het scherm leeg is en het lampje van de
(Aan/uit-knop) niet brandt, is de
printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer
en een stopcontact. Druk op de
(Aan/uit) -knop om de printer aan te zetten.
Nadat u de printer hebt ingeschakeld, raadt HP u aan vijf minuten te wachten
voordat u een fax verzendt of ontvangt. De printer kan geen faxen verzenden of
ontvangen tijdens het initialisatieproces dat wordt uitgevoerd wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld.
Faxproblemen oplossen 119
Oplossing: Als Faxen naar pc of Faxen naar Mac is ingeschakeld, kunt u
mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen als het faxgeheugen vol is (beperkt
door printergeheugen).
Oplossing:
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer
moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de
printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de
afbeelding is aangegeven.
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt
u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een
dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer
nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in
huis hebt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te
sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de
printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort,
neemt u contact op met de telefoonmaatschappij voor service.
Hoofdstuk 8
120 Een probleem oplossen
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn
als de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als
de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-
mailen of te surfen op internet.
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer
of op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven
met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen.
In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of
ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost.
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de
geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een
telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is
van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de
Foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen. Zie
Fax
verzenden in foutcorrectiemodus voor informatie over het wijzigen van de
foutcorrectiemodus (ECM). Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw telefoonmaatschappij.
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een
DSL-filter gebruiken om goed te kunnen faxen. Zie
Situatie B: De printer
configureren voor DSL voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de printer niet is verbonden met een telefoonaansluiting die
is ingesteld voor digitale telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn
digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u
naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk bedoeld voor digitale telefoons.
Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network)
gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de
adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/regio (als dat
mogelijk is). Zie
Situatie C: De printer configureren met een PBX-
telefoonsysteem of een ISDN-lijn voor meer informatie.
Faxproblemen oplossen 121
De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-
modem is mogelijk niet correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is
geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken. Telefoonlijnen met
een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. U
kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u
storingen of ander ruis hoort. Als u storingen of ruis hoort, schakelt u de
DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens 15 minuten uit het
stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister
opnieuw naar de kiestoon.
Opmerking Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op
de telefoonlijn. Herhaal het proces als de printer geen faxen meer
verzendt en ontvangt.
Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij. Neem contact op met de DSL-aanbieder voor
informatie over het uitschakelen van de DSL-modem.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een
splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door
de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
De printer heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar
een tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met de
printer: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia,
Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika,
Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië,
Singapore, Spanje, Taiwan, Thailand, VS, Venezuela en Vietnam.
Zorg dat de telefoon waarmee u de faxverbinding tot stand brengt
rechtstreeks op de printer is aangesloten. Als u handmatig een fax wilt
Hoofdstuk 8
122 Een probleem oplossen
verzenden, moet de telefoon rechtstreeks zijn aangesloten op de poort 2-
EXT op de printer, zoals in de afbeelding aangegeven.
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
3 Telefoon
Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is
aangesloten op de printer, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op
de telefoon. U kunt het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer
niet gebruiken.
Opmerking Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de
telefoon direct met de kabel op de printer aansluiten met de
seriestekker.
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Oplossing:
Als u geen service voor speciale belsignalen gebruikt, controleert u of de
functie Specifiek belsignaal op de printer is ingesteld op Alle beltonen.
Zie
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer
informatie.
•Als Automatisch antwoorden is ingesteld op Uit, moet u faxen handmatig
ontvangen; omdat de printer de fax anders niet ontvangt. Raadpleeg
Een
fax handmatig ontvangen voor informatie over het handmatig ontvangen
van faxen.
Faxproblemen oplossen 123
Als u een voicemail-service gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook
faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig en niet
automatisch ontvangen. Dit houdt in dat u binnenkomende faxen alleen
persoonlijk kunt aannemen. Zie
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met
voicemail voor informatie over het installeren van de printer als u een
voicemaildienst gebruikt. Raadpleeg
Een fax handmatig ontvangen voor
informatie over het handmatig ontvangen van faxen.
Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als de printer,
moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op
het automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch
overgenomen. In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen,
zodat de printer geen faxoproepen kan ontvangen.
Als u naast de printer een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde
telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voordoen:
Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor de
printer.
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of
te luid zijn, waardoor de printer geen faxtonen kan detecteren en het
verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt.
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor de
printer geen faxtonen kan detecteren. Dit probleem komt het vaakst
voor bij digitale antwoordapparaten.
De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze
problemen:
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde
telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks
met de printer te verbinden, zoals is beschreven in
Situatie I:
Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat.
Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te
ontvangen. Raadpleeg
Een fax ontvangen voor meer informatie over
het instellen van de printer voor het automatisch ontvangen van faxen.
Controleer of bij de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon is
ingesteld op een groter aantal beltonen dan het antwoordapparaat.
Raadpleeg
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
voor meer informatie.
Hoofdstuk 8
124 Een probleem oplossen
Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een
faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het
antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het
antwoordapparaat.
Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw
in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het
opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard
volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het
gesproken bericht. Laat geen achtergrondgeluid toe tijdens het
opnemen van deze stilte. Probeer opnieuw een fax te ontvangen.
Opmerking Sommige digitale antwoordapparaten nemen de
opgenomen stilte aan het eind van uw uitgaande bericht niet op.
Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
Als de printer de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals een
antwoordapparaat, een computermodem of een schakelkast met meerdere
poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het faxsignaal kan ook
minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren aansluit om het
bereik van de telefoon te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan problemen
met de ontvangst van faxen veroorzaken.
Als u wilt weten of andere apparatuur een probleem veroorzaakt, koppelt u
alles van de telefoonlijn los behalve de printer en probeert u opnieuw een
fax te ontvangen. Indien u zonder de andere apparatuur goed faxen kunt
ontvangen, worden de problemen veroorzaakt door een of meer andere
apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en ontvang na elk
toegevoegd onderdeel een fax, totdat u kunt vaststellen welk apparaat het
probleem veroorzaakt.
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de
service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij), moet u
ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op de printer
overeenkomt. Zie
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen
wijzigen voor meer informatie.
Faxproblemen oplossen 125
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
Oplossing:
De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u
pauzes invoegen in de nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet
kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het
toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang
krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen:
9-555-5555. Raak herhaaldelijk de knop sterretje(*) aan tot er een streepje
(-) op het scherm verschijnt als u een pauze wilt toevoegen aan het
faxnummer dat u invoert.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de
telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf
bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest. Raadpleeg
Een fax verzenden met handsfree kiezen voor meer informatie.
Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de
juiste indeling of er zijn problemen met het faxapparaat dat de fax moet
ontvangen. U kunt dit controleren door het desbetreffende faxnummer te
bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort. Als
u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat mogelijk niet
ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een voicemailservice de
communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook de ontvanger
vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het ontvangende
faxapparaat.
Hoofdstuk 8
126 Een probleem oplossen
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Oplossing:
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn,
kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met de printer te
verbinden, zoals is beschreven in
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/
fax met antwoordapparaat. Als u het antwoordapparaat niet op de
aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat
faxtonen opneemt.
Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal
belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het
antwoordapparaat. Als het antwoordapparaat en de printer zijn ingesteld op
hetzelfde aantal keren rinkelen om te antwoorden, zullen beide toestellen
de oproep beantwoorden en worden faxtonen opgenomen op het
antwoordapparaat.
Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal belsignalen en de printer
op het hoogste aantal belsignalen dat is toegestaan. (Het maximum aantal
belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het
antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer
faxsignalen detecteert, ontvangt de printer de fax. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende
bericht opnemen. Zie
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen
instellen voor meer informatie.
Het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd, is niet lang genoeg
Oplossing: Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg
is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een
dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Tip Als de printer is geleverd met een tweeaderige telefoonsnoeradapter,
kunt u een vieraderig telefoonsnoer gebruiken als u het snoer wilt verlengen.
Zie de meegeleverde documentatie voor informatie over het gebruik van de
adapter voor het tweeaderige telefoonsnoer.
Het telefoonsnoer verlengen
1. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen het verbindingsstuk en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van de printer.
2. Verbind een ander telefoonsnoer met de open poort op het verbindingsstuk
en de telefoonaansluiting, zoals hieronder wordt weergegeven.
Faxen in kleur worden niet afgedrukt
Oorzaak: De optie Inkomende faxen afdrukken is uitgeschakeld.
Faxproblemen oplossen 127
Oplossing: Als u faxen in kleur wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de
optie Inkomende faxen afdrukken op het bedieningspaneel van de printer is
ingeschakeld.
De computer kan geen faxen ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac)
Oorzaak: De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is
uitgeschakeld.
Oplossing: Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van
faxen, altijd is ingeschakeld.
Oorzaak: Er zijn verschillende computers geconfigureerd voor de installatie en
het ontvangen van faxen, waarvan er een mogelijk is uitgeschakeld.
Oplossing: Als de computer die faxen ontvangt niet dezelfde is als de
computer voor de installatie, moeten beide computers altijd zijn ingeschakeld.
Oorzaak: Faxen naar pc of Faxen naar Mac is niet geactiveerd of de computer
is niet geconfigureerd om faxen te ontvangen.
Oplossing: Activeer Faxen naar pc of Faxen naar Mac en zorg ervoor dat de
computer is geconfigureerd om faxen te ontvangen.
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices en HP-
websites
In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor veelvoorkomende problemen bij gebruik van
Webservices en HP-websites.
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices
Als u problemen hebt met het gebruik van de Webservices, zoals HP ePrint en Printer
Apps, controleert u het volgende:
Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een Ethernet-
of draadloze verbinding.
Opmerking U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is
aangesloten met een USB-kabel.
Zorg ervoor dat de laatste productupdates zijn geïnstalleerd op de printer.
Raadpleeg
De printer updaten voor meer informatie.
Zorg ervoor dat Webservices is ingeschakeld op de printer. Raadpleeg
Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer. voor meer
informatie.
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
Hoofdstuk 8
128 Een probleem oplossen
Indien u de printer verbindt via een Ethernet-kabel, moet u ervoor zorgen dat u de
printer niet verbindt met een telefoonsnoer of crossoverkabel om de printer aan te
sluiten op het netwerk, en dat de Ethernet-kabel veilig is aangesloten op de
printer. Raadpleeg
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor
meer informatie.
Indien u de printer aansluit met een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen
dat het draadloos netwerk correct werkt. Raadpleeg
Problemen met draadloze
verbindingen oplossen voor meer informatie.
Als u HP ePrint gebruikt, controleert u het volgende:
Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is.
Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in
de regel "Naar" van het e-mailbericht. Als er nog een ander e-mailadres
staat in de regel "Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk
niet afgedrukt.
Zorg ervoor dat de documenten die u verstuurt, voldoen aan de vereisten
van HP ePrint. Raadpleeg Specificaties Webservices voor meer informatie.
Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, zorg er dan voor dat de ingevoerde proxy-instellingen geldig zijn:
Controleer de instellingen van de webbrowser die u gebruikt (zoals Internet
Explorer, Firefox, of Safari).
Neem contact op met de IT-beheerder of de persoon die uw firewall heeft
ingesteld.
Als de proxy-instellingen van uw firewall zijn gewijzigd, moet u deze
instellingen updaten in het bedieningspaneel van de printer. Als deze
instellingen niet zijn geüpdatet, kunt u Webservices niet gebruiken.
Raadpleeg
Webservices instellen via het bedieningspaneel van de printer.
voor meer informatie.
Tip Ga voor extra hulp bij het configureren en gebruiken van webservices naar
ePrintCenter op
www.eprintcenter.com.
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites
Indien u problemen ondervindt bij het gebruiken van HP-websites via uw computer,
moet u het volgende controleren:
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het internet.
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Raadpleeg
HP-websitespecificaties voor meer informatie.
Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, probeer deze instellingen dan uit te schakelen. Zie de documentatie bij
uw webbrowser voor meer informatie.
Problemen met een geheugenapparaat oplossen
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Problemen met een geheugenapparaat oplossen 129
Opmerking Als u vanaf een computer met een geheugenapparaat gaat werken,
raadpleegt u de Help bij de software voor informatie over het oplossen van
problemen.
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen
De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen
Controleer het geheugenapparaat
Zorg ervoor dat het geheugenapparaat een ondersteund type
geheugenapparaat is. Raadpleeg
Specificaties voor een geheugenapparaat
voor meer informatie.
Bepaalde geheugenapparaten hebben een schakelaar waarmee u kunt
bepalen hoe het apparaat wordt gebruikt. Zorg ervoor dat de schakelaar zo
staat dat het geheugenapparaat kan worden gelezen.
Inspecteer de uiteinden van het geheugenapparaat op vuil of materiaal dat
een gaatje afsluit of een metalen contactpunt beschadigt. Reinig de
contactpunten met een pluisvrije doek en een beetje isopropylalcohol.
Controleer of het geheugenapparaat goed werkt door het te testen op
andere apparaten.
Controleer de sleuf waarin het geheugenapparaat moet worden geplaatst
Controleer of het geheugenapparaat helemaal in de juiste sleuf is gestoken.
Zie
Geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie.
Verwijder de geheugenkaart (wanneer het lampje niet knippert) en schijn
met een zaklamp in de lege sleuf. Kijk of er kleine pinnen aan de
binnenkant zijn gebogen. Wanneer de printer is uitgeschakeld, kunt u
gebogen pinnen voorzichtig rechtbuigen met het puntje van een dunne,
ingetrokken balpen. Indien een pin zo is gebogen dat hij een andere pin
aanraakt, vervang dan de geheugenkaartlezer of voer onderhoud uit aan de
printer. Raadpleeg
HP-ondersteuning voor meer informatie.
De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen
Controleer het geheugenapparaat
Misschien is het geheugenapparaat beschadigd.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor
online-ondersteuning op
www.hp.com/go/customercare raadplegen. Deze website
biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen
kunt verhelpen.
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen
Als u de printer niet kunt aansluiten op uw vaste (Ethernet-)netwerk, voer dan een of
meer van de volgende taken uit.
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Hoofdstuk 8
130 Een probleem oplossen
Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt genomen moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Algemene netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
Indien u de HP-software die bij de printer is geleverd, niet kunt installeren, controleert u
of:
Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
Het netwerk operationeel zijn en de hub, switch of router van het netwerk zijn
ingeschakeld.
Alle toepassingen zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met Windows,
inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's en firewalls.
De printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de computers die
gebruikmaken van de printer.
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Raadpleeg
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer
informatie.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Deze sectie biedt informatie met betrekking tot het oplossen van problemen die zich
kunnen voordoen wanneer u de printer aansluit op uw draadloos netwerk.
Volg deze suggesties in onderstaande volgorde, beginnende bij de suggesties
weergegeven in de sectie "Basisproblemen oplossen bij draadloos afdrukken". Als er
zich nog steeds problemen voordoen, volgt u de suggesties in de sectie
"Geavanceerde problemen oplossen bij draadloos afdrukken".
Draadloze basisproblemen oplossen
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Tip Ga voor meer informatie over het oplossen van problemen met draadloos
afdrukken naar
www.hp.com/go/wirelessprinting.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, biedt HP een tool genaamd HP
Home Network Diagnostic Utility, dat u helpt bij het ophalen van deze informatie
voor sommige systemen. Om deze tool te gebruiken gaat u naar het HP Wireless
Printing Center
www.hp.com/go/wirelessprinting, en klikt u op Network Diagnostic
Utility in de sectie Quick Links. (Deze tool is momenteel nog niet beschikbaar in alle
talen).
Opmerking Volg de instructies in Na het oplossen van de problemen nadat u het
probleem hebt opgelost.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 131
Draadloze basisproblemen oplossen
Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit.
Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt
Als het blauwe lampje niet brandt, zijn de voorzieningen voor draadloze communicatie
mogelijk niet ingeschakeld.
Als u Draadloos ziet: Raak de optie Uit in de lijst aan en raak vervolgens Aan aan.
Opmerking Als uw printer Ethernet-netwerken ondersteunt, controleer dan of er
geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. Als er een Ethernet-kabel wordt
aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer
uitgeschakeld.
Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten
Schakel de router en de printer uit en zet ze vervolgens weer aan in deze volgorde:
eerst de router en dan de printer. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken,
schakel de router, de printer en uw computer dan uit. Soms wordt een
netwerkcommunicatieprobleem opgelost door de printer uit en weer in te schakelen.
Stap 3 - De draadloze netwerktest uitvoeren
Voer de draadloze netwerktest uit, voor problemen met draadloze netwerken.
Raak
(pijl rechts) aan, raak Configuratie aan, raak Netwerk aan en selecteer dan
Draadloze netwerktest afdrukken om een rapport van een draadloze test af te
drukken. Als er een probleem wordt gedetecteerd, worden er in het afgedrukte
testrapport aanbevelingen gegeven die het probleem kunnen helpen oplossen.
Tip Als de Draadloze netwerktest aangeeft dat het signaal zwak is, plaatst u de
printer dichter bij de draadloze router.
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Als u de suggesties in het gedeelte Draadloze basisproblemen oplossen hebt
geprobeerd en uw printer nog steeds niet kunt aansluiten op het draadloze netwerk,
probeer dan de volgende stappe in de onderstaande volgorde:
Stap 1: Controleer of de computer verbinding heeft met het netwerk
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten
Stap 3: Controleer of de firewall-software de communicatie blokkeert
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is
Stap 5: Controleer of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)
Stap 6: Zorg ervoor dat uw computer niet is aangesloten op uw netwerk via een
Virtual Private Network (VPN)
Na het oplossen van de problemen
Hoofdstuk 8
132 Een probleem oplossen
Stap 1: Controleer of de computer verbinding heeft met het netwerk
Zorg ervoor dat uw computer is aangesloten op uw netwerk - ofwel uw vast netwerk
(Ethernet) of uw draadloos netwerk. Als de computer niet is aangesloten op het
netwerk, kunt u de printer niet gebruiken in het netwerk.
Een vaste (Ethernet-) aansluiting controleren
Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waar de Ethernet-kabel
van de router wordt aangesloten op uw computer. Gewoonlijk zijn er twee
indicatielampjes, waarvan het ene brandt en het andere knippert. Als uw
computer indicatielampjes heeft, controleer dan of de indicatielampjes branden.
Als de lampjes niet branden, probeer de Ethernet-kabel dan opnieuw op de
computer en de router aan te sluiten. Als u de lampjes nog steeds niet ziet
branden, is er mogelijk een probleem met de router, de Ethernet-kabel, of uw
computer.
Opmerking Macintosh-computers hebben geen indicatielampjes. Om een
Ethernet-verbinding op een Macintosh-computer te controleren, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op Netwerk. Als de
Ethernet-verbinding goed werkt, staat Ingebouwde Ethernet in de lijst
verbindingen, met het IP-adres en andere statusinformatie. Als Ingebouwde
Ethernet niet in de lijst staat, is er mogelijk een probleem met de router, de
Ethernet-kabel, of uw computer. Klik op de knop Help in het venster voor
meer informatie.
Een draadloze aanlsluiting controleren
1. Controleer of de draadloze verbinding van uw computer is ingeschakeld. Zie de
documentatie bij de computer voor meer informatie.
2. Als u geen unieke netwerknaam (SSID) gebruikt, is het mogelijk dat uw draadloze
computer is aangesloten op een netwerk in de buurt dat niet van u is.
Met behulp van de volgende stappen kunt u vaststellen of uw computer is
aangesloten op uw netwerk.
Windows
a. Klik op Start, Bedieningspaneel, wijs Netwerkverbindingen aan en klik
vervolgens op Netwerkstatus bekijken en Taken.
of
Klik op Start, selecteer Instellingen, klik op Bedieningspaneel, dubbelklik
op Netwerkverbindingen, klik op het menu Bekijken en selecteer
vervolgens Details.
Laat het netwerkdialoogvenster open terwijl u verdergaat naar de volgende
stap.
b. Koppel het netsnoer los van de draadloze router. De verbindingsstatus van
uw computer hoort te wijzigen naar Niet aangesloten.
c. Sluit het netsnoer weer aan op de draadloze router. De verbindingstatus
hoort te wijzigen naar Aangesloten
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 133
Mac OS X
Klik op het pictogram AirPort in de menubalk bovenaan in het scherm.
Vanuit het menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of de AirPort is
ingeschakeld en met welk draadloos netwerk uw computer is verbonden.
Opmerking Voor meer informatie over uw AirPort-verbinding, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock, en vervolgens op Netwerk. Als de
draadloze verbinding goed werkt, verschijnt een groene stip naast
AirPort in de lijst met verbindingen. Klik op de knop Help in het venster
voor meer informatie.
Als u uw computer niet op het netwerk kunt aansluiten, neem dan contact op met de
persoon die uw netwerk heeft ingesteld of met de fabrikant van uw router, omdat er
een probleem met de hardware van uw router of computer kan zijn.
Tip Als u toegang tot Internet hebt en een computer met Windows gebruikt, kunt u
ook toegang krijgen tot de HP Netwerkassistent op
www.hp.com/sbso/wireless/
tools-setup.html?jumpid=reg_R1002_USEN voor hulp bij het instellen van een
netwerk. (Deze website is alleen in het Engels beschikbaar).
Stap 2: Controleer of de printer op uw netwerk is aangesloten
Als uw printer niet is aangesloten op hetzelfde netwerk als uw computer, kunt u de
printer niet over het netwerk gebruiken. Volg de stappen die in dit hoofdstuk
beschreven staan om erachter te komen of uw printer actief is verbonden met het juiste
netwerk.
Opmerking Als uw draadloze router of Apple AirPort Base Station een verborgen
SSID gebruikt, kan uw printer het netwerk niet automatisch detecteren.
Hoofdstuk 8
134 Een probleem oplossen
A: Controleer of de printer met het netwerk verbonden is.
1. Als de printer Ethernet-netwerken ondersteunt en is verbonden met een Ethernet-
netwerk, controleer dan of er geen Ethernet-kabel is aangesloten aan de
achterkant van de printer. Als aan de achterkant een Ethernet-kabel is
aangesloten, wordt draadloze connectiviteit uitgeschakeld.
2. Als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk, druk dan de
netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
voor meer informatie.
3. Controleer nadat de pagina is afgedrukt de Netwerkstatus en URL:
Netwerkstatus
Als de Netwerkstatus Gereed is, is
de printer actief met een netwerk
verbonden.
Als de Netwerkstatus Offline is, is de
printer niet met een netwerk
verbonden. Voer de Draadloze
netwerktest uit met behulp van de
instructies aan het begin van dit
gedeelte en volg dan de
aanbevelingen op.
URL De URL die hier wordt weergegeven is het
netwerkadres dat door uw router is
toegekend aan de printer. Deze hebt u
nodig om verbinding te maken met de
geïntegreerde webserver (EWS).
Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor informatie over het
aansluiten van de printer op een draadloos netwerk.
B: Controleer of u toegang kunt krijgen tot de EWS
Nadat u hebt vastgesteld dat de computer en de printer allebei actieve verbindingen
met een netwerk hebben, kunt u controleren of ze zich in hetzelfde netwerk bevinden
door naar de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer te gaan. Zie
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Naar de EWS gaan
1. Open de EWS op uw computer. Raadpleeg
Geïntegreerde webserver voor meer
informatie.
Opmerking Als u in de browser een proxyserver gebruikt, moet u deze
mogelijk uitschakelen om naar de EWS te kunnen gaan.
2. Als u toegang kunt krijgen tot de EWS, probeer de printer dan over het netwerk te
gebruiken (bijvoorbeeld door af te drukken) om te zien of de netwerkinstelling is
geslaagd.
3. Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS of nog steeds problemen ondervindt
wanneer u de printer over het netwerk gebruikt, ga dan verder met het volgende
hoofdstuk over firewalls.
Stap 3: Controleer of de firewall-software de communicatie blokkeert
Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS en zeker weet dat de computer en de
printer actieve verbindingen hebben met hetzelfde netwerk, kan het zijn dat de
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 135
beveiligingssoftware van de firewall de communicatie blokkeert. Schakel
beveiligingsoftware van de firewall die actief is op uw computer tijdelijk uit en probeer
vervolgens nogmaals toegang te krijgen tot de EWS. Als u naar de EWS kunt gaan,
probeer de printer dan te gebruiken (om af te drukken).
Als u toegang kunt krijgen tot de geïntegreerde webserver (EWS) en u uw printer
gebruikt terwijl de firewall is uitgeschakeld, moet u de firewall-instellingen opnieuw
configureren zodat de computer en de printer met elkaar kunnen communiceren via het
netwerk. Raadpleeg
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer voor
meer informatie.
Als u toegang kunt krijgen tot de EWS maar de printer nog steeds niet kunt gebruiken,
zelfs met de firewall uitgeschakeld, probeer de firewall-software de printer dan te laten
herkennen. Raadpleeg de documentatie die bij uw firewallsoftware is geleverd voor
meer informatie.
Stap 4: Controleer of de computer is ingeschakeld en gereed is
Als de HP-software is geïnstalleerd, kunt u op uw computer de status van de printer
controleren om na te gaan of de printer in de pauzestand staat of offline is, waardoor u
het apparaat niet kunt gebruiken.
Om de printerstatus te controleren, volgt u de instructies voor uw besturingssysteem:
Windows
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave
Details, dan klikt u op het menu Bekijken en vervolgens op Details.
3. Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus:
a. Als de printer Offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en
klikt u op Printer online gebruiken.
b. Als de printer Onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer
en klikt u op Afdrukken hervatten.
4. Probeer de printer over het netwerk te gebruiken.
Mac OS X
1. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken en
faxen of Afdrukken en scannen.
2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Afdrukwachtrij openen.
3. Als de afdruktaak is gepauzeerd, klikt u op Hervatten.
4. Als de printer is gepauzeerd, klikt u op Printer hervatten.
Als u de printer kunt gebruiken nadat u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd
maar merkt dat de symptonen aanhouden als u de printer blijft gebruiken, kan het zijn
dat uw firewall hindert. Zie
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de
printer voor meer informatie.
Als u de printer nog steeds niet over het netwerk kunt gebruiken, gaat u verder naar
het volgende hoofdstuk voor bijkomende hulp bij het oplossen van problemen
Hoofdstuk 8
136 Een probleem oplossen
Stap 5: Controleer of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)
Als u de HP-software opnieuw installeert, maakt de installer mogelijk een tweede
versie van het printerstuurprogramma in uw map Printers of Printers en
faxapparaten of Apparaten en printers. Als u problemen hebt met het afdrukken of
aansluiten op de printer, controleer dan of de juiste versie van het stuurprogramma van
de printer als de standaardinstelling is ingesteld.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Stel vast of de versie van het printerstuurprogramma in de map Printers of
Printers en faxen of Apparaten en printers draadloos is aangesloten:
a. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b. Zoek op het tabblad Poorten naar een poort die in de lijst is aangevinkt. Bij
de aangevinkte versie van het printerstuurprogramma dat draadloos is
verbonden, staat als poortbeschrijving HP network re-discovery port
monitor.
3. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden en selecteer Instellen als
standaardprinter.
Opmerking Als de map voor de printer meerdere pictogrammen bevat, klikt u met
de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden en selecteert u Instellen als
standaardprinter.
Stap 6: Zorg ervoor dat uw computer niet is aangesloten op uw netwerk via een
Virtual Private Network (VPN)
Een Virtual Private Network (VPN) is een computernetwerk dat het internet gebruikt om
een veilige verbinding op afstand met het netwerk van een organisatie te bieden. De
meeste VPN-diensten laten echter niet toe dat u toegang hebt tot lokale apparaten
(zoals uw printer) op uw lokaal netwerk terwijl uw computer is verbonden met het VPN.
Verbreek de verbinding met het VPN om de printer aan te sluiten.
Tip Om de printer te gebruiken terwijl u bent verbonden met het VPN, kunt u de
printer op uw computer aansluiten met een USB-kabel. De printer gebruikt de USB-
en netwerkverbindingen tegelijkertijd.
Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het
draadloos netwerk heeft ingesteld.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen 137
Na het oplossen van de problemen
Nadat u de problemen hebt opgelost en uw printer succesvol hebt aangesloten op het
draadloos netwerk, voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem:
Windows
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, selecteer uw printernaam en klik op Software en
printerinstellingen.
2. Klik op Een nieuwe printer aansluiten, en selecteer het gewenste
verbindingstype.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
voor meer informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen in de werkbalk, dubbelklik op HP-
instellingenassistent, en volg de instructies op het scherm.
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de
printer
Een persoonlijke firewall, die beveiligingssoftware op uw computer uitvoert, kan de
netwerkcommunicatie tussen uw printer en uw computer blokkeren.
Als u problemen ondervindt zoals:
Printer niet gevonden bij het installeren van HP-software
Kan niet afdrukken, afdruktaak zit vast in de wachtrij of de printer gaat offline
Fouten met scancommunicatie of berichten dat de scanner bezig is
Kan printerstatus op uw computer niet zien
Dan voorkomt de firewall mogelijk dat uw printer computers op uw netwerk laat weten
waar de printer kan worden gevonden.
Als u de HP-software gebruikt op een computer met Windows en de printer tijdens de
installatie niet kunt vinden (en u weet dat de printer op het netwerk is), of u de HP-
software al met succes hebt geïnstalleerd en problemen ondervindt, probeert u het
volgende:
Als u de HP-software net hebt geïnstalleerd, probeer dan uw computer en de
printer uit te schakelen en ze vervolgens allebei weer in te schakelen.
Houd uw beveiligingssoftware actueel. Veel leveranciers van beveiligingssoftware
leveren updates waarmee bekende problemen kunnen worden verholpen en
bieden de allernieuwste verdediging tegen nieuwe beveiligingsbedreigingen.
Indien uw firewall de beveiligingsinstellingen "Hoog", "Gemiddeld" of "Laag" heeft,
kiest u "Gemiddeld" wanneer uw computer is verbonden met uw netwerk.
Indien u firewallinstellingen hebt gewijzigd t.o.v. de standaardinstelling, moet u
proberen terug te keren naar de standaardinstelling.
Indien uw firewall beschikt over een instelling Vertrouwde zone, moet u deze
gebruiken wanneer uw computer is verbonden met uw netwerk.
Hoofdstuk 8
138 Een probleem oplossen
Indien uw firewall beschikt over een functie "Waarschuwingsmeldingen
verbergen", moet u deze uitschakelen. Bij het installeren van de HP-software en
bij gebruik van de HP-printer kunt u waarschuwingsmeldingen zien afkomstig van
uw firewallsoftware. Ze geven de opties "akkoord", "toestaan", "deblokkeren". Sta
alle HP-software toe die een waarschuwing veroorzaakt. Als de melding de optie
'deze actie onthouden' of 'een regel hiervoor maken' bevat, selecteert u deze. Zo
leert de firewall wat er kan worden vertrouwd op uw netwerk.
Schakel niet meer dan één firewall tegelijk op uw computer in. Bijvoorbeeld: de
Windows-firewall bij het besturingssysteem en een firewall van een derde mogen
niet tegelijk worden ingeschakeld. Door meerdere firewalls tegelijkertijd in te
schakelen is uw computer niet veiliger en krijgt u mogelijk problemen.
Ga voor meer informatie over het gebruik van uw printer met persoonlijke firewall-
software naar
www.hp.com/go/wirelessprinting en klik vervolgens op Hulp bij
Firewalls in het gedeelte Hulp nodig bij het oplossen van problemen?
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Problemen met het printerbeheer oplossen
Dit gedeelte biedt oplossingen voor veelvoorkomende problemen met betrekking tot
het beheren van de printer. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Opmerking Om van de geïntegreerde webserver (EWS) gebruik te kunnen
maken, moet de printer zijn verbonden met een netwerk via een Ethernet-
verbinding of een draadloze verbinding. U kunt de geïntegreerde webserver niet
gebruiken als de printer is aangesloten op een computer met een USB-kabel.
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-overkabel hebt gebruikt om
de printer aan te sluiten op het netwerk.
Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met de printer.
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Opmerking Om de EWS te gebruiken, moet de printer zijn aangesloten op een
netwerk. U kunt de geïntegreerde webserver niet gebruiken als de printer is
aangesloten op een computer met een USB-kabel.
Problemen met het printerbeheer oplossen 139
Controleer de webbrowser
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Raadpleeg
Specificaties van de geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, probeer deze instellingen dan uit te schakelen. Zie de documentatie bij
uw webbrowser voor meer informatie.
Controleer of JavaScript en cookies zijn ingeschakeld in uw webbrowser. Zie de
documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie.
Controleer het IP-adres van de printer
Als u het IP-adres van de printer wilt controleren, kunt u het IP-adres verkrijgen
door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Raak
(pijl rechts) aan, raak
Configuratie aan, raak dan Netwerk, en raak vervolgens Netwerkinstellingen
afdrukken aan.
Ping de printer met het IP-adres vanaf de commandolijn (Windows) of vanuit het
netwerkhulpprogramma (Mac OS X). (Netwerkhulpprograma bevindt zich in de
map Hulpprogramma's in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de
harde schijf.)
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de opdrachtprompt
(Windows):
C:\Ping 123.123.123.123
Of:
Klik in het Netwerkhulpprogramma (Mac OS X) op het tabblad Ping, typ
123.123.123.123 in het vak en klik vervolgens op Ping.
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor
online-ondersteuning op
www.hp.com/go/customercare raadplegen. Deze website
biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen
kunt verhelpen.
Installatieproblemen oplossen
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer
informatie over HP-ondersteuning.
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Suggesties voor hardware-installatie
Suggesties voor de installatie van de HP-software
Netwerkproblemen oplossen
Hoofdstuk 8
140 Een probleem oplossen
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer de printer
Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de
printer zijn verwijderd.
Zorg dat er papier in de printer is geladen.
Controleer of er geen lampjes branden of knipperen behalve het lampje Gereed,
dat hoort te branden. Controleer op berichten op het bedieningspaneel van de
printer als het waarschuwingslampje knippert.
Controleer de hardwareverbindingen
Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
Controleer of het netsnoer stevig met de printer en met een werkend stopcontact
is verbonden.
Controleer de inktcartridges
Controleer of inktcartridges goed vastzitten en zijn uitgelijnd in de juiste met kleuren
gecodeerde sleuven. Een goed geïnstalleerde inktcartridge hoort niet te bewegen
wanneer er zachtjes aan wordt getrokken. De printer kan niet werken als niet alle
inktcartridges zijn geïnstalleerd.
Suggesties voor de installatie van de HP-software
Controleer het computersysteem
Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt.
Raadpleeg
Systeemvereisten voor meer informatie.
Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Raadpleeg
Systeemvereisten voor meer informatie.
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de USB-
stuurprogramma's niet werden uitgeschakeld in Windows Apparaatbeheer.
Als u een computer met Windows gebruikt en de computer de printer niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd). Hiermee wordt het printerstuurprogramma
volledig verwijderd. Start de computer opnieuw op en installeer het
printerstuurprogramma opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste HP-software voor uw
besturingssysteem gebruikt.
Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de HP-software
installeert.
Installatieproblemen oplossen 141
Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
Als de computer de installatie-cd in de cd-rom-drive niet herkent, bekijk dan of de
installatie-cd is beschadigd. U kunt het stuurprogramma van de printer
downloaden van de HP-website
www.hp.com/go/customercare. Deze website
biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen
kunt verhelpen.
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het installatieprogramma
opnieuw uitvoeren.
Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
Als u de HP-software niet kunt installeren, moet u controleren of:
Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
Het netwerk operationeel is en de hub, switch of router van het netwerk zijn
ingeschakeld.
Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers
met Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's,
antispywareprogramma's en firewalls.
Zorg ervoor dat de printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die gebruikmaken van de printer.
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van de printer zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van de printer:
Druk de netwerkconfiguratiepagina van de printer af. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of
Apparaten en printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer en klik dan op Poort
configureren.
Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het
overeenkomt met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-
adressen niet overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in
het adres op de netwerkconfiguratiepagina.
Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters
te sluiten.
Hoofdstuk 8
142 Een probleem oplossen
Problemen met een vaste netwerkverbinding
Als het verbindingslampje Link op de netwerkaansluiting niet brandt, controleert
u of aan alle voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen" is
voldaan.
Het is niet aan te raden de printer een vast IP-adres te geven, maar desondanks
kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een
firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
De netwerkinstellingen voor de printer opnieuw instellen
1. Raak
(pijl rechts) aan, raak dan Installatie, en kies vervolgens Netwerk. Raak
Netwerkinstellingen herstellen aan, en raak vervolgens Ja aan. Een bericht
verschijnt waarin staat dat de standaardinstellingen van het netwerk zijn hersteld.
2. Raak
(pijl rechts) aan, raak daarna Configuratie aan, raak dan Rapporten
aan, en tenslotte Netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de
netwerkconfiguratiepagina af te drukken en te controleren of de
netwerkinstellingen opnieuw zijn ingesteld.
Het printerstatusrapport begrijpen
Gebruik het printerstatusrapport om de huidige printerinformatie en de status van de
inktcartridges te bekijken. Gebruik het printerstatusrapport ook als hulp bij het oplossen
van problemen met de printer.
Het printerstatusrapport bevat ook een log met recente gebeurtenissen.
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken.
1
2
3
Het printerstatusrapport begrijpen 143
1. Informatie over de printer: Toont printerinformatie (zoals printernaam,
modelnummer, serienummer en versienummer van de firmware), de accessoires
die zijn geïnstalleerd (zoals de accessoire voor dubbelzijdig afdrukken of de
duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires wordt
afgedrukt.
2. Informatie over het inktsysteem: Toont de geschatte inktniveaus (grafisch
voorgesteld als meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van de
inktcartridges.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven
alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge
aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op
is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet
te vervangen tot u dit wordt gevraagd.
3. Bijkomende hulp: Geeft informatie over waar u meer informatie over de printer
kunt vinden, plus informatie over het instellen van een faxtekst en het uitvoeren
van een draadloze netwerktest.
Het printerstatusrapport afdrukken
Vanuit het beginscherm raakt u
(pijl rechts) aan en kiest u Configuratie. Raak
Rapporten aan en selecteer vervolgens Statusrapport printer.
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina
afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken. U kunt de
netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te
lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u
belt.
1
2
3
4
Hoofdstuk 8
144 Een probleem oplossen
1. Algemene informatie: Toont informatie over de huidige status en het type
actieve verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de
geïntegreerde webserver.
2. 802.3 vast: Informatie over de actieve vaste netwerkverbinding, zoals het IP-
adres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de
printer.
3. 802.11 Draadloos: Toont informatie over uw draadloze netwerkverbinding, zoals
de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de standaardgateway en de
server.
4. Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen.
Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort
9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort
voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als
HP-standaardpoort).
IPP: Internet Protocol voor Afdrukken (IPP) is een standaard
netwerkprotocol voor afdrukken op afstand. Anders dan andere IP-
protocollen op afstand, ondersteunt IPP toegangcontrole, authenticatie en
codering om veiliger af te drukken.
Bonjour: Bonjour-services (waarbij gebruik wordt gemaakt van mDNS
oftewel Multicast Domain Name System) worden meestal gebruikt bij kleine
netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353) als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
SLP: Service Location Protocol (SLP) is een standaard internet-
netwerkprotocol dat een kader biedt waarmee netwerktoepassingen het
bestaan, de locatie en de configuratie van netwerkservices in
bedrijfsnetwerken kunnen ontdekken. Dit protocol vereenvoudigt detectie en
gebruik van netwerkbronnen, zoals printers, webservers, faxapparaten,
videocamera's, bestandssystemen, back-upapparaten (tapestations),
databases, adreslijsten, mailservers en agenda's.
Microsoft-webservices: Hiermee kunnen de protocollen voor WS-detectie
(Microsoft Web Services Dynamic Discovery) of WSD-afdrukservices
(Microsoft Web Services for Devices) die worden ondersteund op de printer,
worden in- of uitgeschakeld. Ook kunnen hiermee ongebruikte
afdrukservices worden uitgeschakeld om toegang via die services te
voorkomen.
Opmerking Bezoek www.microsoft.com voor meer informatie over
WS-detectie en WSD-afdrukservices.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Vanuit het beginscherm raakt u
(pijl rechts) aan en kiest u Configuratie. Raak
Rapporten aan en selecteer Netwerkconfiguratiepagina.
Storingen verhelpen
Soms loopt het afdrukmateriaal tijdens een afdruktaak vast.
Storingen verhelpen 145
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papierstoringen verhelpen
Papierstoringen voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Een papierstoring kan optreden aan beide zijden van de printer of in de automatische
documentinvoer.
Let op Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u
papierstoringen zo snel mogelijk oplossen.
Tip Wanneer u merkt dat de afdrukkwaliteit achteruitgaat moet u de printkop
reinigen. Zie
De printkop reinigen voor meer informatie.
Gebruik deze stappen om een papierstoring te verhelpen.
Een papierstoring binnenin de printer oplossen
1. Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van de printer op te
lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Los
papierstoringen altijd op via de accessoire voor het automatisch dubbelzijdig
afdrukken (duplexeenheid).
2. Controleer de duplexeenheid.
a. Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide
zijden en verwijder de eenheid.
1
2
1
b. Wanneer u het vastgelopen papier in het apparaat hebt gevonden, pakt u
het papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert,
moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier
die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes
papier uit de printer verwijdert, is er een grotere kans op
papierstoringen.
Hoofdstuk 8
146 Een probleem oplossen
c. Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, drukt u op de grendel
boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken.
Wanneer u het vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het
voorzichtig uit de printer. Sluit de klep.
d. Schuif de duplexmodule in de printer totdat de eenheid op zijn plek wordt
vergrendeld.
3. Controleer de voorkant van de printer.
a. Open de toegangsklep van de inktcartridges.
b. Als er papier is achtergebleven in de printer, controleert u of de wagen met
inktcartridges helemaal rechts in de printer staat, verwijdert u
papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het afdrukmateriaal
naar u toe langs de voorkant van de printer.
c. Verplaats de wagen naar links, zoek naar vastgelopen afdrukmateriaal in de
printer aan de rechterkant van de wagen, verwijder papiersnippers of
Storingen verhelpen 147
verkreukeld afdrukmateriaal, en trek het afdrukmateriaal langs de voorkant
van de printer naar u toe.
Waarschuwing Kom niet met uw handen in de printer als de printer
aanstaat en de wagen vastzit. Als u de toegangsklep voor inktcartridges
opent, moet de wagen terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit
niet gebeurt, schakelt u de printer uit voordat u het vastgelopen papier
verwijdert.
4. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens
zet u de printer aan (als u de printer had uitgezet) en verzendt u de afdruktaak
opnieuw.
Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen
1. Til de kap van de automatische documentinvoer omhoog.
2. Til het lipje op aan de voorste rand van de ADF.
Hoofdstuk 8
148 Een probleem oplossen
3. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u
de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de
printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer
verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen.
4. Sluit de printerkap van de automatische documentinvoer door het stevig naar
beneden te duwen tot het op zijn plek wordt vergrendend.
Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een
hersluitbare verpakking te bewaren.
Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer
informatie naar
Afdrukmateriaal plaatsen.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen
of gescheurd zijn.
Plaats niet teveel papier in de documentinvoerlade. Zie
Mediaspecificaties voor
informatie over het maximale aantal vellen dat de automatische documentinvoer
kan bevatten.
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al
het papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het
papier aanligt. Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet
buigt.
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen
op licht papier af.
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst
leeg is voordat u papier toevoegt. Probeer geen papier bij te vullen terwijl de
printer bezig is een vel te pakken.
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie
Onderhoud van de printer voor meer
informatie.
Storingen verhelpen 149
A Technische informatie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Informatie over de garantie
Printerspecificaties
Wettelijk verplichte informatie
Programma voor milieubeheer
Licenties van derden
Informatie over de garantie
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
Garantie-informatie inktcartridge
150 Technische informatie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
A
. Duur van beperkte garantie
1. Hewlett-Packard (HP) garandeert de eindgebruiker dat bovenstaande HP-producten vrij van materiaal- en fabricagedefecten
zijn gedurende de hierboven aangegeven periode, die begint op de datum van aankoop door de klant. De klant moet een
bewijs van de datum van aankoop kunnen overleggen.
2. Met betrekking tot softwareproducten is de beperkte garantie van HP uitsluitend geldig voor het niet kunnen uitvoeren van
programmeringsinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een product ononderbroken of vrij van fouten is.
3. De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat van een normaal gebruik van het
product en is niet van toepassing in de volgende gevallen:
a. onjuist of onvoldoende onderhoud of wijziging van het product;
b. software, interfaces, afdrukmateriaal, onderdelen of benodigdheden die niet door HP worden geleverd of ondersteund;
c. gebruik dat niet overeenstemt met de specificaties van het product;
d. onrechtmatige wijzigingen of verkeerd gebruik.
4. Voor HP-printerproducten is het gebruik van een cartridge die niet door HP is geleverd of een nagevulde cartridge niet van
invloed op de garantie aan de klant of een contract voor ondersteuning dat met de klant is gesloten. Als echter een defect of
beschadiging van de printer toegewezen kan worden aan het gebruik van een cartridge die niet van HP afkomstig is, een
nagevulde cartridge of een verlopen inktcartridge, brengt HP de gebruikelijke tijd- en materiaalkosten voor het repareren van
de printer voor het betreffende defect of de betreffende beschadiging in rekening.
5. Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een softwareproduct, in
afdrukmateriaal of in een inktproduct dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP vervangen. Als
HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een hardwareproduct dat
onder de garantie van HP valt, wordt naar goeddunken van HP het defecte product door HP gerepareerd of vervangen.
6. Als het defecte product niet door HP respectievelijk gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het
defecte product dat onder de garantie valt, terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP kennisgeving van het defect
heeft ontvangen.
7. HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling tot de klant het defecte product aan HP geretourneerd heeft.
8. Een eventueel vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn, vooropgesteld dat het ten minste dezelfde functionaliteit
heeft als het product dat wordt vervangen.
9. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's waar het gegarandeerde product door HP wordt gedistribueerd,
met uitzondering van het Midden-Oosten, Afrika, Argentinië, Brazilië, Mexico, Venezuela en de tot Frankrijk behorende
zogenoemde "Départements d'Outre Mer". Voor de hierboven als uitzondering vermelde landen/regio's, is de garantie
uitsluitend geldig in het land/de regio van aankoop. Contracten voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van
de klant, zijn verkrijgbaar bij elk officieel HP-servicekantoor in landen/regio's waar het product door HP of een officiële
importeur wordt gedistribueerd.
10. Er wordt geen garantie gegeven op HP-inktcartridges die zijn nagevuld, opnieuw zijn geproduceerd, zijn opgeknapt en
verkeerd zijn gebruikt of waarmee op enigerlei wijze is geknoeid.
B. Garantiebeperkingen
IN ZOVERRE DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, BIEDEN NOCH HP, NOCH LEVERANCIERS
(DERDEN) ANDERE UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN MET BETREKKING
TOT DE PRODUCTEN VAN HP EN WIJZEN ZIJ MET NAME DE STILZWIJGENDE GARANTIES EN VOORWAARDEN
VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF.
C. Beperkte aansprakelijkheid
1. Voor zover bij de plaatselijke wetgeving toegestaan, zijn de verhaalsmogelijkheden in deze beperkte garantie de enige en
exclusieve verhaalsmogelijkheden voor de klant.
2. VOORZOVER DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE
VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN LEVERANCIERS (DERDEN) ONDER GEEN BEDING
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, OF DIT NU
GEBASEERD IS OP CONTRACT, DOOR BENADELING OF ENIGE ANDERE JURIDISCHE THEORIE, EN ONGEACHT OF HP
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
D. Lokale wetgeving
1. Deze garantieverklaring verleent de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de V.S.
van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en elders van land tot land of van regio tot regio kunnen verschillen.
2. In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wetgeving, zal deze garantieverklaring als
aangepast en in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wetgeving worden beschouwd. Krachtens een dergelijke
plaatselijke wetgeving is het mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant
van toepassing zijn. Sommige staten in de Verenigde Staten en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten (inclusief
provincies in Canada) kunnen bijvoorbeeld:
a. voorkomen dat de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring de wettelijke rechten van een klant beperken
(bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk);
b. op andere wijze de mogelijkheid van een fabrikant beperken om dergelijke niet-aansprakelijkheidsverklaringen of
beperkingen af te dwingen;
c. de klant aanvullende garantierechten verlenen, de duur van de impliciete garantie bepalen waarbij het niet mogelijk is dat de
fabrikant zich niet aansprakelijk verklaart of beperkingen ten aanzien van de duur van impliciete garanties niet toestaan.
3. DE IN DEZE VERKLARING GESTELDE GARANTIEVOORWAARDEN VORMEN, BEHALVE IN DE WETTELIJK
TOEGESTANE MATE, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF WIJZIGING VAN, MAAR EEN AANVULLING OP DE
VERPLICHTE EN WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN
HP-PRODUCTEN.
HP Fabrieksgarantie
A
ls bijlage ontvangt u hierbij een lijst met daarop de naam en het adres van de HP vestiging in uw land waar u terecht kunt voor de
HP fabrieksgarantie.
Nederland: Hewlett-Packard Nederland BV, Startbaan 16, 1187 XR Amstelveen
België: Hewlett-Packard, BVBA/SPRL, P.O.
Naast deze fabrieksgarantie kunt u op basis van nationale wetgeving ten opzichte van uw verkoper rechten ontlenen aan
de verkoopovereenkomst. De HP-fabrieksgarantie laat de wettelijke rechten onder de toepasselijke nationale wetgeving ongemoeid.
HP-product Duur van beperkte garantie
Softwaremedia 90 dagen
Printer 1 jaar
Print- of inktcartridges Tot het HP-cartridge leeg is of de "einde garantie"-datum
(vermeld op de inktcartridge) is bereikt, afhankelijk van wat het
eerst van toepassing is. Deze garantie dekt geen
HP-inktproducten die opnieuw zijn gevuld, opnieuw zijn
gefabriceerd of zijn gerepareerd, noch HP-inktproducten die op
verkeerde wijze zijn gebruikt of behandeld.
Printkoppen (geldt alleen voor producten met printkoppen 1 jaar
die door de klant kunnen worden vervangen)
Accessoires 1 jaar tenzij anders vermeld
Informatie over de garantie 151
Garantie-informatie inktcartridge
De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer het product wordt gebruikt in combinatie
met de daarvoor bedoelde printer van HP. Deze garantie is niet van toepassing op HP-
inktproducten die opnieuw zijn gevuld, die zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt
of waarmee is geknoeid.
Tijdens de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet op is en het einde van de
garantieperiode niet is bereikt. Het einde van de garantiedatum, in JJJJ-MM-formaat , vindt als
volgt op het product terug:
Bijlage A
152 Technische informatie
Printerspecificaties
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Fysieke specificaties
Productkenmerken en -mogelijkheden
Specificaties processor en geheugen
Systeemvereisten
Netwerkprotocolspecificaties
Specificaties van de geïntegreerde webserver
Mediaspecificaties
Afdrukspecificaties
Kopieerspecificaties
Faxspecificaties
Scanspecificaties
Specificaties Webservices
HP-websitespecificaties
Omgevingsspecificaties
Elektrische specificaties
Geluidsspecificaties
Specificaties voor een geheugenapparaat
Fysieke specificaties
Printerformaat (breedte x hoogte x diepte)
464 x 253 x 469 mm (18,3 x 10,0 x 18,5 inch)
Printerlampjes
Het printergewicht omvat de accessoire voor het automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid) en de printerbenodigdheden.
8,7 kg (19,1 lb)
Productkenmerken en -mogelijkheden
Functie Capaciteit
Verbindingsmogelijkheden USB 2.0 hoge snelheid
USB 2.0 hoge snelheid host-poort
Draadloos 802.11b/g/n
1
Vast 802.3 netwerk (Ethernet)
1
Dit product ondersteunt de 802.11n 2.4 GHz
frequentieband.
Inktcartridges Vier inktcartridges (een voor zwart, cyaan,
magenta en geel)
Opmerking Niet alle cartridges worden in
alle landen/regio's ondersteund.
Levensduur benodigdheden Bezoek
www.hp.com/go/learnaboutsupplies/
voor meer informatie over de geschatte
levensduur van inktcartridges.
Printertalen HP PCL 3
Printerspecificaties 153
Functie Capaciteit
Ondersteunde lettertypen Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG
Times Italic, Universe, Universe Italic, Courier,
Courier Italic, Letter Gothic, Letter Gothic
Italic.
Werkbelasting Maximaal 12.000 pagina's per maand
Taal ondersteuning bedieningspaneel printer
Beschikbare talen verschillen per land/regio.
Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans,
Grieks, Hongaars, Italiaans, Japans,
Koreaans, Kroatisch, Nederlands, Noors,
Pools, Portugees, Roemeens, Russisch,
Slovaaks, Sloveens, Spaans, Traditioneel
Chinees, Tsjechisch, Turks, Vereenvoudigd
Chinees, Zweeds.
Specificaties processor en geheugen
Printerprocessor
ARM R4
Printergeheugen
128 MB ingebouwde RAM
Systeemvereisten
Opmerking Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen en
systeemvereisten gaat u naar
www.hp.com/go/customercare.
Compatibiliteit besturingssysteem
Windows XP Service Pack 3, Windows Vista, Windows 7
Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7
Linux (zie
http://hplipopensource.com/hplip-web/index.html voor meer informatie)
Minimale systeemvereisten
Microsoft® Windows® 7: Processor van 1 GHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64); 2 GB harde
schijfruimte, cd-rom-/dvd-schijf of internetverbinding, USB-poort; Internet Explorer
Microsoft Windows Vista®: Processor van 800 MHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64); 2 GB
harde schijfruimte, cd-rom-/dvd-schijf of internetverbinding, USB-poort; Internet Explorer
Microsoft Windows XP Service Pack 3 of hoger (alleen 32-bits): Intel® Pentium® II ,
Celeron® of compatibele processor; 233 MHz of hoger; cd-rom-/dvd-schijf of
Internetverbinding, USB-poort, Internet Explorer 6.0 of hoger
Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7: PowerPC G4, G5 of Intel Core-processor; 900 MB vrije
ruimte op de harde schijf, cd-rom-/dvd-schijf of internetverbinding, USB-poort
Netwerkprotocolspecificaties
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen
Windows XP (32-bits) (Professional en Home Edition), Windows Vista 32-bits en 64-bits
(Ultimate Edition, Enterprise Edition en Business Edition), Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Small Business Server 2003 32-bits en 64-bits, Windows 2003 Server 32-bits en
64-bits, Windows 2003 Server R2 32-bits en 64-bits (Standard Edition, Enterprise Edition)
Windows Small Business Server 2008 64-bits, Windows 2008 Server 32-bits en 64-bits,
Windows 2008 Server R2 64-bits (Standard Edition, Enterprise Edition)
Citrix XenDesktop 4
Bijlage A
(vervolg)
154 Technische informatie
Citrix XenServer 5.5
Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.5
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix XenApp 5.0
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Metaframe XP met Feature
Release 3
Microsoft Windows 2003 Small Business Server Terminal Services
Microsoft Windows Server 2008 Terminal Services
Microsoft Windows Small Business Server 2008 Terminal Services
Microsoft Windows 2008 Server Terminal Services met Citrix XenApp 5.0
Novell Netware 6.5, Open Enterprise Server 2
Compatibele netwerkprotocollen
TCP/IP
Networkbeheer
Geïntegreerde webserver (mogelijkheid om netwerkprinters op afstand te configureren en
beheren)
Specificaties van de geïntegreerde webserver
Vereisten
Een TCP/IP-netwerk (IPX/SPX-netwerken worden niet ondersteund)
Een webbrowser (Microsoft Internet Explorer 7.0 of hoger, Mozilla Firefox 3.0 of hoger,
Safari 3.0 of hoger of Google Chrome 3.0 of hoger)
Een netwerkverbinding (kan niet worden gebruikt met een printer die is verbonden met een
computer met USB-kabel)
Een internetverbinding (vereist voor sommige functies)
Opmerking U kunt de geïntegreerde webserver openen zonder verbinding te hebben
met het internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
Opmerking De geïntegreerde webserver moet zich aan dezelfde kant van een firewall
bevinden als de printer.
Mediaspecificaties
Gebruik deze tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw
printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Minimummarges instellen
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Gebruik de tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw
printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
Ondersteunde formaten begrijpen
Ondersteunde afdrukmateriaaltypes en gewicht begrijpen
Printerspecificaties 155
Ondersteunde formaten begrijpen
Papierformaat Invoerlade ADF Duplexeenheid
Standaardformaten afdrukmateriaal
10 x 15 cm*
2L
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11
inch)
8.5 x 13 inch (216 x 330 mm)
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14
inch)
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inch)*
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x
10,5 inch)
U.S. Statement (140 x 216 mm; 5,5 x
8,5 inch)
B5 (JIS) (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12
inch)*
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inch)*
Edge-to-Edge A4*
Edge-to-Edge Letter*
Enveloppen
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12
x 9,5 inch)
Monarch-envelop (98 x 191 mm; 3,88 x
7,5 inch)
Envelopkaart (111 x 152 mm; 4,4 x 6
inch)
Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37 x 5,75
inch)
Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7
inch)
Envelop C5 (162 x 229 mm; 6,4 x 9
inch)
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4
inch)
Japanse envelop Chou #3 (120 x 235
mm; 4,7 x 9,3 inch)
Bijlage A
156 Technische informatie
Papierformaat Invoerlade ADF Duplexeenheid
Japanse envelop Chou #4 (90 x 205
mm; 3,5 x 8,1 inch)
Kaarten
Systeemkaart (76.2 x 127 mm; 3 x 5
inch)
Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6
inch)
Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8
inch)
A6-kaart (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83
inch)
A4 indexkaart (210 x 297 mm; 8,3 x
11,7 inch)*
Hagaki** (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8
inch)
Ofuku Hagaki** (200 x 148 mm; 7,8 x
5,8 inch)
Indexkaart Letter (216 x 279 mm; 8,5
x 11 inch)
Fotoafdrukmateriaal
Fotopapier (76.2 x 127 mm; 3 x 5 inch)
Fotopapier (102 x 152 mm; 4 x 6 inch)
Fotopapier (5 x 7 inch)
Fotopapier (8 x 10 inch)
Fotopapier (8,5 x 11 inch)
Fotopapier L (89 x 127 mm; 3,5 x 5
inch)
Fotopapier 2L (127 x 178 mm)
13 x 18 cm*
Ander afdrukmateriaal
Opmerking Aangepaste afdrukformaten kunnen alleen worden gedefinieerd in de HP-
afdruksoftware in Mac OS X.
Speciaal papierformaat van 76,2 tot
216 mm breed en 127 tot 356 mm lang
(3 tot 8,5 inch breed en 5 tot 14 inch
lang)
Speciaal papierformaat van 127 tot 216
mm breed en 241 tot 305 mm lang (5
(vervolg)
Printerspecificaties 157
Papierformaat Invoerlade ADF Duplexeenheid
tot 8,5 inch breed en 9,5 tot 12 inch
lang)
* Deze formaten kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder rand.
** De printer is alleen compatibel met gewoon papier en inktjet hagaki papier van Japan Post. Het
is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Ondersteunde afdrukmateriaaltypes en gewicht begrijpen
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Invoerlade Papier
60 tot 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Maximaal 250 vellen
gewoon papier
(25 mm of 1 inch
gestapeld)
Afdrukmateriaal voor foto's
250 g/m
2
(66 lb bankpost)
Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Enveloppen
75 tot 90 g/m
2
(envelop met 20 to 24
lb bankpost)
Maximaal 30 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Kaarten
Maximaal 200 g/m
2
(steekkaart 110 lb)
Maximaal 80 kaarten
Duplexeen
heid
Standaard en brochure
60 to 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Niet van toepassing
Uitvoerlade Alle ondersteunde
afdrukmaterialen
Maximaal 75 vel
gewoon papier (tekst
afdrukken)
Automatisc
he
documentin
voer
Papier
60 tot 75 g/m
2
)
(16 tot 20 lb bankpost)
35 pagina's
Bijlage A
(vervolg)
158 Technische informatie
Minimummarges instellen
De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in
de afdrukstand Staand.
1 2
2
3
4
1
3
4
Afdrukmateriaal (1)
Linkermarge
(2)
Rechtermarg
e
(3)
Bovenmarge
(4)
Ondermarge
U.S. Letter
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
U.S. Statement
8,5 x 13 inch
B5
A5
Kaarten
Speciaal papierformaat
Afdrukmateriaal voor foto's
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
Windows: 3,3
mm (0,13
inch),
Macintosh en
Linux: 12 mm
(0,47 inch)
Enveloppen 3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
16,5 mm
(0,65 inch)
16,5 mm
(0,65 inch)
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer informatie.
Stel opties in voor dubbelzijdig afdrukken in uw toepassing of in het printerstuurprogramma.
Printerspecificaties 159
Bedruk nooit beide zijden van enveloppen, fotopapier, glanzend afdrukmateriaal of papier
dat lichter is dan 60 g/m
2
of zwaarder dan 105 g/m
2
. Bij deze materiaaltypen kunnen
papierstoringen optreden.
Voor verschillende soorten afdrukmateriaal is een specifieke afdrukstand vereist wanneer u
op beide zijden van een pagina afdrukt. Dit is onder meer zo voor briefhoofden, voorgedrukt
papier en papier met watermerken en gaten. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de
voorkant van het afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Plaats het afdrukmateriaal met de
afdrukzijde naar beneden.
Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken houdt het toestel het afdrukmateriaal vast als de
afdruk aan een zijde is voltooid, en wordt gewacht tot de inkt droogt. Als de inkt eenmaal is
gedroogd, wordt het afdrukmateriaal terug in de printer getrokken en wordt op de andere
zijde afgedrukt. Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het afdrukmateriaal op de
uitvoerlade laten vallen. Pak het papier niet voor het afdrukken is voltooid.
U kunt op beide zijden van ondersteunde aangepaste papierformaten afdrukken door het
papier om te draaien en opnieuw in de printer in te voeren. Raadpleeg
Mediaspecificaties
voor meer informatie.
Afdrukspecificaties
Resolutie (zwart)
Maximaal 600 dpi met zwarte inkt op pigmentbasis
Resolutie (kleur)
Tot 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd op HP Geavanceerd fotopapier met 1200 x 1200 input dpi
Kopieerspecificaties
Digitale beeldverwerking
Tot 99 kopieën van het origineel
Digitale zoom: van 25 tot 400%
Aan pagina aanpassen, voorbeeldkopie
Faxspecificaties
Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat.
Maximaal 99 snelkiescodes
Geheugen tot 100 pagina's (verschilt per model, op basis van ITU-T-testafbeelding #1 met
standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en
nemen meer geheugen in beslag.
Fax handmatig verzenden en ontvangen.
Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model).
Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model).
Bevestigings- en activiteitenrapporten.
CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
33,6 Kbps overdracht.
Snelheid van 4 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij
standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en
nemen meer geheugen in beslag.
Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
Bijlage A
160 Technische informatie
Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi)
Zwart 196 x 203 (8-bits
grijstinten)
300 x 300 196 x 203 196 x 98
Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
Ondersteund bestandstype: Ongecomprimeerde TIFF
Ondersteunde faxtypen: zwart-witfaxen
Scanspecificaties
Geïntegreerde OCR-software zet gescande tekst automatisch om in bewerkbare tekst
Interface werkt met Twain (Windows) en Interface voor vastleggen van Afbeeldingen (Mac
OS X)
Resolutie:
Scannerglasplaat: 1200 x 1200 ppi
ADF: 600 x 600 ppi
Color (Kleur): 24-bits kleuren, 8-bits grijsschaal (256 grijstinten)
Maximum scangrootte:
Scannerglasplaat: 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch)
ADF: 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch)
Specificaties Webservices
Een internetverbinding met ofwel een vaste (Ethernet) of draadloze verbinding.
HP ePrint
Maximale grootte van e-mail en bijlagen: 5 MB
Maximaal aantal bijlagen: 10
Opmerking Het e-mailadres van de printer is het enige adres dat mag worden weergegeven
in de regel "Naar" van het e-mailbericht.
Ondersteunde bestandstypen:
PDF
HTML
Standaard tekstbestandformaten
Microsoft Word, PowerPoint
Afbeeldingen zoals PNG, JPEG, TIFF, GIF, BMP
Opmerking U kunt mogelijk andere bestandstypen gebruiken met HP ePrint. HP kan echter
niet garanderen dat deze correct werken met de printer omdat ze niet volledig zijn getest.
Printer Apps
Om sommige Printer Apps te gebruiken, kan het zijn dat u een account moet installeren op een
partnerwebsite. Ga voor meer informatie naar
www.eprintcenter.com.
HP-websitespecificaties
Een webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger, Mozilla Firefox 2.0 of
hoger, Safari 3.2.3 of hoger, of Google Chrome 3.0) met de Adobe Flash plug-in (versie 10
of hoger).
Een internetverbinding
Printerspecificaties 161
Omgevingsspecificaties
Werkomgeving
Bedrijfstemperatuur: 5° tot 40°C
Aanbevolen bedrijfstemperatuur: 15° tot 32°C
Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80% niet-condenserend
Opslagomgeving
Opslagtemperatuur: -40° tot 60°C
Luchtvochtigheid bij opslag: Maximaal 90 procent niet-condenserend bij een temperatuur van60°
C (140° F)
Elektrische specificaties
Stroomvoorziening
Universele netadapter (extern)
Stroomvereisten
Ingangsspanning: 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Uitvoervoltage: +32V/+12V bij 1094 mA/250 mA
Stroomverbruik
Afdrukken met 26,64 watt (Kladmodus); Kopieëren met 17,76 watt (Kladmodus)
Geluidsspecificaties
Snel afdrukken, geluidsniveaus per ISO 7779
Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAm 55 (dBA) (mono kladafdruk)
Geluidsvermogen
LwAd 6,8 (BA)
Specificaties voor een geheugenapparaat
Opmerking Het product kan enkel geheugenapparaten lezen die zijn opgemaakt met het
FAT-, FAT32-, of EX_FAT-bestandssysteem.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
USB-flashstations
USB-flashstations
HP heeft de volgende USB-flashstations volledig getest op de printer:
Kingston: Gegevensgeleider 100 USB 2.0 flash drive (4 GB, 8 GB, en16 GB)
Lexar JumpDrive Geleider: 1 GB
Imation: 1 GB USB Swivel
SanDisk: Cruzer Micro Skin USB Flash Drive (4 GB)
HP: Hoge snelheid USB Flash Drive v100w (8 GB)
Opmerking U kunt mogelijk andere USB flash drives gebruiken met het product. HP kan
echter niet garanderen dat die correct werken met het product omdat niet alle
ongeregistreerde USB flash drives volledig zijn getest.
Bijlage A
162 Technische informatie
Wettelijk verplichte informatie
De printer voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorgeschreven modelnummer:
FCC-verklaring
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland
Verklaring over de indicatielampjes
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk
Australische verklaring over vaste faxen
Bericht voor de Europese Unie
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
Voorgeschreven modelnummer:
Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer
toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer van uw product is SDGOB-1052 of
SDGOB-1053. Verwar dit voorgeschreven nummer niet met de naam waaronder het product op
de markt gebracht wordt (HP Officejet 6700 Premium All-In-One series) of het productnummer
(CN583A of CV078A).
Wettelijk verplichte informatie 163
FCC-verklaring
FCC statement
The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified
that the following notice be brought to the attention of users of this product.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital
device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reason-
able protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications.
However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can
be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
· Reorient or relocate the receiving antenna.
· Increase the separation between the equipment and the receiver.
· Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the
receiver is connected.
· Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
For further information, contact:
Manager of Corporate Product Regulations
Hewlett-Packard Company
3000 Hanover Street
Palo Alto, Ca 94304
(650) 857-1501
Modifications (part 15.21)
The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to this
device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the
equipment.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following
two conditions: (1) this device may not cause harmful interference, and (2) this device must
accept any interference received, including interference that may cause undesired
operation.
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
Bijlage A
164 Technische informatie
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland
Geräuschemission
LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19
Verklaring over de indicatielampjes
LED indicator statement
The display LEDs meet the requirements of EN 60825-1.
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland
Wettelijk verplichte informatie 165
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that
contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent
Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone
company.
An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment. This
equipment is designed to be connected to the telephone network or premises wiring using
a compatible modular jack which is Part 68 compliant. This equipment connects to the
telephone network through the following standard network interface jack: USOC
RJ-11C.
The REN is useful to determine the quantity of devices you may connect to your telephone
line and still have all of those devices ring when your number is called. Too many devices
on one line might result in failure to ring in response to an incoming call. In most, but not
all, areas the sum of the RENs of all devices should not exceed five (5). To be certain of the
number of devices you may connect to your line, as determined by the REN, you should call
your local telephone company to determine the maximum REN for your calling area.
If this equipment causes harm to the telephone network, your telephone company might
discontinue your service temporarily. If possible, they will notify you in advance. If advance
notice is not practical, you will be notified as soon as possible. You will also be advised of
your right to file a complaint with the FCC. Your telephone company might make changes
in its facilities, equipment, operations, or procedures that could affect the proper operation
of your equipment. If they do, you will be given advance notice so you will have the
opportunity to maintain uninterrupted service. If you experience trouble with this equipment,
please contact the manufacturer, or look elsewhere in this manual, for warranty or repair
information. Your telephone company might ask you to disconnect this equipment from the
network until the problem has been corrected or until you are sure that the equipment is not
malfunctioning.
This equipment may not be used on coin service provided by the telephone company.
Connection to party lines is subject to state tariffs. Contact your state public utility commis-
sion, public service commission, or corporation commission for more information.
This equipment includes automatic dialing capability. When programming and/or making
test calls to emergency numbers:
Remain on the line and explain to the dispatcher the reason for the call.
Perform such activities in the off-peak hours, such as early morning or late evening.
Note The FCC hearing aid compatibility rules for telephones are not applicable
to this equipment.
The Telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to use a
computer or other electronic device, including fax machines, to send any message unless
such message clearly contains in a margin at the top or bottom of each transmitted page
or on the first page of transmission, the date and time it is sent and an identification of the
business, other entity, or other individual sending the message and the telephone number
of the sending machine or such business, other entity, or individual. (The telephone number
provided might not be a 900 number or any other number for which charges exceed local
or long-distance transmission charges.) In order to program this information into your fax
machine, you should complete the steps described in the software.
Bijlage A
166 Technische informatie
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk
Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique
canadien/Notice to users of the Canadian telephone network
Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux
d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
L’abréviation IC qui précède le numéro d’enregistrement indique que l’enregistrement a été
effectué dans le cadre d’une Déclaration de conformité stipulant que les spécifications
techniques d’Industrie Canada ont été respectées. Néanmoins, cette abréviation ne signifie
en aucun cas que l’appareil a été validé par Industrie Canada.
Pour leur propre sécurité, les utilisateurs doivent s’assurer que les prises électriques reliées
à la terre de la source d’alimentation, des lignes téléphoniques et du circuit métallique
d’alimentation en eau sont, le cas échéant, branchées les unes aux autres. Cette précaution
est particulièrement importante dans les zones rurales.
Remarque Le numéro REN (Ringer Equivalence Number) attribué à chaque
appareil terminal fournit une indication sur le nombre maximal de terminaux qui
peuvent être connectés à une interface téléphonique. La terminaison d’une
interface peut se composer de n’importe quelle combinaison d’appareils, à
condition que le total des numéros REN ne dépasse pas 5.
Basé sur les résultats de tests FCC Partie 68, le numéro REN de ce produit est 0.0B.
This equipment meets the applicable Industry Canada Terminal Equipment Technical
Specifications. This is confirmed by the registration number. The abbreviation IC before the
registration number signifies that registration was performed based on a Declaration of
Conformity indicating that Industry Canada technical specifications were met. It does not
imply that Industry Canada approved the equipment.
Users should ensure for their own protection that the electrical ground connections of the
power utility, telephone lines and internal metallic water pipe system, if present, are
connected together. This precaution might be particularly important in rural areas.
Note The REN (Ringer Equivalence Number) assigned to each terminal device
provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be
connected to a telephone interface. The termination on an interface might consist
of any combination of devices subject only to the requirement that the sum of the
Ringer Equivalence Numbers of all the devices does not exceed 5.
The REN for this product is 0.0B, based on FCC Part 68 test results.
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk
Hinweis für Benutzer des deutschen Telefonnetzwerks
Dieses HP-Fax ist nur für den Anschluss eines analogen Public Switched Telephone Network
(PSTN) gedacht. Schließen Sie den TAE N-Telefonstecker, der im Lieferumfang des
HP All-in-One enthalten ist, an die Wandsteckdose (TAE 6) Code N an. Dieses HP-Fax kann
als einzelnes Gerät und/oder in Verbindung (mit seriellem Anschluss) mit anderen zugelass-
enen Endgeräten verwendet werden.
Australische verklaring over vaste faxen
In Australia, the HP device must be connected to Telecommunication Network through a line
cord which meets the requirements of the Technical Standard AS/ACIF S008.
Wettelijk verplichte informatie 167
Bericht voor de Europese Unie
Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van
toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-
richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Conformiteit met
deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van de geldende European Harmonised Standards
(Geharmoniseerde Europese Normen). Ook is de volledig Conformiteitsverklaring beschikbaar op
de volgende website:
www.hp.com/go/certificates (zoeken op naam van productmodel of het
Regulatory Model Number (RMN), dit bevindt zich op het certificeringsetiket.)
Contactpunt voor regulatoire informatie:
Hewlett-Packard GmbH, Dept./MS: HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen,
GERMANY
Producten met externe AC-adapters
De EG-conformiteit van dit product is alleen geldig indien het wordt gebruikt samen met de CE-
gemarkeerde AC-adapter die door HP is geleverd.
Producten met draadloze functionaliteit
EMF
Dit product voldoet aan de internationale richtlijnen (ICNIRP) voor blootstelling aan radiofrequente
straling.
Als het apparaat een radiozender en -ontvanger bevat, zorgt een minimale separatie-afstand van
20 cm er bij normaal gebruik voor dat de blootstellingsniveaus inzake radiofreqnuenties voldoen
aan de EU-vereisten.
Draadloze functionaliteit in Europa
Dit product is ontworpen voor gebruik zonder beperkingen in alle EU-landen plus IJsland,
Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.
Verklaring Europees telefoonnetwerk (modem/fax)
HP-producten met FAX-functionaliteit voldoen aan de vereisten van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC
(Bijlage II) en kregen daarom een CE-markering. Omdat er echter technologische verschillen
bestaan tussen de telefoonnetten in de verschillende landen, biedt deze algemene Europese
goedkeuring geen volledige garantie dat het apparaat vanaf elk aansluitingspunt op het openbare
netwerk naar behoren zal functioneren. Als u problemen hebt met het apparaat, neemt u in eerste
instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten:
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië
Kennisgeving voor gebruikers in Canada
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan
Bijlage A
168 Technische informatie
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties
Exposure to radio frequency radiation
Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio
frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner
that the potential for human contact during normal operation is minimized. This
product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such
a manner to minimize the potential for human contact during normal operation. In
order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure
limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20 cm (8 inches)
during normal operation.
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië
Aviso aos usuários no Brasil
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra
interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência
a sistemas operando em caráter primário. (Res.ANATEL 282/2001).
Kennisgeving voor gebruikers in Canada
Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs canadiens
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise
emissions from the digital apparatus set out in the Radio Interference Regulations of the
Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS
210 and RSS GEN of Industry Canada.
Utiliser à l'intérieur. Le présent appareil numérique n'émet pas de bruit radioélectrique
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de la classe B prescrites dans
le Règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le ministère des Communications
du Canada. Le composant RF interne est conforme a la norme RSS-210 and RSS GEN
d'Industrie Canada.
Wettelijk verplichte informatie 169
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan
Bijlage A
170 Technische informatie
Programma voor milieubeheer
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het
aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit
en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen
worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken
en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat
deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden.
Ga voor meer informatie naar de website HP's Commitment to the Environment op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papiergebruik
Kunststof
Veiligheidsinformatiebladen
Recyclingprogramma
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers
Stroomverbruik
Chemische stoffen
Wegwerpen van batterijen in Taiwan
Accuvoorschriften in Brazilië
Afvalverwijdering van elektronische apparatuur in Brazilië
Bericht aan gebruikers in Californië
EU-batterijrichtlijn
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)
RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne)
Beperking voor gevaarlijke producten (India)
Papiergebruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en
EN 12281:2002.
Kunststof
Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende
normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde
van de levensduur van het product worden gerecycled.
Veiligheidsinformatiebladen
Material Safety Data Sheets (MSDS, veiligheidsbladen) kunt u verkrijgen via de website van HP:
www.hp.com/go/msds
Recyclingprogramma
HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's.
Daarnaast werkt HP samen met een aantal van de grootste centra ter wereld op het gebied van
recycling van elektronische onderdelen. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen
door een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het
recyclen van HP producten naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Programma voor milieubeheer 171
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-
onderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid
gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende
website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers
Dit pictogram betekent dat u uw product niet mag wegwerpen bij
het gewoon huishoudelijke afval. In plaats hiervan moet u de
volksgezondheid en het milieu beschermen door uw afgedankte
apparatuur in te leveren bij een recycling/inzamelingspunt voor
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Neem
contact op met uw afvalverwerker voor meer informatie of ga naar
http://www.hp.com/recycle.
Stroomverbruik
Afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur van Hewlett-Packard met het ENERGY STAR®-logo
voldoet aan de ENERGY STAR-vereisten van de Environmental Protection Agency van de VS
voor beeldbewerkingsapparatuur. Op beeldbewerkingsproducten met de kwalificatie ENERGY
STAR wordt het volgende merk weergeven:
Meer informatie over beeldbewerkingsproducten met de ENERGY STAR-kwalificatie is te vinden
op:
www.hp.com/go/energystar
Chemische stoffen
HP zet zich ervoor in om klanten te informeren over chemische stoffen in onze producten, om te
voldoen aan de wettelijke bepalingen, zoals REACH (EG-richtlijn 1907/2006 van het Europees
parlement en de Raad). Een rapport met de chemische informatie over dit product vindt u hier:
www.hp.com/go/reach
Bijlage A
172 Technische informatie
Wegwerpen van batterijen in Taiwan
Accuvoorschriften in Brazilië
A bateria deste equipamento não foi projetada para ser removida pelo cliente.
Afvalverwijdering van elektronische apparatuur in Brazilië
Este produto eletroeletrônico e seus componentes não devem ser
descartados no lixo comum, pois embora estejam em conformidade com
padrões mundiais de restrição a substâncias nocivas, podem conter,
ainda que em quantidades mínimas, substâncias impactantes ao meio
ambiente.
Ao nal da vida útil deste produto, o usuário deverá entregá-lo à H P. A
não observância dessa orientação sujeitará o infrator às sanções
previstas em lei.
Após o uso, as pilhas e/ou baterias dos produtos HP deverão ser
entregues ao estabelecimento comercial ou rede de assistência técnica
autorizada pela HP.
Não descarte o
produto eletrônico
em lixo comum
HEWLETT PACK ARD BRASIL LTDA (HP)
AV. JOSÉ LUIZ MAZALI Nº 360 - GALPÃO B - P ARTE 1
BAIRRO RESIDENCIAL BURCK - L OUVEIRA/SP - CE P: 13290-000
CNP J: 61.797.924/0007-40
Centro de Informações HP : (11) 4004-7751 ou 0800-7097751
Para maiores informações, inclusive sobre os pontos de recebimento, acesse:
http://www .hp.com.br/reciclar
Bericht aan gebruikers in Californië
De accu die bij dit product wordt meegeleverd kan perchloraat bevatten. Moet mogelijk speciaal
worden behandeld. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate
Programma voor milieubeheer 173
EU-batterijrichtlijn
European Union Battery Directive
This product contains a battery that is used to maintain data integrity of real time clock or product settings and is designed to last the life of the
product. Any attempt to service or replace this battery should be performed by a qualified service technician.
Directive sur les batteries de l'Union Européenne
Ce produit contient une batterie qui permet de maintenir l'intégrité des données pour les paramètres du produit ou l'horloge en temps réel et qui a
été conçue pour durer aussi longtemps que le produit. Toute tentative de réparation ou de remplacement de cette batterie doit être effectuée par un
technicien qualifié.
Batterie-Richtlinie der Europäischen Union
Dieses Produkt enthält eine Batterie, die dazu dient, die Datenintegrität der Echtzeituhr sowie der Produkteinstellungen zu erhalten, und die für die
Lebensdauer des Produkts ausreicht. Im Bedarfsfall sollte das Instandhalten bzw. Austauschen der Batterie von einem qualifizierten Servicetechniker
durchgeführt werden.
Direttiva dell'Unione Europea relativa alla raccolta, al trattamento e allo smaltimento di batterie e accumulatori
Questo prodotto contiene una batteria utilizzata per preservare l'integrità dei dati dell'orologio in tempo reale o delle impostazioni del prodotto e
la sua durata si intende pari a quella del prodotto. Eventuali interventi di riparazione o sostituzione della batteria devono essere eseguiti da un
tecnico dell'assistenza qualificato.
Directiva sobre baterías de la Unión Europea
Este producto contiene una batería que se utiliza para conservar la integridad de los datos del reloj de tiempo real o la configuración del producto
y está diseñada para durar toda la vida útil del producto. El mantenimiento o la sustitución de dicha batería deberá realizarla un técnico de
mantenimiento cualificado.
Směrnice Evropské unie pro nakládání s bateriemi
Tento výrobek obsahuje baterii, která slouží k uchování správných dat hodin reálného času nebo nastavení výrobku. Baterie je navržena tak, aby
vydržela celou životnost výrobku. Jakýkoliv pokus o opravu nebo výměnu baterie by měl provést kvalifikovaný servisní technik.
EU's batteridirektiv
Produktet indeholder et batteri, som bruges til at vedligeholde dataintegriteten for realtidsur- eller produktindstillinger og er beregnet til at holde i
hele produktets levetid. Service på batteriet eller udskiftning bør foretages af en uddannet servicetekniker.
Richtlijn batterijen voor de Europese Unie
Dit product bevat een batterij die wordt gebruikt voor een juiste tijdsaanduiding van de klok en het behoud van de productinstellingen. Bovendien is
deze ontworpen om gedurende de levensduur van het product mee te gaan. Het onderhoud of de vervanging van deze batterij moet door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus worden uitgevoerd.
Euroopa Liidu aku direktiiv
Toode sisaldab akut, mida kasutatakse reaalaja kella andmeühtsuse või toote sätete säilitamiseks. Aku on valmistatud kestma terve toote kasutusaja.
Akut tohib hooldada või vahetada ainult kvalifitseeritud hooldustehnik.
Euroopan unionin paristodirektiivi
Tämä laite sisältää pariston, jota käytetään reaaliaikaisen kellon tietojen ja laitteen asetusten säilyttämiseen. Pariston on suunniteltu kestävän laitteen
koko käyttöiän ajan. Pariston mahdollinen korjaus tai vaihto on jätettävä pätevän huoltohenkilön tehtäväksi.
Οδηγία της Ευρωπαϊκής Ένωσης για τις ηλεκτρικές στήλες
Αυτό το προϊόν περιλαμβάνει μια μπαταρία, η οποία χρησιμοποιείται για τη διατήρηση της ακεραιότητας των δεδομένων ρολογιού πραγματικού
χρόνου ή των ρυθμίσεων προϊόντος και έχει σχεδιαστεί έτσι ώστε να διαρκέσει όσο και το προϊόν. Τυχόν απόπειρες επιδιόρθωσης ή αντικατάστασης
αυτής της μπαταρίας θα πρέπει να πραγματοποιούνται από κατάλληλα εκπαιδευμένο τεχνικό.
Az Európai unió telepek és akkumulátorok direktívája
A termék tartalmaz egy elemet, melynek feladata az, hogy biztosítsa a valós idejű óra vagy a termék beállításainak adatintegritását. Az elem úgy
van tervezve, hogy végig kitartson a termék használata során. Az elem bármilyen javítását vagy cseréjét csak képzett szakember végezheti el.
Eiropas Savienības Bateriju direktīva
Produktam ir baterija, ko izmanto reālā laika pulksteņa vai produkta iestatījumu datu integritātes saglabāšanai, un tā ir paredzēta visam produkta
dzīves ciklam. Jebkura apkope vai baterijas nomaiņa ir jāveic atbilstoši kvalificētam darbiniekam.
Europos Sąjungos baterijų ir akumuliatorių direktyva
Šiame gaminyje yra baterija, kuri naudojama, kad būtų galima prižiūrėti realaus laiko laikrodžio veikimą arba gaminio nuostatas; ji skirta veikti
visą gaminio eksploatavimo laiką. Bet kokius šios baterijos aptarnavimo arba keitimo darbus turi atlikti kvalifikuotas aptarnavimo technikas.
Dyrektywa Unii Europejskiej w sprawie baterii i akumulatorów
Produkt zawiera baterię wykorzystywaną do zachowania integralności danych zegara czasu rzeczywistego lub ustawień produktu, która
podtrzymuje działanie produktu. Przegląd lub wymiana baterii powinny być wykonywane wyłącznie przez uprawnionego technika serwisu.
Diretiva sobre baterias da União Européia
Este produto contém uma bateria que é usada para manter a integridade dos dados do relógio em tempo real ou das configurações do produto e
é projetada para ter a mesma duração que este. Qualquer tentativa de consertar ou substituir essa bateria deve ser realizada por um técnico
qualificado.
Smernica Európskej únie pre zaobchádzanie s batériami
Tento výrobok obsahuje batériu, ktorá slúži na uchovanie správnych údajov hodín reálneho času alebo nastavení výrobku. Batéria je skonštruovaná
tak, aby vydržala celú životnosť výrobku. Akýkoľvek pokus o opravu alebo výmenu batérie by mal vykonať kvalifikovaný servisný technik.
Direktiva Evropske unije o baterijah in akumulatorjih
V tem izdelku je baterija, ki zagotavlja natančnost podatkov ure v realnem času ali nastavitev izdelka v celotni življenjski dobi izdelka. Kakršno koli
popravilo ali zamenjavo te baterije lahko izvede le pooblaščeni tehnik.
EU:s batteridirektiv
Produkten innehåller ett batteri som används för att upprätthålla data i realtidsklockan och produktinställningarna. Batteriet ska räcka produktens
hela livslängd. Endast kvalificerade servicetekniker får utföra service på batteriet och byta ut det.
Директива за батерии на Европейския съюз
Този продукт съдържа батерия, която се използва за поддържане на целостта на данните на часовника в реално време или настройките за
продукта, създадена на издържи през целия живот на продукта. Сервизът или замяната на батерията трябва да се извършва от квалиф
ициран
техник.
Directiva Uniunii Europene referitoare la baterii
Acest produs conţine o baterie care este utilizată pentru a menţine integritatea datelor ceasului de timp real sau setărilor produsului şi care este
proiectată să funcţioneze pe întreaga durată de viaţă a produsului. Orice lucrare de service sau de înlocuire a acestei baterii trebuie efectuată de
un tehnician de service calificat.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortuguêsSlovenčinaSlovenščinaSvenskaБългарскиRomână
Bijlage A
174 Technische informatie
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne)
Beperking voor gevaarlijke producten (India)
Restriction of hazardous substances (India)
This product complies with the "India E-waste (Management and Handling) Rule 2011" and
prohibits use of lead, mercury, hexavalent chromium, polybrominated biphenyls or
polybrominated diphenyl ethers in concentrations exceeding 0.1 weight % and 0.01 weight
% for cadmium, except for the exemptions set in Schedule 2 of the Rule.
Programma voor milieubeheer 175
Licenties van derden
LICENSE.aes-pubdom--crypto
---------------------
/* rijndael-alg-fst.c
*
* @version 3.0 (December 2000)
*
* Optimised ANSI C code for the Rijndael cipher (now AES)
*
* @author Vincent Rijmen <vin[email protected]>
* @author Antoon Bosselaers <[email protected]>
* @author Paulo Barreto <pa[email protected]>
*
* This code is hereby placed in the public domain.
*
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE AUTHORS ''AS IS'' AND ANY EXPRESS
* OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
* WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE
* ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR CONTRIBUTORS BE
* LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
* CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
* SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR
* BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
* WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
* OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE,
* EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
*/
LICENSE.expat-mit--expat
---------------------
Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd
Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining
a copy of this software and associated documentation files (the
"Software"), to deal in the Software without restriction, including
without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish,
distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to
permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to
the following conditions:
The above copyright notice and this permission notice shall be included
in all copies or substantial portions of the Software.
Bijlage A
176 Technische informatie
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND,
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT.
IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY
CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT,
TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE
SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE.
LICENSE.hmac-sha2-bsd--nos_crypto
---------------------
/* HMAC-SHA-224/256/384/512 implementation
* Last update: 06/15/2005
* Issue date: 06/15/2005
*
* Copyright (C) 2005 Olivier Gay <[email protected]>
* All rights reserved.
*
* Redistribution and use in source and binary forms, with or without
* modification, are permitted provided that the following conditions
* are met:
* 1. Redistributions of source code must retain the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer.
* 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
* documentation and/or other materials provided with the distribution.
* 3. Neither the name of the project nor the names of its contributors
* may be used to endorse or promote products derived from this software
* without specific prior written permission.
*
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND
* ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
* IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
* PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE PROJECT OR CONTRIBUTORS
* BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
* CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
* SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR
* BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
* WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
* OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF
* ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
*/
LICENSE.open_ssl--open_ssl
---------------------
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young ([email protected])
All rights reserved.
Licenties van derden 177
This package is an SSL implementation written
by Eric Young ([email protected]).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as
the following conditions are aheared to. The following conditions
apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA,
lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation
included with this distribution is covered by the same copyright terms
except that the holder is Tim Hudson ([email protected]).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in
the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or
in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions
are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by
Eric Young ([email protected])"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND
ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE
LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
Bijlage A
178 Technische informatie
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence
[including the GNU Public Licence.]
====================================================================
Copyright (c) 1998-2001 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions
are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in
the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this
software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to
endorse or promote products derived from this software without
prior written permission. For written permission, please contact
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written
permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY
EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
Licenties van derden 179
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL,
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;
LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
====================================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
([email protected]). This product includes software written by Tim
====================================================================
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions
are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in
the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this
software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to
endorse or promote products derived from this software without
prior written permission. For written permission, please contact
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL"
nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written
permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
Bijlage A
180 Technische informatie
"This product includes software developed by the OpenSSL Project
for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY
EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL,
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;
LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT,
STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
====================================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
([email protected]). This product includes software written by Tim
====================================================================
Copyright 2002 Sun Microsystems, Inc. ALL RIGHTS RESERVED.
ECC cipher suite support in OpenSSL originally developed by
SUN MICROSYSTEMS, INC., and contributed to the OpenSSL project.
LICENSE.sha2-bsd--nos_crypto
---------------------
/* FIPS 180-2 SHA-224/256/384/512 implementation
* Last update: 02/02/2007
* Issue date: 04/30/2005
*
* Copyright (C) 2005, 2007 Olivier Gay <[email protected]>
* All rights reserved.
*
* Redistribution and use in source and binary forms, with or without
* modification, are permitted provided that the following conditions
* are met:
* 1. Redistributions of source code must retain the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer.
* 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
* notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
* documentation and/or other materials provided with the distribution.
* 3. Neither the name of the project nor the names of its contributors
Licenties van derden 181
* may be used to endorse or promote products derived from this software
* without specific prior written permission.
*
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND
* ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
* IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
* PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE PROJECT OR CONTRIBUTORS
* BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
* CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
* SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
* INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
* CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
* ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF
* THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
*/
LICENSE.zlib--zlib
---------------------
zlib.h -- interface of the 'zlib' general purpose compression library
version 1.2.3, July 18th, 2005
Copyright (C) 1995-2005 Jean-loup Gailly and Mark Adler
This software is provided 'as-is', without any express or implied
warranty. In no event will the authors be held liable for any damages
arising from the use of this software.
Permission is granted to anyone to use this software for any purpose,
including commercial applications, and to alter it and redistribute it
freely, subject to the following restrictions:
1. The origin of this software must not be misrepresented; you must not
claim that you wrote the original software. If you use this software
in a product, an acknowledgment in the product documentation would be
appreciated but is not required.
2. Altered source versions must be plainly marked as such, and must not be
misrepresented as being the original software.
3. This notice may not be removed or altered from any source distribution.
Jean-loup Gailly Mark Adler
The data format used by the zlib library is described by RFCs (Request for
Comments) 1950 to 1952 in the files http://www.ietf.org/rfc/rfc1950.txt
(zlib format), rfc1951.txt (deflate format) and rfc1952.txt (gzip format).
Bijlage A
182 Technische informatie
Licenties van derden 183
B HP-benodigdheden en -
accessoires
Dit hoofdstuk biedt informatie over HP-benodigdheden en -accessoires voor de printer. De
informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP
(
www.hpshopping.com ) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Open de HP-software die bij uw printer is geleverd en klik op Winkelen om online benodigdheden
te bestellen of om een boodschappenlijstje te maken dat u kunt afdrukken. Selecteer Online
toebehoren kopen. De HP-software uploadt, met uw toestemming, informatie over de printer,
waaronder modelnummer, serienummer en geschatte inktniveaus. De HP-benodigdheden die in
uw printer werken worden voorgeselecteerd. U kunt hoeveelheden aanpassen, items toevoegen
of verwijderen, en de lijst vervolgens afdrukken of online kopen bij de HP-winkel of bij andere
online verkopers (opties verschillen per land/regio). Cartridgegegevens en links naar online
shopping worden ook weergegeven op waarschuwingsberichten met betrekking tot inkt.
U kunt ook online bestellen door te gaan naar
www.hp.com/buy/supplies. Selecteer desgevraagd
uw land of regio en volg daarna de aanwijzingen om uw printer te selecteren en vervolgens het
toebehoren dat u nodig hebt.
Opmerking Online inktcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen
hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een
boodschappenlijstje afdrukken. Verder kunt u de optie "Hoe kopen" selecteren bovenaan de
pagina
www.hp.com/buy/supplies om informatie te krijgen over het kopen van HP-producten
in uw land.
Benodigdheden
inktcartridges
HP-afdrukmateriaal
inktcartridges
Online inktcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter
informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje
afdrukken. Verder kunt u de optie "Hoe kopen" selecteren bovenaan de pagina
www.hp.com/buy/
supplies om informatie te krijgen over het kopen van HP-producten in uw land.
184 HP-benodigdheden en -accessoires
Vervang alleen door cartridges met hetzelfde nummer als de inktcartridges die u wilt vervangen.
Het nummer van de cartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen:
In de geïntegreerde webserver als u klikt op het tabblad Hulpprogramma 's en u
vervolgens onder Productinformatie klikt op Inktmeter. Raadpleeg Geïntegreerde
webserver voor meer informatie.
In het printerstatusrapport (zie
Het printerstatusrapport begrijpen).
Op het etiket van de inktcartridge die u gaat vervangen.
Op een sticker aan de binnenkant van de printer.
Let op De installatie-inktcartridge die bij de printer is geleverd, is niet afzonderlijk te
koop. U vindt het juiste cartridgenummer via de EWS, in het printerstatusrapport of op
de sticker aan de binnenkant van de printer.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge aan te schaffen op het
moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het
afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot u dit wordt gevraagd.
HP-afdrukmateriaal
Als u afdrukmateriaal wilt bestellen, zoals HP Premium Papier gaat u naar www.hp.com.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Alle
papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest
om te voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid
en afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere,
levendige kleuren, donkerder zwart, die sneller drogen dan
andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier met het
ColorLok-logo dat bestaat in verscheidene formaten en
gewichten en gemaakt wordt door verschillende fabrikanten.
Benodigdheden 185
C Bijkomende faxinstallatie
Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp
van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte
gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
In dit gedeelte leest u hoe u de printer zo kunt instellen dat u een fax kunt verzenden zonder dat
er problemen ontstaan met de reeds aanwezige apparatuur en services die van dezelfde
telefoonlijn gebruikmaken als het apparaat.
Tip U kunt ook de wizard Faxinstallatie (Windows) of het HP Apparaatbeheer (Mac OS X)
gebruiken om snel een aantal belangrijke faxopties in te stellen, zoals de antwoordmodus en
de informatie van de faxkopregel. U kunt toegang krijgen tot deze tools via de HP-software
die u met de printer hebt geïnstalleerd. Nadat u deze tools hebt uitgevoerd, moet u de
procedures in dit deel volgen om de faxinstallatie te voltooien.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)
Seriële faxinstallatie
Test Faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)
Voordat u begint met het instellen van de printer voor het uitvoeren van faxtaken, moet u
vaststellen wat voor soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De instructies voor het
instellen van de fax verschillen afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel
telefoonsysteem hebt.
Als uw land of regio niet in de tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk een serieel
telefoonsysteem. Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type connector op uw
gedeelde apparatuur voor telefonie (modems, telefoon en antwoordapparaten) niet fysiek
worden aangesloten op de 2-EXT-poort op de printer. In dit geval moet alle apparatuur
worden aangesloten op de telefoonaansluiting.
Opmerking In sommige landen/regio's waar seriële telefoonsystemen worden
gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij de printer is meegeleverd soms voorzien van een
extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op dezelfde
telefoonaansluiting aansluiten waarop ook de printer is aangesloten.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Als uw land of regio in de tabel voorkomt, hebt u waarschijnlijk een parallel
telefoonsysteem. Als u een parallel telefoonsysteem gebruikt, kunt u gedeelde apparatuur
voor telefonie aansluiten op de telefoonlijn via de poort "2-EXT" aan de achterzijde van de
printer.
Opmerking Wij raden u in dat geval aan om het apparaat aan te sluiten op de
telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Tabel C-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem
Argentinië Australië Brazilië
Canada Chili China
186 Bijkomende faxinstallatie
Colombia Griekenland India
Indonesië Ierland Japan
Korea Latijns-Amerika Maleisië
Mexico Filippijnen Polen
Portugal Rusland Saoedi-Arabië
Singapore Spanje Taiwan
Thailand VS Venezuela
Vietnam
Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat
navragen bij uw telefoonmaatschappij.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Situatie B: De printer configureren voor DSL
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen
binnen)
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en
een antwoordapparaat
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor
inbellen en voicemail
De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor
Om goed te faxen, moet u weten welke apparatuur en diensten (indien van toepassing) dezelfde
telefoonlijn delen met de printer. Dit is belangrijk omdat u mogelijk een deel van uw bestaande
kantoorapparatuur direct op de printer moet aansluiten en ook mogelijk faxinstellingen moet
wijzigen voordat u goed kunt faxen.
1. Bepaal of uw telefoonsysteem serieel of parallel is. Zie
Faxen instellen (parallelle
telefoonsystemen).
a. Serieel telefoonsysteem - zie Seriële faxinstallatie.
b. Parallel telefoonsysteem - ga naar stap 2.
2. Selecteer de combinatie van apparatuur en diensten die uw faxlijn deelt.
DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij.
(DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
PBX: U hebt een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange) of een ISDN-
systeem (Integrated Services Digital Network).
Abonnement op specifieke belsignalen: Een abonnement op specifieke belsignalen
bij uw telefoonmaatschappij biedt meerdere telefoonnummers met verschillende
belpatronen.
Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg)
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 187
Gespreksoproepen: Gespreksoproepen worden ontvangen op hetzelfde
telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met de
printer.
Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde
telefoonlijn als de printer. Als u een van de volgende vragen met Ja beantwoordt,
maakt u gebruik van een computermodem:
Kunt u rechtstreeks vanuit computertoepassingen faxberichten verzenden en
ontvangen via een inbelverbinding?
Verzendt en ontvangt u e-mailberichten op uw computer via een
inbelverbinding?
Maakt u verbinding met Internet door middel van een inbelverbinding?
Antwoordapparaat: Een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op
hetzelfde telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op
de printer.
Voicemail-service: Een voice-mailservice bij uw telefoonmaatschappij op hetzelfde
nummer dat u gebruikt voor faxoproepen op de printer.
3. Selecteer in volgende tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw
kantoor wordt gebruikt. Zoek vervolgens de aanbevolen faxinstelling. Voor elke situatie
vindt u in de volgende gedeelten stapsgewijze instructies.
Opmerking Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de
printer in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is
meegeleverd in de doos aan op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met
het label 1-LINE achter op de printer. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk
problemen ondervinden met het verzenden en ontvangen van faxen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen Aanbevolen
installatiemethode
fax
DSL PBX Abonne
ment
op
specifie
ke
belsign
alen
Gespr
eksop
roepe
n
Computer
modem
voor
inbellen
Antwoord
apparaat
Voicem
ailservi
ce
Situatie A: Aparte
faxlijn (er worden
geen
gespreksoproepen
ontvangen)
Situatie B: De printer
configureren voor
DSL
Situatie C: De printer
configureren met een
PBX-
telefoonsysteem of
een ISDN-lijn
Situatie D: Fax met
een specifiek
Bijlage C
188 Bijkomende faxinstallatie
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen Aanbevolen
installatiemethode
fax
DSL PBX Abonne
ment
op
specifie
ke
belsign
alen
Gespr
eksop
roepe
n
Computer
modem
voor
inbellen
Antwoord
apparaat
Voicem
ailservi
ce
belsignaal op
dezelfde lijn
Situatie E: Gedeelde
telefoon-/faxlijn
Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail
Situatie G: Gedeelde
faxlijn met
computermodem (er
komen geen
gespreksoproepen
binnen)
Situatie H: Gedeelde
lijn voor gespreks-
en faxoproepen met
computermodem
Situatie I: Gedeelde
lijn voor gesprekken/
fax met
antwoordapparaat
Situatie J: Gedeelde
lijn voor zowel
gespreks- als
faxoproepen, een
computermodem en
een
antwoordapparaat
Situatie K: Gedeelde
lijn voor gespreks-
en faxoproepen met
een computermodem
voor inbellen en
voicemail
(vervolg)
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 189
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere
apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt
beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
De printer instellen met een aparte faxlijn
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
4. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Bijlage C
190 Bijkomende faxinstallatie
Situatie B: De printer configureren voor DSL
Als u een DSL-service hebt via uw telefoonmaatschappij en geen apparatuur op de printer
aansluit, volg dan de instructies in dit gedeelte om een DSL-filter aan te sluiten tussen de
telefoonaansluiting en de printer. Het DSL-filter verwijdert het digitale signaal dat de printer kan
verstoren, zodat de printer goed kan communiceren met de telefoonlijn. (DSL wordt in uw land/
regio mogelijk ADSL genoemd.)
Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met de
printer geen faxberichten verzenden en ontvangen.
Achteraanzicht van de printer
1
32
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer
3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
De printer installeren met een DSL-lijn
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
open poort op de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de
printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-filter aan te sluiten op de
printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
Aangezien er slechts één telefoonsnoer wordt geleverd, hebt u voor deze installatie
mogelijk extra snoeren nodig.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 191
3. Maak met een extra telefoonsnoer een verbinding van de DSL-filter naar de
wandcontactdoos.
4. Voer een faxtest uit.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen:
Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX-
of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is
ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
Opmerking Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor
specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een
telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds
problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/telefoonpoort van uw
ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele
poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
Als u gebruik maakt van een telefooncentrale (PBX), stelt u de wisselgesprektoon in op 'uit'.
Opmerking Vele digitale PBX-systemen hebben een wachttoon die standaard op
"aan" is ingesteld. De wachttoon verstoort de overdracht van faxen, waardoor u geen
faxen kunt verzenden of ontvangen met de printer. Raadpleeg de documentatie die bij
uw PBX-telefoonsysteem is geleverd voor instructie over hoe u de wachttoon kunt
uitschakelen.
Als u een PBX-telefooncentrale hebt, draait u het nummer van een buitenlijn voordat u het
faxnummer draait.
Zorg ervoor dat u het meegeleverde snoer gebruikt om de verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de printer. Anders kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
Indien het meegeleverde telefoonsnoer te kort is, kunt u een verlengsnoer kopen bij uw
plaatselijke elektronicahandel.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Bijlage C
192 Bijkomende faxinstallatie
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw
telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers
waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 193
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon dat de
telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend.
Opmerking De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden.
Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is
toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel
telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de
printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon
bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen. Raadpleeg
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer informatie.
4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
5. Voer een faxtest uit.
De printer beantwoordt automatisch inkomende oproepen met het belpatroon dat u hebt
geselecteerd (de instelling Specifiek belsignaal) na het aantal belsignalen dat u hebt
geselecteerd (de instelling Hoe vaak overgaan). De printer begint tonen voor het ontvangen van
een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen andere
kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in
dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
3 Telefoon (optioneel)
Bijlage C
194 Bijkomende faxinstallatie
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met
het label 2-EXT achter op de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze
poort.
Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de
printerkabel aansluiten met de seriestekker.
3. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden:
automatisch of handmatig:
Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt
het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten
automatisch. De printer kan in dit geval geen onderscheid maken tussen fax- en
gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u
antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt. Stel de printer in op
automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden in te schakelen.
Als u de printer instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om
de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de printer anders geen faxen
kan ontvangen. Stel de printer in op het handmatig beantwoorden van
binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden uit te schakelen.
4. Voer een faxtest uit.
Als u de telefoon opneemt voordat de printer reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat
dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u via uw
telefoonmaatschappij bent geabonneerd op een voicemailservice, stelt u de printer in zoals in dit
deel wordt beschreven.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen
gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen,
wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw
telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om
een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 195
Achteraanzicht van de printer
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
Instellen van de printer met voicemail
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
2. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
3. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de
printer geen faxen ontvangen. U moet de handmatige fax starten voordat de voicemail opneemt.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop wel een
computermodem is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit gedeelte is beschreven.
Bijlage C
196 Bijkomende faxinstallatie
Opmerking Indien u een inbelmodem hebt op uw computer, deelt deze de telefoonlijn met
de printer. U kunt niet tegelijkertijd uw modem en de printer gebruiken. U kunt bijvoorbeeld
niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-
mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
De printer installeren met een computermodem voor inbellen
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
De printer installeren met een computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze
aanwijzingen om de printer te installeren.
Achteraanzicht van de printer
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
3 Computer met modem
De printer instellen met een computermodem voor inbellen
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 197
4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
Als u een DSL-lijn hebt en die gebruikt om te faxen, volg dan deze aanwijzingen om uw fax te
installeren.
1
4
2 53
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
Sluit een uiteinde van de telefoonaansluiting die bij de printer was
meegeleverd aan op de 1-LINE-poort aan de achterkant van de printer.
Sluit het andere ruiteinde van het snoer aan op het DSL-/ADSL-filter.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
4 Computer
5 DSL/ADSL-computermodem
Bijlage C
198 Bijkomende faxinstallatie
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten
aan de achterzijde.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-filter aan te sluiten op de
achterkant van de printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
3. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
4. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
5. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
6. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde lijn faxt en telefoongesprekken maakt, volg dan deze aanwijzingen voor het
installeren van de fax.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 199
Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
Achteraanzicht van de printer
5
4
3
2
1
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met
de 1-LINE-poort.
3 Parallelle splitter
4 Computer met modem
5 Telefoon
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
Bijlage C
200 Bijkomende faxinstallatie
4. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
6. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden:
automatisch of handmatig:
Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt
het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten
automatisch. De printer kan in dit geval geen onderscheid maken tussen fax- en
gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u
antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt. Stel de printer in op
automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch
antwoorden in te schakelen.
Als u de printer instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om
de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de printer anders geen faxen
kan ontvangen. Stel de printer in op het handmatig beantwoorden van
binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden uit te schakelen.
7. Voer een faxtest uit.
Als u de telefoon opneemt voordat de printer reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat
dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Als u op uw telefoonlijn gesprekken voert, faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg
dan deze aanwijzingen om de fax te installeren.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 201
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem
Volg deze instructies als uw computer beschikt over een DSL/ADSL-modem
1
1
7
5
4
2
3
7
3
6
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de
achterzijde van de printer.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
5DSL/ADSL-modem
6 Computer
7 Telefoon
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten
aan de achterzijde.
Bijlage C
202 Bijkomende faxinstallatie
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen
met de DSL-dienst, moeten met extra DSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens
telefoongesprekken te voorkomen.
2. Met het bij de printer geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met de DSL-filter
en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-filter aan te sluiten op de
printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
3. Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het
label 2-EXT achter op de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort.
4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u
hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen
van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de
printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Achteraanzicht van de printer
1
2
3 4
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 203
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de
achterzijde van de printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
3 Antwoordapparaat
4 Telefoon (optioneel)
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de poort
met het label 2-EXT achter op de printer.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit,
worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen
door het antwoordapparaat en kunt u mogelijk geen faxberichten ontvangen met de
printer.
3. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u
voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat,
kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het
antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze
verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.
5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor
de printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.)
8. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Bijlage C
204 Bijkomende faxinstallatie
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
computermodem en een antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de
printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Opmerking Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de
modem en de printer niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken
om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te
surfen op internet.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en
een antwoordapparaat
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een
antwoordapparaat
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
Achteraanzicht van de printer
1
3
2
7
6 5 4
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 205
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Computer met modem
7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met
de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting op de wand en sluit het
apparaat aan op de poortuitgang achter op de computer (het computerinbelmodem).
4. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u
voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat,
kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het
antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze
verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
7. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
9. Wijzig de instelling Belsignalen voor overgaan op de printer en stel het maximale aantal
belsignalen in dat door uw apparaat wordt ondersteund. (Het maximum aantal belsignalen
varieert per land/regio.)
10. Voer een faxtest uit.
Bijlage C
206 Bijkomende faxinstallatie
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat
1
1
8
8
3
3
7
2
6
5
4
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
4 Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan
de achterzijde van de printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
5DSL/ADSL-modem
6 Computer
7 Antwoordapparaat
8 Telefoon (optioneel)
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten
aan de achterzijde.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 207
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider.
Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen
met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis
tijdens telefoongesprekken te voorkomen.
2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
DSL-/ADSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u niet het meegeleverde snoer gebruikt om het DSL-/ADSL-filter aan te sluiten op
de printer, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
3. Verbind de DSL/ADSL-filter met de splitter.
4. Koppel het antwoordapparaat los van de wandcontactdoos en sluit het aan op de poort met
het label 2-EXT achter op de printer.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit,
worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen
door het antwoordapparaat en kunt u mogelijk geen faxberichten ontvangen met de
printer.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
8. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor
de printer mogelijk is.
Opmerking Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.
9. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat
een bericht opnemen.
Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze
aanwijzingen om de fax te installeren.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail
Stel de printer in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als
faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten
en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld.
Bijlage C
208 Bijkomende faxinstallatie
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen
gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen,
wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw
telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om
een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de modem en de printer
niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de
computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler)
aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft
een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen
telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-
poorten aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de printer als volgt
configureren:
Achteraanzicht van de printer
1
4
2
3
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit
met de 1-LINE-poort
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 209
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de
adapter voor uw land/regio.
3 Computer met modem
4 Telefoon
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van
de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de
printer.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op
de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor
gebruikt.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op
de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
6. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
7. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de
printer geen faxen ontvangen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Seriële faxinstallatie
Raadpleeg de faxconfiguratiewebsite voor uw land/regio voor informatie over hoe u de printer
installeert om te faxen met een serieel telefoonsysteem.
Oostenrijk
www.hp.com/at/faxconfig
Duitsland
www.hp.com/de/faxconfig
Zwitserland (Frans)
www.hp.com/ch/fr/faxconfig
Zwitserland (Duits)
www.hp.com/ch/de/faxconfig
Verenigd Koninkrijk
www.hp.com/uk/faxconfig
Finland
www.hp.fi/faxconfig
Denemarken
www.hp.dk/faxconfig
Zweden
www.hp.se/faxconfig
Bijlage C
210 Bijkomende faxinstallatie
Noorwegen www.hp.no/faxconfig
Nederland
www.hp.nl/faxconfig
België (Nederlands)
www.hp.be/nl/faxconfig
België (Franstalig)
www.hp.be/fr/faxconfig
Portugal
www.hp.pt/faxconfig
Spanje
www.hp.es/faxconfig
Frankrijk
www.hp.com/fr/faxconfig
Ierland
www.hp.com/ie/faxconfig
Italië
www.hp.com/it/faxconfig
Test Faxinstallatie
U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de
instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor
faxen. De test controleert het volgende:
Test de faxhardware
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op de printer
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten
Controleert de aanwezigheid van een kiestoon
Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
De printer drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport
voor informatie over het oplossen van het probleem en voert u de test opnieuw uit.
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer
1. Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op
kantoor.
2. Zorg ervoor dat de inktcartridges zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in de
invoerlade zijn geplaatst voor u met de test begint.
3. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan en raak vervolgens
Installatie aan.
4. Raak Hulpprogramma's aan, en raak daarna Faxtest uitvoeren aan.
De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van
problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de
aangetroffen problemen.
(vervolg)
Test Faxinstallatie 211
D Netwerkinstallatie
U kunt de netwerkinstellingen voor de printer beheren via het bedieningspaneel van de printer,
zoals is beschreven in het volgende gedeelte. Voor geavanceerde instellingen kunt u de
geïntegreerde webserver gebruiken. De geïntegreerde webserver is een configuratie- en
statushulpmiddel dat u kunt openen via een bestaande netwerkverbinding met de printer.
Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De printer instellen voor draadloze communicatie
Basisnetwerkinstellingen wijzigen
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen
De HP-software volledig verwijderen en opnieuw installeren
De printer instellen voor draadloze communicatie
U kunt de printer configureren voor draadloze communicatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voordat u begint
De printer instellen op uw draadloos netwerk
De printer instellen door middel van de HP printersoftware (Aanbevolen)
De printer aansluiten met de wizard Draadloze installatie
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS)
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
De verbindingsmethode wijzigen
De draadloze verbinding testen
Richtlijnen om de beveiliging van het draadloos netwerk te garanderen
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk
Opmerking Zie Problemen met draadloze verbindingen oplossen als u problemen hebt bij
het aansluiten van de printer.
Tip Voor meer informatie over het instellen en draadloos gebruiken van de printer, gaat u
naar het HP-centrum voor draadloos afdrukken (
www.hp.com/go/wirelessprinting).
Voordat u begint
Controleer het volgende voordat u een draadloze verbinding instelt:
De printer mag niet via een netwerkkabel op het netwerk aangesloten zijn.
Het draadloos netwerk moet juist zijn ingesteld en correct werken.
De printer en de computers die de printer gebruiken, moeten op hetzelfde netwerk worden
aangesloten (subnet).
Bij het aansluiten van de printer, wordt u mogelijk gevraagd om de naam van het draadloos
netwerk (SSID) en een draadloos wachtwoord in te voeren:
De draadloze netwerknaam is de naam van uw draadloos netwerk.
Het draadloze wachtwoord voorkomt dat andere personen zonder toestemming verbinding
maken met uw draadloos netwerk. Afhankelijk van het vereiste beveiligingsniveau, kan uw
draadloos netwerk een WPA-sleutel of een WEP-code gebruiken.
Als u de netwerknaam of de beveiligingscode niet hebt gewijzigd sinds het instellen van uw
draadloos netwerk, kunt u deze soms terugvinden op de achterkant of zijkant van de draadloze
router.
212 Netwerkinstallatie
Als u de netwerknaam of de beveiligingscode niet kunt terugvinden of deze informatie vergeten
bent, raadpleegt u de documentatie die bij de computer of de draadloze router is geleverd. Als u
deze informatie nog steeds niet kunt vinden, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of
de persoon die het draadloos netwerk heeft ingesteld.
Tip Als u een computer met Windows gebruikt, biedt HP een tool genaamd HP Home
Network Diagnostic Utility, dat u helpt bij het ophalen van deze informatie voor sommige
systemen. Om deze tool te gebruiken gaat u naar het HP Wireless Printing Center
www.hp.com/go/wirelessprinting, en klikt u op Diagnostisch netwerkhulpprogramma in de
sectie Quick Links. (Deze tool is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen).
De printer instellen op uw draadloos netwerk
Om de printer in te stellen op uw draadloos netwerk, gebruikt u een van de volgende methoden:
De printer aansluiten met de Wizard Draadloze installatie (Aangeraden).
De printer instellen door middel van de HP-printersoftware (Aanbevolen)
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS)
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
Opmerking Als u de printer al hebt gebruikt met een ander verbindingstype, zoals een USB-
verbinding, volgt u de instructies in
De verbindingsmethode wijzigen om de printer in te stellen
op uw draadloos netwerk.
De printer instellen door middel van de HP printersoftware (Aanbevolen)
Naast het activeren van de hoofdfucties van de printer, kunt u de HP-printersoftware die bij uw
printer is geleverd, gebruiken om een draadloze verbinding in te stellen.
Als u de printer al hebt gebruikt met een ander verbindingstype, zoals een USB-verbinding, volgt
u de instructies in
De verbindingsmethode wijzigen om de printer in te stellen op uw draadloos
netwerk.
De printer aansluiten met de wizard Draadloze installatie
De wizard Draadloze installatie biedt u een eenvoudige methode voor het installeren en het
beheren van een draadloze verbinding met het bedieningspaneel van de printer.
1. Installeer de printerhardware. Raadpleeg de beknopte gebruikershandleiding of de
installatieposter die bij uw printer is geleverd.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan, raak daarna Installatie
aan, en kies vervolgens Netwerk.
3. Raak Wizard Draadloze installatie aan en raak daarna OK aan.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Als u de naam van het draadloos netwerk (SSID) en het draadloos wachtwoord
(WPA-code, WEB-sleutel), zie
Voordat u begint.
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS)
WiFi-beschermde instellingen (WPS) laat u toe om de printer snel in te stellen op uw draadloos
netwerk, zonder de naam van het draadloos netwerk (SSID), een draadloos wachtwoord (WPA-
code, WEP-sleutel) of andere draadloze instellingen te hoeven invoeren.
Opmerking Stel uw draadloos netwerk enkel in met WPS als uw draadloos netwerk gebruik
maakt van WPA-gegevenscodering. Als uw draadloos netwerk gebruik maakt van WEP maar
geen codering, gebruikt u een van de andere methodes in deze sectie om de printer in te
stellen op uw draadloos netwerk.
De printer instellen voor draadloze communicatie 213
Opmerking Controleer voor het gebruik van WPS of uw draadloze router of draadloze
toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS. Routers met ondersteuning voor WPS bevatten
vaak een knop
(WPS) of een knop met de naam “WPS”.
U kunt een van de volgende methodes gebruiken om de printer in te stellen met WPS:
Eén druk op de knop: Gebruik de knop
(WPS) of WPS op uw router, indien aanwezig.
PIN-methode: Voer de PIN-code in die is gegenereerd door de printer in de
configuratiesoftware van de router.
De printer aansluiten door middel van de drukknopmethode
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan, raak daarna Installatie
aan, en kies vervolgens Netwerk.
2. Klik op Wi-Fi protected Setup en volg de aanwijzingen op het scherm.
3. Raak indien gevraagd Drukknop aan.
4. Houdt de WPS-knop op de draadloze router of het draadloze toeganspunt ingedrukt
gedurende 3 seconden. Wacht 2 minuten. Als de printer succesvol verbinding maakt, stopt
het Draadloos-lampje met knipperen maar blijft het verlicht.
De printer aansluiten met de PIN-methode
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan, raak Installatie aan, en
kies dan Netwerk.
2. Klik op Wi-Fi Protected Setup en volg de aanwijzingen op het scherm.
3. Kies PIN wanneer dit wordt gevraagd. De WPS PIN verschijnt op het scherm.
4. Open de configuratiehulpprogramma's of software voor de draadloze router of draadloos
toegangspunt en voer de WPS PIN in.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die bij de router of het draadloze
toegangspunt is geleverd voor meer informatie over het gebruik van het
configuratiehulpmiddel.
Wacht ongeveer 2 minuten. Als de printer succesvol verbinding maakt, stopt het
Draadloos-lampje met knipperen maar blijft het verlicht.
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de geïntegreerde webserver (EWS) van de
printer gebruiken om een draadloze verbinding in te stellen.
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg
De geïntegreerde webserver openen
voor meer informatie.
2. In het tabblad Home, klikt u op Wizard Draadloze installatie in het vakje Setup.
3. Volg de instructies op het scherm.
Tip U kunt ook een draadloze verbinding instellen door individuele draadloos-instellingen in
te voeren of te wijzigen. Om deze instellingen te wijzigen klikt u in het tabblad Netwerk, op
Geavanceerd in de sectie Draadloos (802.11) aan de linkerkant, wijzig de draadloos-
instellingen en klik op Toepassen.
De verbindingsmethode wijzigen
Nadat u de HP-software hebt geïnstalleerd en de printer hebt aangesloten op uw computer of een
netwerk, kunt u de HP-software gebruiken om het verbindingstype te wijzigen (bijvoorbeeld van
een USB-verbinding naar een draadloze verbinding).
Bijlage D
214 Netwerkinstallatie
Opmerking Indien u overschakelt op een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat
een Ethernet-kabel niet werd aangesloten op de printer. Als er een Ethernet-kabel wordt
aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer
uitgeschakeld. U kan ook worden gevraagd om tijdelijk een USB-kabel aan te sluiten tijdens
het set-upproces.
Een Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan, raak dan Installatie aan,
en kies vervolgens Netwerk.
2. Raak Wizard Draadloze installatie aan en raak daarna OK aan.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Als u de naam van het draadloos netwerk (SSID) en het draadloos wachtwoord
(WPA-code, WEB-sleutel) niet kunt vinden, zie
Voordat u begint.
Een USB-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, klik op HP, selecteer uw printernaam en klik op Software en
printerinstellingen.
2. Klik op Een nieuwe printer aansluiten, en klik vervolgens op Een USB-aangesloten
printer omschakelen naar draadloos.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Mac OS X
1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg
Het HP-hulpprogramma openen voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm.
Een draadloze verbinding wijzigen in een USB- of Ethernet-verbinding
Om om te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding, sluit u
de USB- of Ethernet-kabel aan op de printer.
Opmerking Als u een computer met Mac OS X gebruikt, voegt u de printer toe aan de
afdrukwachtrij. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock, klik op Afdrukken en Faxen of
Afdrukken en Scannen in de sectie Hardware, klik op + en selecteer vervolgens de printer.
De draadloze verbinding testen
Druk de draadloze testpagina af voor informatie over de draadloze verbinding van de printer. De
draadloze testpagina biedt informatie over de status van de printer, het hardware-adres (MAC) en
het IP-adres. Als de printer is aangesloten op een netwerk, geeft de testpagina details weer over
de netwerkinstellingen.
Als u het draadloze testrapport wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk:
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer
(pijl rechts) aan, raak dan Installatie aan
en kies vervolgens Netwerk.
2. Raak Draadloze netwerktest afdrukken aan.
Richtlijnen om de beveiliging van het draadloos netwerk te garanderen
De volgende informatie kan u helpen om uw draadloos netwerk en draadloze printer te beveiligen
tegen onbevoegd gebruik.
Ga naar
www.hp.com/go/wirelessprinting voor meer informatie.
De printer instellen voor draadloze communicatie 215
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Overzicht beveiligingsinstellingen
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren)
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen
Overzicht beveiligingsinstellingen
Om de beveiliging van het draadloze netwerk te verbeteren en onbevoegde toegang te
voorkomen, ondersteunt de printer verschillende algemene types netwerkauthenticatie,
waaronder WEP, WPA en WPA2.
WEP: Biedt beveiliging door gegevens die via radiogolven van het ene draadloze apparaat
naar het andere worden verzonden, te coderen. Apparaten in een WEP-netwerk maken
gebruik van zogenoemde WEP-sleutels om gegevens te coderen. Als uw netwerk van WEP
gebruikmaakt, moet u weten welke WEP-sleutel(s) worden gebruikt.
WPA: Maakt het verzenden van gegevens en de toegang tot bestaande en toekomstige Wi-
Fi netwerken veiliger. Alle bekende zwakke punten van WEP, het originele landelijke
beveiligingsmechanisme in de 802.11-standaard, worden hiermee verholpen. WPA maakt
voor codering gebruik van Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) en maakt gebruik van
802.1X-verificatie met een van de standaardtypen Extensible Authentication Protocol (EAP)
die momenteel beschikbaar zijn.
WPA2: Voorziet bedrijven en klanten met draadloos internet van een hoog
veiligheidsniveau zodat enkel bevoegde gebruikers toegang hebben tot hun draadloze
netwerken. WPA2 biedt de Geavanceerde standaardcodering (AES). AES is gedefinieerd in
counter cipher-block chaining mode (CCM) en ondersteunt de Independent Basic Service
Set (IBSS) om de veiligheid in te schakelen tussen klantenwerkstations die draadloos zijn
aangesloten zonder draadloze router (zoals een Linksys draadloze router of Apple AirPort
Base Station).
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren)
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloze router of een draadloos toegangspunt
wordt geconfigureerd met een lijst met hardware-adressen (ook wel 'MAC-adressen' genoemd)
van apparaten die via de router toegang mogen krijgen tot het netwerk.
Als de router hardware-adressen filtert, moet het hardware-adres van de printer aan de routerlijst
met geaccepteerde hardware-adressen worden toegevoegd. Als de router het hardware-adres
niet heeft van een printer die toegang probeert te krijgen tot het netwerk, wordt de toegang door
de router geweigerd.
Let op Deze methode is echter niet aanbevolen, omdat uw MAC-adressen gemakkelijk
kunnen worden gelezen en vervalst door ongewenste gebruikers buiten uw netwerk.
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router of een draadloos toegangspunt
1. Druk de netwerkconfiguratiepagina af en zoek het hardware-adres van de printer.
Raadpleeg
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Opmerking De printer behoudt afzonderlijke hardware-adressen voor de Ethernet-
verbinding en voor de draadloze verbinding. Beide hardware-adressen worden
weergegeven op de netwerkconfiguratiepagina van de printer.
2. Open het configuratiehulpmiddel voor de draadloze router of het draadloze toegangspunt
en voeg het hardware-adres van de printer toe aan de lijst met geaccepteerde hardware-
adressen.
Opmerking Raadpleeg de documentatie die bij de router of het draadloze toegangspunt is
geleverd voor meer informatie over het gebruik van het configuratiehulpmiddel.
Bijlage D
216 Netwerkinstallatie
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
Gebruik een draadloos wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een draadloos
WPA-wachtwoord kunt u maximaal 64 tekens gebruiken.
Vermijd in een draadloos wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters en
kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
Verander het standaard draadloos wachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee
de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige
routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de
router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen
wilt doorvoeren.
Schakel indien mogelijk internettoegang voor het beheer op afstand op uw router uit. U kunt
Remote Desktop gebruiken om een gecodeerde verbinding te maken met aan computer
achter uw router en configuratiewijzigingen van de lokale computer waar u toegang heeft tot
het internet.
Om toevallige verbinding met een ander draadloos netwerk te vermijden, schakel dan de
instelling om automatisch te verbinden met ongewenste netwerken uit. Dit is standaard
inactief bij Windows XP.
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk
De volgende tips helpen de kans op storing in een draadloos netwerk te verminderen:
Houd de draadloze apparatuur verwijderd van grote metalen voorwerpen zoals
archiefkasten en van elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze
telefoons, omdat deze radiosignalen kunnen verstoren.
Gebruik de draadloze apparatuur niet in de buurt van grote gebouwen en objecten, omdat
deze radiogolven kunnen absorberen en de signalen kunnen verzwakken.
Positioneer het toeganspunt of de draadloze router op een centrale locatie, in het
gezichtsveld van de draadloze apparaten op het netwerk.
Houd alle draadloze apparaten op het netwerk onderling binnen bereik.
Basisnetwerkinstellingen wijzigen
Met de opties van het bedieningspaneel kunt u een draadloze verbinding instellen en beheren en
verschillende netwerkbeheertaken uitvoeren. Deze taken omvatten onder meer het bekijken van
de netwerkinstellingen, het herstellen van de standaardwaarden van het netwerk, het inschakelen
van de draadloze radio en het wijzigen van de netwerkinstellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken
De draadloze radio in- en uitschakelen
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken
U kunt een overzicht van de netwerkinstellingen weergeven op het bedieningspaneel van de
printer of in de HP-software die bij de printer is geleverd. U kunt een meer gedetailleerde
netwerkconfiguratiepagina afdrukken waarop alle belangrijke netwerkinstellingen worden
weergegeven, zoals het IP-adres, de verbindingssnelheid, DNS en mDNS. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Basisnetwerkinstellingen wijzigen 217
De draadloze radio in- en uitschakelen
De draadloze radio staat standaard ingeschakeld, zoals het blauwe lampje aan de voorkant van
de printer aangeeft. De radio moet zijn ingeschakeld om de verbinding met een draadloos netwerk
te behouden. Als de printer echter is verbonden met een vast netwerk of als u een USB-
aansluiting gebruikt, wordt de radio niet gebruikt. In dit geval wilt u de radio mogelijk uitschakelen.
1. Raak
(pijl rechts) aan, raak dan Installatie, en kies vervolgens Netwerk.
2. Raak Draadloos aan en selecteer Aan om de radio in te schakelen of Uit om de radio uit te
schakelen.
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen
Let op De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden.
Tenzij u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze
instellingen niet te wijzigen (zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway
en firewallinstellingen).
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
De verbindingssnelheid instellen
IP-instellingen bekijken
IP-instellingen wijzigen
De netwerkinstellingen herstellen
De verbindingssnelheid instellen
U kunt de snelheid wijzigen waarmee gegevens via het netwerk worden verzonden. De
standaardinstelling is Automatisch.
1. Raak
(pijl rechts) aan, raak dan Installatie, en kies vervolgens Netwerk.
2. Selecteer Geavanceerde installatie, en vervolgens Verbindingssnelheid.
3. Raak het getal naast de verbindingssnelheid van uw netwerkhardware aan:
IP-instellingen bekijken
Het IP-adres van de printer bekijken:
Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor
meer informatie.
Open in Windows de HP-software, dubbelklik op Geschatte inktniveaus en klik vervolgens
op het tabblad Apparaatinformatie. Het IP-adres staat in het gedeelte Netwerkinformatie.
IP-instellingen wijzigen
De standaard IP-instelling is Automatisch (het IP-adres wordt automatisch ingesteld). Als u een
ervaren gebruiker bent, wilt u misschien echter de instellingen, zoals het IP-adres, het
subnetmasker of de standaardgateway, handmatig wijzigen.
Let op Let op wanneer u handmatig een IP-adres toekent. Als u een ongeldig IP-adres
ingeeft tijdens de installatie, kunnen uw netwerkonderdelen geen verbinding maken met de
printer.
1. Raak (pijl rechts) aan, raak dan Installatie, en kies vervolgens Netwerk.
2. Kies Geavanceerde Installatie, en vervolgens IP-instellingen.
3. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-
adres wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan.
Bijlage D
218 Netwerkinstallatie
4. Automatisch is standaard geselecteerd. Kies om de instellingen handmatig te wijzingen
Handmatig, en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in:
IP-adres
Subnetmasker
Standaard gateway
DNS-adres
5. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan.
De netwerkinstellingen herstellen
Het beheerderswachtwoord en de netwerkinstellingen terugzetten
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan, raak dan Installatie aan
en kies vervolgens Netwerk.
2. Raak Netwerkinstellingen herstellen aan, en raak vervolgens Ja aan.
Een bericht verschijnt waarin staat dat de standaardinstellingen van het netwerk zijn
hersteld.
Opmerking Druk de netwerkconfiguratiepagina af en controleer of de netwerkinstellingen
zijn hersteld. Raadpleeg
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
De HP-software volledig verwijderen en opnieuw installeren
U moet de HP-software die bij de printer is geleverd mogelijk verwijderen en opnieuw installeren
als de installatie onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er
een bericht is weergegeven waarin u wordt gevraagd om de USB-kabel op de computer aan te
sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van de printer niet zomaar van de computer.
Software van een Windows-computer verwijderen:
1. Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Instellingen, klik op
Configuratiescherm en klik vervolgens op Software.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's en
functies.
2. Selecteer de naam van de printer en klik op Wijzigen/Verwijderen of Installatie ongedaan
maken/Wijzigen.
Volg de instructies op het scherm.
3. Koppel de printer los van de computer.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u de printer loskoppelt voordat u uw computer
opnieuw opstart. Sluit de printer niet aan op de computer tot u de HP-software opnieuw
hebt geïnstalleerd.
5. Plaats de HP-software-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
6. Volg de instructies op het scherm.
Software verwijderen van een Macintosh-computer:
1. Dubbelklik op het pictogram HP Uninstaller (in de map Hewlett-Packard onder
Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf) en klik vervolgens op
Doorgaan.
2. Als u daarom wordt gevraagd, voert u de juiste beheerdersnaam plus het wachtwoord in en
klikt u op OK.
De HP-software volledig verwijderen en opnieuw installeren 219
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Als de HP Uninstaller is voltooid, start u de computer opnieuw.
Bijlage D
220 Netwerkinstallatie
E Hulpprogramma's printerbeheer
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Werkset (Windows)
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
Geïntegreerde webserver
Werkset (Windows)
De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer.
Opmerking De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer
voldoet aan de systeemvereisten.
De Werkset openen
1. Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle
programma's, klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer vervolgens het
pictogram met de naam van uw printer.
2. Dubbelklik op Printervoorkeuren, en dubbelklik vervolgens op Onderhoudstaken.
HP-hulpprogramma (Mac OS X)
Het HP-hulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het
kalibreren van de printer, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van
helpinformatie op internet.
Opmerking De functies die beschikbaar zijn in het HP-hulpprogramma hangen af van de
geselecteerde printer.
De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor
planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge aan te schaffen op het moment dat het
bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U
hoeft de cartridges niet te vervangen tot u dit wordt gevraagd.
Het HP-hulpprogramma openen
Dubbelklik op het pictogram HP-hulpprogramma. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
Geïntegreerde webserver
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de beginpagina van de printer (geïntegreerde
webserver of EWS) gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en
de printer vanaf de computer te beheren.
Opmerking Zie Specificaties van de geïntegreerde webserver voor een overzicht van
systeemvereisten voor de geïntegreerde webserver.
Voor het weergeven of wijzigen van bepaalde instellingen hebt u mogelijk een wachtwoord
nodig.
U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met
internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
Hulpprogramma's printerbeheer 221
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Over cookies
De geïntegreerde webserver openen
Over cookies
De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde
schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer
herkennen bij uw volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de EWS-taal hebt geconfigureerd, helpt
een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen zodat de volgende keer dat u de EWS opent,
de pagina's in die taal worden weergegeven. Hoewel sommige cookies aan het einde van elke
sessie worden gewist (zoals de cookie die de geselecteerde taal opslaat), worden andere (zoals
de cookie die klantspecifieke voorkeuren opslaat) op de computer opgeslagen tot u ze handmatig
verwijdert.
U kunt uw browser configureren zodat alle cookies worden aanvaard, of u kunt hem configureren
zodat u wordt gewaarschuwd telkens wanneer een cookie wordt aangeboden waardoor u cookie
per cookie kunt beslissen of u ze al dan niet aanvaardt. U kunt uw browser ook gebruiken om
ongewenste cookies te verwijderen.
Opmerking Naargelang uw printer, schakelt u een of meerdere van de volgende
eigenschappen uit als u cookies uitschakelt:
Beginnen waar u de toepassing hebt verlaten (vooral handig wanneer u Installatiewizards
gebruikt)
De taalinstelling van de EWS-browser onthouden
De EWS-startpagina personaliseren
Zie de documentatie die beschikbaar is met uw webbrowser voor informatie over hoe u uw
privacy- en cookie-instellingen kunt wijzigen en hoe u cookies kunt bekijken of verwijderen.
De geïntegreerde webserver openen
Opmerking De printer moet op een netwerk zijn aangesloten en een IP-adres hebben. Het
IP-adres en de hostnaam voor de printer worden weergegeven op het statusrapport. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres of de hostnaam die aan de
printer is toegewezen.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser:
http://123.123.123.123
Tip Als de geïntegreerde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de
favorieten zodat u er eenvoudig naartoe kunt gaan.
Tip Als u de Safari-webbrowser gebruikt in MacOS X, kunt u ook de Bonjour-bladwijzer
gebruiken om de EWS te openen zonder het IP-adres te hoeven typen. Om de Bonjour-
bladwijzer te gebruiken opent u Safari en klikt u in het menu Safari op Voorkeuren. Op het
tabblad Bladwijzers in de Bladwijzerbalk selecteert u Bonjour opnemen. Sluit daarna het
venster. Klik op de bladwijzer Bonjour en selecteer de netwerkprinter om de EWS te openen.
Bijlage E
222 Hulpprogramma's printerbeheer
F Hoe kan ik?
Aan de slag
Afdrukken
Scannen
Kopiëren
Fax
Webservices
Werken met inktcartridges
Een probleem oplossen
Hoe kan ik? 223
G Fouten (Windows)
Faxgeheugen vol
Als Back-up van faxontvangst of HP Digital Fax (Faxen naar pc of Faxen naar Mac) is
ingeschakeld en de printer een probleem heeft (zoals een papierstoring), bewaart de printer
binnenkomende faxen in het geheugen totdat het probleem is opgelost. Het geheugen van de
printer kan echter vol raken met faxen die nog niet zijn afgedrukt of nog niet naar de computer zijn
overgebracht.
Los de problemen met de printer op om dit probleem op te lossen.
Zie
Faxproblemen oplossen voor meer informatie.
Printercommunicatie onmogelijk
De computer kan niet met de printer communiceren omdat zich een van de volgende
gebeurtenissen heeft voorgedaan:
De printer is uitgeschakeld.
De kabel waarmee de printer is aangesloten, zoals een USB-kabel of een netwerkkabel
(Ethernet), is losgekoppeld.
Als de printer is verbonden met een draadloos netwerk, is de draadloze verbinding
verbroken.
Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen:
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het lampje
(Aan/uit) brandt.
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn
aangesloten.
Controleer of het netsnoer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroom-stopcontact.
Als de printer met een netwerk is verbonden, controleert u of het netwerk correct werkt. Zie
Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor meer informatie.
Als de printer met een draadloos netwerk is verbonden, controleert u of het draadloze
netwerk goed werkt. Zie
Problemen met draadloze verbindingen oplossen voor meer
informatie.
Inkt bijna op
De inktcartridge geïdentificeerd in het bericht is bijna leeg.
De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor
planningsdoelen. Op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, kunt overwegen
om een nieuwe cartridge aan te schaffen zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft
de cartridges niet te vervangen tot u dit wordt gevraagd.
Zie
Inktcartridges vervangen voor informatie over het vervangen van inktcartridges. Zie
Afdrukbenodigdheden online bestellen voor informatie over het bestellen van inktcartridges. Zie
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer informatie over het recyclen van
gebruikte inkten.
Opmerking Tijdens het afdrukproces wordt de inkt van de inktcartridges op verschillende
manieren gebruikt, onder meer voor de initialisatieprocedure die de printer en de
inktcartridges voorbereidt op het afdrukken. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter
nadat deze is gebruikt. Raadpleeg
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
224 Fouten (Windows)
Probleem met de cartridge
De inktcartridge die is geïdentificeerd in het bericht ontbreekt, is beschadigd, niet-compatibel of is
in de verkeerde sleuf van de printer geplaatst.
Opmerking Als de cartridge in het bericht wordt aangeduid als een incompatibele cartridge,
raadpleegt u
Afdrukbenodigdheden online bestellen voor informatie over het aanschaffen van
cartridges voor de printer.
Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen. De oplossingen staan in
volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet
oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Oplossing 1: Schakel de printer uit en weer in.
Oplossing 2: Installeer de inktcartridges op de juiste wijze.
Oplossing 1: Schakel de printer uit en weer in
Zet de printer uit en vervolgens weer aan.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan de volgende oplossing.
Oplossing 2: Installeer de inktcartridges juist
Zorg ervoor dat alle inktcartridges juist in de printer zijn geplaatst:
1. Open de toegangsklep voor inktcartridges voorzichtig.
2. Verwijder de inktcartridge door deze naar binnen te duwen om hem los te zetten en hem
vervolgens stevig naar u toe te trekken.
3. Plaats de cartridge in de sleuf. Druk de cartridge goed aan om te zorgen dat er goed
contact wordt gemaakt.
4. Sluit de toegangsklep voor de inktcartridges en controleer of het foutbericht weg is.
De inktcartridge vervangen
Vervang de aangegeven inktcartridge. Raadpleeg Inktcartridges vervangen voor meer informatie.
Opmerking Als uw cartridge nog steeds onder garantie staat, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor onderhoud of vervanging. Zie
Garantie-informatie inktcartridge voor meer
informatie over de garantie van inktcartridges. Als het probleem zich blijft voordoen nadat u
de cartridge hebt vervangen, neem dan contact op met HP-ondersteuning. Raadpleeg HP-
ondersteuning voor meer informatie.
Verkeerd papier
Het papierformaat of papiertype (papiersoort) dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd,
komt niet overeen met dat van het papier dat in de printer is geplaatst. Zorg ervoor dat het juiste
papier is geladen in de printer en druk vervolgens het document opnieuw af. Zie Afdrukmateriaal
plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Als het papier dat in de printer is geplaatst, het gewenste formaat heeft, wijzigt
u het geselecteerde papierformaat in het printerstuurprogramma en drukt u het document
opnieuw af.
De cartridgehouder kan niet bewegen
De wagen van de inktcartridge (het deel van de printer waarin de inktcartridges zitten) wordt door
iets geblokkeerd.
De cartridgehouder kan niet bewegen 225
U kunt de blokkade verhelpen door op de knop (Aan/uit) te drukken om de printer uit te
schakelen en vervolgens de computer te controleren op blokkages.
Zie
Storingen verhelpen voor meer informatie.
Vastgelopen papier
Papier is vastgelopen in de printer.
Controleer voordat u de storing probeert te verhelpen het volgende:
Zorg ervoor dat u papier hebt geplaatst dat aan de specificaties voldoet en dat niet
gekreukeld, gevouwen of beschadigd is. Raadpleeg
Mediaspecificaties voor meer
informatie.
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie
Onderhoud van de printer voor meer informatie.
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Zie Afdrukmateriaal
plaatsen voor meer informatie.
Voor instructies om storingen te verhelpen, en meer informatie over hoe u storingen kunt
vermijden, zie
Storingen verhelpen.
De printer heeft geen papier meer
De standaard lade is leeg.
Plaats meer papier en raak vervolgens OK aan.
Zie
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Printer offline
De printer is momenteel offline. Als de printer offline is, kan de printer niet worden gebruikt.
Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of Apparaten en
printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers in het dialoogvenster niet worden weergegeven in de detailweergave, klikt u
in het menu Beeld op Details.
3. Als de printer offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op Printer
online gebruiken.
4. Probeer de printer opnieuw te gebruiken.
Printer onderbroken
De printer is momenteel onderbroken. Bij onderbreking worden nieuwe taken aan de rij
toegevoegd, maar niet afgedrukt.
Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren.
1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of Apparaten en
printers.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers in het dialoogvenster niet worden weergegeven in de detailweergave, klikt u
in het menu Beeld op Details.
3. Als de printer onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op
Afdrukken hervatten.
4. Probeer de printer opnieuw te gebruiken.
Bijlage G
226 Fouten (Windows)
Document afdrukken mislukt
De printer kan het document niet afdrukken omdat er een probleem is opgetreden in het
afdruksysteem.
Zie
Printerproblemen oplossen voor informatie over het oplossen van afdrukproblemen.
Printerfout
Er is een probleem opgetreden met de printer. Meestal kunt u dergelijke problemen oplossen door
de volgende stappen uit te voeren:
1.
Druk op de knop (Aan/uit) om de printer uit te zetten.
2. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan.
3.
Druk op de knop
(Aan/uit) om de printer uit te zetten.
Als het probleem zich blijft voordoen, noteer dan de foutcode die in de melding wordt gegeven en
neem vervolgens contact op met HP-ondersteuning. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie
over contact opnemen met HP-ondersteuning.
Deur of klep open
Voordat de printer documenten kan afdrukken, moeten alle deuren en kleppen gesloten zijn.
Tip Bij de meeste deuren en kleppen is een klik hoorbaar als ze volledig worden gesloten.
Als het probleem blijft bestaan nadat u alle deuren en kleppen goed hebt dichtgedaan, neemt u
contact op met HP-ondersteuning. Zie
HP-ondersteuning voor meer informatie.
Er is een gebruikte inktcartridge geplaatst
De inktcartridge die in het bericht wordt genoemd, is al eerder in een andere printer gebruikt.
U kunt inktcartridges in verschillende printers gebruiken, maar als de cartridge langere tijd buiten
de printer wordt bewaard, kan de afdrukkwaliteit van uw documenten afnemen. Als u
inktcartridges gebruikt die in een andere printer zijn gebruikt, is bovendien de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of niet beschikbaar.
Bij een onaanvaardbare afdrukkwaliteit moet u proberen om de printkoppen te reinigen.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal verschillende
manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de printer en de cartridges
worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan de printkop, dat ervoor zorgt dat
de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed blijft stromen. Daarnaast blijft er wat inkt in
de cartridge achter nadat deze is gebruikt. Raadpleeg www.hp.com/go/inkusage voor meer
informatie.
Zie Benodigdheden voor meer informatie over het bewaren van inktcartridges.
Inktcartridges zijn leeg
De cartridges die in het bericht worden aangeduid, moeten worden vervangen om door te kunnen
gaan met afdrukken. HP raadt aan om de inktcartridges niet te verwijderen voordat u beschikt
over vervangende inktcartridges.
Raadpleeg Inktcartridges vervangen voor meer informatie.
Probleem met de inktcatrtride
De cartridges die in het bericht worden aangeduid, zijn beschadigd of werken niet.
Probleem met de inktcatrtride 227
Zie Inktcartridges vervangen.
Upgrade printerbenodigdheden
De cartridge die in het bericht wordt aangeduid, kan alleen worden gebruikt om één printer te
upgraden. Klik op OK om de cartridge op deze printer te gebruiken. Als u niet wilt doorgaan met
het upgraden van de benodigdheden voor deze printer, klikt u op Annuleren en verwijdert u de
cartridge.
Upgrade printerbenodigdheden gelukt
De upgrade van printerbenodigdheden is geslaagd. De cartridges die in het bericht worden
vermeld, kunnen nu in de printer worden gebruikt.
Upgrade printerbenodigdheden mislukt
De upgrade van printerbenodigdheden is mislukt. De cartridges die in het bericht worden vermeld,
kunnen nog steeds in deze printer worden gebruikt. Vervang de upgradecartridge. Raadpleeg
Inktcartridges vervangen voor meer informatie.
Geplaatste cartridge is niet van HP
HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen.
Onderhoud of reparaties van de printer als het gevolg van het gebruik van benodigdheden van
andere fabrikanten dan HP, vallen niet onder de garantie. Als u gelooft dat u originele HP-
inktcartridges had gekocht, gaat u naar de HP-website op
www.hp.com/go/anticounterfeit voor
meer informatie of om fraude te melden.
Originele HP-cartridges bieden voordelen
HP beloont trouwe klanten die originele HP-toebehoren gebruiken. Klik op de knop onder het
bericht om online de beloning te zien. De beloning is mogelijk niet in alle regio's beschikbaar.
Advies omtrent nagemaakte cartridges
De geïnstalleerde cartridge is geen nieuwe, originele HP-cartridge. Neem contact op met de
winkel waar u deze cartridge hebt gekocht. Als u een vermoeden van fraude wilt melden, gaat u
naar www.hp.com/go/anticounterfeit. Als u de cartridge verder wilt gebruiken, klikt u op Doorgaan.
Gebruikte, opnieuw gevulde of nagemaakte cartridge gevonden
De oorspronkelijke HP-inkt in de cartridge is op. U kunt dit probleem oplossen door de
inktcartridge te vervangen of te klikken op OK om de cartridge verder te gebruiken. Zie
Inktcartridges vervangen voor meer informatie. HP beloont trouwe klanten die originele HP-
toebehoren gebruiken. Klik op de knop onder het bericht om online de beloning te zien. De
beloning is mogelijk niet in alle regio's beschikbaar.
Waarschuwing De garantie van HP op de inktcartridges dekt geen inkt of cartridges die niet
van HP zijn. De garantie van HP op de printer van HP dekt geen reparaties of onderhoud als
gevolg van het gebruik van inkt of cartridges die niet van HP zijn. HP kan de kwaliteit of
betrouwbaarheid van inkt die niet van HP is, niet garanderen. Er is geen informatie
beschikbaar over het inktniveau.
Bijlage G
228 Fouten (Windows)
Gebruik SETUP-cartridges
Gebruik voor de printerinitialisatie de SETUP-cartridges die bij de printer zijn geleverd. U moet de
cartridge vervangen door de SETUP-cartridge om dit bericht te wissen. Raadpleeg
Inktcartridges
vervangen voor meer informatie.
Gebruik geen SETUP-cartridges
Nadat de printer is geïnitialiseerd, kunt u de SETUP-cartridges niet meer gebruiken. Verwijder de
SETUP-cartridges en plaats gewone cartridges. Raadpleeg
Inktcartridges vervangen voor meer
informatie.
Waarschuwing: inkt voor nieuwe printkop
De gebruikte cartridges die in het bericht worden vermeld, hebben mogelijk onvoldoende inkt om
de eenmalige opstartprocessen te voltooien.
Oplossing: Plaats nieuwe cartridges of klik op Doorgaan om de geplaatste cartridges te
gebruiken.
Als het opstartproces niet kan worden voltooid met de geplaatste cartridges, moet u nieuwe
cartridges plaatsen. Zie
Inktcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe
inktcartridges.
Alleen zwarte inkt gebruiken?
De cartridges die in het bericht worden vermeld, zijn leeg.
Oplossingen: Als u in kleur wilt afdrukken, vervangt u de lege cartridges. Zie Inktcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Als u tijdelijk alleen met zwarte inkt wilt afdrukken, klikt u op Alleen zwart. De printer vervangt de
kleuren dan door grijswaarden. De lege cartridges moeten binnenkort worden vervangen.
Let op Verwijder de lege kleurencartridge NIET om af te drukken in de modus Alleen zwart.
Alleen kleureninkt gebruiken?
De zwarte inktcartridge is leeg.
Oplossingen: Als u tijdelijk zwart wilt vervangen door kleuren, klikt u op Alleen kleuren. De kleur
zwart wordt gesimuleerd. De kwaliteit van de afgedrukte tekst en foto's verschilt van de kwaliteit
bij gebruik van alle inktcartridges. De zwarte cartridge moet binnenkort worden vervangen.
Als u met zwart wilt afdrukken, vervangt u de zwarte inktcartridge. Zie
Inktcartridges vervangen
voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Verwijder de lege zwarte cartridge NIET om af te drukken in de modus Alleen kleur.
Niet compatibele inktcartridges
De inktcartridge is niet compatibel met uw printer.
Oplossing: Verwijder deze cartridge onmiddellijk en plaats een compatibele inktcartridge. Zie
Inktcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Waarschuwing inktsensor
De inktsensor meldt een onverwachte situatie. De oorzaak kan liggen bij de cartridge of bij een
sensorfout. Als de sensor niet meer werkt, kan deze niet meer detecteren dat de cartridges leeg
raken. Als u afdrukt met een lege cartridge komt er lucht in het inktsysteem, wat een slechte
Waarschuwing inktsensor 229
afdrukkwaliteit oplevert. Om deze situatie te verhelpen, worden er grote hoeveelheden inkt
gebruikt, waardoor alle cartridges leeg zullen raken.
Oplossing: Klik op OK om door te gaan met afdrukken, of vervang de cartridge. Zie
Inktcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Probleem met printeronderhoud
De printerklok werkt niet goed, zodat de inkt niet goed wordt verwerkt. Het geschatte inktniveau
van de inktmeter is mogelijk onjuist.
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Als deze onvoldoende is, kunt u dit
mogelijk verhelpen door de reinigingsprocedure voor de printkop uit te voeren. U vindt deze in de
werkset.
Kleureninktcartridge leeg
De cartridges die in het bericht worden vermeld, zijn leeg.
Oplossingen: Als u in kleur wilt afdrukken, vervangt u de lege cartridges. Zie Inktcartridges
vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Als u tijdelijk alleen met zwarte inkt wilt afdrukken, klikt u op Afdr. annul. en verzendt u de
afdruktaak opnieuw. Voordat de afdruktaak begint, verschijnt het bericht Alleen zwarte inkt
gebruiken? De lege cartridges moeten binnenkort worden vervangen.
Let op Verwijder de lege kleurencartridge NIET om af te drukken in de modus Alleen zwart.
Kleureninktcartridge leeg
De zwarte inktcartridge is leeg.
Oplossingen: Vervang de zwarte inktcartridge. Zie
Inktcartridges vervangen voor informatie over
het plaatsen van nieuwe inktcartridges.
Let op Verwijder de lege zwarte cartridge NIET om af te drukken in de modus Alleen kleur.
Als u tijdelijk zwart wilt vervangen door kleur, klikt u op Afdr. annul. en verzendt u de afdruktaak
opnieuw. Voordat de afdruktaak begint, verschijnt het bericht Alleen kleureninkt gebruiken?. De
zwarte cartridge moet binnenkort worden vervangen.
Klep van de automatische documentinvoer is open
Sluit de klep van de automatische documentinvoer om door te gaan.
Probleem met inktsysteem
Verwijder de inktcartridges verwijderen en kijk ze na op lekken. Neem contact op met HP als de
cartridges lekken hebben. Gebruik geen cartridges die lekken.
Als er geen lekken zijn, plaats de cartridges dan terug en sluit de printerklep. Schakel de printer
uit en vervolgens weer in. Neem contact op met HP als u dit bericht een tweede keer krijgt.
Bijlage G
230 Fouten (Windows)
Index
A
aangepast papierformaat
Mac OS 36, 37
aansluitingen, locatie 12
accessoires
garantie 151
printerstatusrapport 144
achterpaneel
illustratie 12
ADF (automatische
documentinvoer
originelen plaatsen 21
ADSL, fax configureren met
parallelle
telefoonsystemen 191
afbeeldingen
onvolledig gevulde
kopieën 107
zien er anders uit dan de
originele scan 111
afdrukinstellingen
afdrukkwaliteit 95
afdrukken
afdrukkwaliteitrapport 98
details laatste fax 74
dubbelzijdig 39
faxen 57
faxen vanuit het
geheugen 57
faxlogs 73
faxrapporten 71
langzaam, problemen
oplossen 91
printerstatusrapport 144
problemen oplossen 90
testpagina 98
afdrukken, aan beide zijden
39
Afdrukken op envelop 33
Afdrukken zonder randen
Mac OS 38
Windows 38
afdrukkwaliteitrapport 98
afdrukmateriaal
afdrukken op speciaal
formaat 36
dubbelzijdig afdrukken 39
HP, bestellen 185
invoerproblemen
oplossen 103
lade vullen 22
specificaties 155
storingen verhelpen 145
afdrukmateriaal laden 22
afdrukmateriaal met een
speciaal formaat 25
afdrukmateriaal van speciaal
formaat
afdrukken 36
afgesneden pagina's,
problemen oplossen 94
annuleren
geplande fax 54
antwoordapparaat
configuratie met fax en
modem 205
installatie met fax (parallelle
telefoonsystemen) 203
opgenomen faxtonen 127
automatische documentinvoer
ondersteunde formaten
afdrukmateriaal 156
automatische documentinvoer
(ADF)
invoerproblemen,
problemen oplossen 27
ondersteunde formaten
afdrukmateriaal 156
origineel plaatsen 21
schoonmaken 27
automatisch fax verkleinen 59
B
backup fax 56
bedieningspaneel
Knoppen 13
lampjes 13
statuspictogrammen 14
bedieningspaneel van de
printer
locatie 11
belpatroon beantwoorden
parallelle
telefoonsystemen 193
beltonen voor opnemen 67
beltoon beantwoorden
wijzigen 67
benodigdheden
levensduur 153
online bestellen 184
printerstatusrapport 144
bevestigingsrapporten, fax 72
bewerken
tekst in OCR-programma
44
blanco, problemen oplossen
afdrukken 93
blanco pagina's, problemen
oplossen
kopiëren 105
scannen 111
Brochures afdrukken
afdrukken 32
C
capaciteit
laden 158
cartridges. zie inktcartridges
clear (wissen)
faxlogboeken 73
computermodem
gedeeld met fax (parallelle
telefoonsystemen) 196
gedeeld met fax en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 205
gedeeld met fax en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 208
gedeeld met lijn voor
gesprekken en modem
(parallelle
telefoonsystemen) 199
configuratie
DSL (parallelle
telefoonsystemen) 191
231
ISDN-lijn (parallelle
telefoonsystemen) 192
PBX-systeem (parallelle
telefoonsystemen) 192
Configureren
firewall 138
D
donkere afbeeldingen,
problemen oplossen
kopieën 106
scans 111
draadloze communicatie
draadloze basisproblemen
oplossen 132
geavanceerde draadloze
problemen oplossen
132
instellen 212
radio, inschakelen 218
storing verminderen 217
wettelijke informatie 168
DSL, fax configureren met
parallelle
telefoonsystemen 191
dubbelzijdig afdrukken 39
duplexeenheid
storingen verhelpen 145
E
ECM. zie foutcorrectiemodus
elektrische specificaties 162
enveloppen
ondersteunde formaten
156
ondersteunende lade 158
Enveloppen afdrukken
Mac OS 34
EWS (geïntegreerde
webserver). zie
geïntegreerde webserver
(EWS)
F
fax
antwoordapparaat,
problemen oplossen
127
antwoordapparaat en
modem, gedeeld met
(parallelle
telefoonsystemen) 205
backup-faxontvangst 56
beltonen voor opnemen
67
details laatste transactie
afdrukken 74
geluidsvolume 70
handsfree kiezen 54
Internet-protocol, over 70
ISDN-lijn, configureren
(parallelle
telefoonsystemen) 192
log, afdrukken 73
logboek, wissen 73
modem en
antwoordapparaat,
gedeeld met (parallelle
telefoonsystemen) 205
opvragen voor ontvangst
58
PBX-systeem, configureren
(parallelle
telefoonsystemen) 192
plannen 53
snelheid 69
soorten instellingen 187
telefoonaansluiting testen,
mislukt 114
testen soort telefoonsnoer
mislukt 116
voicemail, installeren
(parallelle
telefoonsystemen) 195
faxen
antwoordapparaat,
installatie (parallelle
telefoonsystemen) 203
aparte geïnstalleerde lijn
(parallelle
telefoonsystemen) 190
automatisch antwoorden
66
bevestigingsrapporten 72
doorsturen 58
DSL, configureren
(parallelle
telefoonsystemen) 191
foutcorrectiemodus 55
foutrapporten 73
gedeelde
telefoonlijninstallatie
(parallelle
telefoonsystemen) 194
handmatig ontvangen 56
handsfree kiezen 52
installatie specifiek
belsignaal (parallelle
telefoonsystemen) 193
installatie test 211
instellingen wijzigen 66
kiessysteem, instellen 68
kiestoontest, mislukt 117
kopschrift 66
lijnconditietest, mislukt
118
lijn voor gesprekken en
modem, gedeeld met
(parallelle
telefoonsystemen) 199
modem, gedeeld met
(parallelle
telefoonsystemen) 196
modem and voicemail,
gedeeld met (parallelle
telefoonsystemen) 208
nummers blokkeren 60
ontvangen 55
ontvangen, problemen
oplossen 119, 123
opnieuw afdrukken 57
opties opnieuw kiezen 68
papierformaat 59
parallelle
telefoonsystemen 186
problemen oplossen 112
rapporten 71
specificaties 160
specifieke beltoon, patroon
wijzigen 67
telefoonsnoer te kort 127
test is mislukt 113
test van de verbinding van
het telefoonsnoer,
mislukt 115
verkleining 59
verzenden 49
verzenden, problemen
oplossen 119, 122, 126
faxen, testen
installatie 211
faxen doorsturen 58
faxen ontvangen
aantal beltonen voor
opnemen 67
automatisch 55
doorsturen 58
faxnummers blokkeren 60
232
handmatig 56
modus automatisch
antwoorden 66
problemen oplossen 119,
123
faxen rondzenden
verzenden 54
faxen verzenden
gewone fax 49
handmatig 51
handsfree kiezen 52
problemen oplossen 119,
122, 126
fax opvragen voor ontvangst
58
Faxscherm 14
Firewall
configureren 138
firewalls, problemen oplossen
91
FoIP 70
formaat
kopieerproblemen
oplossen 105
scans, problemen
oplossen 112
foto's
plaatsen van
geheugenkaarten 25
problemen met
geheugenapparaten
oplossen 130
Foto's afdrukken
Mac OS 35
Windows 34
fotoafdrukmateriaal
ondersteunde formaten
157
Fotoscherm 14
foutcorrectiemodus 55
foutmeldingen
de TWAIN-bron kan niet
worden geactiveerd
110
foutrapporten, fax 73
G
garantie 151
geblokkeerde faxnummers
installeren 60
geheugen
faxberichten opslaan 56
faxen opnieuw afdrukken
57
specificaties 154
geheugenapparaten
problemen oplossen 130
geheugenkaarten
invoegen 25
geïntegreerde webserver
(EWS)
info over 221
openen 222
problemen oplossen, kan
niet worden geopend
139
systeemeisen 155
Webscan 43
gekleurde tekst en OCR 44
geluidsdruk 162
geluidsinformatie 162
geluidsproductie 162
glasplaat, scanner
locatie 11
glasplaat van de scanner
origineel laden 20
glasplaat van scanner
reinigen 26
H
handmatig faxen
ontvangen 56
verzenden 51, 52
handsfree kiezen 52, 54
hardware, faxinstallatietest
113
Help 14
HP-hulpprogramma (Mac OS
X)
openen 221
I
identificatiecode van de
abonnee 66
inbelmodem
gedeeld met fax (parallelle
telefoonsystemen) 196
gedeeld met fax en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 208
gedeeld met lijn voor fax en
gesprekken (parallelle
telefoonsystemen) 199
informatie is onjuist of
ontbreekt, problemen
oplossen 93
inktcartridges
garantie 151
levensduur 153
onderdeelnummers 144,
184
ondersteunde 153
status 144
vervaldatums garantie 144
Inktcartridges
controleren van
inktniveaus 81
online bestellen 184
Tips 80
vervangen 82
zoeken 12
Inktcartridges vervangen 82
inktniveaupictogrammen 14
inktniveaus controleren 81
installatie
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 203
aparte faxlijn (parallelle
telefoonsystemen) 190
computermodem (parallelle
telefoonsystemen) 196
computermodem en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 208
faxen, met parallelle
telefoonsystemen 186
gedeelde telefoonlijn
(parallelle
telefoonsystemen) 194
lijn voor computermodem
en gesprekken (parallelle
telefoonsystemen) 199
problemen oplossen 140
specifiek belsignaal
(parallelle
telefoonsystemen) 193
specifieke beltoon 67
suggesties voor hardware-
installatie 141
suggesties voor installatie
van HP-software 141
testfax 211
voicemail en
computermodem
Index
233
(parallelle
telefoonsystemen) 208
Installatie 14
installeren
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 195
instellen
antwoordapparaat en
modem (parallelle
telefoonsystemen) 205
computermodem en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 205
instellen, opties opnieuw
kiezen 68
instellingen
faxscenario's 187
netwerk 217
snelheid, fax 69
Instellingen
kopie 47
volume, fax 70
Internet Protocol
(internetprotocol)
fax, gebruiken 70
invoerlade
capaciteit 158
ondersteunde
afdrukmateriaaltypes en
gewicht 158
ondersteunde formaten
afdrukmateriaal 156
invoer van meerdere pagina's
tegelijk 104
IP-adres
printer opsporen 140
IP-instellingen 218
ISDN-lijn, configureren met fax
parallelle
telefoonsystemen 192
J
juiste poort testen, fax 115
K
kaarten
ondersteunde formaten
157
ondersteunende lade 158
kennisgeving van Hewlett-
Packard Company 3
kiessysteem, instellen 68
kiestoontest, mislukt 117
klantenondersteuning
elektronisch 86
kleurenkopie 47
Knop Annuleren 13
knoppen, bedieningspaneel
13
kop 100
kopie
Instellingen 47
kwaliteit 106
kopieerinstellingen
kopie 48
kopiëren
problemen oplossen 104
specificaties 160
Kopiëren 14
kopschrift, fax 66
korrelige of witte banden op
kopieën, problemen
oplossen 107
kwaliteit, problemen oplossen
kopie 106
scannen 110
L
lade 2
capaciteit 158
ondersteunde
afdrukmateriaaltypes en
gewicht 158
ondersteunde formaten
afdrukmateriaal 156
laden
capaciteit 158
foto 24
lade 23
ondersteunde
afdrukmateriaaltypes en
gewicht 158
ondersteunde formaten
afdrukmateriaal 156
laden, enveloppen 23
laden, kaarten 24
lades
afdrukmateriaal plaatsen
22
illustratie van
papiergeleiders 11
invoerproblemen
oplossen 103
locatie 11
storingen verhelpen 145
lampjes, bedieningspaneel 13
lettertypen, ondersteunde 154
lichte afbeeldingen, problemen
oplossen
kopieën 106
scans 111
lijnconditietest, fax 118
lijnen
kopieën, problemen
oplossen 106
scans, problemen
oplossen 111
log, fax
afdrukken 73
luchtvochtigheidspecificaties
162
M
Mac OS
aangepast papierformaat
36, 37
afdrukinstellingen 31
Afdrukken zonder randen
38
Foto's afdrukken 35
Mac OS X
Hulpprogramma van HP
221
marges
instellen, specificaties 159
media
ondersteunde formaten
156
ondersteunde types en
gewicht 158
selecteren 19
specificaties 155
milieuprogramma 171
MMC-geheugenkaart
invoegen 25
modelnummer 144
modem
gedeeld met fax (parallelle
telefoonsystemen) 196
gedeeld met fax en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 205
234
gedeeld met fax en
voicemail (parallelle
telefoonsystemen) 208
gedeeld met lijn voor fax en
gesprekken (parallelle
telefoonsystemen) 199
modemsnelheid 69
modem voor inbellen
gedeeld met fax en
antwoordapparaat
(parallelle
telefoonsystemen) 205
module voor dubbelzijdig
afdrukken
ondersteunde
afdrukmateriaaltypes en
gewicht 158
N
na de ondersteuningsperiode
89
netaansluiting, locatie 12
netwerken
afdrukinstellingen
weergeven en
afdrukken 217
draadloze instellingen 144
firewalls, problemen
oplossen 91
geavanceerde
instellingen 218
illustratie van aansluiting
12
instellingen, wijzigen 217
instellingen draadloze
communicatie 212
IP-instellingen 218
ondersteunde
besturingssystemen
154
ondersteunde protocollen
155
problemen op te lossen
142
verbindingssnelheid 218
networken
systeemvereisten 155
O
OCR
gescande documenten
bewerken 44
problemen oplossen 109
omgevingsspecificaties 162
onderhoud
afdrukkwaliteitrapport 98
controleren van
inktniveaus 81
Inktcartridges vervangen
82
printkop 100
printkop reinigen 100
printkop uitlijnen 101
testpagina 98
onderhouden
printkop 100
ondersteunde
besturingssystemen 154
ondersteuning 85
ongewenste-faxmodus 60
ontvangen van faxen
opvragen 58
opslaan
faxberichten in geheugen
56
opslagapparaten
ondersteunde USB-
flashstations 162
originelen
scannen 41
P
pagina's per maand
(werkbelasting) 154
papier
formaat instellen voor fax
59
scheve invoer 103
storingen 146, 149
parallelle telefoonsystemen
aparte geïnstalleerde lijn
190
DSL-configuratie 191
gedeelde lijninstallatie 194
installatie
antwoordapparaat 203
installatie modem en
voicemail 208
installatie specifiek
belsignaal 193
ISDN-configuratie 192
landen/regio's met 186
modem en
antwoordapparaat,
configuratie 205
modem gedeeld met
lijninstallatie voor
gesprekken 199
modeminstallatie 196
PBX-configuratie 192
soorten instellingen 187
PBX-systeem, configureren met
fax
parallelle
telefoonsystemen 192
PCL 3 ondersteuning 153
periode telefonische
ondersteuning
periode voor
ondersteuning 87
pictogrammen draadloze
verbinding 14
plaatsen
afdrukmateriaal van
speciaal formaat 25
lade 22
plannen van fax 53
poorten, specificaties 153
printerbedieningspaneel
faxen verzenden 50
netwerkinstellingen 217
scannen vanaf 41
printersoftware (Windows)
info over 221
openen 221
printerstatusrapport
afdrukken 144
informatie over 143
printerstuurprogramma
garantie 151
printkop
reinigen 100
printkop, uitlijnen 101
printkoppen
online bestellen 184
printkop uitlijnen 101
probleemoplossing
problemen met draadloze
verbindingen 131
tips 89
problemen met de papierinvoer,
problemen oplossen 102
problemen oplossen
afdrukken 90
Index
235
afdrukmateriaal wordt niet
uit een lade ingevoerd
103
afgesneden pagina's,
verkeerde plaatsing van
tekst of afbeeldingen 94
algemene
netwerkproblemen
oplossen 131
antwoordapparaten 127
blanco pagina's afgedrukt
93
drukt niet af 91
faxen 112
faxen ontvangen 119, 123
faxen verzenden 119,
122, 126
faxhardwaretest is mislukt
113
faxkiestoontest mislukt
117
faxlijntest is mislukt 118
faxtesten 113
firewalls 91
geheugenapparaten 130
geïntegreerde webserver
(EWS) 139
installatieproblemen 140
kopieerkwaliteit 106
kopiëren 104
meerdere pagina's tegelijk
opgenomen 104
netwerkconfiguratiepagin
a 144
netwerkproblemen
oplossen 142
ontbrekende of onjuiste
informatie, problemen
oplossen 93
printerstatusrapport 143
problemen met de
papierinvoer 102
scankwaliteit 110
scannen 107
scheve invoer 103
scheve kopieën 106
storingen, papier 149
suggesties voor hardware-
installatie 141
suggesties voor installatie
van HP-software 141
telefoonaansluiting van de
fax testen, mislukt 114
testen soort fax/
telefoonsnoer mislukt
116
test van de verbinding van
het fax/telefoonsnoer
mislukt 115
vast (bekabeld) netwerk
130
voeding 90
processorspecificaties 154
pulskeuze 68
punten, problemen oplossen
scannen 112
punten of vegen, problemen
oplossen
kopieën 106
R
radio, uitschakelen 218
radiointerferentie
wettelijke informatie 168
radiostoring
verminderen 217
rapporten
afdrukkwaliteit 98
bevestiging, fax 72
diagnose 98
faxtest is mislukt 113
fout, fax 73
printkop 100
rechternavigatieknop 14
recycling
cartridges 172
reinigen
glasplaat van scanner 26
printkop 100
S
scannen
foutmeldingen 110
kwaliteit 110
langzaam 108
OCR 44
problemen oplossen 107
scanscherm 14
scanspecificaties 161
vanaf het
printerbedieningspanee
l41
vanuit Webscan 43
scanner, glasplaat
originelen laden 20
reinigen 26
scannerglasplaat
locatie 11
scanscherm 14
scans verzenden
problemen oplossen 107
voor OCR 44
scheef, problemen oplossen
afdrukken 103
kopiëren 106
scannen 110
schoonmaken
automatische
documentinvoer 27
buitenkant 27
Secure Digital-geheugenkaart
invoegen 25
seriële telefoonsystemen
landen/regio's met 186
soorten instellingen 187
serienummer 144
snelheid
scannerproblemen
oplossen 108
snelkiezen
fax verzenden 49
software
garantie 151
OCR 44
Webscan 43
spanningsspecificaties 162
speciaal papierformaat
ondersteunde formaten
157
specificatie
processor en geheugen
154
specificaties
afdrukmateriaal 155
elektrisch 162
fysieke 153
geluidsproductie 162
media 155
netwerkprotocollen 155
opslagomgeving 162
systeemvereisten 154
werkomgeving 162
specificaties opslagomgeving
162
specificaties werkomgeving
162
236
specifiek belsignaal
parallelle
telefoonsystemen 193
specifieke beltoon
wijzigen 67
standaardinstellingen
kopiëren 48
status
netwerkconfiguratiepagin
a 144
printerstatusrapport 144
statuspictogrammen 14
storingen
afdrukmateriaal dat u moet
vermijden 19
papier 146, 149
verhelpen 145
strepen op scans, problemen
oplossen 111
stroom
specificaties 162
stuurprogramma
garantie 151
systeemvereisten 154
T
taal, printer 153, 154
technische gegevens
faxspecificaties 160
kopieerspecificaties 160
scanspecificaties 161
tekst
kan niet worden bewerkt na
het scannen, problemen
oplossen 109
niet volledig gevulde
kopieën 107
onduidelijke kopieën,
problemen oplossen
107
onduidelijke scans 112
ontbreekt van de scan,
problemen oplossen
108
problemen oplossen 94
vlekkerig op kopieën 107
telefonische ondersteuning 86
telefoon, faxen vanaf
ontvangen 56
verzenden 51
verzenden, 51
telefoonaansluiting, fax 114
telefoonaansluiting testen,
fax 114
telefoonlijn, belpatroon
beantwoorden 67
telefoonsnoer
testen juiste soort mislukt
116
test van de verbinding met
de juiste poort mislukt
115
verlengen 127
temperatuurspecificaties 162
testen, fax
faxlijnconditie 118
hardware, mislukt 113
kiestoon, mislukt 117
mislukt 113
poortverbinding, mislukt
115
telefoonaansluiting 114
testen soort fax/
telefoonsnoer mislukt
116
testpagina 98
toegangsklep van de wagen
met inktcartridges, locatie
12
toegangsklep voor
inktcartridges, locatie 12
toegangspaneel aan de
achterkant
storingen verhelpen 145
toegankelijkheid 3, 9
toonkeuze 68
TWAIN
de bron kan niet worden
geactiveerd 110
tweezijdig afdrukken 39
U
uitvoerlade
locatie 11
ondersteund
afdrukmateriaal 158
USB-flashstations 162
USB-verbinding
poort, locatie 11, 12
specificaties 153
V
vegen, problemen oplossen
kopieën 106
scannen 112
verbindingssnelheid, instellen
218
verkleinen van fax 59
verticale strepen op kopieën,
problemen oplossen 106
vervaagde kopieën 105
vervaagde strepen op kopieën,
problemen oplossen 106
verzenden, faxen
geheugen, vanuit 53
handsfree kiezen 54
plannen 53
voeding
problemen oplossen 90
voicemail
installatie met fax en
computermodem
(parallelle
telefoonsystemen) 208
installeren met fax
(parallelle
telefoonsystemen) 195
volume
faxgeluiden 70
voorgeschreven
modelnummer 163
W
Webscan 43
websites
Informatieblad levensduur
benodigheden 153
klantenondersteuning 86
milieuprogramma's 171
toebehoren en accessoires
bestellen 184
toegankelijkheidsinformati
e3, 10
weergeven
netwerkinstelllingen 217
werkbelasting 154
wettelijke informatie 168
wettelijk verplichte informatie
163
Windows
afdrukinstellingen 31
brochures afdrukken 32
Foto's afdrukken 34
Index
237
minimale
systeemvereisten 38
systeemvereisten 154
witte banden of strepen,
problemen oplossen
kopieën 107
scans 111
witte banen of strepen,
problemen oplossen
kopieën 106
X
xD-Picture-geheugenkaart
invoegen 25
Z
zwarte punten of vegen,
problemen oplossen
kopieën 106
scannen 112
zwart-wit pagina’s
fax 49
kopie 47
238
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244

HP Officejet 6700 Premium e-All-in-One Printer series - H711 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor